Etaamb.openjustice.be
Decreet van 25 februari 2022
gepubliceerd op 25 mei 2022

Decreet tot uitvoering van maatregelen over het onderwijs uit cao XII Leerplicht, cao V Basiseducatie en cao VI Hoger onderwijs vanaf het school- of academiejaar 2021-2022

bron
vlaamse overheid
numac
2022040705
pub.
25/05/2022
prom.
25/02/2022
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

25 FEBRUARI 2022. - Decreet tot uitvoering van maatregelen over het onderwijs uit cao XII Leerplicht, cao V Basiseducatie en cao VI Hoger onderwijs vanaf het school- of academiejaar 2021-2022 (1)


Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt: DECREET tot uitvoering van maatregelen over het onderwijs uit cao XII Leerplicht, cao V Basiseducatie en cao VI Hoger onderwijs vanaf het school- of academiejaar 2021-2022 HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepaling

Artikel 1.Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid. HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997

Art. 2.Aan hoofdstuk VII, afdeling 2, onderafdeling D, van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, het laatst gewijzigd bij het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/06/2007 pub. 31/08/2007 numac 2007036482 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het volwassenenonderwijs sluiten2, wordt een rubriek 6° toegevoegd, die luidt als volgt: "6° Extra werkingsbudget voor beleidsondersteuning".

Art. 3.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/06/2007 pub. 31/08/2007 numac 2007036482 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het volwassenenonderwijs sluiten2, wordt aan rubriek 6°, toegevoegd bij artikel 2, een artikel 87quater toegevoegd, dat luidt als volgt: "

Art. 87quater.§ 1. Voor het schooljaar 2021-2022 wordt een extra werkingsbudget van 7.692.000 euro toegekend aan scholen van het gewoon en buitengewoon basisonderwijs, exclusief type 5. Ten laste van dit werkingsbudget moet personeel worden aangeworven voor beleidsondersteuning of administratieve ondersteuning conform artikel 154, § 2. § 2. Het extra werkingsbudget per school wordt berekend door het aantal regelmatige leerlingen, dat de school telt op de eerste schooldag van februari 2021, te vermenigvuldigen met 10,53 euro.

Het werkingsbudget wordt aan de schoolbesturen uiterlijk vóór 1 februari 2022 uitbetaald.".

Art. 4.In artikel 138, § 1, eerste lid, van hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 15 maart 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/03/2019 pub. 08/05/2019 numac 2019040969 bron vlaamse overheid Decreet tot uitvoering van maatregelen betreffende het onderwijs uit cao XI vanaf het schooljaar 2019-2020 sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in punt 8° wordt de zinsnede ", beleidsondersteuning en professionalisering" opgeheven;2° er worden een punt 9° en een punt 10° toegevoegd, die luiden als volgt: "9° lestijden voor de ondersteuning van de kerntaak van het onderwijzend personeel; 10° lestijden samen school maken.".

Art. 5.In hoofdstuk IX, afdeling 2, onderafdeling B, van hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/06/2007 pub. 31/08/2007 numac 2007036482 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het volwassenenonderwijs sluiten2, wordt het opschrift van sectie 4 vervangen door wat volgt: "Sectie 4. Aanvullende lestijden voor aanvangsbegeleiding".

Art. 6.In artikel 139septies decies van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 15 maart 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/03/2019 pub. 08/05/2019 numac 2019040969 bron vlaamse overheid Decreet tot uitvoering van maatregelen betreffende het onderwijs uit cao XI vanaf het schooljaar 2019-2020 sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° paragraaf 1 wordt vervangen door wat volgt: " § 1.Voor het schooljaar 2021-2022 bedraagt het totale aantal aanvullende lestijden voor aanvangsbegeleiding: 1° 9815 lestijden in het gewoon basisonderwijs;2° 1416 lestijden in het buitengewoon basisonderwijs. Voor het schooljaar X-X+1, vanaf het schooljaar 2022-2023, worden de lestijden, vermeld in het eerste lid, 1°, vermenigvuldigd met de aanpassingscoëfficiënt A1=X/Y, waarbij: 1° X: het totale aantal leerlingen in het gewoon basisonderwijs op de eerste schooldag van februari X;2° Y: het totale aantal leerlingen in het gewoon basisonderwijs op de eerste schooldag van februari 2021. Voor het schooljaar X-X+1, vanaf het schooljaar 2022-2023, worden de lestijden, vermeld in het eerste lid, 2°, vermenigvuldigd met de aanpassingscoëfficiënt A2=R/S, waarbij: 1° R: het totale aantal leerlingen in het buitengewoon basisonderwijs op de eerste schooldag van februari X; 2° S: het totale aantal leerlingen in het buitengewoon basisonderwijs op de eerste schooldag van februari 2021."; 2° in paragraaf 2, eerste lid, wordt de zinsnede ", beleidsondersteuning en professionalisering" opgeheven;3° in paragraaf 3, eerste lid, wordt de zinsnede ", beleidsondersteuning en professionalisering" opgeheven;4° pararaaf 4 en 5 worden vervangen door wat volgt: " § 4.De regering bepaalt op welke wijze de lestijden die conform paragraaf 2 en 3 worden berekend, aangewend kunnen worden en bepaalt ook de personeelscategorieën en ambten waarin op basis van die lestijden betrekkingen kunnen worden opgericht. De regering bepaalt ook op welke wijze de lestijden via omzettingstabellen omgezet kunnen worden in punten of uren. § 5. Als de scholen de aanvullende lestijden, vermeld in paragraaf 1, niet kunnen gebruiken voor aanvangsbegeleiding, moeten ze die gebruiken voor de ondersteuning van de kerntaak van het onderwijzend personeel conform artikel 139duodevicies, § 5."; 5° paragraaf 6 tot en met paragraaf 11 worden opgeheven.

Art. 7.Aan hoofdstuk IX, afdeling 2, onderafdeling B, van hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/06/2007 pub. 31/08/2007 numac 2007036482 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het volwassenenonderwijs sluiten2, wordt een sectie 5 toegevoegd, die luidt als volgt: "Sectie 5. Aanvullende lestijden voor de ondersteuning van de kerntaak van het onderwijzend personeel".

Art. 8.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/06/2007 pub. 31/08/2007 numac 2007036482 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het volwassenenonderwijs sluiten2, wordt aan sectie 5, toegevoegd bij artikel 7, een artikel 139duodevicies toegevoegd, dat luidt als volgt: "

Art. 139duodevicies.§ 1. Voor het schooljaar 2021-2022 bedraagt het totale aantal aanvullende lestijden voor de ondersteuning van de kerntaak van het onderwijzend personeel: 1° 11.000 lestijden in het gewoon basisonderwijs; 2° 989 lestijden in het buitengewoon basisonderwijs. Voor het schooljaar X-X+1, vanaf het schooljaar 2022-2023, worden de lestijden, vermeld in het eerste lid, 1°, vermenigvuldigd met de aanpassingscoëfficiënt A1=X/Y, waarbij: 1° X: het totale aantal leerlingen in het gewoon basisonderwijs op de eerste schooldag van februari X;2° Y: het totale aantal leerlingen in het gewoon basisonderwijs op de eerste schooldag van februari 2021. Voor het schooljaar X-X+1, vanaf het schooljaar 2022-2023, worden de lestijden, vermeld in het eerste lid, 2°, vermenigvuldigd met de aanpassingscoëfficiënt A2=R/S, waarbij: 1° R: het totale aantal leerlingen in het buitengewoon basisonderwijs op de eerste schooldag van februari X;2° S: het totale aantal leerlingen in het buitengewoon basisonderwijs op de eerste schooldag van februari 2021. § 2. Het aantal aanvullende lestijden voor de ondersteuning van de kerntaak van het onderwijzend personeel waarop de school voor gewoon basisonderwijs recht heeft, wordt berekend met de formule A*B, waarbij: 1° A: de beschikbare lestijden voor het gewoon basisonderwijs, vermeld in paragraaf 1, gedeeld door het totale aantal lestijden in het gewoon basisonderwijs van het vorige schooljaar van alle scholen samen.Het voormelde totale aantal lestijden in het gewoon basisonderwijs wordt berekend door al de volgende elementen samen te tellen: a) de lestijden volgens de schalen, vermeld in artikel 132;b) de SES-lestijden, vermeld in artikel 134;c) de additionele lestijden volgens de schalen die gebaseerd zijn op de leerlingleerkrachtratio, vermeld in artikel 135;d) de aanvullende lestijden godsdienst, niet-confessionele zedenleer en cultuurbeschouwing, vermeld in artikel 138, § 1, eerste lid, 1° ;2° B: het totale aantal lestijden van de school van het vorige schooljaar.Het voormelde totale aantal lestijden van de school wordt berekend door al de volgende elementen samen te tellen: a) de lestijden volgens de schalen, vermeld in artikel 132;b) de SES-lestijden, vermeld in artikel 134;c) de additionele lestijden volgens de schalen die gebaseerd zijn op de leerlingleerkrachtratio, vermeld in artikel 135;d) de aanvullende lestijden godsdienst, niet-confessionele zedenleer en cultuurbeschouwing, vermeld in artikel 138, § 1, eerste lid, 1°. Het aantal aanvullende lestijden voor de ondersteuning van de kerntaak van het onderwijzend personeel waarop de school voor gewoon basisonderwijs recht heeft, vermeld in het eerste lid, worden binnen een school afgerond naar het hogere geheel getal als het eerste cijfer na de komma groter is dan vier. Als het eerste cijfer na de komma kleiner is dan of gelijk is aan vier, wordt er afgerond naar het lagere geheel getal. § 3. Het aantal aanvullende lestijden voor de ondersteuning van de kerntaak van het onderwijzend personeel waarop de school voor buitengewoon basisonderwijs recht heeft, wordt berekend met de formule C*D, waarbij: 1° C: de beschikbare lestijden voor het buitengewoon basisonderwijs, vermeld in paragraaf 1, gedeeld door het totale aantal lestijden in het buitengewoon basisonderwijs van het vorige schooljaar van alle scholen samen.Het voormelde totale aantal lestijden in het buitengewoon basisonderwijs wordt berekend door al de volgende elementen samen te tellen: a) de lestijden volgens de schalen, vermeld in artikel 137bis;b) de aanvullende lestijden voor het voeren van een gelijkekansenbeleid in het buitengewoon basisonderwijs, vermeld in artikel 138, § 1, eerste lid, 6° ;c) de aanvullende lestijden godsdienst, niet-confessionele zedenleer en cultuurbeschouwing, vermeld in artikel 138, § 1, eerste lid, 1° ;2° D: het totale aantal lestijden van de school van het vorige schooljaar.Het voormelde totale aantal lestijden van de school wordt berekend door al de volgende elementen samen te tellen: a) de lestijden volgens de schalen, vermeld in artikel 137bis;b) de aanvullende lestijden voor het voeren van een gelijkekansenbeleid in het buitengewoon basisonderwijs, vermeld in artikel 138, § 1, eerste lid, 6° ;c) de aanvullende lestijden godsdienst, niet-confessionele zedenleer en cultuurbeschouwing, vermeld in artikel 138, § 1, eerste lid, 1°. Het aantal aanvullende lestijden voor de ondersteuning van de kerntaak van het onderwijzend personeel waarop de school voor buitengewoon basisonderwijs recht heeft, vermeld in het eerste lid, wordt binnen een school afgerond naar het hogere geheel getal als het eerste cijfer na de komma groter is dan vier. Als het eerste cijfer na de komma kleiner is dan of gelijk is aan vier, wordt er afgerond naar het lagere geheel getal. § 4. De regering bepaalt de ambten waarin een school met de aanvullende lestijden voor de ondersteuning van de kerntaak van het onderwijzend personeel, vermeld in paragraaf 1, betrekkingen kan inrichten en de wijze waarop de omrekening gebeurt van de aanvullende lestijden voor de ondersteuning van de kerntaak van het onderwijzend personeel, vermeld in paragraaf 1, naar die betrekkingen. § 5. De aanvullende lestijden voor de ondersteuning van de kerntaak van het onderwijzend personeel dienen aangewend te worden om de werkdruk van het onderwijzend personeel te verminderen met een effect op de lesopdracht zodat het onderwijzend personeel zich kan focussen op zijn kerntaak, vermeld in artikel 73quinquies, § 3, van het decreet rechtspositie personeelsleden gemeenschapsonderwijs van 27 maart 1991 en artikel 47quinquies, § 3, van het decreet rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd onderwijs van 27 maart 1991. Er kan aan een onderwijzend personeelslid maximaal één lestijd toegekend worden.

Van dat principe kan alleen worden afgeweken tot maximaal drie lestijden per onderwijzend personeelslid op grond van een gemotiveerd verzoek en na onderhandeling in het lokaal comité. Dit gemotiveerd verzoek kan zowel van de afvaardiging van het schoolbestuur als van de afvaardiging van het personeel komen. § 6. In afwijking van paragraaf 5 kan een schoolbestuur tijdens de schooljaren 2021-2022 en 2022-2023 bij een tekort aan onderwijzend personeel de aanvullende lestijden voor de ondersteuning van de kerntaak van het onderwijzend personeel ook aanwenden in ambten van het beleids- en ondersteunend personeel. De regering bepaalt de wijze waarop de lestijden via omzettingstabellen kunnen worden omgezet in punten voor het beleids- en ondersteunend personeel. De criteria voor de bepaling van het tekort aan onderwijzend personeel worden bepaald in het bevoegd lokaal comité en de aanwending in ambten van het beleids- en ondersteunend personeel kan enkel worden toegepast na onderhandeling in het bevoegd lokaal comité.

De betrekkingen die ingericht worden in ambten van het beleids- en ondersteunend personeel als vermeld in het eerste lid, komen niet in aanmerking voor vacantverklaring en het schoolbestuur kan in geen geval een personeelslid vast benoemen, affecteren of muteren in deze betrekkingen.".

Art. 9.Aan hoofdstuk IX, afdeling 2, onderafdeling B, van hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/06/2007 pub. 31/08/2007 numac 2007036482 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het volwassenenonderwijs sluiten2, wordt een sectie 6 toegevoegd, die luidt als volgt: "Sectie 6. Aanvullende lestijden samen school maken".

Art. 10.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/06/2007 pub. 31/08/2007 numac 2007036482 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het volwassenenonderwijs sluiten2, wordt aan sectie 6, toegevoegd bij artikel 9, een artikel 139undevicies toegevoegd, dat luidt als volgt: "

Art. 139undevicies.§ 1. Vanaf het schooljaar 2021-2022 hebben scholen recht op aanvullende lestijden samen school maken. § 2. Het aantal aanvullende lestijden samen school maken waarop de school voor gewoon basisonderwijs recht heeft, wordt berekend met de formule 0,003323524*B. In het eerste lid wordt verstaan onder B: het totale aantal lestijden van de school van het vorige schooljaar. Het voormelde totale aantal lestijden van de school wordt berekend door al de volgende elementen samen te tellen: 1° de lestijden volgens de schalen, vermeld in artikel 132;2° de SES-lestijden, vermeld in artikel 134;3° de additionele lestijden volgens de schalen die gebaseerd zijn op de leerlingleerkrachtratio, vermeld in artikel 135;4° de aanvullende lestijden godsdienst, niet-confessionele zedenleer en cultuurbeschouwing, vermeld in artikel 138, § 1, eerste lid, 1°. Het aantal aanvullende lestijden samen school maken waarop de school voor gewoon basisonderwijs recht heeft, vermeld in het eerste lid, worden binnen een school afgerond naar het hogere geheel getal als het eerste cijfer na de komma groter is dan vier. Als het eerste cijfer na de komma kleiner is dan of gelijk is aan vier, wordt er afgerond naar het lagere geheel getal. § 3. In afwijking van paragraaf 2 hebben scholen voor gewoon basisonderwijs die conform paragraaf 2 recht hebben op meer dan drie aanvullende lestijden samen school maken, recht op drie aanvullende lestijden.

In afwijking van paragraaf 2 hebben scholen voor gewoon basisonderwijs die conform paragraaf 2 recht hebben op minder dan één aanvullende lestijd samen school maken, recht op één aanvullende lestijd. § 4. Het aantal aanvullende lestijden samen school maken waarop de school voor buitengewoon basisonderwijs recht heeft, wordt berekend met de formule 0,003366983*D. Voor de toepassing van het eerste lid is D=E+F+G, waarbij: 1° E: het totale aantal lestijden van de school van het vorige schooljaar.Het voormelde totale aantal lestijden van de school wordt berekend door al de volgende elementen samen te tellen: a) de lestijden volgens de schalen, vermeld in artikel 137bis;b) de aanvullende lestijden voor het voeren van een gelijkekansenbeleid in het buitengewoon basisonderwijs, vermeld in artikel 138, § 1, eerste lid, 6° ;c) de aanvullende lestijden godsdienst, niet-confessionele zedenleer en cultuurbeschouwing, vermeld in artikel 138, § 1, eerste lid, 1° ;2° F: het totale aantal uren paramedisch, medisch, sociaal, psychologisch en orthopedagogisch personeel volgens de richtgetallen, vermeld in artikel 148, van de school van het vorige schooljaar*22/32. F wordt binnen een school afgerond naar het hogere geheel getal als het eerste cijfer na de komma groter is dan vier. Als het eerste cijfer na de komma kleiner is dan of gelijk is aan vier, wordt er afgerond naar het lagere geheel getal; 3° G: lestijden, uren en begeleidingseenheden zoals toegekend aan de school in het kader van het ondersteuningsmodel op de eerste schooldag van februari van het vorige schooljaar conform artikel 172quinquies, § 3, § 4 en § 5, en artikel 172quinquies/1, § 3 en § 4.G wordt berekend op basis van de formule G=A+B+C, waarbij: a) A: de lestijden toegekend in het kader van het ondersteuningsmodel;b) B: de uren toegekend in het kader van het ondersteuningsmodel*22/32;c) C: 57,93% van de begeleidingseenheden toegekend in het kader van het ondersteuningsmodel*1 gesommeerd met 42,07% van de begeleidingseenheden toegekend in het kader van het ondersteuningsmodel*22/32. De term G van de som, vermeld in het tweede lid, wordt afgerond naar het hogere geheel getal als het eerste cijfer na de komma groter is dan vier. Als het eerste cijfer na de komma kleiner is dan of gelijk is aan vier, wordt er afgerond naar het lagere geheel getal.

Het aantal aanvullende lestijden samen school maken waarop de school voor buitengewoon basisonderwijs recht heeft, vermeld in het eerste lid, worden binnen een school afgerond naar het hogere geheel getal als het eerste cijfer na de komma groter is dan vier. Als het eerste cijfer na de komma kleiner is dan of gelijk is aan vier, wordt er afgerond naar het lagere geheel getal. § 5. In afwijking van paragraaf 4 hebben scholen voor buitengewoon basisonderwijs die conform paragraaf 4 recht hebben op meer dan drie aanvullende lestijden samen school maken, recht op drie aanvullende lestijden samen school maken.

In afwijking van paragraaf 4 hebben scholen voor buitengewoon basisonderwijs die conform paragraaf 4 recht hebben op minder dan één aanvullende lestijd samen school maken, recht op één aanvullende lestijd samen school maken. § 6. De regering bepaalt de ambten waarin een school met de aanvullende lestijden samen school maken, vermeld in paragraaf 1, betrekkingen kan inrichten en de wijze waarop de omrekening gebeurt van de aanvullende lestijden samen school maken, vermeld in paragraaf 1, naar die betrekkingen. De regering bepaalt de wijze waarop de lestijden via omzettingstabellen omgezet kunnen worden in punten of uren. § 7. De regering keurt het afsprakenkader tussen het Gemeenschapsonderwijs en de representatieve verenigingen van de inrichtende machten van het gesubsidieerd onderwijs en de representatieve vakorganisaties over de wijze van toekenning, de verdeling en de inzet van de aanvullende lestijden samen school maken die specifiek gericht zijn op het versterken van het lokale sociaal overleg goed.

Voor de aanwending van de lestijden samen school maken kunnen de scholen samenwerken. Voor die samenwerking kunnen de lestijden samen school maken, via een overdracht als vermeld in artikel 142, overgedragen worden.".

Art. 11.In artikel 153quinquies van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 10 juli 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/07/2003 pub. 24/10/2003 numac 2003201478 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het landschap basisonderwijs sluiten, vervangen bij het decreet van 4 juli 2008 en gewijzigd bij de decreten van 1 juli 2011 en 9 juli 2021, wordt paragraaf 1 vervangen door wat volgt: " § 1. Aan iedere school voor gewoon of buitengewoon basisonderwijs wordt jaarlijks een puntenenveloppe voor administratieve en beleidsondersteuning toegekend.".

Art. 12.In artikel 153sexies van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 10 juli 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/07/2003 pub. 24/10/2003 numac 2003201478 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het landschap basisonderwijs sluiten en het laatst gewijzigd bij het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/06/2007 pub. 31/08/2007 numac 2007036482 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het volwassenenonderwijs sluiten2, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 worden de woorden "de puntenenveloppe voor ICT-coördinatie en voor administratieve ondersteuning" vervangen door de woorden "de puntenenveloppen voor ICT-coördinatie en voor administratieve en beleidsondersteuning";2° in paragraaf 3 worden de woorden "administratieve ondersteuning alleen voor dat doel" vervangen door de zinsnede "administratieve en beleidsondersteuning alleen voor het doel, vermeld in artikel 153quinquies,";3° in paragraaf 4, eerste en tweede lid, worden de woorden "administratieve ondersteuning" telkens vervangen door de woorden "administratieve en beleidsondersteuning".

Art. 13.In hoofdstuk IX, afdeling 3bis, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 10 juli 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/07/2003 pub. 24/10/2003 numac 2003201478 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het landschap basisonderwijs sluiten en het laatst gewijzigd bij het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/06/2007 pub. 31/08/2007 numac 2007036482 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het volwassenenonderwijs sluiten2, wordt het opschrift van onderafdeling C vervangen door wat volgt: "Onderafdeling C. Administratieve en beleidsondersteuning".

Art. 14.In artikel 153novies, § 1, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 10 juli 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/07/2003 pub. 24/10/2003 numac 2003201478 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het landschap basisonderwijs sluiten, worden de woorden "administratief personeel" vervangen door de woorden "administratieve en beleidsondersteuning".

Art. 15.In artikel 172quinquies/1, § 3, derde lid, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 5 april 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/06/2007 pub. 31/08/2007 numac 2007036482 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het volwassenenonderwijs sluiten0, wordt de zinsnede "als vermeld in artikel 139septies decies, § 9," vervangen door de zinsnede ", die de regering vastlegt met toepassing van artikel 139septies decies, § 4,".

Art. 16.In artikel 192 van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 30 juni 2017Relevante gevonden documenten type decreet prom. 30/06/2017 pub. 03/07/2017 numac 2017030415 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2017 sluiten, worden de woorden "administratieve ondersteuning" vervangen door de woorden "administratieve en beleidsondersteuning". HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van het decreet van 15 juni 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/06/2007 pub. 31/08/2007 numac 2007036482 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het volwassenenonderwijs sluiten betreffende het volwassenenonderwijs

Art. 17.In artikel 85 van het decreet van 15 juni 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/06/2007 pub. 31/08/2007 numac 2007036482 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het volwassenenonderwijs sluiten betreffende het volwassenenonderwijs, gewijzigd bij de decreten van 8 mei 2009 en 16 maart 2018, wordt een paragraaf 2bis ingevoegd, die luidt als volgt: " § 2bis. Vanaf het schooljaar 2021-2022 worden jaarlijks 7,761 aanvullende vte toegekend aan de centra voor basiseducatie voor de oprichting van betrekkingen in het ambt van leraar in het kader van de organisatie van aanvangsbegeleiding.

De Vlaamse Regering kan voor de beschikbare middelen in een bepaald begrotingsjaar afwijken van het totale volume te verdelen aanvullende vte, vermeld in het eerste lid.

Elk centrum voor basiseducatie heeft recht op hetzelfde aandeel aan aanvullende vte voor aanvangsbegeleiding als het aandeel aan vte waarop het centrum conform paragraaf 1 recht heeft.

Een centrumbestuur kan de aanvullende vte voor aanvangsbegeleiding omzetten in aanvullende punten voor aanvangsbegeleiding conform de volgende tabel:

vte

punten

0,05

6

0,10

12

0,15

18

0,20

24

0,25

30

0,30

36

0,35

42

0,40

48

0,45

54

0,50

60

0,55

66

0,60

72

0,65

78

0,70

84

0,75

90

0,80

96

0,85

102

0,90

108

0,95

114

1

120


De aanvullende vte kunnen worden samengelegd. Centra voor basiseducatie die ervoor kiezen om de aanvullende vte samen te leggen, richten daarvoor een samenwerkingsverband aanvangsbegeleiding op, dat bestaat uit twee of meer centra. Het samenwerkingsverband maakt afspraken over de aanwending van de aanvullende vte. De Vlaamse Regering kan de volgende elementen bepalen van het samenwerkingsverband: 1° de duur van de samenwerking;2° de vorm van overeenkomst waarmee het samenwerkingsverband wordt opgericht; 3° de wijze en het tijdstip van mededeling van het samenwerkingsverband aan de overheid.".

Art. 18.In artikel 98 van hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/06/2007 pub. 31/08/2007 numac 2007036482 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het volwassenenonderwijs sluiten2, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 4bis, eerste lid, wordt de zinsnede "schooljaar 2019-2020 worden jaarlijks 15.111" vervangen door de zinsnede "schooljaar 2021-2022 worden jaarlijks 20.194"; 2° in paragraaf 4bis, derde lid, wordt de zinsnede "vanaf 1 september 2019" opgeheven;3° in paragraaf 4bis wordt tussen het derde en het vierde lid een lid ingevoegd, dat luidt als volgt: "Als de aanvullende leraarsuren niet kunnen worden aangewend voor aanvangsbegeleiding, moeten de centra die leraarsuren aanwenden voor de ondersteuning van de kerntaak van het onderwijzend personeel, vermeld in paragraaf 4ter.Bij een overdracht als vermeld in artikel 103, kunnen die uren ook alleen voor aanvangsbegeleiding of voor de ondersteuning van de kerntaak van het onderwijzend personeel worden aangewend."; 4° er worden een paragraaf 4ter en een paragraaf 4quater ingevoegd, die luiden als volgt: " § 4ter.Vanaf het schooljaar 2021-2022 worden aan de centra voor volwassenenonderwijs jaarlijks 26.436 leraarsuren voor de ondersteuning van de kerntaak van het onderwijzend personeel toegekend.

De Vlaamse Regering kan voor de beschikbare middelen in een bepaald begrotingsjaar afwijken van het totale volume te verdelen aanvullende leraarsuren, vermeld in het eerste lid.

De aanvullende leraarsuren voor de ondersteuning van de kerntaak van het onderwijzend personeel dienen aangewend te worden om de werkdruk van het onderwijzend personeel te verminderen met een effect op de lesopdracht. Elk centrum voor volwassenenonderwijs heeft recht op hetzelfde aandeel aan aanvullende leraarsuren voor de ondersteuning van de kerntaak van het onderwijzend personeel als het aandeel aan leraarsuren waarop het centrum conform paragraaf 1 recht heeft.

Er kan aan een onderwijzend personeelslid maximaal één leraarsuur toegekend worden. Van dat principe kan alleen worden afgeweken tot maximaal drie leraarsuren per onderwijzend personeelslid op grond van een gemotiveerd verzoek en na onderhandeling in het lokaal comité. Dit gemotiveerd verzoek kan zowel van de afvaardiging van het schoolbestuur als van de afvaardiging van het personeel komen.

In afwijking van het derde en vierde lid kan een centrumbestuur tijdens de schooljaren 2021-2022 en 2022-2023 bij een tekort aan onderwijzend personeel de aanvullende leraarsuren voor de ondersteuning van de kerntaak van het onderwijzend personeel ook aanwenden in ambten van het ondersteunend personeel. De criteria voor de bepaling van het tekort aan onderwijzend personeel worden bepaald in het bevoegd lokaal comité en de aanwending in ambten van het ondersteunend personeel kan enkel worden toegepast na onderhandeling in het bevoegd lokaal comité. De betrekkingen die ingericht worden in ambten van het ondersteunend personeel komen niet in aanmerking voor vacantverklaring en het centrumbestuur kan in geen geval een personeelslid vast benoemen, affecteren of muteren in deze betrekkingen. Voor de aanwending in ambten van het ondersteunend personeel worden leraarsuren omgezet naar punten als vermeld in paragraaf 4bis.

Voor de toepassing van de personeelsregelgeving worden, voor het bestuurs- en onderwijzend personeel, uren voor de ondersteuning van de kerntaak van het onderwijzend personeel beschouwd als uren die geen lesuren zijn maar ermee gelijkgesteld worden. § 4quater. Vanaf het schooljaar 2021-2022 worden aan de centra voor volwassenenonderwijs jaarlijks 3806 aanvullende leraarsuren samen school maken toegekend.

De Vlaamse Regering kan vanwege de beschikbare middelen in een bepaald begrotingsjaar afwijken van het totale volume te verdelen aanvullende leraarsuren, vermeld in het eerste lid.

Elk centrum voor volwassenenonderwijs heeft recht op 40 aanvullende leraarsuren samen school maken. De resterende aanvullende leraarsuren samen school maken worden verdeeld over de centra voor volwassenenonderwijs volgens het aandeel aan leraarsuren waarop het centrum conform paragraaf 1 recht heeft.

De aanvullende leraarsuren samen school maken worden aangewend om het sociaal overleg en onderhandeling te versterken. De aanvullende leraarsuren worden aangewend voor de vertegenwoordigers van het personeel die aangesteld zijn in het centrum, conform de toepasselijke vigerende Vlaamse of federale regelgeving.

Voor de aanwending van de leraarsuren samen school maken kunnen de centra voor volwassenenonderwijs samenwerken. De leraarsuren samen school maken worden aangewend in wervingsambten van het bestuurs- en onderwijzend personeel of van het ondersteunend personeel. Voor de aanwending in ambten van het ondersteunend personeel worden leraarsuren omgezet naar punten als vermeld in paragraaf 4bis.

Voor de toepassing van de personeelsregelgeving wordt, voor de wervingsambten van het bestuurs- en onderwijzend personeel, samen school maken beschouwd als uren die geen lesuren zijn maar ermee gelijkgesteld worden.

De Vlaamse Regering keurt het afsprakenkader tussen het Gemeenschapsonderwijs en de representatieve verenigingen van de inrichtende machten van het gesubsidieerd onderwijs en de representatieve vakorganisaties over de wijze van toekenning, de verdeling en de inzet van de aanvullende lestijden samen school maken die specifiek gericht zijn op het versterken van het lokale sociaal overleg goed.". HOOFDSTUK 4. - Wijziging van het decreet van 20 februari 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/02/2009 pub. 29/04/2009 numac 2009201461 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de Hogere Zeevaartschool sluiten betreffende de Hogere Zeevaartschool

Art. 19.Aan artikel 2 van het decreet van 20 februari 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/02/2009 pub. 29/04/2009 numac 2009201461 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de Hogere Zeevaartschool sluiten betreffende de Hogere Zeevaartschool, het laatst gewijzigd bij het decreet van 23 december 2021, wordt een paragraaf 6 toegevoegd, die luidt als volgt: " § 6. Het bedrag van de werkingsuitkering, dat conform dit artikel wordt berekend, wordt verhoogd overeenkomstig het procentueel aandeel van de Hogere Zeevaartschool in de aanvullende uitkeringen, vermeld in artikel III.34/1 van de Codex Hoger Onderwijs van 11 oktober 2013.". HOOFDSTUK 5. - Wijziging van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 28/08/2009 numac 2009035790 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs type decreet prom. 08/05/2009 pub. 28/08/2009 numac 2009035809 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het onderwijs XIX sluiten betreffende de kwaliteit van onderwijs

Art. 20.In artikel 9, § 2, eerste lid, 6°, van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 28/08/2009 numac 2009035790 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs type decreet prom. 08/05/2009 pub. 28/08/2009 numac 2009035809 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het onderwijs XIX sluiten betreffende de kwaliteit van onderwijs, vervangen bij het decreet van 19 december 2014, wordt het bedrag "28.000 euro" vervangen door het bedrag "77.500 euro". HOOFDSTUK 6. - Wijzigingen van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010

Art. 21.In artikel 22/18 van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010, ingevoegd bij het decreet van 15 maart 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/03/2019 pub. 08/05/2019 numac 2019040969 bron vlaamse overheid Decreet tot uitvoering van maatregelen betreffende het onderwijs uit cao XI vanaf het schooljaar 2019-2020 sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste en het tweede lid wordt de zinsnede "2019-2020" vervangen door de zinsnede "2021-2022";2° het derde lid wordt vervangen door wat volgt: "Als de uren-leraar en lesuren niet kunnen worden aangewend voor aanvangsbegeleiding, moeten de scholen die aanwenden voor de ondersteuning van de kerntaak van het onderwijzend personeel, vermeld in artikel 22/21.Bij een overdracht of herverdeling kunnen die uren ook alleen voor aanvangsbegeleiding of ondersteuning van de kerntaak van het onderwijzend personeel worden aangewend. De uit aanvangsbegeleiding toegekende uren-leraar, lesuren, en uren, inclusief de omgezette punten, kunnen, in afwijking van artikel 21 en artikel 313, § 1, niet overgedragen worden naar het daaropvolgende schooljaar.".

Art. 22.Artikel 22/19 van dezelfde codex, ingevoegd bij het decreet van 15 maart 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/03/2019 pub. 08/05/2019 numac 2019040969 bron vlaamse overheid Decreet tot uitvoering van maatregelen betreffende het onderwijs uit cao XI vanaf het schooljaar 2019-2020 sluiten, wordt vervangen door wat volgt: "

Art. 22/19.Voor het schooljaar 2021-2022 bedraagt het globaal beschikbare aantal uren aanvangsbegeleiding 5646 uren. Die uren worden verdeeld op de volgende wijze: 1° voltijds gewoon secundair onderwijs: 4795 uren-leraar;2° buitengewoon secundair onderwijs: 732 lesuren;3° deeltijds beroepssecundair onderwijs: 119 uren-leraar. Vanaf het schooljaar 2022-2023 wordt het globaal beschikbare aantal uren en de verdeling over de onderwijstypes, vermeld het eerste lid, 1° tot en met 3°, evenredig aangepast aan eventuele leerlingenfluctuaties ten opzichte van het voorafgaande schooljaar. Bij die aanpassing wordt de eerste lesdag van februari altijd als teldatum genomen.

Het globaal beschikbare aantal uren wordt op volgende wijze verdeeld over de scholen en centra: 1° voltijds gewoon secundair onderwijs: in verhouding tot het pakket uren-leraar van de school en het schooljaar in kwestie in de totaliteit van de pakketten uren-leraar van alle scholen.Voor de toepassing van deze bepaling omvat het pakket uren-leraar: a) de uren-leraar voor de levensbeschouwelijke vakken, vermeld in artikel 209;b) de uren-leraar voor de niet-levensbeschouwelijke vakken, vermeld in artikel 209;c) de uren-leraar geïntegreerd ondersteuningsaanbod, vermeld in artikel 226, 227, 234 en 235;2° buitengewoon secundair onderwijs: in verhouding tot het pakket lesuren van de school en het schooljaar in kwestie in de totaliteit van de pakketten lesuren van alle scholen.Voor de toepassing van deze bepaling omvat het pakket lesuren: a) de lesuren voor de levensbeschouwelijke vakken, vermeld in artikel 300;b) de lesuren niet-levensbeschouwing, vermeld in artikel 298, 299, 301, 302 en 303;c) de lesuren geïntegreerd ondersteuningsaanbod, vermeld in artikel 318 en 319;3° deeltijds beroepssecundair onderwijs: in verhouding tot het pakket uren-leraar van het centrum en het schooljaar in kwestie in de totaliteit van de pakketten uren-leraar van alle centra.Voor de toepassing van deze bepaling omvat het pakket uren-leraar de uren-leraar, vermeld in artikel 89 van het decreet van 10 juli 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/07/2008 pub. 03/10/2008 numac 2008203342 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het stelsel van leren en werken in de Vlaamse Gemeenschap sluiten betreffende het stelsel van leren en werken in de Vlaamse Gemeenschap.".

Art. 23.Artikel 22/20 van dezelfde codex, ingevoegd bij het decreet van 15 maart 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/03/2019 pub. 08/05/2019 numac 2019040969 bron vlaamse overheid Decreet tot uitvoering van maatregelen betreffende het onderwijs uit cao XI vanaf het schooljaar 2019-2020 sluiten, wordt vervangen door wat volgt: "

Art. 22/20.De uren-leraar of lesuren aanvangsbegeleiding kunnen, met toepassing van artikel 22/18, vierde lid, worden omgezet naar punten voor de aanwending in ambten van het ondersteunend personeel, het paramedisch personeel, het medisch personeel, het sociaal personeel, het orthopedagogisch personeel of het psychologisch personeel. Deze omzetting gebeurt op basis van een omzettingstabel die de Vlaamse Regering vastlegt.".

Art. 24.In deel III, titel 1, hoofdstuk 3, afdeling 2, van dezelfde codex, het laatst gewijzigd bij het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/06/2007 pub. 31/08/2007 numac 2007036482 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het volwassenenonderwijs sluiten2, wordt een onderafdeling 2/4 ingevoegd, die luidt als volgt: "Onderafdeling 2/4. Aanvullende uren-leraar en lesuren voor de ondersteuning van de kerntaak van het onderwijzend personeel".

Art. 25.In dezelfde codex, het laatst gewijzigd bij het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/06/2007 pub. 31/08/2007 numac 2007036482 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het volwassenenonderwijs sluiten2, wordt aan onderafdeling 2/4, ingevoegd bij artikel 24, een artikel 22/21 toegevoegd, dat luidt als volgt: "

Art. 22/21.§ 1. Vanaf het schooljaar 2021-2022 worden aan scholen voor voltijds gewoon secundair onderwijs en centra voor deeltijds beroepssecundair onderwijs een aantal organieke uren-leraar voor de ondersteuning van de kerntaak van het onderwijzend personeel toegekend.

Vanaf het schooljaar 2021-2022 worden aan scholen voor buitengewoon secundair onderwijs een aantal organieke lesuren voor de ondersteuning van de kerntaak van het onderwijzend personeel toegekend.

De aanvullende uren-leraar en lesuren voor de ondersteuning van de kerntaak van het onderwijzend personeel, vermeld in artikel 47quinquies van het decreet rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd onderwijs van 27 maart 1991 en artikel 73quinquies van het decreet rechtspositie personeelsleden gemeenschapsonderwijs van 27 maart 1991, dienen aangewend te worden om de werkdruk van het onderwijzend personeel te verminderen met een effect op de lesopdracht. Ook bij een overdracht of herverdeling kunnen die uren-leraar en lesuren alleen voor de ondersteuning van de kerntaak van het onderwijzend personeel worden aangewend. De aanvullende uren-leraar, lesuren, en uren, inclusief de omgezette punten ter ondersteuning van de kerntaak van het onderwijzend personeel, kunnen, in afwijking van artikel 21 en artikel 313, § 1, niet overgedragen worden naar het daaropvolgende schooljaar.

Er kan aan een onderwijzend personeelslid maximaal één uur-leraar of lesuur toegekend worden. Van dat principe kan alleen worden afgeweken tot maximaal drie uren-leraar of lesuren per onderwijzend personeelslid op grond van een gemotiveerd verzoek en na onderhandeling in het lokaal comité. Dit gemotiveerd verzoek kan zowel van de afvaardiging van het schoolbestuur als van de afvaardiging van het personeel komen.

De uren-leraar en lesuren voor de ondersteuning van de kerntaak van het onderwijzend personeel worden aangewend in wervingsambten van het onderwijzend personeel.

Voor de toepassing van de personeelsregelgeving worden, voor het onderwijzend personeel, uren voor de ondersteuning van de kerntaak van het onderwijzend personeel beschouwd als uren die geen lesuren zijn, maar ermee gelijkgesteld worden. § 2. In afwijking van paragraaf 1 kan een schoolbestuur tijdens de schooljaren 2021-2022 en 2022-2023 bij een tekort aan onderwijzend personeel de aanvullende uren-leraar of lesuren voor de ondersteuning van de kerntaak van het onderwijzend personeel ook aanwenden in ambten van het ondersteunend personeel. De criteria voor de bepaling van het tekort aan onderwijzend personeel worden bepaald in het bevoegd lokaal comité en de aanwending in ambten van het ondersteunend personeel kan enkel worden toegepast na onderhandeling in het bevoegd lokaal comité.

De betrekkingen die ingericht worden in ambten van het ondersteunend personeel als vermeld in het eerste lid, komen niet in aanmerking voor vacantverklaring en het schoolbestuur kan in geen geval een personeelslid vast benoemen, affecteren of muteren in deze betrekkingen.

De Vlaamse Regering bepaalt de omzettingen van uren-leraar en lesuren naar punten.".

Art. 26.In dezelfde codex, het laatst gewijzigd bij het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/06/2007 pub. 31/08/2007 numac 2007036482 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het volwassenenonderwijs sluiten2, wordt aan dezelfde onderafdeling 2/4 een artikel 22/22 toegevoegd, dat luidt als volgt: "

Art. 22/22.Voor het schooljaar 2021-2022 bedraagt het globaal beschikbare aantal uren voor de ondersteuning van de kerntaak van het onderwijzend personeel 9564 uren. Die uren worden verdeeld op de volgende wijze: 1° voltijds gewoon secundair onderwijs: 8188 uren-leraar;2° buitengewoon secundair onderwijs: 1146 lesuren;3° deeltijds beroepssecundair onderwijs: 230 uren-leraar. Vanaf het schooljaar 2022-2023 wordt het globaal beschikbare aantal uren en de verdeling over de onderwijstypes, vermeld in het eerste lid, 1° tot en met 3°, evenredig aangepast aan eventuele leerlingenfluctuaties ten opzichte van het voorafgaande schooljaar.

Bij die aanpassing wordt de eerste lesdag van februari altijd als teldatum genomen. § 3. Die uren worden conform artikel 22/19, derde lid, over de scholen en centra verdeeld.".

Art. 27.In deel III, titel 1, hoofdstuk 3, afdeling 2, van dezelfde codex, het laatst gewijzigd bij het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/06/2007 pub. 31/08/2007 numac 2007036482 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het volwassenenonderwijs sluiten2, wordt een onderafdeling 2/5 ingevoegd, die luidt als volgt: "Onderafdeling 2/5. Aanvullende uren-leraar en lesuren samen school maken".

Art. 28.In dezelfde codex, het laatst gewijzigd bij het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/06/2007 pub. 31/08/2007 numac 2007036482 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het volwassenenonderwijs sluiten2, wordt aan onderafdeling 2/5, ingevoegd bij artikel 27, een artikel 22/23 toegevoegd, dat luidt als volgt: "

Art. 22/23.Vanaf het schooljaar 2021-2022 worden aan scholen voor voltijds gewoon secundair onderwijs en centra voor deeltijds beroepssecundair onderwijs een aantal organieke uren-leraar samen school maken toegekend.

Vanaf het schooljaar 2021-2022 worden aan scholen voor buitengewoon secundair onderwijs een aantal organieke lesuren samen school maken toegekend.

De organieke uren-leraar of lesuren samen school maken dienen aangewend te worden om het sociaal overleg en onderhandeling te versterken. De uren-leraar of lestijden worden aangewend voor de vertegenwoordigers van het personeel die aangesteld zijn in de school, conform de toepasselijke vigerende Vlaamse of federale regelgeving.

Voor de aanwending van de uren-leraar en de lesuren samen school maken kunnen de scholen samenwerken. Ook bij een overdracht of herverdeling kunnen die uren-leraar en lesuren alleen voor het samen school maken worden aangewend. De uren-leraar, lesuren en uren, inclusief de omgezette punten samen school maken, kunnen, in afwijking van artikel 21 en artikel 313, § 1, niet overgedragen worden naar het daaropvolgende schooljaar.

De Vlaamse Regering bepaalt de ambten en personeelscategorieën waarbinnen betrekkingen kunnen worden opgericht met de uren-leraar samen school maken. De Vlaamse Regering bepaalt de omzettingen van lesuren en uren-leraar naar uren en punten.

Voor de toepassing van de personeelsregelgeving wordt, voor het bestuurs- en onderwijzend personeel, het samen school maken beschouwd als uren die geen lesuren zijn, maar ermee gelijkgesteld worden.".

Art. 29.In dezelfde codex, het laatst gewijzigd bij het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/06/2007 pub. 31/08/2007 numac 2007036482 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het volwassenenonderwijs sluiten2, wordt aan dezelfde onderafdeling 2/5 een artikel 22/24 toegevoegd, dat luidt als volgt: "

Art. 22/24.§ 1. Het aantal organieke uren-leraar dat wordt toegekend aan de scholen voor gewoon voltijds secundair onderwijs en centra voor deeltijds beroepssecundair onderwijs, wordt berekend met de formule 0,003190777*B. In het eerste lid wordt verstaan onder B: het totaalpakket uren-leraar van de school in het voorgaande schooljaar.

Voor de toepassing van het eerste lid omvat het pakket uren-leraar: 1° de uren-leraar voor de levensbeschouwelijke vakken, vermeld in artikel 209;2° de uren-leraar voor de niet-levensbeschouwelijke vakken, vermeld in artikel 209;3° de uren-leraar geïntegreerd ondersteuningsaanbod, vermeld in artikel 226, 227, 234 en 235;4° de uren-leraar vermeld in artikel 89, eerste lid, van het decreet van 10 juli 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/07/2008 pub. 03/10/2008 numac 2008203342 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het stelsel van leren en werken in de Vlaamse Gemeenschap sluiten betreffende het stelsel voor leren en werken in de Vlaamse Gemeenschap, wanneer het een centrum voor deeltijds beroepssecundair onderwijs betreft. De uren-leraar, vermeld in het eerste lid, worden binnen een school of centrum afgerond naar het hogere geheel getal als het eerste cijfer na de komma groter is dan vier. Als het eerste cijfer na de komma kleiner is dan of gelijk is aan vier, wordt er afgerond naar het lagere geheel getal. § 2. In afwijking van paragraaf 1 hebben scholen voor gewoon voltijds secundair onderwijs en centra voor deeltijds beroepssecundair onderwijs, die conform paragraaf 1 recht hebben op meer dan drie, maar minder dan zeven, organieke uren-leraar voor het samen school maken, recht op drie organieke uren-leraar.

In afwijking van paragraaf 1 hebben scholen voor gewoon voltijds secundair onderwijs en centra voor deeltijds beroepssecundair onderwijs, die conform paragraaf 1 recht hebben op zeven organieke uren-leraar of meer, recht op zes organieke uren-leraar.

In afwijking van paragraaf 1 hebben scholen voor gewoon voltijds secundair onderwijs en centra voor deeltijds beroepssecundair onderwijs, die conform paragraaf 1 recht hebben op minder dan één organiek uur-leraar voor het samen school maken, recht op één organiek uur-leraar. § 3. Het aantal lesuren samen school maken waarop de school voor buitengewoon secundair onderwijs recht heeft, wordt berekend met de formule 0,003048098*D. Voor de toepassing van het eerste lid is D=E+F+G, waarbij: 1° E: het totaalpakket lesuren van de school in het voorgaande schooljaar.Voor de toepassing van E omvat het pakket lesuren: a) de lesuren voor de levensbeschouwelijke vakken, vermeld in artikel 300;b) de lesuren niet-levensbeschouwing, vermeld in artikel 298, 299, 301, 302 en 303;c) de lesuren geïntegreerd ondersteuningsaanbod, vermeld in artikel 318 en 319;2° F: de uren paramedisch personeel, medisch personeel, sociaal personeel, orthopedagogisch personeel en psychologisch personeel, volgens de richtgetallen/32*22.F wordt binnen een school afgerond naar het hogere geheel getal als het eerste cijfer na de komma groter is dan vier. Als het eerste cijfer na de komma kleiner is dan of gelijk is aan vier, wordt er afgerond naar het lagere geheel getal; 3° G: de lesuren, uren en begeleidingseenheden zoals toegekend aan de school in het kader van het ondersteuningsmodel op de eerste schooldag van februari van het vorige schooljaar, conform artikel 314/8, § 3 en § 5, en artikel 314/9, § 3.G wordt berekend met de formule G=A+B+C, waarbij: a) A: de lesuren toegekend in kader van het ondersteuningsmodel;b) B: de uren toegekend in het kader van het ondersteuningsmodel*22/32;c) C: 90,43% van de begeleidingseenheden toegekend in het kader van het ondersteuningsmodel*1 gesommeerd met 9,57% van de begeleidingseenheden toegekend in het kader van het ondersteuningsmodel*22/32. De term G van de som, vermeld in het tweede lid, wordt binnen een school afgerond naar het hogere geheel getal als het eerste cijfer na de komma groter is dan vier. Als het eerste cijfer na de komma kleiner is dan of gelijk is aan vier, wordt er afgerond naar het lagere geheel getal.

Het aantal lesuren samen school maken waarop een school voor buitengewoon secundair onderwijs recht heeft, zoals vermeld in het eerste lid, worden binnen een school afgerond naar het hogere geheel getal als het eerste cijfer na de komma groter is dan vier. Als het eerste cijfer na de komma kleiner is dan of gelijk is aan vier, wordt er afgerond naar het lagere geheel getal. § 4. In afwijking van paragraaf 3 hebben scholen voor buitengewoon secundair onderwijs die conform paragraaf 3 recht hebben op meer dan drie organieke lesuren voor het samen school maken, recht op drie organieke lesuren.

In afwijking van paragraaf 3 hebben scholen voor buitengewoon secundair onderwijs die conform paragraaf 3 recht hebben op minder dan één organiek lesuur voor het samen school maken, recht op één organiek lesuur.".

Art. 30.In dezelfde codex, het laatst gewijzigd bij het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/06/2007 pub. 31/08/2007 numac 2007036482 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het volwassenenonderwijs sluiten2, wordt aan dezelfde onderafdeling 2/5 een artikel 22/25 toegevoegd, dat luidt als volgt: "

Art. 22/25.De uren-leraar of lesuren samen school maken in wervingsambten van het ondersteunend personeel worden aangewend op basis van een omzettingstabel die de Vlaamse Regering vastlegt.

De Vlaamse Regering keurt het afsprakenkader tussen het Gemeenschapsonderwijs en de representatieve verenigingen van schoolbesturen van het gesubsidieerd onderwijs en de representatieve vakorganisaties over de wijze van toekenning, de verdeling en de inzet van de aanvullende lestijden samen school maken die specifiek gericht zijn op het versterken van het lokale sociaal overleg goed.".

Art. 31.In artikel 314/9, § 3, derde lid, van dezelfde codex, ingevoegd bij het decreet van 5 april 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/06/2007 pub. 31/08/2007 numac 2007036482 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het volwassenenonderwijs sluiten0, wordt de zinsnede "de omzettingstabel als vermeld in artikel 22/20, 2°, tweede lid, 1°, 2° en 3° " vervangen door de woorden "omzettingstabellen voor aanwending in wervingsambten van het medisch, paramedisch, orthopedagogisch, psychologisch of sociaal personeel die de Vlaamse Regering vastlegt". HOOFDSTUK 7. - Wijzigingen van de Codex Hoger Onderwijs van 11 oktober 2013

Art. 32.Aan artikel III.24 van de Codex Hoger Onderwijs van 11 oktober 2013, het laatst gewijzigd bij het decreet van 18 december 2020Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/06/2007 pub. 31/08/2007 numac 2007036482 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het volwassenenonderwijs sluiten1, wordt een paragraaf 11 toegevoegd, die luidt als volgt: " § 11. De totale werkingsmiddelen van de hogescholen (met inbegrip van de Hogere Zeevaartschool) en de universiteiten worden verhoogd met de volgende bedragen:

2021

Vanaf 2022

bestemming

hogescholen

universiteiten

hogescholen

universiteiten

budget wendbaar en weerbaar personeelsbeleid

2 638 575

1 776 250

4 949 207

1 703 720

afschaffen baremieke leeftijd

4 948


optrekken laagste lonen ATP

44 550

55 450


De bedragen voor het afschaffen van de baremieke leeftijd, de laagste lonen en voor 2021 het budget voor wendbaar en weerbaar personeelsbeleid worden verdeeld op basis van het procentuele aandeel van elke hogeschool en universiteit in de totale werkingsmiddelen.

De verdeling en toekenning van de middelen voor wendbaar en weerbaar personeelsbeleid vanaf 2022 wordt vastgelegd in het addendum. De middelen kunnen alleen toegekend worden voor maatregelen met betrekking tot professionalisering, re-integratie en ziektepreventiebeleid.

Vanaf het begrotingsjaar 2022 worden de bedragen, vermeld in deze paragraaf, geïndexeerd aan de hand van de indexformule, vermeld in artikel III.5, § 9.".

Art. 33.In dezelfde codex, het laatst gewijzigd bij het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/06/2007 pub. 31/08/2007 numac 2007036482 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het volwassenenonderwijs sluiten2, wordt een artikel III.34/1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "Art. III.34/1. § 1. De hogescholen en universiteiten ontvangen de volgende aanvullende uitkeringen:

2021

vanaf 2022

bestemming

hogescholen

universiteiten

hogescholen

universiteiten

bevorderen duurzame mobiliteit en verhoging fietsvergoeding

356 100

838 375

1 068 300

2 515 125

tegemoetkoming in het digitaliseringsbeleid

356 100

670 700

1 068 300

2 012 100

internetvergoeding

1 424 400

2 682 800

4 273 200

8 048 400

tegemoetkoming kortingskaart

89 025

167 675

89 025

167 675


De bedragen worden verdeeld op basis van het procentuele aandeel van elke hogeschool en universiteit in de totale werkingsmiddelen.

Het bedrag dat conform het eerste en tweede lid wordt verkregen, wordt toegevoegd aan de werkingsmiddelen. § 2. Vanaf het begrotingsjaar 2022 worden de bedragen, vermeld in dit artikel, geïndexeerd aan de hand van de indexformule, vermeld in artikel III.5, § 9.".

Art. 34.Aan artikel V.240, § 2, van dezelfde codex wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "Voor aanpassingen aan het arbeidsreglement voor materies die wettelijk in het arbeidsreglement moeten worden opgenomen is het akkoord van ten minste één van de representatieve vakorganisaties nodig.".

Art. 35.In artikel V.244, § 1, van dezelfde codex, gewijzigd bij de decreten van 25 april 2014, 19 juni 2015 en 1 maart 2019, wordt tussen het tweede en het derde lid een lid ingevoegd, dat luidt als volgt: "Voor aanpassingen aan het arbeidsreglement voor materies die wettelijk in het arbeidsreglement moeten worden opgenomen is het akkoord van ten minste één van de representatieve vakorganisaties nodig.". HOOFDSTUK 8. - Wijzigingen van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016

Art. 36.In deel III van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016, het laatst gewijzigd bij het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/06/2007 pub. 31/08/2007 numac 2007036482 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het volwassenenonderwijs sluiten2, wordt het opschrift van hoofdstuk 8, ingevoegd bij het decreet van 15 maart 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/03/2019 pub. 08/05/2019 numac 2019040969 bron vlaamse overheid Decreet tot uitvoering van maatregelen betreffende het onderwijs uit cao XI vanaf het schooljaar 2019-2020 sluiten, vervangen door wat volgt: "Hoofdstuk 8. Aanvangsbegeleiding, beleidsondersteuning en professionalisering".

Art. 37.In artikel III.46 van dezelfde codificatie, ingevoegd bij het decreet van 15 maart 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/03/2019 pub. 08/05/2019 numac 2019040969 bron vlaamse overheid Decreet tot uitvoering van maatregelen betreffende het onderwijs uit cao XI vanaf het schooljaar 2019-2020 sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 wordt het woord "aanvangsbegeleiding" vervangen door de zinsnede "aanvangsbegeleiding, beleidsondersteuning en professionalisering"; 2° in paragraaf 2, 2°, wordt de zinsnede "en III.35, § 1, 2° " vervangen door de zinsnede ", III.35, § 1, 2° en III.37".

Art. 38.In artikel III.47 van dezelfde codificatie, ingevoegd bij het decreet van 15 maart 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/03/2019 pub. 08/05/2019 numac 2019040969 bron vlaamse overheid Decreet tot uitvoering van maatregelen betreffende het onderwijs uit cao XI vanaf het schooljaar 2019-2020 sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, paragraaf 2, eerste lid, en paragraaf 4, tweede en derde lid, wordt het woord "aanvangsbegeleiding" vervangen door de zinsnede "aanvangsbegeleiding, beleidsondersteuning en professionalisering";2° in paragraaf 1 en paragraaf 2, eerste lid, wordt het getal "104" vervangen door het getal "355".

Art. 39.Aan deel III van dezelfde codificatie wordt een hoofdstuk 9 toegevoegd, dat luidt als volgt: "Hoofdstuk 9. Samen Internaat Maken".

Art. 40.In dezelfde codificatie wordt aan hoofdstuk 9, toegevoegd bij artikel 39, een artikel III.49 toegevoegd, dat luidt als volgt: "Art. III.49. § 1. Aan instellingen voor residentiële opvang van leerlingen, hierna instellingen te noemen, worden uren Samen Internaat Maken toegekend. § 2. Voor de toepassing van dit hoofdstuk worden als instellingen beschouwd: 1° internaten als vermeld in artikel III.21 en III.35; 2° tehuizen als vermeld in artikel III.1, § 1, eerste lid, III.35, § 1, 2°, en III.37; 3° internaten buitengewoon onderwijs als vermeld in hoofdstuk 4, afdeling 1, onderafdeling 2.".

Art. 41.In dezelfde codificatie wordt aan hetzelfde hoofdstuk 9 een artikel III.50 toegevoegd, dat luidt als volgt: "Art. III.50. § 1. Aan elke instelling wordt één uur Samen Internaat Maken toegekend. § 2. De uren, vermeld in paragraaf 1, kunnen worden samengelegd.

De instellingen die kiezen om de uren samen te leggen, richten daartoe een of meerdere samenwerkingsverbanden `Samen Internaat Maken' op, waar afspraken worden gemaakt over de aanwending van deze uren.

Een samenwerkingsverband 'Samen Internaat Maken' kan bestaan uit: 1° een of meerdere internaten als vermeld in artikel III.49, § 2, 1° ; en/of 2° een of meerdere tehuizen als vermeld in artikel III.49, § 2, 2° ; en/of 3° een of meerdere internaten buitengewoon onderwijs als vermeld in artikel III.49, § 2, 3°.

De Vlaamse Regering kan met betrekking tot het samenwerkingsverband, vermeld in het tweede lid, volgende maatregelen vastleggen: 1° de duur van de samenwerking;2° de vorm van overeenkomst waarmee het samenwerkingsverband wordt opgericht; 3° de wijze en het tijdstip van mededeling van het samenwerkingsverband aan de overheid.".

Art. 42.In dezelfde codificatie wordt aan hetzelfde hoofdstuk 9 een artikel III.51 toegevoegd, dat luidt als volgt: "Art. III.51. Met de uren, vermeld in artikel III.50, § 1, kunnen in elke instelling betrekkingen in wervingsambten worden ingericht overeenkomstig de bepalingen die gelden voor de toegekende omkadering.

De Vlaamse Regering keurt het afsprakenkader goed tussen het Gemeenschapsonderwijs en de representatieve verenigingen van inrichtende machten van het gesubsidieerd onderwijs en de representatieve vakorganisaties over de wijze van toekenning, de verdeling en de inzet van de uren, vermeld in artikel III.50, § 1.".

Art. 43.Aan deel IV van dezelfde codificatie, het laatst gewijzigd bij het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/06/2007 pub. 31/08/2007 numac 2007036482 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het volwassenenonderwijs sluiten2, wordt een hoofdstuk 13 toegevoegd, dat luidt als volgt: "Hoofdstuk 13. Verbetering van de arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden voor MVDP+".

Art. 44.In dezelfde codificatie, het laatst gewijzigd bij het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/06/2007 pub. 31/08/2007 numac 2007036482 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het volwassenenonderwijs sluiten2, wordt aan hoofdstuk 13, toegevoegd bij artikel 43, een artikel IV.54 toegevoegd, dat luidt als volgt: "Art. IV.54. Dit hoofdstuk is van toepassing op MVDP+, meer bepaald: 1° het meesters-, vak- en dienstpersoneel, het onderhoudspersoneel en de contractuele bedienden die worden betaald met de werkingsmiddelen of de eigen middelen van de schoolbesturen;2° de busbegeleiders in het zonale leerlingenvervoer, vermeld in de wet van 15 juli 1983 houdende oprichting van de Nationale Dienst voor leerlingenvervoer; 3° de busbegeleiders die niet behoren tot het zonaal leerlingenvervoer.".

Art. 45.In dezelfde codificatie, het laatst gewijzigd bij decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/06/2007 pub. 31/08/2007 numac 2007036482 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het volwassenenonderwijs sluiten2, wordt aan hoofdstuk 13, toegevoegd bij artikel 43, een artikel IV.55 toegevoegd, dat luidt als volgt: "Art. IV.55. § 1. Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder: 1° OVSG: Onderwijsvereniging van Steden en Gemeenten;2° POV: Provinciaal Onderwijs Vlaanderen;3° TWF-VOV: Tewerkstellingsfonds voor het Vrij Onderwijs Vlaanderen. § 2. Dit hoofdstuk heeft tot doel de arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden te verbeteren van de personeelsleden, vermeld in artikel IV.54.

De volgende middelen worden voorzien: 1° subsidies voor het gesubsidieerd onderwijs aan TWF-VOV, OVSG en POV;2° dotaties voor het gemeenschapsonderwijs. § 3. Het budget tot verbetering van de arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden van de personeelsleden, vermeld in artikel IV.54, wordt vastgesteld in de jaarlijkse begroting.

Het budget wordt als volgt vastgelegd: 1° in het begrotingsjaar 2021 wordt 500.000 euro toegekend aan het TWF-VOV om een loonsverhoging mogelijk te maken; 2° vanaf het begrotingsjaar 2022 wordt 1.700.000 euro toegekend aan het TWFVOV om een loonsverhoging mogelijk te maken; 3° in het begrotingsjaar 2021 wordt 283.000 euro toegekend aan het Gemeenschapsonderwijs om een loonsverhoging mogelijk te maken; 4° vanaf het begrotingsjaar 2022 wordt 850.000 euro toegekend aan het Gemeenschapsonderwijs om een loonsverhoging mogelijk te maken; 5° vanaf het begrotingsjaar 2021 wordt 700.000 euro toegekend aan het TWFVOV om een verhoging van de eindejaarstoelage mogelijk te maken; 6° vanaf het begrotingsjaar 2022 wordt 375.000 euro toegekend aan het gemeenschapsonderwijs om een verhoging van de eindejaarstoelage mogelijk te maken; 7° in het begrotingsjaar 2021 wordt 98.000 euro voorzien voor het ter beschikking stellen van de PlusPas aan TWF-VOV, OVSG, POV en het Gemeenschapsonderwijs tezamen; 8° vanaf het begrotingsjaar 2022 wordt 95.000 euro voorzien voor het ter beschikking stellen van de PlusPas aan TWF-VOV, OVSG, POV en het Gemeenschapsonderwijs tezamen; 9° vanaf het begrotingsjaar 2022 wordt 420.000 euro toegekend aan het TWF- VOV voor het moderniseren van de functieclassificatie in het gesubsidieerd onderwijs; 10° in het begrotingsjaar 2021 wordt 142.000 euro toegekend aan het Gemeenschapsonderwijs voor vorming en het verbeteren van de loon- en arbeidsvoorwaarden van de personeelsleden voor- en naschoolse opvang in het Gemeenschapsonderwijs; 11° vanaf het begrotingsjaar 2022 wordt 655.000 euro toegekend aan het Gemeenschapsonderwijs voor vorming en het verbeteren van de loon- en arbeidsvoorwaarden van de personeelsleden voor- en naschoolse opvang in het Gemeenschapsonderwijs.

Vanaf begrotingsjaar 2022 worden deze bedragen aangepast aan de evolutie van de gezondheidsindex.".

Art. 46.In artikel V.60 van dezelfde codificatie worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° aan paragraaf 1 wordt een punt 7° toegevoegd, dat luidt als volgt: "7° de personeelsleden, vermeld in artikel 3 van het decreet van 7 juli 2017Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/07/2017 pub. 15/09/2017 numac 2017013120 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de rechtspositie van de personeelsleden in de basiseducatie sluiten betreffende de rechtspositie in de basiseducatie."; 2° paragraaf 2 wordt opgeheven.

Art. 47.In artikel V.61 van dezelfde codificatie worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de zinsnede "bedoeld in artikel V.60," wordt vervangen door de zinsnede ", vermeld in artikel V.60, § 1, 1° tot en met 6°, "; 2° de woorden "en op een maandelijkse fietsvergoeding" worden opgeheven; 3° er wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "Conform de modaliteiten die de Vlaamse Regering bepaalt, hebben de personeelsleden, vermeld in artikel V.60, recht op een maandelijkse fietsvergoeding, ten laste van de werkgever.".

Art. 48.In artikel VI.2, § 2, van dezelfde codificatie wordt het eerste lid vervangen door wat volgt: "Om de toelagen, vermeld in artikel VI.1, vast te stellen, wordt een bedrag, dat de Vlaamse Regering bepaalt, vermenigvuldigd met één, of een combinatie van de volgende parameters: 1° het aantal regelmatige/financierbare leerlingen, lesurencursist of betoelaagde urencursist;2° de toegekende omkaderingsmiddelen; 3° het aantal personeelsleden van de school dat aangesteld is in wervingsambten van het bestuurs- en onderwijzend personeel.". HOOFDSTUK 9. - Wijziging van het decreet van 7 juli 2017Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/07/2017 pub. 15/09/2017 numac 2017013120 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de rechtspositie van de personeelsleden in de basiseducatie sluiten betreffende de rechtspositie van de personeelsleden in de basiseducatie

Art. 49.In artikel 39 van het decreet van 7 juli 2017Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/07/2017 pub. 15/09/2017 numac 2017013120 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de rechtspositie van de personeelsleden in de basiseducatie sluiten betreffende de rechtspositie van de personeelsleden in de basiseducatie, gewijzigd bij het decreet van 21 december 2018, wordt een paragraaf 4/1 ingevoegd, die luidt als volgt: " § 4/1. In afwijking van paragraaf 3 en 4, kunnen op 1 januari 2022 personeelsleden eenmalig vastbenoemd worden boven op het maximumpercentage, vermeld in paragraaf 3, als ze voldoen aan al de volgende voorwaarden: 1° ze hebben de leeftijd van vijfenvijftig jaar bereikt op 1 januari 2022;2° ze zijn in dienst op 1 september 2021; 3° ze hebben minimaal twintig jaar dienstanciënniteit binnen de basiseducatie.". HOOFDSTUK 1 0. - Wijzigingen van het decreet van 9 maart 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/03/2018 pub. 11/05/2018 numac 2018011963 bron vlaamse overheid - Decreet betreffende het deeltijds kunstonderwijs sluiten betreffende het deeltijds kunstonderwijs

Art. 50.In hoofdstuk 5, afdeling 2, van het decreet van 9 maart 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/03/2018 pub. 11/05/2018 numac 2018011963 bron vlaamse overheid - Decreet betreffende het deeltijds kunstonderwijs sluiten betreffende het deeltijds kunstonderwijs, het laatst gewijzigd bij het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/06/2007 pub. 31/08/2007 numac 2007036482 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het volwassenenonderwijs sluiten2, wordt een onderafdeling 3 ingevoegd, die luidt als volgt: "Onderafdeling 3. Aanvullende lestijden voor de ondersteuning van de kerntaak van het onderwijzend personeel".

Art. 51.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/06/2007 pub. 31/08/2007 numac 2007036482 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het volwassenenonderwijs sluiten2, wordt in onderafdeling 3, ingevoegd bij artikel 50, een artikel 75/1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "

Art. 75/1.§ 1. Voor het schooljaar 2021-2022 bedraagt het totale aantal aanvullende lestijden voor de ondersteuning van de kerntaak van het onderwijzend personeel 604 lestijden.

Voor het schooljaar X-X+1, vanaf het schooljaar 2022-2023, worden de lestijden, vermeld in het eerste lid, vermenigvuldigd met de aanpassingscoëfficiënt A1=X/Y, waarbij: 1° X: het totale aantal leerlingen in het deeltijds kunstonderwijs op de eerste schooldag van februari X;2° Y: het totale aantal leerlingen in het deeltijds kunstonderwijs op de eerste schooldag van februari 2021. § 2. Het aantal aanvullende lestijden voor de ondersteuning van de kerntaak van het onderwijzend personeel waarop de academie voor deeltijds kunstonderwijs recht heeft, wordt berekend met de formule A*B, waarbij: 1° A: de beschikbare lestijden voor het deeltijds kunstonderwijs, vermeld in paragraaf 1, gedeeld door het totale aantal lestijden in het deeltijds kunstonderwijs van het vorige schooljaar van alle academies samen;2° B: het totale aantal lestijden van de academie van het vorige schooljaar, waarbij onder het totale aantal lestijden van de academie de som van al de volgende elementen wordt verstaan: a) de lestijden, vermeld in artikel 69 van dit decreet;b) de overbruggingslestijden, vermeld in artikel 6 van het decreet van 30 april 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/06/2007 pub. 31/08/2007 numac 2007036482 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het volwassenenonderwijs sluiten3 tot het nemen van dringende tijdelijke maatregelen in het onderwijs naar aanleiding van de coronacrisis (VII);c) de bijkomende overbruggingslestijden, vermeld in artikel 7 van het voormelde decreet van 30 april 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/06/2007 pub. 31/08/2007 numac 2007036482 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het volwassenenonderwijs sluiten3. De lestijden, vermeld in het eerste lid, worden binnen een academie afgerond naar het hogere geheel getal als het eerste cijfer na de komma groter is dan vier. Als het eerste cijfer na de komma kleiner is dan of gelijk is aan vier, wordt er afgerond naar het lagere geheel getal. § 3. De Vlaamse Regering bepaalt de ambten waarin een academie met de aanvullende lestijden voor de ondersteuning van de kerntaak van het onderwijzend personeel, vermeld in paragraaf 1, betrekkingen kan inrichten en de wijze waarop de omrekening gebeurt van de aanvullende lestijden voor de ondersteuning van de kerntaak van het onderwijzend personeel, vermeld in paragraaf 1, naar die betrekkingen. § 4. De aanvullende lestijden voor de ondersteuning van de kerntaak van het onderwijzend personeel worden gebruikt om de werkdruk van het onderwijzend personeel te verminderen met een effect op de lesopdracht. Er kan aan een onderwijzend personeelslid maximaal één lestijd toegekend worden. Van dat principe kan alleen worden afgeweken tot maximaal drie lestijden per onderwijzend personeelslid op grond van een gemotiveerd verzoek en na onderhandeling in het lokaal comité.

Dit gemotiveerd verzoek kan zowel van de afvaardiging van het schoolbestuur als van de afvaardiging van het personeel komen. Deze toegekende lestijden kunnen, in afwijking van artikel 75, niet overgedragen worden naar het daaropvolgende schooljaar. § 5. In afwijking van paragraaf 4 kan een schoolbestuur tijdens de schooljaren 2021-2022 en 2022-2023 bij een tekort aan onderwijzend personeel de aanvullende lestijden voor de ondersteuning van de kerntaak van het onderwijzend personeel ook aanwenden in ambten van het ondersteunend personeel. De criteria voor de bepaling van het tekort aan onderwijzend personeel worden bepaald in het bevoegd lokaal comité en de aanwending in ambten van het ondersteunend personeel kan enkel worden toegepast na onderhandeling in het bevoegd lokaal comité.

De betrekkingen die ingericht worden in ambten van het ondersteunend personeel als vermeld in het eerste lid, komen niet in aanmerking voor vacantverklaring en het schoolbestuur kan in geen geval een personeelslid vast benoemen, affecteren of muteren in deze betrekkingen.

De Vlaamse Regering bepaalt de wijze waarop omrekening gebeurt van de aanvullende lestijden naar administratieve omkaderingseenheden voor ambten van het ondersteund personeel.".

Art. 52.In hoofdstuk 5, afdeling 2, van hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/06/2007 pub. 31/08/2007 numac 2007036482 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het volwassenenonderwijs sluiten2, wordt een onderafdeling 3/1 ingevoegd, die luidt als volgt: "Onderafdeling 3/1 Aanvullende lestijden samen school maken".

Art. 53.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/06/2007 pub. 31/08/2007 numac 2007036482 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het volwassenenonderwijs sluiten2, wordt aan onderafdeling 3/1, ingevoegd bij artikel 52, een artikel 75/2 toegevoegd, dat luidt als volgt: "

Art. 75/2.§ 1. Vanaf het schooljaar 2021-2022 hebben academies recht op aanvullende lestijden samen school maken. § 2. Het aantal aanvullende lestijden samen school maken waarop de academie recht heeft, wordt berekend met de formule 0,002051981*B. In het eerste lid wordt verstaan onder B: het totale aantal lestijden van de academie van het vorige schooljaar, waarbij onder het totale aantal lestijden van de academie de som van al de volgende elementen wordt verstaan: a) de lestijden, vermeld in artikel 69 van dit decreet;b) de overbruggingslestijden, vermeld in artikel 6 van het decreet van 30 april 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/06/2007 pub. 31/08/2007 numac 2007036482 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het volwassenenonderwijs sluiten3 tot het nemen van dringende tijdelijke maatregelen in het onderwijs naar aanleiding van de coronacrisis (VII);c) de bijkomende overbruggingslestijden, vermeld in artikel 7 van het voormelde decreet van 30 april 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/06/2007 pub. 31/08/2007 numac 2007036482 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het volwassenenonderwijs sluiten3. De lestijden, vermeld in het eerste lid, worden binnen een academie afgerond naar het hogere geheel getal als het eerste cijfer na de komma groter is dan vier. Als het eerste cijfer na de komma kleiner is dan of gelijk is aan vier, wordt er afgerond naar het lagere geheel getal. § 3. In afwijking van paragraaf 2 hebben academies die conform paragraaf 2 recht hebben op meer dan drie aanvullende lestijden samen school maken, recht op drie aanvullende lestijden.

In afwijking van paragraaf 2 hebben academies die conform paragraaf 2 recht hebben op minder dan één aanvullende lestijd samen school maken, recht op één aanvullende lestijd. § 4. De Vlaamse Regering bepaalt de ambten waarin een academie met de aanvullende lestijden samen school maken, vermeld in paragraaf 1, betrekkingen kan inrichten en de wijze waarop de omrekening gebeurt van de aanvullende lestijden samen school maken, vermeld in paragraaf 1, naar die betrekkingen. De Vlaamse Regering bepaalt ook de wijze waarop de lestijden via omzettingstabellen omgezet kunnen worden in punten of uren. § 5. De Vlaamse Regering keurt het afsprakenkader tussen het Gemeenschapsonderwijs en de representatieve verenigingen van schoolbesturen van het gesubsidieerd onderwijs en de representatieve vakorganisaties over de wijze van toekenning, de verdeling en de inzet van de aanvullende lestijden samen school maken die specifiek gericht zijn op het versterken van het lokale sociaal overleg goed.

Voor de aanwending van de lestijden samen school maken kunnen de academies samenwerken. Voor die samenwerking kunnen die lestijden, via een overdracht als vermeld in artikel 75, samengelegd worden. De scholen die samenwerken, maken in dat geval afspraken over de inzet en aanwending van de lestijden. Deze toegekende lestijden kunnen, in afwijking van artikel 75, niet overgedragen worden naar het daaropvolgende schooljaar.".

Art. 54.In artikel 76/1 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 15 maart 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/03/2019 pub. 08/05/2019 numac 2019040969 bron vlaamse overheid Decreet tot uitvoering van maatregelen betreffende het onderwijs uit cao XI vanaf het schooljaar 2019-2020 sluiten en gewijzigd bij het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/06/2007 pub. 31/08/2007 numac 2007036482 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het volwassenenonderwijs sluiten2, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° paragraaf 1 tot en met 3 worden vervangen door wat volgt: " § 1.Een academie heeft recht op aanvullende lestijden voor aanvangsbegeleiding die berekend worden met de formule A*B, waarbij: 1° A: het totale aantal lestijden van de academie, dat wordt berekend conform artikel 69 op basis van de leerlingentelling van 1 februari van het voorgaande schooljaar;2° B: X/Y, waarbij: a) X: het totale aantal aanvullende lestijden voor aanvangsbegeleiding voor het deeltijds kunstonderwijs;b) Y: het totale aantal lestijden voor het deeltijds kunstonderwijs, dat wordt berekend conform artikel 69 op basis van de leerlingentelling van 1 februari van het voorgaande schooljaar. Voor het schooljaar 2021-2022 bedraagt het totale aantal aanvullende lestijden voor aanvangsbegeleiding voor het deeltijds kunstonderwijs, vermeld in het eerste lid, 454 lestijden.

Voor het schooljaar X-X+1, vanaf het schooljaar 2022-2023, worden de lestijden, vermeld in het tweede lid, vermenigvuldigd met de aanpassingscoefficiënt A=X/Y, waarbij: 1° X: het totale aantal financierbare leerlingen in het deeltijds kunstonderwijs op 1 februari X;2° Y: het totale aantal financierbare leerlingen in het deeltijds kunstonderwijs op 1 februari 2021. Het resultaat van de berekening, vermeld in het eerste lid, wordt afgerond naar het hogere geheel getal als het eerste cijfer na de komma groter is dan vier. Als het eerste cijfer na de komma kleiner is dan of gelijk is aan vier, wordt er afgerond naar de lagere eenheid. § 2. De Vlaamse Regering bepaalt de wijze waarop de lestijden die conform paragraaf 1 worden berekend, gebruikt kunnen worden en bepaalt de personeelscategorieën en ambten waarin op basis van die lestijden betrekkingen kunnen worden opgericht. De Vlaamse Regering bepaalt ook hoe de lestijden via omzettingstabellen omgezet kunnen worden in punten of uren. § 3. Als academies de aanvullende lestijden, vermeld in paragraaf 1, niet kunnen gebruiken voor aanvangsbegeleiding, moeten ze die lestijden gebruiken voor de ondersteuning van de kerntaak van het onderwijzend personeel conform artikel 75/1, § 4. Deze toegekende lestijden kunnen in afwijking van artikel 75, niet overgedragen worden naar het daaropvolgende schooljaar."; 2° paragraaf 4 wordt opgeheven. HOOFDSTUK 1 1. - Wijzigingen van het decreet van 27 april 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/04/2018 pub. 25/06/2018 numac 2018012790 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de leerlingenbegeleiding in het basisonderwijs, het secundair onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding sluiten betreffende de leerlingenbegeleiding in het basisonderwijs, het secundair onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding

Art. 55.In artikel 41/1 van het decreet van 27 april 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/04/2018 pub. 25/06/2018 numac 2018012790 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de leerlingenbegeleiding in het basisonderwijs, het secundair onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding sluiten betreffende de leerlingenbegeleiding in het basisonderwijs, het secundair onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding, ingevoegd bij het decreet van 15 maart 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/03/2019 pub. 08/05/2019 numac 2019040969 bron vlaamse overheid Decreet tot uitvoering van maatregelen betreffende het onderwijs uit cao XI vanaf het schooljaar 2019-2020 sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid wordt de zinsnede "2019-2020" vervangen door de zinsnede "2021-2022", wordt het getal "4,6" vervangen door het getal "8,58" en wordt de zinsnede "2020-2021" vervangen door de zinsnede "2022-2023"; 2° in het vierde lid wordt de zin "Ook in het geval van overdracht kunnen die omkaderingsgewichten alleen voor aanvangsbegeleiding in wervingsambten van het technisch personeel of van het ondersteunend personeel worden aangewend." vervangen door de zin "Ook bij een overdracht kunnen die omkaderingsgewichten alleen voor de vermindering van de werkdruk, vermeld in artikel 41/3, of aanvangsbegeleiding in wervingsambten van het technisch personeel of van het ondersteunend personeel worden aangewend.".

Art. 56.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/06/2007 pub. 31/08/2007 numac 2007036482 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het volwassenenonderwijs sluiten2, wordt een artikel 41/3 ingevoegd, dat luidt als volgt: "

Art. 41/3.Aan de centra worden voor het schooljaar 2021-2022 globaal 20,69 organieke omkaderingsgewichten voor de ondersteuning van de vermindering van de werkdruk toegekend. Vanaf het schooljaar 2022-2023 wordt het beschikbare aantal organieke omkaderingsgewichten evenredig aangepast aan eventuele wijzigingen aan de totaliteit van de reële omkadering van alle centra ten opzichte van het voorafgaande schooljaar.

De omkaderingsgewichten voor de vermindering van de werkdruk worden over de centra verdeeld in verhouding tot de reële omkadering van het centrum en het schooljaar in kwestie in de totaliteit van de reële omkadering van alle centra.

De omkaderingsgewichten voor de vermindering van de werkdruk worden aangewend in wervingsambten van het technisch personeel of van het ondersteunend personeel. De wijze waarop de werkdruk wordt verminderd, en de middelen worden aangewend, volgt uit lokaal overleg.

De omkaderingsgewichten voor de vermindering van de werkdruk die elk centrum ontvangt, kunnen door elk centrum gedeeltelijk of volledig worden overgedragen aan een al dan niet netoverstijgend samenwerkingsverband van centra onderling, naar de permanente ondersteuningscel of een netoverstijgend samenwerkingsverband van de permanente ondersteuningscellen of naar een netoverstijgende regionale ondersteuningscel. Ook bij een overdracht kunnen die omkaderingsgewichten alleen voor de vermindering van de werkdruk in wervingsambten van het technisch personeel of van het ondersteunend personeel worden aangewend.".

Art. 57.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/06/2007 pub. 31/08/2007 numac 2007036482 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het volwassenenonderwijs sluiten2, wordt een artikel 41/4 ingevoegd dat luidt als volgt: "

Art. 41/4.Aan de centra worden voor het schooljaar 2021-2022 globaal 4,98 organieke omkaderingsgewichten samen school maken toegekend.

Vanaf het schooljaar 2022-2023 wordt het beschikbare aantal organieke omkaderingsgewichten evenredig aangepast aan eventuele wijzigingen aan de totaliteit van de reële omkadering van alle centra ten opzichte van het voorafgaande schooljaar.

De organieke omkaderingsgewichten samen school maken dienen aangewend om het sociaal overleg en onderhandeling te versterken. De omkaderingsgewichten worden aangewend voor de vertegenwoordigers van het personeel die aangesteld zijn in het centrum, conform de toepasselijke vigerende Vlaamse of federale regelgeving.

De omkaderingsgewichten samen school maken worden over de centra verdeeld in verhouding tot de reële omkadering van het centrum en het schooljaar in kwestie in de totaliteit van de reële omkadering van alle centra.

De omkaderingsgewichten samen school maken worden aangewend in wervingsambten van het technisch personeel of van het ondersteunend personeel.

De Vlaams Regering keurt het afsprakenkader tussen het Gemeenschapsonderwijs en de representatieve verenigingen van de besturen van de centra voor leerlingenbegeleiding van het gesubsidieerd onderwijs en de representatieve vakorganisaties over de wijze van toekenning, de verdeling en de inzet van de aanvullende lestijden samen school maken die specifiek gericht zijn op het versterken van het lokale sociaal overleg goed.

De omkaderingsgewichten samen school maken die elk centrum ontvangt, kunnen door elk centrum gedeeltelijk of volledig worden overgedragen aan een al dan niet netoverstijgend samenwerkingsverband van centra onderling, of naar een netoverstijgende regionale ondersteuningscel.

Ook bij een overdracht kunnen die omkaderingsgewichten alleen voor het samen school maken in wervingsambten van het technisch personeel of van het ondersteunend personeel worden aangewend.". HOOFDSTUK 1 2. - Inwerkingtreding en toepassingsgebied in de tijd

Art. 58.Dit decreet heeft uitwerking met ingang van 1 september 2021.

Artikel 34, 35, 46 en 47 hebben uitwerking met ingang van 1 januari 2022.

Artikel 37, 2°, heeft uitwerking met ingang van 1 september 2019.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 25 februari 2022.

De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Onderwijs, Sport, Dierenwelzijn en Vlaamse Rand, B. WEYTS _______ Nota (1) Zitting 2021-2022 Documenten: - Ontwerp van decreet : 1075 - Nr.1 - Amendement : 1075 - Nr. 2 - Verslag : 1075 - Nr. 3 - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 1075 - Nr. 4 Handelingen - Bespreking en aanneming: Vergadering van 23 februari 2022.

^