Etaamb.openjustice.be
Omzendbrief van 10 september 2009
gepubliceerd op 02 oktober 2009

Omzendbrief houdende het opmaken van de begroting voor het dienstjaar 2010 van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2009031491
pub.
02/10/2009
prom.
10/09/2009
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST


10 SEPTEMBER 2009. - Omzendbrief houdende het opmaken van de begroting voor het dienstjaar 2010 van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest


Aan de dames en heren Voorzitters en leden van de raden voor maatschappelijk welzijn van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Aan de dames en heren, leden van de Colleges van Burgemeester en Schepenen, Aan de dames en heren, Secretarissen en Ontvangers, Aan de dames en heren Inspecteurs, 1. Algemeen 1.1. Inleiding 1.2. Doorsturen van documenten en bijlagen 1.3. Wet van 26 mei 2002 betreffende de maatschappelijke integratie en de gelijkgestelde hulp 2. Richtlijnen bij de opmaak van de begroting 2.1. Algemene bepalingen 2.2. Technische groep 2.3. Exploitatiedienst 2.3.1. Ontvangsten 2.3.1.1. Het Bijzonder Fonds voor Maatschappelijk Welzijn 2.3.1.2. De gemeentelijke dotatie 2.3.2. Uitgaven 2.3.2.1. Personeel 2.3.2.2. Werking 2.3.2.3. Herverdeling 2.4. Investeringsdienst 2.5. Schuld 2.6. Diversen 2.6.1. Overeenkomsten in toepassing van artikel 61 van de organieke wet 2.6.2 Dienstverlening 2.6.3 Commissie voor boekhoudkundige normen 1. Algemeen 1.1. Inleiding Het onderwerp van deze omzendbrief is de opmaak van de begroting van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn voor het dienstjaar 2010.

Over het algemeen en behoudens andere bepalingen, blijven de richtlijnen van de voorgaande omzendbrieven van toepassing. De aanvullingen en/of de commentaren ten opzichte van de omzendbrief van het Verenigd College, d.d. 23 juli 2008, met betrekking tot de begroting 2009 worden in het vet aangeduid. 1.2. Doorsturen van documenten en bijlagen Krachtens artikel 88 van de organieke wet, moeten de raden voor maatschappelijk welzijn, vóór 15 september van het jaar dat aan het dienstjaar voorafgaat, hun begroting ter goedkeuring voorleggen aan de gemeenteraad samen met de documenten bedoeld in dat artikel en met die waarvan sprake in deze omzendbrief. Het is absoluut noodzakelijk dat deze termijn nauwgezet in acht wordt genomen, temeer omdat de begrotingskredieten slechts kunnen worden aangewend nadat deze zijn goedgekeurd. In dit verband is het niet nutteloos u eraan te herinneren dat dit vroege tijdstip door de wetgever opgelegd werd, teneinde aan de betoelagende gemeente toe te laten met de dotatie rekening te kunnen houden bij het opstellen van hun eigen begroting.

Deze bedraagt inderdaad gemiddeld ongeveer 13 % van hun exploitatie-uitgaven.

De begroting is de vertaling in cijfers van het sociale beleid dat het O.C.M.W. voert en van de middelen waar het over beschikt om dit uit te voeren.

Eén exemplaar van de begroting dient samen met de bijlagen (zie hieronder) naar de directie toezicht O.C.M.W.'s van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie te worden gestuurd op het volgende adres : Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Directie Toezicht O.C.M.W.'s Kruidtuinlaan 20 1035 Brussel Bij niet-goedkeuring of herziening van de begroting door de gemeenteraad, wordt het volledige dossier door het centrum binnen 40 dagen ter goedkeuring voorgelegd aan het Verenigd College.

Binnen 14 dagen na ontvangst van de beslissing van de gemeenteraad tot goedkeuring van de begroting of na het verstrijken van de termijn van 40 dagen waardoor de goedkeuring stilzwijgend verleend wordt, dient het centrum het volledig dossier door te sturen aan het Verenigd College.

Ingevolge de zeer korte termijn waarover wij beschikken om het algemeen toezicht uit te oefenen op de begroting (in het uiterste geval zou het kunnen dat onze diensten pas ingelicht worden over de aard van het toe te passen toezicht vijf dagen vóór het verstrijken van de termijn van 60 dagen), zullen onze diensten zich veroorloven om, bij het verstrijken van de termijn van 40 dagen te rekenen vanaf de dag dat het document ons werd toegestuurd overeenkomstig het voornoemd artikel 88, § 1, tweede lid, uw centrum te contacteren.

De datum van ontvangst van het volledige dossier of van de brief met de betekening is de ingangsdatum van de termijn bedoeld in de artikelen 88, 110 en 111 van de organieke wet.

Indien de verplichte bijlagen bij de begroting niet systematisch worden toegezonden, zal het geheel of gedeeltelijk ontbreken van deze documenten kunnen leiden tot een dwingende maatregel van de toezichthoudende overheid. De Raad van State is van oordeel dat de termijn waarover de toezichthoudende overheid beschikt pas begint te lopen vanaf het ogenblik dat een beslissing die aan deze toezichthoudende overheid voor controle werd toegezonden, op correcte wijze is betekend (RvS nr. 38894 van 3 maart 1992).

De volgende documenten moeten derhalve VERPLICHT doorgestuurd worden : - de begroting van het dienstjaar 2010 samen met de documenten bedoeld in artikel 88, § 1, van de organieke wet (de algemene beleidsnota en het verslag bedoeld in artikel 26bis, § 5) en de verklarende en stavende nota betreffende de begroting, zoals bedoeld in artikel 88, § 3, van de organieke wet (cf. bijlage 1); - het verslag van de vergadering van het overlegcomité, zoals bedoeld in art. 26bis, § 4, van de organieke wet; - in voorkomend geval, de begroting 2010 van de diensten en instellingen met apart beheer; - het advies van de technische groep voorzien in artikel 11 van het algemeen reglement op de comptabiliteit van de O.C.M.W.'s van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Dit advies dient te worden getekend door de voorzitter, secretaris en de ontvanger; - het organisatieschema van alle diensten van het centrum; - een gedetailleerde tabel van het personeel zoals bijgevoegd aan het besluit van het Verenigd College, d.d. 31 mei 2007, houdende wijziging van het besluit, d.d. 25 februari 1999, tot vaststelling van het model voor de begroting van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (cf. bijlage 2) ; - een gedetailleerde tabel van de investeringen en hun financieringswijze; - een gedetailleerde tabel van het geheel der aangegane en de aan te gane leningen gedurende het dienstjaar, inbegrepen de kredietopeningen; - een tabel met bepaalde essentiële gegevens van de ontvangsten en uitgaven van het dienstjaar 2010 en van de vorige dienstjaren (zie bijlagen 3 en 4 ); - een overzichtstabel met de toestand van de verschillende exploitatie- en investeringsfondsen (rekening n-3, rekening n-2, begroting n-1, raming van de ontvangsten en uitgaven op de begroting n, theoretische toestand eind 2010); - een zelfde tabel moet worden opgemaakt voor het pensioenfonds, indien het beheerd wordt door het centrum. (zie bijlage 5);

De hierboven vermelde tabellen zullen u samen met de huidige begrotingsomzendbrief tegelijkertijd per post en elektronisch worden overgemaakt en dienen zowel onder digitale als onder papieren vorm worden ingevuld en toegestuurd op het e-mailadres tutelleocmw@mbhg.irisnet.be en naar het onder punt 1.2. vermeld postadres. 1.3. Wet van 26 mei 2002 betreffende de maatschappelijke integratie en de gelijkgestelde hulp De overeenstemming tussen de ontvangst- en uitgavekredieten voor het leefloon moet worden aangepast aan het type tegemoetkomingen dat daarvoor wordt toegekend.

In het algemeen moeten de centra erop toezien dat de verschillende inschrijvingen op de begroting met tegemoetkoming van de federale overheid, overeenstemmen met het percentage van de tegemoetkoming voorzien inzake bijstand en sociale integratie, in het bijzonder voor wat betreft de tegemoetkoming die de Staat toekent krachtens de wet van 26 mei 2002 inzake het recht op maatschappelijke integratie en de wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de O.C.M.W.'s.

Op het ogenblik van de definitieve vastlegging van die uitgaven, zullen de centra gelijktijdig de overeenstemmende rechten vaststellen overeenkomstig de percentages van de staatstussenkomst in die uitgaven. 2. Richtlijnen bij de opmaak van de begroting 2.1. Algemene bepalingen De begroting dient te worden opgemaakt overeenkomstig het begrotingsmodel opgenomen in het desbetreffend besluit van het Verenigd college van 25 februari 1999 zoals gewijzigd bij het besluit van het Verenigd College van 31 mei 2007.

De O.C.M.W.'s moeten strikt de bepalingen toepassen betreffende de nieuwe boekhouding opgenomen in het algemeen reglement op de comptabiliteit van 26 oktober 1995 gewijzigd op 11 december 2003 (Belgisch Staatsblad van 23 februari 2004) en in de conceptuele analyse goedgekeurd door het Verenigd College op 12 februari 1998, gewijzigd op 3 juni 1999. De boekhoudkundige plannen zijn ook aangevuld met het besluit van het Verenigd College van 7 november 2002 zodat rekening kan worden gehouden met de nieuwe wetgeving inzake sociale integratie. We verwijzen o.m. naar de vroegere omzendbrieven voor het correcte gebruik van de functionele en economische codes. In dit verband stellen we vast dat de specifieke functionele codes niet altijd worden benut, terwijl de diensten die hierop betrekking hebben wel degelijk worden verleend (zie hieromtrent ook 2.6.2.).

De O.C.M.W.'s moeten hun beleidsinspanningen voortzetten en moeten er vooral op toezien hun personeels- en werkingsuitgaven te beheersen.

De inkomsten en uitgaven moeten nauwkeurig geraamd worden. Bij gebrek aan reglementaire evaluatie-elementen of administratieve richtlijnen, moet de raming uitgaan van de werkelijke ontvangsten en uitgaven van het laatst gekende dienstjaar. Zijn er niet voldoende recente definitieve cijfers bekend, dan dienen de cijfers van de laatst goedgekeurde begroting als basis van de berekening.

Om hun activiteiten en investeringen te financieren, moeten de centra ervoor zorgen alle subsidies aan te vragen voorzien door de verschillende wettelijke en reglementaire bepalingen. Ze zullen er ook voor zorgen dat de dossiers waarvoor invorderingsstaten worden opgesteld regelmatig ingediend worden bij de betrokken overheden, en dat ze dan ook regelmatig opgevolgd worden, o.m. voor de terugvordering van de steunverlening.

We herinneren eraan dat krachtens het universaliteitsprincipe van de begroting, de boekhouding alle ontvangsten en uitgaven moet hernemen en niet het verschil tussen beide. Dat betekent dat elke begrotingscompensatie verboden is.

De werkingssubsidies i.v.m. het leefloon, de energietoelevering en dergelijke moeten in de begroting worden ingeschreven. Als de uitgave tijdens het begrotingsjaar niet kan worden vastgelegd, dan wordt het bedrag van de subsidie gestort in een exploitatiereservefonds via een begrotingswijziging met een artikel van de overboekingen, zodat ze in het volgende begrotingsjaar kan gebruikt worden. We wijzen er ter herinnering op dat krachtens de boekhoudkundige regels van de rijkscomptabiliteit de subsidiërende overheid de plicht heeft na te gaan of de subsidie wel is gebruikt voor de doelstellingen waarvoor ze toegekend is en dat in principe elke toelageontvanger het gebruik van de ontvangen bedragen moet rechtvaardigen; alleen al door de subsidie te aanvaarden, kent de begunstigde ervan het recht toe aan de subsidiërende overheden om ter plaatse controle uit te voeren over het gebruik van de toegekende fondsen.

Voorlopige twaalfden Overeenkomstig artikel 13 van het algemeen reglement op de comptabiliteit van de O.C.M.W.'s worden de voorlopige kredieten vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn indien de begroting nog niet aangenomen is. Indien de begroting reeds vastgesteld werd maar nog niet goedgekeurd is, dan zijn deze kredieten impliciet beschikbaar zonder dat de raad zich hierover dient uit te spreken. De voorlopige kredieten hebben alleen betrekking op de uitgaven van de exploitatiedienst.

Voor de O.C.M.W.'s die beschikken over een schuldbemiddelingsdienst zullen de bedragen, bedoeld in artikel 4, § 1, van de wet van 4 september 2002, worden ingeschreven op de hiervoor bestemde functie van het boekhoudkundig plan. 2.2. Technische groep Het artikel 11 van het algemeen reglement op de comptabiliteit van de O.C.M.W.'s van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bepaalt dat het advies uitsluitend slaat op de naleving van de wettelijkheid (inbegrepen het voorschrift van de reglementaire bepalingen met betrekking tot de begrotingsvoorzieningen van zowel de ontvangsten als de uitgaven) en op de te verwachten financiële weerslag. In dit opzicht dient dit rapport een voorstelling weer te geven van de door het O.C.M.W. te verwachten toelagen alsook een verantwoording van een deficit van de rust- en verzorgingstehuizen. 2.3. Exploitatiedienst 2.3.1. Ontvangsten 2.3.1.1. Het Bijzonder Fonds voor Maatschappelijk Welzijn Als ontvangsten uit het Bijzonder Fonds voor Maatschappelijk Welzijn moet in de begroting van het dienstjaar 2010 een bedrag worden ingeschreven dat gelijk is aan het aandeel van elk centrum voor 2009 zoals hieronder opgenomen :

O.C.M.W. EUR

ANDERLECHT

2.044.992,65

OUDERGEM

251.284,45

SINT-AGATHA-BERCHEM

201.951,75

BRUSSEL

3.012.060,63

ETTERBEEK

511.060,68

EVERE

432.417,77

VORST

630.796,39

GANSHOREN

205.447,28

ELSENE

963.341,36

JETTE

539.178,16

KOEKELBERG

287.459,11

SINT-JANS-MOLENBEEK

2.660.735,11

SINT-GILLIS

1.159.641,18

SINT-JOOST-TEN-NODE

1.007.963,33

SCHAARBEEK

2.964.432,68

UKKEL

564.558,49

WATERMAAL-BOSVOORDE

219.232,39

SINT-LAMBRECHTS-WOLUWE

412.997,34

SINT-PIETERS-WOLUWE

265.269,26


2.3.1.2. De gemeentelijke dotatie Artikel 106 van de organieke wet van 8 juli 1976 moet strikt geïnterpreteerd worden : de gemeente is verplicht de ontoereikendheid aan middelen van het O.C.M.W. die is vastgesteld bij de geconcerteerde opmaak van de begroting, bij te passen.

Artikel 106 schrijft voor dat : 1° « De Voorzieningen betreffende de exploitatie- en investeringsdiensten worden in acht genomen » om het gebrek aan middelen te berekenen van het O.C.M.W. 2° « Bij het begin van elke maand wordt de dotatie aan het centrum betaald in twaalfden.Nochtans kan ze met instemming van het centrum, volgens andere modaliteiten betaald worden. » 3° « De definitieve goedkeuring, stilzwijgend of uitdrukkelijk, van de begrotingsrekening van het vorige dienstjaar brengt de vermindering of de vermeerdering met zich mee van de gemeentelijke dotatie opgenomen in de begroting van het centrum van het lopende dienstjaar in functie van het eindresultaat van de begrotingsrekening.» De verbeterende tabel van de rekening 2009 zal dus automatisch de in de begroting 2010 voorziene gemeentelijke dotatie aanpassen binnen de 40 dagen nadat de gemeenteraad de jaarrekeningen heeft ontvangen, behalve als hij die niet goedkeurt (zie artikel 89, § 2, van de organieke wet).

In dat verband willen we benadrukken dat het in geen geval toegestaan is rekening te houden met het resultaat van de rekening voorafgaand aan het dienstjaar 2009 voor de verbetering van de gemeentelijke dotatie. Het is dus voor de O.C.M.W.'s van het grootste belang indien ze laattijdig hun rekeningen hebben opgemaakt, die vertraging in te halen om tot een financieel beheer te komen dat zo dicht mogelijk de objectieve situatie benadert en dat zowel voor de administratie van het O.C.M.W. als voor de gemeentelijke administratie.

Rekening houdend met artikelen 1 en 106 van de organieke wet en met artikel 255, 16°, van de nieuwe gemeentewet is het van belang de noodzaak te benadrukken voor de O.C.M.W.'s onder financieel plan die een overeenkomst hebben afgesloten met het Brussels Gewestelijk Fonds tot Herfinanciering van de Gemeentelijke Thesaurieën, om solidair te zijn met de gemeente waarvan zij afhangen voor wat de saneringsinspanningen betreft. Dat veronderstelt dat zelfs als wettelijk het bedrag ingeschreven in het financieel plan van de gemeenten en van de O.C.M.W.'s voor de gemeentelijke dotatie slechts een informatieve betekenis heeft of als streefdoel dient, de betrokken O.C.M.W.'s er, als belanghebbende partij van de overeenkomst tot herfinanciering, zo veel mogelijk moeten voor zorgen dat doel te benaderen. 2.3.2. Uitgaven Zoals eerder benadrukt, moet gewaakt worden over een beheersing van de personeels- en werkingsuitgaven en dat in het bijzonder voor de O.C.M.W.'s gebonden aan een herfinancieringsovereenkomst.

Elke afwijking van de bij deze omzendbrief toegelaten lineaire normen dient te worden verantwoord. 2.3.2.1. Personeel We herinneren u eraan dat het annaliteitsprincipe strikt moet worden gerespecteerd, wat betekent dat de lonen van het statutair personeel die vooraf betaald worden en de sociale bijstand voor januari 2010, niet in december 2009 mogen worden betaald.

Er wordt geen enkel ander voordeel toegekend aan het personeel buiten de reglementaire programmatie die ter zake wettelijk is voorzien, zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van artikel 42 van de organieke wet. Desgevallend dient rekening te worden gehouden met de bepalingen vervat in het protocolakkoord van het comité C (2007/1) van 25 januari 2007 betreffende het sectoraal akkoord voor de rust- en verzorgingstehuizen en eventueel ook met de toekomstige sectorale akkoorden.

We herinneren u eraan dat boekhoudkundige inschrijvingen in verband met het personeel aangeworven in het raam van artikel 60, § 7, van de organieke wet, moeten toegepast worden volgens het stramien vastgelegd in fiche nr. 1 opgenomen in de omzendbrief met betrekking tot de opmaak van de begroting 2004. Uit een onderzoek is gebleken dat sommige O.C.M.W.'s afwijken van deze technische fiche of deze niet op een correcte wijze toepassen. In voorkomend geval verzoeken wij u deze afwijkingen te verantwoorden in het rapport van de technische groep en dit door de gebruikte artikelen evenals de afkomst van de bedragen op een duidelijke wijze weer te geven.

In de algemene beleidsnota, dienen de criteria die worden gebruikt voor de bepaling van wedden van de personen aangeworven in toepassing van artikel 60, § 7, op een duidelijke wijze worden gedetailleerd (bijvoorbeeld, op basis van hun studieniveau, op basis van de uit te oefenen functie), en dit door een onderscheid te maken tussen deze tewerkgesteld in het O.C.M.W. en deze ter beschikking gesteld bij andere werkgevers. Dit punt dient tevens de ontvangsten te vermelden die zullen worden geïnd bij de gebruikers. Deze dienen te worden voorzien op het hiervoor aangewezen ontvangstartikel 84492x/16100/01.

Er dient tevens rekening te worden gehouden met de technische fiche inzake de boeking van de bijdragen aan de RSZPPO en de betaling van de maandelijkse facturen. Deze werd u toegestuurd op 18 oktober 2007.

De ramingen per economische code worden als volgt opgemaakt : - code 11100 : door de economische recessie voorziet het Federaal Planbureau tot op heden slechts een heel zwakke verhoging van de inflatievoet; bovendien zijn de projecties voor de opmaak van de gemeentebegrotingen nog niet gekend; om deze redenen zullen de voorzieningen voor de te betalen wedden in 2010 geen bijkomende indexatie kennen. De volgende formule zal derhalve worden toegepast : wedden van juli 2009 x 12,42 (jaarwedde + sociale programmatie) x 1,013 (impact van de baremaverhogingen). Mochten de overeenstemmende instructies ten aanzien van de gemeenten u bekend zijn vooraleer u de begroting opmaakt, dan zal u deze uiteraard gelijkvormig toepassen; - code 11200 : op basis van de code 11100 : toepassing van de geldende regelgeving; - code 11300 : op basis van de code 11100, met constant percentage;

De syndicale premies worden aangerekend op deze economische natuur 11300. Het bedrag van de tussenkomst van het O.C.M.W. te voorzien voor 2010 bedraagt : 46,55 euro per personeelslid; - code 11400 : op basis van de code 11100 : deze code omvat de patronale bijdrage voor het pensioen gestort aan andere kassen dan de RSZPPO, met inbegrip van de eigen pensioenkas van het centrum; - code 11401 : op basis van de code 11100 : deze code omvat de patronale bijdrage voor het pensioen van de statutaire ambtenaren aan de RSZPPO. Het percentage van de bijdrage blijft ongewijzigd, hetzij 20 % + 7,5 % bijdrage voor de O.C.M.W.'s en instellingen die deel uitmaken van pool I; voor deze die deel uitmaken van pool II bedraagt de te voorziene bijdrage 27 % + 7,5 % voor het jaar 2010; - code 11500 : de vervoerkosten te berekenen volgens de vigerende regelgeving; de andere uitgaven moeten op het niveau van de initiële begroting 2009 behouden blijven; - code 11600 : de ramingen moeten samenhangend zijn en overeenstemmen met het geldend pensioenstelsel. Het pensioenfonds moet zonder onderscheid de rustpensioenen en de overlevingspensioenen omvatten; - code 11700 : volgens de loonmassa en contractuele clausules; - code 11800 : raming volgens contracten. 2.3.2.2. Werking In principe mogen de werkingsuitgaven in het totaal niet hoger zijn dan 3 % ten opzichte van de vastgelegde uitgaven van de rekening 2008.

De O.C.M.W.'s moeten een begrotingskrediet voorzien dat minstens gelijk is aan 0,5 % van het totale bedrag van de personeelslasten (codes 11100 + 11300) om een kwaliteitsvolle voortgezette en beroepsopleiding te verzekeren. 2.3.2.3. Herverdeling De begrotingsvoorzieningen betreffende de bedragen van het leefloon, moeten worden opgesteld op basis van het maandgemiddelde van de uitkeringen uitbetaald van 1 januari tot en met 30 juni 2009, niettemin rekening houdend met de omzendbrief van 25 mei 2009 van het Ministerie van Maatschappelijke Integratie houdende verhoging van de basisbedragen bedoeld in artikel 14, § 1, van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie per 1 juni 2009.

Om dezelfde redenen als voor de wedden, wordt hier ook voorlopig geen bijkomende indexatie voorzien.

Wat de andere herverdelingsuitgaven betreft, herinneren wij de O.C.M.W.'s eraan dat dient gestreefd te worden naar een financieel evenwichtig beheer van hun rusthuizen evenals van de andere diensten die ze organiseren (kinderoppas, maaltijden aan huis, klusjesdienst,...). 2.4. Investeringsdienst De investeringsdienst moet in de uitgaven de nodige kredieten voorzien voor de terugbetaling van de geleende kapitalen en voor de geplande investeringen en in ontvangsten voor de financiering van deze investeringen. Een deel van die ontvangsten mag afkomstig zijn van een eigen investeringsfonds van het centrum.

Aangezien de gemeentelijke dotatie het evenwicht verzekert van alle diensten van de begroting, mogen de middelen voor het dekken van de investeringsuitgaven dus ook afkomstig zijn van de exploitatiedienst, in het bijzonder voor de investeringsuitgaven van minder dan 5.500 euro die niet mogen gefinancierd worden met een lening. Derhalve dient elke uitgave groter dan dit bedrag het voorwerp uit te maken van een gelijkaardige ontvangst in de investeringsdienst. De financiering van deze uitgaven mag aldus enkel verzekerd worden door leningen, subsidies, vervreemdingen, giften en legaten of door een overboeking vanuit het investeringsreservefonds of door een overboeking vanuit de exploitatiedienst.

Hier dient er een onderscheid gemaakt tussen de gemeentetoelage die het evenwicht van beide begrotingsdiensten dient te verzekeren en een eventuele toelage in kapitaal vanwege de gemeentelijke overheid bedoeld om een specifieke investering van het O.C.M.W. te financieren waarvan de ontvangst dient te worden voorzien in de investeringsdienst onder de economische code 68500/51 « Toelagen in kapitaal van publiekrechtelijke instellingen voor specifieke investeringen ».

Een tabel van de voorziene investeringen opgemaakt conform het voorgeschreven model moet integrerend deel uitmaken van de begroting. 2.5. Schuld Debiteurintresten : volgens het stramien van de vermoedelijke vervaldagen van de thesaurie van het O.C.M.W. Kosten van de leningen : deze dienen te beantwoorden aan de vervaldagen bepaald door de leningverschaffende instellingen en aan de bepalingen van de financiële opdracht gegund door het O.C.M.W. alsook aan deze van de opdracht m.b.t. de investeringen van het dienstjaar.

De O.C.M.W.'s worden verzocht om toe te zien op de toepassing van de omzendbrief in verband met sommige financiële diensten in het kader van de toepassing van de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten van werken, leveringen en diensten.

Wij informeren u over het feit dat de ordonnantie van 2 mei 2002 tot wijziging van de ordonnantie van 8 april 1993 houdende de oprichting van het Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën eveneens aan het Fonds toelaat leningen toe te kennen aan de O.C.M.W.'s en hun schulden geheel of gedeeltelijk te beheren (zie o.a. artikel 2, § 3, van de ordonnantie). 2.6. Diversen 2.6.1. Overeenkomsten in toepassing van artikel 61 van de organieke wet In de algemene politieke nota dienen de kosten vermeld te worden die de O.C.M.W.'s maken ten gevolge van de toepassing van de maatregelen of praktijken bedoeld in artikel 61 van de organieke wet van de O.C.M.W.'s. In het belang van de duidelijkheid is het gepast om in de algemene beleidsnota de aard van deze samenwerking of van de overeenkomst, de datum van de betreffende beslissing van de Raad, de personeels- en werkingskosten alsook de betrokken begrotingsartikelen te vermelden. Het huidig punt betreft niet de overeenkomsten teneinde de personen een betrekking te bezorgen in het kader van artikel 60, § 7, van de organieke wet. 2.6.2. Dienstverlening Zoals toegevoegd in bijlage 1, dient de algemene beleidsnota de rapportering te bevatten overeenkomstig artikel 60bis van de organieke wet. 2.6.3. Commissie voor boekhoudkundige normen In het kader van de recente hernieuwing van de Commissie, maken wij hier van de gelegenheid gebruik uw aandacht te vestigen op de mogelijkheid om boekhoudkundige problemen voor te leggen. Haar opdracht en haar taken werden onlangs vastgelegd in het besluit van het Verenigd College d.d. 4 december 2008 (Belgisch Staatsblad van 16 december 2008, 2e editie).

Dientengevolge kan deze Commissie via adviezen en aanbevelingen de principes bepalen van een regelmatige boekhouding waarbij de nieuwe toe te passen boekhoudkundige verrichtingen worden vastgelegd in een technische fiche. De laatste, die het boeken van de verrichtingen met betrekking tot de BTW betreft, werd u per mail op datum van 4 februari 2009 overgemaakt.

In 2006 werd er binnen de schoot van deze Commissie tevens een werkgroep « Harmonisatie boekhoudkundige verrichtingen » opgericht.

Deze werkgroep buigt zich hoofdzakelijk over de analyse en de harmonisatie van het boekhoudkundig plan met als doel op termijn over een officieel werkdocument te beschikken dat als hulpmiddel kan dienen voor de O.C.M.W.'s.

Uw problemen en/of vragen inzake de boekhouding kunnen worden overgemaakt op het e-mailadres : tutelleocmw@mbhg.irisnet.be.

Met dank voor uw aandacht.

Brussel, 10 september 2009.

De Leden van het Verenigd College, bevoegd voor Bijstand aan Personen, Mevr. B. GROUWELS Mevr. E. HUYTEBROECK

Begrotingsomzendbrief 2010 - Bijlage 1 Schema van de nota inzake het algemeen beleid 1. Evolutie van de gemeentelijke bijdrage 1.1. Totaal van minstens de laatste vijf jaar. (in euro) 1.2. Totaal van het lopende jaar met commentaar op de voornaamste keuzen die werden gemaakt of zullen worden gemaakt. 1.3. Het totaal van de begroting van volgend jaar met uitleg van de verhoging of vermindering van de gemeentelijke bijdrage ten opzichte van het lopende jaar. De nieuwe begrotingsopties moeten hernomen worden en de financiële gevolgen ervan berekend evenals de verhogingen waarop niet kan besnoeid worden (indexering van de totale loonsom, toekenning van biënnales,...) 2. Personeelslasten Vergelijkende tabel van de personeelslasten per functie met aanduiding van de cijfers i.v.m. de rekening 2006, 2007 en 2008 samen met de begroting 2009 en 2010.

Er moet uitleg gegeven worden over de vastleggingen, voorzien voor 2010, de verhogingen door toepassing van het financiële statuut (kostprijs) en de loonindexering. 3. Leningslasten Vereist een voorstelling per functie. Er moet een vergelijking worden gemaakt over drie jaar met herneming van de cijfers van de laatst gekende rekeningen en ook de cijfers van de initiële en gewijzigde begroting van het lopende jaar en de begroting 2010. 4. Exploitatiedienst 4.1. De evolutie van de grote groepen van ontvangsten. 4.2. De evolutie van de grote groepen van uitgaven.

In de commentaar wordt het gevoerde beleid van het centrum uitgelegd. 5. Investeringsdienst Zoals voor de uitbating, moet de analyse per functie gegeven worden en altijd in de volgorde van de functies uit de functionele en economische indeling. Het accent moet niet alleen gelegd worden op de financiële impact van de betrokken begroting, maar op de gevolgen ervan op langere termijn en de komende jaren.

De financieringsmiddelen moeten gepreciseerd worden of door de exploitatiedienst, vervreemding van het patrimonium, lening of andere. 6. Rapportering inzake de dienstverlening overeenkomstig artikel 60bis van de organieke wet (cf.2.6.2. van de omzendbrief) 7. Overeenkomsten in toepassing van artikel 61 van de organieke wet (cf.2.6.1. van de omzendbrief) Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^