gepubliceerd op 24 december 2019
Besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 21 maart 2018 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren en stagiairs van de bicommunautaire Dienst voor gezondheid, bijstand aan personen en gezinsbijslag van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad
GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE VAN BRUSSEL-HOOFDSTAD
21 NOVEMBER 2019. - Besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 21 maart 2018 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren en stagiairs van de bicommunautaire Dienst voor gezondheid, bijstand aan personen en gezinsbijslag van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad
Het Verenigd College, Gelet op de ordonnantie van 23 maart 2017 houdende de oprichting van de bicommunautaire Dienst voor gezondheid, bijstand aan personen en gezinsbijslag, artikel 37;
Gelet op het besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 21 maart 2018 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren en stagiairs van de bicommunautaire Dienst voor gezondheid, bijstand aan personen en gezinsbijslag van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 19 februari 2019;
Gelet op het protocol nr. 2019/23 van het Sectorcomité XV van 24 april 2019;
Gelet op het akkoord van de Leden van het Verenigd College bevoegd voor het Openbaar Ambt, gegeven op 16 mei 2019;
Gelet op het akkoord van de Leden van het Verenigd College bevoegd voor de Begroting, gegeven op 16 mei 2019;
Gelet op het gunstig advies van het Algemeen Beheerscomité van de bicommunautaire Dienst voor Gezondheid, Bijstand aan Personen en Gezinsbijslag, gegeven op 4 juli 2019;
Gelet op het advies nr. 66.320/3 van de Raad van State, gegeven op 5 juli 2019, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2° van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op voordracht van de Leden van het Verenigd College bevoegd voor het Openbaar Ambt;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Artikel 18 van het besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 21 maart 2018 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren en stagiairs van de bicommunautaire Dienst voor gezondheid, bijstand aan personen en gezinsbijslag van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad wordt vervangen als volgt : "Art.18. In artikel 20 van het besluit van het verenigd College : 1° in het eerste lid: a) moeten de woorden "In de in artikel 66/9, derde lid, bedoelde gevallen" gelezen worden als volgt : "In de artikel 85, derde lid, van de huidige tekst bedoelde gevallen";b) moeten de woorden "de directeur van de Directie Coördinatie en Procedures belast met de opleiding krachtens artikel 72, of zijn vervanger" worden gelezen als volgt: "De directeur HRM of zijn afgevaardigde belast met de opleidingsfuncties krachtens artikel 94 van de huidige tekst".2° in het tweede lid, moeten de woorden "Artikel 66/9 is van toepassing, met dien verstande dat de directieraad geen tweede verlenging van de stage kan voorstellen" gelezen worden als volgt : "artikel 85 van de huidige tekst is van toepassing, met dien verstande dat de leidend ambtenaar geen tweede verlenging van de stage kan voorstellen".
Art. 2.Artikel 20 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : "
Art. 20.In het artikel 21/1 van het besluit van het Verenigd College moeten de woorden "voorzien in artikel 96/1, zevende lid" gelezen worden als volgt: "voorzien in artikel 122, zevende lid van de huidige tekst"."
Art. 3.Artikel 118 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een nieuw tweede lid, luidende: "De geslaagde van een vergelijkende selectie voor overgang naar een hoger niveau, krijgt voorrang op de toelating tot de stage van een geslaagde voor een wervingsreserve".
Art. 4.In artikel 198 van hetzelfde besluit wordt het eerste lid vervangen als volgt : "De feestdagen bedoeld in artikel 190, 1°, zijn de wettelijke feestdagen, alsook 8 mei, 2 en 15 november en 26 december".
Art. 5.In artikel 199 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° De bepaling onder 9° wordt vervangen als volgt : "9° overlijden van een bloedverwant in de vierde graad hetzij van de ambtenaar, hetzij van de echtgenoot of de persoon met wie de ambtenaar als koppel samenleeft, maar niet onder hetzelfde dak wonend als de ambtenaar: 1 halve werkdag;"; 2° Er wordt een bepaling 10° toegevoegd, luidende : "10° geboorte van een kleinkind hetzij van de ambtenaar, hetzij van de echtgenoot of de persoon met wie de ambtenaar als koppel samenleeft : 1 werkdag."; 3° Het derde lid wordt vervangen als volgt : "De verlofdagen zoals vermeld in 7°, 8°, 9°, of 10° kunnen opgesplitst worden in halve dagen.".
Art. 6.Artikel 207 wordt aangevuld met een paragraaf 8, luidende : "Ziekteverlofdagen opgenomen wegens een toestand van ongewenst seksueel gedrag of pesterijen op het werk erkend na een gerechtelijke beslissing worden geneutraliseerd voor de bepaling van de dag vanaf welke de ambtenaar zich van rechtswege in een administratieve stand van disponibiliteit wegens ziekte overeenkomstig artikel 253 bevindt.
In voorkomend geval wordt de toestand van de ambtenaar met terugwerkende kracht gecorrigeerd.
Art. 7.In artikel 309, eerste lid van hetzelfde besluit wordt de tweede zin vervangen als volgt : "Deze komt neer op een maandelijks brutobedrag van 50 euro aan index 138,01 van de consumptieprijzen".
Art. 8.In artikel 311 van hetzelfde besluit worden volgende wijzingen aangebracht : 1° het tweede lid wordt vervangen als volgt : "Voor hun verplaatsingen in het tweetalig gebied van Brussel-Hoofdstad beschikken de ambtenaar en stagiair over een gratis MIVB- of MTB-abonnement";2° Er wordt een nieuw derde lid toegevoegd, luidende : "Het MTB-abonnement wordt uitgereikt op voorafgaande aanvraag en na goedkeuring door de overheid van de verantwoording door de ambtenaar of de stagiair van het nut dat dat abonnement voor hem heeft".
Art. 9.Artikel 313 wordt aangevuld met een vierde lid, luidende : "Na goedkeuring door de overheid van de verantwoording door de ambtenaar of de stagiair van het nut dat die vervoerswijze voor laatstgenoemde heeft, wordt hem, op basis van het betaalbewijs, het jaarabonnement bij een Brussels deelfietsenbedrijf terugbetaald".
Art. 10.Bijlage I., hoofdstuk I., niveau C wordt aangevuld met een nieuwe rubriek 11° luidende : "Studiegetuigschrift of bekwaamheidsattest erkend of uitgereikt, in elke Gemeenschap, in het kader van de beroepsopleiding of erkenning van competenties, door een erkende openbare operator, of door één van zijn erkende partners".
Art. 11.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand die volgt op het verstrijken van een termijn van tien dagen die ingaat de dag na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad, met uitzondering van artikel 4 dat uitwerking heeft met ingang van 1 mei 2019.
Art. 12.De Leden van het Verenigd College bevoegd voor het Openbaar Ambt worden belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 21 november 2019.
Voor het Verenigd College : De Leden van het Verenigd College bevoegd voor het Openbaar Ambt, S. GATZ