Etaamb.openjustice.be
Omzendbrief
gepubliceerd op 21 augustus 2013

Omzendbrief houdende het opmaken van de begroting voor het dienstjaar 2014 van de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Aan de dames en heren Voorzitters en Leden van de raden voor maatschappelijk we Aan de dames en heren, leden van de Colleges van Burgemeester en Schepenen, Aan de dames en here(...)

bron
gemeenschappelijke gemeenschapscommissie van brussel-hoofdstad
numac
2013031662
pub.
21/08/2013
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE VAN BRUSSEL-HOOFDSTAD


Omzendbrief houdende het opmaken van de begroting voor het dienstjaar 2014 van de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Aan de dames en heren Voorzitters en Leden van de raden voor maatschappelijk welzijn van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Aan de dames en heren, leden van de Colleges van Burgemeester en Schepenen, Aan de dames en heren, Secretarissen en Ontvangers, Aan de dames en heren Inspecteurs, 1. Algemeen 1.1. Inleiding 1.2. Doorsturen van documenten en bijlage 1.2.1. Algemeen 1.2.2. Verplichte documenten met betrekking tot de begroting 1.2.3. Verplichte documenten met betrekking tot de begrotingswijzigingen 1.3. Wet van 26 mei 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/05/2002 pub. 31/07/2002 numac 2002022559 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende het recht op maatschappelijke integratie type wet prom. 26/05/2002 pub. 26/11/2003 numac 2002015108 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie en de Staat Koeweit inzake de wederzijdse bescherming en bevordering van investeringen, gedaan te Brussel op 28 september 2000 type wet prom. 26/05/2002 pub. 12/01/2004 numac 2003015187 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie en de Regering van de Republiek Jemen inzake de wederzijdse bevordering en bescherming van investeringen, gedaan te Brussel op 3 februari 2000 (2) (3) sluiten inzake het recht op maatschappelijke integratie en de wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de OCMW's 2. Richtlijnen bij de opmaak van de begroting 2.1. Algemene bepalingen 2.2. Technische groep 2.3. Exploitatiedienst 2.3.1. Ontvangsten 2.3.1.1. Het Bijzonder Fonds voor Maatschappelijk Welzijn 2.3.1.2. De gemeentelijke dotatie 2.3.2. Uitgaven 2.3.2.1. Personeel 2.3.2.2. Werkingsuitgaven 2.3.2.3. Herverdelingsuitgaven 2.4. Investeringsdienst 2.5. Schuld 2. 6.Thesaurie 2.7. Diversen 2.7.1. Overeenkomsten in toepassing van artikel 61 van de organieke wet 2.7.2. Dienstverlening 2.7.3. Commissie voor boekhoudkundige normen 2.7.4. Algemeen beleidsprogramma / driejarenplan 3. Slotbemerkingen 1.Algemeen 1.1. Inleiding Het onderwerp van deze omzendbrief is de opmaak van de begroting van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn voor het dienstjaar 2014. De huidige omzendbrief dient te worden beschouwd als een volledig document en vervangt alle voorgaande omzendbrieven. Gemakkelijkheidshalve worden de aanvullingen en/of de commentaren ten opzichte van de omzendbrief van het Verenigd College d.d. 10 augustus 2012 met betrekking tot de begroting 2013 in het vet aangeduid. 1.2. Doorsturen van documenten en bijlagen 1.2.1. Algemeen ? Krachtens artikel 88 van de organieke wet, moeten de raden voor maatschappelijk welzijn, vóór 15 september van het jaar dat aan het dienstjaar voorafgaat, hun begroting ter goedkeuring voorleggen aan de gemeenteraad samen met de documenten bedoeld in dat artikel en met die waarvan sprake in deze omzendbrief. Deze wordt tezelfdertijd toegezonden aan het Verenigd College. Deze termijn dient nauwgezet in acht te worden genomen. In dit verband is het niet nutteloos u eraan te herinneren dat dit vroege tijdstip door de wetgever opgelegd werd, teneinde aan de betoelagende gemeente toe te laten met de dotatie rekening te kunnen houden bij het opstellen van hun eigen begroting. ? De begroting is de vertaling in cijfers van het sociale beleid dat het OCMW voert en van de middelen waar het over beschikt om dit uit te voeren. ? Eén exemplaar van de begroting dient samen met de bijlagen (zie hieronder) naar de directie toezicht OCMW's van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest te worden gestuurd op het volgende adres : Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Directie Toezicht OCMW's Kruidtuinlaan 20 1035 Brussel ? Bij niet-goedkeuring of herziening van de begroting door de gemeenteraad, wordt het volledige dossier door het centrum binnen 40 dagen ter goedkeuring voorgelegd aan het Verenigd College. ? Binnen 14 dagen na ontvangst van de beslissing van de gemeenteraad tot goedkeuring van de begroting of na het verstrijken van de termijn van 40 dagen waardoor de goedkeuring stilzwijgend verleend wordt, dient het centrum het volledig dossier door te sturen aan het Verenigd College. ? Als gevolg van de zeer korte termijn waarover wij beschikken om het algemeen toezicht uit te oefenen op de begroting (in het uiterste geval zou het kunnen dat onze diensten pas ingelicht worden over de aard van het toe te passen toezicht vijf dagen vóór het verstrijken van de termijn van 60 dagen), zullen onze diensten bij het verstrijken van de termijn van 40 dagen te rekenen vanaf de dag dat het document ons werd toegestuurd overeenkomstig het voornoemd artikel 88 § 1 tweede lid, contact opnemen met uw centrum. ? De datum van ontvangst van het volledige dossier is de ingangsdatum van de termijn bedoeld in de artikelen 88, 110 en 111 van de organieke wet. ? Indien de verplichte bijlagen bij de begroting niet systematisch worden toegezonden, zal het geheel of gedeeltelijk ontbreken van deze documenten kunnen leiden tot een dwingende maatregel van de toezichthoudende overheid. De Raad van State is immers van oordeel dat de termijn waarover de toezichthoudende overheid beschikt pas begint te lopen vanaf het ogenblik dat een beslissing die aan deze toezichthoudende overheid voor controle werd toegezonden, op correcte wijze is betekend, dit wil zeggen dat het dossier volledig dient te zijn. (RvS nr. 38894 van 3 maart 1992) 1.2.2. Verplichte documenten met betrekking tot de begroting :

BEGROTING - Lijst van de verplichte documenten

1

De begroting 2014 conform aan het model vastgelegd bij besluit van het Verenigd College d.d. 25 februari 1999, gewijzigd bij besluit van het Verenigd College d.d. 31 mei 2007

2

De beraadslaging in extenso van de raad voor maatschappelijk welzijn

3

De algemene beleidsnota zoals bedoeld in artikel 88, § 1, van de organieke wet (cf.bijlage 1)

4

Het verslag zoals bedoeld in artikel 26bis, § 5, van de organieke wet

5

Het verslag van de vergadering van het overlegcomité, zoals bedoeld in artikel 26bis, § 4 van de organieke wet

6

In voorkomend geval, de begroting 2014 van de diensten en instellingen met apart beheer

7

Het advies van de technische groep zoals bedoeld in artikel 11 van het algemeen reglement op de OCMW-comptabiliteit (cf. punt 2.2 met betrekking tot de inhoud)

8

Het organisatieschema van alle diensten van het centrum

9

Een gedetailleerde tabel van het personeel zoals bijgevoegd aan het besluit van het Verenigd College d.d. 31 mei 2007 houdende wijziging van het besluit d.d. 25 februari 1999 tot vaststelling van het model voor de begroting van de OCMW's van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (cf. bijlage 2)

10

Een gedetailleerde tabel van de investeringen en hun financieringswijze

11

Een gedetailleerde tabel van het geheel der aangegane en de aan te gane leningen gedurende het dienstjaar, inbegrepen de kredietopeningen

12

Een tabel met bepaalde essentiële gegevens van de ontvangsten en uitgaven van het dienstjaar 2014 en van de vorige dienstjaren (cf. bijlagen 3 en 4);

13

Een algemeen beleidsprogramma (cf. punt 2.7.4) : Wij herinneren U aan de bepalingen van het artikel 72 van de organieke wet waarin wordt gesteld dat er bij de eerste begroting van het jaar dat volgt op de algehele vernieuwing van de raad voor maatschappelijk welzijn, een beleidsprogramma voor de duur van zijn mandaat dient te worden gevoegd dat minstens de belangrijkste beleidsplannen en de begrotingsmiddelen bevat om ze te realiseren. Dit beleidsprogramma dient te worden voorgelegd aan het overlegcomité overeenkomstig artikel 26bis, § 1, 8° van de organieke wet.

De onder punt 9 en 12 vermelde tabellen zullen u samen met de huidige begrotingsomzendbrief tegelijkertijd per post en elektronisch worden overgemaakt en dienen zowel onder digitale als onder papieren vorm te worden ingevuld en toegestuurd op het e-mailadres tutelleocmw@mbhg.irisnet.be en naar het onder punt 1.2. vermelde postadres.

Toelichting bij de verplichte documenten : Personeelstabellen (punt 9) De telling dient in voltijds equivalenten te worden uitgevoerd zowel voor wat betreft de effectieven als de andere categorieën. Voor wat betreft de invulling van de kolommen « Geslacht » en « Woonplaats » dient u het aantal fysieke personen te vermelden. De personen in disponibiliteit, hetzij op vrijwillige basis voorafgaand aan het pensioen, hetzij wegens langdurige ziekte, dienen eveneens te worden meegerekend. In dit geval dient u hun aantal evenwel te vermelden.

Aangezien er in het verleden talrijke fouten werden vastgesteld bij het nazicht ervan, verzoeken wij u deze tabellen met de grootste omzichtigheid in te vullen.

Verslag mbt schaalvoordelen (punt 4) Artikel 26bis, § 5, van de organieke wet van 8 juli 1976Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/07/1976 pub. 18/04/2016 numac 2016000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. - Officieuze coördinatie in het Duits van de versie toepasselijk op de inwoners van het Duitse taalgebied sluiten betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn bepaalt dat het overlegcomité erop toeziet dat jaarlijks een verslag wordt opgesteld met betrekking tot de schaalvoordelen en het opheffen van overlappingen of het dooreen lopen van activiteiten van het OCMW en van de gemeente.

Onverminderd de strikte eerbiediging van de respectieve wettelijke voorrechten en opdrachten van de onderscheiden besturen, de gemeenten enerzijds en de OCMW's anderzijds, is het van het grootste belang dat in de huidige tijden van zeer beperkte financiële middelen, dat overleg werkelijk plaatsvindt en men er in slaagt te voorkomen dat de gemeente en het OCMW tegelijk analoge diensten met een sociale opdracht beheren die bovendien elkaar concurrentie aandoen.

Zo is het aangewezen dat indien de gemeente over een eigen informaticadienst of specifieke diensten met een technisch karakter beschikt, het OCMW geen beroep doet op ondernemingen buiten het OCMW voor bijvoorbeeld de berekening van de lonen en wedden of voor het uitvoeren van technische studies of omgekeerd. De eventueel door die gemeentediensten of OCMW-diensten uitgevoerde dienstverlening moet worden aangerekend door de dienstverlener aan de begunstigde. Het is van belang dat de lasten en de producten van elkeen duidelijk worden vastgesteld en in hun boekhouding worden opgenomen.

Die samenwerking mag er niet toe leiden dat binnen het OCMW diensten worden afgeschaft die de wet of de reglementaire bepalingen voorschrijven. Zo wordt de overdracht door het OCMW aan de gemeentelijke financiële dienst van zijn opdracht van de opmaak van de begroting, de uitoefening van de budgettaire controle, de vastlegging van de uitgaven en de vaststelling van de rechten, verboden.

Het OCMW moet kunnen blijven beslissen over begrotingsaangelegenheden en de keuze van zijn leveranciers met inachtneming van de wet op de overheidsopdrachten. 1.2.3. Verplichte documenten met betrekking tot de begrotingswijzigingen :

BEGROTINGSWIJZIGING - Lijst van de verplichte documenten

1

De begrotingswijziging conform aan het model zoals gevoegd bij het besluit van het Verenigd College d.d. 12 februari 1998 houdende conceptuele analyse van de nieuwe comptabiliteit van de OCMW's van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (gewijzigd bij besluit van het Verenigd College d.d. 3 juni 1999)

2

De beraadslaging in extenso van de raad voor maatschappelijk welzijn

3

De verklarende en stavende nota zoals bedoeld in artikel 88, § 3, van de organieke wet

4

Het verslag van de vergadering van het overlegcomité, zoals bedoeld in artikel 26bis, § 4, van de organieke wet ingeval de begrotingswijziging een verhoging of een vermindering heeft teweeggebracht van de gemeentetoelage (cf. artikel 26is, § 1, 4° )

6

In voorkomend geval, de begrotingswijziging van de diensten en instellingen met apart beheer

7

Het advies van de technische groep zoals bedoeld in artikel 11 van het algemeen reglement op de OCMW-comptabiliteit (cf. punt 2.2 voor wat betreft de inhoud)


Teneinde het toezicht efficiënter te laten verlopen, wordt u verzocht een inhoudstafel bij te voegen van de toegevoegde bijlagen bij de begroting en begrotingswijzigingen.

Opmerking met betrekking tot de begrotingswijzigingen : ? Deze zijn aan dezelfde procedures onderworpen als de begroting in overeenstemming met artikel 88, § 2, van de organieke wet van 8 juli 1976Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/07/1976 pub. 18/04/2016 numac 2016000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. - Officieuze coördinatie in het Duits van de versie toepasselijk op de inwoners van het Duitse taalgebied sluiten en artikel 14 van het algemeen reglement op de comptabiliteit van de OCMW's van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Voor wat betreft de aanvang van de termijn en in tegenstelling tot deze van de begroting, wordt u herinnerd aan het feit dat deze slechts een aanvang neemt vanaf het ogenblik waarop de directie toezicht op de OCMW's kennis zal hebben gekregen van de daadwerkelijke of stilzwijgende goedkeuring van de begrotingswijziging door de gemeenteraad. Deze inlichting dient aan de directie te worden overgemaakt binnen een termijn van 3 werkdagen te rekenen ten laatste vanaf de dag waarop de termijn toegewezen aan de gemeenteraad om zich uit te spreken, verstreken is. Indien deze informatie niet wordt opgestuurd, zullen onze diensten eveneens contact opnemen met uw centrum. 1.3. Wet van 26 mei 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/05/2002 pub. 31/07/2002 numac 2002022559 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende het recht op maatschappelijke integratie type wet prom. 26/05/2002 pub. 26/11/2003 numac 2002015108 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie en de Staat Koeweit inzake de wederzijdse bescherming en bevordering van investeringen, gedaan te Brussel op 28 september 2000 type wet prom. 26/05/2002 pub. 12/01/2004 numac 2003015187 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie en de Regering van de Republiek Jemen inzake de wederzijdse bevordering en bescherming van investeringen, gedaan te Brussel op 3 februari 2000 (2) (3) sluiten inzake het recht op maatschappelijke integratie en de wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de OCMW's De overeenstemming tussen de ontvangst- en uitgavenkredieten voor het leefloon moet worden aangepast aan het type tegemoetkomingen dat daarvoor wordt toegekend.

In het algemeen moeten de centra erop toezien dat de verschillende inschrijvingen op de begroting met tegemoetkoming van de federale overheid, overeenstemmen met het percentage van de tegemoetkoming voorzien inzake bijstand en sociale integratie, in het bijzonder voor wat betreft de tegemoetkoming die de Staat toekent krachtens de wet van 26 mei 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/05/2002 pub. 31/07/2002 numac 2002022559 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende het recht op maatschappelijke integratie type wet prom. 26/05/2002 pub. 26/11/2003 numac 2002015108 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie en de Staat Koeweit inzake de wederzijdse bescherming en bevordering van investeringen, gedaan te Brussel op 28 september 2000 type wet prom. 26/05/2002 pub. 12/01/2004 numac 2003015187 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie en de Regering van de Republiek Jemen inzake de wederzijdse bevordering en bescherming van investeringen, gedaan te Brussel op 3 februari 2000 (2) (3) sluiten inzake het recht op maatschappelijke integratie en de wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de OCMW's.

Op het ogenblik van de definitieve vastlegging van die uitgaven, zullen de centra gelijktijdig de overeenstemmende rechten vaststellen in overeenstemming met de percentages van de staatstussenkomst in die uitgaven, zoals voorgeschreven in artikel 45 van het algemeen reglement op de OCMW-comptabiliteit. 2. Richtlijnen bij de opmaak van de begroting 2.1. Algemene bepalingen ? De begroting dient te worden opgemaakt overeenkomstig het begrotingsmodel opgenomen in het desbetreffend besluit van het Verenigd College van 25 februari 1999 zoals gewijzigd bij het besluit van het Verenigd College van 31 mei 2007. Tevens dient de kolom « rekening 2012 », te worden ingevuld, zelfs als de gemeente deze rekening nog niet zou hebben goedgekeurd. ? De OCMW's moeten strikt de bepalingen toepassen betreffende de nieuwe boekhouding opgenomen in het algemeen reglement op de OCMW comptabiliteit van 26 oktober 1995, gewijzigd op 11 december 2003 (B.S. van 23.02.2004) en in de conceptuele analyse, goedgekeurd door het Verenigd College op 12 februari 1998, gewijzigd op 3 juni 1999. De boekhoudkundige plannen zijn ook aangevuld met het Besluit van het Verenigd College van 7 november 2002 zodat rekening kan worden gehouden met de nieuwe wetgeving betreffende sociale integratie. Er werd vastgesteld dat de specifieke functionele codes van het boekhoudkundig plan niet altijd worden benut, terwijl de diensten die hierop betrekking hebben wel degelijk worden verleend. (zie hieromtrent ook 2.7.2.) ? De OCMW's moeten hun beleidsinspanningen voortzetten en moeten er vooral op toezien de netto-last van hun personeels- en werkingsuitgaven te beheersen, zowel voor de begroting als voor de begrotingswijzigingen. ? De centra die de kosten van een of meerdere functies aan een of meer andere functies willen factureren, moeten de techniek van de interne facturering gebruiken en de voorziene ontvangsten van de interne facturering moeten overeenkomen met de voorziene uitgaven van dezelfde aard. ? De inkomsten en uitgaven moeten nauwkeurig geraamd worden. Bij gebrek aan reglementaire evaluatie-elementen of administratieve richtlijnen, moet de raming uitgaan van de werkelijke ontvangsten en uitgaven van het laatst gekende dienstjaar. Zijn er niet voldoende recente definitieve cijfers bekend, dan dienen de cijfers van de laatst goedgekeurde begroting als basis van de berekening. ? Om hun activiteiten en investeringen te financieren moeten de centra ervoor zorgen alle subsidies (federale, gewestelijke, van de gemeenschappen, en andere) aan te vragen, voorzien door de verschillende wettelijke en reglementaire bepalingen. De OCMW's zullen er ook voor zorgen dat de dossiers waarvoor invorderingsstaten worden opgesteld regelmatig ingediend worden bij de betrokken overheden en dat ze dan ook regelmatig opgevolgd worden, o.m. voor de terugvordering van de steunverlening. ? We herinneren er aan dat krachtens het universaliteitsprincipe van de begroting, de boekhouding alle ontvangsten en uitgaven moet hernemen en niet het verschil tussen beide. Dat betekent dat elke begrotingscompensatie verboden is. ? De werkingssubsidies i.v.m. het leefloon, de energietoelevering en dergelijke moeten in de begroting worden ingeschreven. Als de uitgave tijdens het begrotingsjaar niet kan worden vastgelegd, dan wordt het bedrag van de subsidie gestort in een exploitatiereservefonds via een begrotingswijziging met een artikel van de overboekingen, zodat ze in het volgende begrotingsjaar kan gebruikt worden. We wijzen er ter herinnering op dat krachtens de boekhoudkundige regels van de rijkscomptabiliteit de subsidiërende overheid de plicht heeft na te gaan of de subsidie wel is gebruikt voor de doelstellingen waarvoor ze toegekend is en dat in principe elke toelageontvanger het gebruik van de ontvangen bedragen moet rechtvaardigen; alleen al door de subsidie te aanvaarden, kent de begunstigde ervan het recht toe aan de subsidiërende overheden om ter plaatse controle uit te voeren over het gebruik van de toegekende fondsen. In dit verband verwijzen wij u naar de toepassing van het Uniek Jaarverslag, die toelaat de rechtvaardiging van de toelagen met betrekking tot de huurwaarborgen, de personeelskosten in het kader van artikel 40 van de wet van 26 mei 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/05/2002 pub. 31/07/2002 numac 2002022559 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende het recht op maatschappelijke integratie type wet prom. 26/05/2002 pub. 26/11/2003 numac 2002015108 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie en de Staat Koeweit inzake de wederzijdse bescherming en bevordering van investeringen, gedaan te Brussel op 28 september 2000 type wet prom. 26/05/2002 pub. 12/01/2004 numac 2003015187 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie en de Regering van de Republiek Jemen inzake de wederzijdse bevordering en bescherming van investeringen, gedaan te Brussel op 3 februari 2000 (2) (3) sluiten, het gas- en elektriciteitsfonds, de verhoogde staatstoelagen, de clusters en de sociaal-culturele participatie in te brengen en die beschikbaar is via de portaalsite http://www.mi-is.be ? Voorlopige twaalfden In overeenstemming met artikel 13 van het algemeen reglement op de OCMW-comptabiliteit worden de voorlopige kredieten vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn indien de begroting nog niet aangenomen is. Indien de begroting reeds vastgesteld werd maar nog niet goedgekeurd is, zijn deze kredieten impliciet beschikbaar zonder dat de raad zich hierover dient uit te spreken. De voorlopige kredieten hebben alleen betrekking op de uitgaven van de exploitatiedienst. ? Voor de OCMW's die beschikken over een schuldbemiddelingsdienst zullen de bedragen, bedoeld in art. 4, § 1, van de wet van 4 september 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/09/2002 pub. 28/09/2002 numac 2002022772 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet houdende toewijzing van een opdracht aan de openbare centra voor maatschappelijk welzijn inzake de begeleiding en de financiële maatschappelijke steunverlening aan de meest hulpbehoevenden inzake energielevering sluiten (1), worden ingeschreven op de hiervoor bestemde functie van het boekhoudkundig plan. ? Wij herinneren eraan dat artikel 60, § 6, van de organieke wet bepaalt dat het besluit om een instelling of een dienst op te richten of uit te breiden voor goedkeuring voorgelegd dient te worden aan de gemeenteraad, zodra het besluit van aard is dat het een tegemoetkoming uit de gemeentebegroting zou meebrengen of deze zal verhogen. Het dossier moet de elementen bevatten bedoeld in het genoemde artikel.

Bovendien kan het OCMW over deze aangelegenheid slechts beslissen indien zij vooraf werd voorgelegd aan het overlegcomité in toepassing van artikel 26bis, § 1, 5°, van voornoemde organieke wet. ? De interne kredietaanpassingen In overeenstemming met artikel 91 § 1 van de organieke wet van 8 juli 1976Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/07/1976 pub. 18/04/2016 numac 2016000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. - Officieuze coördinatie in het Duits van de versie toepasselijk op de inwoners van het Duitse taalgebied sluiten mag de raad voor maatschappelijk welzijn in de loop van het ganse begrotingsjaar interne aanpassingen van kredieten uitvoeren binnen eenzelfde begrotingsenveloppe zonder het oorspronkelijke totale bedrag van de enveloppe te overschrijden. Deze kunnen worden genomen tot ten laatste op 31 januari volgend op het betrokken jaar in toepassing van artikel 16 van het algemeen reglement op de comptabiliteit van de OCMW's van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Deze interne kredietaanpassingen dienen conform te zijn aan het model zoals gevoegd bij het besluit van het Verenigd College d.d. 12 februari 1998 houdende conceptuele analyse van de nieuwe comptabiliteit van de OCMW's van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (gewijzigd bij besluit van het Verenigd College d.d. 3 juni 1999) 2.2. Technische groep Het artikel 11 van het algemeen reglement op de comptabiliteit van de OCMW's van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bepaalt dat het voorontwerp van de begroting voor advies dient voorgelegd te worden aan een technische groep die verplicht bestaat uit de voorzitter, de secretaris en de ontvanger van het centrum. Zij kan op haar vergadering andere personen uitnodigen omwille van hun deskundigheid, om er gehoord te worden in de hoedanigheid van expert op het gebied van begrotings- en financiële aangelegenheden. Die personen mogen echter niet deelnemen aan de beraadslaging van de technische groep wanneer die haar advies uitbrengt. Het advies slaat uitsluitend op de naleving van de wettelijkheid (inbegrepen het voorschrift van de reglementaire bepalingen met betrekking tot de begrotingsvoorzieningen van zowel de ontvangsten als de uitgaven) en op de te verwachten financiële weerslag. In dit opzicht dient dit rapport een voorstelling weer te geven van de door het OCMW te verwachten toelagen alsook een verantwoording van het deficit van de rust- en verzorgingstehuizen.

Dit advies dient te worden ondertekend door de voorzitter, de secretaris en de ontvanger.

Voorts dient de technische groep er in het bijzonder op toe te zien dat : - inzake de werkingskosten : ? Indien de groeibeperking wordt overschreden, rekening houdend met het bepaalde onder punt 2.3.2.2., zal het OCMW de noodzaak ervan moeten aantonen. - inzake sociale bijstand : ? de onder de subfunctie 8290 Voorschotten' ingeschreven ontvangstkredieten tot op de cent overeenstemmen met de voorziene uitgavenkredieten ? de ontvangstkredieten voorzien inzake tegemoetkomingen van de centrale overheid in de uitgaven van het leefloon en van het equivalent leefloon degelijk overeenstemmen met de vastgestelde percentages in de tegemoetkoming. ? er tegenover de voorziene ontvangstkredieten inzake terugbetaling door de rechthebbenden van de uitgaven van het leefloon en van het equivalent leefloon, de uitgavenkredieten staan die aan de genoemde centrale overheid moeten worden terugbetaald, ten belope van de vastgestelde percentages van de tegemoetkomingen van de centrale overheid. ? de ontvangstkredieten voorzien als tegemoetkoming voor behoeftige personen in de betaling van de kosten voor huisvesting of van diverse uitkeringen (thuisbezorgde maaltijden, schoonmaakdienst, diensten voor gezinshulp, enz.) gecompenseerd worden door de gelijkwaardige uitgavenkredieten ingeschreven onder de subfunctie 8320 Sociale Bijstand'. - inzake de kredieten voor andere investeringsuitgaven dan die welke voorzien werden voor de periodieke terugbetaling van financieringsschulden (leningen, huurfinanciering, enz.) : ? De overeenstemmende kredieten m.b.t. de investeringsmiddelen degelijk zijn voorzien (leningen, subsidies, immateriële, materiële of financiële vervreemdingen, opneming uit een reservefonds ten voordele van de investeringsdienst).

In dat verband dient vermeld dat voornoemde overeenstemming tussen de investeringsontvangsten en investeringsuitgaven voor het geheel van de subfuncties en niet per subfunctie gelden.

Met betrekking tot de financiële weerslag van sommige budgettaire vooruitzichten is het belangrijk dat de technische groep in zijn advies niet alleen de nadruk legt op de financiële weerslag op de begroting, maar ook op de gevolgen voor en de impact op de volgende jaren. 2.3. Exploitatiedienst 2.3.1. Ontvangsten 2.3.1.1. Het Bijzonder Fonds voor Maatschappelijk Welzijn Als ontvangsten uit het Bijzonder Fonds voor Maatschappelijk Welzijn moet in de begroting van het dienstjaar 2014 een bedrag worden ingeschreven dat gelijk is aan het aandeel van elk centrum voor 2013 zoals hernomen in het Besluit van 24 januari 2013 van het Verenigd College tot vaststelling van het aandeel voor het jaar 2013 van elk OCMW van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in het Bijzonder Fonds voor Maatschappelijk Welzijn en van de modaliteiten van betaling :

OCMW

EUR

ANDERLECHT

2.304.347,16

OUDERGEM

249.242,76

SINT-AGATHA-BERCHEM

258.931,75

BRUSSEL

3.199.277,18

ETTERBEEK

539.676,64

EVERE

526.606,78

VORST

831.879,45

GANSHOREN

246.703,03

ELSENE

1.037.078,68

JETTE

619.976,80

KOEKELBERG

293.584,64

SINT-JANS-MOLENBEEK

2.922.133,30

SINT-GILLIS

1.185.954,12

SINT-JOOST-TEN-NOODE

1.064.944,52

SCHAARBEEK

3.140.582,46

UKKEL

585.235,53

WATERMAAL-BOSVOORDE

201.117,00

SINT-LAMBRECHTS-WOLUWE

416.328,54

SINT-PIETERS-WOLUWE

223.399,66


2.3.1.2. De gemeentelijke dotatie Artikel 106, § 1, van de organieke wet van 8 juli 1976Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/07/1976 pub. 18/04/2016 numac 2016000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. - Officieuze coördinatie in het Duits van de versie toepasselijk op de inwoners van het Duitse taalgebied sluiten en artikel 7 van de Wet van 2 april 1965 (2) moeten strikt geïnterpreteerd worden : de gemeente is verplicht, na overleg met uw centrum in toepassing van artikel 26bis, § 1, van de organieke wet, de ontoereikendheid aan middelen van het OCMW, die is vastgesteld bij de opmaak van de begroting, bij te passen. Het is echter niet toegestaan een forfaitair vooraf bepaald bedrag te voorzien met betrekking tot de gemeentelijke dotatie. Dit zou tot gevolg hebben dat de begroting een onbetrouwbaar beeld weergeeft van de inkomsten en de noden van het centrum.

Artikel 106, § 2, schrijft voor dat : 1° « De voorzieningen betreffende de exploitatie- en investeringsdiensten worden in acht genomen » om het gebrek aan middelen te berekenen van het OCMW.2° « Bij het begin van elke maand wordt de dotatie aan het centrum betaald in twaalfden.Nochtans kan ze met instemming van het centrum, volgens andere modaliteiten betaald worden. » 3° « De definitieve goedkeuring, stilzwijgend of uitdrukkelijk, van de begrotingsrekening van het vorige dienstjaar brengt de vermindering of de vermeerdering met zich mee van de gemeentelijke dotatie opgenomen in de begroting van het centrum van het lopende dienstjaar in functie van het eindresultaat van de begrotingsrekening.» De verbeterende tabel van de rekening 2013 zal dus automatisch de in de begroting 2014 voorziene gemeentelijke dotatie aanpassen binnen de 40 dagen nadat de gemeenteraad de jaarrekeningen heeft ontvangen, behalve als hij die niet goedkeurt (zie artikel 89, § 2, van de organieke wet).

In dat verband willen we benadrukken dat het in geen geval toegestaan is rekening te houden met het resultaat van de rekening voorafgaand aan het dienstjaar 2013 voor de verbetering van de gemeentelijke dotatie. Het is dus voor de OCMW's van het grootste belang indien ze laattijdig hun rekeningen hebben opgemaakt, die vertraging in te halen om tot een financieel beheer te komen dat zo dicht mogelijk de objectieve situatie benadert en dat zowel voor de administratie van het OCMW als voor de gemeentelijke administratie.

Rekening houdend met artikel 1 en 106 van de organieke wet en met artikel 255, 16°, van de nieuwe gemeentewet is het van belang de noodzaak te benadrukken voor de OCMW's onder financieel plan die een overeenkomst hebben afgesloten met het Brussels Gewestelijk Fonds tot Herfinanciering van de Gemeentelijke Thesaurieën, om solidair te zijn met de gemeente waarvan zij afhangen voor wat de saneringsinspanningen betreft. Dat veronderstelt dat zelfs indien het bedrag betreffende de gemeentelijke dotatie, wettelijk ingeschreven in het financieel plan van de gemeenten en van de OCMW's, slechts een informatieve betekenis heeft of als streefdoel dient, de betrokken OCMW's er, als belanghebbende partij van de overeenkomst tot herfinanciering, er zo veel mogelijk voor moeten zorgen dat doel te benaderen. 2.3.2. Uitgaven Zoals eerder benadrukt, moet gewaakt worden over een beheersing van de personeels- en werkingsuitgaven en dat in het bijzonder voor de OCMW's gebonden aan een herfinancieringsovereenkomst.

Elke afwijking van de bij deze omzendbrief toegelaten lineaire normen dient te worden verantwoord. (cf. punt 2.2 met betrekking tot de inhoud van het rapport van de technische groep) 2.3.2.1. Personeel ? We herinneren u eraan dat het annaliteitsprincipe strikt moet worden gerespecteerd, wat betekent dat de lonen van het statutair personeel die vooraf betaald worden en de sociale bijstand voor januari 2014, niet in december 2013 mogen worden betaald. ? We herinneren u er aan dat boekhoudkundige inschrijvingen in verband met het personeel, aangeworven in toepassing van artikel 60 § 7 van de organieke wet, moeten worden toegepast volgens het stramien, vastgelegd in fiche nr. 1 en 2, opgenomen in de omzendbrief met betrekking tot de opmaak van de begroting 2004 en gewijzigd bij technische fiche 2013 (cf. bijlage bij de begrotingsomzendbrief 2013) Voor alle duidelijkheid, dienen er op het begrotingsartikel 844921/11***/17 overblijvende lasten' alleen de resterende kosten geboekt te worden van de wedde, dus na aftrek van het gedeelte dat gesubsidieerd wordt (leefloon of gelijkgestelde hulp). Op het begrotingsartikel 844921/-11***/17 dienen de terugbetalingen geboekt te worden van deze resterende kosten volgens hetzelfde principe. ? Er dient tevens rekening te worden gehouden met de technische fiche inzake de boeking van de bijdragen aan de RSZPPO en de betaling van de maandelijkse facturen alsook met de technische fiche 2013, zoals bijgevoegd bij de laatste begrotingsomzendbrief.

De ramingen per economische code (3) worden als volgt opgemaakt : - code 11100 : de formule voor de berekening van de wedden van het personeel is als volgt : de wedde van juli 2013 x 12.42 (jaarwedde + sociale programmatie) x 1.013 (impact van de baremaverhogingen) x Y (Y = 1.02, rekening houdend met de voorzieningen van het Federaal Planbureau). Aangezien de berekeningen gebaseerd zijn op veranderlijke informatie, is deze formule onder voorbehoud. In elk geval dient het OCMW voor deze berekening te overleggen met haar gemeente. Het is tevens raadzaam dat de centra zelf op geregelde tijdstippen de website van het Federale Planbureau hieromtrent raadplegen : http://www.plan.be - code 11200 : op basis van de code 11100 : toepassing van de geldende regelgeving; - code 11300 : op basis van de code 11100, met constant percentage;

De syndicale premies worden aangerekend op deze economische natuur 11300; - code 11400 : op basis van de code 11100 : deze code omvat de patronale bijdrage voor het pensioen gestort aan andere kassen dan de RSZPPO, met inbegrip van de eigen pensioenkas van het centrum; - code 11401 : op basis van de code 11100 : deze code omvat de patronale bijdrage voor het pensioen van de statutaire ambtenaren aan de RSZPPO. Onder voorbehoud bedraagt het verminderd percentage van de werkgeversbijdrage 28,5 % + 7,5 % werknemersbijdrage voor de OCMW's en instellingen die deel uitmaken van ex-pool I; voor deze die deel uitmaken van ex-pool II bedragen de te voorziene bijdragen respectievelijk 33,5 % en 7,5 % voor het jaar 2014 (cf. Wet van 24 oktober 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/10/2011 pub. 03/11/2011 numac 2011022356 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot vrijwaring van een duurzame financiering van de pensioenen van de vastbenoemde personeelsleden van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en van de lokale politiezones, tot wijziging van de wet van 6 mei 2002 tot oprichting van het fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie en houdende bijzondere bepalingen inzake sociale zekerheid en houdende diverse wijzigingsbepalingen sluiten tot vrijwaring van een duurzame financiering van de pensioenen, gewijzigd door het KB van 13 november 2011)

2014

Bestuur ex-pool I

Bestuur ex-pool II

Verminderde basispensioenbijdragevoet

36 %

41 %


In functie van de raming, meegedeeld door de RSZPPO, zal elk centrum het bedrag van de responsabilisering in de begroting 2014 dienen te voorzien op de economische natuur 11300. - code 11500 : de vervoerkosten te berekenen volgens de vigerende regelgeving; de andere uitgaven moeten op het niveau van de initiële begroting 2013 behouden blijven; - code 11600 : de ramingen moeten samenhangend zijn en overeenstemmen met het geldend pensioenstelsel. Het pensioenfonds moet zonder onderscheid de rustpensioenen en de overlevingspensioenen omvatten; - code 11700 : volgens de loonmassa en contractuele clausules; - code 11800 : raming volgens contracten. 2.3.2.2. Werkingsuitgaven Met uitzondering van de kosten verbonden aan de verzorging van personen verblijvend in de instellingen van het OCMW en afgezien van nieuwe gesubsidieerde diensten en wijzigingen door de Europese, Federale, gewestelijke overheden en gemeenschappen, geldt het principe van een groeibeperking van 2 % ten opzichte van de uitgaven vastgelegd in de rekening 2012. Dit geldt uiteraard ook voor de eventuele begrotingswijzigingen. Indien de totale verhoging de 2 % overschrijdt, zal het OCMW de noodzaak ervan moeten aantonen in het rapport van de technische groep (cf. punt 2.2. met betrekking tot de inhoud van het technisch rapport).

De OCMW's moeten een begrotingskrediet voorzien dat minstens gelijk is aan 0,5 % van het totale bedrag van de personeelslasten (codes 11100 + 11300) om een kwaliteitsvolle voortgezette en beroepsopleiding te verzekeren. 2.3.2.3. Herverdelingsuitgaven De begrotingsvoorzieningen betreffende de bedragen van het leefloon, moeten worden opgesteld op basis van het maandgemiddelde van de uitkeringen uitbetaald van 1 januari tot en met 30 juni 2013. Evenals voor de wedden, worden de centra verzocht regelmatig de website van het Federaal Planbureau te consulteren.

Wat de andere herverdelingsuitgaven betreft, herinneren wij de OCMW's eraan dat gestreefd dient te worden naar een financieel evenwichtig beheer van hun rusthuizen evenals van de andere diensten die ze organiseren (kinderopvangdienst, thuisbezorgde maaltijden, klusjesdienst..). 2.4. Investeringsdienst De investeringsdienst moet in de uitgaven de nodige kredieten voorzien voor de terugbetaling van de geleende kapitalen en voor de geplande investeringen en in ontvangsten voor de financiering van deze investeringen. Een deel van die ontvangsten mag afkomstig zijn van een eigen investeringsfonds van het centrum.

Aangezien de gemeentelijke dotatie het evenwicht verzekert van alle diensten van de begroting, mogen de middelen voor het dekken van de investeringsuitgaven dus ook afkomstig zijn van de exploitatiedienst, in het bijzonder voor de investeringsuitgaven van minder dan 5.500 euro die niet mogen gefinancierd worden met een lening. Derhalve dient elke uitgave groter dan dit bedrag het voorwerp uit te maken van een gelijkaardige ontvangst in de investeringsdienst. De financiering van deze uitgaven mag aldus enkel verzekerd worden door leningen, subsidies, vervreemdingen, giften en legaten of door een overboeking vanuit het investeringsreservefonds of door een overboeking vanuit de exploitatiedienst.

Hier dient er een onderscheid gemaakt te worden tussen de gemeentetoelage die het evenwicht van beide begrotingsdiensten dient te verzekeren en een eventuele toelage in kapitaal vanwege de gemeentelijke overheid bedoeld om een specifieke investering van het OCMW te financieren, waarvan de ontvangst dient te worden voorzien in de investeringsdienst onder de economische code 68500/51 « Toelagen in kapitaal van publiekrechtelijke instellingen voor specifieke investeringen ».

Een tabel van de voorziene investeringen, waarbij een voorstelling per project en per begrotingsartikel dient te worden gegeven, moet integrerend deel uitmaken van de begroting. 2.5. Schuld ? Debiteurintresten : volgens het stramien van de vermoedelijke vervaldagen van de thesaurie van het OCMW. ? Kosten van de leningen : deze dienen te beantwoorden aan de vervaldagen bepaald door de leningverschaffende instellingen en aan de bepalingen van de financiële opdracht gegund door het OCMW alsook aan deze van de opdracht m.b.t. de investeringen van het dienstjaar. ? De OCMW's worden ook verzocht hun investeringsschuld dynamischer te beheren, meer bepaald via nieuwe onderhandelingen of andere beheersinstrumenten. De OCMW's worden verzocht om toe te zien op de toepassing van de omzendbrief (4) in verband met sommige financiële diensten in het kader van de toepassing van de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten van werken, leveringen en diensten. ? Wij informeren u over het feit dat de ordonnantie van 2 mei 2002 tot wijziging van de ordonnantie van 8 april 1993 houdende de oprichting van het Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën eveneens aan het Fonds toelaat leningen toe te kennen aan de OCMW's en hun schulden geheel of gedeeltelijk te beheren (zie o.a. artikel 2, § 3, van de ordonnantie). Bovendien is het ten zeerste aan te raden het Fonds voorafgaandelijk aan elke overheidsopdracht van financiële aard te contacteren om zijn advies te vragen aangezien het één van zijn taken is de lokale besturen te adviseren in het beheer van de thesaurie en van de schuld. 2. 6.Thesaurie Het wordt ten zeerste aangeraden en het is uiterst wenselijk dat er in het kader van het overlegcomité wordt onderhandeld over een eventuele oprichting van een kasgeldfonds, aan te leggen in één of meerdere fasen. Dit zou volgens een studie ongeveer een twaalfde van de exploitatie-uitgaven van het eigen dienstjaar moeten vertegenwoordigen, met uitsluiting van de interne facturering en de overboekingen, om de thesauriebehoeften van het centrum te dekken, ten einde het beroep op dure kredietopeningen te vermijden en om regelmatig te uitgaven te kunnen betalen.

Er wordt aan herinnerd dat het begrip « kasgeldfonds » de operatie inhoudt die tot doel heeft de onderneming een eigen financiële stroom ter beschikking te stellen waardoor deze onderneming nauwgezet aan haar verplichtingen kan voldoen zonder daarvoor externe financieringsmiddelen aan te spreken. Uiteraard mag het kasgeldfonds niet budgettair worden uitgegeven.

Het is bovendien de taak van de ontvanger om, in overeenstemming met artikel 35 § 4 van het Algemeen reglement op de comptabiliteit van de OCMW's, aan het bevoegd orgaan elk voorstel te formuleren ten einde, enerzijds, de lasten van de schuld op korte en lange termijn te laten verminderen en, anderzijds, opdat de kasvoorraad voldoende middelen zou bevatten om, te allen tijde, de verbintenissen van het centrum te kunnen nakomen en de uitgaven te kunnen betalen. 2.7. Diversen 2.7.1. Overeenkomsten in toepassing van artikel 61 van de organieke wet In de algemene beleidsnota dienen de kosten vermeld te worden die de OCMW's maken ten gevolge van de toepassing van de maatregelen of praktijken bedoeld in artikel 61 van de organieke wet van de OCMW's.

In het belang van de duidelijkheid is het gepast om in de algemene beleidsnota de aard van deze samenwerking of van de overeenkomst, de datum van de betreffende beslissing van de Raad, de personeels- en werkingskosten alsook de betrokken begrotingsartikels te vermelden. 2.7.2. Dienstverlening Overeenkomstig artikel 60bis van de organieke wet dient het OCMW alle initiatieven te nemen met het oog op de bekendmaking van de verschillende door het centrum verstrekte vormen van dienstverlening en dient hieromtrent jaarlijks te rapporteren in de algemene beleidsnota (cf. bijlage 1). Wij vestigen er in het bijzonder uw aandacht op dat het ontbreken van deze rapportering tot een dwingende toezichtsmaatregel kan leiden. 2.7.3. Commissie voor boekhoudkundige normen Wij vestigen uw aandacht op de mogelijkheid om aan de commissie uw boekhoudkundige problemen voor te leggen. Tevens kunt u contact opnemen bij vragen omtrent de opmaak van eventuele nieuwe begrotingsartikelen. Haar opdracht en haar taken werden vastgelegd in het besluit van het Verenigd College d.d. 4 december 2008 (Belgisch Staatsblad van 16 december 2008, 2e editie).

Dientengevolge kan deze Commissie via adviezen en aanbevelingen de principes bepalen van een regelmatige boekhouding waarbij de nieuwe toe te passen boekhoudkundige verrichtingen telkens worden vastgelegd in technische fiches.

In 2006 werd er binnen de schoot van deze Commissie tevens een werkgroep « Harmonisatie boekhoudkundige verrichtingen » opgericht.

Deze werkgroep buigt zich hoofdzakelijk over de analyse en de harmonisatie van het boekhoudkundig plan met als doel op termijn over een aangepast boekhoudkundig plan te beschikken. Teneinde hun werkzaamheden te bespoedingen, werd er beslist om de maandelijkse vergaderingen vanaf 2013 tweemaandelijks te organiseren.

In 2012 werd er tevens een werkgroep opgericht die zich over de wijziging van het algemeen reglement heeft gebogen teneinde de elektronische facturatie toe te laten. Hieromtrent is een besluit van 15 maart 2013 van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van het BHG houdende wijziging van het besluit van het Verenigd College van 26 oktober 1995 houdende het algemeen reglement op de comptabiliteit van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn van het BHG in het Belgisch Staatsblad van 26 april jl. verschenen Deze wijziging biedt aldus de mogelijkheid om de boekhouding of elementen van de boekhouding zowel op papier als elektronisch te houden of via een combinatie van de twee. Wij raden u aan om deze transitie, die door de Europese Gemeenschap werd aanbevolen, met uw informaticafirma voor te bereiden.

Wij nodigen u tevens uit uw problemen en/of vragen inzake de boekhouding over te maken op het e-mailadres : tutelleocmw@mbhg.irisnet.be. 2.7.4. Algemeen beleidsprogramma/driejarenplan De artikels 72 en 73 van de organieke wet van 8 juli 1978 bepalen dat er bij de eerste begroting van het jaar dat volgt op de algehele vernieuwing van de raad voor maatschappelijk welzijn, een beleidsprogramma voor de duur van zijn mandaat moet worden gevoegd en dat minstens de belangrijkste beleidsplannen en de begrotingsmiddelen bevat.

Dit door de raad voor maatschappelijk welzijn goedgekeurde beleidsprogramma moet bovendien aan de gemeenteraad met vermelding van de uitgebrachte stemmen worden bezorgd. Het dient te worden toegelicht door de OCMW-voorzitter en besproken te worden tijdens de vergadering van de gemeenteraad die de goedkeuring van de in artikels 72 bedoelde begroting op de agenda heeft.

Wat de gemeenten betreft, werd het beleidsprogramma via de ordonnantie van 5 maart 2009 houdende wijziging van de Nieuwe Gemeentewet (artikel 242) echter vervangen door een driejarig plan dat de volgende twee documenten bevat : een oriëntatienota die de fundamentele beleidskrachtlijnen bevat die voor de drie eerstvolgende jaren vastgelegd worden en een beheersplan dat de oriëntatienota begrotingsmatig weergeeft in de vorm van schattingen en vooruitzichten. De Europese Richtlijn 85/11/EU zal vanaf het jaar 2014 aan de lokale besturen verplichten o.a. een dergelijk driejarenplan op te maken.

Om tegemoet te komen aan de bovenstaande wetgevingen, verzoeken wij u een beleidprogramma op te stellen voor de duur van het mandaat (2013-2018). Wij bevelen u aan hiervoor gebruik te maken van het model van het driejarenplan dat uw gemeente u intussen heeft voorgelegd, betreffende het driejarenplan 2013-2015. 3. Slotbemerkingen : De directie toezicht op de OCMW's staat steeds ter uwer beschikking voor verdere inlichtingen bij deze omzendbrief : De Launois Quentin (qdelaunois@mbhg.irisnet.be) 02-800 32 98 Raen Edgar (eraen@mbhg.irisnet.be) 02-800 33 12 Willems Anne (awillems@mbhg.irisnet.be) 02-800 33 01 Met dank voor uw aandacht.

De Leden van het Verenigd College, bevoegd voor Bijstand aan Personen : B. GROUWELS E. HUYTEBROECK _______ Nota's (1) Wet houdende toewijzing van een opdracht aan de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, inzake de begeleiding en de financiële maatschappelijke steunverlening aan de meest hulpbehoevenden inzake energielevering.(2) Wet betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn (3) Verklaring van de vermelde codes : code 11100 : bezoldigingen, code 11200 : sociale toelagen, code 11300 : werkgeversbijdragen RSZPPO, code 11400 : werkgeversbijdragen voor andere pensioenkassen dan RSZPPO, code 11401 : werkgeversbijdragen voor het pensioen van de statutaire agenten aan de RSZPPO, code 11500 : geldelijke tussenkomsten in de sociale abonnementen, maaltijdcheques en andere voordelen, code 11600 : pensioenen en brugpensioenen, code 11700 : bijdragen verzekering arbeidsongevallen en beroepsziekten, code 11800 : bijdragen gemeenschappelijke sociale dienst. (4) Omzendbrief aan de OCMW's in verband met sommige financiële diensten in het kader van de toepassing van de wet 24.12.1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten van werken, leveringen en diensten, d.d. 1 september 2006.

Begrotingsomzendbrief 2014 - Bijlage 1 Schema van de nota inzake het algemeen beleid 1. Evolutie van de gemeentelijke bijdrage 1.1. Totaal van minstens de laatste vijf jaar. 1.2. Totaal van het lopende jaar met commentaar op de voornaamste keuzen die werden gemaakt of zullen worden gemaakt. 1.3. Het totaal van de begroting van volgend jaar met uitleg van de verhoging of vermindering van de gemeentelijke bijdrage ten opzichte van het lopende jaar. De nieuwe begrotingsopties moeten hernomen worden en de financiële gevolgen ervan berekend evenals de verhogingen waarop niet kan besnoeid worden. (indexering van de totale loonsom, toekenning van biënnales,) 2. Personeelslasten 2.1. Vergelijkende tabel van de personeelslasten per functie met aanduiding van de cijfers i.v.m. de rekening 2010, 2011 en 2012 samen met de begrotingen 2013 en 2014.

Er moet uitleg gegeven worden over begrotingsvoorzieningen voor 2014, de verhogingen door toepassing van het financiële statuut (kostprijs), de loonindexering en de nieuwe aanwervingen voor het komende jaar. 3. Leningslasten Vereist een voorstelling per functie. Er dient een vergelijking worden gemaakt over drie jaar met herneming van de cijfers van de laatst gekende rekeningen en ook de cijfers van de initiële en gewijzigde begroting van het lopende jaar en de begroting 2014. 4. Exploitatiedienst 4.1. De evolutie van de grote groepen van ontvangsten. 4.2. De evolutie van de grote groepen van uitgaven.

Zowel de nieuwigheden als de begrotingsartikelen waarvan de bedragen aanzienlijk afwijken van vorig jaar moeten hier duidelijk becommentarieerd worden.

In de commentaar wordt ook het gevoerde beleid van het centrum uitgelegd. 5. Investeringsdienst Zoals voor de exploitatiedienst, moet de analyse per functie gegeven worden en altijd in de volgorde van de functies uit de functionele en economische indeling. Het accent moet niet alleen gelegd worden op de financiële impact van de betrokken begroting, maar op de gevolgen ervan op langere termijn en de komende jaren.

De financieringsmiddelen moeten gepreciseerd worden hetzij door de exploitatiedienst, vervreemding van het patrimonium, lening of andere. 6. Detail weddes artikels 60, § 7 De criteria die worden gebruikt voor de bepaling van de weddes van artikel 60, § 7, dienen op een duidelijke wijze te worden weergegeven (bijv.op basis van hun studieniveau, op basis van de uit te voeren functie) en dit door een onderscheid te maken tussen de artikel 60-ers tewerkgesteld in het OCMW en deze die ter beschikking gesteld zijn bij andere werkgevers. 7. Rapportering inzake de dienstverlening overeenkomstig artikel 60bis van de organieke wet.(cf. 2.7.2. van de omzendbrief) 8. Overeenkomsten in toepassing van artikel 61 van de organieke wet (cf.2.7.1. van de omzendbrief).

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^