Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 14 juli 2016
gepubliceerd op 09 augustus 2016

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot uitvoering van de ordonnantie van 9 juli 2015 houdende geharmoniseerde regels betreffende de administratieve geldboeten bepaald bij de wetgeving op het vlak van werkgelegenheid en economie en van de ordonnantie van 8 oktober 2015 houdende algemene regels betreffende de inhouding, de terugvordering en de niet-vereffening van subsidies op het vlak van werkgelegenheid en economie

bron
brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2016031530
pub.
09/08/2016
prom.
14/07/2016
ELI
eli/besluit/2016/07/14/2016031530/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

14 JULI 2016. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot uitvoering van de ordonnantie van 9 juli 2015 houdende geharmoniseerde regels betreffende de administratieve geldboeten bepaald bij de wetgeving op het vlak van werkgelegenheid en economie en van de ordonnantie van 8 oktober 2015 houdende algemene regels betreffende de inhouding, de terugvordering en de niet-vereffening van subsidies op het vlak van werkgelegenheid en economie


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, artikel 36, § 1, eerste lid, vervangen bij de bijzondere wet van 16 juli 1993;

Gelet op de ordonnantie van 9 juli 2015 houdende geharmoniseerde regels betreffende de administratieve geldboeten bepaald bij de wetgeving op het vlak van werkgelegenheid en economie, de artikelen 10, § 3, eerste lid, 24, 27 tot en met 29, en 48;

Gelet op de ordonnantie van 8 oktober 2015 houdende algemene regels betreffende de inhouding, de terugvordering en de niet-vereffening van subsidies op het vlak van werkgelegenheid en economie, artikel 4;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 9 maart 2016 ;

Gelet op de gendertest uitgevoerd op 10 februari 2015, met toepassing van artikel 13, § 2, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 24 april 2014 houdende de uitvoering van de ordonnantie van 29 maart 2012 houdende de integratie van de genderdimensie in de beleidslijnen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 24 maart 2016;

Gelet op het advies van de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, gegeven op 21 april 2016;

Gelet op het advies 59.478/1 van de Raad van State, gegeven op 27 juni 2016, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Economie en Tewerkstelling;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Definities

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit en zijn uitvoeringsmaatregelen wordt verstaan onder : 1° « de ordonnantie van 9 juli 2015 » : de ordonnantie van 9 juli 2015 houdende geharmoniseerde regels betreffende de administratieve geldboeten bepaald bij de wetgeving op het vlak van werkgelegenheid en economie;2° « de ordonnantie van 8 oktober 2015 » : de ordonnantie van 8 oktober 2015 houdende algemene regels betreffende de inhouding, de terugvordering en de niet-vereffening van subsidies op het vlak van werkgelegenheid en economie;3° « begunstigde » : de begunstigde als bedoeld in de artikelen 3, § 1, 2° en 4 van de ordonnantie van 8 oktober 2015;4° « verzuim van betaling » : het feit dat de inbreukpleger als bedoeld in artikel 13 van de ordonnantie van 9 juli 2015, in zijn hoedanigheid van schuldenaar, nalaat een administratieve geldboete te betalen, niettegenstaande ze een definitief karakter heeft verworven op bestuurlijke beslissing, wegens een in kracht van gewijsde gegane gerechtelijke beslissing of wegens verzuim van naleving van het afbetalingsplan als bedoeld in artikel 26 van dezelfde ordonnantie;5° « subsidies » : de subsidies als bedoeld in artikel 2 van de ordonnantie van 8 oktober 2015. HOOFDSTUK 2. - Aanwijzing van de ambtenaren bevoegd voor bepaalde in de ordonnanties van 9 juli 2015 en van 8 oktober 2015 opgenomen taken

Art. 2.De Directeur van de Directie Coördinatie en Financiën van Brussel Economie en Werkgelegenheid bij de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel of de ambtenaar die hij aanduidt is bevoegd om de administratieve geldboeten op te leggen.

Art. 3.§ 1. In aangelegenheden van Economie is de Directeur Diensthoofd van de Dienst Economie van Brussel Economie en Werkgelegenheid bij de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel of de ambtenaar die hij aanduidt bevoegd om de beslissing van inhouding van subsidies in het kader van verzuim van betaling te nemen. § 2. In aangelegenheden van Werkgelegenheid is de Directeur Diensthoofd van de Dienst Werkgelegenheid van Brussel Economie en Werkgelegenheid bij de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel of de ambtenaar die hij aanduidt bevoegd om de beslissing van inhouding van subsidies in het kader van verzuim van betaling te nemen. § 3. De Directeur-generaal van Brussel Economie en Werkgelegenheid bij de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel of de ambtenaar die hij aanduidt is bevoegd voor de behandeling van de beroepen als bedoeld in artikel 4 van de ordonnantie van 8 oktober 2015.

Art. 4.De rekenplichtige van ontvangsten belast met fiscale zaken is bevoegd voor de invordering als bedoeld in artikel 28 van de ordonnantie van 9 juli 2015. HOOFDSTUK 3. - Nadere regels met betrekking tot de betaling en de invordering van de administratieve geldboete

Art. 5.De administratieve geldboete wordt voldaan door storting of overschrijving op de postrekening van Brussel Economie en Werkgelegenheid bij de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel.

Art. 6.De administratieve geldboete wordt in één keer betaald.

Op schriftelijk en gemotiveerd verzoek van de inbreukpleger, kunnen de ambtenaren als bedoeld in artikel 2 en 4 een afbetalingsplan toekennen, met het oog op de betaling van de administratieve geldboete in verschillende termijnen.

De ambtenaar betekent zijn beslissing binnen de dertig dagen en bij ter post aangetekend schrijven aan de inbreukpleger.

De in het vorige lid bedoelde termijn gaat in op de dag die volgt op de ontvangst van het verzoek tot toekenning van een afbetalingsplan.

Art. 7.§ 1. Bij verzuim van betaling van de administratieve geldboete door de inbreukpleger, begunstigde van subsidies, kunnen de ambtenaren als bedoeld in artikel 3 : 1° overgaan tot de procedure als bedoeld in artikel 8;2° of een beslissing van inhouding van subsidies nemen als bedoeld in artikel 3. § 2. Het bezwaarschrift tegen een beslissing van inhouding van subsidies gebeurt volgens de nadere regels en procedures als bedoeld in hoofdstuk 4 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 14 april 2016 houdende uitvoering van de ordonnantie van 8 oktober 2015 houdende algemene regels betreffende de inhouding, de terugvordering en de niet-vereffening van subsidies op het vlak van werkgelegenheid en economie.

Art. 8.Bij verzuim van betaling van de administratieve geldboete door de inbreukpleger, maakt de bevoegde ambtenaar het dossier over aan de ambtenaar als bedoeld in artikel 4, met het oog op de invordering van de boete via dwangbevel.

Art. 9.De Directeurs-generaal van de Algemene Directies Brussel Economie en Werkgelegenheid en Brussel Fiscaliteit bij de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel sluiten een protocol dat de wijze regelt waarop Brussel Fiscaliteit in naam en voor rekening van Brussel Economie en Werkgelegenheid overgaat tot de invordering van administratieve geldboeten.

De voogdijministers van de overeenkomstsluitende partijen ontvangen een afschrift van het oorspronkelijke protocol en van elke latere wijziging, toevoeging en vervanging.

Het protocol regelt inzonderheid de volgende zaken: 1° de rolverdeling tussen beide algemene directies op het vlak van de procedure betreffende de invordering van de administratieve geldboeten;2° de financiering van de kosten van de gedwongen invordering van de administratieve geldboeten;3° de vormingsbehoeften van de ambtenaren van beide algemene directies in het kader van de invordering van de administratieve geldboeten;4° de inhoud en de regelmaat van de terugkerende en de gerichte verslaggeving over de werkzaamheden in verband met de invordering van de administratieve geldboeten;5° de te gebruiken onderlinge communicatiekanalen;6° de nadere regelen tot heronderhandeling van het protocol. HOOFDSTUK 4. - Slotbepalingen

Art. 10.Op de eerste dag van de maand na afloop van een termijn van tien dagen te rekenen van de dag volgend op de bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad treden in werking : 1° de ordonnantie van 9 juli 2015;2° dit besluit.

Art. 11.De Minister bevoegd voor Economie en Tewerkstelling wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 14 juli 2016.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-president van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Rudi VERVOORT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Economie en Tewerkstelling, Didier GOSUIN

^