Etaamb.openjustice.be
Beschikking van 22 december 2023
gepubliceerd op 11 januari 2024

Ordonnantie houdende diverse bepalingen betreffende Gezondheid, Bijstand aan Personen en Gezinsbijslagen

bron
gemeenschappelijke gemeenschapscommissie van brussel-hoofdstad
numac
2023048740
pub.
11/01/2024
prom.
22/12/2023
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE VAN BRUSSEL-HOOFDSTAD


22 DECEMBER 2023. - Ordonnantie houdende diverse bepalingen betreffende Gezondheid, Bijstand aan Personen en Gezinsbijslagen (1)


De Verenigde Vergadering heeft aangenomen en Wij, Verenigd College, bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK I - Algemeen

Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 135 van de Grondwet. HOOFDSTUK II - Wijzigingen van de ordonnantie van 24 april 2008 betreffende de voorzieningen voor ouderen

Art. 2.In de titel van de Nederlandse tekst van de ordonnantie van 24 april 2008 betreffende de voorzieningen voor ouderen, worden de woorden "voor van" vervangen door het woord "voor".

Art. 3.In de gehele Nederlandse tekst van dezelfde ordonnantie worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het woord "bejaarde" wordt telkens vervangen door het woord "oudere";2° het woord "bejaarden" wordt telkens vervangen door het woord "ouderen".

Art. 4.In artikel 2 van dezelfde ordonnantie, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in de Franse tekst van de bepaling onder 4°, c) en d), wordt het woord "dépendantes" telkens vervangen door het woord "dépendants";2° onder 13°, wordt het woord "georganiseerd" vervangen door de woorden "die ten minste in meerderheid georganiseerd is";3° onder 14° : a) worden de woorden "niet onder 13° bedoelde" ingevoegd tussen de woorden "die bestaat uit" en de woorden "voorzieningen waarvan";b) worden de woorden "niet georganiseerd is door een of meer publiekrechtelijke rechtspersonen of die" weggelaten;4° onder 15°, worden de woorden "niet onder 13° bedoelde" ingevoegd tussen de woorden "die bestaat uit" en de woorden "voorzieningen waarvan"; 5° het artikel wordt aangevuld met de bepalingen onder 16°, luidende: "16° Brandweerdienst: de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp.".

Art. 5.In artikel 9, eerste lid, van dezelfde ordonnantie worden de woorden "indien de geplande werken betrekking hebben op een voorziening die valt onder een categorie van voorzieningen waarvoor het Verenigd College een programmering heeft vastgesteld krachtens hoofdstuk II. De toestemming bedoeld in het eerste lid, die betekent dat het project in de programmering past, wordt "vergunning voor de werken" genoemd." weggelaten.

Art. 6.In artikel 11, § 1, van dezelfde ordonnantie, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in de Franse tekst van de derde lid, worden de woorden "hébergées ou accueillies" vervangen door de woorden "hébergés ou accueillis";2° in het vijfde lid: a) worden in de bepaling onder 1° de woorden "een individuele fiche en" ingevoegd tussen de woorden "bijhouden van" en "een vertrouwelijk dossier"; b) wordt de bepaling onder 2/1° ingevoegd, luidende: "2/1° de voorwaarden waaronder in een voorziening maatregelen inzake immobilisatie, toezicht of afzondering kunnen worden genomen, met dien verstande dat die maatregelen slechts in uitzonderlijke omstandigheden mogen worden genomen, als er een risico op gevaar is voor de oudere of voor een derde, nadat alle alternatieve maatregelen zijn uitgeput, en met garanties op voorlichting;"; c) worden in de bepaling onder 5° de woorden "te verstrekken hulp en zorg, alsook de door de voorziening aangeboden activiteiten" vervangen door de woorden "de aan de ouderen te verstrekken hulp en zorg, met inbegrip van de toediening van geneesmiddelen, alsook activiteiten die aan de ouderen moeten worden aangeboden binnen of buiten de voorziening";d) wordt de bepaling onder 5/1° vervangen als volgt: "5/1° de regels voor het bijhouden van een individueel gezondheidsdossier voor elke oudere, waarvan het Verenigd College de inhoud bepaalt.Dit individuele gezondheidsdossier omvat in elk geval de gegevens die zijn opgenomen in het patiëntendossier in de zin van de wet van 22 april 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/04/2019 pub. 14/05/2019 numac 2019041141 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet inzake de kwaliteitsvolle praktijkvoering in de gezondheidszorg sluiten inzake de kwaliteitsvolle praktijkvoering in de gezondheidszorg;"; e) wordt de bepaling onder 6° vervangen als volgt: "6° het aantal, de opdrachten, de kwalificatie, het opvangbeleid, de voortgezette opleiding, met inbegrip van het plan voor voortgezette opleiding, de moraliteit en de minimale aanwezigheidsvereisten voor het personeel en de directie en, wat die laatste betreft, de onverenigbaarheden en de vereiste ervaringsvoorwaarden;"; f) worden de bepalingen onder 6/1° tot en met 6/4° ingevoegd, luidende: "6/1° de moraliteit van de beheerder; 6/2° de samenwerking met zorgverleners en externe personen of diensten die in of ten behoeve van de voorziening prestaties leveren en de vereiste van een functionele band met een andere voorziening, dienst of zorginstelling; 6/3° het kwaliteitsbeleid van de voorzieningen, waarvoor het Verenigd College de nadere regels vastlegt; 6/4° voor voorzieningen waar medische verzorging wordt verstrekt, het beleid voor de organisatie van de verzorging en de medische activiteit binnen de voorziening, met inbegrip van de vaststelling van de rechten en plichten van de behandeld artsen die in de voorziening werken;"; g) wordt de bepaling onder 7° aangevuld met de woorden ", alsook het brandveiligheidsattest zoals bedoeld in artikel 12, § 1, tweede lid";h) in de Franse tekst van de bepaling onder 10°, worden de woorden "hébergée ou accueillie" vervangen door de woorden "hébergé ou accueilli"; i) wordt het lid aangevuld met de bepaling onder 13°, luidende: "13° de normen voor de bijzondere erkenning van plaatsen voor de verzorging van zwaar afhankelijke en hulpbehoevende ouderen.".

Art. 7.In artikel 11 van dezelfde ordonnantie wordt een § 1/1 ingevoegd, luidende: " § 1/1. Het Verenigd College stelt specifieke normen vast voor de huisvesting in een aangepaste eenheid voor verwarde ouderen of ouderen met ernstige cognitieve stoornissen of bij wie dementie is vastgesteld.".

Art. 8.Artikel 12 van dezelfde ordonnantie wordt vervangen als volgt: "

Art. 12.§ 1. De erkenningsaanvraag gaat vergezeld van een beschrijvend dossier, waarvan de inhoud door het Verenigd College, op advies van de Beheerraad, wordt vastgesteld.

Behalve voor de in artikel 2, 4°, b), bèta, bedoelde voorzieningen, bevat het in het eerste lid bedoelde beschrijvend dossier in elk geval een door de burgemeester afgeleverd brandveiligheidsattest, op basis van een bezoekverslag van de brandweer. Dit attest bepaalt in welke mate de voorziening voldoet aan de voor haar geldende brandveiligheidsnormen.

Het Verenigd College stelt de nadere regels voor het in het tweede lid bedoelde brandveiligheidsattest vast, met name de toekenningsprocedure en de geldigheidsduur.

De in het derde lid bedoelde toekenningsprocedure bepaalt in elk geval dat, op verzoek van de beheerder en op advies van de in artikel 19/5 bedoelde Commissie voor brandveiligheid in ouderenvoorzieningen, een afwijking van de in artikel 11, § 1, vijfde lid, 7°, bedoelde veiligheidsnormen aan een voorziening kan worden toegekend in het kader van de afgifte van het in het tweede lid bedoelde attest. § 2. Het Verenigd College meldt de ontvangst van de in § 1, eerste lid, bedoelde erkenningsaanvraag binnen vijftien dagen na de ontvangst ervan en geeft, in voorkomend geval, aan of bijkomende documenten nodig zijn voor zijn onderzoek.

De beslissing van het Verenigd College, genomen op advies van de Beheerraad, wordt aan de aanvrager ter kennis gebracht binnen de 120 dagen na ontvangst van een volledig aanvraagdossier. Wanneer deze termijn is verstreken, wordt de erkenning geacht te zijn toegekend.

De in het tweede lid bedoelde termijn wordt opgeschort in juli en augustus, alsook vanaf de toekenning van een voorlopige werkingsvergunning, en gedurende de geldigheidsduur daarvan. § 3. Het Verenigd College kan aanvullende nadere regels voor de erkenningsprocedure vaststellen.".

Art. 9.In de Franse tekst van artikel 13, tweede lid, van dezelfde ordonnantie worden de woorden "hébergées ou accueillies" vervangen door de woorden "hébergés ou accueillis".

Art. 10.In artikel 15 van dezelfde ordonnantie wordt paragraaf 1 vervangen als volgt: " § 1. In deze paragraaf verstaat men onder: 1° "voorziening": een voorziening die valt onder een categorie van voorzieningen waarvoor het Verenigd College een programmering heeft vastgesteld op grond van hoofdstuk II of door toepassing van artikel 31, met uitzondering van de centra voor dagverzorging en van de plaatsen voor kortverblijf;2° "gemiddelde niet-bezettingsgraad": de niet-bezettingsgraad van een voorziening, zoals beschikbaar in de toepassing voor de tegemoetkomingsberekening, die wordt berekend op basis van het gewogen gemiddelde aantal plaatsen van de voorziening tijdens een bepaalde periode;3° "jaarlijkse gemiddelde niet-bezettingsgraad": de gemiddelde niet-bezettingsgraad tijdens de referentieperiode;4° "referentieperiode": referentieperiode die start op 1 juli van het jaar T-2 en eindigt op 30 juni van het jaar T-1, waarbij het eerste jaar T het jaar 2024 betreft;5° "plaats": een plaats waarbij een voorziening een erkenning of een voorlopige werkingsvergunning geniet. Elk jaar vervallen van rechtswege de erkenningen van de helft van het gemiddelde aantal plaatsen van een voorziening die tijdens de referentieperiode onbezet waren. Het verval van de erkenningen wordt door Iriscare vastgesteld op 15 april van elk jaar T op basis van de jaarlijkse gemiddelde niet-bezettingsgraad van elke voorziening.

In afwijking van het tweede lid heeft, wanneer het aantal plaatsen waarvan het verval van de erkenning zou moeten worden vastgesteld hoger is dan het gemiddelde aantal onbezette plaatsen tijdens het laatste kwartaal van het jaar T-1, het verval alleen betrekking op het gemiddelde aantal onbezette plaatsen tijdens het laatste kwartaal van het jaar T-1.

In afwijking van het tweede en het derde lid mag elke voorziening over onbezette plaatsen ten belope van vijf procent van haar plaatsen beschikken, met een minimum van drie onbezette plaatsen. Het minimum van drie niet-bezette erkende plaatsen wordt verhoogd tot 25 wanneer de toepassing van het tweede of het derde lid het totale aantal plaatsen met een bijzondere erkenning voor de verzorging van zwaar afhankelijke en hulpbehoevende ouderen in een voorziening zou verlagen naar minder dan 25.

Voor alle latere opvang- of huisvestingcapaciteitstoenames moet opnieuw een specifieke vergunning tot ingebruikneming en exploitatie worden aangevraagd.

Het aantal onbezette plaatsen waarvoor de erkenning in toepassing van het tweede of het derde lid als vervallen moet worden beschouwd, wordt, in voorkomend geval, naar de lagere eenheid afgerond.

Het aantal onbezette plaatsen waarover een voorziening in toepassing van het vierde lid mag beschikken wordt, in voorkomend geval, naar de hogere eenheid afgerond.

Het tweede lid is niet van toepassing gedurende de eerste vijf jaar na de toekenning van de eerste voorlopige werkingsvergunning van de voorziening, noch gedurende de eerste vijf jaar na de toekenning van een voorlopige werkingsvergunning voor een uitbreiding met meer dan 20% van de erkende capaciteit van de voorziening.

Het Verenigd College mag de regels voor de berekening van de gemiddelde niet-bezettingsgraad van de plaatsen, zoals bedoeld in deze paragraaf, verduidelijken en aanvullen. Het mag het percentage en het aantal plaatsen, zoals bedoeld in het vierde lid, wijzigen. Het mag ook het aantal jaren en het percentage, zoals bedoeld in het achtste lid, wijzigen.".

Art. 11.Artikel 17, § 1, van dezelfde ordonnantie wordt vervangen als volgt: " § 1. Als wordt vastgesteld dat een norm vastgesteld krachtens artikel 11, § 1, vierde lid, niet of niet meer wordt nageleefd in een voorziening waarop hij van toepassing is, kan het Verenigd College: 1° na advies van de Beheerraad en nadat het vooraf de beheerder heeft gehoord, de voorlopige werkingsvergunning of de erkenning, naargelang van het geval, weigeren, schorsen of intrekken;2° de beheerder van deze voorziening bevelen binnen een vastgestelde termijn een of meerdere overeenkomstig artikel 11, § 1, vierde lid, vastgestelde normen na te leven. De in het eerste lid, 1°, bedoelde beslissingen tot weigering, schorsing of intrekking van een erkenning of een voorlopige werkingsvergunning kunnen betrekking hebben op alle of een deel van de plaatsen van de voorziening.".

Art. 12.In artikel 18 van dezelfde ordonnantie worden de woorden "het in artikel 17, § 1, eerste lid, 2°, bedoelde bevel," ingevoegd tussen de woorden "of de erkenning," en de woorden "onmiddellijke sluiting of onmiddellijke intrekking".

Art. 13.In dezelfde ordonnantie wordt een hoofdstuk III/1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "HOOFDSTUK III/ 1. Vrijwillige sluiting

Art. 19/4.Het Verenigd College stelt de procedure vast die moet worden toegepast wanneer een beheerder het voornemen te kennen geeft een voorziening vrijwillig te sluiten.

De in het eerste lid bedoelde procedure zorgt voor de bescherming van de ouderen die in de betrokken voorziening wonen, met name door hun vrijheid om een nieuwe voorziening te kiezen zoveel mogelijk te eerbiedigen.

Het Verenigd College kan de gevolgen van een vrijwillige sluiting van een voorziening door de beheerder vaststellen en bepalen welke verplichtingen hem kunnen worden opgelegd, met name de uitvoering van een financiële audit van de betrokken voorziening.".

Art. 14.In dezelfde ordonnantie wordt een hoofdstuk III/2 ingevoegd, dat luidt als volgt: "HOOFDSTUK III/ 2. Commissie voor brandveiligheid in ouderenvoorzieningen

Art. 19/5.Bij Iriscare wordt een Commissie voor brandveiligheid in ouderenvoorzieningen opgericht, die bevoegd is adviezen uit te brengen over de brandveiligheid in de ouderenvoorzieningen, met uitzondering van de in artikel 2, 4°, b), bèta, bedoelde voorzieningen. Deze adviserende bevoegdheid heeft betrekking op: 1° nieuwe regelgevende initiatieven inzake brandpreventie in ouderenvoorzieningen;2° de toekenning van afwijkingen op de in artikel 11, § 1, vijfde lid, 7°, bedoelde veiligheidsnormen. Het Verenigd College bepaalt de samenstelling en de werking van de in het eerste lid bedoelde commissie. Het Verenigd College stelt bovendien de regels vast voor de financiering van de werkingskosten van de commissie en de vergoedingen van de leden.".

Art. 15.In het opschrift van hoofdstuk VI van dezelfde ordonnantie wordt het woord "Inspectie" vervangen door de woorden "Klachten, inspectie".

Art. 16.In hoofdstuk VI van dezelfde ordonnantie wordt een artikel 26/1 ingevoegd, luidende: "

Art. 26/1.Ouderen, hun vertegenwoordigers of iedere belanghebbende kunnen een klacht indienen bij Iriscare over de werking van een voorziening.

Het Verenigd College stelt, na advies van de Beheerraad, de procedure vast om de in het eerste lid bedoelde klachten in te dienen en de procedure volgens welke Iriscare deze klachten behandelt.".

Art. 17.In artikel 28 van dezelfde ordonnantie, zoals gewijzigd door de ordonnantie van 15 december 2022, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 2, worden de woorden "dat, behalve in dringende of uitzonderlijke omstandigheden, wordt opgesteld in het kader van een tegensprekelijke procedure, zoals bedoeld in de paragrafen 3 tot en met 5." toegevoegd na de woorden "van hun vaststellingen"; 2° in paragraaf 3, worden de woorden "Onverminderd paragraaf 2, stellen de in artikel 27 bedoelde ambtenaren een voorlopig verslag op van hun vaststellingen." ingevoegd voor de woorden "Iriscare betekent binnen een termijn"; 3° in paragraaf 3: a) worden de woorden "en de directeur van de voorziening" vervangen door de woorden "van de voorziening, met kopie van deze betekening aan de directeur";b) worden de woorden "de in artikel 27 bedoelde ambtenaren de beheerder en de directeur van de voorziening daarvan binnen een termijn van dertig dagen schriftelijk op de hoogte brengen" vervangen door de woorden "Iriscare de beheerder van de voorziening daarvan binnen een termijn van dertig dagen schriftelijk inlichten, met kopie van deze inlichting aan de directeur";4° in paragraaf 4, worden de woorden "door de beheerder" ingevoegd na de woorden "het in paragraaf 3 bedoelde voorlopige verslag";5° in paragraaf 5: a) worden de woorden "en de directeur van de voorziening" vervangen door de woorden "van de voorziening, met kopie van deze betekening aan de directeur";b) worden de woorden "de in artikel 27 bedoelde ambtenaren de beheerder en de directeur van de voorziening daarvan binnen een termijn van dertig dagen schriftelijk op de hoogte brengen" vervangen door de woorden "Iriscare de beheerder van de voorziening daarvan binnen een termijn van dertig dagen schriftelijk inlicht, met kopie van deze inlichting aan de directeur";c) worden de woorden "na de ontvangst van de in paragraaf 4 bedoelde laatste reactie, of" weggelaten;6° in paragraaf 6, worden de woorden "paragrafen 2 tot en met 5" vervangen door de woorden "paragrafen 3 tot en met 5".

Art. 18.In artikel 28/1, van dezelfde ordonnantie worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, worden de bepalingen onder 2/1° en 2/2° ingevoegd, luidende: "2/1° van 2.500 tot 25.000 euro wordt opgelegd aan de beheerder aan wie het Verenigd College heeft bevolen binnen een vastgestelde termijn een of meerdere normen na te leven die zijn vastgelegd overeenkomstig artikel 11, § 1, vierde lid, en die de in het bevel bedoelde normen niet naleeft binnen die termijn;". 2/2° van 2.500 tot 25.000 euro wordt opgelegd aan de beheerder die de op grond van artikel 19/4, eerste en tweede lid, vastgestelde procedureregels, die bedoeld zijn om de ouderen te beschermen, overtreedt of de op grond van artikel 19/4, derde lid, aan de vrijwillige sluiting verbonden gevolgen overtreedt."; 2° in paragraaf 2 worden de woorden "van de inbreuk" vervangen door de woorden "van een inbreuk die aanleiding heeft gegeven tot een administratieve boete als bedoeld in paragraaf 1";3° in paragraaf 3 wordt het eerste lid vervangen door drie leden, luidende: " § 3.De administratieve geldboete kan worden opgelegd binnen een termijn van zes maanden, te rekenen vanaf de dag waarop de inbreuk is vastgesteld en nadat de betrokkene is gehoord.

Indien de vaststelling van de inbreuk wordt vastgesteld in een controleverslag in de zin van artikel 28, § 2, loopt de in het eerste lid bedoelde termijn van zes maanden vanaf de kennisgeving van het in artikel 28, § 5, bedoelde controleverslag.

Indien een administratieve geldboete wordt opgelegd, vermeldt de beslissing het bedrag, de betalingswijze en de betalingstermijn ervan.

De kennisgeving van de beslissing aan de betrokkene vermeldt de wijze waarop en binnen welke termijn beroep tegen de beslissing kan worden aangetekend."; 4° in paragraaf 3, huidige vierde lid, dat het zesde lid wordt, worden de woorden "tweede lid" vervangen door de woorden "vierde lid".

Art. 19.In de Franse tekst van artikel 29 van dezelfde ordonnantie worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het woord "admise" wordt telkens vervangen door het woord "admis";2° de woorden "de la aîné" worden telkens vervangen door de woorden "des aînés";3° de woorden "à la aîné" worden telkens vervangen door de woorden "à l'aîné".

Art. 20.Artikel 29/1 van dezelfde ordonnantie wordt vervangen als volgt: "

Art. 29/1.§ 1. In dit artikel verstaat men onder algemene verordening gegevensbescherming: de Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG. § 2. Om te voldoen aan de wettelijke verplichtingen die hen worden opgelegd op grond van deze ordonnantie, en met name om de in artikel 27 bedoelde ambtenaren de informatie ter beschikking te stellen die nodig is om de naleving te controleren van de normen die het Verenigd College heeft aangenomen op grond van artikel 11, verzamelen de ouderenvoorzieningen de volgende persoonsgegevens: 1° wat betreft de ouderen: de naam, voornaam, geboorteplaats en geboortedatum;2° wat betreft de vertegenwoordiger van de oudere: de naam en contactgegevens;3° wat betreft de personeelsleden: de naam, voornaam, geboorteplaats en geboortedatum, een document dat hun kwalificaties staaft en een recente foto. Onverminderd het eerste lid en om de facturatie van de zorgverstrekkingen bij de betrokken verzekeringsinstellingen te waarborgen, verwerken de rusthuizen, rust- en verzorgingstehuizen, centra voor dagverzorging en centra voor kortverblijf informatie over het ziekenfonds van de oudere.

Onverminderd het eerste en tweede lid en teneinde de continuïteit en de kwaliteit van de aan de ouderen verstrekte zorg, op een aan de evolutie van hun vragen of behoeften aangepaste wijze, te waarborgen, verwerken de ouderenvoorzieningen de volgende persoonsgegevens wat betreft de ouderen: 1° wat betreft de door de oudere gekozen gezondheidswerkers, in het bijzonder zijn behandelend arts, en de door de oudere gekozen ziekenhuisinstelling: de contactgegevens;2° wat betreft de contactpersonen van de oudere, waaronder de vertrouwenspersonen, die men moet verwittigen in geval van nood: de namen en contactgegevens.3° van de dienstverleners die de oudere binnen of buiten de voorziening begeleiden: de naam en contactgegevens;4° van de ouderen: a) de gesproken taal/talen;b) een recente foto;c) de eventueel gewenste morele, godsdienstige of filosofische bijstand. De ouderenvoorzieningen zijn toegestaan om de in de artikelen 9 en 10 van de algemene verordening gegevensbescherming bedoelde bijzondere categorieën van gegevens te verwerken, voor zover dat nodig is om de verplichtingen te vervullen die hen worden opgelegd op grond van deze ordonnantie.

Onverminderd het eerste tot en met het derde lid en teneinde de continuïteit en de kwaliteit van de aan de ouderen verstrekte zorg, op een aan de evolutie van hun vragen of behoeften aangepaste wijze, te waarborgen, verwerken de ouderenvoorzieningen, met uitzondering van woningen voor ouderen en wooncomplexen met dienstverlening, de volgende persoonsgegevens wat betreft de ouderen: 1° behalve in de centra voor dagverzorging, de centra voor dagopvang en de centra voor nachtopvang, de bepalingen betreffende de voorwaarden met betrekking tot het levenseinde die overeenkomstig de wensen van de oudere of zijn vertegenwoordiger dienen te worden nageleefd, met inbegrip van eventueel gewenste morele, godsdienstige of filosofische bijstand;2° behalve in de centra voor dagopvang, de gegevens met betrekking tot de medische opvolging van ouderen, zoals bedoeld in het patiëntendossier in de zin van artikel 33 van de wet van 22 april 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/04/2019 pub. 14/05/2019 numac 2019041141 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet inzake de kwaliteitsvolle praktijkvoering in de gezondheidszorg sluiten inzake de kwaliteitsvolle praktijkvoering in de gezondheidszorg, individueel geregistreerd voor elke oudere, de afhankelijkheidscategorie van elke oudere, alsook de gegevens met betrekking tot de zorgverlening;3° de persoonlijke kenmerken, de gewoonten en de levensloop van de ouderen;4° de wensen en verwachtingen van de ouderen in verband met het leven in de voorziening;5° de wensen en verwachtingen van de ouderen in verband met de vrijetijdsbesteding en sociale activiteiten die de voorziening aanbiedt;6° de wensen, gewoonten en voorkeuren van de ouderen met betrekking tot voeding; Onverminderd het eerste, tweede, derde en vijfde lid, kunnen de ouderenvoorzieningen ook de religieuze en levensbeschouwelijke overtuigingen van de ouderen verwerken om hen een gepersonaliseerde begeleiding te bieden, met name om de voedingsvoorkeuren van de ouderen te bepalen of om tegemoet te komen aan bepaalde specifieke verzoeken van de oudere.

Onverminderd paragraaf 3, eerste tot en met derde lid, is de in het eerste tot en met het derde, vijfde en zesde lid, bedoelde toegang tot de gegevens beperkt tot de personeelsleden van de voorziening die betrokken zijn bij de begeleiding of verzorging van de oudere.

De in het vijfde lid bedoelde gezondheidsgegevens worden, in overeenstemming met artikel 9, derde lid, van de algemene verordening gegevensbescherming, verwerkt door of onder de verantwoordelijkheid van een beroepsbeoefenaar die aan het beroepsgeheim is gebonden of door een andere persoon die tot een wettelijke geheimhoudingsplicht is gehouden.

Het Verenigd College legt de andere passende waarborgen vast die moeten worden ingevoerd om de rechten en vrijheden van de ouderen te beschermen en de risico's voor hen te beperken.

De ouderenvoorziening mag de in deze paragraaf bedoelde gegevens tot maximaal drie jaar na het vertrek of overlijden van de oudere bewaren.

Het Verenigd College kan een kortere effectieve bewaartermijn vastleggen per categorie ouderenvoorziening en per type gegevens. § 3. Voor de uitoefening van de controleopdracht die hun door of krachtens deze ordonnantie wordt toevertrouwd, verwerken de in artikel 27 bedoelde ambtenaren de in paragraaf 2, eerste tot en met derde, vijfde en zesde lid, bedoelde gegevens die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van die opdracht. De toegang tot deze gegevens is beperkt tot de in artikel 27 bedoelde werknemers.

Voor de uitoefening van de controleopdracht die hun door of krachtens deze ordonnantie wordt toevertrouwd, mogen de in artikel 27 bedoelde ambtenaren de in paragraaf 2 bedoelde gegevens verwerken, voor zover dat noodzakelijk is voor de uitvoering van die opdracht.

Bij de verwerking van de in paragraaf 2 bedoelde gegevens betreffende de gezondheid zijn de in artikel 27 bedoelde ambtenaren tot geheimhoudingsplicht gehouden. Het Verenigd College legt de andere passende waarborgen vast die moeten worden ingevoerd om de rechten en vrijheden van de ouderen te beschermen en de risico's voor hen te beperken.

De in het eerste lid bedoelde gegevens worden bewaard gedurende een periode van maximaal drie jaar vanaf de datum waarop ze verzameld werden door de in artikel 27 bedoelde ambtenaren. Het Verenigd College kan een kortere effectieve bewaartermijn vastleggen per categorie ouderenvoorziening en per type gegevens. § 4. Om te waarborgen dat het beheer en de leiding van de voorziening worden uitgevoerd door personen die een moraliteit en een integriteit kunnen aantonen die in overeenstemming zijn met hun functie, en om een kwaliteitsvol zorg- en dienstenaanbod in het kader van de erkennings- en controleprocedures te kunnen verzekeren, is de dienst van Iriscare die belast is met de administratieve opvolging van de erkenning gemachtigd om de uittreksels uit het strafregister, bedoeld in artikel 595 van het Wetboek van strafvordering, van de beheerder en van de directeur van de voorziening te verwerken. De uittreksels uit het strafregister mogen geen veroordelingen tot correctionele straffen die niet met de functie kunnen worden verzoend of tot criminele straffen bevatten.

De toegang tot de in het eerste lid bedoelde gegevens is beperkt tot de personeelsleden van Iriscare die verantwoordelijk zijn voor de administratieve opvolging van de erkenning.

De uittreksels uit het strafregister worden bewaard gedurende een termijn die niet langer mag zijn dan de termijn die nodig is voor de toekenning van de in artikel 11 bedoelde erkenning. Ze worden vernietigd nadat de erkenningsbeslissing werd genomen. § 5. Om de opname in een ouderenvoorziening van personen die jonger zijn dan zestig jaar, die via de directie van de voorziening een toelatingsaanvraag indienen, te controleren, verwerkt de dienst van Iriscare, die met de administratieve opvolging belast is, de volgende persoonsgegevens van die personen: 1° de naam, voornaam en geboortedatum;2° een medisch attest waaruit blijkt dat de persoon in afwijking van de leeftijdsvoorwaarde mag worden opgenomen in de voorziening, overeenkomstig de voorwaarden van het Verenigd College. De toegang tot de in het eerste lid bedoelde gegevens is beperkt tot de personeelsleden van Iriscare die verantwoordelijk zijn voor de administratieve opvolging van de erkenning.

De in het eerste lid bedoelde gegevens worden bewaard gedurende een maximumtermijn van één jaar vanaf de datum van ontvangst door Iriscare. § 6. De verwerkingsverantwoordelijken zoals bedoeld in artikel 4, 7), van de algemene verordening gegevensbescherming zijn: 1° de beheerders van de ouderenvoorzieningen voor de in paragraaf 2 bedoelde persoonsgegevens;2° Iriscare voor: a) de in paragraaf 2 bedoelde gegevens, wanneer die gegevens zijn opgenomen in documenten waarvan de in artikel 27 bedoelde ambtenaren zich een kopie hebben laten bezorgen of die ze tegen ontvangstbewijs hebben meegenomen, overeenkomstig artikel 28, § 1, 1° ;b) de in de paragrafen 3 tot en met 5 bedoelde gegevens. Het Verenigd College bepaalt de technische en organisatorische maatregelen die de in het eerste lid bedoelde verwerkingsverantwoordelijken moeten treffen om de persoonsgegevens te beschermen in overeenstemming met artikel 32 van de algemene verordening gegevensbescherming. Het Verenigd College bepaalt ook de bewaarmethode voor de in paragrafen 2 tot en met 5, bedoelde gegevens, en, in voorkomend geval, de bewijskracht ervan.".

Art. 21.In dezelfde ordonnantie wordt een hoofdstuk VI/3 ingevoegd, dat luidt als volgt: "HOOFDSTUK VI/ 3. Financiële controle

Art. 29/3.Het Verenigd College bepaalt de nadere regels en de procedure van de financiële controle die Iriscare op de voorzieningen uitoefent.

In het kader van de organisatie van de in het eerste lid bedoelde financiële controle bepaalt het Verenigd College met name: 1° de gevallen waarin Iriscare een externe audit kan opleggen aan een voorziening die het voorwerp uitmaakt van een ongunstig financieel controleverslag, en de nadere regels van die externe audit; 2° de gevallen waarin een commissaris in de zin van artikel 19/3 kan worden aangesteld in een voorziening die het voorwerp uitmaakt van een ongunstig financieel controleverslag.". HOOFDSTUK III - Wijziging van de ordonnantie van 15 december 2022 tot wijziging van de ordonnantie van 24 april 2008 betreffende de voorzieningen voor opvang of huisvesting van bejaarde personen

Art. 22.In artikel 40, van de ordonnantie van 15 december 2022 tot wijziging van de ordonnantie van 24 april 2008 betreffende de voorzieningen voor opvang of huisvesting van bejaarde personen worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het tweede lid, wordt het getal "35" vervangen door het getal "36"; 2° het artikel wordt aangevuld met een lid, luidende: "In afwijking van het eerste lid, treedt artikel 35 in werking op 1 maart 2024.". HOOFDSTUK IV - Wijziging van de ordonnantie van 7 november 2002 betreffende de centra en diensten voor Bijstand aan Personen

Art. 23.In artikel 4 van de ordonnantie van 7 november 2002 betreffende de centra en diensten voor Bijstand aan Personen, wordt de bepaling onder 2° vervangen als volgt: "2° een vereniging gevormd door een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, met één of meerdere openbare centra voor maatschappelijk welzijn van dit gebied, met andere overheidsinstanties en/of met rechtspersonen anders dan die met een winstoogmerk, om één van de taken uit te voeren die bij de organieke wet van 8 juli 1976Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/07/1976 pub. 18/04/2016 numac 2016000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. - Officieuze coördinatie in het Duits van de versie toepasselijk op de inwoners van het Duitse taalgebied sluiten betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn aan de centra zijn toevertrouwd;". HOOFDSTUK V - Wijziging van de ordonnantie van 23 maart 2017 houdende de oprichting van de bicommunautaire Dienst voor Gezondheid, Bijstand aan Personen en Gezinsbijslag

Art. 24.Artikel 41/1, § 6, van de ordonnantie van 23 maart 2017 houdende de oprichting van de bicommunautaire Dienst voor Gezondheid, Bijstand aan Personen en Gezinsbijslag wordt aangevuld met een lid, luidende: "Tot de dossiers, zoals vermeld in het eerste lid, behoren eveneens de volgende gegevens betreffende de persoon of de personen die de graad van verminderde zelfredzaamheid overeenkomstig artikel 4, derde lid, van de ordonnantie van 10 december 2020 betreffende de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden vaststellen, en betreffende de leden van het multidisciplinair team dat de ernst van de gevolgen van de aandoening van het kind overeenkomstig artikel 12, derde lid en 26, tweede lid, van de ordonnantie van 25 april 2019 tot regeling van de toekenning van gezinsbijslag bepaalt: 1° de nationaliteit; 2° een blanco uittreksel uit het strafregister, model 596-2, zoals bedoeld in artikel 596, tweede lid, van het Wetboek van strafvordering.". HOOFDSTUK VI - Wijzigingen van de ordonnantie van 22 juli 2021 betreffende de erkenning en subsidiëring van de diensten die actief zijn op het vlak van de beperking van de aan druggebruik verbonden risico's

Art. 25.In artikel 3 van de ordonnantie van 22 juli 2021 betreffende de erkenning en subsidiëring van de diensten die actief zijn op het vlak van de beperking van de aan druggebruik verbonden risico's, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° paragraaf 1, eerste lid, wordt aangevuld met de bepaling onder 8°, luidende: "8° het inrichten van een noodopvang met verblijfsfunctie van korte duur voor de gebruikers van de dienst die actief is op het vlak van risicobeperking."; 2° in paragraaf 4 worden de woorden "5° en 6° " vervangen door de woorden ", eerste lid, 5°, 6° en 8° ".

Art. 26.In artikel 5, § 2, van dezelfde ordonnantie worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid worden de woorden "de in artikel 3, § 1, opgesomde opdrachten uitvoeren" vervangen door de woorden "de in artikel 3, § 1, eerste lid, opgesomde opdrachten uitvoeren, met uitzondering van de opdracht vermeld in de bepaling onder 8°, die facultatief kan worden uitgevoerd";2° in het eerste lid, 1°, worden de woorden "evenals, in voorkomend geval, van de noodopvang met verblijfsfunctie van korte duur," ingevoegd tussen de woorden "onvoorwaardelijke opvang," en de woorden "met garanties"; 3° in het eerste lid, wordt de bepaling onder 3° vervangen als volgt: "3° een overeenkomst voor psychosociale revalidatie van drugverslaafden afgesloten hebben met Iriscare, of samenwerken met een dienst voor de opvang van drugverslaafden die een dergelijke overeenkomst heeft gesloten met Iriscare en, in voorkomend geval, samenwerken met andere ambulante diensten en meer bepaald met diensten die actief zijn in de aanpak van drugverslavingen;"; 4° in het eerste lid wordt de bepaling onder 4o aangevuld met de woorden "en kan, in voorkomend geval, specifieke bepalingen voorzien betreffende de noodopvang met verblijfsfunctie van korte duur, bedoeld in artikel 3, § 1, eerste lid, 8° ";5° de paragraaf wordt aangevuld met twee leden, luidende: "Wat de noodopvang met verblijfsfunctie van korte duur, bedoeld in artikel 3, § 1, eerste lid, 8°, betreft, legt het Verenigd College specifieke erkenningsvoorwaarden vast betreffende: 1° de opvang en de hulp aan de gebruikers van de noodopvang;2° de kwaliteit van de noodopvang en van de hieraan verbonden dienstverlening;3° de omkadering verzorgd door de medewerkers bedoeld in paragraaf 3;4° de specifieke architecturale en veiligheidsnormen die in acht moeten worden genomen;5° de eventuele financiële bijdrage van de gebruikers van de noodopvang. Het Verenigd College kan de nadere regels van de in het derde lid opgesomde voorwaarden vastleggen, deze nader omschrijven of aanvullende voorwaarden vaststellen.".

Art. 27.In artikel 6 van dezelfde ordonnantie, wordt tussen het eerste en het tweede lid een lid ingevoegd, luidende: "Het Verenigd College kan eveneens de nadere regels vastleggen voor de specifieke aanvraag tot erkenning van een noodopvang met verblijfsfunctie van korte duur, bedoeld in artikel 3, § 1, eerste lid, 8°. ".

Art. 28.Artikel 10 van dezelfde ordonnantie wordt vervangen als volgt: "

Art. 10.In afwijking van artikel 4, § 3, derde lid, van de ordonnantie van 23 maart 2017 houdende de oprichting van de bicommunautaire Dienst voor Gezondheid, Bijstand aan Personen en Gezinsbijslag, en van artikel 8 van deze ordonnantie, bereidt Iriscare de erkenning voor van de diensten die actief zijn op het vlak van de beperking van de aan druggebruik verbonden risico's, die krachtens deze ordonnantie en de uitvoeringsbesluiten ervan erkend zijn, volgt hij deze erkenning op, kan hij deze diensten binnen de perken van de begrotingskredieten subsidies verlenen en voert hij de opdrachten van inspectie en controle van deze diensten uit.

Het Verenigd College kan de nadere regels voor de uitvoering van de in het eerste lid bedoelde opdrachten bepalen, met inbegrip van de bedragen en berekeningsregels voor de subsidies.". HOOFDSTUK VII - Slotbepalingen

Art. 29.Deze ordonnantie treedt in werking de dag van haar publicatie in het Belgisch Staatsblad.

In afwijking van het eerste lid, heeft artikel 22, 1°, uitwerking met ingang van 1 januari 2023.

Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 22 december 2023.

Het Lid van het Verenigd College, bevoegd voor Welzijn en Gezondheid, E. VAN DEN BRANDT Het Lid van het Verenigd College, bevoegd voor Welzijn en Gezondheid, A. MARON Het Lid van het Verenigd College, bevoegd voor de Gezinsbijslagen, Begroting, Openbaar Ambt en Externe betrekkingen, S. GATZ Het Lid van het Verenigd College, bevoegd voor de Gezinsbijslagen, Begroting, Openbaar Ambt en Externe betrekkingen, B. CLERFAYT _______ Nota (1) Documenten van de Verenigde Vergadering van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie : Gewone zitting 2023-2024 B-172/1 Ontwerp van ordonnantie B-172/2 Verslag B-172/3 Amendement na verslag Integraal verslag: Bespreking: vergadering van donderdag 14 december 2023 Aanneming: vergadering van vrijdag 15 december 2023

^