Etaamb.openjustice.be
Beschikking van 15 december 2022
gepubliceerd op 30 januari 2023

Ordonnantie tot wijziging van de ordonnantie van 24 april 2008 betreffende de voorzieningen voor opvang of huisvesting van bejaarde personen

bron
gemeenschappelijke gemeenschapscommissie van brussel-hoofdstad
numac
2022043033
pub.
30/01/2023
prom.
15/12/2022
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE VAN BRUSSEL-HOOFDSTAD


15 DECEMBER 2022. - Ordonnantie tot wijziging van de ordonnantie van 24 april 2008 betreffende de voorzieningen voor opvang of huisvesting van bejaarde personen


De Verenigde Vergadering heeft aangenomen en Wij, Verenigd College, bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 135 van de Grondwet.

Art. 2.In het opschrift en de volledige tekst van de ordonnantie van 24 april 2008 betreffende de voorzieningen voor opvang of huisvesting van bejaarde personen worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « bejaarde personen » worden telkens vervangen door het woord « ouderen » ;2° de woorden « bejaarde persoon » worden telkens vervangen door het woord « oudere ».

Art. 3.In de titel van dezelfde ordonnantie worden de woorden « opvang of huisvesting » geschrapt.

Art. 4.In artikel 2, 1° en 4°, f), 4, eerste lid, 7, § 4, 8, eerste lid, 11, § 1, tweede lid, 11, § 2, 12, eerste lid, 13, eerste lid, 14, 17, § 1, eerste lid, 18, 20, tweede lid, 22, § 3, tweede lid, 22, § 4, tweede lid, 22, § 5, 23, §§ 2 en 3, 24, 25, derde lid van dezelfde ordonnantie worden de woorden « van de afdeling » telkens vervangen door de woorden « van de Beheerraad ».

Art. 5.In artikel 2 van dezelfde ordonnantie, gewijzigd door de ordonnantie van 25 april 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in punt 1° : a) worden de woorden « die in een onder 4° bedoelde voorziening verblijven of zijn opgevangen » vervangen door de woorden « die een onder 4° bedoelde voorziening bezoeken, erin verblijven of er wonen » ;b) worden de woorden « die er worden gehuisvest of opgenomen » vervangen door de woorden « die ze bezoeken, erin verblijven of er wonen » ;2° punt 3° wordt vervangen als volgt : « 3° Iriscare : de bicommunautaire Dienst voor Gezondheid, Bijstand aan Personen en Gezinsbijslag, zoals bedoeld in artikel 2, § 1, van de ordonnantie van 23 maart 2017 houdende de oprichting van de bicommunautaire Dienst voor Gezondheid, Bijstand aan Personen en Gezinsbijslag ;» ; 3° in punt 4° worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in punt 4°, b) en c), worden de woorden « een of meerdere gebouwen » telkens vervangen door de woorden « een of meer leefeenheden » ;b) in de Franse tekst van punt 4°, b), worden de woorden « auxquels elles » telkens vervangen door de woorden « auxquels ils » ;c) in de Nederlandse tekst van punt 4°, d) en e), worden de woorden « een gebouw of een gedeelte van een gebouw » telkens vervangen door de woorden « een leefeenheid » ;d) in de Nederlandse tekst van punt 4°, g), worden de woorden « een gebouw of een deel van het een gebouw » vervangen door de woorden « een leefeenheid » ;4° in punt 5° : a) wordt het woord « afdeling » vervanging door het woord « Beheerraad » ;b) wordt het cijfer « 22 » vervangen door het cijfer « 21 » ;5° in punt 6°, worden de woorden « of plannen te exploiteren » ingevoegd tussen het woord « exploiteren » en de woorden « of, wanneer » ;6° in punt 7° worden de woorden « het Bestuur » vervangen door het woord « Iriscare » ;7° punt 9° wordt vervangen als volgt : « 9° vertegenwoordiger : a) de wettelijke vertegenwoordiger van de oudere ;b) als er geen in a) bedoelde vertegenwoordiger is, de door de oudere aangewezen gemachtigde.Deze persoon mag niet in de betrokken voorziening werken, niet aan het beheer ervan deelnemen en niet onderworpen zijn aan het gezag van de beheerder. Die beperking geldt niet voor de bloed- of aanverwant van de oudere, tot in de vierde graad ; » ; c) als er geen in a) of b) bedoelde vertegenwoordiger is, een vertegenwoordiger van het bevoegde openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn.Deze persoon mag niet in de betrokken voorziening werken, niet aan het beheer ervan deelnemen en niet onderworpen zijn aan het gezag van de beheerder ; » ; 8° punt 10° wordt vervangen als volgt : « 10° leefproject van de voorziening : een document waarin beschreven wordt hoe een onder 4° bedoelde voorziening de levenskwaliteit van de ouderen, zowel binnen als buiten de voorziening, en de zorgkwaliteit, indien er zorg wordt verstrekt, wil bevorderen ;» ; 9° het artikel wordt aangevuld met de punten 12° tot en met 15°, luidende : « 12° sector : de openbare sector, de private sector zonder winstoogmerk of de private sector met winstoogmerk ;13° de openbare sector : de sector die bestaat uit voorzieningen waarvan de beheerder de rechtsvorm heeft van een publiekrechtelijke rechtspersoon of waarvan de beheerder een rechtspersoon is georganiseerd door een of meerdere publiekrechtelijke rechtspersonen ;14° private sector zonder winstoogmerk : de sector die bestaat uit voorzieningen waarvan de beheerder de vorm aanneemt van een vereniging zonder winstoogmerk of van een stichting, die, in beide gevallen, niet georganiseerd is door een of meerdere publiekrechtelijke rechtspersonen of die niet is onderworpen aan het toezicht van een vennootschap in de zin van artikel I:14, § 1, van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen.Het Verenigd College kan bepalen wat moet worden verstaan onder de notie « onderworpen zijn aan het toezicht van » bedoeld in de vorige zin ; 15° private sector met winstoogmerk : de sector die bestaat uit voorzieningen waarvan de beheerder, hetzij, de vorm aanneemt van een rechtspersoon met winstoogmerk, hetzij, onderworpen is aan het toezicht van een vennootschap in de zin van artikel I:14, § 1, van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, terwijl hij de vorm aanneemt van een rechtspersoon zonder winstoogmerk.Het Verenigd College kan bepalen wat moet worden verstaan onder de notie « onderworpen zijn aan het toezicht van », bedoeld in de vorige zin. ».

Art. 6.In de Franse tekst van artikel 3 van dezelfde ordonnantie worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in punt 1° worden de woorden « parente ou alliée » vervangen door de woorden « parent ou allié » ;2° in punt 2° worden de woorden « elles cohabitent » vervangen door de woorden « ils cohabitent ».

Art. 7.Artikel 4, eerste lid, 2°, van dezelfde ordonnantie wordt opgeheven.

Art. 8.In artikel 5, derde lid, van dezelfde ordonnantie worden de woorden « Het Verenigd College of het personeelslid van het Bestuur dat het daartoe machtigt, » vervangen door het woord « Iriscare ».

Art. 9.In artikel 6 van dezelfde ordonnantie worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in het eerste lid : - worden de woorden « in artikel 2, 4° bedoelde nieuwe voorziening » vervangen door het woord « ouderenvoorziening » ; - worden de woorden « van die bestaande voorzieningen » vervangen door het woord « ouderenvoorziening » ; - worden de woorden « of door toepassing van artikel 31 » ingevoegd na de woorden « overeenkomstig hoofdstuk II » ; - worden de woorden « De toestemming bedoeld in het eerste lid, die betekent dat een project in de programmering past, wordt « specifieke toestemming voor de ingebruikneming of exploitatie » genoemd » geschrapt ; b) tussen het eerste lid en het vroegere tweede lid, wordt een nieuw tweede lid ingevoegd, dat luidt als volgt : « De in het eerste lid bepaalde toestemming, die betekent dat een project past in de programmering, wordt een « specifieke vergunning tot ingebruikneming en exploitatie » genoemd.» ; c) het vroegere tweede lid wordt opgeheven.

Art. 10.In artikel 7 van dezelfde ordonnantie, gewijzigd door de ordonnantie van 6 december 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in paragraaf 1 worden het eerste tot en met zevende lid vervangen als volgt : « De in artikel 6 bedoelde vergunning wordt door het Verenigd College toegekend na advies van de Beheerraad en stelt het aantal plaatsen vast waarvoor ze wordt verleend. De specifieke vergunning tot ingebruikneming en exploitatie geldt enkel voor de voorziening die is gevestigd op het adres in de vergunningsaanvraag.

Bij de vergunningsaanvraag wordt een beschrijvend dossier gevoegd waarvan de inhoud wordt bepaald door het Verenigd College op advies van de Beheerraad.

Het Verenigd College meldt de ontvangst van de aanvraag binnen vijftien dagen na de ontvangst ervan en geeft aan of bijkomende documenten nodig zijn voor zijn onderzoek.

De beslissing van het Verenigd College, genomen op advies van de Beheerraad, wordt aan de aanvrager ter kennis gebracht binnen 120 dagen na ontvangst van een volledig aanvraagdossier.

De in het voorgaande lid bedoelde termijn wordt opgeschort in juli en augustus. » ; b) tussen paragraaf 1 en paragraaf 2 wordt een paragraaf 1/1 ingevoegd, die luidt als volgt : « § 1/1.Het Verenigd College stelt op advies van de Beheerraad bijkomende nadere regels vast voor de toekenning van de specifieke vergunning tot ingebruikneming en exploitatie. Het stelt op advies van de Beheerraad met name de criteria vast die gelden voor de toekenning van de specifieke vergunning tot ingebruikneming en exploitatie.

De in het eerste lid bedoelde criteria hebben met name betrekking op : 1° de financiële toegankelijkheid van de voorziening ;2° de bereidheid van de voorziening om zich aan te sluiten bij een gediversifieerd aanbod van diensten en samen te werken met de bestaande diensten in een gegeven geografisch gebied om continue bijstand en zorg te garanderen voor de ouderen ;3° de mate waarin het leefproject van de voorziening is afgestemd op de betrokken begunstigde doelgroep ;4° de inspraak van de ouderen, mantelzorgers en het personeel in de organisatie van het leven en de verzorging in de voorziening ;5° de mate waarin de voorziening wordt omkaderd door onderhouds-, hulp- en verzorgingspersoneel ;6° het goede administratieve en financiële beheer van de voorziening ;7° de architecturale kwaliteit van het project, met inbegrip van zijn indeling in kleine leefeenheden, zijn inplanting en de middelen die worden aangewend om bij te dragen aan duurzame ontwikkeling ;8° de maximale huisvestingscapaciteit van de voorziening ;9° de evenwichtige verdeling van de capaciteit van de voorzieningen over het grondgebied van Brussel-Hoofdstad ;10° de sector waartoe de beheerder behoort, met het oog op een evenwichtige verdeling van de capaciteit van de voorzieningen behorende tot de openbare sector, tot de private sector zonder winstoogmerk en tot de private sector met winstoogmerk.Met het oog op het waarborgen van de keuzevrijheid van de ouderen tussen voorzieningen van de verschillende sectoren, en van de toegang tot betaalbare en toegankelijke voorzieningen, zal geen enkele vergunning voor de exploitatie van rusthuisplaatsen worden toegekend aan voorzieningen die tot de private sector met winstoogmerk behoren, zolang deze sector een aandeel vertegenwoordigt van meer dan 50 % van het totaal van de op grond van deze ordonnantie of van de uitvoeringsbesluiten hiervan als rusthuisplaatsen erkende plaatsen, met inbegrip van de rusthuisplaatsen die een voorlopige werkingsvergunning hebben. Zonder afbreuk te doen aan het voorgaande principe, bepaalt het Verenigd College wat moet worden verstaan onder « een evenwichtige verdeling ».

Het Verenigd College kan de nadere regels, waaronder de weging, vaststellen van de in het vorige lid bedoelde criteria. » ; c) paragraaf 2 wordt vervangen als volgt : « § 2.De specifieke vergunning tot ingebruikneming en exploitatie geldt geheel of gedeeltelijk niet meer als er geen ontvankelijke erkenningsaanvraag werd ingediend binnen vijf jaar na de ontvangst door de beheerder van de kennisgeving van de specifieke vergunning tot ingebruikneming en exploitatie.

Het Verenigd College kan, na advies van de Beheerraad, de voorwaarden en nadere regels bepalen op basis waarvan er kan worden afgeweken van het eerste lid. » ; d) paragraaf 3 wordt vervangen als volgt : « § 3.De toegekende vergunning kan niet worden overgedragen.

In afwijking van het eerste lid, kan de toegekende vergunning worden overgedragen, mits akkoord van het Verenigd College, wanneer de beheerder verandert van de voorziening waarop de vergunning betrekking heeft en op voorwaarde dat de vergunning wordt ingevuld op dezelfde site en onder dezelfde voorwaarden en termijnen als bepaald bij de toekenning van deze vergunning. Het Verenigd College kan de overdracht weigeren, met name als het gaat om een overdracht ten bezwarende titel of als de overdracht niet past in de programmering.

Het Verenigd College bepaalt de procedure die geldt voor de in het vorige lid bedoelde overdrachten. Het Verenigd College kan ook de nadere regels vastleggen voor de toepassing van het vorige lid. » ; e) tussen paragraaf 3 en paragraaf 4 wordt een paragraaf 3/1 ingevoegd, die luidt als volgt : « § 3/1.Binnen de beperkingen van de begrotingskredieten kan het Verenigd College op vraag van de beheerder de specifieke vergunning tot ingebruikneming en exploitatie van een ouderenvoorziening geheel of gedeeltelijk omzetten in een erkenning of een specifieke vergunning tot ingebruikneming en exploitatie van een ander type ouderenvoorziening.

Het Verenigd College legt, op advies van de Beheerraad, de procedure, de voorwaarden en andere nadere regels, waaronder de financiering van deze omzetting, vast. ».

Art. 11.In artikel 8, tweede lid, van dezelfde ordonnantie worden de woorden « artikel 17, § 1, tweede lid » vervangen door de woorden « artikel 17, § 1/2, ».

Art. 12.In artikel 9 van dezelfde ordonnantie wordt het tweede lid vervangen als volgt : « De in het eerste lid bepaalde vergunning wordt « vergunning voor werken » genoemd. Die is bedoeld om na te gaan of : 1° het project in voorkomend geval in overeenstemming is met de specifieke vergunning tot ingebruikneming en exploitatie ;2° de voorziening na afloop van de werken in overeenstemming zal zijn met de architectonische normen en de veiligheidsnormen die het Verenigd College heeft vastgelegd ter uitvoering van artikel 11.».

Art. 13.In artikel 10 van dezelfde ordonnantie wordt paragraaf 1 vervangen als volgt : « § 1. De in artikel 9 bepaalde vergunning wordt toegekend door het Verenigd College na advies van de Beheerraad.

Bij de vergunningsaanvraag wordt een beschrijvend dossier gevoegd waarvan de inhoud wordt bepaald door het Verenigd College na advies van de Beheerraad.

Het Verenigd College meldt de ontvangst van de aanvraag binnen vijftien dagen na de ontvangst ervan en geeft, in voorkomend geval, aan of bijkomende documenten nodig zijn voor zijn onderzoek.

De beslissing van het Verenigd College, genomen op advies van de Beheerraad, wordt aan de aanvrager ter kennis gebracht binnen 120 dagen na ontvangst van een volledig aanvraagdossier. Wanneer deze termijn is verstreken, wordt de vergunning geacht toegekend te zijn.

De in het voorgaande lid bedoelde termijn wordt opgeschort in juli en augustus. ».

Art. 14.In artikel 11, § 1 van dezelfde ordonnantie, gewijzigd door de ordonnantie van 30 juni 2022, worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) het eerste lid wordt vervangen als volgt : « Zonder voorafgaande erkenning als ouderenvoorziening door het Verenigd College of zonder daarvoor een toelating te hebben gekregen van het Verenigd College door middel van een voorlopige werkingsvergunning kan geen enkele in artikel 2, 4° a), b), alpha), c), d), e), f) of g) bedoelde voorziening in gebruik worden gesteld en mag geen enkele beheerder diensten aanbieden in een in artikel 2, 4°, b), bêta), bedoelde voorziening.» ; b) het tweede lid wordt vervangen als volgt : « De erkenning wordt door het Verenigd College, na advies van de Beheerraad, voor onbepaalde duur toegekend.» ; c) in het vijfde lid worden de volgende wijzigingen aangebracht : - punt 1° wordt aangevuld met de woorden « , en de regels voor het bijhouden van een vertrouwelijk dossier voor elke oudere, waarvan het Verenigd College de inhoud bepaalt » ; - in punt 2° worden de woorden « zijn recht op opvang, begeleiding en, in voorkomend geval, zorg in het Nederlands of het Frans, naargelang de gekozen taal, » ingevoegd tussen de woorden « vrij over zijn bezittingen te beschikken, » en de woorden « zonder afbreuk te doen » ; - in punt 3° wordt het woord « leefproject » vervangen door de woorden « leefproject van de voorziening » ; - in punt 5° worden de woorden « en de zorgverstrekking » vervangen door de woorden « , begeleiding, te verstrekken hulp en zorg, alsook de door de voorziening aangeboden activiteiten » ; - er wordt een punt 5/1° en een punt 5/2° ingevoegd, die luiden als volgt : « 5/1° de regels voor het bijhouden van een medisch dossier voor elke oudere, waarvan het Verenigd College de inhoud bepaalt ; 5/2° de maatregelen die bestemd zijn om de preventie van besmettelijke ziekten te garanderen ; » ; - in punt 6° worden de woorden « de opdrachten, » ingevoegd tussen de woorden « het aantal, » en de woorden « de kwalificatie » ; - er worden punten 7/1° tot 7/3° ingevoegd, die luiden als volgt : « 7/1° de verplicht ter beschikking van de ouderen gestelde uitrusting ; 7/2° de maximale capaciteit van de voorziening ; 7/3° de lijst van goederen en diensten die in de dagprijs moeten worden opgenomen of die het voorwerp kunnen uitmaken van een toeslag of voorschot ten gunste van derden ; » ; - in punt 10° worden de woorden « wat betreft » vervangen door de woorden « met inbegrip van ».

Art. 15.Artikel 12 van dezelfde ordonnantie wordt vervangen als volgt : «

Art. 12.De erkenningsaanvraag gaat vergezeld van een beschrijvend dossier, waarvan de inhoud door het Verenigd College, op advies van de Beheerraad, wordt vastgesteld.

Het Verenigd College meldt de ontvangst van de aanvraag binnen vijftien dagen na de ontvangst ervan en geeft, in voorkomend geval, aan of bijkomende documenten nodig zijn voor zijn onderzoek.

De beslissing van het Verenigd College, genomen op advies van de Beheerraad, wordt aan de aanvrager ter kennis gebracht binnen 120 dagen na ontvangst van een volledig aanvraagdossier. Wanneer deze termijn is verstreken, wordt de erkenning geacht te zijn toegekend.

De in het voorgaande lid bedoelde termijn wordt opgeschort in juli en augustus.

Het Verenigd College kan bijkomende nadere regels voor de erkenningsprocedure vaststellen. ».

Art. 16.In artikel 13 van dezelfde ordonnantie worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in het eerste lid, worden de woorden « kent een voorlopige werkingsvergunning toe » vervangen door de woorden « kan een voorlopige werkingsvergunning toekennen » ;b) in het tweede lid worden de woorden « Die vergunning wordt » vervangen door de woorden « Onverminderd artikel 14 wordt die vergunning ».

Art. 17.Artikel 14 van dezelfde ordonnantie wordt vervangen als volgt : «

Art. 14.Op eigen initiatief of op verzoek van de beheerder kan het Verenigd College, op advies van de Beheerraad, een verlenging van de voorlopige werkingsvergunning toekennen aan de voorzieningen waarvan de procedure van de erkenningsaanvraag lopende is terwijl de voorlopige werkingsvergunning is verstreken. Het Verenigd College stelt, op advies van de Beheerraad, de voorwaarden en nadere regels vast voor de versnelde toekenning van deze vergunning. ».

Art. 18.Artikel 15, § 1 van dezelfde ordonnantie wordt vervangen als volgt : « § 1. In deze paragraaf verstaat men onder « voorziening » een voorziening die valt onder een categorie van voorzieningen waarvoor het Verenigd College een programmering heeft vastgesteld volgens hoofdstuk II of door toepassing van artikel 31, met uitzondering van de centra voor dagverzorging.

Als een voorziening een jaarlijkse gemiddelde niet-bezettingsgraad van haar erkende plaatsen heeft die groter is dan nul, vervallen de erkenningen van de helft van de onbezette plaatsen van rechtswege.

In afwijking van het vorige lid mag een voorziening over onbezette plaatsen ten belope van 5 % van haar erkende plaatsen beschikken met een minimum van drie onbezette erkende plaatsen. Het minimum van drie onbezette erkende plaatsen wordt op 25 gebracht indien het plaatsen betreft met een speciale erkenning voor de verzorging van sterk afhankelijke en zorgbehoevende ouderen.

Voor alle latere opvang- of huisvestingcapaciteitstoenames moet opnieuw een specifieke vergunning tot ingebruikneming en exploitatie worden aangevraagd.

Voor de toepassing van het tweede lid stellen de diensten van Iriscare op 1 januari van ieder jaar T het verval vast op basis van de gemiddelde niet-bezettingsgraad van de voorziening, zoals beschikbaar in de toepassing om tegemoetkomingen te berekenen, tijdens de referentieperiode startend op 1 juli van het jaar T-2 en eindigend op 30 juni van het jaar T-1, waarbij het eerste jaar T het jaar 2024 betreft.

De gemiddelde niet-bezettingsgraad, bedoeld in het vorige lid, wordt berekend op basis van het gewogen gemiddeld aantal plaatsen van de voorziening gedurende de in het vorige lid vermelde referentieperiode.

Het aantal onbezette plaatsen waarvoor de erkenning in toepassing van het tweede lid als vervallen moet worden beschouwd, wordt, in voorkomend geval, naar de lagere eenheid afgerond.

Het aantal onbezette plaatsen waarover een voorziening in toepassing van het derde lid mag beschikken wordt, in voorkomend geval, naar de hogere eenheid afgerond.

Het tweede lid is niet van toepassing gedurende de eerste vijf jaar na de afgifte van de eerste voorlopige werkingsvergunning van de voorziening, noch gedurende de eerste vijf jaar na de afgifte van een voorlopige werkingsvergunning voor een uitbreiding met meer dan 20 % van de erkende capaciteit van de voorziening.

Het Verenigd College mag de regels voor de berekening van de gemiddelde niet-bezettingsgraad van de plaatsen, zoals bedoeld in deze paragraaf, verduidelijken en aanvullen. Het mag het percentage en het aantal plaatsen, zoals bedoeld in het derde lid, wijzigen. Het mag ook het aantal jaren en het percentage, zoals bedoeld in het negende lid, wijzigen. ».

Art. 19.In dezelfde ordonnantie wordt een artikel 15/1 ingevoegd, dat luidt als volgt : «

Art. 15/1.§ 1. De beheerder die wil afzien van de erkenning van een deel van zijn plaatsen brengt het Verenigd College hiervan onmiddellijk op de hoogte, hetgeen de erkenning in overeenstemming daarmee wijzigt.

Voor alle latere opvang- of huisvestingcapaciteitstoenames moet opnieuw een specifieke vergunning tot ingebruikneming en exploitatie worden aangevraagd. § 2. Het Verenigd College kan, op advies van de Beheerraad, de voorwaarden en nadere regels bepalen op basis waarvan er kan worden afgeweken van § 1, tweede lid, met name in het geval van tijdelijke sluiting van plaatsen wegens werken. ».

Art. 20.In artikel 17 van dezelfde ordonnantie worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in paragraaf 1, lid 1, wordt het woord « schorsen » ingevoegd tussen het woord « weigeren » en de woorden « of intrekken » ;b) het tweede lid van paragraaf 1 wordt vervangen als volgt : « De beslissingen tot weigering, schorsing of intrekking van een erkenning of een voorlopige werkingsvergunning kunnen betrekking hebben op alle of een deel van de plaatsen van de voorziening.» ; c) een § 1/1 en een § 1/2 worden ingevoegd, die luiden als volgt : « § 1/1.De beslissing tot schorsing van de erkenning of van de voorlopige werkingsvergunning van een voorziening wordt aangeplakt bij de ingang van het gebouw en houdt een verbod in om nieuwe bewoners op te vangen. Dit verbod wordt van kracht vanaf de ontvangst door de beheerder van de kennisgeving van de beslissing tot schorsing. § 1/2. Met uitzondering van de in artikel 2, 4°, b), bêta), bedoelde voorzieningen heeft de weigering of de intrekking van de erkenning of van de voorlopige werkingsvergunning van een voorziening van rechtswege de sluiting van de voorziening tot gevolg. Vanaf de ontvangst door de beheerder van de kennisgeving van de beslissing tot intrekking van de erkenning of van de voorlopige werkingsvergunning, mag de beheerder geen nieuwe bewoners meer opvangen.

Het Verenigd College stelt, op advies van de Beheerraad, de procedure vast die van toepassing is op de in het eerste lid bedoelde sluiting.

Deze procedure omvat in ieder geval de oprichting door het Verenigd College van een cel die erop gericht is het proces van verhuizing van de bewoners naar een andere voorziening te begeleiden, waarbij de keuzevrijheid van de bewoner en de verplichting voor de beheerder om aan dit proces mee te werken maximaal wordt geëerbiedigd. Deze verhuizing moet plaatsvinden binnen een termijn van drie maanden volgend op ontvangst door de beheerder van de kennisgeving van de in het eerste lid bedoelde beslissing tot sluiting. Aan het einde van deze termijn wordt de voorziening gesloten.

Elk plan om de voorziening later opnieuw te openen, moet het voorwerp uitmaken van een nieuwe aanvraag voor een specifieke vergunning voor ingebruikneming en exploitatie ; d) paragraaf 2, tweede lid wordt vervangen als volgt : « Onverminderd paragraaf 3 van dit artikel, moet de beheerder toezien op de onmiddellijke evacuatie van de ouderen.Het Verenigd College licht de Beheerraad onmiddellijk over zijn maatregel in. Het Verenigd College neemt een definitieve beslissing na advies van de Beheerraad, dat binnen dertig dagen na de aanhangigmaking ervan wordt uitgebracht. ».

Art. 21.In artikel 18 van dezelfde ordonnantie worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) het woord « , schorsing » wordt ingevoegd tussen de woorden « weigering » en « of intrekking » ;b) de woorden « , met inbegrip van de duur van de schorsing » worden gevoegd na de woorden « of onmiddellijke intrekking van de erkenning ».

Art. 22.In artikel 19 van dezelfde ordonnantie worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) de woorden « of tot schorsing » worden ingevoegd tussen de woorden « tot intrekking » en de woorden « van de voorlopige werkingsvergunning » ;b) de woorden « , tot schorsing » worden ingevoegd tussen de woorden « tot weigering » en de woorden « of tot intrekking van de erkenning ».

Art. 23.In dezelfde ordonnantie wordt een artikel 19/1 ingevoegd, dat luidt als volgt : «

Art. 19/1.§ 1. Het Verenigd College legt de sluiting op van alle ouderenvoorzieningen die in gebruik genomen of geëxploiteerd worden zonder dat zij beschikken over een voorlopige werkingsvergunning of een erkenning.

Het Verenigd College stelt, op advies van de Beheerraad de procedure, vast die van toepassing is op de in het eerste lid bedoelde sluiting.

Deze procedure bevat in elk geval de oprichting door het Verenigd College van een cel die erop gericht is het proces van verhuizing van de bewoners naar een andere voorziening te begeleiden, waarbij de keuzevrijheid van de bewoner en de verplichting voor de beheerder om aan dit proces mee te werken zoveel mogelijk wordt geëerbiedigd. De verhuizing dient plaats te vinden binnen een termijn van drie maanden vanaf de ontvangst door de beheerder van de kennisgeving van de in het eerste lid bedoelde beslissing tot sluiting. Eens deze termijn overschreden, is de voorziening gesloten. § 2. Het Verenigd College legt de stopzetting van activiteiten op aan de beheerder van een in artikel 2, 4°, b), bêta), bedoelde serviceresidentie die niet over een voorlopige werkingsvergunning of erkenning beschikt.

Het Verenigd College stelt, op advies van de Beheerraad, de procedure vast die van toepassing is op in het eerste lid bedoelde beslissing tot stopzetting van activiteiten. ».

Art. 24.In dezelfde ordonnantie wordt een artikel 19/2 ingevoegd, dat luidt als volgt : «

Art. 19/2.Als ondanks de inwerkingtreding van een beslissing tot sluiting van een voorziening, zoals bedoeld in de artikelen 8, 17, §§ 1/2 en 2, en 19/1, § 1, wordt vastgesteld dat de exploitatie ervan niet is stopgezet, gaat de burgemeester, op schriftelijk verzoek van het Verenigd College, over tot de effectieve sluiting, onverminderd de bevoegdheid die door de Nieuwe Gemeentewet aan de burgemeester is verleend. Hij beveelt de stopzetting van de activiteiten en, in voorkomend geval, de ontruiming van de gebouwen, en verzegelt de gebouwen.

Die maatregelen worden uitgevoerd op kosten en risico van de beheerder. Het Verenigd College bepaalt de procedure daarvan. ».

Art. 25.In dezelfde ordonnantie wordt een artikel 19/3 ingevoegd, dat luidt als volgt : «

Art. 19/3.Indien bij de controle ernstige tekortkomingen worden vastgesteld en de beheerder deze niet verhelpt binnen de door de diensten van Iriscare gestelde termijn, kan het Verenigd College op kosten van de beheerder een commissaris aanstellen om de directie van de voorziening te begeleiden gedurende de tijd die nodig is om de vastgestelde ernstige tekortkomingen in orde te brengen.

De commissaris keurt vooraf alle beslissingen met betrekking tot de voorziening en de bewoners goed.

Het Verenigd College stelt de nadere regels en voorwaarden ter zake vast, alsook de rechten en plichten van de commissaris en de voorzieningen. ».

Art. 26.In artikel 24, tweede lid van dezelfde ordonnantie worden de worden « van het Bestuur » vervangen door de woorden « van Iriscare ».

Art. 27.In artikel 27 van dezelfde ordonnantie worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) het eerste lid wordt vervangen als volgt : « De door het Verenigd College voor de controle van de voorzieningen aangeduide ambtenaren van Iriscare zijn belast met de controle van de naleving van de door of krachtens deze ordonnantie vastgelegde regels. » ; b) in het tweede lid worden de woorden « Dat toezicht » vervangen door de woorden « Die controle » ;c) het derde lid wordt opgeheven.

Art. 28.Artikel 28 van dezelfde ordonnantie wordt vervangen als volgt : «

Art. 28.§ 1. Bij het vervullen van hun taak kunnen de in artikel 27 bedoelde ambtenaren : 1° alle onderzoeken, controles en bevragingen verrichten en alle inlichtingen inwinnen die nodig zijn om de hun opgelegde opdrachten uit te voeren, met name : a) elke persoon ondervragen over elk feit waarvan de kennis nuttig is voor de uitoefening van de controle ;b) elk document dat nodig is voor de uitoefening van hun opdracht opzoeken of het zich laten bezorgen, er een afschrift van maken of het tegen ontvangbewijs meenemen ;2° een beroep doen op bijstand van de openbare macht. § 2. De in artikel 27 bedoelde ambtenaren stellen een verslag op van hun vaststellingen. § 3. Iriscare betekent binnen een termijn van vijfenveertig dagen een kopie van het voorlopige verslag aan de beheerder en de directeur van de voorziening. De termijn neemt een aanvang de dag nadat de laatste vaststelling in het kader van de controle gedaan is. De termijn is eenmalig verlengbaar met dertig dagen, op voorwaarde dat de in artikel 27 bedoelde ambtenaren de beheerder en de directeur van de voorziening daarvan binnen een termijn van dertig dagen schriftelijk op de hoogte brengen. Als de vervaldag een zaterdag, een zondag of een wettelijke feestdag is, eindigt de termijn op de eerstvolgende werkdag. § 4. De beheerder en de directeur van de voorziening hebben het recht om binnen een termijn van dertig dagen hun schriftelijke reactie op het voorlopige verslag kenbaar te maken. De termijn neemt een aanvang de dag na de ontvangst van het in paragraaf 3 bedoelde voorlopige verslag. Als de vervaldag een zaterdag, een zondag of een wettelijke feestdag is, eindigt de termijn op de eerstvolgende werkdag. De reactie wordt als bijlage bij het verslag gevoegd en maakt dus deel uit van het administratief dossier.

De in artikel 27 bedoelde ambtenaren kunnen het verslag aanpassen op basis van de reacties op het in het eerste lid bedoelde voorlopige verslag. De beheerder en de directeur van de voorziening worden schriftelijk op de hoogte gebracht van eventuele aanpassingen. § 5. Een kopie van het verslag wordt binnen een termijn van vijfenveertig dagen ter kennis gebracht aan de beheerder en de directeur van de voorziening. De termijn neemt een aanvang de dag na de ontvangst van de in paragraaf 4 bedoelde laatste reactie, of na het verstrijken van de reactietermijn. De termijn is eenmalig verlengbaar met dertig dagen, op voorwaarde dat de in artikel 27 bedoelde ambtenaren de beheerder en de directeur van de voorziening daarvan binnen een termijn van dertig dagen schriftelijk op de hoogte brengen.

Als de vervaldag een zaterdag, een zondag of een wettelijke feestdag is, eindigt de termijn op de eerstvolgende werkdag. § 6. Het verslag dat overeenkomstig paragrafen 2 tot en met 5 opgesteld en betekend is, heeft bewijswaarde tot het tegendeel is bewezen. ».

Art. 29.In dezelfde ordonnantie wordt een artikel 28/1 ingevoegd dat luidt als volgt : «

Art. 28/1.§ 1. Een administratieve geldboete : 1° van 2.500 tot 25.000 euro wordt opgelegd aan de beheerder die een voorziening exploiteert zonder erkenning of voorlopige werkingsvergunning ; 2° van 2.500 tot 25.000 euro wordt opgelegd aan de beheerder die een hoger aantal bewoners opvangt dan het aantal toegestaan door de erkenning of de voorlopige werkingsvergunning waarover hij beschikt ; 3° van 2.500 tot 25.000 euro wordt opgelegd aan de beheerder die nieuwe bewoners opvangt ondanks een beslissing tot schorsing van de erkenning of van de voorlopige werkingsvergunning ; 4° van 250 euro tot 5.000 euro wordt opgelegd aan de beheerder die opzettelijk een onjuiste of onoprechte verklaring aflegt om een specifieke vergunning voor ingebruikneming en exploitatie, een vergunning voor werken, een voorlopige werkingsvergunning of een erkenning te verkrijgen of te behouden ; 5° van 5.000 euro tot 50.000 euro wordt opgelegd aan de beheerder die de termijnen van de vergunning voor werken niet naleeft ; 6° van 250 euro tot 5.000 euro wordt opgelegd aan de persoon die opzettelijk weigert de op grond van deze ordonnantie en haar uitvoeringsbesluiten vereiste gegevens te verstrekken aan Iriscare of aan de in artikel 27 bedoelde ambtenaren of die opzettelijk onjuiste of onvolledige gegevens verstrekt. § 2. In geval van herhaling binnen vijf jaar na de vaststelling van de inbreuk worden de hierboven genoemde bedragen verdubbeld. § 3. De administratieve geldboete kan worden opgelegd binnen een termijn van zes maanden, te rekenen vanaf de dag waarop de inbreuk is vastgesteld en nadat de betrokkene is gehoord. Indien een administratieve geldboete wordt opgelegd, vermeldt de beslissing het bedrag, de betalingswijze en de betalingstermijn ervan. De kennisgeving van de beslissing aan de betrokkene vermeldt de wijze waarop en binnen welke termijn beroep tegen de beslissing kan worden aangetekend.

Het Verenigd College stelt de voorwaarden vast waarop de administratieve geldboete wordt opgelegd en betaald. Het Verenigd College stelt de ambtenaren aan die ertoe gemachtigd zijn de geldboete op te leggen.

De opbrengst van de in dit artikel bedoelde administratieve geldboetes wordt gestort in de begroting van Iriscare.

Indien er verzachtende omstandigheden zijn, kunnen de in het tweede lid bedoelde ambtenaren het bedrag van de opgelegde administratieve geldboete verlagen, zelfs tot een lager niveau dan het toepasselijke minimumbedrag.

Indien de betrokkene weigert de administratieve geldboete te betalen, wordt deze geïnd door middel van een dwangbevel. Het Verenigd College stelt de ambtenaren aan die gemachtigd zijn een dwangbevel uit te vaardigen en uitvoerbaar te verklaren. Een dwangbevel wordt betekend door een deurwaardersexploot met een rechterlijk bevel tot betaling.

Het rechterlijk bevel tot betaling van de administratieve geldboete vervalt na een termijn van vijf jaar, te rekenen vanaf de datum van de in het eerste lid bedoelde beslissing. De verjaring wordt gestuit op de wijze en onder de voorwaarden bepaald in de artikelen 2244 tot en met 2250 van het Burgerlijk Wetboek. ».

Art. 30.In artikel 29, § 1, van dezelfde ordonnantie wordt de bepaling onder 1° opgeheven.

Art. 31.In dezelfde ordonnantie wordt een hoofdstuk VI/1 ingevoegd, dat een artikel 29/1 bevat, luidende : « HOOFDSTUK VI/ 1. - Verzameling en verwerking van persoonsgegevens.

Art. 29/1.§ 1. In dit artikel verstaat men onder algemene verordening gegevensbescherming : de Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG. § 2. Om te voldoen aan de wettelijke verplichtingen die hun worden opgelegd op grond van deze ordonnantie, en met name om de in artikel 27 bedoelde ambtenaren de informatie ter beschikking te stellen die nodig is om de naleving te controleren van de normen die het Verenigd College heeft aangenomen op grond van artikel 11, en, in voorkomend geval, de in deze ordonnantie bepaalde maatregelen en sancties toe te passen, verzamelen de ouderenvoorzieningen op gestructureerde en systematische wijze de volgende gegevens : 1° wat betreft de ouderen : de naam voornaam, geboorteplaats en geboortedatum ;2° wat betreft de vertegenwoordiger van de oudere : de naam en contactgegevens ;3° wat betreft de personeelsleden : de naam, voornaam, geboorteplaats en geboortedatum en een document dat hun kwalificaties staaft. Onverminderd het eerste lid en om de continuïteit en de kwaliteit van de aan de ouderen verstrekte zorg te waarborgen, verwerken de rusthuizen, de centra voor dagverzorging en de centra voor kortverblijf de volgende persoonsgegevens : 1° wat betreft de door de oudere gekozen gezondheidswerkers, in het bijzonder zijn behandelend arts, en het door de oudere gekozen ziekenhuisinstelling : de contactgegevens ;2° wat betreft de vertrouwenspersonen van de oudere die men moet verwittigen in geval van nood : de namen en contactgegevens. De ouderenvoorzieningen zijn toegestaan om de in de artikelen 9 en 10 van de algemene verordening gegevensbescherming bedoelde bijzondere categorieën van gegevens te verwerken, voor zover dat nodig is om de verplichtingen te vervullen die hun worden opgelegd op grond van deze ordonnantie.

Onverminderd het eerste en tweede lid en teneinde de continuïteit en de kwaliteit van de aan de ouderen verstrekte zorg, op een aan de evolutie van hun vragen of behoeften aangepaste wijze, te waarborgen, verwerken de rusthuizen de volgende persoonsgegevens wat betreft de ouderen : 1° de bepalingen betreffende de voorwaarden met betrekking tot het levenseinde die overeenkomstig de wensen van de oudere of zijn vertegenwoordiger dienen te worden nageleefd, met inbegrip van eventueel gewenste morele, godsdienstige of filosofische bijstand ;2° gegevens met betrekking tot de medische opvolging van ouderen, zoals bedoeld in het patiëntendossier in de zin van artikel 33 van de wet van 22 april 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/04/2019 pub. 14/05/2019 numac 2019041141 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet inzake de kwaliteitsvolle praktijkvoering in de gezondheidszorg sluiten inzake de kwaliteitsvolle praktijkvoering in de gezondheidszorg, individueel geregistreerd voor elke oudere, de afhankelijkheidscategorie van elke oudere, alsook de gegevens met betrekking tot de zorgverlening. Onverminderd het eerste, tweede en vierde lid, mogen de rusthuizen ook de volgende persoonsgegevens van de ouderen verwerken : 1° religieuze overtuigingen en levensbeschouwelijke opvattingen ;2° seksueel gedrag of seksuele gerichtheid. De verwerking van de in het vorige lid bedoelde gegevens is beperkt tot de volgende doeleinden : 1° het rusthuis in staat te stellen klachten van ouderen of hun vertegenwoordigers te onderzoeken en te behandelen, in toepassing van artikel 11 ;2° de gepersonaliseerde begeleiding van de bewoners te verzekeren, met name om de voedingsvoorkeuren van de ouderen te bepalen of om tegemoet te komen aan bepaalde specifieke verzoeken van de oudere. De in het vijfde lid bedoelde gezondheidsgegevens worden, in overeenstemming met artikel 9, derde lid, van de algemene verordening gegevensbescherming, verwerkt door of onder de verantwoordelijkheid van een beroepsbeoefenaar die aan het beroepsgeheim is gebonden of door een andere persoon die tot een wettelijke geheimhoudingsplicht is gehouden. Het Verenigd College verduidelijkt welke personen of instanties, binnen de instelling, toegang hebben tot de bovengenoemde gezondheidsgegevens.

Het Verenigd College legt de andere passende waarborgen vast die moeten worden ingevoerd om de rechten en vrijheden van de ouderen te beschermen en de risico's voor hen te beperken.

De in het eerste, tweede, vierde en vijfde lid, bedoelde gegevens die niet vallen onder het toepassingsgebied van de wet van 22 april 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/04/2019 pub. 14/05/2019 numac 2019041141 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet inzake de kwaliteitsvolle praktijkvoering in de gezondheidszorg sluiten inzake de kwaliteitsvolle praktijkvoering in de gezondheidszorg, worden bewaard gedurende een maximumtermijn van tien jaar na het vertrek of het overlijden van de oudere.

Onverminderd het vorige lid kan het Verenigd College een kortere effectieve bewaartermijn vastleggen per categorie ouderenvoorziening en per type gegeven. § 3. Voor de uitoefening van de controleopdracht die hun door of krachtens deze ordonnantie wordt toevertrouwd, verwerken de in artikel 27 bedoelde ambtenaren de in paragraaf 2, eerste en tweede lid, bedoelde gegevens die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van die opdracht.

Voor de uitoefening van de controleopdracht die hun door of krachtens deze ordonnantie wordt toevertrouwd, mogen de in artikel 27 bedoelde ambtenaren de in paragraaf 2, vierde en vijfde lid, bedoelde gegevens verwerken, voor zover dat noodzakelijk is voor de uitvoering van die opdracht.

Bij de verwerking van de in paragraaf 2, vierde en vijfde lid, bedoelde gegevens betreffende de gezondheid, zijn de in artikel 27 bedoelde ambtenaren tot geheimhoudingsplicht gehouden. Het Verenigd College legt de andere passende waarborgen vast die moeten worden ingevoerd om de rechten en vrijheden van de ouderen te beschermen en de risico's voor hen te beperken.

De in het eerste en tweede lid bedoelde gegevens worden bewaard gedurende een periode van maximaal drie jaar vanaf de datum waarop ze verzameld werden door de in artikel 27 bedoelde ambtenaren.

Onverminderd het vorige lid kan het Verenigd College een kortere effectieve bewaartermijn vastleggen per categorie ouderenvoorziening en per type gegevens.

Om te waarborgen dat het beheer en de leiding van de voorziening worden uitgevoerd door personen die een moraliteit en een integriteit kunnen aantonen die in overeenstemming zijn met hun functie, en om een kwaliteitsvol zorg- en dienstenaanbod te kunnen verzekeren, is de dienst van Iriscare die belast is met de administratieve opvolging van de erkenning, in het kader van de erkenningsprocedures, gemachtigd om de uittreksels uit het strafregister, bedoeld in artikel 595 van het Wetboek van Strafvordering, van de beheerder en van de directeur van de voorziening te verwerken. De uittreksels uit het strafregister mogen geen veroordelingen tot correctionele straffen die niet verzoend kunnen worden met de functie of strafrechtelijke veroordelingen bevatten.

De uittreksels uit het strafregister worden bewaard gedurende een termijn die niet langer mag zijn dan de termijn die nodig is voor de toekenning van de in artikel 11 bedoelde erkenning. Ze worden vernietigd nadat de erkenningsbeslissing werd genomen.

Om de opname in een ouderenvoorziening van personen die jonger zijn dan zestig jaar, die via de directie van de voorziening een toelatingsaanvraag indienen, te controleren, verwerkt de dienst van Iriscare, die met de administratieve opvolging belast is, de volgende persoonsgegevens van die personen : 1° de naam, de voornaam en de geboortedatum ;2° een medisch attest waaruit blijkt dat de persoon in afwijking van de leeftijdsvoorwaarde mag worden opgenomen in de voorziening, overeenkomstig de voorwaarden van het Verenigd College. De in het eerste lid bedoelde gegevens worden bewaard gedurende een maximumtermijn van één jaar vanaf de datum van ontvangst door Iriscare. § 5. De verwerkingsverantwoordelijken zoals bedoeld in artikel 4, 7), van de algemene verordening gegevensbescherming zijn : 1° de beheerders van de ouderenvoorzieningen voor de in paragraaf 2 bedoelde persoonsgegevens ;2° Iriscare voor : a) de in paragraaf 2 bedoelde gegevens, wanneer die gegevens zijn opgenomen in documenten waarvan de in artikel 27 bedoelde ambtenaren zich een kopie hebben laten bezorgen of die ze tegen ontvangstbewijs hebben meegenomen, overeenkomstig artikel 28, § 1, 1°, b) ;b) de in paragraaf 4 bedoelde gegevens. Het Verenigd College bepaalt de technische en organisatorische maatregelen die de in het eerste lid bedoelde verwerkingsverantwoordelijken moeten treffen om de persoonsgegevens te beschermen in overeenstemming met artikel 32 van de algemene verordening gegevensbescherming. Het Verenigd College bepaalt ook de bewaarmethode voor de in paragrafen 2 tot 4, eerste lid, bedoelde gegevens, en, in voorkomend geval, de bewijskracht ervan. ».

Art. 32.In dezelfde ordonnantie wordt een hoofdstuk VI/2 ingevoegd, dat het artikel 29/2 bevat, luidende : « HOOFDSTUK VI/ 2. - Administratieve controle en statistieken

Art. 29/2.Het Verenigd College bepaalt welke gegevens de voorzieningen die in exploitatie zijn aan Iriscare moeten doorgeven, voor statistische doeleinden of voor de controle van de erkenningsnormen. Het legt ook de voorwaarden van deze verplichting vast, met name de termijnen waarbinnen die gegevens aan Iriscare moeten worden doorgegeven. ».

Art. 33.Artikel 30 van dezelfde ordonnantie wordt vervangen als volgt : «

Art. 30.Voor de toepassing van artikel 2, 9°, van de ordonnantie van 21 december 2018 betreffende de Brusselse verzekeringsinstellingen in het domein van de gezondheidszorg en de hulp aan personen geldt de in artikel 13 bedoelde voorlopige werkingsvergunning als erkenning. ».

Art. 34.Artikel 31 van dezelfde ordonnantie wordt vervangen als volgt : «

Art. 31.In afwachting van een overeenkomstig hoofdstuk II vastgelegde programmering kan het Verenigd College per categorie van ouderenvoorzieningen het maximale aantal plaatsen vaststellen dat in aanmerking komt voor een specifieke vergunning voor ingebruikneming en exploitatie op het grondgebied van Brussel-Hoofdstad. Het Verenigd College stelt in elk geval het maximale aantal plaatsen vast voor de rusthuizen, met inbegrip van de plaatsen met een bijzondere erkenning voor de verzorging van zwaar afhankelijke en hulpbehoevende ouderen, en de centra voor dagverzorging die een specifieke vergunning tot ingebruikneming en exploitatie kunnen krijgen voor het gebied van Brussel-Hoofdstad. ».

Art. 35.Artikel 32 en 33 van dezelfde ordonnantie worden opgeheven.

Art. 36.De ordonnantie van 13 juli 2017 strekkende tot instelling van een moratorium van het aantal bedden voor bepaalde voorzieningen vóór opvang of huisvesting van bejaarde personen wordt opgeheven.

Art. 37.Artikel 9, c), van deze ordonnantie geldt niet voor de overdrachten van vergunde of erkende bedden of plaatsen die ter kennis worden gebracht van de afgevaardigden van het Verenigd College vóór de datum die het Verenigd College krachtens artikel 40, tweede lid, heeft vastgelegd.

Art. 38.In afwijking van artikel 10, c), van deze ordonnantie gelden alle specifieke vergunningen tot ingebruikneming en exploitatie die zijn uitgereikt vóór 1 januari 2023 geheel of gedeeltelijk niet meer als er vóór 1 januari 2025 geen ontvankelijke erkenningsaanvraag werd ingediend voor de vergunde plaatsen.

Het Verenigd College kan, op advies van de Beheerraad, de voorwaarden en de nadere regels vaststellen op grond waarvan er van het eerste lid kan worden afgeweken.

Art. 39.De erkenningen die geldig zijn op1 januari 2023 worden geacht voor onbepaalde duur te zijn toegekend.

Art. 40.Deze ordonnantie treedt in werking op 1 januari 2023.

In afwijking van het eerste lid, treden de artikelen 9, c), 10, b), 23 en 35, van deze ordonnantie in werking op een door het Verenigd College bepaalde datum.

Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 15 december 2022.

Het Lid van het Verenigd College, bevoegd voor Welzijn en Gezondheid, E. VAN DEN BRANDT Het Lid van het Verenigd College, bevoegd voor Welzijn en Gezondheid, A. MARON Het Lid van het Verenigd College, bevoegd voor de Gezinsbijslagen, Begroting, Openbaar Ambt en Externe betrekkingen, S. GATZ Het Lid van het Verenigd College, bevoegd voor de Gezinsbijslagen, Begroting, Openbaar Ambt en Externe betrekkingen, B. CLERFAYT _______ Nota Document van de Verenigde Vergadering van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie : Gewone zitting 2022-2023 B-132/1 Ontwerp van ordonnantie B-132/2 Verslag B-132/3 Amendementen na verslag Integraal verslag : Bespreking en aanneming : vergadering van vrijdag 9 december 2022

^