Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 10 november 2016
gepubliceerd op 02 december 2016

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende het toepassingsplan van pesticiden in openbare ruimten

bron
brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2016031777
pub.
02/12/2016
prom.
10/11/2016
ELI
eli/besluit/2016/11/10/2016031777/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

10 NOVEMBER 2016. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende het toepassingsplan van pesticiden in openbare ruimten


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op het koninklijk besluit van 8 maart 1989Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 08/03/1989 pub. 07/11/2014 numac 2014031896 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Koninklijk besluit tot oprichting van het Brussels Instituut voor Milieubeheer sluiten `tot oprichting van het Brussels Instituut voor Milieubeheer', art.3, § 3, bekrachtigd bij de wet van 16 juni 1989;

Gelet op de ordonnantie van 20 juni 2013 betreffende een pesticidegebruik dat verenigbaar is met de duurzame ontwikkeling van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, artikelen 6, § 2, 1° en § 3;

Gelet op de "gendertest" zoals vereist door het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 24 april 2014 houdende de uitvoering van de ordonnantie van 29 maart 2012 houdende de integratie van de genderdimensie in de beleidslijnen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;

Gelet op het advies van de Raad voor het Leefmilieu van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, gegeven op 11 mei 2016;

Gelet op het advies van de Brusselse Hoge Raad voor Natuurbehoud, gegeven op 1 juni 2016 ;

Gelet op het advies 59.864/1/V van de Raad van State, gegeven op 30 augustus 2016 met toepassing van artikel 84, § 1, 1ste lid, 2° van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op het advies van de Vereniging van de Stad en de Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, gegeven op 5 juli 2016;

Gelet op de afwezigheid van het advies van de Brusselse vereniging van plantsoenbeheerders;

Op voorstel van de Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor leefmilieu en voor natuurbehoud;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Definities Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1° "ordonnantie van 20 juni 2013": de ordonnantie van 20 juni 2013 betreffende een pesticidegebruik dat verenigbaar is met de duurzame ontwikkeling van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;2° "toepassingsplan": het plan inzake het gebruik van pesticides in openbare ruimten volgens artikels 3, 15° en 6, § 2, 1° van de ordonnantie van 20 juni 2013;3° "pesticides die toegestaan zijn in de biologische landbouw": erkende gewasbeschermingsmiddelen die gebruikt mogen worden in de biologische landbouw, overeenkomstig bijlage II van verordening (EG) nr.889/2008 van de Commissie van 5 september 2008 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad inzake de biologische productie en de etikettering van biologische producten, wat betreft de biologische productie, de etikettering en de controles.

Art. 2.Uitvoeringsbepalingen Een beheerder van openbare ruimten die pesticiden wil gebruiken overeenkomstig artikel 6, § 2 van de ordonnantie van 20 juni 2013 stelt één enkel toepassingsplan op voor alle openbare ruimten die hij beheert.

Om de voltooiing van de verschillende delen van het toepassingsplan te coördineren, stelt de beheerder van openbare ruimten één coördinator aan onder de natuurlijke personen die minstens beschikken over een fytolicentie type P2 "Professioneel gebruik" en aangewezen overeenkomstig artikel 6, § 2, 6° van de ordonnantie van 20 juni 2013.

Art. 3.Verbintenis van de beheerder van openbare ruimten De beheerder van openbare ruimten die pesticiden wil gebruiken, spant zich actief in om het pesticidegebruik te verminderen, overeenkomstig de principes van de geïntegreerde bestrijding, conform artikel 6, § 2, 2° van de ordonnantie van 20 juni 2013, en dit om het verbod op het gebruik van pesticiden in openbare ruimten te kunnen naleven tegen 1 januari 2019 ten laatste. Daartoe geeft hij de voorkeur aan een ecologisch en gedifferentieerd beheer van de openbare ruimten, waarbij hij zo veel mogelijk gebruik maakt van preventieve of alternatieve methoden voor pesticiden, zoals mechanische of thermische technieken.

Wanneer het niet lukt om de doelorganismen voldoende onder controle te houden met behulp van alternatieve technieken, gebruikt de beheerder van openbare ruimten in eerste plaats pesticiden die toegestaan zijn in de biologische landbouw, onverminderd de voorwaarden voor gebruik in artikel 6, § 2 van de ordonnantie van 20 juni 2013.

Wanneer pesticiden gebruikt worden, ziet de beheerder van openbare ruimten erop toe dat de behandeling beperkt en lokaal gebeurt. De voorkeur gaat uit naar de meest doelgerichte toepassingstechnieken, waardoor de blootstelling van organismen die niet behandeld moeten worden zoveel mogelijk vermeden wordt.

Art. 4.Inhoud van het toepassingsplan § 1. De beheerder van de openbare ruimten dient een toepassingsplan in dat bestaat uit volgende elementen: 1° De doelstellingen voor een reductie van het gebruik van pesticiden voor alle betreffende openbare ruimten, evenals de datum waarop deze doelstellingen bereikt dienen te zijn.Die doelstellingen zijn gebaseerd op de gebruikte hoeveelheid pesticiden gedurende het jaar voorafgaand aan het opstellen van het toepassingsplan. Na het eerste jaar wordt een daling van minstens 25% van de gebruikte hoeveelheid pesticiden beoogd. Tegen 1 januari 2019 ten laatste dient het verbod op het gebruik van pesticiden in openbare ruimten nageleefd te worden; 2° Een beschrijving van de geplande maatregelen om deze doelstellingen te bereiken;3° De volledige lijst van de personeelsleden die over een fytolicentie beschikken, evenals de gegevens van de perso(o)n(en) waarvan sprake in artikel 2, 3e lid van dit besluit;4° De ligging en de beschrijving van de opslagplaatsen voor pesticiden, en voor elke opslagplaats een inventaris van de voorraad die aanwezig is op de laatste werkdag van de maand vóór het toepassingsplan wordt ingediend;5° De lijst van onderaannemers die pesticiden gebruiken en voor elke onderaannemer de gegevens van een contactpersoon die minstens beschikt over een fytolicentie type P2 "Professioneel gebruik";6° Ten laatste voor het toepassingsplan de eerste keer beoordeeld wordt, overeenkomstig artikel 6 van dit besluit, het register van de gebruikte pesticiden volgens artikel 11 van de ordonnantie van 20 juni 2013, opgesteld voor het afgelopen jaar. § 2. Het toepassingsplan wordt opgesteld op basis van een model van het Instituut, conform de eerste paragraaf van dit artikel, en bevat minstens de informatie die opgesomd wordt in bijlage I van dit besluit. Die informatie kan verduidelijkt worden door de bevoegde minister voor het leefmilieu.

Art. 5.Procedure voor de aanvraag van een afwijking § 1. De aanvragen voor een afwijking worden ingediend via een formulier op de website van het Instituut.

Bij het formulier moet een toepassingsplan gevoegd worden zoals beschreven in artikel 4 van dit besluit. § 2. De aanvraag voor een afwijking wordt via e-mail naar het Instituut gestuurd.

Het Instituut stuurt via e-mail een ontvangstbewijs van het volledig of onvolledig verklaarde dossier naar de aanvrager op binnen de vijftien werkdagen na ontvangst van de aanvraag tot erkenning.

Als het dossier onvolledig is, deelt het Instituut de aanvrager mee, welke documenten en inlichtingen nog ontbreken. Binnen de tien werkdagen na ontvangst van de ontbrekende documenten stuurt het Instituut via e-mail een ontvangstbewijs van het volledig of onvolledig verklaarde dossier op. § 3. Het Instituut oordeelt over de aanvraag tot erkenning, rekening houdende met de elementen in het volledig verklaarde dossier. Het Instituut betekent zijn beslissing aan de aanvrager bij aangetekend schrijven binnen de dertig werkdagen na de datum van verzending van het ontvangstbewijs van het volledig verklaard dossier. § 4. Bij gebrek aan betekening van de beslissing binnen de in paragraaf 3 voorziene termijn kan de aanvrager bij aangetekend schrijven een herinnering sturen aan het Instituut.

Indien de aanvrager bij het verstrijken van een nieuwe termijn van vijftien werkdagen vanaf de neerlegging van de aangetekende zending houdende de herinnering geen beslissing heeft ontvangen, wordt de aanvraag geacht geweigerd te zijn.

Art. 6.Verplichtingen van de houder van een afwijking Indien de beheerder van openbare ruimten een afwijking heeft verkregen, moet hij de verschillende delen van het toepassingsplan zoals bedoeld in artikel 4 § 1, 1° en 3° tot 6° van dit besluit regelmatig bijwerken, en legt hij ze voor op verzoek van het Instituut.

De beheerder van openbare ruimten meldt ten laatste op de laatste werkdag van de maand volgend op de verjaardag van de indiening van het toepassingsplan aan het Instituut welke delen van het plan zoals bedoeld in artikel 4, § 1, 1° en 3° tot 6° van dit besluit bijgewerkt zijn en brengt zo verslag uit van de geboekte vooruitgang. Daarnaast bezorgt hij het Instituut een fiche voor de follow-up van de uitvoering van de maatregelen zoals bedoeld in artikel 4, § 1, 2°, die op de website van het Instituut te vinden is.

Art. 7.Slotbepalingen De minister die bevoegd is voor het leefmilieu en het natuurbehoud, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 10 november 2016.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, R. VERVOORT De minister van Huisvesting, Levenskwaliteit, Leefmilieu en Energie, Mevr. C. FREMAULT

Bijlage I. Minimale inhoud van het toepassingsplan Deel A - Doelstellingen voor de reductie van pesticiden 1. Referentiegegevens: - totale oppervlakte beheerd door de beheerder van openbare ruimten;- totale hoeveelheid gebruikte pesticiden tijdens het referentiejaar, en beschikbare relevante statistieken 2. Doelstellingen: - doelstellingen voor algemene reductie;- uitvoeringstermijn.

Deel B - Gepland maatregelen om de doelstellingen te bereiken 1. Communicatiemiddelen: - gebruikte media;- berichten; - doelpubliek; 2. Manuele, mechanische, thermische of biologische bestrijdingsmiddelen (behalve biopesticiden): - plaatsen;- doelorganismen; - type bedekking; - gebruikte methode en materiaal; - periode en frequentie van gebruik; 3. Bestrijding van invasieve soorten: - betreffende soort, waarvan minstens (i) Fallopia japonica, (ii) Heracleum mantegazzianum, (iii) Impatiens glandulifera;- toegepaste preventieve en curatieve methoden; 4. Problemen: - plaatsen;- betreffende planten of aanplantingen; - beschrijving van de problemen; - geplande oplossingen.

Deel C - Lijst van de personeelsleden met een fytolicentie 1. Lijst van de personeelsleden: - naam;- voornaam; - dienst; - nummer van de fytolicentie; - nummer van de fytolicentie van de verantwoordelijke (type P2 "Professioneel gebruik" of P3 "Voorlichting/distributie") voor de houders van een fytolicentie type P1 "Assistent professioneel gebruik"; 2. Lijst van de verantwoordelijke personen: - naam;- voornaam; - Dienst; - nummer van de fytolicentie; - telefoonnummer.

Deel D - Lijst van de onderaannemers die pesticiden gebruiken - Naam; - adres; - ondernemingsnummer; gegevens van een natuurlijke persoon die beschikt over een fytolicentie P2 "Professioneel gebruik".

Deel E - Inventaris van de opslagplaatsen 1. Informatie over de opslagplaats: - ligging (adres);- contactgegevens van de verantwoordelijke type P2 "Professioneel gebruik" of P3 "Voorlichting/distributie"; - oppervlakte van de plaats, of desgevallend afmetingen van de kast; - beschrijving van de inhoud naast de pesticiden; 2. Inventaris van de gewasbeschermingsmiddelen per opslagplaats: - handelsnaam;- samenstelling; - erkenningsnummer; - aard van het product; - hoeveelheid; - gevarencategorie; - hoeveelheden en aard van de niet bruikbare gewasbeschermingsmiddelen (NBGM).

Deel F - Register voor het gebruik van pesticiden Per gebruik van product: - datum en uur; - plaats; - doelorganismen; - categorie openbare ruimte; - behandelde soort bedekking of plant; - behandeld oppervlak; - handelsbenaming van het product; - samenstelling van het product; - erkenningsnummer; - gebruikte dosis; - gebruikte hoeveelheid werkzame stoffen; - genomen maatregelen voor het goede gebruik van gewasbestrijdingsmiddelen; - gebruikt materiaal; - fytolicentienummer van de gebruiker; - fytolicentienummer van de persoon die verantwoordelijk is voor het gebruik; - dienst die verantwoordelijk is voor het gebruik.

Gezien om gevoegd te worden bij het ontwerp van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 10 november 2016 betreffende het toepassingsplan van pesticiden in openbare ruimten.

Brussel, 10 november 2016.

De minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, R. VERVOORT De minister van Huisvesting, Levenskwaliteit, Leefmilieu en Energie, Mevr. C. FREMAULT

^