gepubliceerd op 28 augustus 2017
Wet houdende diverse bepalingen inzake gezondheid
11 AUGUSTUS 2017. - Wet houdende diverse bepalingen inzake gezondheid
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt : HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepaling
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid zoals bedoeld in artikel 74 van de Grondwet. HOOFDSTUK 2. - Uitbreiding van de categorieën van bloeddonoren naar MSM-donoren en donoren met hemochromatose, machtiging van het FAGG tot uitvaardigen van richtlijnen in het kader van bijzondere epidemiologische situaties en diverse wijzigingen van de bloedwet Afdeling 1. - Wijzigingen van de wet van 5 juli 1994
betreffende bloed en bloedderivaten van menselijke oorsprong
Art. 2.Artikel 8 van de wet van 5 juli 1994 betreffende bloed en bloedderivaten van menselijke oorsprong, vervangen bij het koninklijk besluit van 1 februari 2005, wordt aangevuld met een lid, luidende : "De vereisten inzake leeftijd, lichaamsgewicht, hemoglobinegehalte, eiwitgehalte en trombocytengehalte zijn niet van toepassing op autologe donaties, met uitzondering van de in artikel 9, vijfde lid, bedoelde leeftijdsvereiste.".
Art. 3.Artikel 11/1 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 15 februari 2016, wordt aangevuld met een lid, luidende : "De Koning bepaalt de voorwaarden waaronder een persoon als asymptomatische drager van HFE-mutaties wordt beschouwd, de criteria en de parameters die gelden voor de onderhoudsfase, evenals de inhoud van het medisch rapport en het opvolgrapport.".
Art. 4.Artikel 13 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt : "
Art. 13.De Koning kan de in de artikelen 8, 9, 10, 11 en 12 en de in de bijlage bepaalde criteria wijzigen, met inachtneming van de nieuwe wetenschappelijke kennis. De in het tweede lid bedoelde uitsluitingscriteria en de ermee samenhangende uitsluitingsperiodes kunnen tevens gewijzigd worden rekening houdend met de in het tweede lid bedoelde evaluatie en/of andere wetenschappelijke informatie.
Daartoe kan de Koning de voormelde artikelen en de bijlage wijzigen, aanvullen, opheffen en vervangen.
De tijdelijke uitsluitingscriteria, en de eraan verbonden uitsluitingsperiodes, van de in bijlage 2, b), bedoelde donoren ten gevolge van de blootstelling aan het risico van een via transfusie overdraagbare infectie door het seksueel gedrag van de aspirant-donor of het gedrag van de sekspartner van de aspirant-donor worden minstens tweejaarlijks geëvalueerd. De evaluatie gebeurt onder meer aan de hand van de gegevens verzameld door de in artikel 4 bedoelde instellingen.
De Koning wijst de instantie of de instanties aan die de in het eerste lid bedoelde evaluatie uitvoeren of in het kader daarvan gegevens ontvangen of verstrekken, en Hij bepaalt de aard van deze gegevens.
Hij bepaalt tevens de nadere regels krachtens dewelke deze evaluatie wordt uitgevoerd.".
Art. 5.In artikel 17, § 2, zevende lid, van dezelfde wet, vervangen bij het koninklijk besluit van 1 februari 2005, worden de woorden "cellulaire bestanddelen" vervangen door het woord "bloedbestanddelen".
Art. 6.In de bijlage bij dezelfde wet, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 1 februari 2005 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 1 juli 2015, wordt onder punt 1, "seksueel gedrag" de zin "Personen die als gevolg van hun seksueel gedrag een groot risico hebben om ernstige bloedoverdraagbare infectieziekten op te lopen" aangevuld met een zin, luidende : "Worden niet beschouwd onder deze permanente uitsluiting te vallen : de personen die als gevolg van hun seksueel gedrag of het gedrag van hun sekspartner aan een tijdelijke uitsluiting zijn onderworpen met toepassing van punt 2, b), van deze bijlage.".
Art. 7.In dezelfde bijlage wordt in de Franse tekst onder punt 1, "seksueel gedrag" het woord "grave" ingevoegd tussen de woorden "sujets dont le comportement sexuel les expose au risque" en de woorden "de contracter des maladies infectieuses graves transmissibles par le sang".
Art. 8.In dezelfde bijlage worden onder punt 2, b), tussen de criteria "- personen die risico lopen door nauw huishoudelijk contact met personen met hepatitis B" en "Personen die als gevolg van hun gedrag of activiteit een risico hebben een bloedoverdraagbare infectieziekte op te lopen" de volgende criteria ingevoegd :
"Exposition au risque d'une infection transmissible par transfusion en raison du comportement sexuel du candidat au don :
"Blootstelling aan het risico van een via transfusie overdraagbare infectie door het seksueel gedrag van de aspirant-donor :
- Personnes qui ont eu un contact sexuel avec un nouveau partenaire, qui ne fait pas partie d'un des groupes à risque suivants
Exclues pendant 4 mois après le premier contact sexuel
- Personen die seksueel contact hadden met een nieuwe partner, die niet behoort tot één van onderstaande risicogroepen
Uitgesloten gedurende 4 maanden na het eerste seksueel contact
- Les hommes qui ont eu un contact sexuel avec un autre homme
Exclus pendant 12 mois après le dernier contact sexuel avec un autre homme
- Mannen die seksueel contact hadden met een andere man
Uitgesloten gedurende 12 maanden na het laatste seksueel contact met een andere man
- Personnes qui ont eu un contact sexuel en échange d'argent, de biens ou de services
Exclues pendant 12 mois après la fin de la situation
- Personen die seksueel contact hadden in ruil voor geld, goederen of diensten
Uitgesloten gedurende 12 maanden na de beëindiging van de situatie
- Personnes qui ont un contact sexuel avec plusieurs partenaires pendant une même période
Exclues pendant 12 mois après la fin de la situation
- Personen die gedurende eenzelfde periode seksueel contact hadden met meerdere partners
Uitgesloten gedurende 12 maanden na het beëindigen van de situatie
- Personnes qui ont participé à du sexe en groupe
Exclues pendant 12 mois après la fin de la situation
- Personen die hebben deelgenomen aan groepsseks
Uitgesloten gedurende 12 maanden na het beëindigen van de situatie
Exposition au risque d'une infection transmissible par transfusion en raison du comportement du partenaire sexuel du candidat au don :
Blootstelling aan het risico van een via transfusie overdraagbare infectie door het gedrag van de sekspartner van de aspirant-donor :
- Le partenaire a eu un contact sexuel avec plusieurs partenaires pendant une même période
Exclu pendant 12 mois après la fin de la situation
- De partner had gedurende eenzelfde periode seksueel contact met meerdere partners
Uitgesloten gedurende 12 maanden na het beëindigen van de situatie
- Le partenaire a participé à du sexe en groupe
Exclu pendant 12 mois après la fin de la situation
- De partner heeft deelgenomen aan groepsseks
Uitgesloten gedurende 12 maanden na het beëindigen van de situatie
- Le partenaire a consommé des drogues par voie intraveineuse ou intramusculaire
Exclu pendant 12 mois après le dernier contact sexuel avec ce partenaire
- De partner heeft intraveneus of intramusculair drugs gebruikt
Uitgesloten gedurende 12 maanden na het laatste seksueel contact met deze partner
- Le partenaire a eu un contact sexuel en échange d'argent, de biens ou de services
Exclu pendant 12 mois après la fin de la situation
- De partner heeft seksueel contact gehad in ruil voor geld, goederen of diensten
Uitgesloten gedurende 12 maanden na het beëindigen van de situatie
- Le partenaire masculin a eu un contact sexuel avec un autre homme
Exclu pendant 12 mois après la fin de la situation
- De mannelijke partner heeft seksueel contact gehad met een andere man
Uitgesloten gedurende 12 maanden na het beëindigen van de situatie
- Le partenaire présente une sérologie positive aux VIH, VHC, VHB ou HTLV
Exclu pendant 12 mois après le dernier contact sexuel avec ce partenaire (excepté en ce qui concerne le VHB si le candidat au don est immunisé contre le VHB grâce à la vaccination)
- De partner heeft een positieve serologie voor HIV, HCV, HBV of HTLV
Uitgesloten gedurende 12 maanden na het laatste seksueel contact met deze partner (uitzondering wat HBV betreft indien de aspirant-donor door vaccinatie immuun is voor HBV)
- Le partenaire est atteint de syphilis
Exclu jusqu'à 4 mois après rétablissement complet du partenaire
- De partner lijdt aan syfilis
Uitgesloten tot 4 maanden na volledig herstel van de partner
- Le partenaire est originaire d'un pays ou d'une région avec une haute prévalence du VIH et habite depuis moins de 12 mois dans une zone avec une faible prévalence
Exclu pendant 12 mois après le dernier contact sexuel avec ce partenaire
- De partner is afkomstig uit een land of een regio met een hoge prevalentie voor HIV en minder dan 12 maanden wonend in een gebied met lage prevalentie
Uitgesloten gedurende 12 maanden na het laatste seksueel contact met deze partner
Personnes qui sont originaires d'un pays ou d'une région avec une haute prévalence du VIH
Exclues pendant 12 mois après la fin de la situation."
Personen die afkomstig zijn uit een land of een regio met een hoge prevalentie voor HIV
Uitgesloten gedurende 12 maanden na het beëindigen van de situatie."
Art. 9.In dezelfde bijlage wordt onder punt 2, b), de zin "Personen die als gevolg van hun gedrag of activiteit een risico hebben een bloedoverdraagbare infectieziekte op te lopen" vervangen door de zin "Personen die als gevolg van hun gedrag of activiteit, andere dan de hierboven vermelde gedragingen en activiteiten, een risico hebben een bloedoverdraagbare infectieziekte op te lopen".
Art. 10.In dezelfde bijlage wordt onder punt 3 "Uitsluiting in verband met bijzondere epidemiologische situaties" de zin "Uitsluiting in overeenstemming met de epidemiologische situatie (deze gevallen moeten door de bevoegde autoriteit aan de Europese Commissie worden gemeld met het oog op het nemen van communautaire maatregelen)" vervangen door de zinnen "Uitsluiting in overeenstemming met de epidemiologische situatie, overeenkomstig de door het Federaal agentschap voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten uitgevaardigde richtlijnen (deze gevallen moeten door de bevoegde autoriteit aan de Europese Commissie worden gemeld met het oog op het nemen van communautaire maatregelen). De vermelde richtlijnen worden uitgevaardigd op basis van gegevens van of adviezen verstrekt door het "European Centre for Disease Prevention and Control" ("Europees Centrum voor Ziektepreventie en -bestrijding"), de Belgische "Risk Assessment Group" ("Risicobeoordelingsgroep"), ingericht bij het WIV, of de "Risk Management Group" ("risicobeheersingsgroep"), ingericht bij het WIV.". Afdeling 2. - Wijziging van de wet van 15 februari 2016 tot wijziging
van de wet van 5 juli 1994 betreffende bloed en bloedderivaten van menselijke oorsprong wat het erkennen van het altruïstisch karakter van bloeddonatie door personen met hemochromatose betreft
Art. 11.Artikel 4 van de wet van 15 februari 2016 tot wijziging van de wet van 5 juli 1994 betreffende bloed en bloedderivaten van menselijke oorsprong wat het erkennen van het altruïstisch karakter van bloeddonatie door personen met hemochromatose betreft, wordt opgeheven. HOOFDSTUK 3. - Nieuwe procedure voor programmatie van ziekenhuizen, gesteund op wetenschappelijke evidentie
Art. 12.Artikel 12, § 3, van de gecoördineerde wet van 10 juli 2008 op de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen, gewijzigd bij de wet van 18 december 2016, wordt aangevuld met een lid, luidende : "Indien in toepassing van het eerste lid de toepassing van artikel 36 of artikel 60 van deze wet wordt uitgebreid tot de in paragraaf 1 bedoelde zorgprogramma's, wordt, in voorkomend geval voorafgaand aan het inwinnen van het advies van bedoelde Raad en het vaststellen van de programmatiecriteria of het vaststellen van een maximum aantal zorgprogramma's, de wetenschappelijke evidentie die aan de grondslag ligt van de vaststelling van die criteria of aantallen bekendgemaakt volgens door de Koning bepaalde nadere regels.".
Art. 13.In artikel 36 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 18 december 2016, waarvan de bestaande tekst paragraaf 1 zal vormen, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden "Bij een in Ministerraad overlegd besluit en" worden opgeheven;2° het woord "zorgprogramma's," wordt ingevoegd tussen het woord "ziekenhuizen," en het woord "ziekenhuisdiensten";3° paragraaf 1 wordt aangevuld met drie leden, luidende : "Voorafgaand aan het inwinnen van het advies van bedoelde Raad en het vaststellen van de in het eerste lid bedoelde criteria wordt de wetenschappelijke evidentie die aan de grondslag ligt van de vaststelling van die criteria bekendgemaakt volgens door de Koning bepaalde nadere regels. De Koning kan bij het vaststellen van de in het eerste lid bedoelde criteria bepalen binnen welke termijn de criteria moeten worden geëvalueerd met het oog op een eventuele herziening.
Het in het eerste lid bedoelde besluit wordt met redenen omkleed in een verslag aan de Koning."; 4° het artikel wordt aangevuld met een paragraaf 2, luidende : " § 2.De in § 1 bedoelde programmatie wordt verdeeld onder de voor het gezondheidszorgbeleid bevoegde overheden op grond van de artikelen 128, 130 of 135 van de Grondwet, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, na overleg te hebben gepleegd met bedoelde overheden in de schoot van de Interministeriële conferentie die overeenkomstig artikel 31bis van de gewone wet van 9 augustus 1980 tot hervorming der instellingen is opgericht voor het domein Volksgezondheid.
De minister van Volksgezondheid initieert het in het eerste lid bedoelde overleg en legt een voorstel van verdeling per voor het gezondheidszorgbeleid bevoegde overheid op grond van de artikelen 128, 130 of 135 van de Grondwet, voor aan de interministeriële conferentie Volksgezondheid. Tussen de initiatie van het overleg en de beslissing van de Ministerraad moet minstens twee maanden verstreken zijn.
Het resultaat van het overleg binnen de Interministeriële conferentie wordt opgenomen in een verslag aan de Koning bij het in het eerste lid bedoelde besluit.".
Art. 14.In artikel 44 van dezelfde wet worden de woorden "of indien de inrichtende macht het bewijs levert dat de vergunning tot ingebruikneming gepaard gaat met het akkoord van de minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft dat de in de vergunning bedoelde bedden in uitbreiding in aanmerking komen voor de toepassing van de artikelen 95, 96, 100 tot 108, 110 tot 114 en 119" opgeheven.
Art. 15.Artikel 55 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 19 juni 2009, wordt aangevuld met vier leden, luidende : "Voorafgaand aan het vaststellen van het maximum aantal of de programmatiecriteria in toepassing van het eerste of het tweede lid wordt de wetenschappelijke evidentie die aan de grondslag ligt van de vaststelling van die criteria of aantallen bekendgemaakt volgens door de Koning bepaalde nadere regels.
De Koning kan bij het vaststellen van het maximum aantal of de programmatiecriteria zoals bedoeld in het eerste of tweede lid, bepalen binnen welke termijn het maximum aantal of de criteria moeten worden geëvalueerd met het oog op een eventuele herziening.
Het bedoeld maximum aantal en bedoelde programmatiecriteria worden verdeeld onder de voor het gezondheidszorgbeleid bevoegde overheden op grond van de artikelen 128, 130 of 135 van de Grondwet, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, met inachtneming van de in artikel 36, § 2, bedoelde overlegprocedure.
De in dit artikel bedoelde besluiten worden met redenen omkleed in een verslag aan de Koning.".
Art. 16.In artikel 60 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden ",bij in Ministerraad overlegd besluit," opgeheven;2° het artikel wordt aangevuld met vier leden luidende : "Voorafgaand aan het vaststellen van het in het eerste lid bedoelde maximum aantal of de in het eerste lid bedoelde programmatiecriteria wordt de wetenschappelijke evidentie die aan de grondslag ligt van de vaststelling van die criteria of aantallen bekendgemaakt volgens door de Koning bepaalde nadere regels. De Koning kan bij het vaststellen van het in het eerste lid bedoelde maximum aantal of de in het eerste lid bedoelde programmatiecriteria, bepalen binnen welke termijn het maximum aantal of de criteria moeten worden geëvalueerd met het oog op een eventuele herziening.
Het bedoeld maximum aantal en bedoelde programmatiecriteria worden verdeeld onder de voor het gezondheidszorgbeleid bevoegde overheden op grond van de artikelen 128, 130 of 135 van de Grondwet, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, met inachtneming van de in artikel 36, § 2, bedoelde overlegprocedure.
De in dit artikel bedoelde besluiten worden met redenen omkleed in een verslag aan de Koning.".
Art. 17.In titel III, hoofdstuk I, van dezelfde wet wordt een afdeling 7 ingevoegd, luidende : "Programmatie en financiering van de werkingskosten".
Art. 18.In afdeling 7, ingevoegd bij artikel 17, wordt een artikel 62/0 ingevoegd, luidende : "
Art. 62/0."Ziekenhuizen, zorgprogramma's, ziekenhuisdiensten, ziekenhuisafdelingen, ziekenhuisfuncties, medische diensten, medisch-technische diensten, zware apparatuur en ziekenhuisgroeperingen die geëxploiteerd worden in overtreding met de bepalingen van dit hoofdstuk, worden niet in aanmerking genomen bij het vaststellen van het budget van financiële middelen zoals bedoeld in artikel 95.".
Art. 19.In artikel 80 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden ",bij in Ministerraad overlegd besluit," worden opgeheven.2° het artikel wordt aangevuld met vier leden luidende : "Voorafgaand aan het vaststellen van het in het eerste lid bedoelde maximum aantal wordt de wetenschappelijke evidentie die aan de grondslag ligt van de vaststelling van dat aantal bekendgemaakt volgens door de Koning bepaalde nadere regels. De Koning kan bij het vaststellen van het in het eerste lid bedoelde maximum aantal, bepalen binnen welke termijn het maximum aantal moet worden geëvalueerd met het oog op een eventuele herziening.
Het bedoeld maximum aantal wordt verdeeld onder de voor het gezondheidszorgbeleid bevoegde overheden op grond van de artikelen 128, 130 of 135 van de grondwet, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad met inachtneming van de in artikel 36, § 2, bedoelde overlegprocedure.
De in dit artikel bedoelde besluiten worden met redenen omkleed in een verslag aan de Koning.".
Art. 20.Artikel 12, § 3, tweede lid, van dezelfde wet, ingevoegd bij artikel 12 van deze wet, wordt opgeheven
Art. 21.In artikel 36 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij artikel 13 van deze wet, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1 worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in het eerste lid worden de woorden "Bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad en" ingevoegd voor de woorden "Na het advies te hebben ingewonnen";b) het tweede tot het vierde lid worden opgeheven;2° paragraaf 2 wordt opgeheven.
Art. 22.In artikel 55 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij artikel 15 van deze wet, worden het vijfde tot het achtste lid opgeheven.
Art. 23.In artikel 60 van dezelfde wet, gewijzigd bij artikel 16 van deze wet, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden ", bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad," ingevoegd tussen de woorden "Koning kan" en de woorden "per soort van dienst";2° het derde tot het zesde lid worden opgeheven.
Art. 24.In artikel 80 van dezelfde wet, gewijzigd bij artikel 19 van deze wet, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden ", bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad," ingevoegd tussen de woorden "Koning kan" en de woorden "per soort van afdeling";2° het tweede tot het vijfde lid worden opgeheven. HOOFDSTUK 4. - Delegatie van handelingen inzake tandheelkunde
Art. 25.In artikel 23, § 1, eerste lid, van de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015, worden de woorden "en de tandartsen" ingevoegd tussen de woorden "de artsen" en de woorden ", op eigen verantwoordelijkheid".
Art. 26.In artikel 46, § 1, 2°, van dezelfde wet worden de woorden "of door de tandarts" ingevoegd tussen de woorden "door de arts" en de woorden ", de uitvoering" en worden de woorden "of door de tandarts" ingevoegd tussen de woorden "door de arts" en de woorden "voorgeschreven behandeling".
Art. 27.In artikel 46, § 1, 3°, van dezelfde wet worden de woorden "of door een tandarts" ingevoegd tussen de woorden "door een arts" en de woorden "kunnen worden toevertrouwd". HOOFDSTUK 5. - Uitvoering van het afsprakenkader voor meer rechtszekerheid inzake akkoorden en overeenkomsten Afdeling 1. - Algemene raad van de verzekering voor geneeskundige
verzorging
Art. 28.In artikel 16, § 1, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 10 april 2014, wordt de bepaling onder 7° aangevuld met de woorden ", en, in voorkomend geval, met het financieel meerjarenkader dat voor de betrokken sector werd goedgekeurd, overeenkomstig de bepalingen van artikel 51, § 1, eerste lid". Afdeling 2. - Commissie voor begrotingscontrole
Art. 29.Artikel 17 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 10 december 2009, wordt aangevuld met een lid, luidende : "De Inspecteur van Financiën neemt van rechtswege deel aan de vergaderingen van de Commissie.". Afdeling 3. - Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging
Art. 30.In artikel 22, eerste lid, van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 17 juli 2015, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in de bepaling onder 3° wordt de zin "In geval van verzet door de minister, oefent deze laatste de bevoegdheden uit van het Verzekeringscomité, bedoeld in artikel 51, § 1, vierde lid;" vervangen als volgt : "In geval van verzet door de Ministerraad of door de minister, oefent deze laatste de bevoegdheden uit van het Verzekeringscomité, bedoeld in artikel 51, § 1, vierde lid;"; 2° de bepaling onder 6° wordt vervangen als volgt : "6° sluit, op voorstel van het College van artsen-directeurs of van de betrokken overeenkomsten- en akkoordencommissies de in artikel 23, § 3, bedoelde overeenkomsten af.Wanneer het College van artsen-directeurs een nieuwe overeenkomst wenst uit te werken of een bestaande overeenkomst wenst te herzien, informeert het College het Verzekeringscomité hierover en legt het College aan het Verzekeringscomité een lijst voor van de experten die het wenst te betrekken in het overleg over deze overeenkomst. Het Verzekeringscomité kan de lijst wijzigen door andere of bijkomende experten aan te wijzen."; 3° in de bepaling onder 6° bis worden de woorden "en na advies binnen de twee maanden van de bevoegde technische raad" en de woorden "op advies van de Wetenschappelijke raad van het RIZIV," opgeheven. Afdeling 4. - Overeenkomsten
Art. 31.Artikel 45 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 24 december 1999, wordt opgeheven.
Art. 32.In artikel 46 van dezelfde wet wordt paragraaf 3 opgeheven.
Art. 33.In artikel 47, § 2, van dezelfde wet, wordt het tweede lid opgeheven.
Art. 34.In artikel 48 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 29 maart 2012, wordt paragraaf 4 opgeheven.
Art. 35.In artikel 49 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 19 maart 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° paragraaf 1 wordt opgeheven;2° een paragraaf 2bis wordt ingevoegd, luidende : " § 2bis.De Dienst voor geneeskundige verzorging brengt aan de betrokken personen bedoeld in titel III, hoofdstuk V, afdeling I, B, C, D en E, de tekst van de goedgekeurde overeenkomsten die op hen betrekking hebben en de nadere regels voor toetreding en niet-toetreding ter kennis via elektronische weg of per post.
De bandagist of de orthopedist die zijn beroep uitoefent in een onderneming waarvan hij niet het hoofd is, moet evenwel, om tot de overeenkomst te kunnen toetreden en voor zover dat in die overeenkomst uitdrukkelijk is bepaald, een machtiging van de werkgever bijvoegen waarmee hem de toestemming wordt gegeven om de verbintenissen aan te gaan die in de voormelde overeenkomst zijn vastgesteld. Die toestemming is slechts geldig indien zij betrekking heeft op alle zorgverleners van de onderneming die gerechtigd zijn om tot de overeenkomst toe te treden."; 3° paragraaf 3 wordt vervangen als volgt : " § 3.Onverminderd de bepalingen van artikel 49, § 3bis, worden de zorgverleners die geen kennis hebben gegeven van hun weigering tot toetreding tot de overeenkomsten, bedoeld in titel III, hoofdstuk V, afdeling I, B, C, D en E, geacht tot deze overeenkomsten te zijn toegetreden voor de duur van de overeenkomst, behalve indien zij hun weigering tot toetreding tot de bepalingen van deze overeenkomsten aan het Rijksinstituut voor ziekte en invaliditeitsverzekering hebben ter kennis gebracht. Deze weigering heeft slechts uitwerking indien ze ter kennis werd gebracht tijdens de periode van dertig dagen te rekenen vanaf de datum van verzending van de overeenkomst via elektronische weg of per post. Vanaf de door de Koning vastgelegde datum geven de zorgverleners elektronisch kennis van hun weigering tot toetreding tot voormelde overeenkomsten via de beveiligde onlinetoepassing die hun ter beschikking is gesteld door het Instituut. Het exclusieve gebruik van de elektronische identiteitskaart van de zorgverlener is voor die kennisgeving verplicht.
De weigering tot toetreding wordt slechts geldig ter kennis gebracht na de datum van de mededeling van het akkoord via elektronische weg of per post.
De toetreding die is verkregen onder de voorwaarden van paragraaf 2bis, tweede lid, vervalt wanneer de zorgverlener in dienst bij een onderneming, die onderneming verlaat. Zij wordt onvoorwaardelijk verlengd wanneer die zorgverlener zich voor eigen rekening vestigt.
Wanneer hij echter bij een andere onderneming in dienst treedt, blijft de toetreding automatisch gehandhaafd behalve indien de werkgever binnen vijftien dagen na de aanwerving de Dienst voor geneeskundige verzorging schriftelijk kennis geeft van zijn verzet."; 4° het artikel wordt aangevuld met een paragraaf 6, luidende : " § 6.De in §§ 4, eerste lid en 5, eerste lid, bedoelde overeenkomsten treden in werking voor de toegetreden zorgverleners, dertig dagen na de verzending van de tekst van de door het Verzekeringscomité goedgekeurde of vastgestelde overeenkomsten die op hen betrekking hebben, zoals voorzien in paragrafen 2bis of 5.
Wanneer een nieuwe overeenkomst wordt afgesloten of een nieuw in artikel 49 bedoeld document bestaat, en deze overeenkomst of dit document de periode dekt die onmiddellijk volgt op een overeenkomst of een document dat is verstreken of dat overeenkomstig artikel 51, § 9 werd ontbonden, behouden de zorgverleners voor wat hun toetreding of weigering tot toetreding betreft, de situatie waarin zij zich bevonden op de laatste dag van de overeenkomst of het document dat is verstreken, ofwel tot de dag waarop zij kennis geven van hun weigering tot toetreding tot de nieuwe overeenkomst of het nieuwe document, ofwel tot de dag waarop zij worden geacht te zijn toegetreden tot de nieuwe overeenkomst of het nieuwe document."; 5° het tweede en het zesde lid van de huidige paragraaf 5 vormen een nieuw paragraaf 7;6° in de huidige paragraaf 5, tweede lid, die paragraaf 7, eerste lid, wordt, worden de woorden "de artikelen 45 en 48" vervangen door de woorden "titel III, hoofdstuk V, afdeling I, B en E". Afdeling 5. - Betrekkingen met de artsen en de tandheelkundigen
Art. 36.In artikel 50 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 17 juli 2015 worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 2 wordt het zesde lid opgeheven;2° een paragraaf 2bis wordt ingevoegd, luidende : " § 2bis.De Dienst voor geneeskundige verzorging brengt aan de artsen en tandheelkundigen, de tekst van de goedgekeurde akkoorden die op hen betrekking hebben en de nadere regels voor toetreding en niet-toetreding, ter kennis via elektronische weg of per post."; 3° in paragraaf 3 wordt het tweede lid aangevuld met een zin, luidende : "De weigering tot toetreding wordt slechts geldig ter kennis gebracht na de datum van de mededeling van het akkoord via elektronische weg."; 4° in paragraaf 3, zesde lid, worden de woorden "door de Koning" vervangen door de woorden "in de akkoorden";5° in paragraaf 3 wordt het achtste lid opgeheven; 6° in paragraaf 3 wordt het negende lid, dat het achtste lid wordt, vervangen als volgt : "Wanneer een nieuw akkoord wordt afgesloten of een nieuw in artikel 51, § 1, zesde lid, 2°, bedoeld document bestaat, en dit akkoord of document de periode dekt die onmiddellijk volgt op een akkoord of document dat is verstreken of dat overeenkomstig artikel 51, § 9 werd ontbonden, behouden de artsen en tandheelkundigen voor wat hun toetreding of weigering tot toetreding betreft, de situatie waarin zij zich bevonden op de laatste dag van dat akkoord of document dat is verstreken, ofwel tot de dag waarop zij kennis geven van hun weigering tot toetreding tot het nieuwe akkoord of document, ofwel tot de dag waarop zij worden geacht te zijn toegetreden tot het nieuwe akkoord of document."; 7° in paragraaf 6, zesde lid, wordt de zin "Het op 13 december 1993 gesloten nationaal akkoord geneesheren-ziekenfondsen wordt geacht te voorzien in een dergelijke tegemoetkoming waarvan het jaarbedrag is vastgesteld op 20 000 frank voor het jaar 1995." opgeheven; 8° in paragraaf 8 wordt het derde lid opgeheven;9° in paragraaf 9 wordt het tweede lid opgeheven; Afdeling 6. - Bepalingen gemeenschappelijk aan de overeenkomsten en
akkoorden
Art. 37.In het opschrift van titel III, hoofdstuk V, afdeling III, van dezelfde wet worden de woorden "betreffende andere geneeskundige verstrekkingen" opgeheven.
Art. 38.In artikel 51 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 18 december 2016 worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1 worden het eerste tot het derde lid vervangen als volgt : "De in de afdelingen I en II bedoelde overeenkomsten en akkoorden moeten door de bevoegde commissies worden gesloten en worden voorgelegd aan het Verzekeringscomité, om goed te keuren, en aan de Algemene raad, om de overeenstemming met de begroting vast te stellen vóór 31 december, vergezeld van het advies van de Commissie voor begrotingscontrole.Deze instanties spreken zich ten laatste uit op deze datum. Deze termijnen mogen uitzonderlijk worden overschreden mits de uitdrukkelijke motivering van dit uitzonderlijk karakter. De som van de uitgavenbedragen die voortvloeien uit de nieuwe en lopende akkoorden en overeenkomsten, van de geraamde uitgaven voor de geneeskundige verstrekkingen waarvoor geen akkoord of overeenkomst is gesloten of lopende is en van de globale begrotingen van de financiële middelen mag niet meer bedragen dan de globale jaarlijkse begrotingsdoelstelling. Als dit laatste wordt overschreden, stelt het Verzekeringscomité aan de commissies de maatregelen voor die nodig zijn om de globale jaarlijkse begrotingsdoelstelling en hun partiële begrotingsdoelstellingen, in acht te nemen.
De Commissies kunnen een financieel meerjarenkader toevoegen aan het akkoord of de overeenkomst.
Na de goedkeuring van een overeenkomst of een akkoord overeenkomstig de in artikel 22, 3°, vermelde procedure deelt de minister de tekst voor akkoord mee aan de Ministerraad samen met de raming van de financiële weerslag van de voorziene maatregelen. De beslissing van de Ministerraad wordt samen met de overeenkomsten en akkoorden in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt."; 2° in paragraaf 1, vierde lid, worden de woorden "binnen vijftien dagen" vervangen door de woorden "binnen de termijn van een maand";3° in paragraaf 1, zesde lid, wordt de bepaling onder 1° vervangen als volgt : "1° zijn de bepalingen van artikel 49, § 5, van toepassing wat de overeenkomsten betreft.De betrokken zorgverleners die hun weigering niet hebben ter kennis gebracht volgens de procedure voorzien in artikel 49, § 3, worden geacht te zijn toegetreden. Het voordeel van het sociaal statuut wordt toegekend aan die zorgverleners op wie de regelgeving met betrekking tot de sociale voordelen van toepassing is en die daarvoor hun aanvraag indienen volgens de vigerende procedure."; 4° het artikel wordt aangevuld met de paragrafen 9 en 10, luidende : " § 9.De overeenkomsten en akkoorden kunnen geheel of gedeeltelijk worden opgezegd door een partij of door een individuele zorgverlener tijdens de looptijd van een overeenkomst of een akkoord indien door de Koning of door de Algemene Raad maatregelen worden genomen in de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging die leiden tot een beperking van de honoraria of de bedragen vastgesteld overeenkomstig de artikelen 44, §§ 1 en 2, 46, §§ 1 en 2, 48, §§ 1 en 2 en 50 § 6, met uitzondering van de maatregelen genomen bij toepassing van de artikelen 18, 51 en 68.
De overeenkomsten en de akkoorden stellen de nadere toepassingsregels van de opzegging vast. § 10. Elke Commissie maakt een huishoudelijk reglement op, dat aan de Koning ter goedkeuring wordt voorgelegd en dat in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.". Afdeling 7. - Sociale voordelen
ten gunste van sommige zorgverleners
Art. 39.In dezelfde wet wordt het opschrift van titel III, hoofdstuk V, afdeling IV, vervangen als volgt : "Afdeling IV. Sociaal statuut van de artsen, tandheelkundigen, apothekers, logopedisten, verpleegkundigen en kinesitherapeuten en andere voordelen die aan sommige zorgverleners kunnen worden toegekend".
Art. 40.In artikel 54 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 18 december 2016, wordt paragraaf 3 vervangen als volgt : " § 3. Naast de voordelen die in het raam van het sociaal statuut overeenkomstig de hiervoren bedoelde bepalingen worden toegekend, kan de Koning, na advies van de Nationale Commissie artsen-ziekenfondsen, de Nationale Commissie tandheelkundigen-ziekenfondsen of van de Overeenkomstencommissie van de betrokken sector, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, andere voordelen toekennen aan alle of aan sommige categorieën van zorgverleners die geacht worden te zijn toegetreden tot de termen van het akkoord of van de overeenkomst, en de voorwaarden en toepassingsregelen ter zake bepalen.
Die uitgave wordt, binnen de budgettaire beperkingen vastgesteld door de federale regering, geboekt op de begroting van de administratieve kosten van het Instituut en wordt integraal ten laste genomen door de tak geneeskundige verzorging.". Afdeling 8. - Uitkeringen aan de kandidaat-artsen
Art. 41.In dezelfde wet wordt het opschrift van titel III, hoofdstuk V, afdeling V, vervangen als volgt : "Afdeling V. Vergoedingen voor de kandidaat-huisartsen, kandidaat-specialisten en voor de stagemeesters in de geneeskunde en de tandheelkunde".
Art. 42.In artikel 55 van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 27 december 2005 en gewijzigd bij de wetten van 27 december 2006 en 24 juli 2008, wordt paragraaf 1 vervangen als volgt : " § 1. De Koning kan, na advies van de Nationale commissie artsen-ziekenfondsen, de voorwaarden en regels vaststellen volgens welke een vergoeding kan worden toegekend voor alle of sommige categorieën van kandidaat-huisartsen, kandidaat-specialisten en voor de stagemeesters in de geneeskunde.". Afdeling 9. - Modernisering terminologie
Art. 43.In de Nederlandse tekst van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het woord "geneesheer" wordt telkens vervangen door het woord "arts";2° het woord "geneesheren" wordt telkens vervangen door het woord "artsen";3° het woord "geneesheer-directeur" wordt telkens vervangen door het woord "arts-directeur";4° het woord "geneesheren-directeurs" wordt telkens vervangen door het woord "artsen-directeurs";5° het woord "geneesheer-ambtenaar" wordt telkens vervangen door het woord "arts-ambtenaar";6° het woord "geneesheer-specialist" wordt telkens vervangen door het woord "arts-specialist";7° het woord "geneesheren-ziekenfondsen" wordt telkens vervangen door het woord "artsen-ziekenfondsen";8° het woord "geneesheren-specialisten" wordt telkens vervangen door het woord "artsen-specialisten";9° het woord "geneesheer-inspecteur" wordt telkens vervangen door het woord "arts-inspecteur";10° het woord "geneesheren-inspecteurs" wordt telkens vervangen door het woord "artsen-inspecteurs";11° het woord "geneesherenkorps" wordt telkens vervangen door het woord "artsenkorps";12° het woord "adviserend-geneesheren" wordt telkens vervangen door het woord "adviserend-artsen";13° het woord "hoofdgeneesheer" wordt telkens vervangen door het woord "hoofdarts";14° het woord "ziekenhuisgeneesheren" wordt telkens vervangen door het woord "ziekenhuisartsen";15° het woord "geneesheer-hygiënist" wordt telkens vervangen door het woord "arts-hygiënist";16° het woord "geneesheer-directeur-generaal" wordt telkens vervangen door het woord "arts-directeur-generaal";17° het woord "geneesheren-inspecteurs-generaal" wordt telkens vervangen door het woord "artsen-inspecteurs-generaal". HOOFDSTUK 6. - Gegevensplatform "NewAttest"
Art. 44.In titel I van dezelfde wet wordt een artikel 9quater ingevoegd, luidende : "
Art. 9quater.§ 1. Onverminderd de artikelen 30, 138 en 150 van deze wet en artikel 278 van de programmawet (I) van 24 december 2002 heeft het Instituut toegang tot de gegevens bedoeld in artikel 2, eerste lid, 6° en 7°, van de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid, waarover de verzekeringsinstellingen beschikken in het kader van de toepassing van deze gecoördineerde wet.
Die gegevens worden voorafgaand gecodeerd door de verzekeringsinstelling en overgezonden aan een intermediaire organisatie in de zin van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens, die ze een tweede maal codeert alvorens ze worden overgemaakt aan het Intermutualistisch Agentschap. Het Intermutualistisch Agentschap beheert die gegevens als onderaannemer van de verzekeringsinstellingen in een datawarehouse.
De gegevens kunnen enkel gedecodeerd worden voor de in § 2, 1° en 2°, bedoelde wettelijke doeleinden. § 2. De toegang van het Instituut tot de in § 1 bedoelde gegevens, wordt in verhouding tot de opdrachten van elke dienst van het Instituut omschreven als volgt : 1° Om de in artikel 139 bedoelde opdrachten te kunnen uitoefenen, heeft de Dienst voor geneeskundige evaluatie en controle toegang tot de gegevens bedoeld in artikel 138.2° Voor de Dienst voor administratieve controle : a) om de in artikel 159 bedoelde opdrachten te kunnen uitoefenen, heeft de Dienst toegang tot de gegevens die de identificatie toelaten van de in artikel 159 bedoelde prestaties, de begunstigden ervan en hun aansluiting bij een verzekeringsinstelling, de toekenningsvoorwaarden, het bedrag van die prestaties, de data waarop ze betaald zijn door de verzekeringsinstellingen en, in de sector van de geneeskundige verzorging, de datum van de prestatie en de zorgverlener die de prestatie verleende;b) om de in artikel 162bis bedoelde opdrachten te kunnen uitoefenen, heeft de Dienst toegang tot de sociale gegevens van persoonlijke aard met betrekking tot de toegangsvoorwaarden tot de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, en met betrekking tot de maatregelen van financiële toegankelijkheid van de verplichte verzekering;3° Om de bij of krachtens deze wet bepaalde opdrachten in het kader van het opmaken van de begroting en de opvolging van de uitgaven te kunnen uitoefenen, heeft de Dienst voor geneeskundige verzorging toegang tot de in § 1 bedoelde dubbel gecodeerde gegevens. § 3. Binnen het Instituut wordt een functionaris voor gegevensbescherming en overeenkomstig artikel 26 van de voormelde wet van 15 januari 1990 een verantwoordelijke arts voor de verwerking medische gegevens aangeduid.
Het Instituut houdt een lijst bij met de categorieën van personen die gegevens kunnen opvragen, met een duidelijke omschrijving van hun rol bij de beoogde gegevensverwerking. Ieder personeelslid van het Instituut ondertekent een gedragscode voor de gebruikers van informatiesystemen die een onderdeel is van het arbeidsreglement en waarin onder meer een geheimhoudingsclausule is opgenomen.
Binnen het Instituut wordt een systeem van loggings van de gegevensaanvragen gebruikt die steekproefsgewijs gecontroleerd zullen worden in het licht van de finaliteit van de wetsbepalingen op grond waarvan ze worden gevraagd, en in proportie tot het doel waarvoor ze krachtens die wetsbepalingen worden gebruikt. Eventueel misbruik wordt vastgesteld en opgevolgd overeenkomstig de gedragscode van het arbeidsreglement. § 4. In afwijking van artikel 279, eerste lid, van de programmawet (I) van 24 december 2002 is er voor de in § 1 bedoelde gegevensstroom geen principiële machtiging van het sectoraal comité van de sociale zekerheid en van de gezondheid van de voormelde wet van 15 januari 1990 vereist. § 5. De Koning kan de nadere regels bepalen voor de in dit artikel bedoelde gegevensoverdracht.".
Art. 45.In artikel 166 van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 19 mei 2010 en gewijzigd bij de wet van 17 juli 2015, wordt paragraaf 1 aangevuld met de bepaling onder l), luidende : "l) Een geldboete van 1 250 EUR, per aanvraag van het Instituut, indien de verzekeringsinstelling de in artikel 9quater bedoelde gegevens niet via het Intermualistisch Agentschap, binnen de door de Koning bepaalde termijn, overzendt.". HOOFDSTUK 7. - Diverse technische en budgettaire maatregelen Afdeling 1. - Ondersteuning door het FAGG van de opdrachten van het
RIZIV
Art. 46.In artikel 7 van de wet van 20 juli 2006 betreffende de oprichting en de werking van het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden "het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering en" worden ingevoegd tussen de woorden "de ondersteuning van de opdrachten van" en de woorden "de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid"; 2° de zin "De Koning kan eveneens de voorwaarden bepalen waaronder het Agentschap kan samenwerken met de andere instellingen van de Staat, in het bijzonder met het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en met het RIZIV, en adviezen vragen van derde instellingen." wordt opgeheven; 3° het artikel wordt aangevuld met een lid, luidende : "De Koning kan de voorwaarden bepalen waaronder het Agentschap kan samenwerken met de andere instellingen van de Staat, in het bijzonder met het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en met het RIZIV, en adviezen vragen van derde instellingen."; 4° het artikel waarvan de bestaande tekst, zoals aangevuld door de bepaling onder 3°, paragraaf 1 zal vormen, wordt aangevuld met een paragraaf 2, luidende : " § 2.De door het FAGG, op aanvraag van een natuurlijke of rechtspersoon, geleverde diensten op grond waarvan de aanvrager zijn rechten kan uitoefenen ten aanzien van de in paragraaf 1 bedoelde overheden, kunnen worden onderworpen aan de betaling van een retributie die de Koning bepaalt en die Hij nader regelt na advies van het Doorzichtigheidscomité en bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad.". Afdeling 2. - Wijzigingen van de wet van 18 december 2016 houdende
diverse bepalingen inzake gezondheid
Art. 47.In artikel 42, § 1, derde lid, van de wet van 18 december 2016 houdende diverse bepalingen inzake gezondheid worden de woorden "op de menselijke persoon in het kader" vervangen door de woorden "op de menselijke persoon, in het kader".
Art. 48.In artikel 43, § 1, derde lid, van dezelfde wet worden de woorden "op de menselijke persoon in het kader" vervangen door de woorden "op de menselijke persoon, in het kader". Afdeling 3. - Wijzigingen van de wet van 12 augustus 2000
houdende sociale, budgettaire en andere bepalingen
Art. 49.In artikel 225, § 1, van de wet van 12 augustus 2000 houdende sociale, budgettaire en andere bepalingen, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 26 december 2015, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het tweede lid wordt aangevuld met de volgende zin : "Voor de bepaling van het totaal aantal vergunningen onderworpen aan de forfaitaire bijdrage, wordt 1 april van het jaar waarvoor de bijdrage verschuldigd is, gehanteerd als referentiedatum.". 2° in de Franse tekst van het derde lid worden de woorden "d'un excédent" vervangen door de woorden "d'une avance"; Afdeling 4. - Administratiekosten van de verzekeringsinstellingen
Art. 50.In artikel 195, § 1, 2°, derde lid, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 26 december 2015, worden de eerste en de tweede zin vervangen door de volgende zinnen : "Het bedrag van de administratiekosten van de vijf landsbonden wordt vastgelegd op 766 483 000 EUR voor 2003, 802 661 000 EUR voor 2004, 832 359 000 EUR voor 2005, 863 156 000 EUR voor 2006, 895 524 000 EUR voor 2007, 929 160 000 EUR voor 2008, 972 546 000 EUR voor 2009, 1 012 057 000 EUR voor 2010, 1 034 651 000 EUR voor 2011, 1 029 840 000 EUR voor 2012, 1 027 545 000 EUR voor 2013, 1 052 317 000 EUR voor 2014, 1 070 012 000 EUR voor 2015, 1 054 007 000 EUR voor 2016 en 1 053 130 000 EUR voor 2017. Voor de Kas voor geneeskundige verzorging van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen wordt dit bedrag vastgesteld op 13 195 000 EUR voor 2003, 13 818 000 EUR voor 2004, 14 329 000 EUR voor 2005, 14 859 000 EUR voor 2006, 15 416 000 EUR voor 2007, 15 995 000 EUR voor 2008, 16 690 000 EUR voor 2009, 17 368 000 EUR voor 2010, 17 770 000 EUR voor 2011, 17 687 000 EUR voor 2012, 17 648 000 EUR voor 2013, 18 073 000 EUR voor 2014, 18 377 000 EUR voor 2015, 18 037 000 EUR voor 2016 en 18 062 000 EUR voor 2017.". Afdeling 5. - Begroting geneeskundige verzorging
Art. 51.In artikel 197, § 3ter, tweede lid, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 25 december 2016, worden de woorden "wordt aan de globale begrotingsdoelstelling het bedrag toegevoegd van de inkomsten die daadwerkelijk aan het Instituut worden gestort in uitvoering van de compensatieregels bedoeld in de artikelen 35bis, § 7, en 35septies/2 § 7." vervangen door de woorden "wordt aan de globale begrotingsdoelstelling het verschil toegevoegd tussen enerzijds het bedrag van de inkomsten die daadwerkelijk aan het Instituut worden gestort in uitvoering van de compensatieregels bedoeld in de artikelen 35bis, § 7, en 35septies/2, § 7, en anderzijds het bedrag van de geraamde inkomsten zoals opgenomen in de begroting in toepassing van de compensatieregels bedoeld in de artikelen 35bis, § 7, en 35septies/2, § 7.".
Art. 52.In artikel 202, § 1, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wetten van 30 december 2001, 27 december 2006, 22 juni 2016 en 25 december 2016, wordt het vierde lid opgeheven.
Art. 53.In artikel 202, § 2, vierde lid, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 25 december 2016, worden de woorden "wordt aan de globale begrotingsdoelstelling het bedrag toegevoegd van de inkomsten die daadwerkelijk aan het Instituut worden gestort in uitvoering van de compensatieregels bedoeld in de artikelen 35bis, § 7 en 35septies/2 § 7." vervangen door de woorden "wordt aan de globale begrotingsdoelstelling het verschil toegevoegd tussen enerzijds het bedrag van de inkomsten die daadwerkelijk aan het Instituut worden gestort in uitvoering van de compensatieregels bedoeld in de artikelen 35bis, § 7, en 35septies/2, § 7, en anderzijds het bedrag van de geraamde inkomsten zoals opgenomen in de begroting in toepassing van de compensatieregels bedoeld in de artikelen 35bis, § 7, en 35septies/2, § 7.". Afdeling 6. - Technologen medische beeldvorming en medisch
laboratorium technoloog
Art. 54.In artikel 153, § 3, derde lid, van de gecoördineerde wet van 10 mei 2015 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, ingevoegd bij de wet van 17 juli 2015 en gedeeltelijk vernietigd bij het arrest nr. 148/2016 van 24 november 2016 van het Grondwettelijk Hof, worden de woorden "op 1 oktober 2017" ingevoegd tussen de woorden "maar die" en de woorden "gedurende minstens drie jaar". HOOFDSTUK 8. - Wijziging van de wet van 14 juni 2002 betreffende de palliatieve zorg
Art. 55.Artikel 2 van de wet van 14 juni 2002 betreffende de palliatieve zorg, vervangen bij de wet van 21 juli 2016, wordt aangevuld met een lid, luidende : "De Koning stelt de criteria vast met als doel een zieke als palliatieve patiënt te identificeren.". HOOFDSTUK 9. - Inwerkingtreding
Art. 56.De artikelen 19 tot 24 treden in werking op de dag van de eerste bijeenroeping van de nieuw verkozen Kamer van volksvertegenwoordigers na de eerstvolgende federale verkiezingen.
Art. 57.De artikelen 39 en 40 hebben uitwerking met ingang van 1 januari 2016.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met `s Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekend gemaakt.
Gegeven te Brussel, 11 augustus 2017.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en van Volksgezondheid, M. DE BLOCK Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, K. GEENS _______ Nota (1) Stukken van de Kamer van Volksvertegenwoordigers : 54-2599/(2016/2017) Nr.1 : Wetsontwerp.
Nr. 2 : Amendementen.
Nr. 3 : Verslag.
Nr. 4 : Tekst aangenomen door de commissie.
Nr. 5 : Tekst aangenomen in plenaire vergadering en aan de Koning ter bekrachtiging voorgelegd.