Etaamb.openjustice.be
Beschikking van 23 maart 2017
gepubliceerd op 12 april 2017

Ordonnantie houdende de oprichting van de bicommunautaire Dienst voor Gezondheid

bron
gemeenschappelijke gemeenschapscommissie van brussel-hoofdstad
numac
2017011416
pub.
12/04/2017
prom.
23/03/2017
ELI
eli/ordonnantie/2017/03/23/2017011416/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE VAN BRUSSEL-HOOFDSTAD


23 MAART 2017. - Ordonnantie houdende de oprichting van de bicommunautaire Dienst voor Gezondheid (1)


De Verenigde Vergadering van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie heeft aangenomen en Wij, Executieve, bekrachtigen, het geen volgt : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 135 van de Grondwet.

Art. 2.§ 1. Er wordt een « bicommunautaire Dienst voor Gezondheid, Bijstand aan Personen en Gezinsbijslag » opgericht die over rechtspersoonlijkheid beschikt en die de naam « Iriscare » draagt. § 2. De Dienst heeft zijn zetel op het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad. § 3. Het Verenigd College is gemachtigd om de benaming van de Dienst te wijzigen.

Art. 3.Voor de toepassing van deze ordonnantie dient te worden verstaan onder : 1° Dienst : de bicommunautaire dienst voor gezondheid, bijstand aan personen en gezinsbijslag;2° Zorgverstrekker : elke natuurlijke of rechtspersoon die prestaties of diensten verstrekt die verband houden met het bevoegdheidsgebied bedoeld in artikel 4;3° Verzekeringsinstellingen : de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen bedoeld in de wet van 6 augustus 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/08/1990 pub. 21/12/2007 numac 2007001031 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen van het eerste semester 2007 type wet prom. 06/08/1990 pub. 17/03/2009 numac 2009000060 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten betreffende de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen die bewijzen dat ze actief zijn op het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad;4° Kinderbijslagfondsen : de door het Verenigd College erkende kinderbijslagfondsen;5° Overeenkomst : akkoord dat de verhoudingen tussen de instellingen, diensten, inrichtingen of zorgverstrekkers, de Dienst en de verzekeringsinstellingen bepaalt;6° Revalidatieovereenkomst : akkoord gesloten met een revalidatie- of beroepsherscholingsinstelling of met een gecoördineerd multidisciplinair zorgcentrum. HOOFDSTUK II. - Bevoegdheden

Art. 4.§ 1. De Dienst oefent de opdrachten uit die hem door deze ordonnantie zijn toevertrouwd volgens de regels en bijzondere voorwaarden vastgelegd door de in hoofdstuk III bedoelde beheersovereenkomst in de volgende materies : 1° het gezondheidsbeleid, binnen de perken vastgesteld door artikel 5, § 1, I, 1° tot 6° en 8°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen en met uitzondering van: a) het ziekenhuisbeleid;b) het beleid betreffende de verstrekkingen van geestelijke gezondheidszorg in de verplegingsinrichtingen buiten de ziekenhuizen, behalve wat betreft de financiering van de uitbating van die instellingen in het kader van individuele zorgverstrekking;c) de organisatie van de eerstelijnsgezondheidszorg en van de ondersteuning van de gezondheidszorgberoepen van de eerste lijn, behalve wat betreft de financiering van de eerstelijnsmaatregelen in het kader van individuele zorgverstrekking;d) de gezondheidsopvoeding alsook van de activiteiten en diensten op het vlak van de preventieve gezondheidszorg, evenals alle initiatieven inzake de preventieve gezondheidszorg, behalve wat betreft de financiering van de preventiemaatregelen in het kader van individuele zorgverstrekking;2° het gezinsbeleid bedoeld in artikel 5, § 1, II, 1°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen;3° het beleid inzake mindervaliden, binnen de perken vastgesteld door artikel 5, § 1, II, 4°, van dezelfde bijzondere wet;4° het bejaardenbeleid, binnen de perken vastgesteld door artikel 5, § 1, II, 5°, van dezelfde bijzondere wet;5° de gezinsbijslag bedoeld in artikel 5, § 1, IV, van dezelfde bijzondere wet. § 2. Onverminderd artikel 4, § 1, 1° tot 5°, is de Dienst niet bevoegd voor de infrastructuren die gekoppeld zijn aan de materies bedoeld in § 1. Het Verenigd College vraagt het advies van de Dienst alvorens enige beslissing te nemen met betrekking tot de infrastructuur. § 3. Voor de materies bedoeld in artikel 4, § 1, 1°, c), vraagt het Verenigd College het advies van de Dienst voor het nemen van maatregelen die kaderen in deze materies. § 4. De Dienst neemt alle nuttige initiatieven met het oog op de bepaling van de bedragen, de toekenningsvoorwaarden, de verwerkingswijze van de dossiers, de wijze van vereffening, betaling en toezicht op de steun, bijslagen of tussenkomsten verbonden aan de uitoefening van de bevoegdheden bedoeld in het eerste lid. § 5. De voorbereiding en de opvolging van de erkenningen en de inspectie- en controleopdrachten kunnen toevertrouwd worden aan de diensten van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, die in dat kader optreden voor de Dienst. Een protocol legt de nadere regels van de krachtens deze ordonnantie ingestelde samenwerking vast. § 6. De Dienst kan, tegen kostprijs, diensten leveren ten gunste van de diensten van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie. Een protocol legt de nadere regels van de krachtens deze ordonnantie ingestelde samenwerking vast. § 7. De Dienst en de diensten van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie kunnen gemeenschappelijke diensten oprichten, volgens de door het Verenigd College vastgelegde nadere regels. Bij de ontwikkeling van die gemeenschappelijke diensten moet de beheersautonomie van iedere entiteit gerespecteerd worden.

Art. 5.De Dienst kan, mits het Verenigd College hiertoe vooraf zijn goedkeuring verleent, betalende activiteiten uitoefenen die verzoenbaar zijn met de opdrachten die hem zijn toevertrouwd.

Art. 6.Met het oog op de uitvoering van zijn opdrachten, pleegt de Dienst regelmatig overleg met de openbare diensten bevoegd in de materies bedoeld in artikel 4 van de andere Belgische deelstaten. Hij pleegt tevens overleg met de federale overheid.

Het Verenigd College kan de modaliteiten van het door de Dienst gevoerde overleg bepalen.

Art. 7.De Dienst kan alle overeenkomsten sluiten die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van zijn opdrachten.

Hij kan, mits het Verenigd College hiertoe vooraf zijn goedkeuring verleent en volgens de voorwaarden die het uitvaardigt, deelnemen in de oprichting en in het beheer van zowel openbare als privé-instellingen, -verenigingen of -stichtingen, voor zover dit bijdraagt tot de uitoefening van zijn opdrachten. HOOFDSTUK III. - De beheersovereenkomst

Art. 8.§ 1. De bijzondere regels en voorwaarden op grond waarvan de Dienst de opdrachten vervult die hem zijn toevertrouwd door deze ordonnantie, worden uitgevaardigd in een beheersovereenkomst gesloten tussen het Verenigd College en de Dienst, vertegenwoordigd door een afvaardiging van stemgerechtigde leden van het Algemeen Beheerscomité, de leidend ambtenaar en de adjunct-leidend ambtenaar. § 2. De beheersovereenkomst omvat in het bijzonder : 1° de nauwkeurige omschrijving van de taken die de Dienst verricht met het oog op de uitvoering van de opdrachten waarmee hij belast is;2° de kwantitatieve en kwalitatieve doelstellingen die de partijen worden opgelegd met het oog op de uitvoering van de opdrachten waarmee de Dienst belast is;3° de concrete verbintenissen van de Dienst inzake dienstverlening aan het publiek, het beheer van zijn middelen, de middelen die moeten worden ingezet om doelstellingen en termijnen te respecteren;4° de praktische modaliteiten voor de uitvoering en opvolging van de beheersovereenkomst. § 3. Het Algemeen Beheerscomité en twee door het college van commissarissen aangestelde commissarissen van het Verenigd College stellen jaarlijks voor het Verenigd College een verslag op over de uitvoering van de beheersovereenkomst.

Het Verenigd College stuurt hiervan een kopie naar de Verenigde Vergadering. § 4. Het Verenigd College stelt vooraf de duur van de beheersovereenkomst vast, die hernieuwbaar is.

Zodra ze is afgesloten, wordt de beheersovereenkomst ter informatie meegedeeld aan de Verenigde Vergadering.

De beheersovereenkomst wordt in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt.

Het Algemeen Beheerscomité legt ten laatste zes maanden vóór het verstrijken van de termijn een ontwerp van nieuwe beheersovereenkomst voor aan het Verenigd College.

Indien bij het verstrijken van de overeengekomen termijn geen nieuwe overeenkomst in werking is getreden, dan wordt zij van rechtswege verlengd tot de inwerkingtreding van de nieuwe beheersovereenkomst.

Deze verlenging wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Indien een jaar na de verlenging bedoeld in het vorige lid nog geen nieuwe beheersovereenkomst van kracht is, dan kan het Verenigd College voorlopige regels uitvaardigen.

Deze voorlopige regels gelden als nieuwe beheersovereenkomst en zijn van toepassing tot een nieuwe beheersovereenkomst in werking treedt. § 5. Op basis van het in § 3 bedoelde verslag wordt de beheersovereenkomst in voorkomend geval jaarlijks geherevalueerd door toepassing van de objectieve parameters waarin zij voorziet.

Enige andere aanpassing, voorgesteld door één van de partijen of door beide partijen, gebeurt via een bijakte overeenkomstig de procedure bedoeld in § 1 van dit artikel. HOOFDSTUK IV. - Beheer van de dienst Afdeling 1. - De organen

Art. 9.§ 1. Het beheer van de Dienst wordt verzekerd door drie organen : - het Algemeen Beheerscomité; - de Beheerraad voor Gezondheid en Bijstand aan Personen; - de Beheerraad voor Gezinsbijslag. § 2. Elk van deze organen bestaat uit twee taalgroepen.

Twee derde van de vaste leden moet behoren tot dezelfde taalgroep als de grootste taalgroep in de Verenigde Vergadering, het overblijvende derde moet behoren tot de kleinste taalgroep van diezelfde Vergadering.

Elk orgaan moet voor hoogstens twee derde uit vaste leden van hetzelfde geslacht bestaan. § 3. Het Verenigd College benoemt de voorzitter en de ondervoorzitter van elk orgaan.

Zij behoren tot een verschillende taalgroep.

Zij moeten : 1. gedomicilieerd zijn in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;2. onafhankelijk zijn van de organisaties die in het Algemeen Beheerscomité vertegenwoordigd zijn;3. hiërarchisch niet onder de Regering of een College van één van de gemeenschapscommissies vallen. § 4. Het Verenigd College stelt de vaste en plaatsvervangende leden van elk orgaan aan, in gelijk aantal, op dubbele lijsten voorgedragen door de belanghebbende organisaties. Die lijsten moeten voor hoogstens twee derde uit personen van hetzelfde geslacht bestaan. § 5. Voor de leden van elk orgaan is het verboden om : 1° aanwezig te zijn op de beraadslaging en de stemming over aangelegenheden waarbij zij rechtstreeks, hetzij persoonlijk, hetzij als consultant zowel vóór als na hun aanstelling belang hebben of waarbij bloed- of aanverwanten persoonlijk en rechtstreeks belang hebben;2° rechtstreeks of onrechtstreeks deel te nemen aan enige overheidsopdracht die met de Dienst werd gesloten;3° tegen de Dienst op te treden als advocaat, consultant of notaris. In diezelfde hoedanigheid mogen zij evenmin pleiten, adviezen verstrekken of instaan voor de opvolging van betwistingen in het belang van de Dienst; 4° Elk lid meldt uit eigen beweging aan het Algemeen Beheerscomité de mogelijke rechtstreekse of onrechtstreekse belangenconflicten die op hem betrekking hebben. Het Verenigd College gaat over tot afzetting van het lid dat ingaat tegen de verbodsbepalingen van dit artikel.

Het Verenigd College doet uitspraak bij beslissing na de betrokkene in diens verweermiddelen op tegenspraak te hebben gehoord. § 6. Het mandaat van de voorzitter, de ondervoorzitter en de leden van elk orgaan duurt vijf jaar. Het is hernieuwbaar. § 7. De mandaten nemen vroegtijdig een einde in geval van vrijwillig ontslag, onbekwaamheid of als niet langer is voldaan aan de voorwaarden van deze ordonnantie.

De vertegenwoordigers van het Verenigd College in een orgaan kunnen echter bij gewone beslissing van het College worden afgezet. § 8. Er wordt zo snel mogelijk voorzien in de vervanging van ieder lid.

Als een lid wordt vervangen vóór het verstrijken van de normale einddatum van het mandaat, dient het nieuwe lid het mandaat uit van het lid dat hij vervangt. § 9. Op het einde van hun mandaat oefenen de voorzitter, de ondervoorzitter en de stemgerechtigde leden dit verder uit tot er in hun vervanging wordt voorzien. § 10. Onverminderd artikel 10, § 2, derde lid, worden de beslissingen, adviezen of voorstellen van die organen, al naargelang, goedgekeurd met een absolute meerderheid van de stemmen die door de ter zake stemgerechtigde leden zijn uitgebracht. Onthoudingen worden niet meegeteld. § 11. Elk orgaan stelt zijn huishoudelijk reglement vast.

Het huishoudelijk reglement van elk orgaan bepaalt dat het maar geldig over een agendapunt kan beraadslagen indien minstens de helft van de leden van elke vertegenwoordigde organisatie met stemrecht over dat punt aanwezig is.

Het huishoudelijk reglement van het Algemeen Beheerscomité wordt door het Verenigd College goedgekeurd. Het voorziet in het bijzonder in de bepalingen bedoeld in artikel 13.

Het huishoudelijk reglement van elke Raad wordt door het Algemeen Beheerscomité goedgekeurd. Afdeling 2. - Het Algemeen Beheerscomité

Onderafdeling 1. - Samenstelling

Art. 10.§ 1. Het Algemeen Beheerscomité bestaat, naast een voorzitter en een ondervoorzitter, ieder met raadgevende stem, uit de volgende leden : a) vijf vaste en vijf plaatsvervangende vertegenwoordigers van de representatieve werkgevers- en zelfstandigenorganisaties op interprofessioneel niveau;b) vijf vaste en vijf plaatsvervangende vertegenwoordigers van de representatieve werknemersorganisaties op interprofessioneel niveau;c) vijf vaste en vijf plaatsvervangende vertegenwoordigers van de verzekeringsinstellingen, waaronder de landsbonden van ziekenfondsen;d) vijf vaste en vijf plaatsvervangende vertegenwoordigers van de zorgverstrekkers, waarvan minstens een vertegenwoordiger van de OCMW's die niet over een mandaat in een raad van het maatschappelijk welzijn beschikt, en minstens een vertegenwoordiger van de beheerders van zorginstellingen;e) vijf vertegenwoordigers van het Verenigd College bij de vastlegging van de opdrachtenbegroting en van de rekeningen voor de opdrachten van de Dienst;f) drie vaste en drie plaatsvervangende vertegenwoordigers van de gezinsorganisaties;g) drie vaste en drie plaatsvervangende vertegenwoordigers van de kinderbijslagfondsen. § 2. De vaste leden bedoeld in § 1, a) en b), en hun plaatsvervangers bij afwezigheid van de vaste leden, zijn stemgerechtigd.

De leden bedoeld in § 1, c), en d), hun plaatsvervangers bij afwezigheid van de vaste leden, hebben een raadgevende stem, behalve tijdens de stemming over de opdrachtenbegroting voorgesteld door de Beheerraad voor Gezondheid en Bijstand aan Personen, waarbij zij stemgerechtigd zijn.

De vijf vertegenwoordigers van het Verenigd College bedoeld in § 1, e), hebben een raadgevende stem, behalve bij de stemming over het vastleggen van de opdrachtenbegrotingen en de consolidering van de rekeningen, waarbij ze stemgerechtigd zijn. Die stemming vereist eenparigheid van de leden bedoeld in § 1, e). Hun stemmen moeten deel uitmaken van de absolute meerderheid vereist in artikel 9, § 10.

Indien voor de vaststelling van de opdrachtenbegrotingen deze absolute meerderheid niet gehaald wordt, informeert het Algemeen Beheerscomité het Verenigd College hierover. In dit geval legt het Verenigd College, op voorstel van de bevoegde Ministers, het bedrag vast van deze begroting(en) en communiceert het deze beslissing aan het Algemeen Beheerscomité.

De vaste leden bedoeld in § 1, f) en g), en hun plaatsvervangers bij afwezigheid van de vaste leden, hebben een raadgevende stem, behalve bij de stemming over de opdrachtenbegroting voorgesteld door de beheerraad voor gezinsbijslag, waarbij ze stemgerechtigd zijn. § 3. De leidend ambtenaar en de adjunct-leidend ambtenaar wonen de vergaderingen van het Algemeen Beheerscomité bij. § 4. Behalve bij de vaststelling van de opdrachtenbegroting van de Dienst wordt het Verenigd College door twee commissarissen vertegenwoordigd.

Onderafdeling 2. - Bevoegdheden

Art. 11.Onverminderd de bepalingen vermeld in Hoofdstuk VII beschikt het Algemeen Beheerscomité over alle bevoegdheden die vereist zijn voor het algemeen bestuur van de Dienst.

Daartoe ziet het er in het bijzonder op toe : 1° dat de opdrachtenbegroting van de Dienst wordt vastgelegd;2° dat de beheersovereenkomst wordt gesloten;3° dat de strategische richting van het administratief beheer van de Dienst omschreven wordt;4° dat het statuut op eenvormige wijze wordt toegepast op heel het personeel;5° dat het personeelsplan aan het Verenigd College wordt voorgesteld;6° dat het zich, volgens de voorwaarden vermeld in het statuut, uitspreekt over de aanwerving, de aanstelling, de bevordering, het ontslag van personeelsleden en over de tuchtstraffen die hen moeten worden opgelegd;7° dat het het beheer van de Dienst inzake behoeften aan informatica en gebouwen op zich neemt;8° dat het de rekeningen consolideert en de begrotingen van de Dienst vastlegt om ze aan het Verenigd College mee te delen;9° dat het de middelen verdeelt onder de tak « gezondheid en bijstand aan personen » en de tak « gezinsbijslag » van de Dienst volgens de voorwaarden bepaald in of krachtens deze ordonnantie;10° dat het delegaties van bevoegdheid organiseert;11° dat het richtlijnen met het oog op de organisatie van de administratieve controle opstelt;12° dat het aan het Verenigd College meedeelt wie de Dienst vertegenwoordigt in de overlegorganen waarin de vertegenwoordigers zetelen van de verschillende deelentiteiten die bevoegd zijn voor de bevoegdheidsdomeinen van de Dienst;13° dat het de evolutie van de uitgaven volgt op basis van de gegevens die door de beheerraden van de takken worden meegedeeld;14° dat het voor een samenhangend en gecoördineerd beheer van de takken van de Dienst zorgt;15° dat het een transversaal beleid ontwikkelt en invoert, onverminderd de bevoegdheden van de beheerraden van de takken.

Art. 12.Behalve bij dringende noodzaak legt het Verenigd College elk voorontwerp van ordonnantie of besluit van het Verenigd College dat betrekking heeft op de werking of de structuur van de Dienst ter advies voor aan het Algemeen Beheerscomité.

Indien het Verenigd College de dringende noodzaak inroept, stelt het de Voorzitter van het Algemeen Beheerscomité daarvan op de hoogte.

Het Algemeen Beheerscomité geeft zijn advies binnen een maand. Op verzoek van het Verenigd College kan die termijn tot tien werkdagen worden teruggebracht.

Onderafdeling 3. - Werking

Art. 13.Het Algemeen Beheerscomité stelt een huishoudelijk reglement op dat in het bijzonder voorziet in : 1° de regels voor de samenroeping van het Algemeen Beheerscomité op verzoek van het Verenigd College, van de voorzitter, van de leidend ambtenaar of van twee leden;2° de regels voor het voorzitterschap van het Algemeen Beheerscomité wanneer de voorzitter en de ondervoorzitter afwezig of verhinderd zijn;3° de voorwaarden op basis waarvan het Algemeen Beheerscomité een beroep kan doen op personen met een specifieke competentie met het oog op het onderzoek van bijzondere aangelegenheden;4° de mogelijkheid voor de leden van het Algemeen Beheerscomité om zich te laten bijstaan door technici;5° de organisatie van het secretariaat van de vergaderingen;6° enige andere schikking van de werkzaamheden van het Comité die het Verenigd College in acht genomen wil zien.

Art. 14.Het Verenigd College stelt de vergoedingen vast die aan de voorzitter, de ondervoorzitter en de leden van het Algemeen Beheerscomité moeten worden toegekend.

Die vergoedingen zijn ten laste van de Dienst. Afdeling 3. - Dagelijks beheer

Art. 15.De leidend ambtenaar, bijgestaan door een adjunct-leidend ambtenaar, neemt het dagelijks beheer van de Dienst op zich. Zij behoren tot een verschillende taalrol.

Het Verenigd College stelt ze aan en bepaalt hun administratief en geldelijk statuut.

De voorzitter van het Algemeen Beheerscomité en de leidend ambtenaar behoren tot een verschillende taalgroep.

Art. 16.De leidend ambtenaar geeft leiding aan het personeel en staat in voor de werking van de Dienst onder het gezag en het toezicht van het Algemeen Beheerscomité.

Hij oefent de dagelijkse beheersbevoegdheden uit die zijn omschreven in het huishoudelijk reglement.

Het Algemeen Beheerscomité kan hem delegatie verlenen voor andere welomschreven bevoegdheden.

Art. 17.De adjunct-leidend ambtenaar staat de leidend ambtenaar bij in de uitvoering van de taken die hem zijn toevertrouwd.

Indien de persoon belast met het dagelijks beheer verhinderd is, worden zijn bevoegdheden uitgeoefend door zijn adjunct, en bij gebrek aan laatstgenoemde door een door het Algemeen Beheerscomité aangesteld personeelslid van de Dienst.

Art. 18.Het Algemeen Beheerscomité kan de leidend ambtenaar en de adjunct-leidend ambtenaar machtigen om aan een personeelslid van de overeenkomstige taalrol de bevoegdheid te delegeren om bepaalde stukken en briefwisseling, nader te bepalen door het Algemeen Beheerscomité, te ondertekenen.

Art. 19.§ 1. De leidend ambtenaar en de adjunct-leidend ambtenaar vertegenwoordigen de Dienst bij gerechtelijke en buitengerechtelijke handelingen en treden, binnen de grenzen van het dagelijks beheer, rechtsgeldig op in naam en voor rekening van de Dienst, zonder zich daarvoor te moeten beroepen op een beslissing van het Algemeen Beheerscomité. § 2. Binnen de grenzen en voorwaarden die het bepaalt, kan het Algemeen Beheerscomité, om de afhandeling van de zaken te vergemakkelijken, de leidend ambtenaar en de adjunct-leidend ambtenaar machtigen een gedeelte van de aan hen toegewezen bevoegdheden te delegeren. § 3. Notariële akten die eigendommen overdragen worden gezamenlijk door de voorzitter, de leidend ambtenaar en de adjunct-leidend ambtenaar ondertekend. Afdeling 4. - De takken

Art. 20.In de Dienst worden opgericht : 1. een tak « gezondheidszorg en bijstand aan personen », bevoegd voor de materies bedoeld in artikel 4, § 1 met uitzondering van 5° ;2. een tak « gezinsbijslag », bevoegd voor de materies bedoeld in artikel 4, § 1, 5°. Afdeling 5 - De Beheerraad voor Gezondheid en Bijstand

aan Personen en de technische commissies Onderafdeling 1 - De Beheerraad voor Gezondheid en Bijstand aan Personen

Art. 21.§ 1. De Beheerraad voor Gezondheid en Bijstand aan Personen bestaat, naast zijn voorzitter en ondervoorzitter, uit : 1° drie vaste en drie plaatsvervangende leden die alle representatieve werkgevers- en zelfstandigenorganisaties vertegenwoordigen;2° drie vaste en drie plaatsvervangende leden die alle representatieve werknemersorganisaties vertegenwoordigen;3° negen vaste en negen plaatsvervangende leden die de verzekeringsinstellingen vertegenwoordigen;4° negen vaste en negen plaatsvervangende leden die de zorgverstrekkers vertegenwoordigen, waaronder minstens één vertegenwoordiger van de beheerders van zorginstellingen en één vertegenwoordiger van de OCMW's die niet over een mandaat in een raad van het maatschappelijk welzijn beschikken. De leidend ambtenaar, de adjunct-leidend ambtenaar en de personen van de Dienst die zij aanwijzen, wonen de vergaderingen van de Raad bij.

Een vertegenwoordiger van de Adviesraad voor Gezondheids- en Welzijnszorg van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie woont de vergaderingen van de Raad eveneens bij. § 2. De vaste leden bedoeld in § 1, 1° en 2°, of bij hun afwezigheid hun plaatsvervangers, zijn stemgerechtigd tijdens stemmingen over agendapunten met betrekking tot de bijstand aan personen. In de andere gevallen hebben zij, of bij hun afwezigheid hun plaatsvervangers, een raadgevende stem.

De leden bedoeld in § 1, 3° en 4°, en bij afwezigheid van de vaste leden hun plaatsvervangers, hebben stemrecht. § 3. Het Verenigd College wordt in de Beheerraad voor Gezondheid en Bijstand aan Personen door twee commissarissen vertegenwoordigd.

Art. 22.§ 1. De Beheerraad voor Gezondheid en Bijstand aan Personen heeft als opdracht : 1° de oriënteringen te bepalen voor het algemeen beleid inzake gezondheid en bijstand aan personen, alsook aan het Verenigd College, op eigen initiatief of op verzoek van laatstgenoemde, adviezen ter zake te verstrekken;2° de begroting voor gezondheid en de begroting voor bijstand aan personen aan het Algemeen Beheerscomité voor te leggen;3° de door de technische commissies opgestelde overeenkomsten en revalidatieovereenkomsten goed te keuren. En bovendien de overeenkomsten en revalidatieovereenkomsten te sluiten die niet op initiatief van de technische commissies werden opgesteld of als een technische commissie in gebreke blijft; 4° de gedeeltelijke begrotingsdoelstellingen van de technische commissies vast te leggen;5° de verzekeringsinstellingen de nodige financiële middelen toe te kennen;6° de uitvoering van de programmatie te waarborgen;7° de praktische regels vast te leggen op basis waarvan de verzekeringsinstellingen hun rekeningen indienen en verantwoorden;8° een advies uit te brengen over oproepen voor infrastructuurprojecten en -programmatie;9° in te staan voor de concrete uitvoering van het prijsbeleid voor wat de instellingen voor bejaarden betreft;10° toe te zien op het financieel evenwicht van de bevoegdheid gezondheid en bijstand aan personen van de Dienst en in voorkomend geval het Algemeen Beheerscomité corrigerende begrotingsmaatregelen voor te stellen;11° de rekeningen van de tak gezondheid en bijstand aan personen vast te stellen;12° het Verenigd College te informeren en te adviseren over het uitgevoerde of uit te voeren beleid en over de inzet die daarmee gepaard gaat;13° het uitgevoerde beleid te evalueren;14. de ontvangst van de bevoegdheid inzake gezondheid en bijstand aan personen voor te bereiden;15° zijn huishoudelijk reglement op te stellen en het aan het Algemeen Beheerscomité ter goedkeuring voor te leggen. § 2. De Raad kan het Verenigd College voorstellen voorleggen tot wijziging van ordonnanties en besluiten die de Dienst moet toepassen inzake gezondheid en bijstand aan personen. § 3. Behalve bij dringende noodzaak of wanneer het Verenigd College een in § 2 bedoeld voorstel bekrachtigt, legt laatstgenoemde elk voorontwerp van ordonnantie of besluit tot wijziging van de teksten die de Dienst moet toepassen inzake gezondheid en bijstand aan personen aan de Raad voor.

Indien het Verenigd College de dringende noodzaak inroept, stelt het de Raad hiervan op de hoogte.

De Raad geeft zijn advies binnen een maand. Op verzoek van het Verenigd College kan die termijn tot tien werkdagen worden teruggebracht.

Na het verstrijken van die termijn wordt de formaliteit geacht vervuld te zijn.

Onderafdeling 2. - De technische commissies

Art. 23.§ 1. De Dienst richt in zijn schoot de in deze onderafdeling bedoelde technische commissies op.

Het Verenigd College benoemt de leden van die commissies, op dubbele lijsten die door de belanghebbende organisaties worden voorgedragen.

Die commissies vaardigen hun huishoudelijk reglement uit op basis van het model dat door de Beheerraad voor Gezondheid en Bijstand aan Personen wordt vastgelegd. § 2. Die commissies verenigen een gelijk aantal vertegenwoordigers van de verzekeringsinstellingen en vertegenwoordigers van de representatieve organisaties van zorgberoepen of inrichtingen, diensten of instellingen. Ieder vast lid heeft een plaatsvervanger. § 3. Die commissies verstrekken technische adviezen aan de Beheerraad voor Gezondheid en Bijstand aan Personen, op eigen initiatief of op verzoek van laatstgenoemde.

De verscheidene commissies kunnen samen zetelen om aangelegenheden van gemeenschappelijk belang te regelen, op verzoek van de Beheerraad voor Gezondheid en Bijstand aan Personen.

Het Algemeen Beheerscomité kan nieuwe technische commissies oprichten.

De Dienst neemt het secretariaat van de commissies waar. § 4. De Beheerraad kan enkel bij met redenen omklede dringende noodzaak een voorstel tot overeenkomst of advies dat bij een technische commissie in behandeling is, op zijn agenda plaatsen.

Een door een technische commissie goedgekeurd advies of beslissing wordt aan de Beheerraad meegedeeld, die het advies of de beslissing dan in de planning opneemt om op de agenda te plaatsen.

De Beheerraad kan de plaats innemen van een in gebreke blijvende technische commissie.

De Beheerraad kan punten aan de agenda's van de technische commissies toevoegen.

Art. 24.§ 1. De Commissie « Opvang van afhankelijkheid » is bevoegd voor de volgende aangelegenheden : - de rust- en verzorgingstehuizen; - de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden; - de centra voor kortverblijf en de centra voor dagverzorging; - de thuiszorg; - de coördinatie van de thuiszorg en de thuisverpleging; - de autonomieverzekering.

Zij bereidt de overeenkomsten tussen de zorgverstrekkers en de verzekeringsinstellingen voor, met name aangaande de tarieven, de financiering door de Dienst en de financieringsvoorwaarden. § 2. Ze bestaat uit vaste en plaatsvervangende leden voorgedragen door : 1. de representatieve organisaties van de rust- en verzorgingstehuizen, de rustoorden voor bejaarden, de centra voor dagverzorging, de diensten voor thuiszorg en andere zorgverstrekkers;2. de verzekeringsinstellingen.

Art. 25.§ 1. De Commissie « Geestelijke gezondheidszorg » is bevoegd voor : 1° psychiatrische verzorgingstehuizen;2° initiatieven voor beschut wonen;3° de ambulante geestelijke gezondheidszorg. § 2. Ze bestaat uit vaste en plaatsvervangende leden voorgedragen door : 1° de representatieve organisaties van de zorginstellingen en de actoren van de geestelijke gezondheidszorg en in voorkomend geval andere zorgverstrekkers;2° de verzekeringsinstellingen.

Art. 26.§ 1. De Commissie « Preventie en eerstelijnszorg » is met name bevoegd voor : 1° geïntegreerde diensten voor thuisverzorging;2° palliatieve zorgen, met uitsluiting van het platform palliatieve zorgen;3° lokale multidisciplinaire netwerken;4° verslavingen, in het bijzonder tabaksontwenning;5° preventiemaatregelen en in het bijzonder de vaccinatie. § 2. Ze bestaat uit vaste en plaatsvervangende leden voorgedragen door : 1° de representatieve organisaties voor gezondheidsbevordering en -bescherming en ziektepreventie, leden die de eerstelijnszorgverstrekkers vertegenwoordigen en leden die de hulpverleningsdiensten en de thuiszorg vertegenwoordigen;2° de verzekeringsinstellingen.

Art. 27.§ 1. De Commissie « Personen met een handicap » is bevoegd voor het beleid ten aanzien van personen met een handicap, met inbegrip van de mobiliteitshulpmiddelen. § 2. Ze bestaat uit vaste en plaatsvervangende leden voorgedragen door : 1° de representatieve organisaties van zorgverstrekkers uit de betrokken sector;2° de verzekeringsinstellingen. Afdeling 6. - De Beheerraad voor gezinsbijslag

Art. 28.§ 1. De Beheerraad voor Gezinsbijslag heeft als opdracht : 1° de oriënteringen te bepalen voor het algemeen beleid inzake gezinsbijslag en aan het Verenigd College, op eigen initiatief of op verzoek van laatstgenoemde, adviezen ter zake te verstrekken;2° toe te zien op het financieel evenwicht van het gezinsbijslagstelsel en in voorkomend geval het Algemeen Beheerscomité corrigerende begrotingsmaatregelen voor te stellen;3° de begroting voor de gezinsbijslag voor te stellen aan het Algemeen Beheerscomité en de rekeningen ervan af te sluiten;4° jaarlijks aan het Algemeen Beheerscomité een verslag voor te leggen betreffende de toepassing van de gezinsbijslagwetgeving;5° het Verenigd College te informeren en te adviseren over het uitgevoerde of uit te voeren beleid en over de inzet die daarmee gepaard gaat;6° het uitgevoerde beleid te evalueren;7° kennis te nemen van de controlerapporten over het beheer van de kinderbijslagfondsen en hun administratiekosten vast te leggen;8° de controlenormen van de kinderbijslagfondsen en de daaropvolgende beslissingen goed te keuren;9° de oriënteringen van de huisbezoeken goed te keuren;10° het beheer en de betaling van de gezinsbijslag door de directie Betaling van de Dienst, openbare betaalactor, op te volgen. § 2. Behalve bij dringende noodzaak of wanneer het Verenigd College een in § 3 bedoeld voorstel bekrachtigt, legt laatstgenoemde elk voorontwerp van ordonnantie of besluit tot wijziging van de teksten die de Dienst moet toepassen inzake gezinsbijslag aan de Beheerraad voor.

Indien het Verenigd College de dringende noodzaak inroept, stelt het de Raad hiervan op de hoogte.

De Beheerraad geeft zijn advies binnen een maand. Op verzoek van het Verenigd College kan die termijn tot tien werkdagen worden teruggebracht.

Na het verstrijken van die termijn wordt de formaliteit geacht vervuld te zijn. § 3. De Raad kan het Verenigd College voorstellen voorleggen tot wijziging van ordonnanties en besluiten die de Dienst moet toepassen inzake gezinsbijslag.

Art. 29.§ 1. De Beheerraad bestaat, naast zijn voorzitter en ondervoorzitter, uit : 1° vijf vaste en vijf plaatsvervangende leden die alle representatieve werkgevers- en zelfstandigenorganisaties vertegenwoordigen;2° vijf vaste en vijf plaatsvervangende leden die alle representatieve werknemersorganisaties vertegenwoordigen;3° vijf vaste en vijf plaatsvervangende leden die de gezinsorganisaties vertegenwoordigen;4° vijf vaste en vijf plaatsvervangende leden die de kinderbijslagfondsen vertegenwoordigen. De leidend ambtenaar, de adjunct-leidend ambtenaar en de verantwoordelijke van de dienst « betaling » wonen de vergaderingen van de Raad bij.

Voor de voorbereiding van de overname van de kinderbijslagbevoegdheid worden een vertegenwoordiger van de Vereniging der Kassen voor Gezinsvergoedingen en een vertegenwoordiger van FAMIFED op de vergaderingen van de Raad uitgenodigd, bij afwezigheid van de leden die de kinderbijslagfondsen vertegenwoordigen. § 2. Het Verenigd College wordt in de Beheerraad voor Gezinsbijslag door twee commissarissen vertegenwoordigd. § 3. De Raad stelt zijn huishoudelijk reglement op en legt het aan het Algemeen Beheerscomité ter goedkeuring voor. § 4. De Raad voorkomt elk belangenconflict tussen zijn functie van operator en zijn opdrachten als regulator.

De nadere regels om belangenconflicten te voorkomen worden in het huishoudelijk reglement vastgelegd.

Het in het vorige lid bedoelde huishoudelijk reglement bepaalt in elk geval dat de Beheerraad voor gezinsbijslag de privéfondsen voor de betaling van kinderbijslag en de directie Betaling van de Dienst, bedoeld in artikel 28, § 1, 10°, gelijk moet behandelen. Wanneer dat niet gebeurt, kunnen zijn beslissingen bestreden worden bij de commissarissen van het Verenigd College. § 5. De Raad werkt de technische normen voor de controle bij de gezinnen uit. HOOFDSTUK V. - Financiering, begroting en middelen Afdeling 1. - Financiering en middelen

Art. 30.§ 1. De middelen die ter beschikking van de Dienst worden gesteld voor de uitvoering van zijn opdrachten, worden op de uitgavenbegroting van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie ingeschreven. § 2. De Dienst mag schenkingen en legaten ontvangen en alle andere ontvangsten innen. § 3. Mits toestemming van het Verenigd College kan de Dienst leningen aangaan om met name uitgaven te financieren met het oog op de aankoop van onroerende goederen.

Geen enkele lening kan worden toegestaan zonder de waarborg van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie. § 4. Het Algemeen Beheerscomité bepaalt, mits het Verenigd College zijn goedkeuring geeft en binnen het globaal kader dat dit vastlegt, de voorwaarden voor het beleggen van de beschikbare middelen van de Dienst.

Art. 31.De Dienst mag een werkkapitaal aanleggen, dat onder meer gespijsd wordt door subsidies ten laste van de uitgavenbegroting van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, waarvan het bedrag en de aanwendingsvoorwaarden worden bepaald door het Verenigd College.

Het Verenigd College kan de Dienst toestaan een kredietlijn te openen, waarvan hij zelf de maximumduur bepaalt, om de tijdelijke thesauriebehoeften te dekken.

Art. 32.Er wordt een reservefonds ingeschreven in de boekhouding van de Dienst.

Het reservefonds kan gespijsd worden door schenkingen en legaten en door alle andere ontvangsten geïnd door de Dienst.

Het Verenigd College stelt de regels vast voor de toepassing van deze bepaling. Afdeling 2. - Opmaak van de begroting

Onderafdeling 1. - De gewone begroting van de Dienst

Art. 33.Het Algemeen Beheerscomité stelt de ontwerpbegroting van de Dienst op.

Zij wordt door het Verenigd College goedgekeurd binnen een termijn van twee maanden te rekenen vanaf de verzending van de ontwerpbegroting.

Na het verstrijken van deze termijn wordt de ontwerpbegroting geacht te zijn goedgekeurd.

Het Verenigd College bepaalt de wijze waarop de begroting van de Dienst wordt goedgekeurd.

Synoptische tabellen van de verrichtingen van de Dienst worden als bijlage gevoegd bij de verantwoording van de algemene uitgavenbegroting van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie.

Deze tabellen bieden een overzicht van enerzijds de budgettaire uitgaven en ontvangsten en anderzijds de kosten en opbrengsten van de Dienst. Deze documenten, die volgens een vaste programmastructuur worden voorgesteld, verschaffen, in deze twee domeinen, inlichtingen over : 1° de vooruitzichten voor het volgende jaar;2° de vooruitzichten voor het lopende jaar;3° de gekende realisaties van het voorgaande jaar.

Art. 34.Het Verenigd College bepaalt de nadere regels voor het ter beschikking stellen van de op de uitgavenbegroting van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie ingeschreven middelen.

Onderafdeling 2. - De opdrachtenbegroting van de Dienst

Art. 35.§ 1. De opmaak van de opdrachtenbegroting van de dienst verloopt in de volgende stappen : De technische commissies bepalen, elkeen wat haar betreft of samen in het geval van transversale maatregelen, de financiële middelen die ze voor de financiering van hun sector nodig achten. Daartoe winnen ze het advies in van de Dienst begrotingscontrole, audit en monitoring.

Voor de prestaties waarvoor geen enkele commissie bevoegd is, raamt de bevoegde beheerraad de behoeften.

Die technische ramingen moeten uiterlijk op 15 juni van het jaar dat voorafgaat aan het begrotingsjaar bezorgd worden aan de beheerraden.

Zij omvatten minstens het uitgavenniveau bij constante wetgeving, een overzicht van de nieuwe maatregelen en de impact ervan op de financiële behoeften aan de hand van een weergave van de prijsfactoren, de volumefactoren en alle andere factoren die relevant zijn voor de analyse van de behoeften en de impact ervan. § 2. De Raden stellen, elkeen wat hem betreft, een voorstel van begrotingsdoelstelling op, dat rekening houdt met de technische ramingen van de technische commissies en met de gestandaardiseerde rapporten opgemaakt door de Dienst begrotingscontrole, audit en monitoring en dat zij uiterlijk op 15 september van het jaar dat voorafgaat aan het begrotingsjaar bezorgen aan het algemeen comité. § 3. Het algemeen beheerscomité hecht tegen uiterlijk 30 september zijn goedkeuring aan de doorgestuurde voorstellen, met inbegrip van de eventuele besparingsmaatregelen door de beheerraden en bezorgt het voorstel aan het Verenigd College.

Onderafdeling 3. - Begrotingscontrole, audit en monitoring

Art. 36.§ 1. De Dienst begrotingscontrole, audit en monitoring wordt ermee belast : 1° een permanente audit te voeren over de uitgaven die gepaard gaan met de opdrachten van de Dienst en met het oog daarop de technische commissies en de beheerraden, het algemeen beheerscomité en de leden van het Verenigd College driemaandelijks op de hoogte te brengen van de evolutie van de uitgaven en de volumes die kaderen in de opdrachten van de Dienst.Die bekendmaking gebeurt op basis van een gestandaardiseerd rapport over de evolutie van de uitgaven en de volumes op basis van specifieke indicatoren voor de verschillende opdrachten van de Dienst.

Het Verenigd College kan het model van gestandaardiseerd rapport alsook de opgenomen indicatoren bepalen.

Het gestandaardiseerd rapport omvat minstens de staat van uitvoering van het beleid van de Dienst, met inbegrip van de nieuwe initiatieven en eventuele besparingsmaatregelen, het risico op het overschrijden van de begrotingsdoelstellingen en een analyse van de oorzaken van die overschrijding; 2° uiterlijk tegen 15 september van het jaar dat voorafgaat aan het begrotingsjaar aan de beheerraden, het algemeen comité en het Verenigd College besparingsmaatregelen voor te stellen met het oog op de vaststelling van de globale begrotingsdoelstelling;3° technische analyses te bezorgen over de impact van nieuwe initiatieven, conventies en alle maatregelen die voorgelegd worden aan de beheerraden. § 2. Een werkgroep opgericht binnen het algemeen beheerscomité en samengesteld uit leden van het comité brengt minstens twee keer per jaar een advies uit over de algemene begroting. Dat advies wordt voorgesteld aan het voltallig algemeen beheerscomité.

De werkgroep moet zijn advies voorbereiden op basis van de analyses die uitgevoerd zijn door de Dienst begrotingscontrole, audit en monitoring van de Dienst. HOOFDSTUK VI. - Personeel

Art. 37.Het Verenigd College vaardigt het administratief en geldelijk statuut van het personeel van de Dienst uit.

Art. 38.Het Verenigd College benoemt de leidend ambtenaar, de adjunct-leidend ambtenaar en mandaathouders van de Dienst. HOOFDSTUK VII. - Toezicht

Art. 39.§ 1. De Dienst is onderworpen aan het toezicht van het Verenigd College.

Dit toezicht wordt uitgeoefend door het optreden van een college van vijf commissarissen van het Verenigd College, die het zelf aanstelt.

De commissarissen verdelen in de schoot van de Dienst de in deze ordonnantie bedoelde controletaak onder elkaar.

Het Verenigd College stelt de bezoldigingen van de commissarissen vast, die ten laste zijn van de Dienst. § 2. De Commissarissen van het Verenigd College zien toe op de naleving van wetten, ordonnanties en besluiten die van toepassing zijn op de uitoefening van de opdrachten van de Dienst en van de beheersovereenkomst. § 3. De commissarissen van het Verenigd College worden uitgenodigd op alle vergaderingen van het Algemeen Beheerscomité en van de Raden.

Zij mogen steeds kennis nemen van de briefwisseling, van de verslagen en algemeen ook van alle documenten en alle akten van de Dienst die betrekking hebben op de uitoefening van zijn opdrachten.

Zij mogen van de personeelsleden en beambten van de Dienst iedere toelichting of informatie eisen en iedere controle verrichten die hen noodzakelijk lijkt voor de uitoefening van hun mandaat.

Art. 40.Elke commissaris van het College mag binnen een termijn van vier dagen een beroep indienen bij het Verenigd College tegen elke beslissing die hij in strijd acht met ordonnanties en verordeningen en met de beheersovereenkomst of waarvan hij meent dat zij de uitvoering van de opdrachten van de Dienst in moeilijkheden kan brengen.

Hij bezorgt een kopie van zijn beroep aan de Dienst.

Deze termijn gaat in op de dag van de vergadering waarop de beslissing is genomen, voor zover de commissaris van het Verenigd College hierop volgens de regels werd uitgenodigd, en in het tegengestelde geval op de dag waarop hij hiervan kennis heeft genomen.

Het beroep werkt opschortend.

Indien binnen een maand, die ingaat op dezelfde dag als deze bedoeld in het derde lid, het Verenigd College niet tot nietigverklaring is overgegaan, wordt de beslissing definitief.

Van deze termijnen worden zondagen, zaterdagen en wettelijke feestdagen uitgesloten.

Het Verenigd College mag de opdrachten van de commissarissen van het Verenigd College nader omschrijven.

Art. 41.Het Verenigd College of elke commissaris die het hiertoe machtigt, mag van het bevoegde beheersorgaan eisen dat het beraadslaagt over enige aangelegenheid die hij bepaalt. HOOFDSTUK VIII. - Slot- en overgangsbepalingen

Art. 42.De Beheerraden bereiden de overname van de bevoegdheden voor en leggen een advies aan het Verenigd College voor over alle reglementaire voorontwerpen van ordonnantie, voorstellen van ordonnantie of ontwerpbesluiten tot wijziging van de wetgeving of regelgeving met betrekking tot de naar de Dienst overgedragen beleidsvormen.

Het Verenigd College bepaalt de te volgen procedure.

De Beheerraden moeten hun advies binnen twee maanden na de aanvraag bezorgen, tenzij het Verenigd College een andere termijn heeft vastgelegd. Na die termijn wordt die formaliteit geacht vervuld te zijn.

Art. 43.In afwijking van artikel 12, eerste lid, en gedurende de periode die voorafgaat aan de installatie van de leden die het Algemeen Beheerscomité vormen, kan het Verenigd College afwijken van de formaliteit van de raadpleging die geldt voor de goedkeuring van de ordonnanties en de besluiten die in deze bepaling bedoeld worden.

In afwijking van artikel 22, § 3, hoeven de ordonnanties en de besluiten die uiterlijk op 1 januari 2019 in werking zullen treden, niet ter advies voorgelegd te worden zoals in deze paragraaf bepaald wordt.

In afwijking van artikel 28, § 2, hoeven de ordonnanties en de besluiten die uiterlijk op 1 januari 2019 in werking zullen treden, niet ter advies voorgelegd te worden zoals in deze paragraaf bepaald wordt.

Art. 44.Het Verenigd College stelt de inwerkingtreding van alle of deel van de bepalingen van deze ordonnantie vast.

Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 23 maart 2017.

Het Lid van het Verenigd College bevoegd voor het Gezondheidsbeleid, het Openbaar Ambt, de Financiën, de Begroting en de Externe Betrekkingen, G. VANHENGEL Het Lid van het Verenigd College bevoegd voor het Gezondheidsbeleid, het Openbaar Ambt, de Financiën, de Begroting en de Externe Betrekkingen, D. GOSUIN Het Lid van het Verenigd College bevoegd voor het Beleid inzake Bijstand aan Personen, het Gezinsbeleid en de Filmkeuring, P. SMET Het Lid van het Verenigd College bevoegd voor het Beleid inzake Bijstand aan Personen, het Gezinsbeleid en de Filmkeuring, Mevr. C. FREMAULT _______ Nota (1) Gewone zitting 2016-2017. Documenten van de Verenigde Vergadering van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie. - Ontwerp van ordonnantie, B-69/1. - Verslag, B-69/2. - Amendementen na verslag, B-69/3.

Integraal verslag. - Bespreking en aanneming. Vergadering van vrijdag 10 maart 2017.

^