GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE VAN BRUSSEL-HOOFDSTAD

29 JUNI 2023. - Besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie houdende wijziging van het besluit van 4 juni 2009 tot vaststelling van de procedures voor de programmering en de erkenning van de voorzieningen voor opvang of huisvesting van bejaarde personen die tot de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie behoren

Het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie;

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen, artikel 20, juncto de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse Instellingen, artikel 69;

Gelet op de ordonnantie van 24 april 2008 betreffende de voorzieningen voor ouderen, zoals gewijzigd bij de ordonnantie van 15 december 2022, de artikelen 6, derde lid, 7, § 1, derde lid, en § 2, 10, § 1, tweede lid, 12, eerste en vijfde lid, 15/1, § 2, 17, § 1/2, tweede lid, 18, 19/1, § 1, tweede lid, 19/3, derde lid, 27, eerste lid, 28/1, § 3, tweede en vijfde lid en 29/2;

Gelet op de ordonnantie van 15 december 2022 tot wijziging van de ordonnantie van 24 april 2008 betreffende de voorzieningen voor opvang of huisvesting van bejaarde personen, de artikelen 2 en 40, tweede lid;

Gelet op het advies van de beheerraad voor Gezondheid en Bijstand aan Personen van de bicommunautaire Dienst voor Gezondheid, Bijstand aan Personen en Gezinsbijslag, gegeven op 28 februari 2023;

Gelet op de evaluatie van de impact op de respectieve situatie van vrouwen en mannen, uitgevoerd op 19 januari 2023;

Gelet op de evaluatie vanuit het oogpunt van handistreaming, uitgevoerd op 19 januari 2023;

Gelet op advies nr. 75.505 van de Raad van State, gegeven op 9 juni 2023, in toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voordracht van de leden van het Verenigd College die bevoegd zijn voor het welzijn en de gezondheid;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In de titel en in artikel 1, 1° en 2°, van het besluit van het Verenigd College van 4 juni 2009 tot vaststelling van de procedures voor de programmering en de erkenning van de voorzieningen voor opvang of huisvesting van bejaarde personen die tot de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie behoren, worden de woorden "voor opvang of huisvesting van bejaarde personen die tot de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie behoren" vervangen door de woorden "voor ouderen".

Art. 2.In de gehele tekst van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de woorden "bedden of plaatsen" worden vervangen door het woord "plaatsen";2° de woorden "de bedden of de plaatsen" worden vervangen door de woorden "de plaatsen";3° de woorden "bedden en plaatsen" worden vervangen door het woord "plaatsen";4° de woorden "de bedden en de plaatsen" worden vervangen door "de plaatsen";5° de woorden "bejaarde personen" en "bejaarden" worden vervangen door het woord "ouderen".

Art. 3.In artikel 1 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in punt 2, zoals gewijzigd bij het besluit van het Verenigd College van 23 april 2020, worden de woorden ", met uitzondering van de rust- en verzorgingsbedden, bedoeld bij c), en de centra voor dagverzorging, bedoeld bij d), voor wat betreft het hoofdstuk VII" geschrapt;2° in punt 3 worden de woorden "Gezondheid en" ingevoegd tussen de woorden "het beleid inzake" en de woorden "Bijstand aan personen";3° het punt 4° wordt opgeheven;4° het punt 5° wordt opgeheven;5° de punten 6° tot 8° worden ingevoegd, die luiden als volgt: "6° "beheerraad": de beheerraad voor Gezondheid en Bijstand aan Personen van Iriscare, zoals bedoeld in artikel 21 van de ordonnantie van 23 maart 2017 houdende de oprichting van de bicommunautaire Dienst voor Gezondheid, Bijstand aan Personen en Gezinsbijslag;7° "Erkenningsnormen": normen die door het Verenigd College zijn aangenomen ter uitvoering van artikel 11 van de ordonnantie; 8° "Controleverslag": een verslag bedoeld in artikel 28, §§ 2 tot 6, van de ordonnantie.".

Art. 4.In de artikelen 2 en 5 van hetzelfde besluit worden de woorden "mits inachtneming van de bepalingen van bedoeld artikel" vervangen door de woorden ", op advies van de beheerraad,".

Art. 5.In artikel 3, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de woorden "Overeenkomstig artikel 7, § 1, tweede lid, van de ordonnantie, wordt bij de aanvraag van een specifieke vergunning tot ingebruikneming en exploitatie" worden vervangen door de woorden "Bij de aanvraag van een specifieke vergunning tot ingebruikneming en exploitatie wordt";2° in punt 2° worden de woorden "institutioneel project" vervangen door de woorden "leefproject van de voorziening";3° in punt 6° : a) worden de woorden "opvang- of huisvestingscapaciteit" vervangen door het woord "capaciteit";b) de woorden "existants et agréés" in de Franstalige versie vervangen door "existantes et agréées".

Art. 6.In artikel 3, tweede lid, van hetzelfde besluit wordt het woord "lits" vervangen door het woord "places" in de Franstalige versie.

Art. 7.Artikel 3 wordt aangevuld met het vierde tot het zevende lid, die luiden als volgt: "De aanvraag wordt ingediend bij Iriscare, overeenkomstig de voorwaarden die bepaald zijn bij artikel 28, § 1, eerste lid.

De ministers melden de ontvangst van de aanvraag binnen vijftien dagen na de ontvangst ervan en geven aan of ze volledig is of niet en, in dit geval, welke bijkomende gegevens nog moeten worden ingediend binnen een maximale termijn van zes maanden.

De leidend ambtenaar van Iriscare of zijn afgevaardigde is bevoegd om namens de ministers de in het vorige lid bedoelde ontvangstbevestigingen te ondertekenen.

Als de aanvraag niet binnen de in het vijfde lid bedoelde termijn is aangevuld, wordt ze niet ontvankelijk geacht".

Art. 8.In artikel 4 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid wordt het woord "geprogrammeerde" vervangen door het woord "vergunde";2° in het vierde lid: a) worden de woorden "de bedden of plaatsen" vervangen door de woorden "de plaatsen";b) worden in de Franstalige versie de woorden "cédés ont été acquis" vervangen door de woorden "cédées ont été acquises";3° in het vijfde lid wordt het woord "bedden" telkens vervangen door het woord "plaatsen".

Art. 9.In artikel 6 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de woorden "Overeenkomstig artikel 10, § 1, tweede lid, van de ordonnantie, wordt bij de aanvraag tot vergunning voor werken" worden vervangen door de woorden "Bij de aanvraag tot vergunning voor werken wordt";2° het enige lid wordt aangevuld met een tweede tot vijfde lid die luiden als volgt: "De aanvraag wordt ingediend bij Iriscare, overeenkomstig de voorwaarden die bepaald zijn bij artikel 28, § 1, eerste lid. De ministers melden de ontvangst van de aanvraag binnen vijftien dagen na de ontvangst ervan en geven aan of ze volledig is of niet en, in dit geval, welke bijkomende gegevens nog moeten worden ingediend binnen een maximale termijn van zes maanden.

De leidend ambtenaar van Iriscare of zijn afgevaardigde is bevoegd om namens de ministers de in het vorige lid bedoelde ontvangstbevestigingen te ondertekenen.

Als de aanvraag niet binnen de in het derde lid bedoelde termijn is aangevuld, wordt ze niet ontvankelijk geacht.".

Art. 10.Artikel 7 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt: "

Art. 7.Een voorlopige werkingsvergunning kan door de ministers worden toegekend aan een voorziening als bedoeld in artikel 13 van de ordonnantie, voor zover: 1° de beheerder een ontvankelijke aanvraag tot erkenning ingediend heeft overeenkomstig artikel 8;2° de voorziening aan de erkenningsnormen voldoet, onder voorbehoud van, in voorkomend geval, de overeenstemming met de normen waarvan de naleving enkel tijdens de werking van de voorziening kan worden gecontroleerd. Wanneer een voorlopige werkingsvergunning wordt toegekend, wordt de beslissing van de ministers tot toekenning van die vergunning binnen zestig dagen na ontvangst van een in de zin van artikel 8 ontvankelijke aanvraag tot erkenning ter kennis van de beheerder gebracht.

De toekenning van een voorlopige werkingsvergunning schorst de termijn van honderdtwintig dagen, die bepaald is bij artikel 12, derde lid, van de ordonnantie, tijdens de duur van deze vergunning en, in voorkomend geval, de vernieuwing daarvan.".

Art. 11.In artikel 8, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de woorden "te worden ingediend door de beheerder of zijn afgevaardigde en" worden ingevoegd tussen de woorden "van de voorziening" en de woorden "vergezeld te zijn van"; 2° punt 6° wordt vervangen als volgt: "6° een uittreksel uit het strafregister, zoals bedoeld in artikel 595 van het Wetboek van Strafvordering, van de beheerder en de directeur, dat niet ouder mag zijn dan één maand op het tijdstip van de indiening van het beschrijvend dossier;"; 3° in punt 7° worden de woorden "een ontwerp van leefproject" vervangen door de woorden "het leefproject van de voorziening"; 4° punt 11° wordt vervangen als volgt: "11° een personeelsplan om aan te tonen dat de voorziening voldoet aan de toepasselijke personeelsnormen of zich ertoe verbindt daaraan te voldoen;";

Art. 12.In artikel 8, derde lid, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) de woorden "De afgevaardigde van de ministers" worden vervangen door de woorden "De ministers";b) het woord "geeft" wordt vervangen door het woord "geven";c) het woord "meldt" wordt vervangen door het woord "melden";d) de woorden "dat het volledig is" worden vervangen door de woorden "of het volledig is" in de Nederlandstalige versie.

Art. 13.Artikel 8 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met twee leden, die als volgt luiden: "De leidend ambtenaar van Iriscare of zijn afgevaardigde is bevoegd om namens de ministers de in het vorige lid bedoelde ontvangstbevestigingen te ondertekenen.

Als de aanvraag niet binnen de in het derde lid bedoelde termijn is aangevuld, wordt ze niet ontvankelijk geacht.".

Art. 14.Artikel 9 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 15.Artikel 10 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt: "

Art. 10.Onverminderd de artikelen 7 en 18 beslissen de ministers, op advies van de beheerraad, over de aanvragen tot erkenning en stellen ze de beheerder binnen honderdtwintig dagen na ontvangst van een ontvankelijke aanvraag in de zin van artikel 8 in kennis van hun beslissing.".

Art. 16.De artikelen 11 tot 14 van hetzelfde besluit worden opgeheven.

Art. 17.In hetzelfde besluit wordt een artikel 14/1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "

Art. 14/1.De beheerder die wil afzien van de erkenning van een deel van zijn plaatsen brengt hiervan onmiddellijk de ministers op de hoogte, die de erkenning in overeenstemming daarmee wijzigen.

In afwijking van artikel 15/1, § 1, tweede lid, van de ordonnantie kan de beheerder die tijdelijk plaatsen sluit wegens werken, de specifieke vergunning tot ingebruikneming en exploitatie voor deze plaatsen behouden tijdens de duur van de werken en gedurende een termijn van ten hoogste twee jaar.

De in het vorige lid bedoelde termijn van twee jaar kan met instemming van de ministers worden verlengd als de beheerder aantoont dat de werken wegens overmacht niet binnen een termijn van twee jaar konden worden voltooid.".

Art. 18.In de titel van hoofdstuk VI van hetzelfde besluit worden de woorden "Vernieuwing van de erkenning en" geschrapt.

Art. 19.De artikelen 15 en 16 van hetzelfde besluit worden opgeheven.

Art. 20.In artikel 17, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "in artikel 5 bedoelde" vervangen door de woorden "in artikel 8 bedoelde".

Art. 21.In de titel van hoofdstuk VII van hetzelfde besluit wordt het woord "Schorsing," ingevoegd voor het woord "weigering".

Art. 22.Artikel 18 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt: "

Art. 18.§ 1. Als na afloop van een controleverslag wordt vastgesteld dat een voorziening geheel of gedeeltelijk niet voldoet aan de erkenningsnormen, kan Iriscare een voorstel van weigering, intrekking of schorsing van een erkenning formuleren.

Als de in het eerste lid bedoelde vaststelling plaatsvindt tijdens de periode van de voorlopige werkingsvergunning, kan Iriscare een voorstel formuleren om de voorlopige werkingsvergunning in te trekken of te schorsen.

Wanneer Iriscare een voorstel van beslissing formuleert zoals bedoeld in het eerste of tweede lid stelt hij de beheerder daarvan in kennis. § 2. Iriscare vult het dossier aan met de schriftelijke opmerkingen van de beheerder, met alle verzamelde nuttige inlichtingen en documenten en met het proces-verbaal van verhoor van de beheerder.

Daartoe roept hij de beheerder op bij aangetekende brief, of per brief afgegeven tegen ontvangstbewijs, of bij elk middel waarbij een vaste datum aan de zending wordt verleend en vermeldt hij de plaats en het tijdstip van de hoorzitting. In de oproeping wordt de mogelijkheid vermeld om zich door een raadsman te laten bijstaan.

Als geweigerd wordt om te verschijnen of zich te verdedigen, wordt dat in het proces-verbaal van het verhoor opgenomen.

Iriscare stelt een verslag op dat ter advies aan de beheerraad wordt voorgelegd.

Binnen vijftien dagen na het advies van de beheerraad worden het verslag van Iriscare en het advies van de beheerraad bezorgd aan de ministers, die beslissen over het voorstel van beslissing en de beheerder van hun beslissing in kennis stellen.".

Art. 23.In hetzelfde besluit worden een artikel 18/1 en 18/2 ingevoegd, die luiden als volgt: "

Art. 18/1.Op elk ogenblik tijdens de procedure kan Iriscare beslissen het voorstel te wijzigen of van de procedure af te zien, afhankelijk van de verzamelde aanvullende elementen en de aangebrachte verduidelijkingen. Hij brengt de beheerder hiervan onmiddellijk op de hoogte.

Art. 18/2.§ 1. De duur van de schorsing van een erkenning of een voorlopige werkingsvergunning mag niet meer dan zes maanden bedragen. § 2. In geval van schorsing van een erkenning of een voorlopige werkingsvergunning kan de beheerder om opheffing van de schorsing verzoeken als hij van oordeel is dat de redenen die de maatregel rechtvaardigden, niet langer bestaan. Het verzoek, dat bij aangetekende brief of bij elk middel waarbij een vaste datum aan de zending wordt verleend aan Iriscare wordt toegezonden, wordt vergezeld van een verweerschrift. Er wordt onmiddellijk overgegaan tot een controle van de voorziening. De ministers nemen hun beslissing binnen dertig dagen na ontvangst van het verzoek. Als er geen beslissing wordt genomen, wordt de beslissing tot schorsing geacht te zijn opgeheven.".

Art. 24.De artikelen 19 en 20 van hetzelfde besluit worden opgeheven.

Art. 25.In hetzelfde besluit wordt een hoofdstuk VII/1 ingevoegd, dat de artikelen 20/1 en 20/2 bevat, die luiden als volgt: "HOOFDSTUK VII/ 1. - Specifieke bepalingen voor voorzieningen die zonder voorlopige werkingsvergunning of erkenning werken

Art. 20/1.Wanneer Iriscare een voorstel formuleert tot sluiting van een voorziening die zonder voorlopige werkingsvergunning of erkenning werkt, stelt hij de beheerder daarvan in kennis.

Iriscare vult het dossier aan met de schriftelijke opmerkingen van de beheerder, met alle verzamelde nuttige inlichtingen en documenten en met het proces-verbaal van verhoor van de beheerder Daartoe roept hij de beheerder op bij aangetekende brief, of per brief afgegeven tegen ontvangstbewijs, of bij elk middel waarbij een vaste datum aan de zending wordt verleend en vermeldt hij de plaats en het tijdstip van de hoorzitting. In de oproeping wordt de mogelijkheid vermeld om zich door een raadsman te laten bijstaan.

Als geweigerd wordt om te verschijnen of zich te verdedigen, wordt dat in het proces-verbaal van het verhoor opgenomen.

Iriscare stelt een verslag op dat ter advies wordt voorgelegd aan de beheerraad.

Binnen vijftien dagen na het advies van de beheerraad worden het verslag van Iriscare en het advies van de beheerraad bezorgd aan de ministers, die beslissen over het voorstel van sluiting en de beheerder in kennis stellen van hun beslissing.

Art. 20/2.De artikelen 21 en 22 zijn van toepassing op de procedure tot sluiting van een voorziening die geëxploiteerd wordt zonder een voorlopige werkingsvergunning of een erkenning te hebben gekregen.".

Art. 26.In hoofdstuk VIII van hetzelfde besluit wordt een artikel 20/3 ingevoegd, dat luidt als volgt: "

Art. 20/3.De in artikel 8, eerste lid, van de ordonnantie bedoelde beslissing tot sluiting wordt genomen door de ministers".

Art. 27.In artikel 21 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid: a) worden de woorden "artikel 17, § 1, tweede lid, vervangen door de woorden "artikel 17, § 1/2";b) worden de woorden "negentig dagen na haar kennisgeving" worden vervangen door de woorden "drie maanden na haar kennisgeving aan de beheerder";2° het enige lid wordt aangevuld met twee leden, die luiden als volgt: "In afwijking van het eerste lid behouden de plaatsen waarop de beslissing tot weigering of intrekking van de bijzondere erkenning betrekking heeft hun basiserkenning en mag hun exploitatie op grond van die basiserkenning worden voortgezet als de beslissing tot weigering of intrekking enkel op een bijzondere erkenning betrekking heeft. In het vorige lid wordt onder "bijzondere erkenning" verstaan een erkenning of een voorlopige werkingsvergunning die aan een voorziening kan worden toegekend voor plaatsen die voldoen aan specifieke erkenningsnormen voor de verzorging van sterk afhankelijke en zorgbehoevende ouderen.".

Art. 28.Artikel 23 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 29.In artikel 24 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in § 1 wordt het tweede lid vervangen als volgt: "De beheerraad wordt meteen op de hoogte gebracht van de in het eerste lid bedoelde beslissing."; 2° § 2 wordt vervangen als volgt: " § 2.Iriscare deelt de beheerder onmiddellijk mee dat hij vanaf de datum van ontvangst van de kennisgeving over een termijn van vijftien werkdagen beschikt om zijn schriftelijke opmerkingen in te dienen.

Iriscare vult het dossier aan met de schriftelijke opmerkingen van de beheerder, met alle verzamelde nuttige inlichtingen en documenten en met het proces-verbaal van verhoor van de beheerder.

Daartoe roept hij de beheerder op bij aangetekende brief, of per brief afgegeven tegen ontvangstbewijs, of bij elk middel waarbij een vaste datum aan de zending wordt verleend en vermeldt hij de plaats en het tijdstip van de hoorzitting. In de oproeping wordt de mogelijkheid vermeld om zich door een raadsman te laten bijstaan.

Als geweigerd wordt om te verschijnen of zich te verdedigen, wordt dat in het proces-verbaal van het verhoor opgenomen.

Iriscare stelt een verslag op dat ter advies aan de beheerraad wordt voorgelegd.

Binnen vijftien dagen na het advies van de beheerraad worden het verslag van Iriscare en het advies van de beheerraad bezorgd aan de ministers, die beslissen over de definitieve sluiting van de voorziening en de beheerder van hun beslissing in kennis stellen.".

Art. 30.In hetzelfde besluit wordt een hoofdstuk VIII/1 ingevoegd dat de artikelen 25/1 tot 25/4 bevat, die luiden als volgt: "HOOFDSTUK VIII/ 1. - Inspecties en sancties

Art. 25/1.De ministers wijzen de ambtenaren aan zoals bedoeld in artikel 27 van de ordonnantie.

Art. 25/2.§ 1. De ministers wijzen de ambtenaar van Iriscare aan die gelast is de administratieve boetes op te leggen. § 2. Een afschrift van het verslag dat de inbreuk vaststelt, wordt door Iriscare aan de overtreder toegezonden, bij aangetekende brief of bij elk middel waarbij een vaste datum aan de zending wordt verleend.

Na een hoorzitting legt de aangewezen ambtenaar de boete op binnen zestig dagen na de in het tweede lid bedoelde kennisgeving.

Ze wordt betekend aan de overtreder bij aangetekende brief of bij elk middel waarbij een vaste datum aan de zending wordt verleend, samen met een uitnodiging om de boete binnen een termijn van vier maanden te betalen.

De betaling van de boete maakt een einde aan de rechtshandeling van Iriscare.

De beslissing tot het opleggen van een administratieve boete heeft uitvoerbare kracht na het verstrijken van de termijn.

Als de overtreder de boete niet betaalt, kan Iriscare deze innen door middel van een dwangbevel. De ministers wijzen de ambtenaren aan die gemachtigd zijn een dwangbevel uit te vaardigen en uitvoerbaar te verklaren.

Art. 25/3.Wanneer Iriscare een beslissing betekent waarbij een administratieve boete wordt opgelegd, wijst hij de beheerder op de mogelijkheid om tegen deze beslissing beroep aan te tekenen bij de ministers binnen dertig dagen na de kennisgeving van deze beslissing.

Art. 25/4.Voor de toepassing van dit hoofdstuk zijn de termijnen dwingend.

Art. 31.In hetzelfde besluit wordt een hoofdstuk VIII/2 ingevoegd, dat het artikel 25/5 bevat, dat luidt als volgt: "HOOFDSTUK VIII/ 2. - Commissaris

Art. 25/5.De ministers kunnen een commissaris aanwijzen wanneer tekortkomingen ten opzichte van de ordonnantie en de erkenningsnormen in uitvoering van die ordonnantie werden vastgesteld die de veiligheid en de gezondheid van de bewoners in gevaar kunnen brengen en de beheerder deze niet binnen de gestelde termijn heeft verholpen.

De beslissing tot aanwijzing van de commissaris verduidelijkt het doel van zijn opdracht, de duur ervan en zijn bezoldiging, die niet hoger mag zijn dan de bezoldiging die verbonden is aan de schaal A300 die is vastgesteld bij het besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 21 maart 2018 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren en stagiairs van de bicommunautaire Dienst voor gezondheid, bijstand aan personen en gezinsbijslag van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad.

De kosten, erelonen of wedden die zijn verbonden aan de uitvoering van de opdracht van de commissaris zijn ten laste van de beheerder die in gebreke blijft.

De commissaris woont van rechtswege de vergaderingen van de beheersorganen van de voorziening bij.

Vooraleer een commissaris te sturen, zenden de ministers de beheerder bij aangetekende brief of bij elk ander middel waarbij een vaste datum aan de zending wordt verleend, een gemotiveerde waarschuwing waarin wordt uitgelegd wat van hem wordt gevraagd of welke maatregelen hij nog nalaat te nemen. Deze waarschuwing stelt aan de in gebreke blijvende beheerder voor dat een commissaris wordt aangewezen die gelast wordt alle nodige maatregelen te nemen om de situatie te herstellen. Als de beheerder niet instemt met dit voorstel, wordt onmiddellijk een procedure tot intrekking van de erkenning ingeleid.".

Art. 32.In hetzelfde besluit wordt een hoofdstuk VIII/3 ingevoegd, dat het artikel 25/6 bevat, dat luidt als volgt: "HOOFDSTUK VIII/ 3. - Administratieve controle en statistieken

Art. 25/6.§ 1. Elk rusthuis, met of zonder bijzondere erkenning voor de verzorging van zwaar afhankelijke en hulpbehoevende ouderen, zendt uiterlijk op 15 januari, 15 april, 15 juli en 15 oktober van elk jaar aan Iriscare de gegevens over het totale aantal ouderen dat op de eerste dag van de lopende maand verbonden is met een huisvestingsovereenkomst, alsmede over het aantal bewoners jonger dan zestig jaar dat op de eerste dag van de lopende maand verbonden is met een huisvestingsovereenkomst. § 2. Elke voorziening voor ouderen die momenteel wordt geëxploiteerd moet op eerste verzoek de gegevens die vereist zijn in het kader van de bestrijding van een epidemie of een pandemie aan Iriscare bezorgen.".

Art. 33.In artikel 28, § 2, van hetzelfde besluit wordt het tweede lid vervangen door wat volgt: "Behoudens bewijs van het tegendeel door de geadresseerde, wordt de aangetekende brief geacht ontvangen te zijn op de derde werkdag na die van de afgifte van de brief bij de post. Indien de geadresseerde de brief weigert, begint de termijn te lopen vanaf de datum van de weigering."

Art. 34.Het besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 23 mei 2019 tot uitvoering van artikel 7, § 2, van de ordonnantie van 24 april 2008 betreffende de voorzieningen voor opvang of huisvesting van bejaarde personen wordt opgeheven.

Art. 35.Dit besluit treedt in werking op de dag nadat het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Artikel 23 van de ordonnantie van 15 december 2022 tot wijziging van de ordonnantie van 24 april 2008 betreffende de voorzieningen voor opvang of huisvesting van bejaarde personen treedt in werking op de in het eerste lid bedoelde datum.

Art. 36.De leden van het Verenigd College die bevoegd zijn voor het gezondheidsbeleid en de bijstand aan personen worden belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 29 juni 2023.

Voor het Verenigd College : De leden van het Verenigd College die bevoegd zijn voor het welzijn en de gezondheid, Alain MARON Elke VAN DEN BRAND