Etaamb.openjustice.be
Wet van 04 september 2002
gepubliceerd op 28 september 2002

Wet houdende toewijzing van een opdracht aan de openbare centra voor maatschappelijk welzijn inzake de begeleiding en de financiële maatschappelijke steunverlening aan de meest hulpbehoevenden inzake energielevering

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
2002022772
pub.
28/09/2002
prom.
04/09/2002
ELI
eli/wet/2002/09/04/2002022772/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

4 SEPTEMBER 2002. - Wet houdende toewijzing van een opdracht aan de openbare centra voor maatschappelijk welzijn inzake de begeleiding en de financiële maatschappelijke steunverlening aan de meest hulpbehoevenden inzake energielevering (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2.De openbare centra voor maatschappelijk welzijn, hierna te noemen « OCMW », worden ermee belast : 1° de noodzakelijke ondersteuning en sociale en budgettaire begeleiding te verstrekken aan personen die betalingsmoeilijkheden ondervinden, inzonderheid met hun rekeningen voor gas en elektriciteit.Deze begeleiding ten gunste van cliënten in moeilijkheden behelst : - de onderhandeling inzake afbetalingsplannen; - het opzetten van een budgetbegeleiding; 2° financiële maatschappelijke steun toe te kennen aan personen waarvan de schuldenlast van die aard is dat zij, ondanks hun persoonlijke inspanningen, hun gas- en elektriciteitsrekeningen niet meer kunnen betalen.

Art. 3.Behalve bij verzet van de cliënt, zendt de distributiemaatschappij aan het bevoegd OCMW de lijst van de cliënten met betalingsmoeilijkheden teneinde het OCMW toe te laten met hen contact op te nemen.

De Koning bepaalt de nadere regels inzake het verzet van de cliënt en de verzending van deze lijst.

Art. 4.§ 1. Een forfaitair jaarlijks bedrag van 37.184 EUR per equivalent voltijdse betrekking wordt toegekend aan de OCMW's voor de dekking van de jaarlijkse bruto loonkost van de in de volgende paragraaf vastgestelde personeelsleden, alsook voor de kosten verbonden aan dit personeel. § 2. De financiering gebeurt op basis van een tweeledige sleutel : het aantal rechthebbenden op de verhoogde verzekeringstegemoetkoming als bedoeld in artikel 37, §§ 1 en 19 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, per gemeente op 1 januari van het voorgaande jaar, enerzijds en het aantal personen met betalingsachterstand geregistreerd in de Centrale voor Kredieten aan Particulieren per gemeente op 1 maart van het voorgaande jaar, anderzijds.

Voor de berekening van het aantal personen met betalingsachterstand geregistreerd in de Centrale voor Kredieten aan Particulieren, baseert men zich op de situatie van 1 maart 2002 voor het eerste jaar van toepassing.

Wanneer uit de berekeningen blijkt dat een OCMW op basis van de cijfers van het aantal personen met betalingsachterstand geregistreerd in de Centrale voor Kredieten aan Particulieren in een hogere klasse terechtkomt in vergelijking met het aantal rechthebbenden op de verhoogde verzekeringstegemoetkoming, dan wordt de hogere klasse in aanmerking genomen.

Voor de toepassing van dit artikel, worden de volgende normen gehanteerd : (a) - klasse 1 : voor gemeenten met minder dan 1.000 rechthebbenden op de verhoogde verzekeringstegemoetkoming : een equivalent halftijdse betrekking; - klasse 2 : voor gemeenten met tussen 1.000 en minder dan 2.000 rechthebbenden op de verhoogde verzekeringstegemoetkoming : een equivalent voltijdse betrekking; - klasse 3 : voor gemeenten met tussen 2.000 en minder dan 5.000 rechthebbenden op de verhoogde verzekeringstegemoetkoming : drie equivalent voltijdse betrekkingen; - klasse 4 : voor gemeenten met tussen 5.000 en minder dan 10.000 rechthebbenden op de verhoogde verzekeringstegemoetkoming : vijf equivalent voltijdse betrekkingen; - klasse 5 : voor gemeenten met tussen 10.000 en minder dan 20.000 rechthebbenden op de verhoogde verzekeringstegemoetkoming : acht equivalent voltijdse betrekkingen; - klasse 6 : voor gemeenten met 20.000 of meer rechthebbenden op de verhoogde verzekeringstegemoetkoming : tien equivalent voltijdse betrekkingen. (b) - klasse 1 : voor gemeenten met minder dan 500 personen met betalingsachterstand geregistreerd in de Centrale voor Kredieten aan Particulieren : een equivalent halftijdse betrekking; - klasse 2 : voor gemeenten met tussen 500 en minder dan 1.000 personen met betalingsachterstand geregistreerd in de Centrale voor Kredieten aan Particulieren : een equivalent voltijdse betrekking; - klasse 3 : voor gemeenten met tussen 1.000 en minder dan 2.500 personen met betalingsachterstand geregistreerd in de Centrale voor Kredieten aan Particulieren : drie equivalent voltijdse betrekkingen; - klasse 4 : voor gemeenten met tussen 2.500 en minder dan 5.000 personen met betalingsachterstand geregistreerd in de Centrale voor Kredieten aan Particulieren : vijf equivalent voltijdse betrekkingen; - klasse 5 : voor gemeenten met tussen 5.000 en minder dan 7.500 personen met betalingsachterstand geregistreerd in de Centrale voor Kredieten aan Particulieren : acht equivalent voltijdse betrekkingen; - klasse 6 : voor gemeenten met 7.500 of meer personen met betalingsachterstand geregistreerd in de Centrale voor Kredieten aan Particulieren : tien equivalent voltijdse betrekkingen. § 3. Het in § 1 bedoelde bedrag wordt automatisch geïndexeerd en de Koning kan dat bedrag, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, aanpassen aan de evolutie van de lonen.

Art. 5.De onder artikel 4, §§ 1 en 2, bedoelde financiering is vanaf 1 januari 2005 afhankelijk van de erkenning van de dienst schuldbemiddeling van het betrokken OCMW door de bevoegde overheid of van zijn overeenkomst met een door de bevoegde overheid erkende dienst of persoon.

Art. 6.Teneinde in de opdrachten bedoeld in artikel 2, 2°, te voorzien, verdeelt de federale Staat jaarlijks, na aftrek van de noodzakelijke middelen voor de financiering van de in artikel 4 bedoelde maatregelen, het saldo van de fondsen bedoeld in artikel 7 over de OCMW's op basis van de som van het aantal gerechtigden op bestaansminimum of gerechtigden op maatschappelijke integratie en het aantal vreemdelingen ingeschreven in het bevolkingsregister die recht hebben op financiële steun van het OCMW op 1 januari van het voorgaande jaar.

Dit saldo moet exclusief aangewend worden voor : - een tegemoetkoming inzake de aanzuivering van niet-betaalde rekeningen en/of - maatregelen in het kader van een preventief sociaal energiebeleid.

Art. 7.De noodzakelijke middelen voor de financiering van de in de artikelen 4 en 6 bedoelde maatregelen worden voorafgenomen op de fondsen bedoeld in artikel 21 van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt en artikel 15/11 van de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen.

Art. 8.Deze wet heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2002.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 4 september 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Maatschappelijke Integratie, J. VANDE LANOTTE De Minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid, C. PICQUE Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN _______ Nota (1) Zie : Stukken van de Kamer van volksvertegenwoordigers : 50-1664 - 2001/2002 : Nr.1 : Wetsontwerp.

Nrs. 2-3 : Amendementen.

Nr. 4 : Verslag.

Nr. 5 : Tekst aangenomen door de commissie.

Nr. 6 : Aanvullend verslag.

Nr. 7 : Tekst aangenomen door de commissie.

Nr. 8 : Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat.

Integraal verslag : 23 mei 2002.

Stukken van de Senaat : 2-1163 - 2001/2002 : Nr. 1 : Ontwerp geëvoceerd door de Senaat.

Nrs. 2 en 3 : Amendementen.

Nr. 4 : Verslag.

Nr. 5 : Amendementen.

Nr. 6 : Beslissing om niet te amenderen.

Handelingen van de Senaat : 10 juli 2002.

^