Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 21 december 2013
gepubliceerd op 31 december 2013

Koninklijk besluit houdende uitvoering van titel 2, hoofdstuk 2 van de wet van 15 december 2013 houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging

bron
federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister
numac
2013021141
pub.
31/12/2013
prom.
21/12/2013
ELI
eli/besluit/2013/12/21/2013021141/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

21 DECEMBER 2013. - Koninklijk besluit houdende uitvoering van titel 2, hoofdstuk 2 van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging


VERSLAG AAN DE KONING Sire, De wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging voorziet dat de basiscriteria waarop het analyseformulier stoelt, de opdrachten, de samenstelling en de werking van het impactanalysecomité alsook de voorwaarden en de wijze van openbaarheid van de impactanalyses in een Ministerraad overlegd koninklijk besluit worden bepaald. Dit maakt het voorwerp uit van huidig besluit.

Commentaar bij de artikelen HOOFDSTUK I. - Definities

Artikel 1.Dit artikel vergt geen commentaar. HOOFDSTUK II. - Formulier en procedure

Art. 2.In dit artikel wordt het formulier beschreven dat moet gebruikt worden bij het uitvoeren van een impactanalyse.

Het zal uit twee delen bestaan. Het eerste deel is een beschrijvende fiche die informatie bevat betreffende o.a. de opsteller en het onderwerp van de geplande regelgeving. Zij maakt het mogelijk het ontwerp van regelgeving in zijn context te plaatsen, alsook te verwijzen naar eerder uitgevoerde impactanalyses en naar de bronnen gebruikt bij de impactanalyse. Het tweede deel bevat de eigenlijke impactanalyse. Zij is opgedeeld in thema's die betrekking hebben op de transversale doelstellingen en aangelegenheden bedoeld door de wet. De thema's met betrekking tot de duurzame ontwikkeling bestrijken alle aspecten van de maatschappij en worden via een screening behandeld. In de praktijk, onderzoekt de opsteller van de regelgeving de eventuele positieve en/of negatieve impact van zijn ontwerp aan de hand van een reeks oriënterende trefwoorden. De vier zogenoemde thematische analyses (gender, kleine en middelgrote ondernemingen, administratieve lasten en beleidscoherentie ten gunste van ontwikkeling) worden aangesneden door vragen die verband hebben met hun doelstellingen. In de praktijk wordt de opsteller van de regelgeving uitgenodigd om de eventuele positieve en/of negatieve impact van zijn ontwerp te beschrijven aan de hand van open vragen uitgaande van filtervragen die het mogelijk maken het vervolg van de analyse enkel naar de relevante vragen te oriënteren. Op die manier zal enkel die informatie opgevraagd worden die nodig is om de doelstellingen van de impactanalyse te bereiken.

Art. 3.De procedure van de geïntegreerde impactanalyse dient afgestemd te worden op de procedure die moet gevolgd worden bij de behandeling en goedkeuring van nieuwe regelgeving binnen de Ministerraad. HOOFDSTUK III. - Organisatie, samenstelling en opdrachten van het comité

Art. 4.Het impactanalysecomité wordt opgericht bij de Dienst voor de Administratieve Vereenvoudiging van de FOD Kanselarij van de Eerste Minister. Deze dienst zal dit comité aansturen en het secretariaat ervan verzekeren.

Een handleiding zal de procedure om een impactanalyse uit te voeren verduidelijken. Bovendien moeten de opstellers van de regelgeving en impactanalyses hun vragen en verzoeken om ondersteuning tot deskundigen in elk domein behorend tot het toepassingsgebied van de wet kunnen richten. Daartoe zal een gemeenschappelijke helpdesk opgericht worden die de adviesaanvragen zal ontvangen en doorsturen naar de bevoegde diensten en instanties.

Art. 5 en 6. De samenstelling van het comité houdt rekening met twee elementen. Enerzijds dient elke dienst, bevoegd voor één van de domeinen die onder het toepassingsgebied van de wet vallen, zijn deskundigheid ter beschikking te stellen, en anderzijds dient het comité in staat te zijn om in principe elke adviesaanvraag binnen een termijn van 5 werkdagen te beantwoorden.

Om alle domeinen, opgesomd door de wet bij haar inwerkingtreding, te bestrijken zal het comité samengesteld zijn uit 10 personen, namelijk : - 2 vertegenwoordigers van de POD Duurzame Ontwikkeling voor wat betreft de aspecten duurzame ontwikkeling; - 2 vertegenwoordigers van de Dienst voor de Administratieve Vereenvoudiging voor de aspecten administratieve lasten; - 2 vertegenwoordigers van het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen voor de aspecten gelijkheid van vrouwen en mannen; - 2 vertegenwoordigers van het Directoraat-Generaal voor de K.M.O.'s van de FOD Economie voor de K.M.O. aspecten; - 2 vertegenwoordigers van de Directie-generaal Ontwikkelingssamenwerking en humanitaire hulp van de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking voor de aspecten beleidscoherentie ten gunste van ontwikkeling.

De leidinggevende ambtenaren van de betreffende diensten dienen de bevoegde personen aan te duiden om aan de goede werking van het comité bij te dragen. Zij moeten er over waken dat de opdrachten van het comité binnen de voorgeschreven of vastgestelde termijnen kunnen worden uitgevoerd.

De leden van het comité moeten hun opdrachten doeltreffend, in alle onafhankelijkheid ten opzichte van de verzoekende overheid, kunnen uitvoeren, met eerbied voor de principes van vertrouwelijkheid en discretie die gelden voor elke rijksambtenaar.

Art. 7.Het analysecomité is belast met twee opdrachten. Ten eerste - wanneer hierom wordt verzocht - de ex ante evaluatie van de kwaliteit van de uitgevoerde impactanalyse, en ten tweede een ex post-evaluatie, onder de vorm van een jaarverslag, met het doel lessen te trekken uit de toepassing van de wet, haar uitvoeringsbesluiten, alsook desgevallend bijkomende ondersteuningstools ter beschikking te kunnen stellen van de opstellers van impactanalyses.

Art. 8.Alle vragen aan het comité dienen elektronisch doorgestuurd te worden naar het secretariaat, dat instaat voor de communicatie met de verzoeker. De evaluatie van de kwaliteit van de impactanalyse zal op een strikte en gestandaardiseerde wijze worden uitgevoerd; het resultaat ervan moet een toegevoegde waarde voor alle betrokken personen opleveren.

De standaard antwoordtermijn van het comité wordt op 5 werkdagen vastgelegd. Indien echter een kortere termijn wordt gevraagd, is het de taak van het comité om te onderzoeken of het hiertoe de beschikbare middelen heeft. Daarentegen kan aan het comité een andere termijn toegestaan worden, indien het in een vroegere fase bij de totstandkoming van de regelgeving wordt gevat, wat a priori de doeltreffendheid van zijn tussenkomst zal verhogen.

De nadere werkingswijze zal in een huishoudelijk reglement uitgewerkt worden. HOOFDSTUK IV. - Openbaarheid van de impactanalyse

Art. 9.Overeenkomstig de wens van de wetgever en het advies nr. 53.020/1/2 van de Raad van State (10 april 2013), dat stelt dat de impactanalyse een bestuursdocument is dat aan de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur is onderworpen, zullen de impactanalyses openbaar worden gemaakt teneinde bij te dragen tot de transparantie van het besluitvormingsproces. Bovenop de publicatie in de parlementaire documenten wat betreft de wetsontwerpen, zullen de impactanalyses op een openbare website gepubliceerd worden, ten laatste op het ogenblik dat de regelgevingen zelf openbaar worden gemaakt. Wat betreft de impactanalyses die betrekking hebben op de beslissingen als bedoeld onder artikel 6, § 2 van de wet, zal de politieke verantwoordelijke over het ogenblik van hun publicatie beslissen. De impactanalyses zullen, indien nodig, ter beschikking van de overlegorganen worden gesteld ter voorbereiding van hun adviezen.

Art. 10.In de preambule van elke wet, koninklijk besluit of ministerieel besluit, dat onder het toepassingsgebied van deze wet valt, moet vermeld worden of er een impactanalyse werd uitgevoerd.

Indien er geen impactanalyse werd uitgevoerd dan moet de vrijstellings- of uitzonderingsgrond vermeld worden. Het gaat hier om het gevolg van de verplichte invoering van een bijkomende vermelding in de preambule van de wetsontwerpen, ontwerpen van koninklijke en ministeriële besluiten die onder de toepassing van de wet vallen, naar het voorbeeld van deze die vandaag reeds bestaat met betrekking tot het advies van de Inspectie van Financiën, het akkoord van de Minister van Begroting, het advies van de Raad van State of de effectbeoordeling inzake duurzame ontwikkeling. HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen

Art. 11.Dit artikel bepaalt dat het besluit inwerking zal treden op 1 januari 2014 op de zelfde datum als de wet zoals bepaald in artikel 12 van de wet.

Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer trouwe dienaar, De Eerste Minister, E. DI RUPO De Minister van Gelijke kansenbeleid, Mevr. J. MILQUET De Minister van K.M.O.'s, Mevr. S. LARUELLE De Minister van Administratieve Vereenvoudiging, O. CHASTEL De Minister van Ontwikkelingssamenwerking, J.-P. LABILLE De Minister van Financiën, K. GEENS De Staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling, S. VERHERSTRAETEN

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving Advies 54.541/1 van 16 december 2013 over een ontwerp van koninklijk besluit `houdende uitvoering van titel 2, hoofdstuk II van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging' Op 20 november 2013 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Minister van Administratieve Vereenvoudiging verzocht binnen een termijn van dertig dagen een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit `houdende uitvoering van titel 2, hoofdstuk II van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging'.

Het ontwerp is door de eerste kamer onderzocht op 12 december 2013. De kamer was samengesteld uit Marnix Van Damme, kamervoorzitter, Wilfried Van Vaerenbergh en Wouter Pas, staatsraden, Marc Rigaux en Michel Tison, assessoren, en Wim Geurts, griffier.

Het verslag is uitgebracht door Pierrot T'Kindt, auditeur.

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Wilfried Van Vaerenbergh, staatsraad.

Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 16 december 2013.

Strekking en rechtsgrond van het ontwerp 1. Het om advies voorgelegde ontwerp van koninklijk besluit strekt ertoe uitvoering te geven aan hoofdstuk 2 van titel 2 van de wet `houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging' (hierna : de wet), (1) dat betrekking heeft op de voorafgaande regelgevingsimpactanalyse.(2) De inwerkingtreding van de ontworpen regeling valt samen met die van de wet, op 1 januari 2014. 2. Rechtsgrond voor het ontwerp wordt geboden door de artikelen 6, § 1, en 7, §§ 2 en 3, van de wet. Vastgesteld moet worden dat het ontwerp slechts op beperkte wijze de werking van het impactanalysecomité regelt. De Koning dient evenwel op grond van artikel 7, § 3, van de wet de werking van dat comité op exhaustieve wijze te regelen. Vraag is dan ook of het ontwerp op dat punt niet moet worden aangevuld, inzonderheid wat betreft de wijze van besluitvorming in de schoot van dat comité.

Onderzoek van de tekst Voorafgaande opmerkingen 3. De in het ontwerp opgenomen verwijzingen naar bepalingen van de wet stemmen niet overeen met de (nieuwe) nummering van de artikelen van die wet, wat dient te worden verholpen.4. Het te nemen besluit dient mede te worden voorgedragen en ondertekend door de Minister van Financiën aan wie de Staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling is toegevoegd. Opschrift 5. In het opschrift van het ontwerp dient te worden geschreven "titel 2, hoofdstuk 2 (niet : titel 2, hoofdstuk II)". Aanhef 6. Gelet op wat hiervoor is opgemerkt omtrent de rechtsgrond van het ontwerp, redigere men het eerste lid van de aanhef als volgt : "Gelet op de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging, artikelen 6, § 1, en 7, §§ 2 en 3;". 7. Aangezien het ontwerp met toepassing van artikel 2, 1°, van het koninklijk besluit van 20 september 2012Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 20/09/2012 pub. 09/10/2012 numac 2012011374 bron programmatorische federale overheidsdienst duurzame ontwikkeling Koninklijk besluit houdende uitvoering van artikel 19/1, § 1, tweede lid van hoofdstuk V/1 van de wet van 5 mei 1997 betreffende de coördinatie van het federale beleid inzake duurzame ontwikkeling type koninklijk besluit prom. 20/09/2012 pub. 27/09/2012 numac 2012022349 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 88, vijfde lid, van de wet van 28 december 2011 houdende diverse bepalingen sluiten `houdende uitvoering van artikel 19/1, § 1, tweede lid van hoofdstuk V/1 van de wet van 5 mei 1997 betreffende de coördinatie van het federale beleid inzake duurzame ontwikkeling' is vrijgesteld van een voorafgaand onderzoek bedoeld in artikel 19/1, § 1, eerste lid, van dezelfde wet, dient de verwijzing in het tweede lid van de aanhef te worden weggelaten. Artikel 1 8. In artikel 1, 1°, van het ontwerp schrijve men aan het einde "... vereenvoudiging, titel 2, hoofdstuk 2;". 9. In artikel 1, 3° en 4°, van het ontwerp kan, naar het voorbeeld van de bepaling sub 2° ervan, een verwijzing worden opgenomen naar de betreffende wetsbepaling (artikel 7). Artikel 2 10. In artikel 2, §§ 1 en 2, 1° en 2°, van het ontwerp dient in de Nederlandse tekst het woord "geplande" telkens te worden vervangen door het woord "ontworpen".11. In de Nederlandse tekst van artikel 2, § 1, dient bovendien het woord "wordt" te worden ingevoegd vóór het woord "onderzocht".12. In de Nederlandse tekst van artikel 2, § 2, 2°, eerste streepje, van het ontwerp dient te worden geschreven "trefwoorden die de beoordeling mogelijk maken (niet : toelaten)". 13. Rekening houdende met artikel 7, § 1, van de wet, waarin wordt bepaald dat de impactanalyse wordt uitgevoerd op basis van relevante criteria en indicatoren die het mogelijk maken de potentiële gevolgen op de transversale doelstellingen en aangelegenheden te evalueren, verdient het aanbeveling om aan het einde van artikel 2, § 2, 2°, tweede streepje, te schrijven : "... waardoor kan worden beoordeeld of en hoe de respectieve objectieven worden nagestreefd".

Artikel 3 14. In de Nederlandse tekst van artikel 3, § 2, van het ontwerp schrijve men "bepaald (niet : voorzien) in artikel 8 van de wet". Artikel 5 15. In artikel 5 van het ontwerp wordt in paragraaf 1 gewag gemaakt van "de federale diensten" en in paragraaf 2 van "de instellingen en diensten" bedoeld in paragraaf 1.Die discrepantie moet worden weggewerkt. 16. In de Nederlandse tekst van artikel 5, § 2, dienen de woorden "aangeduid" en "aanduiding" respectievelijk te worden vervangen door de woorden "aangewezen" en "aanwijzing". Artikel 7 17. In de Nederlandse tekst van artikel 7, § 2, van het ontwerp schrijve men "met (niet : in) toepassing van". 18.1. In de Franse tekst van artikel 7, § 3, van het ontwerp wordt, mede gelet op de Nederlandse tekst ("website"), beter geschreven "site web". 18.2. De Nederlandse en de Franse tekst van artikel 9, § 1, van het ontwerp dient op overeenkomstige wijze te worden aangepast.

Artikel 8 19. Artikel 8, § 1, van het ontwerp bepaalt dat het comité de impactanalyse waarvoor een adviesaanvraag wordt ingediend met alle daaraan toegevoegde documenten onderzoekt binnen vijf "werkdagen". In het artikel dient te worden bepaald welke dagen geen werkdagen zijn en dus niet in aanmerking komen voor de berekening van de erin vermelde termijn. 20. In de Nederlandse tekst van artikel 8, § 3, van het ontwerp dient te worden geschreven "een of meer" (niet : "één of meerdere"). Artikel 9 21. Voor zover artikel 9 van het ontwerp ook van toepassing is op de impactanalyses die op facultatieve wijze worden uitgevoerd (artikel 6, § 2, van de wet), wat ter wille van de rechtszekerheid dient te worden verduidelijkt, rijst de vraag op welk tijdstip de impactanalyses die betrekking hebben op niet-regelgevende teksten (omzendbrieven en beslissingen) worden bekendgemaakt.Het ontwerp zal in voorkomend geval met een bepaling in die zin moeten worden aangevuld.

Artikel 10 22. In de Nederlandse tekst van artikel 10 van het ontwerp wordt het woord "preambule" beter vervangen door het woord "aanhef". Bovendien dient er rekening mee te worden gehouden dat in een wet geen aanhef voorkomt, maar wel in het koninklijk besluit waarmee een ontwerp van wet bij een van de Wetgevende Kamers wordt ingediend.

Artikel 12 23. Een staatssecretaris mag niet worden aangewezen om een koninklijk besluit uit te voeren, zelfs al heeft hij dat besluit mee voorgedragen en ondertekend.In elke federale regering is immers niet noodzakelijk een staatssecretaris opgenomen die bevoegd is voor de betreffende aangelegenheid. Het is derhalve de minister bevoegd voor Duurzame Ontwikkeling die in artikel 12 van het ontwerp, voor de aspecten van het te nemen besluit die met die aangelegenheid verband houden, moet worden belast met de uitvoering van het te nemen besluit.

De griffier Wim Geurts De voorzitter Marnix Van Damme ______ Nota (1) Die wet is aangenomen in de Kamer van volksvertegenwoordigers op 14 november 2013 (Parl.St. Kamer 2012-13, nr. 53-2922/009), maar is nog niet bekendgemaakt. (2) Luidens artikel 5, § 1, van de wet wordt onder de bedoelde regelgevingsimpactanalyse verstaan, "de evaluatie van de potentiële gevolgen van elk in artikel 6 bedoeld voorontwerp van regelgeving op de economie, het leefmilieu, de sociale aspecten en de overheidsdiensten, voorafgaand aan de goedkeuring ervan door de politieke overheid". 21 DECEMBER 2013. - Koninklijk besluit houdende uitvoering van titel 2, hoofdstuk 2 van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging, artikelen 6, § 1 en 7, §§ 2 en 3;

Gelet op het Koninklijk besluit van 20 september 2012Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 20/09/2012 pub. 09/10/2012 numac 2012011374 bron programmatorische federale overheidsdienst duurzame ontwikkeling Koninklijk besluit houdende uitvoering van artikel 19/1, § 1, tweede lid van hoofdstuk V/1 van de wet van 5 mei 1997 betreffende de coördinatie van het federale beleid inzake duurzame ontwikkeling type koninklijk besluit prom. 20/09/2012 pub. 27/09/2012 numac 2012022349 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 88, vijfde lid, van de wet van 28 december 2011 houdende diverse bepalingen sluiten houdende uitvoering van artikel 19/1, § 1, tweede lid van hoofdstuk V/1 van de wet van 5 mei 1997 betreffende de coördinatie van het federale beleid inzake duurzame ontwikkeling;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 10 juli 2013;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 15 juli 2013;

Gelet op het advies 54.541/1 van de Raad van State, gegeven op 16 december 2013, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voordracht van de Eerste Minister, de Minister van Gelijke kansen, de Minister van Kleine en Middelgrote Ondernemingen, de Minister van Administratieve vereenvoudiging, de Minister van Ontwikkelingssamenwerking, de Minister van Financiën, de Staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Definities

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° "de wet" : de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging, titel 2, hoofdstuk 2;2° "de impactanalyse" : de geïntegreerde impactanalyse voorafgaand aan de goedkeuring van een regelgeving zoals gedefinieerd in artikel 5, § 1, van de wet;3° "het comité" : het impactanalysecomité als bedoeld onder artikel 7 van de wet;4° "het formulier" : het impactanalyseformulier als bedoeld onder artikel 7, § 1 van de wet;5° "werkdag" : de dag die noch een zaterdag, noch een zondag, noch een feestdag is. HOOFDSTUK II. - Procedure voor de impactanalyse

Art. 2.§ 1. De impact van de ontworpen regelgeving op de transversale doelstellingen en aangelegenheden, vermeld in artikel 5 § 2, van de wet, wordt onderzocht aan de hand van een standaard formulier. § 2. Het formulier wordt opgesplitst in twee delen : 1° Een beschrijvende fiche met informatie betreffende de opsteller en het onderwerp van de ontworpen regelgeving, 2° Een beschrijving van de impact van de ontworpen regelgeving op : - duurzame ontwikkeling aan de hand van een reeks trefwoorden die de beoordeling mogelijk maken van de evolutie naar de hoofddoelstellingen van duurzame ontwikkeling : de bevordering van de sociale cohesie, het aanpassingsvermogen van de economie aan de economische, sociale en milieu-uitdagingen, de bescherming van het leefmilieu, de maatschappelijke verantwoordelijkheid van de overheid; - de gelijkheid van kansen tussen vrouwen en mannen, de kleine en middelgrote ondernemingen, de administratieve lasten en de beleidscoherentie ten gunste van ontwikkeling en dit aan de hand van open vragen waardoor kan worden beoordeeld of en hoe de respectieve objectieven worden nagestreefd.

Art. 3.§ 1. Het ingevulde formulier wordt toegevoegd aan het dossier, dat ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de Ministerraad. § 2. Bij toepassing van een van de vrijstellingen of uitzonderingen bepaald in artikel 8 van de wet volstaat de vermelding van de vrijstellings- of uitzonderingsgrond. HOOFDSTUK III. - Organisatie, samenstelling en opdrachten van het comité

Art. 4.Het comité wordt opgericht bij de Dienst voor Administratieve Vereenvoudiging, die instaat voor het secretariaat.

Art. 5.§ 1. Het comité is samengesteld uit twee vertegenwoordigers van ieder van de federale diensten en instellingen belast met het uitwerken van de transversale doelstellingen en aangelegenheden die onder het toepassingsgebied van artikel 5 van de wet vallen. § 2. De leden van het comité worden aangewezen door de leidende ambtenaren van de diensten en instellingen bedoeld in § 1 voor een termijn van 3 jaar. Deze aanwijzing is hernieuwbaar.

Art. 6.De leden van het comité voeren hun opdrachten uit in alle onafhankelijkheid ten opzichte van de opstellers van de regelgeving.

Art. 7.§ 1. Het comité is belast met het opstellen van het formulier. § 2. Het verifieert de kwaliteit van de impactanalyses die hem worden voorgelegd met toepassing van artikel 7, § 2, van de wet. § 3. Het stelt jaarlijks een verslag op over de uitvoering van de wet, haar uitvoeringsbesluiten en de wijze waarop de impactanalyses werden uitgevoerd. Dit verslag wordt meegedeeld aan de Ministerraad en vervolgens gepubliceerd op de in artikel 9 vermelde website.

Art. 8.§ 1. Wanneer een adviesaanvraag wordt ingediend, onderzoekt het comité de impactanalyse alsook alle daaraan toegevoegde documenten binnen de vijf werkdagen. In onderling overleg en met akkoord van de aanvrager kan deze termijn worden ingekort of verlengd. § 2. De adviesaanvraag wordt elektronisch ingediend bij het secretariaat van het comité. De ontvangstdatum doet de termijn bedoeld in § 1 aanvangen. § 3. De adviesaanvraag kan op het geheel of op slechts één of meer van de transversale doelstellingen en aangelegenheden bedoeld in artikel 5, § 2 van de wet betrekking hebben. § 4. Het comité onderzoekt de impactanalyse aan de hand van de volgende criteria : de volledigheid, de correctheid van de informatie, met inbegrip van de vermelding van de gebruikte bronnen en referenties en de pertinentie van de uitleg. § 5. De nadere werkingswijze zal in een huishoudelijk reglement uitgewerkt worden. HOOFDSTUK IV. - Openbaarheid van de impactanalyse

Art. 9.§ 1. De impactanalyses worden op de website van de Dienst voor de Administratieve Vereenvoudiging gepubliceerd. § 2. De impactanalyses die betrekking hebben op ontwerpen van wetten worden gepubliceerd op het ogenblik van de indiening van het ontwerp bij het Parlement. § 3. De impactanalyses die betrekking hebben op koninklijke en ministeriële besluiten alsook op omzendbrieven worden gepubliceerd op het ogenblik van hun publicatie in het Belgisch Staatsblad. § 4. De impactanalyses die betrekking hebben op beslissingen, zullen worden gepubliceerd op het ogenblik waarop het bevoegde regeringslid het beslist.

Art. 10.In de aanhef van de koninklijke besluiten en ministeriële besluiten, die onder het toepassingsgebied van de wet vallen, wordt melding gemaakt van de uitgevoerde impactanalyse of van een van de in artikel 8 van de wet vermelde vrijstellings- of uitzonderingsgronden. HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen

Art. 11.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2014.

Art. 12.De Eerste Minister, de Minister van Gelijke kansen, de Minister van Kleine en Middelgrote Ondernemingen, de Minister van Administratieve vereenvoudiging, de Minister van Ontwikkelingssamenwerking, de Minister bevoegd voor Duurzame Ontwikkeling zijn, ieder voor wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 21 december 2013.

FILIP Van Koningswege : De Eerste Minister, E. DI RUPO De Minister van Gelijke kansenbeleid, Mevr. J. MILQUET De Minister van K.M.O.'s, Mevr. S. LARUELLE De Minister van Administratieve Vereenvoudiging, O. CHASTEL De Minister van Ontwikkelingssamenwerking, J.-P. LABILLE De Minister van Financiën, K. GEENS De Staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling, S. VERHERSTRAETEN

^