gepubliceerd op 14 september 2015
Besluit van de **** **** Regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 9 juni 1999 houdende de uitvoering van de wet van 30 april 1999 betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers, met betrekking tot de toegang tot de arbeidsmarkt van langdurig ingezeten onderdanen en van onderdanen van een nieuwe Lidstaat van de **** ****
9 JULI 2015. - Besluit van de **** **** Regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 9 juni 1999 houdende de uitvoering van de wet van 30 april 1999 betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers, met betrekking tot de toegang tot de arbeidsmarkt van langdurig ingezeten onderdanen en van onderdanen van een nieuwe Lidstaat van de **** ****
**** **** **** Regering, Gelet op de wet van 30 april 1999 betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers, de artikelen 7, eerste lid, en 8, §§ 1 en 2;
Gelet op het koninklijk besluit van 9 juni 1999 houdende de uitvoering van de wet van 30 april 1999 betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 20 april 2015;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 7 mei 2015;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Gelet op de spoedbehandeling die wordt gemotiveerd door het feit dat de overgangsperiode van twee jaar inzake het vrij verkeer van werknemers voor de onderdanen van de **** ****, afloopt op 30 juni 2015; dat de beslissing tot een eventuele verlenging van deze overgangsmaatregelen niet kon worden genomen dan nadat er kennis werd genomen van het evaluatierapport dat door de **** **** op 29 mei 2015 werd opgesteld met het oog op de toetsing van de overgangsregelingen door de Raad van de **** ****; dat dit besluit bovendien zo spoedig mogelijk moet worden bekend gemaakt, om alle betrokkenen op de hoogte te brengen en om de bevoegde diensten de tijd te geven om de nodige schikkingen te treffen met het oog op de inwerkingtreding ervan op 1 juli 2015;
Gelet op advies 57.551/1 van de Raad van State, gegeven op 18 juni 2015, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
**** de ordonnantie van 29 maart 2012 houdende de integratie van de **** in de beleidslijnen van het **** **** Gewest, artikel 3,2° ;
Overwegende het besluit van de **** **** Regering van 24 april 2014 houdende de uitvoering van de ordonnantie van 29 maart 2012 houdende de integratie van de **** in de beleidslijnen van het **** **** Gewest, artikel 13;
**** dat de **** bevoegdheid voor de normen betreffende de tewerkstelling van buitenlandse arbeidskrachten aan de gewesten is overgedragen krachtens artikel 6, § 1, ****, 3° van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 wet tot hervorming der instellingen, zoals gewijzigd door wet van 6 januari 2014;
**** de wet van 17 februari 2013 houdende instemming met het Verdrag tussen het **** België, de **** ****, de **** ****, het **** ****, de **** ****, de **** ****, de **** ****, het **** ****, de **** ****, ****, de **** ****, de **** ****, de **** ****, de **** ****, het **** ****, de **** ****, de Republiek Malta, het **** der ****, de **** ****, de **** ****, de **** ****, ****, de **** ****, de **** ****, de **** ****, het **** ****, het Verenigd **** van Groot-**** en Noord-**** (lidstaten van de **** ****), en de **** **** betreffende de toetreding van de **** **** tot de **** ****, en met de ****, gedaan te **** op 9 december 2011;
Overwegende het **** betreffende de toetreding van de **** ****, artikel 18, en de mogelijke overgangsmaatregelen betreffende de toegang tot de arbeidsmarkt die eruit voortvloeien;
**** dat de **** **** als lidstaat tot de **** **** is toegetreden op 1 juli 2013;
**** dat werknemers van lidstaten van de **** **** ingevolge artikel 2, eerste lid, 1° van het koninklijk besluit van 9 juni 1999 houdende de uitvoering van de wet van 30 april 1999 betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers vrijgesteld zijn van de verplichting tot het verkrijgen van een arbeidskaart;
Overwegende echter dat de oude lidstaten van de **** **** gedurende een overgangsperiode tot zeven jaar na hun toetreding, het vrije verkeer van werknemers, onderdanen van de nieuwe lidstaten, kunnen regelen en beperken;
**** dat de oude lidstaten gedurende de eerste twee jaren van de toetreding kunnen bepalen dat de onderdanen van de nieuwe lidstaat een arbeidsvergunning nodig hebben om op de arbeidsmarkt actief te zijn;
**** dat krachtens de artikelen 38ter, tweede lid en 38**** van het gezegde koninklijk besluit van 9 juni 1999, ingevoegd op 1 juli 2013, de vrijstelling van arbeidskaart voor de onderdanen van de Republiek van **** bij wijze van overgangsmaatregel niet geldt, en zij slechts een arbeidskaart kunnen verkrijgen voor ****;
**** dat het **** **** **** de **** **** er moet van op de hoogte brengen indien dit het uitstel van de vrijstelling van arbeidskaart andermaal wil toepassen, voor een periode van drie jaar;
**** dat de diensten van het **** **** Gewest en met name de Gewestelijke **** **** en de openbare **** **** sinds 1 juli 2013 een gemiddelde jaarlijkse aanwezigheid van amper enkele tientallen **** burgers op de arbeidsmarkt vaststellen;
**** dat de arbeidsmarkt van het **** **** Gewest aldus op generlei wijze wordt beïnvloed laat staan ernstig verstoord door een instroom van **** werknemers die beduidend zou zijn toegenomen sinds de toetreding van de staat tot de **** ****;
**** dat de **** **** Regering om die redenen de overgangsmaatregel voor de onderdanen van de **** **** niet verlengt vanaf 1 juli 2015;
**** dat de overgangsmaatregelen worden opgeheven;
**** dat de reglementering in de huidige omstandigheden zo is opgemaakt dat het **** tot de arbeidsmarkt voor de buitenlandse onderdanen van aan de Unie vreemde mogendheden, die het statuut van langdurig ingezeten onderdaan in een andere lidstaat van de **** **** hebben verkregen, werktuiglijk verbonden is aan het **** voor de burgers van de nieuwste lidstaten;
**** dat de opheffing van de **** voor de **** onderdanen, zonder bijkomend ingrijpen van de Regering, aldus tot gevolg zou hebben dat de arbeidsmarkt vanaf 1 juli 2015 tevens onbeperkt zou worden **** voor werknemers die het statuut van langdurig ingezeten onderdaan hebben verkregen in een andere staat van de **** ****;
**** dat de arbeidsmarkt van het **** **** aldus dreigt te worden beïnvloed door een instroom van werknemers die dit statuut genieten;
Overwegende immers dat zelfs met de geldende beperking tot de **** van de toegang tot de arbeidsmarkt voor deze categorie, inmiddels reeds honderden langdurig ingezetenen gerechtigd zijn om actief te zijn in het **** **** Gewest, omdat ze aldaar of in een andere **** entiteit een arbeidsvergunning hebben verkregen;
**** dat het merendeel van de langdurig ingezetenen die nu al een arbeidskaart aanvragen, laag- of **** zijn, en aldus in onmiddellijke concurrentie treden met de reeds op de **** arbeidsmarkt aanwezige ****;
**** dat beschermende maatregelen geboden zijn;
**** dat de lidstaten waarnaar de betrokkene zich begeeft, uitgerust met zijn bijzonder statuut, overeenkomstig de bepalingen van artikel 21 van de Richtlijn 2003/109/EG van de Raad van 25 november 2003 betreffende de status van langdurig ingezeten onderdanen van derde landen, gerechtigd zijn om gedurende hoogstens twaalf maanden de eigen arbeidsmarkt slechts gedeeltelijk open te stellen voor deze ****;
**** dat de **** **** onlangs nog herhaald heeft dat deze onderdanen een vrije toegang tot alle **** op de arbeidsmarkt moeten genieten vanaf het verstrijken van die periode van één jaar;
**** dat de **** **** Regering om de voormelde redenen het stelsel dat thans voor deze categorie van de werknemers geldt onverkort wil handhaven gedurende het eerste jaar van toegang tot de arbeidsmarkt;
**** dat de regeling voor burgers van de nieuwste lidstaten enerzijds, en de regeling voor burgers van derde landen met het statuut van langdurig ingezeten onderdaan, anderzijds, voortaan van elkaar gescheiden moeten worden;
Op voorstel van de **** bevoegd voor ****;
**** beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Aan artikel 2, eerste lid, van het koninklijk besluit van 9 juni 1999 houdende de uitvoering van de wet van 30 april 1999 betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 15 februari 2000, 6 februari 2003, 12 september 2007, 23 april 2008, 28 mei 2009, 13 maart 2011, 17 juli 2012 en 17 juli 2013, en bij besluit van de **** **** Regering van 13 november 2014, wordt een 35° toegevoegd, dat luidt als volgt : "35° de buitenlandse onderdanen die het statuut van langdurig ingezeten onderdanen in een andere lidstaat van de **** **** hebben verkregen krachtens wetgeving of reglementering ter omzetting van de Richtlijn 2003/109/EG van de Raad van 25 november 2003 betreffende de status van langdurig ingezeten onderdanen van derde landen, voor zover ze gedurende een ononderbroken periode van twaalf maanden **** geweest zijn overeenkomstig artikel 9, eerste lid, 20°, van dit besluit.
**** de toepassing van 35° worden met **** gelijkgesteld de perioden van volledige arbeidsongeschiktheid ten gevolge van een beroepsziekte, een arbeidsongeval of een ongeval op de weg naar en van het werk, die zich hebben voorgedaan op een moment dat de betrokkene op regelmatige wijze was **** door een in België gevestigde werkgever.".
Art. 2.In artikel 5 van hetzelfde koninklijk besluit, gewijzigd door de koninklijke besluiten van 23 december 2008 en van 17 juli 2012, worden de woorden ", bij artikel 2, eerste lid, 34° en in artikel 38****" vervangen door de woorden "en bij artikel 2, eerste lid, 34° ".
Art. 3.In artikel 9, eerste lid, van hetzelfde koninklijk besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° 20°, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 23 december 2008, wordt vervangen als volgt : "20° de onderdanen van een **** die geen deel uitmaakt van de **** **** **** die het statuut van langdurig ingezeten onderdaan in een andere lidstaat van de **** **** hebben verkregen krachtens wetgeving of reglementering ter omzetting van de Richtlijn 2003/109/EG van de Raad van 25 november 2003 betreffende de status van langdurig ingezeten onderdanen van derde landen. De arbeidsvergunning heeft betrekking op beroepen waarvoor de bevoegde overheid erkend heeft dat er zich, voor de toepassing van de wet, een tekort aan arbeidskrachten voordoet."; 2° een vierde lid wordt toegevoegd dat luidt als volgt : "De arbeidsvergunning voor een betrekking waarvoor een tekort aan arbeidskrachten bestaat als bedoeld in 20° van het eerste lid, wordt binnen de vijf werkdagen door de bevoegde overheid afgeleverd, wanneer aan de voorwaarden voor de toekenning ervan is voldaan.De werkgever overhandigt de werknemer een kopie van deze arbeidsvergunning in afwachting van de aflevering van de arbeidskaart ****. Deze kopie geldt voor de werknemer als voorlopige arbeidskaart **** tot op het ogenblik van de aflevering van de arbeidskaart ****.
Art. 4.In artikel 11 van hetzelfde koninklijk besluit, gewijzigd door het koninklijk besluit van 23 december 2008, worden de woorden "en artikel 38****" opgeheven.
Art. 5.In artikel 13 van hetzelfde koninklijk besluit, gewijzigd door het koninklijk besluit van 23 december 2008, worden de woorden "en artikel 38****" opgeheven.
Art. 6.In artikel 37 van hetzelfde koninklijk besluit, hersteld door het besluit van de **** **** Regering van 13 november 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het jaartal "1997" wordt telkens vervangen door het jaartal "2010";2° in 4° van het tweede lid wordt het jaartal "2014" vervangen door het jaartal "2013".
Art. 7.In artikel 37/1. van hetzelfde koninklijk besluit, ingevoegd bij het besluit van de **** **** Regering van 13 november 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid wordt het jaartal "1997" vervangen door het jaartal "2010", en worden de woorden "(vermenigvuldigd met de ****)" ingevoegd tussen de woorden "door de ****" en ".**** resultaat"; 2° in 3° van het tweede lid wordt het jaartal "1997" vervangen door het jaartal "2010"; 3° aan het tweede lid wordt een 5° toegevoegd dat luidt als volgt : "5° **** : 0,750638.".
Art. 8.Worden in hetzelfde koninklijk besluit opgeheven : 1° artikel 38ter, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 12 april 2004 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 19 december 2006, 24 juni 2013 en 17 juli 2013;2° artikel 38****, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 12 april 2004 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 24 april 2006 en 19 december 2006;3° artikel 38****, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 12 april 2004 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 24 april 2006;4° artikel 38****, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 12 april 2004 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 24 april 2006, 19 december 2006, 18 december 2008, 28 december 2011 en 24 juni 2013;5° artikel 38****, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 23 december 2008;6° artikel 38****, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 23 december 2008.
Art. 9.**** besluit treedt in werking op 1 juli 2015.
In afwijking van het eerste lid hebben de artikelen 6 en 7 uitwerking op 1 januari 2014.
Art. 10.De **** bevoegd voor **** is belast met de uitvoering van dit besluit.
****, 9 juli 2015.
**** de **** **** Regering : De Minister-**** van de **** **** ****, bevoegd voor **** Besturen, Territoriale Ontwikkeling, **** Beleid, **** en ****, ****, ****, Openbaar ****, Wetenschappelijk Onderzoek en Openbare ****, ****. **** **** Minister van de **** **** ****, bevoegd voor ****, Economie en Brandbestrijding en Dringende Medische ****, ****. ****