gepubliceerd op 29 maart 2024
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 januari 1991 tot vaststelling van de nomenclatuur van de revalidatieverstrekkingen, bedoeld in artikel 23, § 2, tweede lid, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, tot vaststelling van de honoraria en prijzen van die verstrekkingen en tot vaststelling van het bedrag van de verzekeringstegemoetkoming in die honoraria en prijzen
17 MAART 2024. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 januari 1991 tot vaststelling van de nomenclatuur van de revalidatieverstrekkingen, bedoeld in artikel 23, § 2, tweede lid, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, tot vaststelling van de honoraria en prijzen van die verstrekkingen en tot vaststelling van het bedrag van de verzekeringstegemoetkoming in die honoraria en prijzen
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, artikel 23, § 2, tweede lid, laatstelijk gewijzigd door de wet van 11 augustus 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/08/2017 pub. 28/08/2017 numac 2017030984 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet houdende diverse bepalingen inzake gezondheid type wet prom. 11/08/2017 pub. 11/09/2017 numac 2017012998 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende invoeging van het Boek XX "Insolventie van ondernemingen", in het Wetboek van economisch recht, en houdende invoeging van de definities eigen aan Boek XX en van de rechtshandhavingsbepalingen eigen aan Boek XX in het Boek I van het Wetboek van economisch recht sluiten;
Gelet op het koninklijk besluit van 10 januari 1991 tot vaststelling van de nomenclatuur van de revalidatieverstrekkingen, bedoeld in artikel 23, § 2, tweede lid, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, tot vaststelling van de honoraria en prijzen van die verstrekkingen en tot vaststelling van het bedrag van de verzekeringstegemoetkoming in die honoraria en prijzen;
Gelet op het advies van het College van Artsen-directeurs, ingesteld bij de Dienst voor Geneeskundige Verzorging van het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering, gegeven op 4 oktober 2023;
Gelet op het advies van de Commissie voor Begrotingscontrole van het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering, gegeven op 22 november 2023;
Gelet op het advies van het Comité van de geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, uitgebracht op 27 november 2023 met toepassing van artikel 2, eerste lid, van het koninklijk besluit nr. 20 van 13 mei 2020 houdende tijdelijke maatregelen in de strijd tegen de COVID-19 pandemie en ter verzekering van de continuïteit van zorg in de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging;
Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 15 december 2023;
Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting van 29 januari 2024;
Gelet op de adviesaanvraag aan de Raad van State binnen een termijn van 30 dagen, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Overwegende dat de adviesaanvraag is ingeschreven op 7 maart 2024 op de rol van de afdeling Wetgeving van de Raad van State onder het nummer 75.825/2;
Gelet op de beslissing van de afdeling Wetgeving van 8 maart 2024 om binnen de gevraagde termijn geen advies te verlenen, met toepassing van artikel 84, § 5, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.De bepalingen van punt B.1. 3de streepje van hoofdstuk I van de bijlage bij het koninklijk besluit van 10 januari 1991 tot vaststelling van de nomenclatuur van de revalidatieverstrekkingen, bedoeld in artikel 23, § 2, tweede lid, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, tot vaststelling van de honoraria en de prijzen van die verstrekkingen en tot vaststelling van het bedrag van de verzekeringstegemoetkoming in die honoraria en prijzen, ingevoegd door het koninklijk besluit van 10 maart 2003 en gewijzigd door het koninklijk besluit van 26 januari 2020, worden opgeheven en vervangen door volgende bepalingen: - het voorschrift de risicogroep vermeldt waartoe de rechthebbende behoort, en, in voorkomend geval, of de rechthebbende recht heeft op 4 podologieverstrekkingen per jaar, overeenkomstig de bepalingen van punt B.3.;
Art. 2.De bepalingen van punt B.2. 5de streepje van hoofdstuk I van de bijlage bij hetzelfde besluit, worden opgeheven en vervangen door volgende bepalingen: - het voorschrift de risicogroep vermeldt waartoe de rechthebbende behoort, en, in voorkomend geval, of de rechthebbende recht heeft op 4 podologieverstrekkingen per jaar, overeenkomstig de bepalingen van punt B.3.;
Art. 3.De bepalingen van punt B.3 van hoofdstuk I van de bijlage bij hetzelfde besluit worden opgeheven en vervangen door volgende bepalingen: « Bovenvermelde verzekeringstegemoetkoming in de podologieverstrekkingen is beperkt tot twee prestaties per kalenderjaar voor alle prestaties 794032 en 771153 samen.
Voor de volgende 2 categorieën rechthebbenden is de verzekeringstegemoetkoming in de podologieverstrekkingen echter beperkt tot vier prestaties per kalenderjaar voor alle prestaties 794032 en 771153 samen: - de rechthebbenden die - op het ogenblik van het voorschrift voor de in punt B bedoelde podologieverstrekkingen - worden opgevolgd in het kader van een met het Verzekeringscomité gesloten revalidatieovereenkomst inzake derdelijns curatieve diabetische voetklinieken en voor wie bijgevolg nog een akkoord tot tenlasteneming in dit kader lopende is; - de rechthebbenden die in het verleden werden opgevolgd in het kader van een met het Verzekeringscomité gesloten revalidatieovereenkomst inzake derdelijns curatieve diabetische voetklinieken. Voor deze rechthebbenden moet een door de adviserend arts toegestane periode van tenlasteneming in het kader van bovenvermelde overeenkomst zijn verstreken in de 5 kalenderjaren die voorafgaan aan de datum van het voorschrift van de in punt B. bedoelde podologieverstrekkingen. Indien in dit verband ten minste één dag van de door de adviserend arts in het kader van bovenvermelde overeenkomst toegestane periode valt binnen de 5 kalenderjaren die voorafgaan aan de datum van het voorschrift voor de podologieverstrekkingen, kan de rechthebbende worden beschouwd als een rechthebbende die in het verleden werd tenlaste genomen in het kader van een derdelijns curatieve diabetische voetkliniek.
Die prestaties mogen niet op dezelfde dag plaatsvinden.
Er is geen verzekeringstegemoetkoming verschuldigd voor prestaties gedurende een hospitalisatie. ».
Art. 4.De podologieverstrekkingen (794032 of 771153) die zijn verstrekt vóór de datum van inwerkingtreding van dit besluit, maar tijdens hetzelfde kalenderjaar, moeten worden afgetrokken van het maximumaantal podologieverstrekkingen dat op basis van dit besluit wordt vergoed.
Art. 5.In het eerste lid van hoofdstuk IV van de bijlage bij het koninklijk besluit van 10 januari 1991 tot vaststelling van de nomenclatuur van de revalidatieverstrekkingen, bedoeld in artikel 23, § 2, tweede lid, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, tot vaststelling van de honoraria en de prijzen van die verstrekkingen en tot vaststelling van het bedrag van de verzekeringstegemoetkoming in die honoraria en prijzen, ingevoegd door het koninklijk besluit van 10 mei 1996 en gewijzigd door het koninklijk besluit van 11 december 2001, wordt de zin "Collectieve pluridisciplinaire revalidatiezitting met minimale duur van 60 minuten, volgend op een individueel revalidatieprogramma en, voor wat het aspect fysieke hertraining betreft, zich richtend tot een groep van maximaal acht personen." vervangen door de volgende zin: "Collectieve pluridisciplinaire revalidatiezitting met minimale duur van 60 minuten, volgend op een individueel revalidatieprogramma of volgend op een therapeutische percutane endovasculaire ingreep op de kransslagaders onder controle door medische beeldvorming die een daghospitalisatie heeft verantwoord en, voor wat het aspect fysieke hertraining betreft, zich richtend tot een groep van maximaal acht personen. ".
Art. 6.Het tweede lid van hoofdstuk IV van de bijlage bij hetzelfde besluit wordt aangevuld met de volgende zin: "Indien de patiënt in daghospitalisatie een therapeutische percutane endovasculaire ingreep op de kransslagaders onder controle door medische beeldvorming heeft ondergaan, dient de eerste evaluatie ten laatste te gebeuren op de vijftiende dag na de start van de cardiale revalidatie."
Art. 7.Punt A van hoofdstuk IV van de bijlage bij hetzelfde besluit, ingevoegd door het koninklijk besluit van 10 mei 1996 en gewijzigd door het koninklijk besluit van 20 juli 2005, wordt aangevuld met een lid, luidende: "De verstrekking 771212 - 771223 is eveneens vergoedbaar na een therapeutische percutane endovasculaire ingreep op de kransslagaders onder controle door medische beeldvorming die een daghospitalisatie heeft verantwoord en dit gedurende een periode van 6 maanden onmiddellijk na de daghospitalisatie."
Art. 8.Punt B van hoofdstuk IV van de bijlage bij hetzelfde besluit wordt aangevuld met twee leden, luidende: "Een bijkomende dienst voor cardiale revalidatie kan door het College van artsen-directeurs enkel worden toegevoegd aan voormelde lijst als de dienst voor cardiale revalidatie aan alle voormelde voorwaarden voldoet en de aanvraag tot toevoeging van die dienst aan voormelde lijst wordt ingediend door een erkend locoregionaal klinisch ziekenhuisnetwerk, zoals bedoeld in artikel 14/1, 1°, van de gecoördineerde wet van 10 juli 2008Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/07/2008 pub. 31/03/2011 numac 2011000186 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Gecoördineerde wet betreffende de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 10/07/2008 pub. 04/06/2010 numac 2010000299 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen. - Duitse vertaling sluiten op de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen, voor één dienst voor cardiale revalidatie van één ziekenhuis dat tot dat ziekenhuisnetwerk behoort en geen enkele andere dienst voor cardiale revalidatie van een ziekenhuis dat tot dat ziekenhuisnetwerk behoort, op de voormelde lijst is opgenomen.
Iedere dienst voor cardiale revalidatie die op de lijst van de diensten voor cardiale revalidatie is opgenomen, kan de verstrekkingen 771201 en 771212 - 771223 slechts op één vestigingsplaats verrichten van het ziekenhuis waar de dienst voor cardiale revalidatie deel van uitmaakt."
Art. 9.In punt C van hoofdstuk IV van de bijlage bij hetzelfde besluit wordt de zin "De aanvraag om tegemoetkoming, opgemaakt op een formulier waarvan het model is goedgekeurd door het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging, moet onverwijld door de rechthebbende worden ingediend bij de adviserend geneesheer van zijn ziekenfonds, van zijn gewestelijke dienst of van de Kas der geneeskundige verzorging van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen." vervangen door de volgende zin: "De aanvraag om tegemoetkoming, opgemaakt op een formulier waarvan het model is goedgekeurd door het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging, moet onverwijld door de rechthebbende worden ingediend bij de adviserend arts van zijn verzekeringsinstelling."
Art. 10.In hoofdstuk IV van de bijlage bij hetzelfde besluit worden de woorden ""een ergoloog gevormd inzake sociale en professionele integratie van gehandicapten" telkens vervangen door de woorden "een ergoloog gevormd inzake professionele integratie".
Art. 11.In de Nederlandse tekst van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het woord "geneesheer" wordt telkens vervangen door het woord "arts";2° het woord "geneesheren-directeurs" wordt telkens vervangen door het woord "artsen-directeurs";3° het woord "geneesheer-specialist" wordt telkens vervangen door het woord "arts-specialist".
Art. 12.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand na die waarin het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Art. 13.De minister bevoegd voor Sociale zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel 17 maart 2024.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, F. VANDENBROUCKE