Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 20 december 2020
gepubliceerd op 31 december 2020

Koninklijk besluit houdende uitvoering van artikel 4, tweede lid van de wet van 13 maart 2013 tot hervorming van de inhouding van 3,55 % ten gunste van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en de solidariteitsbijdrage verricht op de pensioenen

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2020205693
pub.
31/12/2020
prom.
20/12/2020
ELI
eli/besluit/2020/12/20/2020205693/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

20 DECEMBER 2020. - Koninklijk besluit houdende uitvoering van artikel 4, tweede lid van de wet van 13 maart 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/03/2013 pub. 21/03/2013 numac 2013022147 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot hervorming van de inhouding van 3,55 % ten gunste van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en de solidariteitsbijdrage verricht op de pensioenen sluiten tot hervorming van de inhouding van 3,55 % ten gunste van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en de solidariteitsbijdrage verricht op de pensioenen


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het ontwerp van koninklijk besluit dat wij de eer hebben ter ondertekening aan Uwe Majesteit voor te leggen, heeft als doel om, in de mate van het mogelijke, een negatieve impact te vermijden van de inhouding van 3,55 % bestemd voor de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging, op de verhogingen van de minimumpensioenen in de verschillende pensioenstelsels.

Immers, een verhoging van het minimumpensioen kan voor sommige personen tot gevolg hebben dat zij de drempel overschrijden waaronder het totaal brutobedrag van de pensioenen (en eventuele andere uitkeringen) niet mag worden verminderd ten gevolge van de heffing van deze inhouding.

Aldus zou het overschrijden van die drempel ertoe kunnen leiden dat het totaal nettobedrag van hun pensioen (en eventueel andere uitkeringen) slechts gedeeltelijk of helemaal niet verhoogd wordt, ondanks de verhoging van hun minimumpensioen.

Teneinde dergelijke negatieve impact te vermijden, voorziet het voorliggend ontwerp van koninklijk besluit in een verhoging - met 2,31 % - van de drempel waaronder het totaal van de pensioenen niet mag worden verminderd ten gevolge van de heffing van de inhouding bestemd voor de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging.

Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Vice-eersteminister en Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Fr. VANDENBROUCKE De Minister van Pensioenen en Maatschappelijke Integratie, belast met Personen met een beperking, Armoedebestrijding en Beliris, K. LALIEUX

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving Advies 68.282/1 van 10 december 2020 over een ontwerp van koninklijk besluit 'houdende uitvoering van artikel 4, tweede lid van de wet van 13 maart 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/03/2013 pub. 21/03/2013 numac 2013022147 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot hervorming van de inhouding van 3,55 % ten gunste van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en de solidariteitsbijdrage verricht op de pensioenen sluiten tot hervorming van de inhouding van 3,55 % ten gunste van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en de solidariteitsbijdrage verricht op de pensioenen' Op 12 november 2020 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Minister van Pensioenen verzocht binnen een termijn van dertig dagen een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit 'houdende uitvoering van artikel 4, tweede lid van de wet van 13 maart 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/03/2013 pub. 21/03/2013 numac 2013022147 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot hervorming van de inhouding van 3,55 % ten gunste van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en de solidariteitsbijdrage verricht op de pensioenen sluiten tot hervorming van de inhouding van 3,55 % ten gunste van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en de solidariteitsbijdrage verricht op de pensioenen'.

Het ontwerp is door de eerste kamer onderzocht op 3 december 2020. De kamer was samengesteld uit Marnix VAN DAMME, kamervoorzitter, Wilfried VAN VAERENBERGH en Chantal BAMPS, staatsraden, Michel TISON en Johan PUT, assessoren, en Wim GEURTS, griffier.

Het verslag is uitgebracht door Katrien DIDDEN, auditeur.

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Chantal BAMPS, staatsraad.

Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 10 december 2020. 1. Met toepassing van artikel 84, § 3, eerste lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, heeft de afdeling Wetgeving zich toegespitst op het onderzoek van de bevoegdheid van de steller van de handeling, van de rechtsgrond, alsmede van de vraag of aan de te vervullen vormvereisten is voldaan.2. Het overeenkomstig sub 1 beperkte onderzoek noopt slechts tot het maken van de volgende opmerking. Uit de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten 'houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging', volgt dat voor elk ontwerp van koninklijk besluit waarvoor een overleg in de Ministerraad is vereist, in principe een impactanalyse moet worden uitgevoerd met betrekking tot de verschillende punten die in artikel 5 van die wet zijn aangegeven1. Deze verplichting is enkel niet van toepassing op de gevallen die in artikel 8 van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten zijn opgesomd.

Niettegenstaande er in het vijfde lid van de aanhef van het ontwerp melding wordt gemaakt van de regelgevingsimpactanalyse, blijkt deze volgens de verklaring van de gemachtigde niet te zijn uitgevoerd.

Het ontwerp van besluit dat rechtsgrond ontleent aan artikel 4, tweede lid, van de wet van 13 maart 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/03/2013 pub. 21/03/2013 numac 2013022147 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot hervorming van de inhouding van 3,55 % ten gunste van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en de solidariteitsbijdrage verricht op de pensioenen sluiten 'tot hervorming van de inhouding van 3,55 % ten gunste van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en de solidariteitsbijdrage verricht op de pensioenen', vereist op grond van deze rechtsgrondbepaling een overleg in de Ministerraad en valt bijgevolg binnen de werkingssfeer van de voormelde verplichting.

Bijgevolg zal er op moeten worden toegezien dat alsnog aan dit vormvereiste wordt voldaan. 2 1 Zie artikel 6, § 1, van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten. Wat de procedure voor impactanalyses betreft, zie de artikelen 2 en 3 van het koninklijk besluit van 21 december 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 21/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021141 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Koninklijk besluit houdende uitvoering van titel 2, hoofdstuk 2 van de wet van 15 december 2013 houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten 'houdende uitvoering van titel 2, hoofdstuk 2 van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging'. 2 Op het eerste gezicht kan er met betrekking tot het voorliggende ontwerp geen beroep worden gedaan op een uitsluitingsgrond bedoeld in artikel 8 van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten.

De Griffier W. GEURTS De Voorzitter, M. VAN DAMME

20 DECEMBER 2020. - Koninklijk besluit houdende uitvoering van artikel 4, tweede lid van de wet van 13 maart 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/03/2013 pub. 21/03/2013 numac 2013022147 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot hervorming van de inhouding van 3,55 % ten gunste van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en de solidariteitsbijdrage verricht op de pensioenen sluiten tot hervorming van de inhouding van 3,55 % ten gunste van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en de solidariteitsbijdrage verricht op de pensioenen FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 13 maart 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/03/2013 pub. 21/03/2013 numac 2013022147 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot hervorming van de inhouding van 3,55 % ten gunste van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en de solidariteitsbijdrage verricht op de pensioenen sluiten tot hervorming van de inhouding van 3,55 % ten gunste van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en de solidariteitsbijdrage verricht op de pensioenen, artikel 4, tweede lid;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 28 oktober 2020;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, gegeven op 30 oktober 2020;

Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Federale Pensioendienst, gegeven op 23 november 2020;

Gelet op de regelgevingsimpactanalyse, uitgevoerd overeenkomstig de artikelen 6 en 7 van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;

Gelet op het advies nr. 68.282/1 van de Raad van State, gegeven op 10 december 2020, met toepassing van artikel 84, § 3, eerste lid, de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Vice-eersteminister en Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid en van de Minister van Pensioenen en Maatschappelijke Integratie, belast met Personen met een beperking, Armoedebestrijding en Beliris en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De inhouding bedoeld in artikel 191, eerste lid, 7°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, mag niet tot gevolg hebben dat het totaal van de aan de inhouding onderworpen pensioenen of voordelen wordt verminderd: 1° vanaf 1 januari 2021, tot een bedrag, lager dan 605,20 euro per maand, verhoogd met 112,05 euro voor de rechthebbenden met gezinslast;2° vanaf 1 januari 2022, tot een bedrag, lager dan 619,16 euro per maand, verhoogd met 114,63 euro voor de rechthebbenden met gezinslast;3° vanaf 1 januari 2023, tot een bedrag, lager dan 633,48 euro per maand, verhoogd met 117,28 euro voor de rechthebbenden met gezinslast;4° vanaf 1 januari 2024, tot een bedrag, lager dan 648,15 euro per maand, verhoogd met 120,00 euro voor de rechthebbenden met gezinslast. De bedragen in het eerste lid worden gekoppeld aan de spilindex 132,13.

Art. 2.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2021, met uitzondering van: 1° artikel 1, eerste lid, 2° dat in werking treedt op 1 januari 2022;2° artikel 1, eerste lid, 3° dat in werking treedt op 1 januari 2023;3° artikel 1, eerste lid, 4° dat in werking treedt op 1 januari 2024.

Art. 3.De minister bevoegd voor Pensioenen en de minister bevoegd voor Sociale Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 20 december 2020.

FILIP Van Koningswege : De Vice-eersteminister en Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Fr. VANDENBROUCKE De Minister van Pensioenen en Maatschappelijke Integratie, belast met Personen met een beperking, Armoedebestrijding en Beliris, K. LALIEUX

^