8 SEPTEMBER 2016. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 16 juli 1998Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 16/07/1998 pub. 10/09/1998 numac 1998031346 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de overlegging aan de Regering van de akten van de gemeenteoverheden met het oog op de uitoefening van het administratief toezicht sluiten betreffende de overlegging aan de Regering van de akten van de gemeenteoverheden met het oog op de uitoefening van het administratief toezicht

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het administratief toezicht op de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, artikel 6, § 2;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 16 juli 1998Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 16/07/1998 pub. 10/09/1998 numac 1998031346 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de overlegging aan de Regering van de akten van de gemeenteoverheden met het oog op de uitoefening van het administratief toezicht sluiten betreffende de overlegging aan de Regering van de akten van de gemeenteoverheden met het oog op de uitoefening van het administratief toezicht;

Gelet op advies 57.992/4 van de Raad van State, gegeven op 23 september 2015; in toepassing van artikel 84, § 1st, eerste lid, 1° van de wetten op de Raad van State gecoördineerde op 12 januari 1973;

Gelet op het evaluatierapport over de impact op vrouwen en mannen, de « gendertest », gedaan op 21 oktober 2015, in toepassing van artikel 3, § 2 van de ordonnantie van 29 maart 2012 houdende de integratie van de genderdimensie in de beleidslijnen van het Brussels Hoofdstedelijke Gewest;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de ordonnantie van 23 juni 2016 tot wijziging van de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het administratief toezicht op de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, alsook van artikel 112 van de Nieuwe Gemeentewet, in werking treedt op 1 september 2016; dat de in deze ordonnantie uitgewerkte hervorming als doel heeft het administratief toezicht voor de gemeenten te verlichten, meer bepaald door het verminderen van de categorieën van akten die aan het bijzonder goedkeuringstoezicht zijn onderworpen; dat de hervorming derhalve een herziening van de lijst van de over te maken akten impliceert die momenteel in het voormeld besluit van 16 juli 1998 zijn opgenomen; dat ten gevolge van een technische fout, het punt 17° van het ontwerpbesluit dat aan de Raad van State werd voorgelegd onvolledig was aangezien het punt een deel van de zin miste die bepaalt dat "de selectie van de inschrijvers, kandidaten of deelnemers, en de gunning van deze eveneens aan de toezichthoudende overheid moet worden overgemaakt"; dat het bestuur deze weglating slechts gedurende de periode van het parlementair verlof heeft opgemerkt; dat het bijzonder belangrijk is dat de toezichthoudende overheid de controle op deze akten kan uitoefenen teneinde de naleving van de wettelijkheid te waarborgen; dat bovendien, het feit dat dit deel van de zin werd weggelaten tegenstrijdig is met artikel 12, eerste lid, van de voormelde ordonnantie die bepaalt dat de akten van het college van burgemeester en schepenen houdende gunning van een opdracht voor aanneming van werken, leveringen en diensten, slechts uitvoerbaar zijn vanaf de dag dat zij niet meer vatbaar zijn voor schorsing of vernietiging, of, in voorkomend geval, vanaf de dag dat de Regering aan de gemeente ter kennis brengt dat de akte onmiddellijk uitgevoerd mag worden; dat de bepaling dus impliceert dat de gunningen van de opdrachten dienen te worden overgemaakt aan de Regering; dat de gecreëerde weglating eveneens tegenstrijdig is met hetzelfde artikel 12, tweede lid, 2°, dat bepaalt dat het eerste lid niet van toepassing is op de akten waarbij opdrachten worden gegund die met toepassing van artikel 6 niet aan deze Regering behoeven te worden toegezonden; dat het dus fundamenteel is dat deze akten blijven overgemaakt worden zoals dit momenteel trouwens voorzien is in het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 16 juli 1998Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 16/07/1998 pub. 10/09/1998 numac 1998031346 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de overlegging aan de Regering van de akten van de gemeenteoverheden met het oog op de uitoefening van het administratief toezicht sluiten betreffende de overlegging aan de Regering van de akten van de gemeenteoverheden met het oog op de uitoefening van het administratief toezicht;

Op de voordracht van de Minister-President, belast met Plaatselijke Besturen, Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Artikel 1 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 16 juli 1998Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 16/07/1998 pub. 10/09/1998 numac 1998031346 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de overlegging aan de Regering van de akten van de gemeenteoverheden met het oog op de uitoefening van het administratief toezicht sluiten betreffende de overlegging aan de Regering van de akten van de gemeenteoverheden met het oog op de uitoefening van het administratief toezicht, wordt vervangen als volgt : «

Artikel 1.De akten van de gemeenteoverheden betreffende de volgende onderwerpen worden binnen twintig dagen nadat ze zijn vastgesteld, toegezonden aan de Minister belast met Plaatselijke Besturen : 2° de akten die aan het goedkeuringstoezicht onderworpen zijn;3° de akten houdende intrekking of rechtvaardiging van een geschorste akte;21° de personeelsformatie en het contingent van de contractuele betrekkingen;4° de reglementen betreffende de voorwaarden inzake werving en bevordering van het personeel;5° de bezoldigingsregeling en de weddeschalen van het personeel;6° de reglementen betreffende de evaluatie en de interne mobiliteit van het personeel;7° de reglementen betreffende het pensioen van het personeel, alsook de wijze van financiering van deze pensioenen;8° de reglementen betreffende de vorming van het personeel;9° de schorsingen, de ontslagen van ambtswege en de afzettingen van het personeel;10° de beslissingen van een overheid betreffende het personeel als gevolg van een schorsing door de Vice-Gouverneur;11° de algemene en bijzondere politiereglementen, met uitzondering van de bijkomende reglementen inzake het wegverkeer;12° de belasting- en retributiereglementen;13° huishoudelijk reglement van de gemeenteraad;14° het voorzien in uitgaven die door dwingende en onvoorziene omstandigheden worden vereist bedoeld in artikel 249, § 1er, eerste lid, van de nieuwe gemeentewet;15° de consolidatie en de herschikking van de financiële lasten van opgenomen leningen;16° de oprichting van of de toetreding tot een gemeentebedrijf of een autonoom gemeentebedrijf; 17° de keuze van de wijze van gunning en de vaststelling van de voorwaarden van overheidsopdrachten van werken, leveringen en diensten waarvan het bedrag, zonder belasting over de toegevoegde waarde, gelijk aan of hoger is dan EUR 175.000, alsook de selectie van de inschrijvers, kandidaten of deelnemers, en de gunning van deze overheidsopdrachten; 18° het aangaan van thesaurie- of saneringsleningen;19° het verkrijgen of vervreemden van eigendom of zakelijke rechten met betrekking tot onroerende goederen;20° de oprichting van of de toetreding tot een vereniging zonder winstoogmerk;21° de oprichting van of de toetreding tot een intercommunale.

Art. 2.In artikel 3, eerste lid, van hetzelfde besluit, wordt de zin "De akten worden overgelegd in twee exemplaren. " opgeheven.

Art. 3.Dit besluit treedt in werking op 1 september 2016.

Art. 4.De Minister bevoegd voor de Plaatselijke besturen wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 8 september 2016.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Plaatselijke Besturen, R. VERVOORT