Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 20 november 2015
gepubliceerd op 25 november 2015

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 27 maart 2014 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

bron
brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2015031773
pub.
25/11/2015
prom.
20/11/2015
ELI
eli/besluit/2015/11/20/2015031773/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

20 NOVEMBER 2015. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 27 maart 2014Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 27/03/2014 pub. 05/06/2014 numac 2014031406 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 27/03/2014 pub. 05/06/2014 numac 2014031405 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van het ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest sluiten houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest


Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, artikel 11, gewijzigd bij de wetten van 19 april 2002 en 24 december 2002;

Gelet op de ordonnantie van 19 juli 1990 houdende oprichting van de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp, artikel 8, tweede lid;

Gelet op de ordonnantie van 3 december 1992 betreffende de exploitatie en de ontwikkeling van het kanaal, de haven, de voorhaven en de aanhorigheden ervan in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, artikel 17, gewijzigd bij de ordonnanties van 29 maart 2001 en 6 november 2003;

Gelet op de ordonnantie van 18 januari 2001 houdende de organisatie en werking van de Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling, artikelen 23 en 34;

Gelet op de ordonnantie van 26 juni 2003 houdende oprichting van het Instituut ter Bevordering van het Wetenschappelijk Onderzoek en de Innovatie van Brussel, artikel 9;

Gelet op de ordonnantie van 17 juli 2003 houdende de Brusselse Huisvestingscode, artikel 40;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 27 maart 2014Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 27/03/2014 pub. 05/06/2014 numac 2014031406 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 27/03/2014 pub. 05/06/2014 numac 2014031405 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van het ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest sluiten houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 13 juli 2015;

Gelet op de gendertest van 14 juli 2015, uitgevoerd in toepassing van artikel 13, § 2, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 24 april 2014 houdende de uitvoering van de ordonnantie van 29 maart 2012 houdende de integratie van de genderdimensie in de beleidslijnen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;

Gelet op de akkoordbevinding van de minister van Begroting, gegeven op 16 juli 2015;

Gelet op protocol nr. 2015/27 van 31 augustus 2015 van het Sector XV-comité;

Gelet op het advies van de raad van bestuur van de Brusselse Huisvestingsmaatschappij van 14 september 2015;

Gelet op het advies van het beheerscomité van de Gewestelijke Vennootschap van de Haven van Brussel van 25 september 2015;

Gelet op het advies van het beheerscomité van de Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling van 3 september 2015;

Gelet op het advies van de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 7 september 2015;

Gelet op advies nr. 58.241/2 van de Raad van State, gegeven op 26 oktober 2015 in toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de minister bevoegd voor Openbaar Ambt;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Wijzigingen aan het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 27 maart 2014Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 27/03/2014 pub. 05/06/2014 numac 2014031406 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 27/03/2014 pub. 05/06/2014 numac 2014031405 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van het ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest sluiten houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Artikel 1.Artikel 33, derde lid, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 27 maart 2014Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 27/03/2014 pub. 05/06/2014 numac 2014031406 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 27/03/2014 pub. 05/06/2014 numac 2014031405 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van het ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest sluiten houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, wordt vervangen door de volgende bepaling : "SELOR organiseert de selecties en speelt een beslissende rol in de uitvoering ervan."

Art. 2.Artikel 40 van hetzelfde besluit, wordt vervangen door de volgende bepaling : "Art. 40 § 1. Voor elke selectie stelt de afgevaardigde bestuurder van SELOR een selectiecommissie samen.

De selectiecommissie bestaat uit : 1° de afgevaardigde bestuurder van SELOR of zijn/haar afgevaardigde, voorzitter;2° twee bijzitters gekozen uit de ambtenaren van de instelling van een rang die minstens evenwaardig is aan die van de in te vullen betrekking en die beschikken over een professionele kwalificatie of ervaring die verband houdt met het profiel van de te verlenen betrekking of uit externe personen die wegens hun ervaring bijzonder gekwalificeerd zijn;3° ten minste één plaatsvervanger voor elk lid van de selectiecommissie. Ten hoogste twee derden van de leden behoren tot hetzelfde geslacht. § 2. De beslissingen worden genomen bij meerderheid van stemmen. § 3. Een toelage kan worden toegekend aan de leden van de commissie bedoeld in paragraaf 1, 2°, indien ze geen lid zijn van het personeel van de Gewestelijke Overheidsdienst of van een instelling van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De minister bepaalt het bedrag van deze toelage."

Art. 3.Artikel 44 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Art. 44.§ 1. De selectie omvat minstens een generieke schriftelijke of computermodule waarbij de anonimiteit van de kandidaten is gewaarborgd en een specifieke module die minstens een mondelinge proef omvat.

Als het aantal ingeschreven kandidaten of de aard van de in te vullen betrekking dit rechtvaardigt, kunnen meerdere opeenvolgende selectieproeven worden georganiseerd. Die proeven zijn eliminerend.

Een kandidaat wordt pas toegelaten om een proef af te leggen op voorwaarde dat hij of zij geslaagd of vrijgesteld is voor de voorgaande proef. § 2. De mondelinge proef heeft als doel de volgende vaardigheden te evalueren : 1° de motivatie om de functie te bekleden;2° de technische vaardigheden;3° de essentiële specifieke vaardigheden. Na afloop van deze proef worden de kandidaten gerangschikt op basis van de resultaten van de mondelinge proef en aangeworven volgens deze rangschikking.

Ze worden in een wervingsreserve geplaatst die twee jaar geldig is vanaf het vaststellen van de laureatenlijst in het proces-verbaal van sluiting van de wervingsprocedure.

Op verzoek van de directeur-generaal van de instelling kan een bestaande wervingsreserve verlengd worden per perioden van één jaar wanneer de dienstnoden dit rechtvaardigen. Hij/Zij brengt de laureaten hiervan op de hoogte.

Art. 4.In de Franstalige versie van artikel 45, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "à laquelle" vervangen door het woord "auquel".

Art. 5.Het opschrift van de "Onderafdeling 3. Specifieke module - Evaluatie van de specifieke vaardigheden die verbonden zijn aan de vacante betrekking" wordt vervangen door : "Onderafdeling 3 De specifieke module en de rangschikking van de laureaten".

Art. 6.Artikel 49 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : "

Art. 49.§ 1. Een of meerdere specifieke proeven worden georganiseerd voor een in te vullen betrekking op basis van een welbepaalde functiebeschrijving of een typefunctiebeschrijving. § 2. De laureaten van de generieke module bedoeld in artikel 44 worden op de hoogte gebracht van de organisatie van de specifieke proef.

Wanneer het aantal laureaten dit rechtvaardigt, legt de minister of zijn/haar afgevaardigde het aantal laureaten vast dat toegelaten wordt om deel te nemen aan de mondelinge proef.

Indien na afloop van die specifieke proef geen enkele kandidaat geselecteerd kon worden, kan er een nieuwe specifieke proef worden georganiseerd. § 3. De kandidaten voor de specifieke proef worden minstens tien dagen voor de datum van de proef opgeroepen.

De afwezige kandidaten worden uitgesloten van de specifieke proef. § 4. De inhoud van de specifieke proef en de samenstelling van de selectiecommissie moeten goedgekeurd worden door de afgevaardigde bestuurder van SELOR. § 5. De laureaten van de mondelinge proef die door de selectiecommissie geschikt worden geacht voor de te verlenen betrekking worden opgenomen in een rangschikking.

De afgevaardigde bestuurder van SELOR of zijn/haar afgevaardigde stelt het proces-verbaal op dat de rangschikking van de kandidaten vaststelt."

Art. 7.Een onderafdeling 4 en een artikel 49bis worden ingevoerd als volgt : "Onderafdeling 4 Raadpleging van de reserves van laureaten van andere overheden

Art. 49bis.§ 1. De benoemende overheid kan, voor een werving bij een instelling van openbaar nut waarvoor geen enkele reserve wordt aangelegd, een beroep doen op de wervingsreserves van laureaten die onder een andere overheid ressorteren en die samengesteld zijn door SELOR, op voorwaarde dat die overheid hiermee instemt. § 2. De benoemende overheid kan, in overleg met de afgevaardigde bestuurder van SELOR, beslissen om een specifieke module te organiseren volgens de regels waarin artikel 49 voorziet."

Art. 8.De artikelen 50, 51 eerste lid en 52 § 1 eerste lid van hetzelfde besluit worden opgeheven.

Art. 9.De eerste drie leden van artikel 81 van hetzelfde besluit worden vervangen door de volgende bepaling : "

Art. 81.De bevorderingscommissies bedoeld in artikelen 90 en 99 vergelijken de aanspraken en verdiensten van de kandidaten op basis van het functieprofiel, het cv, de motivatiebrief en, in voorkomend geval, het directieplan.

Voor alle bevorderingsbetrekkingen omvat(ten) de proef/proeven op zijn minst een gesprek met de commissies bedoeld in artikelen 90 en 99."

Art. 10.Artikel 105 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : "Onderafdeling 2 - Examen voor de overgang naar niveau A

Art. 105.§ 1. De ambtenaar kan bevorderd worden van niveau B of C tot niveau A. De proeven voor de overgang naar niveau A worden in drie reeksen opgedeeld. § 2. De eerste reeks wordt georganiseerd door SELOR. De proeven in deze reeks zijn bedoeld om de bekwaamheden van het personeelslid om te functioneren op het niveau A na te gaan. Ze leiden tot het afleveren van een getuigschrift voor het slagen of een vaststelling van niet-slagen. Het getuigschrift voor het slagen is onbeperkt geldig in de tijd.

De afgevaardigde bestuurder van SELOR kan vrijstelling geven voor reeds geslaagde proeven. § 3. Een personeelslid dat niet geslaagd is voor een proef wordt gedurende 6 maanden na de dag van zijn proef uitgesloten van de mogelijkheid tot herkansing. § 4. De tweede reeks bestaat uit vier proeven die de verworven kennis evalueren. Elk van deze proeven bestaat uit het met succes volgen van cursussen van minstens vier studiepunten volgens het Europees systeem voor de overdracht en accumulatie van studiepunten, afgekort ECTS, terug te vinden in het masterprogramma van een universiteit of hogeschool van de Europese Economische Ruimte. De tweede reeks proeven is enkel toegankelijk voor de laureaten van de eerste reeks proeven.

Eén van deze proeven dient betrekking te hebben op het domein van de economie, het recht of de openbare financiën.

De drie andere proeven worden gekozen in samenspraak tussen de kandidaat en de HRM- verantwoordelijke.

Voor elke nieuwe proef uit deze reeks is het getuigschrift van slagen onbeperkt geldig in de tijd.

De proeven van deze reeks worden beschouwd als beantwoordend aan de in artikel 283 gestelde voorwaarden.

De inschrijvingskosten voor de proeven worden ten laste genomen door de instelling. § 5. De derde reeks wordt georganiseerd in overeenstemming met artikel 44, § 2 van dit besluit. Ze wordt georganiseerd door de instelling. Ze is enkel toegankelijk voor de laureaten van de eerste en tweede reeksen proeven.

De derde reeks eindigt met de rangschikking van de kandidaten die geschikt worden bevonden voor het uitoefenen van de functie."

Art. 11.Artikel 106 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : "Onderafdeling 3 Betreffende de overgang naar de niveaus B, C en D.

Art. 106.De selectie omvat een anonieme schriftelijke proef en een mondelinge proef.

De anonieme schriftelijke proef bestaat uit een test, computergestuurd of schriftelijk, met de bedoeling de algemene vaardigheden van de kandidaten te evalueren. Deze proef is eliminerend.

De mondelinge proef heeft als doel de volgende vaardigheden te evalueren : 1° de motivatie om de functie te bekleden, 2° de technische vaardigheden, 3° de essentiële specifieke vaardigheden. Na afloop van deze proef worden de kandidaten gerangschikt op basis van de resultaten van de mondelinge proef en aangeworven volgens deze rangschikking.

De kandidaten worden ten minste 8 dagen op voorhand geïnformeerd over de organisatie van deze proeven."

Art. 12.Artikel 128 wordt vervangen als volgt : "

Art. 128.Het personeelslid dat zich kandidaat stelt voor een vacante betrekking via interne mobiliteit, wordt onderworpen aan de proef georganiseerd in overeenstemming met artikel 44, § 2 van dit besluit." HOOFDSTUK II. - Overgangsbepalingen

Art. 13.De resultaten van de proeven georganiseerd door SELOR tussen 1 juli 2014 en de datum van de inwerkingstelling van dit besluit, behouden hun geldigheid.

Art. 14.De aanwervingsprocedures, de procedures van bevordering in graad of door overgang naar een hoger niveau en de procedures van mobiliteit die begonnen worden vóór de inwerkingtreding van dit besluit worden voortgezet op basis van de bepalingen die van toepassing waren voor de inwerkingtreding van dit besluit. HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen

Art. 15.Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het bekendgemaakt wordt in het Belgisch Staatsblad.

Art. 16.De minister bevoegd voor het Openbaar Ambt wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 20 november 2015.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De minister-president, belast met Openbaar Ambt, de Haven van Brussel en Wetenschappelijk Onderzoek, R. VERVOORT De minister van Begroting, G. VANHENGEL De minister van Economie, Tewerkstelling en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, D. GOSUIN De minister van Mobiliteit, Openbare Werken, Verkeersveiligheidsbeleid en Gewestelijke en gemeentelijke Informatica en Digitalisering, P. SMET De minister van Huisvesting, Levenskwaliteit, Leefmilieu en Energie, Mevr. C. FREMAULT

^