gepubliceerd op 04 januari 2021
Koninklijk besluit inzake de verhoging van het maximumpensioen in het kader van het minimumrecht per loopbaanjaar
20 DECEMBER 2020. - Koninklijk besluit inzake de verhoging van het maximumpensioen in het kader van het minimumrecht per loopbaanjaar
VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het ontwerp van koninklijk besluit dat ik de eer heb ter ondertekening aan Uwe Majesteit voor te leggen, heeft als doel te voorzien in vier opeenvolgende verhogingen van het maximum pensioenbedrag dat in het kader van het minimumrecht per loopbaanjaar in de pensioenregeling voor werknemers kan toegekend worden.
Het voorliggend ontwerp voorziet in verhoogde basisbedragen inzake het maximum pensioenbedrag (alleenstaande en gezin) dat in het kader van het minimumrecht per loopbaanjaar in de pensioenregeling voor werknemers kan toegekend worden en dit in uitvoering van het artikel 8, § 10, 1° van het koninklijk besluit van 23 december 1996Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 23/12/1996 pub. 04/02/2014 numac 2014000075 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 15, 16 en 17 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type koninklijk besluit prom. 23/12/1996 pub. 17/11/2015 numac 2015000648 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 15, 16 en 17 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten tot uitvoering van de artikelen 15, 16 en 17 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels.
Deze verhogingen zullen op 1 januari 2021, 1 januari 2022, 1 januari 2023 en 1 januari 2024 worden doorgevoerd zodat dit bedrag uiteindelijk verhoogd wordt met 9,86% ten opzichte van 2020.
Deze verhogingen zijn van toepassing op de pensioenen die daadwerkelijk en voor de eerste maal ten vroegste ingaan op 1 januari 2021. Wanneer het een overlevingspensioen betreft, is het in aanmerking te nemen ingangsjaar het jaar tijdens welk het rustpensioen van de overleden echtgenoot daadwerkelijk en voor de eerste maal is ingegaan wanneer deze op het ogenblik van zijn overlijden dit pensioen genoot. Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Pensioenen en Maatschappelijke Integratie, belast met Personen met een beperking, Armoedebestrijding en Beliris, K. LALIEUX
RAAD VAN STATE, afdeling Wetgeving Advies 68.281/1 van 10 december 2020 over een ontwerp van koninklijk besluit 'inzake de verhoging van het maximumpensioen in het kader van het minimumrecht per loopbaanjaar' Op 12 november 2020 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Minister van Pensioenen verzocht binnen een termijn van dertig dagen een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit 'inzake de verhoging van het maximumpensioen in het kader van het minimumrecht per loopbaanjaar'.
Het ontwerp is door de eerste kamer onderzocht op 3 december 2020. De kamer was samengesteld uit Marnix VAN DAMME, kamervoorzitter, Wilfried VAN VAERENBERGH en Chantal BAMPS, staatsraden, Michel TISON en Johan PUT, assessoren, en Wim GEURTS, griffier.
Het verslag is uitgebracht door Katrien DIDDEN, auditeur.
De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Chantal BAMPS, staatsraad.
Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 10 december 2020. 1. Met toepassing van artikel 84, § 3, eerste lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, heeft de afdeling Wetgeving zich toegespitst op het onderzoek van de bevoegdheid van de steller van de handeling, van de rechtsgrond, alsmede van de vraag of aan de te vervullen vormvereisten is voldaan. STREKKING EN RECHTSGROND VAN HET ONTWERP 2. Het om advies voorgelegde ontwerp van koninklijk besluit strekt tot de geleidelijke verhoging van het maximum pensioenbedrag in het kader van het minimumrecht per loopbaanjaar in de pensioenregeling voor werknemers.Deze verhogingen zullen op 1 januari 2021, 1 januari 2022, 1 januari 2023 en 1 januari 2024 worden doorgevoerd, zodat dit bedrag uiteindelijk verhoogd wordt met 9,86 % ten opzichte van 2020.
Het ontwerp van koninklijk besluit wijzigt daartoe de basisbedragen inzake het maximum pensioenbedrag zoals vastgelegd in artikel 8, § 1, eerste lid, 2°, van het koninklijk besluit van 23 december 1996Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 23/12/1996 pub. 04/02/2014 numac 2014000075 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 15, 16 en 17 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type koninklijk besluit prom. 23/12/1996 pub. 17/11/2015 numac 2015000648 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 15, 16 en 17 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten 'tot uitvoering van de artikelen 15, 16 en 17 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels'. 3. De ontworpen regeling ontleent rechtsgrond aan artikel 8, § 10, 1°, van het koninklijk besluit van 23 december 1996Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 23/12/1996 pub. 04/02/2014 numac 2014000075 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 15, 16 en 17 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type koninklijk besluit prom. 23/12/1996 pub. 17/11/2015 numac 2015000648 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 15, 16 en 17 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten dat de Koning machtigt om, bij een in Ministerraad overlegd besluit en na advies van het Beheerscomité van de Federale Pensioendienst, de in paragraaf 1 van dit artikel bedoelde bedragen en pensioenbedragen te verhogen VORMVEREISTEN 4.Uit de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging type wet prom. 15/12/2013 pub. 24/12/2013 numac 2013024436 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet houdende diverse bepalingen inzake landbouw sluiten 'houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging', volgt dat voor elk ontwerp van koninklijk besluit waarvoor een overleg in de Ministerraad is vereist, in principe een impactanalyse moet worden uitgevoerd met betrekking tot de verschillende punten die in artikel 5 van die wet zijn aangegeven 1. Deze verplichting is enkel niet van toepassing op de gevallen die in artikel 8 van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging type wet prom. 15/12/2013 pub. 24/12/2013 numac 2013024436 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet houdende diverse bepalingen inzake landbouw sluiten zijn opgesomd.
Niettegenstaande er in het vijfde lid van de aanhef van het ontwerp melding wordt gemaakt van de regelgevingsimpactanalyse, blijkt deze volgens de verklaring van de gemachtigde niet te zijn uitgevoerd.
Het ontwerp van besluit vereist een overleg in de Ministerraad2 en valt bijgevolg binnen de werkingssfeer van de voormelde verplichting.
Bijgevolg zal er op moeten worden toegezien dat alsnog aan dit vormvereiste wordt voldaan. 3 ONDERZOEK VAN DE TEKST Artikel 1 5. Artikel 1, 1°, van het ontwerp bepaalt dat de verhoging van de bedragen voor het jaar 2021 slechts van toepassing is op pensioenen die daadwerkelijk en voor de eerste maal ten vroegste "op 1 januari 2022" ingaan. Dienaangaande werd door de gemachtigde de volgende duiding gegeven: "We willen u ook een opmerking meegeven die terecht is gemaakt op het beheerscomité van de FPD en die u misschien ook reeds opmerkte. Het gaat meer bepaald over art. 1, 1° dat bepaalt dat de verhoging van het plafond voor het jaar 2021 slechts van toepassing is op de pensioenen die daadwerkelijk en voor de eerste maal ten vroegste op 1 januari 2022 ingaan. Deze bepaling volgde dezelfde logica als de verhoging van het berekeningsplafond van de pensioenen terwijl die beperking vanaf 2022 eigenlijk niet noodzakelijk is voor deze bepaling. Het minimumrecht zou reeds toegepast kunnen worden op het jaar 2021. Daar is bovendien budget voor voorzien".
Met deze suggestie kan worden ingestemd. 1 Zie artikel 6, § 1, van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging type wet prom. 15/12/2013 pub. 24/12/2013 numac 2013024436 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet houdende diverse bepalingen inzake landbouw sluiten. Wat de procedure voor impactanalyses betreft, zie de artikelen 2 en 3 van het koninklijk besluit van 21 december 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 21/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021141 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Koninklijk besluit houdende uitvoering van titel 2, hoofdstuk 2 van de wet van 15 december 2013 houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten 'houdende uitvoering van titel 2, hoofdstuk 2 van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging type wet prom. 15/12/2013 pub. 24/12/2013 numac 2013024436 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet houdende diverse bepalingen inzake landbouw sluiten houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging'. 2 Zie supra, de bespreking van de rechtsgrond. 3 Op het eerste gezicht kan er met betrekking tot het voorliggende ontwerp geen beroep worden gedaan op een vrijstellingsgrond bedoeld in artikel 8 van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging type wet prom. 15/12/2013 pub. 24/12/2013 numac 2013024436 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet houdende diverse bepalingen inzake landbouw sluiten.
20 DECEMBER 2020. - Koninklijk besluit inzake de verhoging van het maximumpensioen in het kader van het minimumrecht per loopbaanjaar FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op het koninklijk besluit van 23 december 1996Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 23/12/1996 pub. 04/02/2014 numac 2014000075 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 15, 16 en 17 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type koninklijk besluit prom. 23/12/1996 pub. 17/11/2015 numac 2015000648 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 15, 16 en 17 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten tot uitvoering van de artikelen 15, 16 en 17 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, artikel 8, § 10, 1°, ingevoegd bij de wet van 23 december 2005 en gewijzigd bij de wet van 18 maart 2016;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 28 oktober 2020;
Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, gegeven op 30 oktober 2020;
Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Federale Pensioendienst, gegeven op 23 november 2020;
Gelet op de regelgevingsimpactanalyse, uitgevoerd overeenkomstig de artikelen 6 en 7 van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging type wet prom. 15/12/2013 pub. 24/12/2013 numac 2013024436 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet houdende diverse bepalingen inzake landbouw sluiten houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;
Gelet op het advies nr. 68.281/1 van de Raad van State, gegeven op 10 december 2020, met toepassing van artikel 84, § 3, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Pensioenen en Maatschappelijke Integratie, belast met Personen met een beperking, Armoedebestrijding en Beliris en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.De bedragen van 14.384,32 euro en van 11.507,45 euro bedoeld in artikel 8, § 1, eerste lid, 2°, van het koninklijk besluit van 23 december 1996Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 23/12/1996 pub. 04/02/2014 numac 2014000075 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 15, 16 en 17 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type koninklijk besluit prom. 23/12/1996 pub. 17/11/2015 numac 2015000648 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 15, 16 en 17 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten tot uitvoering van de artikelen 15, 16 en 17 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels worden respectievelijk vervangen: 1° door de bedragen van 14.726,67 euro en 11.781,33 euro met ingang van 1 januari 2021 voor de pensioenen die daadwerkelijk en voor de eerste maal ten vroegste op 1 januari 2021 ingaan; 2° door de bedragen van 15.077,64 euro en 12.062,11 euro met ingang van 1 januari 2022 voor de pensioenen die daadwerkelijk en voor de eerste maal ten vroegste op 1 januari 2022 ingaan; 3° door de bedragen van 15.435,81 euro en 12.348,64 euro met ingang van 1 januari 2023 voor de pensioenen die daadwerkelijk en voor de eerste maal ten vroegste op 1 januari 2023 ingaan; 4° door de bedragen van 15.802,61 euro en 12.642,08 euro met ingang van 1 januari 2024 voor de pensioenen die daadwerkelijk en voor de eerste maal ten vroegste op 1 januari 2024 ingaan.
Art. 2.Wanneer het een overlevingspensioen betreft, is het in aanmerking te nemen ingangsjaar het jaar tijdens welk het rustpensioen van de overleden echtgenoot daadwerkelijk en voor de eerste maal is ingegaan wanneer deze op het ogenblik van zijn overlijden dit pensioen genoot.
Art. 3.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2021, met uitzondering van: 1° artikel 1, 2°, dat in werking treedt op 1 januari 2022;2° artikel 1, 3°, dat in werking treedt op 1 januari 2023;3° artikel 1, 4°, dat in werking treedt op 1 januari 2024.
Art. 4.De minister bevoegd voor Pensioenen is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 20 december 2020.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Pensioenen en Maatschappelijke Integratie, belast met Personen met een beperking, Armoedebestrijding en Beliris K. LALIEUX