Etaamb.openjustice.be
Decreet van 16 juni 2023
gepubliceerd op 14 augustus 2023

Decreet over de onderwijsinternaten

bron
vlaamse overheid
numac
2023044110
pub.
14/08/2023
prom.
16/06/2023
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

16 JUNI 2023. - Decreet over de onderwijsinternaten (1)


Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt: Decreet over de onderwijsinternaten HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepalingen

Artikel 1.Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid.

Art. 2.De bepalingen van dit decreet zijn van toepassing op de onderwijsinternaten.

Art. 3.§ 1. In dit decreet wordt verstaan onder: 1° bestuur: de rechtspersoon of de natuurlijke persoon die verantwoordelijk is voor één of meer onderwijsinternaten;2° betrokken personen: de ouders of de meerderjarige interne zelf;3° CLB: een centrum voor leerlingenbegeleiding als vermeld in artikel 2, 3°, van het decreet van 27 april 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/07/1998 pub. 31/07/1998 numac 1998035839 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de euro type decreet prom. 14/07/1998 pub. 10/09/1998 numac 1998035996 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten1 betreffende de leerlingenbegeleiding in het basisonderwijs, het secundair onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding;4° oprichten: starten met een nieuw onderwijsinternaat of een nieuwe vestigingsplaats op de eerste schooldag van september;5° ORE: omkaderingsrekeneenheid of omkaderingsrekeneenheden;6° ouders: de personen die het ouderlijk gezag uitoefenen of in rechte of in feite de minderjarige interne onder hun bewaring hebben;7° Regering: de Vlaamse Regering;8° reglement: het reglement van het onderwijsinternaat, vermeld in artikel 22. § 2. Voor de toepassing van dit decreet en zijn uitvoeringsbesluiten geldt, tenzij het uitdrukkelijk anders is bepaald, dat: 1° als volgt wordt afgerond bij berekeningen: als het eerste cijfer na de komma groter dan vier is, wordt er afgerond naar het hogere geheel getal, als het eerste cijfer na de komma kleiner is dan of gelijk is aan vier, wordt er afgerond naar het lagere geheel getal;2° als de onderwijsinspectie een handeling kan of moet stellen, dat gebeurt overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 25/02/1997 pub. 05/07/1997 numac 1997035724 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschappen van de instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1988 type decreet prom. 25/02/1997 pub. 05/07/1997 numac 1997035730 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschappen van de instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1987 sluiten0 betreffende de kwaliteit van onderwijs en zijn uitvoeringsbesluiten;3° als het bestuur of de directeur de betrokken persoon of interne op de hoogte brengt van een beslissing van individuele strekking met rechtsgevolgen voor de interne, die beslissing altijd moet vermelden: a) welk beroep ingesteld kan worden;b) bij welke instantie dat kan, met vermelding van de adres- en contactgegevens van die instantie;c) binnen welke termijn het beroep ingesteld moet worden;4° de Regering de bevoegde dienst van de Vlaamse Gemeenschap zal aanduiden. HOOFDSTUK 2. - Opdracht van de onderwijsinternaten Afdeling 1. - Opdracht

Art. 4.Een onderwijsinternaat zorgt voor kwaliteitsvol verblijf voor en begeleiding van internen, gericht op hun ontwikkeling en het realiseren van hun schoolloopbaan.

Art. 5.§ 1. De gewone verblijfsdagen voor een onderwijsinternaat zijn: 1° de avond, nacht en ochtend tussen twee dagen waarop lesgegeven wordt overeenkomstig artikel 3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 april 1991 tot organisatie van het schooljaar in het basisonderwijs en in het deeltijds onderwijs georganiseerd, erkend of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap of artikel 3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 31 augustus 2001 houdende de organisatie van het schooljaar in het secundair onderwijs;2° de woensdagnamiddag voor de internen uit het basisonderwijs en de lesvrije halve dagen ingevolge artikel 3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 31 augustus 2001 houdende de organisatie van het secundair onderwijs. § 2. Een onderwijsinternaat kan, na onderhandeling in het bevoegde lokaal comité, open zijn: 1° de avond en nacht van en de ochtend na een niet-schooldag;2° de dagen dat de lessen geschorst zijn overeenkomstig artikel 3 en 7 van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 april 1991 tot organisatie van het schooljaar in het basisonderwijs en in het deeltijds onderwijs georganiseerd, erkend of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap of artikel 6 van het besluit van de Vlaamse Regering van 31 augustus 2001 houdende de organisatie van het schooljaar in het secundair onderwijs, voor zover ze niet aansluitend aan een weekend of een vakantieperiode vallen;3° de vakantiedagen, vermeld in artikel 5 en 6 van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 april 1991 tot organisatie van het schooljaar in het basisonderwijs en in het deeltijds onderwijs georganiseerd, erkend of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap, voor zover ze niet in of aansluitend aan een weekend of een vakantieperiode vallen;4° de vakantiedagen, vermeld in artikel 7, 6° en 7°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 31 augustus 2001 houdende de organisatie van het schooljaar in het secundair onderwijs, voor zover ze niet in of aansluitend aan een weekend of een vakantieperiode vallen. Deze dagen zijn eveneens gewone verblijfsdagen. Afdeling 2. - Erkenning

Art. 6.Een onderwijsinternaat kan erkend worden als het aan al de volgende voorwaarden voldoet: 1° het eerbiedigt in het geheel van de werking de internationaalrechtelijke en grondwettelijke beginselen inzake de Rechten van de Mens en van het Kind in het bijzonder en staat open voor alle internen, ongeacht de ideologische, filosofische of godsdienstige opvattingen;2° het is georganiseerd onder de verantwoordelijkheid van een bestuur;3° het is gevestigd in gebouwen en lokalen die voldoen aan de voorwaarden voor bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne en die op een aangepaste wijze ingericht worden;4° het maakt controle door de onderwijsinspectie mogelijk;5° het komt tegemoet aan de kwaliteitsverwachtingen die opgenomen zijn in het referentiekader onderwijsinternaatskwaliteit, vastgelegd door de Regering;6° het leeft de bepalingen over de taalregeling in het onderwijs en de taalkennis van het personeel na;7° het leeft de bepalingen na van dit decreet en zijn uitvoeringsbesluiten;8° het voert een doeltreffend beleid rond middelenmisbruik, met bijzondere aandacht voor het rookverbod, vermeld in artikel 4 tot en met 7 van het decreet van 6 juni 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 06/06/2008 pub. 18/07/2008 numac 2008202338 bron vlaamse overheid Decreet houdende het instellen van een rookverbod in onderwijsinstellingen en centra voor leerlingenbegeleiding sluiten houdende het instellen van een rookverbod in onderwijsinstellingen en centra voor leerlingenbegeleiding.

Art. 7.§ 1. Een bestuur dat voor een onderwijsinternaat de erkenning wil verkrijgen, dient een aanvraag in bij de bevoegde dienst van de Vlaamse Gemeenschap uiterlijk op 1 april die aan de oprichting voorafgaat. Die termijn geldt als vervaltermijn.

De Regering legt de wijze van aanvraag vast.

De onderwijsinspectie gaat na of het onderwijsinternaat voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 6, 1°, 2°, 3° en 4°.

Op basis van het advies van de onderwijsinspectie beslist de Regering een voorlopige erkenning voor één schooljaar te verlenen, ofwel geen voorlopige erkenning te verlenen.

Als op 15 juni geen beslissing is meegedeeld, wordt de voorlopige erkenning geacht te zijn geweigerd.

In een voorlopig erkend onderwijsinternaat is affectatie, mutatie of vaste benoeming van personeelsleden niet mogelijk. § 2. In de loop van het schooljaar van de voorlopige erkenning onderzoekt de onderwijsinspectie via een doorlichting ter plaatse of het onderwijsinternaat voldoet aan de voorwaarden voor een erkenning als vermeld in artikel 6.

Op basis van het advies van de onderwijsinspectie beslist de Regering dat het onderwijsinternaat voldoet aan de voorwaarden voor een erkenning als vermeld in artikel 6, ofwel dat het onderwijsinternaat niet erkend wordt vanaf het volgende schooljaar.

Als er op 15 april geen beslissing is meegedeeld, wordt de erkenning geacht te zijn geweigerd. § 3. Als het onderwijsinternaat niet erkend wordt, brengt het onderwijsinternaat de betrokken personen hiervan onmiddellijk op de hoogte.

Art. 8.§ 1. Een onderwijsinternaat kan uit verschillende vestigingsplaatsen bestaan.

In dat geval bepaalt het bestuur vrij op welke vestigingsplaats de administratieve zetel van het onderwijsinternaat wordt gevestigd. Die vestigingsplaats wordt de hoofdvestigingsplaats genoemd. § 2. Een bestuur dat een bijkomende vestigingsplaats wil oprichten of een vestigingsplaats wil verhuizen, dient uiterlijk op 1 april van het voorafgaande schooljaar een verzoek om toestemming in bij de bevoegde dienst van de Vlaamse Gemeenschap. Die termijn geldt als vervaltermijn.

De Regering legt de wijze waarop het bestuur de toestemming kan vragen vast.

De onderwijsinspectie gaat na of de bijkomende vestigingsplaats voldoet aan de erkenningsvoorwaarde, vermeld in artikel 6, 3°.

Op basis van het advies van de onderwijsinspectie beslist de Regering de toestemming te geven om de vestigingsplaats te betrekken, ofwel geen toestemming te geven.

Als er op 15 juni geen beslissing is meegedeeld, wordt de voorlopige toestemming geacht te zijn geweigerd. § 3. De Regering bepaalt de wijze waarop een onderwijsinternaat in noodsituaties internen tijdelijk kan onderbrengen buiten de bekende vestigingsplaatsen.

Art. 9.De Regering kan, na advies van de onderwijsinspectie, de erkenning van het onderwijsinternaat of de toestemming om een vestigingsplaats te betrekken, opheffen.

Art. 10.Alleen een erkend onderwijsinternaat kan de benaming `onderwijsinternaat' dragen. Afdeling 3. - Toezicht

Art. 11.De onderwijsinspectie is bevoegd voor de controle op de kwaliteit. HOOFDSTUK 3. - Participatie

Art. 12.Het bestuur voert een beleid rond participatie. HOOFDSTUK 4. - Inschrijvingen

Art. 13.§ 1. Voorafgaand aan een inschrijving biedt het bestuur schriftelijk of elektronisch het reglement, vermeld in artikel 22, aan de betrokken personen aan en geeft daarbij toelichting, als ze dat willen.

De betrokken personen kunnen altijd een papieren versie van het reglement vragen. § 2. De inschrijving van de interne wordt genomen na ondertekening voor akkoord met het reglement door de betrokken personen. § 3. Bij elke wijziging van het reglement informeert het bestuur de betrokken personen schriftelijk of via elektronische drager over die wijziging en geeft daarbij toelichting, als de betrokken personen dat willen.

De betrokken personen geven dan hun akkoord.

De betrokken personen die erom verzoeken, ontvangen altijd een papieren versie van het reglement.

Als de betrokken personen zich met de wijziging niet akkoord verklaren, wordt aan de inschrijving van de interne een einde gesteld op het einde van het lopende schooljaar.

Een wijziging van het reglement kan op zijn vroegst uitwerking hebben in het daaropvolgende schooljaar, tenzij die wijziging het rechtstreekse gevolg is van nieuwe regelgeving. § 4. In afwijking van paragraaf 3 is geen akkoord van de betrokken personen vereist bij de mededeling van de omzetting van een voorlopige erkenning in een definitieve. § 5. Een bestuur schrijft een interne uit op eenvoudig verzoek van de betrokken personen.

Een bestuur kan, op eigen initiatief, een interne alleen uitschrijven op grond van paragraaf 3, vierde lid, artikel 14, § 2, tweede lid, en § 3, derde lid, en artikel 17, § 3, tweede lid.

Een bestuur dat een interne uitschrijft, deelt dat schriftelijk of elektronisch mee binnen een termijn van tien kalenderdagen aan de betrokken persoon.

Art. 14.§ 1. Bij de inschrijving van een interne van wie het verblijf in het onderwijsinternaat kadert in jeugdhulpverlening zoals bepaald in het decreet van 12 juli 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 25/02/1997 pub. 05/07/1997 numac 1997035724 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschappen van de instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1988 type decreet prom. 25/02/1997 pub. 05/07/1997 numac 1997035730 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschappen van de instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1987 sluiten5 betreffende de integrale jeugdhulp, kan het reglement pas ondertekend worden door de betrokken personen na kwaliteitsvolle aanmelding en na de ondertekening door alle partijen van een afsprakenkader en ondersteuningsplan. § 2. Als het onderwijsinternaat na een gerealiseerde inschrijving kennisneemt van jeugdhulpverlening die al bestaat op het moment van de inschrijving, wordt alsnog binnen een periode van twintig kalenderdagen een afsprakenkader en ondersteuningsplan opgemaakt en ondertekend.

Als er geen afsprakenkader en ondersteuningsplan vastgelegd kan worden, wordt de interne automatisch uitgeschreven. § 3. Een afsprakenkader en ondersteuningsplan wordt ook opgemaakt als de noodzaak tot jeugdhulpverlening ontstaat na de inschrijving.

Het afsprakenkader en ondersteuningsplan wordt geëvalueerd en aangepast als door een wijziging van de hulpvraag van de interne er substantieel meer of minder bijkomende ondersteuning nodig is.

Als er geen afsprakenkader en ondersteuningsplan vastgelegd kan worden, wordt de inschrijving van de interne beëindigd op 30 juni van het lopende schooljaar. § 4. De Regering bepaalt voor het afsprakenkader en ondersteuningsplan: 1° de minimale inhoud, waaronder de afspraken over opvolging van de jongere, het verloop van het verblijf in het onderwijsinternaat en eventuele evolutie in zorgvraag en de ondersteuning van de interne en het onderwijsinternaat vanuit één of meerdere welzijnsactoren door de inzet van personeel en middelen;2° de minimale actoren die betrokken zijn bij de opmaak;3° de partners die het ondertekenen. § 5. Partners die na bespreking het afsprakenkader en ondersteuningsplan niet ondertekenen, moeten dat tegenover de andere partners motiveren.

Art. 15.Het bestuur registreert elke inschrijving binnen zeven kalenderdagen, uiterlijk op de eerste dag van het daadwerkelijke verblijf in het onderwijsinternaat, in de administratieve toepassingen voor de uitwisseling van gegevens van internen tussen onderwijsinternaten en de bevoegde dienst van de Vlaamse Gemeenschap.

Om de internen uniek te kunnen identificeren bij de registratie van de inschrijving in de administratieve toepassingen voor het uitwisselen van internengegevens tussen de onderwijsinternaten en het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming, registreert een onderwijsinternaat de volgende gegevens van de interne als die beschikbaar zijn: 1° de voor- en achternaam;2° het rijksregisternummer of bisnummer, dat is het identificatienummer van de sociale zekerheid voor de personen die rechten hebben binnen de Belgische sociale zekerheid, maar niet opgenomen zijn in het Rijksregister;3° het domicilieadres;4° de datum van de inschrijving;5° de aanwezigheid van een afsprakenkader en ondersteuningsplan als vermeld in artikel 14;6° het is een interne waarvan de beide ouders of desgevallend de enige ouder een ambulant beroep als binnenschipper, kermis- en circusexploitant en -artiest uitoefenen als vermeld in artikel 40. De bevoegde dienst van de Vlaamse Gemeenschap is de verwerkingsverantwoordelijke voor de gegevens, vermeld in het tweede lid. De gegevens, vermeld in het tweede lid, worden maximaal tien jaar bewaard na de laatste inschrijving in een door de Vlaamse Gemeenschap erkend onderwijsinternaat. HOOFDSTUK 5. - Preventieve schorsing, tijdelijke en definitieve uitsluiting

Art. 16.Dit hoofdstuk is alleen van toepassing op internen uit het lager en het secundair onderwijs.

Art. 17.§ 1. Een preventieve schorsing is een uitzonderlijke maatregel die de directeur voor een interne kan hanteren als bewarende maatregel. De interne wordt daarbij indien mogelijk gehoord.

De preventieve schorsing kan onmiddellijk uitwerking hebben.

De interne kan dan gedurende maximaal vijf opeenvolgende verblijfsdagen geen deel uitmaken van de leefgroep. De directeur kan, na motivering aan de betrokken personen, beslissen om die periode eenmalig met maximaal vijf opeenvolgende verblijfsdagen te verlengen als door externe factoren het tuchtonderzoek niet binnen die eerste periode kan worden afgerond.

De directeur brengt de betrokken personen op de hoogte van de preventieve schorsing.

Als voor de interne een afsprakenkader en ondersteuningsplan is vastgelegd, wordt de contactpersoon ook op de hoogte gebracht.

Het bestuur voorziet in opvang voor de interne, tenzij het aan de betrokken personen motiveert waarom dat niet haalbaar is.

Het bestuur zorgt er mee voor dat de interne in de periode van preventieve schorsing naar school kan blijven gaan. § 2. Een tijdelijke uitsluiting is een tuchtsanctie die inhoudt dat de gesanctioneerde interne gedurende minimaal één dag en maximaal vijftien opeenvolgende verblijfsdagen geen deel mag uitmaken van de leefgroep.

De directeur kan, in uitzonderlijke gevallen en alleen bij feiten die in relatie staan tot de werking van het onderwijsinternaat, een interne tijdelijk uitsluiten.

Een nieuwe tijdelijke uitsluiting is alleen mogelijk na een nieuw feit.

Het bestuur voorziet in opvang voor de interne, tenzij het aan de betrokken personen motiveert waarom dat niet haalbaar is.

Het bestuur zorgt er mee voor dat de interne in de periode van tijdelijke uitsluiting naar school kan blijven gaan. § 3. Een definitieve uitsluiting is een tuchtsanctie die inhoudt dat de gesanctioneerde interne wordt uitgeschreven op het moment dat die interne in een ander onderwijsinternaat is ingeschreven, of uiterlijk één maand, vakantieperioden tussen 1 september en 30 juni niet inbegrepen, na de schriftelijke kennisgeving, ver meld in artikel 18.

De directeur kan, in uitzonderlijke gevallen en alleen bij feiten die in relatie staan tot de werking van het onderwijsinternaat, een interne definitief uitsluiten.

In afwachting van de uitschrijving mag de gesanctioneerde interne geen deel meer uitmaken van de leefgroep.

Het bestuur voorziet in opvang voor de interne, tenzij het aan de betrokken personen motiveert waarom dat niet haalbaar is.

Het bestuur zorgt er mee voor dat de interne tot het moment van uitschrijving naar school kan blijven gaan.

Art. 18.Tijdelijke en definitieve uitsluitingen kunnen alleen uitgevoerd worden na een procedure die de rechten van verdediging waarborgt en waarin de volgende principes gerespecteerd worden: 1° het voorafgaande advies van de personeelsleden die bij de interne betrokken zijn, wordt ingewonnen.Het CLB van de school waar de interne naar school gaat, krijgt de mogelijkheid om advies te geven.

In voorkomend geval wordt de contactpersoon die is opgenomen in het afsprakenkader en ondersteuningsplan, om advies gevraagd; 2° de betrokken personen, het CLB van de school van de interne en, in voorkomend geval, de contactpersoon die opgenomen is in het afsprakenkader en ondersteuningsplan, worden schriftelijk op de hoogte gebracht van de intentie tot een tuchtmaatregel;3° de betrokken personen en de interne hebben inzage in het volledige tuchtdossier van de interne en worden gehoord, eventueel bijgestaan door een vertrouwenspersoon.Het CLB en, in voorkomend geval, de contactpersoon die opgenomen is in het afsprakenkader en ondersteuningsplan, worden geïnformeerd over de inhoud van het tuchtdossier; 4° de tuchtstraf is proportioneel met de ernst van de feiten. De genomen beslissing wordt schriftelijk gemotiveerd. De betrokken personen, de school en het CLB van de interne en, in voorkomend geval, de contactpersoon die opgenomen is in het afsprakenkader en ondersteuningsplan, worden ervan op de hoogte gebracht.

Art. 19.§ 1. De betrokken personen kunnen beroep instellen tegen een beslissing tot definitieve uitsluiting.

De beroepsprocedure is vastgelegd in het reglement, vermeld in artikel 22, met behoud van de toepassing van de bepalingen van dit hoofdstuk.

De betrokken personen stellen het beroep in bij het bestuur. Het verzoek- schrift wordt gedateerd en ondertekend en vermeldt ten minste het voorwerp van beroep met feitelijke omschrijving en motivering van de ingeroepen bezwaren. Bij die omschrijving kunnen overtuigingsstukken gevoegd worden.

Het beroep wordt behandeld door een beroepscommissie. § 2. Het beroep, vermeld in paragraaf 1, leidt tot een van de volgende situaties: 1° de gemotiveerde afwijzing van het beroep op grond van onontvankelijkheid als: a) de termijn voor de indiening van het beroep die in het reglement is opgenomen, is overschreden;b) het beroep niet voldoet aan de vormvereisten die opgenomen zijn in het reglement;2° de bevestiging van de definitieve uitsluiting of de vernietiging van de definitieve uitsluiting.Het bestuur aanvaardt de verantwoordelijkheid voor die beslissing van de beroepscommissie. § 3. Het resultaat van het beroep wordt aan de betrokken personen gemotiveerd en ze worden er schriftelijk van op de hoogte gebracht binnen de vervaltermijn die bepaald is in het reglement.

Bij overschrijding van de vervaltermijn is de omstreden definitieve uitsluiting van rechtswege nietig.

Art. 20.§ 1. De beroepscommissie wordt opgericht door het bestuur. § 2. Het bestuur bepaalt de samenstelling van de beroepscommissie, met inachtneming van de volgende bepalingen: 1° de samenstelling van de beroepscommissie kan per te behandelen dossier verschillen, maar kan binnen het te behandelen dossier niet wijzigen, behalve in de gevallen waarin dat noodzakelijk is voor de continuïteit van de werking van de beroepscommissie;2° de beroepscommissie is als volgt samengesteld: enerzijds interne leden, dat zijn leden van het bestuur of leden van het onderwijsinternaat waar de betwiste beslissing tot definitieve uitsluiting is genomen, met uitzondering van de directeur en, in voorkomend geval, zijn afgevaardigde die de beslissing heeft genomen, anderzijds externe leden, dat zijn leden die niet behoren tot het bestuur of tot het onderwijsinternaat waar de betwiste beslissing tot definitieve uitsluiting is genomen. In voorkomend geval en voor de toepassing van deze bepalingen: a) wordt een persoon die vanuit zijn hoedanigheden zowel een intern lid als een extern lid is, geacht een intern lid te zijn;b) wordt een lid, met uitzondering van het personeel, van de internaatsraad of, in voorkomend geval, van de ouderraad van het internaat waar de betwiste beslissing tot definitieve uitsluiting is genomen, geacht een extern lid te zijn, tenzij de bepaling, vermeld in punt a), van toepassing is;3° de voorzitter wordt door het bestuur onder de externe personen aangewezen.

Art. 21.§ 1. Het bestuur bepaalt de werking, met inbegrip van de stemprocedure, van een beroepscommissie, met inachtneming van de volgende bepalingen: 1° elk lid van een beroepscommissie is in beginsel stemgerechtigd, op voorwaarde dat bij stemming het aantal stemgerechtigde interne leden van de beroepscommissie en het aantal stemgerechtigde externe leden van de beroepscommissie gelijk moeten zijn.Bij staking van stemmen is de stem van de voorzit- ter doorslaggevend; 2° elk lid van een beroepscommissie is aan discretieplicht onderworpen;3° een beroepscommissie hoort de betrokken personen en de interne in kwestie;4° een beroepscommissie beslist autonoom over de stappen die worden gezet om tot een gefundeerde beslissing te komen, waaronder eventueel het horen van een of meer personeelsleden die betrokken zijn bij de interne en die een advies over de definitieve uitsluiting hebben gegeven;5° de werking van een beroepscommissie kan geen afbreuk doen aan de statutaire rechten van de individuele personeelsleden;6° een beroepscommissie oordeelt of de genomen beslissing in elk geval in overeenstemming is met de decretale en reglementaire bepalingen en met het reglement. § 2. Het beroep schort de uitvoering van de beslissing tot uitsluiting niet op. HOOFDSTUK 6. - Het reglement

Art. 22.Een bestuur stelt voor het onderwijsinternaat een reglement op.

Het reglement bevat minstens de volgende elementen: 1° de missie en de visie van het onderwijsinternaat;2° de status van de erkenning, vermeld in artikel 7;3° de juridische aard en samenstelling van het bestuur en de wijze waarop de betrokken personen ermee in contact kunnen komen;4° de algemene organisatie, met minimaal: a) de momenten waarop het onderwijsinternaat open is, met inbegrip van de regeling bij hybride onderwijs;b) het aanbod aan activiteiten, met minimaal de studiebegeleiding;c) het gebruik van het Nederlands;d) de indeling in leefgroepen (of andere organisatievormen);e) het gebruik van kamers en zalen;f) het gebruik van elektrische apparaten;g) de momenten van aankomst en vertrek;h) de bezoekregeling;i) de richtlijnen over afwezigheden;j) de regels over opvang overdag, bij ziekte;k) het beleid rond middelenmisbruik, met bijzondere aandacht voor het rookverbod;5° de onderlinge relatie tussen het onderwijsinternaat, de interne en de betrokken personen, met minimaal: a) wederzijdse afspraken over oudercontact, studie, welbevinden en sociaal contact;b) afspraken over informatie-uitwisseling, met het oog op de begeleiding van de interne als leerling van een school, tussen internen, ouders, onderwijsinternaten en derden, zoals de school van de interne en het daaraan verbonden CLB;c) de wijze waarop vorm gegeven wordt aan het recht op inspraak en participatie van internen en de betrokken personen;d) het recht op inzage door de betrokken personen, hun kopierecht en hun recht op toelichting bij de gegevens die op de interne betrekking hebben;e) de situaties waarin persoonsgegevens worden verwerkt, de wijze waarop deze gegevens worden verwerkt en de maximale bewaartermijn van deze gegevens;f) de wijze waarop bij wijziging van onderwijsinternaat informatie, met uitzondering van informatie uit het eventuele tuchtdossier, doorgegeven wordt aan het volgende onderwijsinternaat;g) de tuchtregeling met minimaal de mogelijkheid gehoord te worden, de decretaal bepaalde beroepsmogelijkheden en de mogelijkheid tot wraking in het kader van de tuchtprocedure;h) het aanspreekpunt grensoverschrijdend gedrag en het verdere verloop bij eventuele meldingen;i) de klachtenprocedure;j) de wijze waarop er een einde gesteld kan worden aan de inschrijving door de betrokken personen of door het onderwijsinternaat;6° de financiële regeling, met inbegrip van: a) de persoonlijke bijdrage, vermeld in artikel 39 en 40, op jaarbasis, de betalingsmodaliteiten met minimaal de mogelijkheid om maandelijks te betalen en de wijze waarop dat aangevraagd kan worden;b) de eventueel gevraagde waarborg, vermeld in artikel 38, § 2, en de modaliteiten ervan;c) de regeling als er niet gebruikgemaakt wordt of kan worden van het onderwijsinternaat;d) in voorkomend geval, de criteria voor de sociale maatregelen die in het onderwijsinternaat gehanteerd worden;e) de wijze waarop, in voorkomend geval, een sociale maatregel voor de kosten gevraagd kan worden;f) andere kosten als vermeld in artikel 41, die verbonden zijn aan activiteiten die aangeboden worden, en de betalingsmodaliteiten;g) de regeling bij het niet betalen van voorgelegde rekeningen. Met uitzondering van het tweede lid, 2° en 3°, kan een onderwijsinternaat tussen zijn verschillende vestigingsplaatsen een onderscheid maken in het reglement. HOOFDSTUK 7. - Omkadering Afdeling 1. - Financierings- en subsidiëringsvoorwaarden

Art. 23.§ 1. Een bestuur verkrijgt financiering of subsidiëring voor zijn onderwijsinternaat als al de volgende voorwaarden vervuld zijn: 1° het onderwijsinternaat is overeenkomstig artikel 6 erkend;2° het onderwijsinternaat maakt controle van het werkingsbudget door de bevoegde dienst van de Vlaamse Gemeenschap mogelijk; 3° het onderwijsinternaat genereert op basis van artikel 25 niet meer dan twee opeenvolgende teldagen minder dan 62.875 ORE. § 2. In afwijking van de financierings- en subsidiëringsvoorwaarde geformuleerd in paragraaf 1, 3°, kan een bestuur voor een onderwijsinternaat dat met toepassing van artikel 25 minstens 6348 ORE genereert een samenwerkingsovereenkomst afsluiten met een residentiële voorziening, vermeld in artikel 2, § 1, 49° en 55° /1, van het decreet van 12 juli 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 25/02/1997 pub. 05/07/1997 numac 1997035724 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschappen van de instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1988 type decreet prom. 25/02/1997 pub. 05/07/1997 numac 1997035730 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschappen van de instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1987 sluiten5 betreffende de integrale jeugdhulp, of een multifunctioneel centrum als bepaald in het besluit van de Vlaamse Regering van 26 februari 2016 houdende erkenning en subsidiëring van multifunctionele centra voor minderjarige personen met een handicap.

De samenwerkingsovereenkomst bevat minimaal de volgende elementen: 1° het betrokken onderwijsinternaat;2° de betrokken voorziening of multifunctioneel centrum zoals bepaald in paragraaf 2, eerste lid;3° de concrete samenwerking die de organiseerbaarheid en de invulling van de kwaliteitsverwachtingen van het onderwijsinternaat garandeert;4° de wijze waarop de samenwerking door de betrokken partners geëvalueerd en bijgestuurd wordt;5° een handtekening van alle betrokken partners. Het protocol van de onderhandelingen hierover in het bevoegde lokaal comité wordt als bijlage bij de samenwerkingsovereenkomst gevoegd.

De Regering legt de communicatie over de samenwerkingsovereenkomst vast.

Een bestuur dat wil werken op basis van een samenwerkingsovereenkomst, dient uiterlijk op 1 april van het schooljaar dat aan de start van de samenwerkingsovereenkomst voorafgaat, de samenwerkingsovereenkomst in bij de bevoegde dienst van de Vlaamse Gemeenschap. § 3. In afwijking van de financierings- en subsidiëringsvoorwaarde geformuleerd in paragraaf 1, 3°, kan een bestuur voor een onderwijsinternaat dat met toepassing van artikel 25 minstens 12.875 ORE genereert, het met toepassing van artikel 25 verkregen aantal ORE vanuit eigen middelen aanvullen door personeel aan te stellen volgens artikel 43 tot aan de norm geformuleerd in paragraaf 1, 3°.

Een bestuur dat het met toepassing van artikel 25 verkregen aantal ORE vanuit eigen middelen aanvult, dient dit uiterlijk op 1 april van het voorgaande schooljaar wanneer de teldag de eerste schooldag van februari is, of 1 december van het lopende schooljaar wanneer de teldag de eerste schooldag van oktober is, te melden bij de bevoegde dienst van de Vlaamse Gemeenschap. § 4. Een bestuur dat voor een onderwijsinternaat financiering of subsidiëring wil verkrijgen, dient uiterlijk op 1 april van het schooljaar dat aan de start van de financiering of subsidiëring voorafgaat, een aanvraag in bij de bevoegde dienst van de Vlaamse Gemeenschap.

Na beoordeling van de financierings- en subsidiëringsvoorwaarde en de berekening van de ORE ontvangt het onderwijsinternaat vanuit de bevoegde dienst van de Vlaamse Gemeenschap daarover een mededeling. § 5. Per gebouwencomplex, zijnde de onroerende goederen gelegen op eenzelfde of op aaneengesloten kadastrale percelen, kan maar één onderwijsinternaat gefinancierd of gesubsidieerd worden. Afdeling 2. - Omkadering gewone verblijfsdagen

Art. 24.§ 1. De teldag voor de berekening van de omkadering is de eerste schooldag van februari van het voorgaande schooljaar.

Bij een fusie van onderwijsinternaten op 1 september van een schooljaar, zonder wijziging op het vlak van vestigingsplaatsen, wordt voor de berekening van de omkadering die fusie geacht te hebben plaatsgevonden op de eerste schooldag van februari van het voorgaande schooljaar.

Bij overheveling van het onderwijsinternaat van een bestuur naar een ander bestuur op 1 september van een schooljaar wordt voor de berekening van de omkadering die overheveling geacht te hebben plaatsgevonden op de eerste schooldag van februari van het voorgaande schooljaar.

De teldag voor de berekening van de omkadering van een onderwijsinternaat dat op 1 september voor het eerst gefinancierd of gesubsidieerd wordt, is de eerste schooldag van oktober van het lopende schooljaar. Als het nieuwe onderwijsinternaat ontstaat door een afsplitsing van een bestaand onderwijsinternaat, is voor beide de teldag de eerste schooldag van oktober.

Bij het oprichten of afschaffen van een vestigingsplaats is de teldag voor de berekening van de omkadering van het hele onderwijsinternaat de eerste schooldag van oktober van het lopende schooljaar. § 2. Voor de toepassing op de berekening van de omkadering en het werkingsbudget op basis van de ingevulde bijkomende verblijfsdagen, vermeld in artikel 27, geldt: 1° voor de teldag `de eerste schooldag van februari van het voorgaande schooljaar' wordt de telperiode van twaalf maanden die voorafgaat aan de eerste schooldag van februari van het voorgaande schooljaar gehanteerd;2° voor de teldag `de eerste schooldag van oktober van het lopende schooljaar' wordt de maand september als telperiode gehanteerd;3° voor de teldag `de eerste schooldag van februari van het voorgaande schooljaar' die volgt op een telling in de maand september wordt de telperiode van september tot en met januari van het voorgaande schooljaar gehanteerd.

Art. 25.§ 1. Voor het schooljaar X-X +1 heeft een onderwijsinternaat recht op omkadering die wordt berekend volgens de formule: tabeleenheden + (aantal internen dg 1 x ORE dg 1) + (aantal internen dg 2 x ORE dg 2) + (aantal internen dg 3 x ORE dg 3), waarbij: 1° tabeleenheden: het aantal ORE dat overeenstemt met het aantal internen in de tabel die is opgenomen in de bijlage die bij dit decreet is gevoegd;2° internen: a) de internen die bij aanvang van het schooljaar waarin de teldag valt de leeftijd van 21 jaar nog niet bereikt hebben en die ingeschreven zijn in: - een erkende, gefinancierde of gesubsidieerde school voor gewoon of buitengewoon basis- of secundair onderwijs; - een erkend, gefinancierd of gesubsidieerd centrum voor deeltijds beroepssecundair onderwijs als vermeld in artikel 3, 10°, van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010; - een Europese school als bepaald in het Verdrag van 21 juni 1994 houdende het Statuut van de Europese scholen; b) de internen die bij aanvang van het schooljaar waarin de teldag valt de leeftijd van 25 jaar nog niet bereikt hebben en die op de teldag ingeschreven zijn in een erkende, gefinancierde of gesubsidieerde school voor voltijds gewoon secundair onderwijs in: - een structuuronderdeel van het derde leerjaar van de derde graad als vermeld in artikel 124, 3°, c) tot en met e), van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010; - de opleiding Verpleegkunde van het hoger beroepsonderwijs, vermeld in artikel 124, derde lid, van dezelfde codex; 3° de doelgroepen, dg, de volgende zijn: a) doelgroep 1: internen die ingeschreven zijn in het kleuteronderwijs;b) doelgroep 2: internen met een IAC-verslag als vermeld in artikel 15 van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997 of artikel 294, § 2, 1°, van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010 of een OV4-verslag als vermeld in artikel 294, § 2, 2°, van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010;c) doelgroep 3: een interne van wie het verblijf in het onderwijsinternaat kadert in jeugdhulpverlening en voor wie overeenkomstig artikel 14 een afsprakenkader en ondersteuningsplan is opgemaakt;4° het bijkomende aantal omkaderingsrekeneenheden per doelgroep, ORE dg, de volgende zijn: a) doelgroep 1: tabelbedrag van de eerste interne gedeeld door 2;b) doelgroep 2: 277,78 ORE;c) doelgroep 3: 277,78 ORE. § 2. Een interne kan tot verschillende doelgroepen behoren.

Een interne kan op één teldag maar in één onderwijsinternaat meetellen. Afdeling 3. - Aanvullende omkadering

Onderafdeling 1. - Aanvangsbegeleiding, beleidsondersteuning en professionalisering

Art. 26.§ 1. Aan de onderwijsinternaten worden ORE toegekend voor aanvangsbegeleiding, beleidsondersteuning en professionalisering. § 2. Het aantal ORE waarop een onderwijsinternaat recht heeft, is 82.501 ORE x B/C, waarbij: 1° B: het totale aantal toegekende ORE aan het onderwijsinternaat van het vorige schooljaar op basis van artikel 25 en 27;2° C: het totale aantal toegekende ORE van alle onderwijsinternaten samen van het vorige schooljaar op basis van artikel 25 en 27. § 3. De ORE kunnen worden samengelegd.

De onderwijsinternaten die ervoor kiezen om de ORE samen te leggen, richten daarvoor een of meer samenwerkingsverbanden `aanvangsbegeleiding, beleidsondersteuning en professionalisering' op, waarin afspraken worden gemaakt over de aanwending van die ORE. De Regering kan met betrekking tot het samenwerkingsverband de volgende maatregelen vastleggen: 1° de duur van de samenwerking;2° de vorm van de overeenkomst waarmee het samenwerkingsverband wordt opgericht;3° de wijze en het tijdstip van mededeling van het samenwerkingsverband aan de bevoegde dienst van de Vlaamse Gemeenschap. Onderafdeling 2. - Bijkomende verblijfsdagen

Art. 27.§ 1. Een onderwijsinternaat heeft voor het schooljaar X-X +1 recht op omkadering voor bijkomende verblijfsdagen.

In dit artikel wordt verstaan onder: 1° bijkomende verblijfsdag: dag die niet valt onder de toepassing van artikel 5;2° ingevulde bijkomende verblijfsdag: de aanwezigheid van één interne, met uitzondering van de studenten van de opleiding verpleegkunde van het hoger beroepsonderwijs, vermeld in artikel 124, derde lid, van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010, op een bijkomende verblijfsdag. § 2. Voor bijkomende verblijfsdagen op de avond en nacht voor en de ochtend van een niet-schooldag wordt de omkadering berekend volgens de volgende formule: aantal ingevulde bijkomende verblijfsdagen tijdens de telperiode, vermeld in artikel 24, § 2, x 15,15 ORE. Als de telperiode de maand september van het lopende schooljaar is, wordt het aantal ingevulde bijkomende verblijfsdagen vermenigvuldigd met 181,8 ORE. Als de telperiode de maanden september tot en met januari van het voorgaande schooljaar is, wordt het aantal ingevulde bijkomende verblijfsdagen vermenigvuldigd met 36,36 ORE. § 3. Voor alle andere bijkomende verblijfsdagen wordt de omkadering berekend volgens de volgende formule: aantal ingevulde bijkomende verblijfsdagen tijdens de telperiode, vermeld in artikel 24, § 2, x 45,46 ORE. Als de telperiode de maand september van het lopende schooljaar is, wordt het aantal ingevulde bijkomende verblijfsdagen vermenigvuldigd met 545,52 ORE. Als de telperiode de maanden september tot en met januari van het voorgaande schooljaar is, wordt het aantal ingevulde bijkomende verblijfsdagen vermenigvuldigd met 109,1 ORE. Een onderwijsinternaat kan slechts omkadering verkrijgen voor deze bijkomende verblijfsdagen indien de berekende omkadering ten minste 10.000 ORE bedraagt. De bijkomende ORE gegenereerd op basis van paragraaf 2 mogen in rekening genomen worden voor de berekening van de 10.000 ORE. § 3. De Regering bepaalt de wijze waarop een bestuur deze aanvullende omkadering kan aanvragen.

Onderafdeling 3. - Samen onderwijsinternaat maken

Art. 28.§ 1. Aan elk onderwijsinternaat worden 277,78 ORE `Samen Internaat Maken' toegekend.

De ORE kunnen worden samengelegd.

De onderwijsinternaten die ervoor kiezen om de ORE samen te leggen, richten daarvoor een of meer samenwerkingsverbanden `Samen Internaat Maken' op, waar afspraken worden gemaakt over de aanwending van deze ORE. De Regering kan met betrekking tot het samenwerkingsverband de volgende maatregelen vastleggen: 1° de duur van de samenwerking;2° de vorm van overeenkomst waarmee het samenwerkingsverband wordt opgericht;3° de wijze en het tijdstip van mededeling van het samenwerkingsverband aan de bevoegde dienst van de Vlaamse Gemeenschap. § 2. Met de ORE, vermeld in paragraaf 1, kunnen in elk onderwijsinternaat betrekkingen in wervingsambten worden ingericht overeenkomstig de bepalingen die gelden voor de toegekende omkadering.

De Regering keurt het afsprakenkader goed tussen het Gemeenschapsonderwijs en de representatieve verenigingen van inrichtende machten van het gesubsidieerd onderwijs en de representatieve vakorganisaties over de wijze van toekenning, de verdeling en de inzet van de ORE, vermeld in paragraaf 1. Afdeling 4. - Aanwending

Onderafdeling 1. - Personeelsformatie

Art. 29.De Regering bepaalt de personeelscategorieën voor onderwijsinternaten en deelt die in wervings-, selectie- en bevorderingsambten in.

Art. 30.De Regering bepaalt het aantal ORE dat aan elk ambt wordt toegekend. Het aantal ORE van een ambt wordt vastgelegd op basis van een bekwaamheidsbewijs of een salarisschaal.

Art. 31.Het bestuur kan de ORE alleen aanwenden voor de werking van het onderwijsinternaat.

Het bestuur beslist, na onderhandeling in het bevoegde lokaal comité, over de aanwending van de toegekende ORE en houdt daarbij rekening met de regelgeving over de verdeling van de betrekkingen en reaffectatie en wedertewerkstelling.

Er moet minimum één halftijdse of maximum één voltijdse betrekking in het ambt van directeur per onderwijsinternaat worden ingericht binnen de beschikbare ORE.

Art. 32.De Regering bepaalt voor elk ambt van de personeelscategorieën, vermeld in artikel 29, de prestatieregeling.

Onderafdeling 2. - Overdracht

Art. 33.§ 1. Een bestuur kan, na onderhandeling in het bevoegde lokaal comité, ORE die het tijdens een bepaald schooljaar niet aanwendt, overdragen naar een ander onderwijsinternaat als het voldoet aan al de volgende voorwaarden: 1° het bestuur legt uiterlijk op 15 oktober van het schooljaar het aantal ORE vast dat maximaal overgedragen wordt; 2° er worden maximaal 10.000 ORE overgedragen; 3° het bestuur heeft op erewoord verklaard dat het tijdens dat schooljaar in het onderwijsinternaat overeenkomstig de geldende reglementering geen nieuwe of bijkomende terbeschikkingstellingen wegens ontstentenis van betrekking moet uitspreken of dat de leden van het personeel die nieuw of bijkomend ter beschikking werden gesteld wegens ontstentenis van betrekking, kunnen worden gereaffecteerd of wedertewerkgesteld in een vacante of niet-vacante organieke betrekking in een onderwijsinternaat van het bestuur voor de hele verdere duur van het schooljaar. § 2. De Regering bepaalt de wijze waarop de overgedragen ORE gemeld worden aan de bevoegde dienst van de Vlaamse Gemeenschap. § 3. De betrekkingen die worden ingericht op basis van overgedragen ORE komen niet in aanmerking voor vacantverklaring en het bestuur kan in geen geval een personeelslid vast benoemen, affecteren of muteren in die betrekkingen.

Het niet-naleven van deze bepaling heeft tot gevolg dat de vaste benoeming geen uitwerking heeft ten aanzien van de overheid.

Het bestuur moet met het oog op de controle een verklaring op erewoord bezorgen aan de bevoegde dienst van de Vlaamse Gemeenschap waarin het verklaart deze bepaling in acht te nemen. § 4. Indien de overdracht tot gevolg zou hebben dat personeelsleden ter beschikking gesteld worden wegens ontstentenis van betrekking heeft deze terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking geen uitwerking ten aanzien van de overheid.

Art. 34.§ 1. Een bestuur kan, na onderhandeling in het bevoegde lokaal comité, ORE die het tijdens een bepaald schooljaar niet aanwendt, overdragen naar het volgende schooljaar als het voldoet aan al de volgende voorwaarden: 1° het bestuur legt uiterlijk op 1 november van het schooljaar het aantal ORE vast dat maximaal overgedragen wordt; 2° er worden maximaal 10.000 ORE overgedragen; 3° het bestuur heeft op erewoord verklaard dat het tijdens dat schooljaar in het onderwijsinternaat overeenkomstig de geldende reglementering geen nieuwe of bijkomende terbeschikkingstellingen wegens ontstentenis van betrekking moet uitspreken of dat de leden van het personeel die nieuw of bijkomend ter beschikking werden gesteld wegens ontstentenis van betrekking, kunnen worden gereaffecteerd of wedertewerkgesteld in een vacante of niet-vacante organieke betrekking in een onderwijsinternaat van het bestuur voor de hele verdere duur van het schooljaar. § 2. De Regering bepaalt de wijze waarop de overgedragen ORE gemeld worden aan de bevoegde dienst van de Vlaamse Gemeenschap. § 3. De betrekkingen die worden ingericht op basis van overgedragen ORE komen niet in aanmerking voor vacantverklaring en het bestuur kan in geen geval een personeelslid vast benoemen, affecteren of muteren in die betrekkingen.

Het niet-naleven van deze bepaling heeft tot gevolg dat de vaste benoeming geen uitwerking heeft ten aanzien van de overheid.

Het bestuur moet met het oog op de controle een verklaring op erewoord bezorgen aan de bevoegde dienst van de Vlaamse Gemeenschap waarin het verklaart deze bepaling in acht te nemen. § 4. Indien de overdracht tot gevolg zou hebben dat personeelsleden ter beschikking gesteld worden wegens ontstentenis van betrekking heeft deze terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking geen uitwerking ten aanzien van de overheid. Afdeling 5. - Salarisfinanciering of -subsidiëring

Art. 35.§ 1. Een bestuur krijgt voor zijn personeelsleden die aangesteld zijn binnen de toegekende ORE een salaris als die personeelsleden voldoen aan de volgende voorwaarden: 1° onderdaan zijn van een lidstaat van de Europese Unie of van de Europese Vrijhandelsassociatie, behoudens een door de Regering te verlenen vrijstelling;2° de burgerlijke en politieke rechten genieten, behoudens een door de Regering te verlenen vrijstelling die samengaat met de vrijstelling, vermeld in punt 1° ;3° houder zijn van de bekwaamheidsbewijzen, vermeld in artikel 3, 6°, van het decreet rechtspositie personeelsleden gemeenschapsonderwijs van 27 maart 1991 en artikel 5, 8°, van het decreet rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd onderwijs van 27 maart 1991;4° aangeworven zijn met inachtname van de reglementering over de reaffectatie en wedertewerkstelling;5° in dienst zijn op grond van de reglementering over de omkadering. § 2. De salarissen worden door de bevoegde dienst van de Vlaamse Gemeenschap rechtstreeks en maandelijks aan de betrokken personeelsleden uitbetaald. HOOFDSTUK 8. - Financiële middelen Afdeling 1. - Toekenning

Onderafdeling 1. - Werkingsbudget

Art. 36.§ 1. Elk onderwijsinternaat dat aan de financierings- of subsidiëringsvoorwaarden, vermeld in artikel 23, § 1, § 2 of § 3, voldoet, heeft recht op een werkingsbudget.

Voor het schooljaar 2023-2024 is het startbedrag voor het werkingsbudget voor onderwijsinternaten 12.925.900 euro. § 2. Vanaf het schooljaar 2024-2025 wordt het bedrag van 12.925.900 euro vermenigvuldigd met de aanpassingscoëfficiënten A1 en A2.

De coëfficiënten A1 en A2 worden als volgt berekend: 1° A1 = het aantal internen, vermeld in artikel 25, § 1, 2°, op de teldag, zoals geformuleerd in artikel 24 van het vorige schooljaar/het aantal internen, vermeld in artikel 25, § 1, 2°, op de teldag, zoals geformuleerd in artikel 24 van het voorlaatste schooljaar;2° A2 = (Cx-1/Cx-2), waarbij: a) Cx-1: de gezondheidsindex van de maand januari van het begrotingsjaar x-1;b) Cx-2: de gezondheidsindex van de maand januari van het begrotingsjaar x-2. § 3. Het budget dat verkregen is na toepassing van paragraaf 2, wordt gedeeld door het totale aantal internen, vermeld in artikel 25, § 1, 2°, van alle onderwijsinternaten samen op de teldag, vermeld in artikel 24. Het quotiënt van die deling resulteert in een geldwaarde per interne, hierna GW te noemen. § 4. Per internaat wordt het totale werkingsbudget berekend door het aantal internen, vermeld in artikel 25, § 1, 2°, van het onderwijsinternaat, dat geteld is overeenkomstig artikel 24, te vermenigvuldigen met GW. § 5. Het werkingsbudget dat verkregen is na toepassing van paragraaf 4, wordt voor het gesubsidieerd onderwijs jaarlijks toegekend aan de besturen.

Het werkingsbudget dat verkregen is na toepassing van paragraaf 4, wordt voor het Gemeenschapsonderwijs jaarlijks aan de raden van bestuur van de scholengroepen toegekend overeenkomstig de bepalingen van artikel 36, 2°, van het bijzonder decreet van 14 juli 1998Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/07/1998 pub. 31/07/1998 numac 1998035839 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de euro type decreet prom. 14/07/1998 pub. 10/09/1998 numac 1998035996 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten betreffende het Gemeenschapsonderwijs. § 6. Het werkingsbudget wordt elk schooljaar in minstens twee schijven uitbetaald, waarbij vóór 1 februari de som van de uitbetaalde schijven minstens 50% van de werkingsbudgetten van het schooljaar in kwestie vertegenwoordigt en het saldo vóór 1 juli betaald wordt. § 7. Als het decreet houdende de aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van het begrotingsjaar waarin het werkingsbudget voor het schooljaar in kwestie is opgenomen, aanleiding geeft tot meer budget voor de besturen, wordt het bijkomende budget uitbetaald binnen twee maanden na de bekrachtiging door de Regering van het decreet in kwestie.

Art. 37.§ 1. Een onderwijsinternaat dat overeenkomstig artikel 27 omkadering voor verblijf op bijkomende verblijfsdagen toegekend heeft gekregen, ontvangt, naast het werkingsbudget, vermeld in artikel 36, een werkingsbudget voor de werking op bijkomende verblijfsdagen. § 2. Het werkingsbudget voor de werking op bijkomende verblijfsdagen wordt berekend door het bedrag van 34.371 euro te vermenigvuldigen met de aanpassingscoëfficiënten A1 en A2.

De coëfficiënten A1 en A2 worden als volgt berekend: 1° A1= het aantal ingevulde bijkomende verblijfsdagen, berekend overeenkomstig artikel 27, van het vorige schooljaar/het aantal ingevulde bijkomende verblijfsdagen, berekend overeenkomstig artikel 27, van het voorlaatste schooljaar. Het aantal ingevulde bijkomende verblijfsdagen van onderwijsinternaten met telperiode de maand september van het lopende schooljaar wordt vermenigvuldigd met 12.

Het aantal ingevulde bijkomende verblijfsdagen van onderwijsinternaten met telperiode de maanden september tot en met januari van het voorgaande schooljaar wordt vermenigvuldigd met 2,4. 2° A2 = (Cx-1/Cx-2), waarbij: a) Cx-1: de gezondheidsindex van de maand januari van het begrotingsjaar x-1;b) Cx-2: de gezondheidsindex van de maand januari van het begrotingsjaar x-2. § 3. Het budget dat verkregen is na toepassing van paragraaf 2, wordt gedeeld door het totale aantal ingevulde bijkomende verblijfsdagen, berekend overeenkomstig artikel 27.

Het aantal ingevulde bijkomende verblijfsdagen van onderwijsinternaten met telperiode de maand september van het lopende schooljaar wordt vermenigvuldigd met 12.

Het aantal ingevulde bijkomende verblijfsdagen van onderwijsinternaten met telperiode de maanden september tot en met januari van het voorgaande schooljaar wordt vermenigvuldigd met 2,4.

Het quotiënt van die deling resulteert in een geldwaarde per ingevulde bijkomende verblijfsdag, hierna GW_BV te noemen. § 4. Per internaat wordt het totale werkingsbudget voor de werking op bijkomende verblijfsdagen berekend door het aantal ingevulde bijkomende verblijfsdagen, overeenkomstig artikel 27, te vermenigvuldigen met GW_BV. Het aantal ingevulde bijkomende verblijfsdagen van onderwijsinternaten met telperiode de maand september van het lopende schooljaar wordt vermenigvuldigd met 12.

Het aantal ingevulde bijkomende verblijfsdagen van onderwijsinternaten met telperiode de maanden september tot en met januari van het voorgaande schooljaar wordt vermenigvuldigd met 2,4. § 5. Het werkingsbudget dat verkregen is na toepassing van paragraaf 4, wordt voor het gesubsidieerd onderwijs jaarlijks toegekend aan de besturen.

Het werkingsbudget dat verkregen is na toepassing van paragraaf 4, wordt voor onderwijsinternaten van het Gemeenschapsonderwijs jaarlijks aan de raden van bestuur van de scholengroepen toegekend overeenkomstig de bepalingen van artikel 36, 2°, van het bijzonder decreet van 14 juli 1998Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/07/1998 pub. 31/07/1998 numac 1998035839 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de euro type decreet prom. 14/07/1998 pub. 10/09/1998 numac 1998035996 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten betreffende het Gemeenschapsonderwijs. § 6. Het werkingsbudget wordt elk schooljaar in minstens twee schijven uitbetaald, waarbij vóór 1 februari de som van de uitbetaalde schijven minstens 50% van de werkingsbudgetten van het schooljaar in kwestie vertegenwoordigt, en het saldo vóór 1 juli betaald wordt. § 7. Als het decreet houdende de aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van het begrotingsjaar waarin het werkingsbudget voor het schooljaar in kwestie is opgenomen, aanleiding geeft tot meer budget voor de besturen, wordt het bijkomende budget uitbetaald binnen twee maanden na de bekrachtiging door de Regering van het decreet in kwestie.

Onderafdeling 2. - Persoonlijke bijdrage

Art. 38.§ 1. Voor de inschrijving in een onderwijsinternaat van internen als vermeld in artikel 25, § 1, 2°, kan geen direct of indirect inschrijvingsgeld worden gevraagd. § 2. Bij de inschrijving in een onderwijsinternaat mag een redelijke waarborg gevraagd worden.

Art. 39.Het bestuur kan een persoonlijke bijdrage vragen die in redelijke verhouding staat tot de verblijfskosten van de interne.

De facturen vermelden dat gespreide betaling mogelijk is, alsook een contactpersoon tot wie de betrokken personen die een dergelijke gespreide betaling willen, zich kunnen richten.

Art. 40.Het onderwijsinternaat ontvangt per, op de eerste schooldag van februari van het lopende schooljaar ingeschreven, leerplichtige interne waarvan beide ouders of desgevallend de enige ouder een ambulant beroep als binnenschipper, kermis- en circusexploitant en -artiest uitoefenen een bijkomend werkingsbudget.

Het onderwijsinternaat brengt dat bijkomend werkingsbudget in mindering op de persoonlijke bijdrage die aan de betrokken personen aangerekend wordt.

Dit bijkomend werkingsbudget is op jaarbasis: 1° 878,96 euro voor internen uit het basisonderwijs;2° 1087,43 euro voor internen uit het secundair onderwijs. Het bijkomend werkingsbudget wordt jaarlijks geïndexeerd op basis van de gezondheidsindex.

Het bijkomend werkingsbudget wordt uitgekeerd aan het bestuur op voorlegging van een staat die ingediend is door het bestuur en juist verklaard door de bevoegde dienst van de Vlaamse Gemeenschap.

Art. 41.Het bestuur kan buiten de persoonlijke bijdrage voor verblijfskosten, vermeld in artikel 39, een persoonlijke bijdrage vragen voor deelname aan activiteiten of diensten die buiten de normale werking van het onderwijsinternaat vallen.

Die persoonlijke bijdrage moet in redelijke verhouding staan tot de kosten die aan de activiteit of dienst verbonden zijn. Afdeling 2. - Aanwending van het werkingsbudget

Art. 42.Het bestuur kan het werkingsbudget alleen aanwenden voor de werking van het onderwijsinternaat.

De Regering bepaalt de wijze waarop de besteding van het werkingsbudget gecontroleerd wordt.

Die controle mag geen betrekking hebben op de opportuniteit.

Art. 43.§ 1. Het bestuur kan ten laste van de eigen middelen en ten laste van het werkingsbudget, vermeld in artikel 36 en 37, personeel aanwerven.

Deze personeelsleden vallen onder de toepassing van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten. § 2. Het bestuur kan personeel aanwerven: 1° ten laste van het werkingsbudget, vermeld in artikel 36 en 37;2° ten laste van de eigen middelen om de ORE-norm, vermeld in artikel 23, § 1, 3°, te behalen overeenkomstig artikel 23, § 3;3° ten laste van de Vlaamse ondersteuningspremie uitgekeerd door de VDAB;4° ten laste van subsidies die het beleidsdomein Onderwijs en Vorming, vermeld in artikel 7 van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/05/1999 pub. 08/06/1999 numac 1999035652 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening type decreet prom. 18/05/1999 pub. 15/06/1999 numac 1999035687 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de openbaarheid van bestuur type decreet prom. 18/05/1999 pub. 30/06/1999 numac 1999035744 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn type decreet prom. 18/05/1999 pub. 29/06/1999 numac 1999035740 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996 sluiten2 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie, toekent om de kwaliteit van onderwijs te versterken. In het gemeenschapsonderwijs kan een bestuur de mogelijkheid, vermeld in het eerste lid, aanwenden voor de personeelscategorieën, vermeld in artikel 2, § 1, van het decreet Rechtspositie personeelsleden gemeenschapsonderwijs van 27 maart 1991, met uitzondering van het statutaire meesters-, vak- en dienstpersoneel.

In het gesubsidieerd onderwijs kan een bestuur de mogelijkheid, vermeld in het eerste lid, aanwenden voor de personeelscategorieën, vermeld in artikel 4, § 1, a), van het decreet Rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd onderwijs van 27 maart 1991.

De betrekking die met de middelen, vermeld in het eerste lid, wordt ingericht kan niet vacant worden verklaard en het bestuur kan in geen geval een personeelslid vast benoemen, affecteren of muteren in die betrekking.

Het personeelslid dat door een bestuur van een onderwijsinternaat van het gemeenschapsonderwijs wordt aangeworven volgens het tweede lid, wordt altijd als tijdelijk personeelslid aangesteld. Het decreet Rechtspositie personeelsleden gemeenschapsonderwijs van 27 maart 1991 is op hem van toepassing.

Het personeelslid dat door een bestuur van een gesubsidieerd onderwijsinternaat wordt aangeworven volgens het derde lid, wordt altijd als tijdelijk personeelslid aangesteld. Het decreet Rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd onderwijs van 27 maart 1991 is op hem van toepassing.

De bevoegde dienst van de Vlaamse Gemeenschap betaalt het salaris of de salaristoelage rechtstreeks aan de betrokken personeelsleden. De bevoegde dienst van de Vlaamse Gemeenschap vordert het brutosalaris of de brutosalaristoelage, verhoogd met de vergoedingen, bijslagen, vakantiegeld, eindejaarspremie en werkgeversbijdrage, van het bestuur terug. HOOFDSTUK 9. - Bijkomende projectmatige financiële middelen

Art. 44.De Regering kan bijkomende projectmatige financiële middelen toekennen.

De bijkomende projectmatige financiële middelen worden toegekend met het oog op het verbeteren, versterken of faciliteren van de werking van de onderwijsinternaten of ter ondersteuning of begeleiding van de besturen, personeelsleden, internen of andere belanghebbenden van de onderwijsinternaten.

De bijkomende projectmatige financiële middelen hebben betrekking op specifieke opdrachten die verband houden met initiatieven ter voorbereiding van nieuwe regelgeving of de uitvoering ervan, initiatieven die leiden tot breed inzetbare inzichten en methodieken en initiatieven waarbij ingespeeld kan worden op tijdelijke en zeer specifieke noden.

De Regering bepaalt de voorwaarden waaronder de bijkomende projectmatige financiële middelen toegekend kunnen worden, de wijze van selectie en evaluatie. HOOFDSTUK 1 0. - Uitzonderlijke situaties

Art. 45.In uitzonderlijke omstandigheden kan de Regering voor een bepaalde duur die strikt noodzakelijk is en in geen geval langer mag zijn dan zes maanden buitengewone maatregelen nemen die bestaan uit: 1° de toekenning van bijkomende omkadering of werkingsbudget aan de onderwijsinternaten als de bestaande omkadering of het bestaande werkingsbudget, zoals toegekend in dit decreet of de besluiten van de Vlaamse Regering die eruit voortvloeien, ontoereikend zijn om een adequaat antwoord te bieden op de specifieke behoeften die de uitzonderlijke omstandigheden met zich meebrengen.Die bijkomende omkadering of werkingsbudget kunnen uitsluitend aangewend worden om de specifieke behoeften op te vangen; 2° afwijkingen van de bepalingen in hoofdstuk 2 tot en met 9 van dit decreet als die door de uitzonderlijke omstandigheden onhaalbaar geworden zijn of als ze het adequaat omgaan met de uitzonderlijke omstandigheden bemoeilijken of onmogelijk maken;3° afwijkingen, vanuit dezelfde overwegingen als in punt 1° en 2°, op de uitvoeringsbesluiten van dit decreet zonder dat de bij decreet of besluit van de Vlaamse Regering opgelegde stappen in het besluitvormingsproces gevolgd moeten worden. Onder uitzonderlijke omstandigheden wordt onder meer verstaan: 1° rampen en catastrofen;2° epidemieën en pandemieën;3° humanitaire crisissen. De Regering deelt de motivering op basis waarvan de besluiten, vermeld in het eerste lid, werden aangenomen zo spoedig mogelijk mee aan de voorzitter van het Vlaams Parlement.

Elk besluit van de Regering als vermeld in het eerste lid heeft onmiddellijk uitwerking en wordt bij decreet bekrachtigd binnen een termijn van twee maanden vanaf de inwerkingtreding ervan. Indien het besluit niet binnen twee maanden na de inwerkingtreding bekrachtigd wordt, houden de door de Regering genomen buitengewone maatregelen op uitwerking te hebben.

Als de buitengewone maatregelen, in afwijking van het eerste lid, langer dan zes maanden aangehouden moeten worden, stelt de Regering de verlenging van de buitengewone maatregelen vast. Het besluit wordt bij decreet bekrachtigd binnen een termijn van twee maanden vanaf de inwerkingtreding ervan. Indien het besluit niet binnen twee maanden na de inwerkingtreding bekrachtigd wordt, houden de door de Regering genomen buitengewone maatregelen op uitwerking te hebben. HOOFDSTUK 1 1. - Overheveling en fusie

Art. 46.Besturen kunnen een onderwijsinternaat of een vestigingsplaats overhevelen.

Elke overheveling maakt het voorwerp uit van onderhandeling in het bevoegde lokaal comité, zowel van het overhevelende als van het ontvangende bestuur.

De overheveling van een onderwijsinternaat of een vestigingsplaats naar een ander bestuur vindt in een keer plaats en heeft uitwerking op 1 september die volgt op de melding aan de bevoegde dienst van de Vlaamse Gemeenschap. Die melding moet gebeuren vóór 1 april.

Art. 47.Twee of meer onderwijsinternaten kunnen fusioneren.

De fusie vindt plaats door een van de volgende samenvoegingen: 1° door de vorming van één nieuw onderwijsinternaat, waarbij twee of meer onderwijsinternaten worden afgeschaft;2° door de samenvoeging van twee of meer onderwijsinternaten, waarbij één onderwijsinternaat blijft bestaan dat het andere opslorpt. Elke fusie maakt het voorwerp uit van onderhandeling in het bevoegde lokaal comité van alle betrokken onderwijsinternaten.

Een fusie van onderwijsinternaten heeft uitwerking op 1 september die volgt op de melding aan de bevoegde dienst van de Vlaamse Gemeenschap.

Die melding moet gebeuren vóór 1 april. HOOFDSTUK 1 2. - Zorgvuldig bestuur

Art. 48.Een bestuur mag informatie verstrekken over het eigen onderwijsinternaat, maar het mag geen oneerlijke concurrentie voeren.

Art. 49.Er mag in het onderwijsinternaat geen politieke propaganda gevoerd worden en er mogen geen politieke activiteiten worden georganiseerd.

In afwijking van het eerste lid kunnen politieke activiteiten in het onderwijsinternaat worden toegelaten buiten de gewone verblijfsdagen en buiten de periode van negentig dagen vóór een verkiezing. Aan personeelsleden en internen wordt niet gevraagd om aan die activiteiten deel te nemen, of ze worden er niet toe aangezet. Het bestuur kan niet betrokken worden bij de organisatie van een politieke activiteit en houdt rekening met het beginsel van gelijke behandeling bij de toepassing van deze bepaling.

Onder politieke activiteiten worden verstaan: alle activiteiten die worden georganiseerd door politieke partijen of politieke mandatarissen van politieke partijen, van wie de standpunten en gedragingen niet in strijd zijn met het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden.

Art. 50.Een bestuur kan handelsactiviteiten verrichten als die geen handeling zijn die op duurzame wijze een economisch doel nastreven en als ze verenigbaar zijn met de opdracht als onderwijsinternaat.

Art. 51.Een bestuur dat sponsoring of mededelingen die rechtstreeks of onrechtstreeks ten doel hebben de verkoop van producten of diensten te bevorderen, toelaat, waakt erover dat: 1° de middelen die door het bestuur verstrekt worden, vrij blijven van de voormelde mededelingen;2° de activiteiten vrij blijven van de voormelde mededelingen, behalve als die mededelingen louter attenderen op het feit dat de activiteit of een gedeelte van de activiteit georganiseerd werd door middel van een gift, een schenking of een prestatie om niet of verricht werd onder reële prijs door een bij naam genoemde natuurlijke persoon, rechtspersoon of feitelijke vereniging;3° de sponsoring en de voormelde mededelingen verenigbaar zijn met de opdrachten van het onderwijsinternaat;4° de sponsoring en de voormelde mededelingen de objectiviteit, de geloofwaardigheid, de betrouwbaarheid en de onafhankelijkheid van het onderwijsinternaat niet in het gedrang brengen.

Art. 52.Vragen over de toepassing van de beginselen van dit hoofdstuk en klachten over inbreuken op die beginselen kunnen door iedere belanghebbende ingediend worden bij de Commissie zorgvuldig bestuur, vermeld in artikel VII.1 van de codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016. HOOFDSTUK 1 3. - Overleg over fundamentele hervormingen

Art. 53.De Regering informeert de afgevaardigden van de besturen en de representatieve vakorganisaties over elke geplande fundamentele hervorming.

Voor de Regering een eerste principiële beslissing ter zake neemt, wordt op verzoek van ten minste één van de afgevaardigden van de besturen een apart overleg georganiseerd over die fundamentele hervorming tussen de minister, bevoegd voor onderwijs en vorming, of zijn afgevaardigde, en de afgevaardigden van de besturen.

Voor de Regering een eerste principiële beslissing ter zake neemt, wordt op verzoek van ten minste één van de representatieve vakorganisaties een apart overleg georganiseerd over die fundamentele hervorming tussen de minister, bevoegd voor onderwijs en vorming, of zijn afgevaardigde, en de representatieve vakorganisaties. HOOFDSTUK 1 4. - Sancties en terugvorderingen

Art. 54.§ 1. De Regering kan als de onderwijsinspectie of de bevoegde diensten van de Vlaamse Gemeenschap niet-naleving vaststellen, na aanmaning een sanctie opleggen voor: 1° elke inbreuk op de bepalingen over de verblijfsdagen;2° elke inbreuk op de verplichting om gegevens mee te delen;3° het niet naleven van de procedure tot het schorsen en uitsluiten van internen;4° elke onnauwkeurige verklaring, afgelegd met de bedoeling om de berekening van de omkadering of het werkingsbudget te beïnvloeden;5° elke inbreuk op de aanwending van de omkadering of het werkingsbudget;6° elke onnauwkeurige verklaring over de bezoldiging van het personeel;7° elke inbreuk op de bepalingen rond zorgvuldig bestuur. § 2. De sanctie, vermeld in paragraaf 1, kan bestaan uit: 1° een tijdelijke inhouding van betaling van het werkingsbudget;2° een gedeeltelijke terugbetaling van het werkingsbudget. De inhouding of terugvordering kan niet meer bedragen dan tien procent van het werkingsbudget van het onderwijsinternaat waar de overtreding is vastgesteld.

De Regering bepaalt de verdere regels voor de vaststelling van de overtredingen en voor de toepassing van de sancties. Het besluit dat daarvoor bedoeld is, waarborgt de rechten van verdediging en voorziet in een mogelijkheid tot beroep. § 3. Het oneigenlijk hanteren van de benaming onderwijsinternaat kan worden bestraft met een gevangenisstraf van acht dagen tot drie maanden en met een boete van 125 tot 500 euro of slechts met één van die straffen.

Art. 55.Alle bedragen die ten onrechte uitbetaald zijn, worden teruggevorderd van het bestuur.

De bedragen die ten onrechte uitbetaald zijn voor rekening van het bestuur, kunnen ook teruggevorderd worden door inhouding op het nog uit te betalen werkingsbudget.

Een salarisgedeelte dat ten onrechte uitbetaald is, wordt evenwel teruggevorderd van het betrokken personeelslid als het bestuur niet verantwoordelijk is voor de onterechte uitbetaling. HOOFDSTUK 1 5. - Wijzigings- en opheffingsbepalingen Afdeling 1. - Wijzigingen van de wet van 29 mei 1959

tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving

Art. 56.In artikel 13, § 1, 1, van de wet van 29 mei 1959 tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving, het laatst gewijzigd bij het decreet van 16 juni 2017Relevante gevonden documenten type decreet prom. 25/02/1997 pub. 05/07/1997 numac 1997035724 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschappen van de instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1988 type decreet prom. 25/02/1997 pub. 05/07/1997 numac 1997035730 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschappen van de instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1987 sluiten8, wordt het woord "internaten" vervangen door het woord "onderwijsinternaten".

Art. 57.In artikel 17 van dezelfde wet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 16 maart 2012Relevante gevonden documenten type decreet prom. 25/02/1997 pub. 05/07/1997 numac 1997035724 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschappen van de instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1988 type decreet prom. 25/02/1997 pub. 05/07/1997 numac 1997035730 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschappen van de instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1987 sluiten3, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het woord "internaten" wordt telkens vervangen door het woord "onderwijsinternaten";2° in paragraaf 1 worden tussen het woord "basisonderwijs" en het woord "en" de woorden "en de onderwijsinternaten waar internen verblijven uit het basisonderwijs" ingevoegd.

Art. 58.In artikel 19bis van dezelfde wet, gewijzigd bij de decreten van 5 juli 1989, 18 december 2015 en 23 december 2021, wordt het woord "internaten" vervangen door het woord "onderwijsinternaten". Afdeling 2. - Wijzigingen van het decreet van 27 maart 1991

betreffende de rechts- positie van bepaalde personeelsleden van het Gemeenschapsonderwijs

Art. 59.In artikel 2, § 1, van het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van bepaalde personeelsleden van het Gemeenschapsonderwijs, het laatst gewijzigd bij het decreet van 15 juni 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/07/1998 pub. 31/07/1998 numac 1998035839 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de euro type decreet prom. 14/07/1998 pub. 10/09/1998 numac 1998035996 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten2, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de zinsnede "- de autonome internaten en tehuizen;" wordt vervangen door de zinsnede "- de onderwijsinternaten;"; 2° de zinsnede "- de semi-internaten en de internaten die in verblijf en begeleiding tijdens schoolvrije dagen voorzien;" wordt vervangen door de zinsnede "- de semi-internaten;".

Art. 60.In artikel 3 van hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/07/1998 pub. 31/07/1998 numac 1998035839 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de euro type decreet prom. 14/07/1998 pub. 10/09/1998 numac 1998035996 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten8, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in punt 3° wordt de zinsnede "de autonome internaten en tehuizen, de semi-internaten, de internaten die in verblijf en begeleiding tijdens schoolvrije dagen voorzien," vervangen door de zinsnede "de onderwijsinternaten, de semi-internaten,"; 2° in punt 3° wordt de zin "Het internaat toegevoegd aan een school, maakt deel uit van die school." opgeheven; 3° in punt 24° wordt de zinsnede ".En voor de scholengemeenschapsinstellingen" vervangen door de zinsnede "of van een onderwijsinternaat. En voor de scholengemeenschapsinstellingen"; 4° punt 42° wordt vervangen door wat volgt: "42° onderwijsinternaten: de onderwijsinternaten die erkend zijn overeenkomstig artikel 6 van het decreet van 16 juni 2023 over de onderwijsinternaten;".

Art. 61.In artikel 4, § 1, a), van hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 25/02/1997 pub. 05/07/1997 numac 1997035724 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschappen van de instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1988 type decreet prom. 25/02/1997 pub. 05/07/1997 numac 1997035730 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschappen van de instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1987 sluiten6, wordt de zinsnede ", de semi-internaten en de internaten die in verblijf en begeleiding tijdens schoolvrije dagen voorzien," vervangen door de woorden "en de semi-internaten".

Art. 62.In artikel 20, § 2, van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 18 mei 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/05/1999 pub. 08/06/1999 numac 1999035652 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening type decreet prom. 18/05/1999 pub. 15/06/1999 numac 1999035687 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de openbaarheid van bestuur type decreet prom. 18/05/1999 pub. 30/06/1999 numac 1999035744 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn type decreet prom. 18/05/1999 pub. 29/06/1999 numac 1999035740 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996 sluiten, worden de woorden "in een autonoom internaat of" opgeheven.

Art. 63.In artikel 24, derde lid, tweede streepje, van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 13 juli 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/07/2007 pub. 05/10/2007 numac 2007029290 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit houdende verschillende maatregelen voor de uitvoering van het decreet van 8 maart 2007 betreffende de algemene inspectiedienst, de dienst voor pedagogische raadgeving en begeleiding van het door de Franse Gemeenschap georganiseerde onderwijs, de cellen voor pedagogische raadgeving en begeleiding van het door de Franse Gemeenschap gesubsidieerde onderwijs en betreffende het statuut van de personeelsleden van de algemene inspectiedienst en van de pedagogische adviseurs type decreet prom. 13/07/2007 pub. 06/09/2007 numac 2007036487 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van de decreten inzake voorzieningen voor bejaarden, gecoördineerd op 18 december 1991, en houdende wijziging van het decreet van 14 juli 1998 houdende de erkenning en subsidiëring van verenigingen en welzijnsvoorzieningen in de thuiszorg type decreet prom. 13/07/2007 pub. 03/08/2007 numac 2007036254 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet van 13 juli 2001 houdende het stimuleren van een kwalitatief en integraal lokaal cultuurbeleid sluiten, wordt de zinsnede "of, op voorstel van het betrokken instellingshoofd door de raad van bestuur voor het personeelslid aangesteld in een autonoom internaat" opgeheven.

Art. 64.Aan artikel 31 van hetzelfde decreet, laatst gewijzigd bij het decreet van 6 juli 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/07/1998 pub. 31/07/1998 numac 1998035839 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de euro type decreet prom. 14/07/1998 pub. 10/09/1998 numac 1998035996 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten3, wordt een paragraaf 9 toegevoegd, die luidt als volgt: " § 9. In afwijking van paragraaf 1 kan de raad van bestuur een personeelslid dat uiterlijk op 31 augustus 2023 vastbenoemd is in een ambt in een internaat gewoon onderwijs als vermeld in deel III, hoofdstuk 4, afdeling 1, onderafdeling 1, van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016 of een tehuis als vermeld in deel III, hoofdstuk 4, afdeling 1, onderafdeling 2, van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016, mits zijn akkoord op 1 september 2023 een nieuwe affectatie toewijzen in een vacante betrekking in een wervingsambt in het gewoon of buitengewoon basisonderwijs, in het gewoon of buitengewoon secundair onderwijs of in een onderwijsinternaat, op voorwaarde dat dit personeelslid beschikt over een vereist of voldoend geacht bekwaamheidsbewijs voor dat ambt. Als het personeelslid deze affectatie aanvaardt, houdt dit in dat het personeelslid ook de salarisschaal verbonden aan dit ambt aanvaardt.

In afwijking van paragraaf 1 kan de raad van bestuur een personeelslid dat uiterlijk op 31 augustus 2023 vastbenoemd is in een ambt in een internaat gewoon onderwijs als vermeld in deel III, hoofdstuk 4, afdeling 1, onderafdeling 1, van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016 of een tehuis als vermeld in deel III, hoofdstuk 4, afdeling 1, onderafdeling 2, van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016, op zijn verzoek op 1 september 2023 een mutatie toewijzen in een vacante betrekking in een wervingsambt in het gewoon of buitengewoon basisonderwijs, in het gewoon of buitengewoon secundair onderwijs of in een onderwijsinternaat, op voorwaarde dat dit personeelslid beschikt over een vereist of voldoend geacht bekwaamheidsbewijs voor dat ambt. Als het personeelslid deze mutatie opneemt, houdt dit in dat het personeelslid ook de salarisschaal verbonden aan dit ambt aanvaardt.".

Art. 65.In artikel 40quater van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 14 juli 1998Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/07/1998 pub. 31/07/1998 numac 1998035839 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de euro type decreet prom. 14/07/1998 pub. 10/09/1998 numac 1998035996 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten en gewijzigd bij het decreet van 7 juli 2006Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/07/2006 pub. 30/08/2006 numac 2006036303 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten, wordt de zinsnede ", met uitzondering van de internaten" opgeheven.

Art. 66.Aan hoofdstuk III van hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 8 juli 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/07/1998 pub. 31/07/1998 numac 1998035839 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de euro type decreet prom. 14/07/1998 pub. 10/09/1998 numac 1998035996 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten9, wordt een afdeling 7sexies toegevoegd, die luidt als volgt: "Afdeling 7sexies. Onderwijsinternaten".

Art. 67.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 8 juli 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/07/1998 pub. 31/07/1998 numac 1998035839 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de euro type decreet prom. 14/07/1998 pub. 10/09/1998 numac 1998035996 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten9, wordt aan afdeling 7sexies, toegevoegd bij artikel 66, een artikel 40quaterdecies toegevoegd, dat luidt als volgt: "

Art. 40quaterdecies.Met behoud van de toepassing van de principes dat een personeelslid wordt aangesteld of geaffecteerd aan het onderwijsinternaat waar zijn betrekking reglementair wordt opgericht, kan een personeelslid van het ondersteunend personeel ingezet worden in het onderwijsinternaat en in alle vestigingsplaatsen van dit onderwijsinternaat.

Bij de toepassing van het eerste lid moeten alleszins de volgende principes worden gehanteerd: 1° de inzetbaarheid van een personeelslid wordt steeds bepaald vanuit de standplaats van het personeelslid;2° de standplaats van een personeelslid wordt bepaald in onderling overleg tussen het personeelslid en de directeur.De standplaats kan enkel worden gewijzigd na een nieuw overleg; 3° de afstand over de openbare weg tussen de standplaats van het personeelslid en de vestigingsplaats waar het personeelslid bij een wijziging van zijn opdracht wordt ingezet, mag nooit meer dan 25 km bedragen.Dit geldt niet als het personeelslid instemt om over een grotere afstand ingezet te worden of als het personeelslid al een opdracht uitoefent in de vestigingsplaats waar de wijziging plaatsvindt.

De bepalingen over de inzetbaarheid en de standplaats, vermeld in het eerste en het tweede lid, worden, met behoud van de toepassing van artikel 18 en 31, opgenomen in het geschrift waarin de aanstelling wordt vastgesteld, alsook in de functiebeschrijving, vermeld in hoofdstuk VIIIbis van dit decreet.".

Art. 68.In artikel 41quater van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 14 februari 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/02/2003 pub. 16/07/2003 numac 2003035690 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap en van instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1999 type decreet prom. 14/02/2003 pub. 05/08/2003 numac 2003035689 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap en van instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 2000 type decreet prom. 14/02/2003 pub. 01/07/2003 numac 2003035650 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het onderwijs XIV sluiten en gewijzigd bij het decreet van 15 juni 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/06/2007 pub. 31/08/2007 numac 2007036482 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het volwassenenonderwijs sluiten, wordt een paragraaf 4 ingevoegd, die luidt als volgt: " § 4. Een halftijdse betrekking in een bevorderingsambt in een onderwijsinternaat wordt steeds toegekend aan één personeelslid.".

Art. 69.In artikel 56/1, § 1, 1°, van hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 15 juni 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/07/1998 pub. 31/07/1998 numac 1998035839 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de euro type decreet prom. 14/07/1998 pub. 10/09/1998 numac 1998035996 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten2, wordt punt b) opnieuw opgenomen in de volgende lezing: "b) bij de onderwijsinternaten: een overheveling als vermeld in artikel 46 van het decreet van 16 juni 2023 over de onderwijsinternaten, waarbij een onderwijsinternaat een vestigingsplaats, namelijk een gedeelte van een onderwijsinternaat, afschaft en een ander onderwijsinternaat tegelijkertijd op dezelfde locatie een vestigingsplaats opricht;".

Art. 70.In artikel 73ter van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 14 juli 1998Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/07/1998 pub. 31/07/1998 numac 1998035839 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de euro type decreet prom. 14/07/1998 pub. 10/09/1998 numac 1998035996 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten, vervangen bij het decreet van 13 juli 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/07/2007 pub. 05/10/2007 numac 2007029290 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit houdende verschillende maatregelen voor de uitvoering van het decreet van 8 maart 2007 betreffende de algemene inspectiedienst, de dienst voor pedagogische raadgeving en begeleiding van het door de Franse Gemeenschap georganiseerde onderwijs, de cellen voor pedagogische raadgeving en begeleiding van het door de Franse Gemeenschap gesubsidieerde onderwijs en betreffende het statuut van de personeelsleden van de algemene inspectiedienst en van de pedagogische adviseurs type decreet prom. 13/07/2007 pub. 06/09/2007 numac 2007036487 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van de decreten inzake voorzieningen voor bejaarden, gecoördineerd op 18 december 1991, en houdende wijziging van het decreet van 14 juli 1998 houdende de erkenning en subsidiëring van verenigingen en welzijnsvoorzieningen in de thuiszorg type decreet prom. 13/07/2007 pub. 03/08/2007 numac 2007036254 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet van 13 juli 2001 houdende het stimuleren van een kwalitatief en integraal lokaal cultuurbeleid sluiten en het laatst gewijzigd bij het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/07/1998 pub. 31/07/1998 numac 1998035839 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de euro type decreet prom. 14/07/1998 pub. 10/09/1998 numac 1998035996 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten8, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 4, eerste lid, worden de woorden "voor elk van de personeelsleden van een autonoom internaat en" opgeheven; 2° in paragraaf 4, eerste lid, 1°, wordt de zin "Wordt het wervingsambt evenwel uitgeoefend in een autonoom internaat, dan moet één van beide evaluatoren steeds de beheerder van dat internaat zijn." opgeheven; 3° in paragraaf 5, eerste lid, wordt de zin "In afwijking van § 4 worden de beheerder van een autonoom internaat en de directeur geëvalueerd door de raad van bestuur." vervangen door de zin "In afwijking van paragraaf 4 wordt de directeur geëvalueerd door de raad van bestuur."; 4° in paragraaf 5 wordt tussen het eerste en het tweede lid een lid ingevoegd, dat luidt als volgt: "Als een raad van bestuur in een onderwijsinternaat slechts een halftijdse betrekking in het ambt van directeur opricht, en het betrokken personeelslid deze betrekking van directeur combineert met een betrekking in een wervings- of selectieambt in dezelfde instelling, dan wordt het personeelslid in afwijking van paragraaf 4 voor beide ambten geëvalueerd door de raad van bestuur.Het personeelslid heeft geen tweede evaluator.".

Art. 71.In artikel 73septiesdecies, § 5, 1°, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 13 juli 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/07/2007 pub. 05/10/2007 numac 2007029290 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit houdende verschillende maatregelen voor de uitvoering van het decreet van 8 maart 2007 betreffende de algemene inspectiedienst, de dienst voor pedagogische raadgeving en begeleiding van het door de Franse Gemeenschap georganiseerde onderwijs, de cellen voor pedagogische raadgeving en begeleiding van het door de Franse Gemeenschap gesubsidieerde onderwijs en betreffende het statuut van de personeelsleden van de algemene inspectiedienst en van de pedagogische adviseurs type decreet prom. 13/07/2007 pub. 06/09/2007 numac 2007036487 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van de decreten inzake voorzieningen voor bejaarden, gecoördineerd op 18 december 1991, en houdende wijziging van het decreet van 14 juli 1998 houdende de erkenning en subsidiëring van verenigingen en welzijnsvoorzieningen in de thuiszorg type decreet prom. 13/07/2007 pub. 03/08/2007 numac 2007036254 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet van 13 juli 2001 houdende het stimuleren van een kwalitatief en integraal lokaal cultuurbeleid sluiten en gewijzigd bij de decreten van 9 juli 2010 en 9 juli 2021, worden de woorden "de beheerder van een autonoom internaat en" opgeheven.

Art. 72.Artikel 103decies van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 19 juni 2015Relevante gevonden documenten type decreet prom. 25/02/1997 pub. 05/07/1997 numac 1997035724 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschappen van de instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1988 type decreet prom. 25/02/1997 pub. 05/07/1997 numac 1997035730 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschappen van de instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1987 sluiten7 en gewijzigd bij het decreet van 28 oktober 2016, wordt opgeheven.

Art. 73.In hetzelfde decreet wordt een artikel 103undevicies ingevoegd, dat luidt als volgt: "

Art. 103undevicies.§ 1. Voor de personeelsleden die in het schooljaar 2022-2023 in dienst zijn als contractueel personeelslid in een functie van opvoeder en aangesteld worden in een onderwijsinternaat binnen de omkadering, vermeld in artikel 25 tot en met 28 van het decreet van 16 juni 2023 over de onderwijsinternaten, worden de diensten die gepresteerd zijn als contractueel personeelslid in een functie van opvoeder, beschouwd als dienstanciënniteit als vermeld in artikel 4, 21 en 36. De diensten worden beschouwd alsof ze gepresteerd zijn in het ambt van internaats- medewerker in de personeelscategorie van het ondersteunend personeel in een onderwijsinternaat.

In afwijking van het eerste lid komen de volgende periodes niet in aanmerking voor de berekening van de dienstanciënniteit: 1° politiek verlof of politiek mandaat;2° onbezoldigde ziektedagen;3° verlof zonder wedde. § 2. In afwijking van de bepalingen van artikel 21, § 3 en § 4, heeft het personeelslid, vermeld in paragraaf 1, op 1 september 2023 recht op een tijdelijke aanstelling van doorlopende duur als het personeelslid voldoet aan de volgende voorwaarden: 1° het personeelslid wordt op 1 september 2023 aangesteld in een onderwijsinternaat binnen de omkadering, vermeld in artikel 25 tot en met 28 van het decreet van 16 juni 2023 over de onderwijsinternaten; 2° het personeelslid heeft op 1 september 2023 een dienstanciënniteit verworven van 290 dagen;3° het personeelslid stelt zich, om een beroep te doen op het recht op een tijdelijke aanstelling van doorlopende duur, op straffe van verlies van zijn recht voor het volgende schooljaar, voor 15 augustus 2023 kandidaat bij de raad van bestuur.Het personeelslid kan dat naar keuze doen met een aangetekende brief of op een wijze die door het college van directeurs, na onderhandeling in het bevoegde lokaal comité, wordt vastgelegd en die, wat tegenstelbaarheid betreft, minimaal dezelfde garanties biedt als een aangetekende brief. De raad van bestuur deelt de mogelijkheden van mededeling van kandidaatstelling mee aan alle personeelsleden en maakt die ook openbaar. Als de kandidatuur van het personeelslid aan alle voorwaarden voldoet, vermeld in dit artikel, geldt die vanaf dat ogenblik als een kandidatuur voor dat ambt die over de schooljaren doorloopt.

Voor het bepalen van de dienstanciënniteit, bedoeld in punt 2°, wordt, in afwijking van artikel 4, § 1, a), het aantal gepresteerde dagen niet met 1,2 vermenigvuldigd. § 3. In afwijking van artikel 36, eerste lid, 1°, wordt voor het personeelslid, vermeld in paragraaf 1, voor een vaste benoeming op 1 januari 2024 de dienstanciënniteit in het ambt van internaatsmedewerker vastgesteld op 1 september 2023. § 4. Voor de personeelsleden die in het schooljaar 2022-2023 in dienst zijn als contractueel personeelslid en aangesteld worden in een onderwijsinternaat binnen de omkadering, vermeld in artikel 25 tot en met 28 van het decreet van 16 juni 2023 over de onderwijsinternaten wordt de geldelijke anciënniteit die uiterlijk op 31 augustus 2023 door de raad van bestuur was toegekend aan hen als contractueel personeelslid meegenomen.".

Art. 74.In hetzelfde decreet wordt een artikel 103vicies ingevoegd, dat luidt als volgt: "

Art. 103vicies.§ 1. De vastbenoemde en tot de proeftijd toegelaten beheerders die op 31 augustus 2023 titularis zijn van een betrekking en die op 1 september 2023 niet als directeur in een onderwijsinternaat worden aangesteld, worden, voor het volume van de opdracht waarvan ze op 31 augustus 2023 titularis zijn, aangesteld in het ambt van internaatsmedewerker in de personeelscategorie van het ondersteunend personeel binnen de omkadering, vermeld in artikel 25 tot en met 28 van het decreet van 16 juni 2023 over de onderwijsinternaten. Ze behouden de salarisschaal die ze hebben op 31 augustus 2023, tenzij ze door het besluit van de Vlaamse Regering dat de salarisschalen regelt, recht hebben op een gunstiger salaris. § 2. Een personeelslid dat op 31 augustus 2023 tot de proeftijd is toegelaten in het ambt van beheerder, wordt, na twaalf maanden effectieve prestaties vanaf zijn toelating tot de proeftijd in het ambt van beheerder, vastbenoemd in het ambt van directeur, als hij op 1 september 2023 het ambt van directeur heeft toegewezen gekregen.". Afdeling 3. - Wijzigingen van het decreet van 27 maart 1991

betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding

Art. 75.In artikel 4 van het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding, het laatst gewijzigd bij het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/07/1998 pub. 31/07/1998 numac 1998035839 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de euro type decreet prom. 14/07/1998 pub. 10/09/1998 numac 1998035996 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten8, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, a), worden de woorden "tewerkgesteld in de gesubsidieerde" vervangen door de zinsnede "tewerkgesteld in de volgende gesubsidieerde instellingen:"; 2° in paragraaf 1, a), wordt de zinsnede "- tehuizen voor kinderen wier ouders geen vaste verblijfplaats hebben;" opgeheven; 3° in paragraaf 1, a), wordt het woord "internaten" vervangen door het woord "onderwijsinternaten".

Art. 76.In artikel 5 van hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/07/1998 pub. 31/07/1998 numac 1998035839 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de euro type decreet prom. 14/07/1998 pub. 10/09/1998 numac 1998035996 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten8, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in punt 1° wordt de zinsnede ", de tehuizen voor kinderen wier ouders geen vaste verblijfplaats hebben en de internaten.Het internaat toegevoegd aan een school maakt deel uit van die school" vervangen door de woorden "en de onderwijsinternaten"; 2° in punt 28° wordt de zinsnede "van de internaten en de besturen van tehuizen voor kinderen met ouders die geen vaste verblijfplaats hebben, van de autonome internaten en van de pedagogische begeleidingsdiensten;" vervangen door de zinsnede " de besturen van de pedagogische begeleidingsdiensten en de onderwijsinternaatsbesturen van de onderwijsinternaten;"; 3° er wordt een punt 35° toegevoegd, dat luidt als volgt: "35° onderwijsinternaten: de onderwijsinternaten die erkend zijn overeenkomstig artikel 6 van het decreet van 16 juni 2023 over de onderwijsinternaten;".

Art. 77.In artikel 6, § 1, a), van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 7 juli 2006Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/07/2006 pub. 30/08/2006 numac 2006036303 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten, wordt de zinsnede ", de semi-internaten en de opvangcentra," opgeheven.

Art. 78.In artikel 17sexies, tweede lid, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 1 juli 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 25/02/1997 pub. 05/07/1997 numac 1997035724 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschappen van de instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1988 type decreet prom. 25/02/1997 pub. 05/07/1997 numac 1997035730 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschappen van de instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1987 sluiten1, worden de woorden "of de beheerder" opgeheven.

Art. 79.In artikel 19 van hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 15 juni 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/07/1998 pub. 31/07/1998 numac 1998035839 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de euro type decreet prom. 14/07/1998 pub. 10/09/1998 numac 1998035996 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten2, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 wordt de zinsnede "artikel V.46, § 1, 1°, 2° en 4°, van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs en artikel 18, § 1, 1°, 2°, 4°, van de codificatie betreffende het secundair onderwijs, artikel 73, § 1, 1°, 2° en 6°, van het decreet van 25 februari 1997Relevante gevonden documenten type decreet prom. 25/02/1997 pub. 05/07/1997 numac 1997035724 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschappen van de instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1988 type decreet prom. 25/02/1997 pub. 05/07/1997 numac 1997035730 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschappen van de instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1987 sluiten betreffende het basisonderwijs, artikel 66, 1°, 2° en 6°, van het decreet van 9 maart 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/07/1998 pub. 31/07/1998 numac 1998035839 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de euro type decreet prom. 14/07/1998 pub. 10/09/1998 numac 1998035996 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten0 betreffende het deeltijds kunstonderwijs" vervangen door de zinsnede "artikel V.45, 1° en 2°, van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs, artikel 18, § 1, 1° en 2°, van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010, artikel 73, § 1, 1° en 2°, van het decreet van 25 februari 1997Relevante gevonden documenten type decreet prom. 25/02/1997 pub. 05/07/1997 numac 1997035724 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschappen van de instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1988 type decreet prom. 25/02/1997 pub. 05/07/1997 numac 1997035730 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschappen van de instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1987 sluiten betreffende het basisonderwijs, artikel 35, § 1, 1° en 2°, van het decreet van 16 juni 2023 over de onderwijsinternaten, artikel 66, 1°, 2° en 6°, van het decreet van 9 maart 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/07/1998 pub. 31/07/1998 numac 1998035839 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de euro type decreet prom. 14/07/1998 pub. 10/09/1998 numac 1998035996 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten0 betreffende het deeltijds kunstonderwijs";2° in paragraaf 1 wordt de zinsnede "artikel 106, § 1, 1°, a), b) en d)" vervangen door de zinsnede "artikel 106, § 1, 1°, a) en b)".

Art. 80.In artikel 24 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 21 december 1994, 14 februari 2003, 13 juli 2007 en 4 juli 2008, wordt paragraaf 1bis opgeheven.

Art. 81.In artikel 36bis van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 14 juli 1998Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/07/1998 pub. 31/07/1998 numac 1998035839 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de euro type decreet prom. 14/07/1998 pub. 10/09/1998 numac 1998035996 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten en gewijzigd bij het decreet van 7 juli 2006Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/07/2006 pub. 30/08/2006 numac 2006036303 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten, wordt de zinsnede ", met uitzondering van de internaten" opgeheven.

Art. 82.Aan titel II, hoofdstuk III, van hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 8 juli 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/07/1998 pub. 31/07/1998 numac 1998035839 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de euro type decreet prom. 14/07/1998 pub. 10/09/1998 numac 1998035996 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten9, wordt een afdeling 10 toegevoegd, die luidt als volgt: "Afdeling 10. Onderwijsinternaten".

Art. 83.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 8 juli 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/07/1998 pub. 31/07/1998 numac 1998035839 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de euro type decreet prom. 14/07/1998 pub. 10/09/1998 numac 1998035996 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten9, wordt aan afdeling 10, toegevoegd bij artikel 82, een artikel 36novies/4 toegevoegd, dat luidt als volgt: "Art. 36novies/4. Met behoud van de toepassing van de principes dat een personeelslid wordt aangesteld of geaffecteerd aan het onderwijsinternaat waar zijn betrekking reglementair wordt opgericht, kan een personeelslid van het ondersteunend personeel ingezet worden in het onderwijsinternaat en in alle vestigingsplaatsen van dit onderwijsinternaat.

Bij de toepassing van het eerste lid moeten alleszins de volgende principes worden gehanteerd: 1° de inzetbaarheid van een personeelslid wordt steeds bepaald vanuit de standplaats van het personeelslid;2° de standplaats van een personeelslid wordt bepaald in onderling overleg tussen het personeelslid en de inrichtende macht.De standplaats kan enkel worden gewijzigd na een nieuw overleg; 3° de afstand over de openbare weg tussen de standplaats van het personeelslid en de vestigingsplaats waar het personeelslid bij een wijziging van zijn opdracht wordt ingezet, mag nooit meer dan 25 km bedragen.Dit geldt niet als het personeelslid instemt om over een grotere afstand ingezet te worden of als het personeelslid al een opdracht uitoefent in de vestigingsplaats waar de wijziging plaatsvindt.

De bepalingen over de inzetbaarheid en de standplaats, vermeld in het eerste en het tweede lid, worden, met behoud van de toepassing van artikel 20 en 45, opgenomen in de overeenkomst of het besluit waarin de aanstelling wordt vastgesteld, alsook in de functiebeschrijving, vermeld in titel II, hoofdstuk Vbis, van dit decreet.".

Art. 84.In artikel 37bis van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 14 februari 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/02/2003 pub. 16/07/2003 numac 2003035690 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap en van instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1999 type decreet prom. 14/02/2003 pub. 05/08/2003 numac 2003035689 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap en van instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 2000 type decreet prom. 14/02/2003 pub. 01/07/2003 numac 2003035650 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het onderwijs XIV sluiten en gewijzigd bij het decreet van 15 juni 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/06/2007 pub. 31/08/2007 numac 2007036482 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het volwassenenonderwijs sluiten, wordt een paragraaf 4 ingevoegd, die luidt als volgt: " § 4. Een halftijdse betrekking in een bevorderingsambt in een onderwijsinternaat wordt steeds toegekend aan één personeelslid.".

Art. 85.In artikel 42, § 1, c), van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 25/02/1997 pub. 05/07/1997 numac 1997035724 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschappen van de instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1988 type decreet prom. 25/02/1997 pub. 05/07/1997 numac 1997035730 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschappen van de instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1987 sluiten0, wordt punt 2° opgeheven.

Art. 86.Aan artikel 45 van hetzelfde decreet, laatst gewijzigd bij het decreet van 6 juli 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/07/1998 pub. 31/07/1998 numac 1998035839 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de euro type decreet prom. 14/07/1998 pub. 10/09/1998 numac 1998035996 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten3, wordt een paragraaf 9 toegevoegd, die luidt als volgt: " § 9. In afwijking van paragraaf 2 kan de inrichtende macht een personeelslid dat uiterlijk op 31 augustus 2023 vastbenoemd is in een ambt in een internaat als vermeld in artikel III.35 van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016, mits zijn akkoord op 1 september 2023 een nieuwe affectatie toewijzen in een vacante betrekking in een wervingsambt in het gewoon of buitengewoon basisonderwijs, in het gewoon of buitengewoon secundair onderwijs of in een onderwijsinternaat, op voorwaarde dat dit personeelslid beschikt over een vereist of voldoend geacht bekwaamheidsbewijs voor dat ambt. Als het personeelslid deze affectatie aanvaardt, houdt dit in dat het personeelslid ook de salarisschaal verbonden aan dit ambt aanvaardt.

In afwijking van paragraaf 1 kan de inrichtende macht een personeelslid dat uiterlijk op 31 augustus 2023 vastbenoemd is in een ambt in een internaat als vermeld in artikel III.35 van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016, op zijn verzoek op 1 september 2023 een mutatie toewijzen in een vacante betrekking in een wervingsambt in het gewoon of buitengewoon basisonderwijs, in het gewoon of buitengewoon secundair onderwijs of in een onderwijsinternaat, op voorwaarde dat dit personeelslid beschikt over een vereist of voldoend geacht bekwaamheidsbewijs voor dat ambt. Als het personeelslid deze mutatie opneemt, houdt dit in dat het personeelslid ook de salarisschaal verbonden aan dit ambt aanvaardt.".

Art. 87.In artikel 47ter van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 14 juli 1998Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/07/1998 pub. 31/07/1998 numac 1998035839 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de euro type decreet prom. 14/07/1998 pub. 10/09/1998 numac 1998035996 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten, vervangen bij het decreet van 13 juli 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/07/2007 pub. 05/10/2007 numac 2007029290 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit houdende verschillende maatregelen voor de uitvoering van het decreet van 8 maart 2007 betreffende de algemene inspectiedienst, de dienst voor pedagogische raadgeving en begeleiding van het door de Franse Gemeenschap georganiseerde onderwijs, de cellen voor pedagogische raadgeving en begeleiding van het door de Franse Gemeenschap gesubsidieerde onderwijs en betreffende het statuut van de personeelsleden van de algemene inspectiedienst en van de pedagogische adviseurs type decreet prom. 13/07/2007 pub. 06/09/2007 numac 2007036487 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van de decreten inzake voorzieningen voor bejaarden, gecoördineerd op 18 december 1991, en houdende wijziging van het decreet van 14 juli 1998 houdende de erkenning en subsidiëring van verenigingen en welzijnsvoorzieningen in de thuiszorg type decreet prom. 13/07/2007 pub. 03/08/2007 numac 2007036254 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet van 13 juli 2001 houdende het stimuleren van een kwalitatief en integraal lokaal cultuurbeleid sluiten en het laatst gewijzigd bij het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/07/1998 pub. 31/07/1998 numac 1998035839 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de euro type decreet prom. 14/07/1998 pub. 10/09/1998 numac 1998035996 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten8, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 2 wordt de zinsnede "de beheerder van een internaat," opgeheven;2° in paragraaf 4 wordt de zinsnede ".Wordt het wervingsambt evenwel uitgeoefend in een internaat, dan moet één van beide evaluatoren steeds de beheerder van dat internaat zijn" opgeheven; 3° in paragraaf 5 wordt de zinsnede "de beheerder van een internaat," opgeheven;4° in paragraaf 5 wordt tussen het eerste en het tweede lid een lid ingevoegd, dat luidt als volgt: "Als een inrichtende macht in een onderwijsinternaat slechts een halftijdse betrekking in het ambt van directeur opricht, en het betrokken personeelslid deze betrekking van directeur combineert met een betrekking in een wervings- of selectieambt in dezelfde instelling, dan wordt het personeelslid in afwijking van paragraaf 4 voor beide ambten geëvalueerd door de inrichtende macht.Het personeelslid heeft geen tweede evaluator.".

Art. 88.In artikel 47decies van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 14 juli 1998Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/07/1998 pub. 31/07/1998 numac 1998035839 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de euro type decreet prom. 14/07/1998 pub. 10/09/1998 numac 1998035996 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten, vervangen bij het decreet van 13 juli 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/07/2007 pub. 05/10/2007 numac 2007029290 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit houdende verschillende maatregelen voor de uitvoering van het decreet van 8 maart 2007 betreffende de algemene inspectiedienst, de dienst voor pedagogische raadgeving en begeleiding van het door de Franse Gemeenschap georganiseerde onderwijs, de cellen voor pedagogische raadgeving en begeleiding van het door de Franse Gemeenschap gesubsidieerde onderwijs en betreffende het statuut van de personeelsleden van de algemene inspectiedienst en van de pedagogische adviseurs type decreet prom. 13/07/2007 pub. 06/09/2007 numac 2007036487 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van de decreten inzake voorzieningen voor bejaarden, gecoördineerd op 18 december 1991, en houdende wijziging van het decreet van 14 juli 1998 houdende de erkenning en subsidiëring van verenigingen en welzijnsvoorzieningen in de thuiszorg type decreet prom. 13/07/2007 pub. 03/08/2007 numac 2007036254 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet van 13 juli 2001 houdende het stimuleren van een kwalitatief en integraal lokaal cultuurbeleid sluiten en het laatst gewijzigd bij het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/07/1998 pub. 31/07/1998 numac 1998035839 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de euro type decreet prom. 14/07/1998 pub. 10/09/1998 numac 1998035996 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten8, wordt de zinsnede "de beheerder van een internaat," telkens opgeheven.

Art. 89.In artikel 47septiesdecies, § 5, 1°, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 13 juli 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/07/2007 pub. 05/10/2007 numac 2007029290 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit houdende verschillende maatregelen voor de uitvoering van het decreet van 8 maart 2007 betreffende de algemene inspectiedienst, de dienst voor pedagogische raadgeving en begeleiding van het door de Franse Gemeenschap georganiseerde onderwijs, de cellen voor pedagogische raadgeving en begeleiding van het door de Franse Gemeenschap gesubsidieerde onderwijs en betreffende het statuut van de personeelsleden van de algemene inspectiedienst en van de pedagogische adviseurs type decreet prom. 13/07/2007 pub. 06/09/2007 numac 2007036487 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van de decreten inzake voorzieningen voor bejaarden, gecoördineerd op 18 december 1991, en houdende wijziging van het decreet van 14 juli 1998 houdende de erkenning en subsidiëring van verenigingen en welzijnsvoorzieningen in de thuiszorg type decreet prom. 13/07/2007 pub. 03/08/2007 numac 2007036254 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet van 13 juli 2001 houdende het stimuleren van een kwalitatief en integraal lokaal cultuurbeleid sluiten en gewijzigd bij de decreten van 8 mei 2009, 9 juli 2010 en 9 juli 2021, wordt de zinsnede "de beheerder van een internaat," opgeheven.

Art. 90.In artikel 74bis 1, § 1, 1°, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 25/02/1997 pub. 05/07/1997 numac 1997035724 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschappen van de instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1988 type decreet prom. 25/02/1997 pub. 05/07/1997 numac 1997035730 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschappen van de instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1987 sluiten0 en het laatst gewijzigd bij het decreet van 15 juni 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/07/1998 pub. 31/07/1998 numac 1998035839 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de euro type decreet prom. 14/07/1998 pub. 10/09/1998 numac 1998035996 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten2, wordt punt b) opnieuw opgenomen in de volgende lezing: "b) bij de onderwijsinternaten: een overheveling als vermeld in artikel 46 van het decreet van 16 juni 2023 over de onderwijsinternaten, waarbij een onderwijsinternaat een vestigingsplaats, namelijk een gedeelte van een onderwijsinternaat, afschaft en een ander onderwijsinternaat tegelijkertijd op dezelfde locatie een vestigingsplaats opricht;".

Art. 91.In hetzelfde decreet worden de volgende artikelen opgeheven: 1° artikel 84bis, ingevoegd bij het decreet van 14 juli 1998Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/07/1998 pub. 31/07/1998 numac 1998035839 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de euro type decreet prom. 14/07/1998 pub. 10/09/1998 numac 1998035996 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten en vervangen bij het decreet van 13 juli 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/07/2007 pub. 05/10/2007 numac 2007029290 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit houdende verschillende maatregelen voor de uitvoering van het decreet van 8 maart 2007 betreffende de algemene inspectiedienst, de dienst voor pedagogische raadgeving en begeleiding van het door de Franse Gemeenschap georganiseerde onderwijs, de cellen voor pedagogische raadgeving en begeleiding van het door de Franse Gemeenschap gesubsidieerde onderwijs en betreffende het statuut van de personeelsleden van de algemene inspectiedienst en van de pedagogische adviseurs type decreet prom. 13/07/2007 pub. 06/09/2007 numac 2007036487 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van de decreten inzake voorzieningen voor bejaarden, gecoördineerd op 18 december 1991, en houdende wijziging van het decreet van 14 juli 1998 houdende de erkenning en subsidiëring van verenigingen en welzijnsvoorzieningen in de thuiszorg type decreet prom. 13/07/2007 pub. 03/08/2007 numac 2007036254 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet van 13 juli 2001 houdende het stimuleren van een kwalitatief en integraal lokaal cultuurbeleid sluiten;2° artikel 84quater, ingevoegd bij het decreet van 14 juli 1998Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/07/1998 pub. 31/07/1998 numac 1998035839 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de euro type decreet prom. 14/07/1998 pub. 10/09/1998 numac 1998035996 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten en vervangen bij het decreet van 7 juli 2006Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/07/2006 pub. 30/08/2006 numac 2006036303 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten.

Art. 92.In hetzelfde decreet wordt een artikel 84tricies semel ingevoegd, dat luidt als volgt: "Art. 84tricies semel. § 1. Voor de personeelsleden die in het schooljaar 2022-2023 in dienst zijn als contractueel personeelslid in een functie van opvoeder en aangesteld worden in een onderwijsinternaat binnen de omkadering, vermeld in artikel 25 tot en met 28 van het decreet van 16 juni 2023 over de onderwijsinternaten, worden de diensten die ze gepresteerd hebben als contractueel personeelslid in een functie van opvoeder, beschouwd als dienstanciënniteit als vermeld in artikel 6, 23, 31 en 35. De diensten worden beschouwd alsof ze gepresteerd werden in het ambt van internaatsmedewerker in de personeelscategorie van het ondersteunend personeel in een onderwijsinternaat.

In afwijking van het eerste lid, komen de volgende periodes niet in aanmerking voor de berekening van de dienstanciënniteit: 1° politiek verlof of politiek mandaat;2° onbezoldigde ziektedagen;3° verlof zonder wedde. § 2. In afwijking van de bepalingen van artikel 23, § 3 en § 4, heeft het personeelslid, vermeld in paragraaf 1, op 1 september 2023 recht op een tijdelijke aanstelling van doorlopende duur als het personeelslid voldoet aan de volgende voorwaarden: 1° het personeelslid wordt op 1 september 2023 aangesteld in een onderwijsinternaat binnen de omkadering, vermeld in artikel 25 tot en met 28 van het decreet van 16 juni 2023 over de onderwijsinternaten;2° het personeelslid heeft op 1 september 2023 een dienstanciënniteit verworven van 290 dagen;3° het personeelslid stelt zich, om een beroep te doen op het recht op een tijdelijke aanstelling van doorlopende duur, op straffe van verlies van zijn recht voor het volgende schooljaar, voor 15 augustus 2023 kandidaat bij de inrichtende macht.Het personeelslid kan dat naar keuze doen met een aangetekende brief of op een wijze die door de inrichtende macht, na onderhandeling in het bevoegde lokaal comité, wordt vastgelegd en die, wat tegenstelbaarheid betreft, minimaal dezelfde garanties biedt als een aangetekende brief. De inrichtende macht deelt de mogelijkheden van mededeling van kandidaatstelling mee aan alle personeelsleden en maakt die ook openbaar. De kandidaatstelling geldt voor alle betrekkingen waarvoor het recht is verworven. Als de kandidatuur van het personeelslid aan alle voorwaarden voldoet, vermeld in het eerste lid, geldt die vanaf dat ogenblik als een kandidatuur voor dat ambt die over de schooljaren doorloopt.

Voor het bepalen van de dienstanciënniteit, bedoeld in punt 2°, wordt, in afwijking van artikel 6, § 1, a), het aantal gepresteerde dagen niet met 1,2 vermenigvuldigd. § 3. In afwijking van artikel 31, § 1, 1°, wordt voor het personeelslid, vermeld in paragraaf 1, voor een vaste benoeming op 1 januari 2024 de dienstanciënniteit in het ambt van internaatsmedewerker vastgesteld op 1 september 2023. § 4. Voor de personeelsleden die in het schooljaar 2022-2023 in dienst zijn als contractueel personeelslid en aangesteld worden in een onderwijsinternaat binnen de omkadering, vermeld in artikel 25 tot en met 28 van het decreet van 16 juni 2023 over de onderwijsinternaten wordt de geldelijke anciënniteit die uiterlijk op 31 augustus 2023 door de inrichtende macht was toegekend aan hen als contractueel personeelslid meegenomen.".

Art. 93.In hetzelfde decreet wordt een artikel 84tricies bis ingevoegd, dat luidt als volgt: "Art. 84tricies bis. De vastbenoemde beheerders die op 31 augustus 2023 titularis zijn van een betrekking en die op 1 september 2023 niet als directeur in een onderwijsinternaat worden aangesteld, worden, voor het volume van de opdracht waarvan ze op 31 augustus 2023 titularis zijn, aangesteld in het ambt van internaatsmedewerker in de personeelscategorie van het ondersteunend personeel binnen de omkadering, vermeld in artikel 25 tot en met 28 van het decreet van 16 juni 2023 over de onderwijsinternaten. Ze behouden de salarisschaal die ze hebben op 31 augustus 2023, tenzij ze door het besluit van de Vlaamse Regering dat de salarisschalen regelt, recht hebben op een gunstiger salaris.". Afdeling 4. - Wijzigingen van het decreet van 5 april 1995

tot oprichting van onderhandelingscomités in het vrij gesubsidieerd onderwijs

Art. 94.In artikel 2, 1°, van het decreet van 5 april 1995 tot oprichting van onderhandelingscomités in het vrij gesubsidieerd onderwijs, gewijzigd bij de decreten van 1 december 1998 en 18 mei 1999, wordt het woord "internaten" vervangen door het woord "onderwijsinternaten".

Art. 95.In artikel 29, tweede lid, 3°, van hetzelfde decreet worden de woorden "kostgelden van internaten" vervangen door de woorden "de persoonlijke bijdrage in onderwijsinternaten".

Art. 96.In artikel 34 van hetzelfde decreet, gewijzigd door het decreet van 3 juli 2020Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/07/1998 pub. 31/07/1998 numac 1998035839 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de euro type decreet prom. 14/07/1998 pub. 10/09/1998 numac 1998035996 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten7, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 2, derde lid, wordt het woord "internaat" vervangen door het woord "onderwijsinternaat";2° in paragraaf 4 wordt het woord "internaten" vervangen door het woord "onderwijsinternaten". Afdeling 5. - Wijzigingen van het decreet basisonderwijs van 25

februari 1997

Art. 97.In artikel 2 van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, gewijzigd bij de decreten van 7 juli 2006, 22 juni 2007 en 9 juli 2010, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 wordt het woord "internaten" vervangen door het woord "onderwijsinternaten";2° paragraaf 2 wordt opgeheven.

Art. 98.Artikel 27quater van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 6 juli 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 06/07/2007 pub. 14/08/2007 numac 2007029176 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende diverse maatregelen inzake hoger onderwijs sluiten en gewijzigd bij het decreet van 28 oktober 2016, wordt opgeheven.

Art. 99.In artikel 37novies, § 5, 2°, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 25 november 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 25/02/1997 pub. 05/07/1997 numac 1997035724 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschappen van de instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1988 type decreet prom. 25/02/1997 pub. 05/07/1997 numac 1997035730 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschappen van de instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1987 sluiten2 en het laatst gewijzigd bij het decreet van 3 juli 2020Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/07/1998 pub. 31/07/1998 numac 1998035839 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de euro type decreet prom. 14/07/1998 pub. 10/09/1998 numac 1998035996 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten7, wordt punt b) vervangen door wat volgt: "b) hetzij als semi-internen verblijven in een semi-internaat dat verbonden is aan een school, of als internen verblijven in een onderwijsinternaat;".

Art. 100.In artikel 37/28, § 1, 2°, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 17 mei 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/07/1998 pub. 31/07/1998 numac 1998035839 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de euro type decreet prom. 14/07/1998 pub. 10/09/1998 numac 1998035996 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten6 en gewijzigd bij het decreet van 4 februari 2022, wordt punt b) vervangen door wat volgt: "b) hetzij als semi-internen verblijven in een semi-internaat dat verbonden is aan een school, of als internen verblijven in een onderwijsinternaat;".

Art. 101.In artikel 37/64, § 1, 2°, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 17 mei 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/07/1998 pub. 31/07/1998 numac 1998035839 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de euro type decreet prom. 14/07/1998 pub. 10/09/1998 numac 1998035996 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten6 en gewijzigd bij het decreet van 18 februari 2022, wordt punt b) vervangen door wat volgt: "b) hetzij als semi-internen verblijven in een semi-internaat dat verbonden is aan een school, of als internen verblijven in een onderwijsinternaat;".

Art. 102.In artikel 120, § 6, van hetzelfde decreet wordt de zinsnede "alle scholen, rechtstreeks verbonden aan internaten voor kinderen wier ouders geen vaste verblijfplaats hebben" vervangen door de zinsnede "alle scholen met leerlingen van wie de ouders geen vaste verblijfplaats hebben en die overeenkomstig artikel 27 van het decreet van 16 juni 2023 over de onderwijsinternaten bijkomende verblijfsdagen invullen".

Art. 103.In artikel 139duodecies, 1°, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 25/02/1997 pub. 05/07/1997 numac 1997035724 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschappen van de instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1988 type decreet prom. 25/02/1997 pub. 05/07/1997 numac 1997035730 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschappen van de instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1987 sluiten0 en vervangen bij het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/07/1998 pub. 31/07/1998 numac 1998035839 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de euro type decreet prom. 14/07/1998 pub. 10/09/1998 numac 1998035996 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten8, wordt punt b) opgeheven.

Art. 104.In artikel 140, § 1, 6°, van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 6 juli 2012Relevante gevonden documenten type decreet prom. 25/02/1997 pub. 05/07/1997 numac 1997035724 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschappen van de instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1988 type decreet prom. 25/02/1997 pub. 05/07/1997 numac 1997035730 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschappen van de instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1987 sluiten4 en gewijzigd bij het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/07/1998 pub. 31/07/1998 numac 1998035839 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de euro type decreet prom. 14/07/1998 pub. 10/09/1998 numac 1998035996 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten8, wordt punt b) vervangen door wat volgt: "b) van wie de ouders geen vaste verblijfplaats hebben en die overeenkomstig artikel 27 van het decreet van 16 juni 2023 over de onderwijsinternaten bijkomende verblijfsdagen invullen;". Afdeling 6. - Wijzigingen van het decreet van 6 juni 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 06/06/2008 pub. 18/07/2008 numac 2008202338 bron vlaamse overheid Decreet houdende het instellen van een rookverbod in onderwijsinstellingen en centra voor leerlingenbegeleiding sluiten houdende het

instellen van een rookverbod in onderwijsinstellingen en centra voor leerlingenbegeleiding

Art. 105.In het opschrift van het decreet van 6 juni 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 06/06/2008 pub. 18/07/2008 numac 2008202338 bron vlaamse overheid Decreet houdende het instellen van een rookverbod in onderwijsinstellingen en centra voor leerlingenbegeleiding sluiten houdende het instellen van een rookverbod in onderwijsinstellingen en centra voor leerlingenbegeleiding worden de woorden "onderwijsinstellingen en centra voor leerlingenbegeleiding" vervangen door de zinsnede "onderwijsinstellingen, onderwijsinternaten en centra voor leerlingenbegeleiding".

Art. 106.In artikel 3 van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 15 juni 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/07/1998 pub. 31/07/1998 numac 1998035839 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de euro type decreet prom. 14/07/1998 pub. 10/09/1998 numac 1998035996 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten2, worden in punt 3° de woorden "internaten en tehuizen" vervangen door het woord "onderwijsinternaat".

Art. 107.In artikel 6 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 15 juni 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/07/1998 pub. 31/07/1998 numac 1998035839 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de euro type decreet prom. 14/07/1998 pub. 10/09/1998 numac 1998035996 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten2, wordt in punt 1° en 2° het woord "internaats-" telkens vervangen door het woord "onderwijsinternaats-".

Art. 108.In artikel 7 van hetzelfde decreet worden de woorden "school- of arbeidsreglement" vervangen door de woorden "school-, onderwijsinternaats-, centrum- of arbeidsreglement". Afdeling 7. - Wijzigingen van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 25/02/1997 pub. 05/07/1997 numac 1997035724 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschappen van de instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1988 type decreet prom. 25/02/1997 pub. 05/07/1997 numac 1997035730 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschappen van de instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1987 sluiten0 betreffende

de kwaliteit van onderwijs

Art. 109.In artikel 2 van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 25/02/1997 pub. 05/07/1997 numac 1997035724 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschappen van de instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1988 type decreet prom. 25/02/1997 pub. 05/07/1997 numac 1997035730 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschappen van de instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1987 sluiten0 betreffende de kwaliteit van onderwijs, het laatst gewijzigd bij het decreet van 23 december 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in punt 11° wordt het woord "onderwijsinstelling" vervangen door de zinsnede "onderwijsinstelling, onderwijsinternaat"; 2° er wordt een punt 13° /1° ingevoegd, dat luidt als volgt: "13° /1 onderwijsinternaat: een onderwijsinternaat dat erkend is overeenkomstig artikel 6 van het decreet van 16 juni 2023 over de onderwijsinternaten;"; 3° er wordt een punt 16° /4 ingevoegd, dat luidt als volgt: "16° /4 referentiekader onderwijsinternaatskwaliteit: het kader dat de verwachtingen voor kwaliteitsvol verblijf en kwaliteitsvolle begeleiding uitzet.Het kader is opgebouwd rond de vier rubrieken: resultaten en effecten, ontwikkeling stimuleren, beleid en kwaliteitsontwikkeling en het houdt rekening met context en input van het onderwijsinternaat;"; 4° in punt 20° /1 wordt de zinsnede "16° /1, 16° /2 en 16° /3" vervangen door de zinsnede "16° /1, 16° /2, 16° /3 en 16° /4".

Art. 110.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 25 februari 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/05/1999 pub. 08/06/1999 numac 1999035652 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening type decreet prom. 18/05/1999 pub. 15/06/1999 numac 1999035687 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de openbaarheid van bestuur type decreet prom. 18/05/1999 pub. 30/06/1999 numac 1999035744 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn type decreet prom. 18/05/1999 pub. 29/06/1999 numac 1999035740 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996 sluiten0, wordt het opschrift van deel II vervangen door wat volgt: "Deel II. Waarborgen voor kwaliteitsvol onderwijs, kwaliteitsvolle leerlingenbegeleiding, kwaliteitsvolle leersteun en kwaliteitsvolle onderwijsinternaatswerking".

Art. 111.In artikel 3 van hetzelfde decreet wordt de zinsnede ", op de door de Vlaamse Gemeenschap gefinancierde of gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding, op de door de Vlaamse Gemeenschap gefinancierde of gesubsidieerde leersteuncentra en op de pedagogische begeleidingsdiensten." vervangen door de zinsnede ", op de door de Vlaamse Gemeenschap gefinancierde of gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding, op de door de Vlaamse Gemeenschap gefinancierde of gesubsidieerde leersteuncentra, op de door de Vlaamse Gemeenschap erkende, gefinancierde of gesubsidieerde onderwijsinternaten en op de pedagogische begeleidingsdiensten.".

Art. 112.In deel II van hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 25 februari 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/05/1999 pub. 08/06/1999 numac 1999035652 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening type decreet prom. 18/05/1999 pub. 15/06/1999 numac 1999035687 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de openbaarheid van bestuur type decreet prom. 18/05/1999 pub. 30/06/1999 numac 1999035744 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn type decreet prom. 18/05/1999 pub. 29/06/1999 numac 1999035740 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996 sluiten0, wordt het opschrift van titel II vervangen door wat volgt: "Titel II. Instellingen".

Art. 113.In artikel 4 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 23 maart 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/07/1998 pub. 31/07/1998 numac 1998035839 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de euro type decreet prom. 14/07/1998 pub. 10/09/1998 numac 1998035996 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten4, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° aan paragraaf 1 wordt een vierde lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "Elk onderwijsinternaat zorgt, rekening houdend met de eigen missie en visie, voor kwaliteitsvol verblijf voor en begeleiding van internen, gericht op hun ontwikkeling en de realisatie van hun schoolloopbaan."; 2° aan paragraaf 2 wordt een vierde lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "Het verstrekken van een kwaliteitsvolle onderwijsinternaatswerking als vermeld in paragraaf 1, vierde lid, houdt minimaal in dat het onderwijsinternaat: 1° de onderwijsinternaatsreglementering respecteert; 2° aan de kwaliteitsverwachtingen tegemoetkomt die opgenomen zijn in het referentiekader onderwijsinternaatskwaliteit, vastgelegd door de Vlaamse Regering.".

Art. 114.In artikel 12, § 1, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 25/02/1997 pub. 05/07/1997 numac 1997035724 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschappen van de instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1988 type decreet prom. 25/02/1997 pub. 05/07/1997 numac 1997035730 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschappen van de instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1987 sluiten6, wordt het woord "internaten" vervangen door het woord "onderwijsinternaten".

Art. 115.In artikel 13 van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 3 juli 2020Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/07/1998 pub. 31/07/1998 numac 1998035839 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de euro type decreet prom. 14/07/1998 pub. 10/09/1998 numac 1998035996 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten7, worden de woorden "de basiseducatie en de Centra voor Volwassenenonderwijs" vervangen door de zinsnede "de basiseducatie, de centra voor volwassenenonderwijs en de onderwijsinternaten".

Art. 116.In artikel 35, § 1, van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 23 maart 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/07/1998 pub. 31/07/1998 numac 1998035839 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de euro type decreet prom. 14/07/1998 pub. 10/09/1998 numac 1998035996 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten4 en gewijzigd bij het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/07/1998 pub. 31/07/1998 numac 1998035839 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de euro type decreet prom. 14/07/1998 pub. 10/09/1998 numac 1998035996 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten8, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het tweede lid wordt de eerste zin vervangen door wat volgt: "Voor scholen kan de inspecteur-generaal de leden van de inspectie en begeleiding van de levensbeschouwelijke vakken belasten met een specifieke opdracht als vermeld in artikel 8 van het decreet van 1 december 1993 betreffende de inspectie en begeleiding van de levensbeschouwelijke vakken."; 2° aan het vierde lid wordt de volgende zin toegevoegd: "Voor onderwijsinternaten geldt de termijn, vermeld in artikel 7 van het decreet van 16 juni 2023 over de onderwijsinternaten.".

Art. 117.In artikel 38 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 19 juli 2013, 23 maart 2018 en 9 juli 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 wordt tussen het tweede en het derde lid een lid ingevoegd, dat luidt als volgt: "Tijdens een doorlichting van een onderwijsinternaat gaat de onderwijsinspectie na of het internaat: 1° de onderwijsinternaatsreglementering respecteert; 2° aan de kwaliteitsverwachtingen die opgenomen zijn in het referentiekader onderwijsinternaatskwaliteit, vermeld in artikel 4, § 2, vierde lid, tegemoetkomt."; 2° paragraaf 3 wordt vervangen door wat volgt: " § 3.De onderwijsinspectie stelt op basis van het referentiekader onderwijskwaliteit, op basis van het referentiekader CLB-kwaliteit, op basis van het referentiekader kwaliteitsvolle leersteun en op basis van het referentiekader onderwijsinternaatskwaliteit, vermeld in artikel 4, § 2, eerste tot en met vierde lid, het toezichtkader en de doorlichtingsinstrumenten op en maakt die bekend.

Voor scholen peilt het toezichtkader in ieder geval vanuit het referentiekader onderwijskwaliteit naar de reglementaire verplichtingen van instellingen inzake de minimumdoelen, de erkenningsvoorwaarden en de financierings- en subsidiëringsvoorwaarden en naar de reglementaire verplichtingen van instellingen op het vlak van: 1° het beleid inzake gelijke onderwijskansen;2° het zorgbeleid, de leerlingenbegeleiding en de leersteun;3° het talenbeleid;4° het beleid inzake de oriëntering van leerlingen;5° het evaluatiebeleid met betrekking tot leerlingen en cursisten;6° de beleidskeuzes die erop gericht zijn de personeelsleden optimaal in te zetten en te ondersteunen;7° het nascholings- en professionaliseringsbeleid; 8° het beleid inzake participatie."; 3° in paragraaf 4, eerste lid, wordt punt 1° vervangen door wat volgt: "1° een reeks vooraf vastgestelde en meegedeelde gegevens over de instelling.Die gegevens zijn te relateren aan elementen in het referentiekader onderwijskwaliteit, het referentiekader CLB-kwaliteit, het referentiekader kwaliteitsvolle leersteun of het referentiekader onderwijsinternaatskwaliteit, vermeld in artikel 4, § 2, eerste tot en met vierde lid;".

Art. 118.In artikel 42 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 25 april 2014 en 23 maart 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, 1°, worden de woorden "ouders van leerlingen en leerlingen of cursisten" vervangen door de zinsnede "ouders van leerlingen en internen, en leerlingen, internen of cursisten";2° in paragraaf 1, 2°, worden de woorden "ouders van leerlingen en leerlingen of cursisten" vervangen door de zinsnede "ouders van leerlingen en internen, en leerlingen, internen of cursisten";3° in paragraaf 2 worden de woorden "ouders van leerlingen en leerlingen of cursisten" vervangen door de zinsnede "ouders van leerlingen en internen, en leerlingen, internen of cursisten".

Art. 119.In artikel 44bis, § 1, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/07/1998 pub. 31/07/1998 numac 1998035839 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de euro type decreet prom. 14/07/1998 pub. 10/09/1998 numac 1998035996 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten8, wordt het eerste lid vervangen door wat volgt: "De inspecteurs hebben het recht om voor de uitoefening van hun opdracht inzage te krijgen in of kopie te krijgen van persoonsgegevens. De persoonsgegevens hebben betrekking op leerlingen die verbonden zijn aan de onderwijsinstelling, of begeleid worden door het centrum voor leerlingenbegeleiding, of ondersteund worden door een leersteuncentrum en op internen die ingeschreven zijn in een onderwijsinternaat. Het betreft de gegevens die de onderwijsinstelling, het centrum voor leerlingenbegeleiding, het leersteuncentrum of het onderwijsinternaat krachtens de onderwijs-, onderwijsinternaats- of CLB-reglementering of de reglementering over de leersteuncentra in het dossier verwerken, zoals de administratieve gegevens, inschrijvingsgegevens, afwezigheden, studieresultaten en zorggegevens. De bevoegdheid heeft ook betrekking op gegevens die toegankelijk zijn via een informaticasysteem of via elk ander elektronisch apparaat.".

Art. 120.Aan artikel 46, § 2, van hetzelfde decreet wordt een punt 7° toegevoegd, dat luidt als volgt: "7° minstens 3% uit personeelsleden met relevante beroepservaring in het onderwijsinternaatsgebeuren.". Afdeling 8. - Wijzigingen van de Codex Secundair Onderwijs van 17

december 2010

Art. 121.In artikel 2, § 5, van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010 wordt het woord "internaten" vervangen door het woord "onderwijsinternaten".

Art. 122.In artikel 66 van dezelfde codex wordt het woord "internaat" telkens vervangen door het woord "onderwijsinternaat".

Art. 123.In artikel 110/9 van dezelfde codex, ingevoegd bij het decreet van 25 november 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 25/02/1997 pub. 05/07/1997 numac 1997035724 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschappen van de instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1988 type decreet prom. 25/02/1997 pub. 05/07/1997 numac 1997035730 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschappen van de instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1987 sluiten2 en het laatst gewijzigd bij het decreet van 3 juli 2020Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/07/1998 pub. 31/07/1998 numac 1998035839 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de euro type decreet prom. 14/07/1998 pub. 10/09/1998 numac 1998035996 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten7, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 6, 1°, wordt punt b) vervangen door wat volgt: "b) hetzij als semi-internen verblijven in een semi-internaat dat verbonden is aan een school, of als internen verblijven in een onderwijsinternaat;"; 2° in paragraaf 8, 1°, wordt punt b) vervangen door wat volgt: "b) hetzij als semi-internen verblijven in een semi-internaat dat verbonden is aan een school, of als internen verblijven in een onderwijsinternaat;".

Art. 124.In artikel 175, § 4, van dezelfde codex wordt het woord "internaat" vervangen door het woord "onderwijsinternaat".

Art. 125.In artikel 190, § 2, 2°, van dezelfde codex wordt het woord "internaat" vervangen door het woord "onderwijsinternaat".

Art. 126.In artikel 191, 2°, van dezelfde codex wordt het woord "internaat" vervangen door het woord "onderwijsinternaat".

Art. 127.In artikel 192 van dezelfde codex, gewijzigd bij het decreet van 20 april 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 25/02/1997 pub. 05/07/1997 numac 1997035724 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschappen van de instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1988 type decreet prom. 25/02/1997 pub. 05/07/1997 numac 1997035730 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschappen van de instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1987 sluiten9, wordt het woord "internaat" telkens vervangen door het woord "onderwijsinternaat".

Art. 128.In artikel 197/1, § 1, tweede lid, 1°, van dezelfde codex, ingevoegd bij decreet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 25/02/1997 pub. 05/07/1997 numac 1997035724 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschappen van de instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1988 type decreet prom. 25/02/1997 pub. 05/07/1997 numac 1997035730 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschappen van de instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1987 sluiten6, wordt het woord "internaat" vervangen door het woord "onderwijsinternaat".

Art. 129.In artikel 207, derde lid, van dezelfde codex worden de woorden "of met een halftijdse opdracht van beheerder van het internaat verbonden aan een school voor zeevisserijonderwijs" opgeheven.

Art. 130.In artikel 253/20, eerste lid, 1°, van dezelfde codex, ingevoegd bij het decreet van 17 mei 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/07/1998 pub. 31/07/1998 numac 1998035839 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de euro type decreet prom. 14/07/1998 pub. 10/09/1998 numac 1998035996 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten6 en gewijzigd bij het decreet van 4 februari 2022, wordt punt b) vervangen door wat volgt: "b) hetzij als semi-internen verblijven in een semi-internaat dat verbonden is aan een school, of als internen verblijven in een onderwijsinternaat;".

Art. 131.In artikel 253/24, § 1, 1°, van dezelfde codex, ingevoegd bij het decreet van 17 mei 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/07/1998 pub. 31/07/1998 numac 1998035839 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de euro type decreet prom. 14/07/1998 pub. 10/09/1998 numac 1998035996 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten6 en gewijzigd bij het decreet van 4 februari 2022, wordt punt b) vervangen door wat volgt: "b) hetzij als semi-internen verblijven in een semi-internaat dat verbonden is aan een school, of als internen verblijven in een onderwijsinternaat;".

Art. 132.In artikel 253/51, § 1, 1°, van dezelfde codex, ingevoegd bij het decreet van 17 mei 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/07/1998 pub. 31/07/1998 numac 1998035839 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de euro type decreet prom. 14/07/1998 pub. 10/09/1998 numac 1998035996 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten6 en gewijzigd bij het decreet van 18 februari 2022, wordt punt b) vervangen door wat volgt: "b) hetzij als semi-internen verblijven in een semi-internaat dat verbonden is aan een school, of als internen verblijven in een onderwijsinternaat;".

Art. 133.In artikel 253/55, § 1, 1°, van dezelfde codex, ingevoegd bij het decreet van 17 mei 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/07/1998 pub. 31/07/1998 numac 1998035839 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de euro type decreet prom. 14/07/1998 pub. 10/09/1998 numac 1998035996 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten6 en gewijzigd bij het decreet van 18 februari 2022, wordt punt b) vervangen door wat volgt: "b) hetzij als semi-internen verblijven in een semi-internaat dat verbonden is aan een school, of als internen verblijven in een onderwijsinternaat;".

Art. 134.In artikel 318, 1°, van dezelfde codex, vervangen bij het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/07/1998 pub. 31/07/1998 numac 1998035839 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de euro type decreet prom. 14/07/1998 pub. 10/09/1998 numac 1998035996 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten8, wordt het tweede streepje opgeheven. Afdeling 9. - Wijzigingen van de Codificatie sommige bepalingen voor

het onderwijs van 28 oktober 2016

Art. 135.In deel III van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016 wordt hoofdstuk 1, dat bestaat uit artikel III.1 tot en met III.7, opgeheven.

Art. 136.In deel III van dezelfde codificatie wordt hoofdstuk 2, dat bestaat uit artikel III.8 tot en met III.14, opgeheven.

Art. 137.In deel III van dezelfde codificatie wordt hoofdstuk 3, dat bestaat uit artikel III.15 tot en met III.20/2, opgeheven.

Art. 138.In deel III, hoofdstuk 4, van dezelfde codificatie wordt afdeling 1, die bestaat uit artikel III.21 tot en met III.34/1, opgeheven.

Art. 139.In artikel III.35 van dezelfde codificatie worden paragraaf 1 tot en met 3 opgeheven.

Art. 140.In deel III, hoofdstuk 4, van dezelfde codificatie wordt afdeling 3, die bestaat uit artikel III.36, opgeheven.

Art. 141.In deel III van dezelfde codificatie wordt hoofdstuk 5, dat bestaat uit artikel III.37, opgeheven.

Art. 142.In deel III van dezelfde codificatie wordt hoofdstuk 6, dat bestaat uit artikel III.38 tot en met III.44, opgeheven.

Art. 143.In deel III van dezelfde codificatie wordt hoofdstuk 7, dat bestaat uit artikel III.45, opgeheven.

Art. 144.Artikel III.46 van dezelfde codificatie, ingevoegd bij het decreet van 15 maart 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/07/1998 pub. 31/07/1998 numac 1998035839 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de euro type decreet prom. 14/07/1998 pub. 10/09/1998 numac 1998035996 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten5 en gewijzigd bij het decreet van 25 februari 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/05/1999 pub. 08/06/1999 numac 1999035652 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening type decreet prom. 18/05/1999 pub. 15/06/1999 numac 1999035687 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de openbaarheid van bestuur type decreet prom. 18/05/1999 pub. 30/06/1999 numac 1999035744 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn type decreet prom. 18/05/1999 pub. 29/06/1999 numac 1999035740 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996 sluiten0, wordt vervangen door wat volgt: "Art. III.46. § 1. Aan semi-internaten als vermeld in het koninklijk besluit van 21 augustus 1978 houdende organisatie van de semi-internaten in het buitengewoon onderwijs van de Staat en tot vaststelling van de personeelsnormen, worden uren toegekend voor aanvangsbegeleiding, beleidsondersteuning en professionalisering. § 2. Het aantal uren voor aanvangsbegeleiding, beleidsondersteuning en professionalisering waarop het semi-internaat recht heeft, is 58 uur x B/C, waarbij: 1° B: het totale aantal toegekende uren van het semi-internaat van het vorige schooljaar;2° C: het totale aantal toegekende uren van alle semi-internaten van het vorige schooljaar van alle instellingen samen. De uren, vermeld in het eerste lid, worden binnen een semi-internaat als volgt afgerond: als het eerste cijfer na de komma groter dan vier is, wordt er afgerond naar het hogere geheel getal. Als het eerste cijfer na de komma kleiner is dan of gelijk is aan vier, wordt er afgerond naar het lagere geheel getal. § 3. Om B en C te bepalen, worden de toegekende ambten in semi-internaten omgezet in uren, waarbij een voltijds ambt in 38 uren wordt omgezet. § 4. De uren kunnen worden samengelegd.

De semi-internaten die kiezen om de uren samen te leggen, richten daarvoor een of meer samenwerkingsverbanden aanvangsbegeleiding, beleidsondersteuning en professionalisering op, waar afspraken worden gemaakt over de aanwending van die uren. § 5. De Vlaamse Regering kan met betrekking tot het samenwerkingsverband, vermeld in paragraaf 4, de volgende maatregelen vastleggen: 1° de duur van de samenwerking;2° de vorm van overeenkomst, waarmee het samenwerkingsverband wordt opgericht;3° de wijze en het tijdstip van mededeling van het samenwerkingsverband aan de overheid. § 6. Met de uren kunnen in elke instelling betrekkingen in wervingsambten worden opgericht overeenkomstig de bepalingen die gelden voor de toegekende omkadering, vermeld in het koninklijk besluit van 21 augustus 1978 houdende organisatie van de semi-internaten in het buitengewoon onderwijs van de Staat en tot vaststelling van de personeelsnormen.".

Art. 145.Artikel III.47 van dezelfde codificatie, ingevoegd bij het decreet van 15 maart 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/07/1998 pub. 31/07/1998 numac 1998035839 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de euro type decreet prom. 14/07/1998 pub. 10/09/1998 numac 1998035996 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten5 en gewijzigd bij het decreet van 25 februari 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/05/1999 pub. 08/06/1999 numac 1999035652 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening type decreet prom. 18/05/1999 pub. 15/06/1999 numac 1999035687 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de openbaarheid van bestuur type decreet prom. 18/05/1999 pub. 30/06/1999 numac 1999035744 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn type decreet prom. 18/05/1999 pub. 29/06/1999 numac 1999035740 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996 sluiten0, wordt opgeheven.

Art. 146.Artikel III.48 van dezelfde codificatie wordt opgeheven.

Art. 147.In deel III van dezelfde codificatie wordt hoofdstuk 9, dat bestaat uit artikel III.49 tot en met III.51, opgeheven.

Art. 148.In artikel V.27 van dezelfde codificatie, gewijzigd bij het decreet van 9 maart 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/07/1998 pub. 31/07/1998 numac 1998035839 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de euro type decreet prom. 14/07/1998 pub. 10/09/1998 numac 1998035996 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten0, wordt paragraaf 1 vervangen door wat volgt: " § 1. De Vlaamse Regering bepaalt de verlofregeling voor: 1° de personeelsleden, vermeld in artikel 2, § 1, van het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van bepaalde personeelsleden van het gemeenschapsonderwijs; 2° de personeelsleden, vermeld in artikel 4, § 1, van het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding.".

Art. 149.In artikel V.38 van dezelfde codificatie worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in punt 1° wordt de zinsnede "school, centrum, internaat of tehuis" vervangen door het woord "instelling";2° in punt 2° wordt de zinsnede "school, centrum, internaat of tehuis" vervangen door het woord "instelling".

Art. 150.In artikel V.39 van dezelfde codificatie worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in punt 1° wordt de zinsnede "school, centrum, internaat of tehuis" vervangen door het woord "instelling";2° in punt 2° wordt de zinsnede "school, centrum, tehuis of internaat" vervangen door het woord "instelling".

Art. 151.Aan artikel V.41 van dezelfde codificatie, gewijzigd bij het decreet van 16 juni 2017Relevante gevonden documenten type decreet prom. 25/02/1997 pub. 05/07/1997 numac 1997035724 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschappen van de instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1988 type decreet prom. 25/02/1997 pub. 05/07/1997 numac 1997035730 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschappen van de instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1987 sluiten8, wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "Voor de toepassing van dit hoofdstuk worden als instellingen beschouwd: 1° een instelling als vermeld in artikel 2, § 1, van het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van bepaalde personeelsleden van het gemeenschapsonderwijs;2° een instelling als vermeld in artikel 4, § 1, van het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding; 3° een centrum voor basiseducatie.".

Art. 152.In artikel V.42 van dezelfde codificatie wordt de zinsnede "scholen, centra, internaten en tehuizen" vervangen door het woord "instellingen".

Art. 153.In artikel V.43 van dezelfde codificatie wordt de zinsnede "scholen, centra, internaten en tehuizen" vervangen door het woord "instellingen".

Art. 154.Artikel V.44 van dezelfde codificatie wordt vervangen door wat volgt: "Art. V.44. Een salaris of een salaristoelage wordt verleend aan de personeelsleden, vermeld in artikel V.41.".

Art. 155.In artikel V.45 van dezelfde codificatie, gewijzigd bij het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/07/1998 pub. 31/07/1998 numac 1998035839 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de euro type decreet prom. 14/07/1998 pub. 10/09/1998 numac 1998035996 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten8, wordt de zinsnede "school, centrum, internaat of tehuis" vervangen door het woord "instelling".

Art. 156.In artikel V.60, § 1, 5°, van dezelfde codificatie wordt de zinsnede "scholen, centra, internaten of tehuizen" vervangen door het woord "instellingen".

Art. 157.In artikel V.74 van dezelfde codificatie worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in punt 1° wordt de zinsnede "scholen, centra, internaten en tehuizen" vervangen door het woord "instellingen";2° in punt 2° wordt de zinsnede "scholen, centra, internaten en tehuizen" vervangen door het woord "instellingen".

Art. 158.In artikel V.79 van dezelfde codificatie worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 3, tweede lid, wordt de zinsnede "school, centrum, internaat, tehuis" vervangen door het woord "instelling";2° in paragraaf 4 wordt de zinsnede "school, centrum, internaat of tehuis" vervangen door het woord "instelling".

Art. 159.In artikel VII.5, eerste lid, van dezelfde codificatie worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in punt 1° wordt de zinsnede "en de bijdrageregeling bedoeld in artikel 27bis en 27ter, § 1, van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997;" vervangen door de zinsnede ", de bijdrageregeling, bedoeld in artikel 27bis en 27ter, § 1, van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, en de regeling met betrekking tot persoonlijke bijdrage, bedoeld in artikel 38 tot en met 41 van het decreet van 16 juni 2023 over de onderwijsinternaten;"; 2° in punt 2° wordt de zinsnede "en van artikelen 120 tot en met 125 van het decreet van 15 juni 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/06/2007 pub. 31/08/2007 numac 2007036482 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het volwassenenonderwijs sluiten betreffende het volwassenenonderwijs;" vervangen door de zinsnede ", van artikelen 120 tot en met 125 van het decreet van 15 juni 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/06/2007 pub. 31/08/2007 numac 2007036482 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het volwassenenonderwijs sluiten betreffende het volwassenenonderwijs en van artikelen 48 tot en met 52 van het decreet van 16 juni 2023 over de onderwijsinternaten;". HOOFDSTUK 1 6. - Overgangsbepalingen

Art. 160.Voor de toepassing van dit decreet zullen in functie van het schooljaar 2023-2024 alle termijnen die gelden als vervaltermijn niet als dusdanig gehanteerd worden.

Art. 161.In afwijking van artikel 7 hoeven internaten die op 31 augustus 2023 overeenkomstig artikel III.4 van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016 opgenomen waren in de financiering of subsidiëring, en de onderwijsinternaten die ontstaan zijn op 1 september 2023 uit een fusie van internaten die op 31 augustus 2023 overeenkomstig artikel III.4 van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016 opgenomen waren in de financiering of subsidiëring, geen aanvraag in te dienen voor voorlopige erkenning.

Art. 162.De financierings- en subsidiëringsvoorwaarde geformuleerd in artikel 23, § 1, 3°, geldt, voor de onderwijsinternaten die een fusiecompromis afsluiten, pas op de teldag voor de berekening van de omkadering voor het schooljaar 2025-2026.

De Regering bepaalt de wijze waarop het fusiecompromis moet gemeld worden aan de bevoegde dienst van de Vlaamse Gemeenschap.

Art. 163.In afwijking van artikel 24 mag een onderwijsinternaat dat een stijging van het aantal internen met 20% of meer kent, gedurende de schooljaren 2023-2024, 2024-2025 en 2025-2026 tellen op de eerste schooldag van oktober van het lopende schooljaar.

Art. 164.Voor de toepassing van artikel 25, § 1, voor de schooljaren 2023-2024 en 2024-2025, behoren tot doelgroep 3 als vermeld in punt 3°, c), de internen ingeschreven op de teldag die beschikken over een jeugdhulpverleningsbeslissing voor de typemodule specifieke actie of over een vonnis van de jeugdrechtbank.

Art. 165.Voor de toepassing van artikel 26, § 1, voor het schooljaar 2023-2024 worden de parameters B en C, vermeld in artikel 26, § 2, als volgt ingevuld: 1° B: het totale aantal toegekende ORE aan het onderwijsinternaat op basis van artikel 25 en 27 voor het schooljaar 2023-2024;2° C: het totale aantal toegekende ORE van alle onderwijsinternaten samen op basis van artikel 25 en 27 voor het schooljaar 2023-2024. Onderwijsinternaten die op basis van artikel 24, § 1, tweede lid, tellen, behouden de optelsom van de aldus berekende ORE voor aanvangsbegeleiding, beleidsondersteuning en professionalisering.

Art. 166.Voor de toepassing van artikel 27, wordt de formule voor de berekening van de aanvullende omkadering voor de ingevulde bijkomende verblijfsdagen voor de internaten die op 31 augustus 2023 overeenkomstig artikel III.4 van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016 opgenomen waren in de financiering of subsidiëring, en de onderwijsinternaten die ontstaan zijn op 1 september 2023 uit een fusie van internaten die op 31 augustus 2023 overeenkomstig artikel III.4 van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016 opgenomen waren in de financiering of subsidiering, als volgt toegepast: 1° voor het schooljaar 2023-2024: aantal ingevulde bijkomende verblijfsdagen tijdens de maanden januari 2023 tot en met mei 2023 x 109,1 ORE;2° voor het schooljaar 2024-2025: aantal ingevulde bijkomende verblijfsdagen tijdens de maanden februari 2023 tot en met januari 2024 x 45,46 ORE.

Art. 167.§ 1. Uitzonderlijk kan een bestuur, tot en met schooljaar 2030-2031, elk schooljaar ORE dat het dat schooljaar niet aanwendt, voor een volledig schooljaar, omzetten naar werkingsbudget. De omzetting kan enkel gebeuren indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: 1° het bestuur legt uiterlijk op 15 oktober van het schooljaar het aantal ORE vast dat omgezet wordt;2° het bestuur maakt een omzettingsplan op en onderhandelt dit jaarlijks in het bevoegde lokaal comité.In het omzettingsplan geeft het bestuur aan welke problemen er zijn met betrekking tot het werkingsbudget, vermeld in artikel 36 en in voorkomend geval artikel 37. Daarnaast bevat het omzettingsplan een beschrijving van de stappen die er gezet zullen worden om na de periode van omzetting de budgettaire kosten te dekken zonder hierbij gebruik te moeten maken van de omzetting van ORE;3° tot en met schooljaar 2027-2028 wordt er maximaal 30% van het totaal aantal ORE dat een onderwijsinternaat genereert per schooljaar omgezet;in schooljaar 2028-2029 wordt er maximaal 20% omgezet van het totaal aantal ORE dat een onderwijsinternaat genereert; in schooljaar 2029-2030 wordt er maximaal 15% omgezet van het totaal aantal ORE dat een onderwijsinternaat genereert; in schooljaar 2030-2031 wordt er maximaal 10% omgezet van het totaal aantal ORE dat een onderwijsinternaat genereert; 4° het totaal van de omgezette ORE mag niet meer bedragen dan het verschil tussen het werkingsbudget zoals verkregen voor de inwerkingtreding van dit decreet en het bedrag verkregen door het aantal internen van het telmoment te vermenigvuldigen met 1300 euro;5° het bestuur heeft op erewoord verklaard dat het tijdens het schooljaar waarin het onderwijsinternaat gebruikmaakt van het verkregen werkingsbudget overeenkomstig de geldende reglementering geen nieuwe of bijkomende terbeschikkingstellingen wegens ontstentenis van betrekking moet uitspreken of dat de leden van het personeel die nieuw of bijkomend ter beschikking werden gesteld wegens ontstentenis van betrekking, kunnen worden gereaffecteerd of wedertewerkgesteld in een vacante of niet-vacante organieke betrekking in een onderwijsinternaat van het bestuur voor de hele verdere duur van het schooljaar;6° het bestuur garandeert de organiseerbaarheid en de invulling van de kwaliteitsverwachtingen van het onderwijsinternaat;7° het verkregen werkingsbudget wordt gebruikt voor budgettaire kosten in functie van het onderwijsinternaat. § 2. De Regering bepaalt: 1° jaarlijks de waarde van één ORE;2° de wijze waarop het bestuur het aantal ORE dat zij willen omzetten naar werkingsbudget dienen te melden aan de bevoegde dienst van de Vlaamse Gemeenschap;3° de wijze waarop de bevoegde dienst van de Vlaamse Gemeenschap het maximaal aantal ORE dat een onderwijsinternaat ingevolge punt 3° en 4° mag omzetten, berekent en meedeelt aan het bestuur van het desbetreffende onderwijsinternaat. § 3. Indien de omzetting tot gevolg zou hebben dat personeelsleden ter beschikking gesteld worden wegens ontstentenis van betrekking heeft deze terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking geen uitwerking ten aanzien van de overheid.

Art. 168.§ 1. Voor de toepassing van artikel 37, § 2, § 3 en § 4, voor het schooljaar 2023-2024, is de berekening als volgt: Het startbedrag van 31.727 euro wordt gedeeld door het totale aantal ingevulde bijkomende verblijfsdagen overeenkomstig artikel 27.

Het totale aantal ingevulde bijkomende verblijfsdagen wordt bekomen door de optelsom van het aantal ingevulde bijkomende verblijfsdagen tijdens de maanden januari 2023 tot en met mei 2023 vermenigvuldigd met 2,4 voor de internaten die op 31 augustus 2023 overeenkomstig artikel III.4 van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016 opgenomen waren in de financiering of subsidiëring, en de onderwijsinternaten die ontstaan zijn op 1 september 2023 uit een fusie van internaten die op 31 augustus 2023 overeenkomstig artikel III.4 van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016 opgenomen waren in de financiering of subsidiëring aangevuld met het aantal ingevulde verblijfsdagen van onderwijsinternaten met telperiode de maand september van het lopende schooljaar vermenigvuldigd met 12.

Het quotiënt van die deling resulteert in een geldwaarde per ingevulde bijkomende verblijfsdag, hierna GW_BV te noemen.

Per internaat wordt het totale werkingsbudget voor de werking op bijkomende verblijfsdagen berekend door het aantal ingevulde bijkomende verblijfsdagen zoals beschreven in paragraaf 1 te vermenigvuldigen met GW_BV. § 2. Voor de toepassing van artikel 37, § 2, § 3 en § 4, voor het schooljaar 2024-2025, wordt de A1-coëfficiënt gelijkgesteld met 1.

Het totale werkingsbudget voor de werking op bijkomende verblijfsdagen wordt per internaat berekend door het aantal ingevulde bijkomende verblijfsdagen te vermenigvuldigen met GW_BV. Waarbij de ingevulde bijkomende verblijfsdagen als volgt worden bepaald.

Voor de internaten die op 31 augustus 2023 overeenkomstig artikel III.4 van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016 opgenomen waren in de financiering of subsidiëring, en de onderwijsinternaten die ontstaan zijn op 1 september 2023 uit een fusie van internaten die op 31 augustus 2023 overeenkomstig artikel III.4 van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016 opgenomen waren in de financiering of subsidiering: het aantal ingevulde bijkomende verblijfsdagen tijdens de maanden februari 2023 tot en met januari 2024.

Voor de onderwijsinternaten met telperiode de maand september van het lopende schooljaar: het aantal ingevulde bijkomende verblijfsdagen vermenigvuldigd met 12.

Voor de onderwijsinternaten met telperiode de maanden september tot en met januari van het voorgaande schooljaar: het aantal ingevulde bijkomende verblijfsdagen vermenigvuldigd met 2,4.

Art. 169.Voor de toepassing van artikel 47, waarbij het bestuur van een onderwijsinternaat of een vestigingsplaats overgeheveld wordt naar een ander bestuur met ingang van 1 september 2023, is de uiterste datum van melding aan de bevoegde dienst van de Vlaamse Gemeenschap 1 juni 2023.

Art. 170.Voor de toepassing van artikel 48 is voor fusies met ingang van 1 september 2023 de uiterste datum van melding aan de bevoegde dienst van de Vlaamse Gemeenschap 1 juni 2023.

Art. 171.§ 1. Aan besturen van onderwijsinternaten die op de eerste schooldag van februari 2023 minder dan 45 internen telden en waarvoor een fusiecompromis afgesloten werd, wordt een transitiebudget toegekend a rato van het aandeel in het gesommeerde verschil tussen 45 en het aantal internen van elk onderwijsinternaat dat minder dan 45 internen telde op de eerste schooldag van februari 2023.

Het totale transitiebudget bedraagt voor het: - schooljaar 2023-2024: 1.000.000 euro; - schooljaar 2024-2025: 800.000 euro; - schooljaar 2025-2026: 600.000 euro; - schooljaar 2026-2027: 400.000 euro; - schooljaar 2027-2028: 200.000 euro.

Bij fusie van een begunstigd onderwijsinternaat wordt het transitiebudget toegekend aan het bestuur van het fusie-internaat.

Bij opheffing van een begunstigd onderwijsinternaat wordt het uitgesloten uit de berekening van het transitiebudget en wordt vanaf de opheffing het transitiebudget niet langer toegekend.

Het fusiecompromis bevat het engagement van de besturen van meerdere onderwijsinternaten om een fusie aan te gaan die leidt tot een onderwijsinternaat dat minimaal 62.875 ORE genereert.

Het fusiecompromis moet ten laatste afgesloten zijn op 1 september 2023, waarna de daadwerkelijke fusie binnen de vier jaar plaatsvindt.

De Regering bepaalt de wijze waarop het fusiecompromis moet gemeld worden aan de bevoegde dienst van de Vlaamse Gemeenschap. § 2. De Regering kan, eenmalig en voor een maximaal totaalbedrag van 2.300.000 euro, aan besturen van onderwijsinternaten op basis van een aanvraag, een bijkomend transitiebudget toekennen.

Komen in aanmerking voor het bijkomende transitiebudget: 1° het onderwijsinternaat, al dan niet ontstaan door een fusie, dat minimaal 62.875 ORE genereert; 2° het onderwijsinternaat dat een samenwerkingsovereenkomst afgesloten heeft met een residentiële voorziening zoals bepaald in artikel 23, § 2, van dit decreet, met uitzondering van onderwijsinternaten die afgesplitst zijn van instellingen die erkend zijn overeenkomstig artikel 3 van het decreet van 28 april 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/05/1999 pub. 08/06/1999 numac 1999035652 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening type decreet prom. 18/05/1999 pub. 15/06/1999 numac 1999035687 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de openbaarheid van bestuur type decreet prom. 18/05/1999 pub. 30/06/1999 numac 1999035744 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn type decreet prom. 18/05/1999 pub. 29/06/1999 numac 1999035740 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996 sluiten1 over de transitie van personeelsleden van sommige instellingen van Onderwijs naar Welzijn;3° de onderwijsinternaten die een fusiecompromis zijn aangegaan. In de aanvraag: 1° toont het bestuur of tonen de besturen aan dat omwille van een sterke daling van het werkingsbudget als gevolg van de nieuwe regelgeving, het niet langer kan voldoen aan reeds aangegane externe engagementen en toont het bestuur of tonen de besturen aan dat binnen de nieuwe regelgeving dit niet op eigen kracht kan opgelost worden;2° toont het bestuur of tonen de besturen aan dat ze volledig en op een correcte wijze de toepassing van de overgangsmaatregel in artikel 167 van dit decreet en in paragraaf 1 van dit artikel hebben uitgevoerd;3° geeft het bestuur of geven de besturen middels een transitieplan aan op welke wijze het voortbestaan van het onderwijsinternaat zal worden gegarandeerd. Om het transitiebudget te ontvangen, dient het bestuur of dienen de besturen een aanvraag in bij de bevoegde dienst van de Vlaamse Gemeenschap ten laatste op 31 oktober 2023.

De aanvraag bevat naast de elementen, vermeld in het derde lid, de hoe grootheid van het aangevraagde bijkomende transitiebudget, dat nooit meer kan bedragen dan het verschil tussen het werkingsbudget zoals verkregen voor de inwerkingtreding van dit decreet en het bedrag zoals verkregen door het aantal internen van het telmoment te vermenigvuldigen met 1300 euro. § 3. Het bedrag voor het werkingsbudget en de besteding ervan, vermeld in artikel 36, § 2, worden tegen 31 december 2025 geëvalueerd in functie van de organiseerbaarheid van de onderwijsinternaten, de financiële engagementen en de infrastructuurplannen. HOOFDSTUK 1 7. - Inwerkingtredingsbepaling

Art. 172.Dit decreet treedt in werking op 1 september 2023, met uitzondering van: 1° artikel 73 en 92, die in werking treden op 1 juni 2023;2° artikel 104, dat in werking treedt op 1 september 2024;3° artikel 14, dat geldt vanaf de inschrijvingen voor het schooljaar 2024-2025. Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 16 juni 2023.

De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Onderwijs, Sport, Dierenwelzijn en Vlaamse Rand, B. WEYTS _______ Nota (1) Zitting 2022-2023 Documenten: - Ontwerp van decreet : 1701 - Nr.1 - Amendementen : 1701 - Nr. 2 - Verslag van de hoorzitting : 1701 - Nr. 3 - In eerste lezing aangenomen artikelen : 1701 - Nr. 4 - Amendementen : 1701 - Nr. 5 - Verslag : 1701 - Nr. 6 - Amendement : 1701 - Nr. 7 - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 1701 - Nr. 8 Handelingen - Bespreking en aanneming: Vergadering van 14 juni 2023.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^