gepubliceerd op 22 december 2023
Omzendbrief over de modernisering en informatisering van de burgerlijke stand
FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE
19 DECEMBER 2023. - Omzendbrief over de modernisering en informatisering van de burgerlijke stand
Aan de dames en heren procureurs-generaal bij de hoven van beroep, Aan de dames en heren ambtenaren van de burgerlijke stand van het Rijk, Ik vestig uw aandacht op de bepalingen van de volgende wetten: ? de
wet van 18 juni 2018Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
18/06/2018
pub.
02/07/2018
numac
2018012858
bron
federale overheidsdienst justitie
Wet houdende diverse bepalingen inzake burgerlijk recht en bepalingen met het oog op de bevordering van alternatieve vormen van geschillenoplossing
sluiten houdende diverse bepalingen inzake burgerlijk recht en bepalingen met het oog op de bevordering van alternatieve vormen van geschillenoplossing (verder: `Wet Modernisering Burgerlijke Stand') (BS 2 juli 2018) - in werking getreden op 31 maart 2019.
Die wet werd gewijzigd door de wet van 21 december 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/12/2018 pub. 31/12/2018 numac 2018015683 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen betreffende justitie sluiten houdende diverse bepalingen betreffende justitie (BS 31 december 2018); ? de wet van 31 juli 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/07/2006 pub. 29/12/2006 numac 2006009998 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het vaststellen van de afstamming en de gevolgen ervan sluiten1 houdende diverse dringende bepalingen inzake justitie (verder: `Reparatiewet van 2020') (BS 7 augustus 2020) - in werking getreden op 1 september 2020, met uitzondering van enkele bepalingen die met terugwerkende kracht op 31 maart 2019 in werking zijn getreden; ? de wet van 13 september 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/07/2006 pub. 29/12/2006 numac 2006009998 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het vaststellen van de afstamming en de gevolgen ervan sluiten5 houdende diverse bepalingen inzake modernisering van de burgerlijke stand (verder: `Reparatiewet van 2023') (BS 2 oktober 2023) - inwerkingtreding op 1 januari 2024, met uitzondering van de artikelen 8, 24, 25, 28 en 29, die in werking treden op de datum bepaald door de Koning, en ten laatste op 1 januari 2025.
Deze omzendbrief wil de draagwijdte van de bepalingen van die wetten toelichten aan de ambtenaren van de burgerlijke stand, zodat ze die bij de uitoefening van hun ambt kunnen toepassen.
Uiteraard is deze omzendbrief van toepassing onverminderd de bevoegdheid van de hoven en rechtbanken. 1. Verhouding tot bestaande omzendbrieven De volgende omzendbrieven blijven van toepassing, tenzij de voorliggende omzendbrief ervan afwijkt voor wat betreft de aspecten die verband houden met de Databank Akten Burgerlijke Stand (afgekort DABS) en rekening houdend met de verplaatsing van bepaalde artikelen en de daarmee gepaard gaande hernummering: 1° de Ministeriële circulaire van 22 mei 1987 betreffende de toepassing van de wet van 31 maart 1987 tot wijziging van een aantal bepalingen betreffende de afstamming;2° de Circulaire van 16 januari 2006 betreffende de wet van 3 december 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/12/2005 pub. 23/12/2005 numac 2005021172 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de artikelen 64 en 1476 van het Burgerlijk Wetboek en artikel 59/1 van het Wetboek van zegelrechten met het oog op de vereenvoudiging van de formaliteiten voor het huwelijk en de wettelijke samenwoning sluiten tot wijziging van de artikelen 64 en 1476 van het Burgerlijk Wetboek en artikel 59/1 van het Wetboek van Zegelrechten met het oog op de vereenvoudiging van de formaliteiten voor het huwelijk en de wettelijke samenwoning;3° de Circulaire van 7 mei 2007 betreffende de wet van 1 juli 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/07/2006 pub. 29/12/2006 numac 2006009998 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het vaststellen van de afstamming en de gevolgen ervan sluiten tot wijziging van de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het vaststellen van de afstamming en de gevolgen ervan;4° de Omzendbrief van 3 november 2008Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/1980 pub. 20/12/2007 numac 2007000992 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/12/1980 pub. 12/04/2012 numac 2012000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten2 betreffende de aangifte van geboorte in de kraamkliniek;5° de Omzendbrief van 6 september 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/1980 pub. 20/12/2007 numac 2007000992 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/12/1980 pub. 12/04/2012 numac 2012000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten3 inzake de wet van 2 juni 2013 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek, de wet van 31 december 1851 met betrekking tot de consulaten en de consulaire rechtsmacht, het Strafwetboek, het Gerechtelijk Wetboek en de wet van 15 december 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/1980 pub. 20/12/2007 numac 2007000992 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/12/1980 pub. 12/04/2012 numac 2012000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, met het oog op de strijd tegen de schijnhuwelijken en de schijnwettelijke samenwoningen;6° de Omzendbrief van 30 mei 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/1980 pub. 20/12/2007 numac 2007000992 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/12/1980 pub. 12/04/2012 numac 2012000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten4 betreffende de wet van 8 mei 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/05/2014 pub. 19/02/2015 numac 2015000081 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek met het oog op de invoering van de gelijkheid tussen mannen en vrouwen bij de wijze van naamsoverdracht aan het kind en aan de geadopteerde. - Duitse vertaling type wet prom. 08/05/2014 pub. 26/05/2014 numac 2014009293 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek met het oog op de invoering van de gelijkheid tussen mannen en vrouwen bij de wijze van naamsoverdracht aan het kind en aan de geadopteerde sluiten tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek met het oog op de invoering van de gelijkheid tussen mannen en vrouwen bij de wijze van naamsoverdracht aan het kind en aan de geadopteerde;7° de Omzendbrief van 22 december 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/1980 pub. 20/12/2007 numac 2007000992 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/12/1980 pub. 12/04/2012 numac 2012000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten5 inzake de wet van 5 mei 2014 houdende de vaststelling van de afstamming van de meemoeder en de wet van 18 december 2014 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van internationaal privaatrecht, het Consulair Wetboek, de wet van 5 mei 2014 houdende de vaststelling van de afstamming van de meemoeder en de wet van 8 mei 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/05/2014 pub. 19/02/2015 numac 2015000081 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek met het oog op de invoering van de gelijkheid tussen mannen en vrouwen bij de wijze van naamsoverdracht aan het kind en aan de geadopteerde. - Duitse vertaling type wet prom. 08/05/2014 pub. 26/05/2014 numac 2014009293 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek met het oog op de invoering van de gelijkheid tussen mannen en vrouwen bij de wijze van naamsoverdracht aan het kind en aan de geadopteerde sluiten tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek met het oog op de invoering van de gelijkheid tussen mannen en vrouwen bij de wijze van naamsoverdracht aan het kind en aan de geadopteerde 8° de Omzendbrief van 27 december 2016 betreffende de wet van 25 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/12/2016 pub. 30/12/2016 numac 2016009653 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de artikelen 335 en 335ter van het Burgerlijk Wetboek betreffende de wijze van naamsoverdracht aan het kind type wet prom. 25/12/2016 pub. 05/05/2017 numac 2017040278 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de artikelen 335 en 335ter van het Burgerlijk Wetboek betreffende de wijze van naamsoverdracht aan het kind. - Duitse vertaling sluiten tot wijziging van de artikelen 335 en 335ter van het Burgerlijk Wetboek betreffende de wijze van naamsoverdracht aan het kind;9° de Omzendbrief van 7 december 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/1980 pub. 20/12/2007 numac 2007000992 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/12/1980 pub. 12/04/2012 numac 2012000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten6 betreffende het op de naam en de voornamen toepasselijk recht en de erkenning van buitenlandse beslissingen en akten hieromtrent, tot wijziging van de omzendbrief van 23 september 2004 betreffende de aspecten van de wet van 16 juli 2004 houdende het Wetboek van internationaal privaatrecht die betrekking hebben op het personeelsstatuut, en betreffende artikel 335quater van het Burgerlijk Wetboek dat een eventuele naamsverandering toelaat in geval van erkenning van buitenlandse akten en beslissingen inzake de naam;10° de Omzendbrief van 21 maart 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/1980 pub. 20/12/2007 numac 2007000992 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/12/1980 pub. 12/04/2012 numac 2012000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten7 bij de wet van 19 september 2017 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek, het Gerechtelijk Wetboek, de wet van 15 december 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/1980 pub. 20/12/2007 numac 2007000992 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/12/1980 pub. 12/04/2012 numac 2012000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen en het Consulair Wetboek met het oog op de strijd tegen de frauduleuze erkenning en houdende diverse bepalingen inzake het onderzoek naar het vaderschap, moederschap en meemoederschap, alsook inzake het schijnhuwelijk en de schijnwettelijke samenwoning;11° de Omzendbrief van 6 mei 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/1980 pub. 20/12/2007 numac 2007000992 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/12/1980 pub. 12/04/2012 numac 2012000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten9 over de aflevering van het huwelijksboekje;12° de Omzendbrief van 27 september 2023 over de aanpassing van de geslachtsregistratie. 2. Algemeen 2.1. Algemeenheden over de Wet Modernisering Burgerlijke Stand De Wet Modernisering Burgerlijke Stand heeft tot doel om een modernisering, informatisering en vereenvoudiging van de burgerlijke stand door te voeren, enerzijds door de creatie van een centrale databank van akten van de burgerlijke stand (DABS) en anderzijds door de aanpassing van de huidige regelgeving omtrent de burgerlijke stand aan de 21ste eeuw.
De belangrijkste krachtlijnen van deze wet zijn de volgende: - de oprichting van een centrale databank van akten van de burgerlijke stand (DABS), waarin al de gemeentelijke registers en de registers van de Belgische consulaire posten worden geïntegreerd; - de akten van de burgerlijke stand worden enkel nog elektronisch opgemaakt, ondertekend en bewaard; - de papieren authentieke bron van akten van de burgerlijke stand (met andere woorden de papieren registers van de burgerlijke stand) wordt een digitale authentieke bron; - de `oude akten' (daterend van vóór 31 maart 2019) worden verplicht in de DABS opgenomen bij een wijziging van of een melding op een dergelijke akte of bij aflevering van een uittreksel of afschrift ervan, voor zover deze nog niet vóór 31 maart 2019 door de gemeente werden opgeladen in de DABS; - de bestaande processen van de burgerlijke stand worden vereenvoudigd en gemoderniseerd; - aan de basisopdrachten en verantwoordelijkheidsverdeling inzake de burgerlijke stand wordt niet geraakt; - de omschakeling van protocollaire akten naar uniforme documentaire akten in alle gemeenten; - de afschaffing van de dubbele archivering bij griffies van de rechtbanken; - het verzekeren van een unieke gegevensinvoer door de gemeenten; - het Rijksregister en de DABS worden gekoppeld, zodat er een automatische doorstroming is van alle noodzakelijke gegevens naar het Rijksregister en de DABS: dit houdt in dat de informatietypes van het Rijksregister over het statuut van de persoon (zoals de burgerlijke staat, de afstamming en de nationaliteit) automatisch aangepast worden nadat een akte definitief wordt opgemaakt, indien er geen conflict is tussen de gegevens. Dat mechanisme werd herzien en verbeterd bij de Reparatiewet van 2023 (zie punt 4.2.14 en 4.2.15);
Voorbeeld: Indien een huwelijksakte definitief wordt opgesteld in de DABS en betrekking heeft op personen uit het Rijksregister, zal de burgerlijke staat van deze personen in het Rijksregister automatisch aangepast worden naar `gehuwd'; - het verzekeren van een plaatsonafhankelijke dienstverlening voor de burger, ongeacht de gemeente die de akte heeft opgemaakt; - administratieve vereenvoudiging voor zowel de burger als de overheidsdiensten; - afstemming van de modernisering op de lopende internationale initiatieven, waaronder deze van de Internationale Commissie van de Burgerlijke Stand; - betere bescherming van het privéleven van de burgers met betrekking tot de akten van de burgerlijke stand.
Hiertoe werd Titel II van Boek I van het oud Burgerlijk Wetboek herschreven en kreeg het een nieuwe indeling met meer structuur. Het geheel is nu duidelijker leesbaar en praktisch bruikbaar.
De gegevens in de akten van de burgerlijke stand werden tot de essentie beperkt.
Alle bestaande procedures met betrekking tot de burgerlijke stand werden zo veel als mogelijk vereenvoudigd.
Titel II bevat ook de basisprincipes omtrent de oprichting en het beheer van en de toegang tot de DABS, die de nieuwe digitale authentieke bron voor de akten van de burgerlijke stand is.
Daarbij werd ook alle regelgeving over de burgerlijke stand bovenop die van het oud Burgerlijk Wetboek onderzocht. De oude regelgeving werd ofwel opgeheven, ofwel zo veel als mogelijk geïntegreerd in Titel II, om te komen tot één samenhangend geheel over de burgerlijke stand.
Een aantal wetten die raken aan de burgerlijke stand blijven evenwel afzonderlijk bestaan.
De Wet Modernisering Burgerlijke Stand heeft andere delen van het oud Burgerlijk Wetboek, het Gerechtelijk Wetboek en andere wetgeving met betrekking tot de burgerlijke stand aangepast aan de nieuwe regels inzake de burgerlijke stand (onder andere het `only once'-principe, het afschaffen van randmeldingen en overschrijvingen, het gebruik van een elektronische databank in plaats van papieren registers, de invoer van nieuwe basisakten en e-meldingen, de doorstroming van de gegevens naar het Rijksregister, de oprichting van een Centrale autoriteit burgerlijke stand).
Alle bepalingen met betrekking tot het huwelijk werden samengebracht.
De oude artikelen 63 tot 75 van het oud Burgerlijk Wetboek, die betrekking hadden op de huwelijksaangifte en de huwelijksvoltrekking, werden geïntegreerd in Titel V, in het aangepaste Hoofdstuk II. - Formaliteiten betreffende het huwelijk. Hierbij werden twee afdelingen ingevoegd, namelijk enerzijds de `aangifte van het huwelijk' en anderzijds de `voltrekking van het huwelijk'.
De bepalingen van de wet van 15 mei 1987Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/1987 pub. 06/07/2011 numac 2011000402 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de namen en voornamen sluiten betreffende de namen en de voornamen en de nog nuttige bepalingen van de wet van 6 fructidor jaar II (23 augustus 1794) werden in het oud Burgerlijk Wetboek geïntegreerd. De wet van 15 mei 1987Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/1987 pub. 06/07/2011 numac 2011000402 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de namen en voornamen sluiten is dus opgeheven.
Het principe van vastheid van naam bevindt zich voortaan dus ook in het oud Burgerlijk Wetboek, met name in artikel 370/1. Dat principe houdt nog steeds in dat niemand publiekelijk een naam of voornamen mag dragen die niet overeenkomt/overeenkomen met deze vermeld in zijn akte van geboorte. Er werd ter verduidelijking toegevoegd dat de namen en voornamen opgenomen in de geboorteakte enkel kunnen worden gewijzigd of verbeterd op de wijze en in de gevallen bepaald door de wet. De vastheid van naam houdt dus niet in dat een naam of voornaam nooit kan worden gewijzigd. Dit kan wel wanneer de wet dit voorziet.
De oude artikelen 62bis, 62bis/1 en 62ter van het oud Burgerlijk Wetboek met betrekking tot de aanpassing van de registratie van geslacht werden aangepast aan de oprichting van de DABS en verplaatst naar de nieuwe artikelen 135/1 en 135/2 van het oud Burgerlijk Wetboek. Bovendien wordt er bij de wet van 20 juli 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/07/2006 pub. 29/12/2006 numac 2006009998 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het vaststellen van de afstamming en de gevolgen ervan sluiten4 tot wijziging van diverse bepalingen over de aanpassing van de geslachtsregistratie een wijziging doorgevoerd in de artikelen 66 en 135/1 van het oud Burgerlijk Wetboek teneinde het mogelijk te maken de geslachtsregistratie via de normale procedure te veranderen en meermaals van voornamen te veranderen. De omzendbrief van 27 september 2023 heeft daarop betrekking. 2.2. Algemeenheden over de Reparatiewet van 2020 De grootste wijziging door de Reparatiewet van 2020 had betrekking op de procedure van verbetering van akten van de burgerlijke stand door de ABS (de `materiële vergissing') en de invoering van de mogelijkheid voor de ABS om een akte ambtshalve nietig te verklaren (de `ambtshalve nietigverklaring'). Deze wijziging heeft tot doel om de procedures van verbetering en nietigverklaring van akten beter af te stemmen op akten die elektronisch worden opgemaakt.
Bovendien waren er andere kleinere wijzigingen noodzakelijk om de akten correcter of vollediger te kunnen opmaken. Zo zijn de vermeldingen in de huwelijksakte aangepast, omdat de vermeldingen niet voldoende rekening hielden met de gegevens nodig voor de opmaak van Belgische akten op basis van een buitenlandse huwelijksakte. Er wordt onder andere ook voor gezorgd dat er meer naamsveranderingen via het systeem van de (automatische) meldingen kunnen doorstromen.
De bepalingen in de Reparatiewet van 2020 zijn in werking getreden op 1 september 2020, met uitzondering van enkele bepalingen die met terugwerkende kracht (op 31 maart 2019) in werking zijn getreden. Het gaat onder andere om de nieuwe ruimere definitie van de materiële vergissing (zie punt 3.10.1) en de mogelijkheid tot wijziging van een akte op basis van een andere akte of aangifte (zie punt 3.9.1.) 2.3. Algemeenheden betreffende de Reparatiewet van 2023 Sinds 2020 en de inwerkingtreding van de Wet Modernisering Burgerlijke Stand wordt de nieuwe wetgeving betreffende de burgerlijke stand en het gebruik van de DABS voortdurend geëvalueerd binnen het beheerscomité van de DABS. Een aantal bepalingen bleken toe aan herziening en verbetering om ervoor te zorgen dat de DABS op de beste manier kan werken.
De Reparatiewet van 2023 treedt in werking op 1 januari 2024, met uitzondering van de wijzigingen aan de artikelen 29, 68, 70, 73 en 74 van het oud Burgerlijk Wetboek.
De belangrijkste wijzigingen worden hieronder opgesomd: - Het `cascadesysteem' in artikel 13 waarin de bevoegde ABS wordt omschreven, wordt herzien teneinde de ABS van "de laatste plaats van inschrijving in het bevolkings-, vreemdelingen- of wachtregister van de betrokkene, de betrokkenen of één van hen" in te voegen vóór de ABS van de actuele verblijfplaats, ter vereenvoudiging van de opdracht omdat de actuele verblijfplaats altijd moest worden bewezen (punt 3.2.5). - Bij de aflevering van een afschrift opgemaakt op basis van een buitenlandse akte of buitenlandse rechterlijke of buitenlandse administratieve beslissing heeft de burger nu de mogelijkheid tevens te vragen om de afdruk van de bijlagen bij de Belgische akte, met andere woorden de buitenlandse akte of buitenlandse rechterlijke of buitenlandse administratieve beslissing op basis waarvan de Belgische akte wordt opgemaakt, alsook de eventuele beëdigde vertalingen (punt 3.7.8). - De aflevering van uittreksels en afschriften van de akten van de burgerlijke stand (artikel 29 van het oud Burgerlijk Wetboek). Die bepaling treedt in werking op een bij koninklijk besluit bepaalde datum, en ten laatste op 1 januari 2025 (zie punt 3.7.2). - De mogelijkheid voor de griffier of de ambtenaar van de dienst Naamsverandering van de FOD Justitie om de foutief in de DABS gecodeerde namen te vervangen om de meldingen op te maken zoals bedoeld in artikel 32, § 1, van het oud Burgerlijk Wetboek (punt 3.10.1.1). - De procedure van verbetering, nietigverklaring of vervanging van een ontbrekende akte door de familierechtbank, zoals bedoeld in artikel 35 van het oud Burgerlijk Wetboek, wordt herzien. De ABS kan voortaan ook verzoeken om de nietigverklaring van een akte (zie punt 3.10.2). - Belgische akten op basis van buitenlandse authentieke akten of buitenlandse rechterlijke of administratieve beslissingen worden ruimer opgemaakt. Belgen moeten voortaan de buitenlandse authentieke akte of buitenlandse rechterlijke of administratieve beslissing die de staat van zijn persoon wijzigt, aan de ABS voorleggen met het oog op de opmaak van een Belgische akte. Doel van die aanpassing is om het Rijksregister en de DABS consistenter te maken (artikel 68, § 1, en artikel 70, § 1, van het oud Burgerlijk Wetboek). Die bepalingen treden in werking op een bij koninklijk besluit bepaalde datum, en ten laatste op 1 januari 2025 (zie punt 4.2.14 en 4.2.15). - Met datzelfde doel voor ogen om het Rijksregister en de DABS consistenter te maken wordt een Belgische akte opgemaakt op basis van een buitenlandse authentieke akte of een buitenlandse rechterlijke of administratieve beslissing wanneer die akte of beslissing aan de ABS wordt voorgelegd bij de opmaak of de wijziging van een akte van de burgerlijke stand of bij een aanpassing van het bevolkings-, vreemdelingen- of wachtregister (artikel 68, § 2, en artikel 70, § 2, van het oud Burgerlijk Wetboek). Die bepalingen treden in werking op een bij koninklijk besluit bepaalde datum, en ten laatste op 1 januari 2025 (zie punt 4.2.14 en 4.2.15).
Voorts is de wetgeving aangepast om meer aan te sluiten op de AVG. 3. Algemene principes van de burgerlijke stand 3.1. Doelstellingen van de burgerlijke stand Titel II `De burgerlijke stand' begint met het bepalen van de voornaamste doelstellingen van de burgerlijke stand (artikel 6 van het oud Burgerlijk Wetboek), met name: - de rechtsfeiten en rechtshandelingen vaststellen die de staat van een persoon bepalen of wijzigen; - de rechtszekerheid garanderen wat de staat van de persoon betreft; - het bewijs van de staat van de persoon verzekeren, door middel van de akten van de burgerlijke stand, en dit bewijs zorgvuldig bewaren.
De staat van de persoon wordt gedefinieerd als het geheel van bepaalde hoedanigheden van een persoon die zijn rechtspositie in de familie en in de maatschappij bepalen en die hem onderscheiden van de andere personen wat het bezit en de uitoefening van bepaalde rechten betreft. 3.2. Ambtenaar van de burgerlijke stand De bevoegdheden en de aanstelling van de ambtenaar van de burgerlijke stand (hierna ABS) blijven, net zoals de mogelijkheid tot delegatie, de personen die als ABS kunnen optreden en de onverenigbaarheden, zo goed als ongewijzigd 3.2.1. Aanstelling en verhindering Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het beheer van de burgerlijke stand (artikel 7 van het oud Burgerlijk Wetboek).
De burgemeester, of een door het college aangeduide schepen, neemt de functie op van ABS. Indien de burgemeester deze functie niet uitoefent, is een aparte beslissing van het college nodig om één schepen aan te duiden ter vervanging van de burgemeester. Het is niet mogelijk om een schepen aan te duiden voor bijvoorbeeld het voltrekken van de huwelijken, en een andere schepen voor al de overige taken van de ABS. In geval van verhindering van de ABS vervangt de burgemeester of een schepen of een raadslid in de volgorde van hun benoemingen hem tijdelijk (artikel 7, derde lid, van het oud Burgerlijk Wetboek).
Enkel in het geval er binnengemeentelijke territoriale organen werden opgericht (op basis van artikel 41 van de Grondwet), kunnen er één of meer schepenen worden aangewezen als ABS, die bevoegd zijn voor één of meer binnengemeentelijke territoriale organen, indien de burgemeester deze taak niet opneemt (artikel 8 van het oud Burgerlijk Wetboek).
Door de opheffing van artikel 127 van de nieuwe gemeentewet is het niet langer mogelijk om in nieuwe districten te voorzien voor een gemeente. 3.2.2. Taak en delegatie De taak van de ABS blijft het zorgen voor het nauwgezet naleven van de bepalingen over de akten van de burgerlijke stand.
De delegatie van taken door de ABS aan één of meer beambten van het gemeentebestuur blijft mogelijk via een speciale schriftelijke machtiging (artikel 9 van het oud Burgerlijk Wetboek).
Het gaat om een persoonlijke machtiging. In geval van een wisseling van de ABS zijn er dus telkens nieuwe machtigingen voor de beambten noodzakelijk.
Vóór de handtekening van de beambten van het gemeentebestuur moet niet meer uitdrukkelijk melding worden gemaakt van de ontvangen machtiging.
Wel moet duidelijk zijn wie de akte heeft getekend: er staat dus vermeld of dit de gemachtigde beambte of de ABS zelf was.
De machtiging is mogelijk voor alle taken inzake het opmaken van akten van burgerlijke stand, met inbegrip van het afleveren van afschriften en uittreksels ervan en het indienen van een verzoekschrift tot verbetering van een akte door de rechtbank (zie punt 3.9.2.).
Een machtiging is niet mogelijk voor de opmaak van de akte van huwelijk. Dit betreft enkel de ondertekening van de huwelijksakten, en niet de beslissingen over bijvoorbeeld schijnhuwelijken of erkenningen. Een machtiging is evenmin mogelijk voor de (ambtshalve) opmaak van een akte van nietigverklaring (volgens het nieuwe artikel 34/1 van het oud Burgerlijk Wetboek, zie punt 3.9.1.).
Het ambtshalve nietig verklaren van een akte moet immers de uitzondering blijven. Het is in de eerste plaats belangrijk om de akten van de burgerlijke stand zeer zorgvuldig op te maken en te controleren voor de ondertekening van de akte. Fouten in de akten moeten zo veel mogelijk worden vermeden.
De oprichting van de nieuwe elektronische gegevensbank maakt de machtiging van een beambte (of meerdere beambten) des te meer gerechtvaardigd en ze moet worden aangemoedigd.
Zolang de akten van de burgerlijke stand niet ondertekend zijn door de ABS of de gemachtigde beambte, zijn ze niet definitief.
Dit houdt het volgende in: - De datum van ondertekening geldt als datum van de akte. - Het is niet mogelijk om afschriften en uittreksels af te leveren van niet ondertekende akten van de burgerlijke stand. Uittreksels of afschriften van niet ondertekende ontwerpakten hebben geen juridische waarde. - De automatische doorstroming naar het Rijksregister gebeurt pas vanaf de ondertekening van de akte. - De ABS kan de akten niet periodiek ondertekenen. 3.2.3. Actoren van de burgerlijke stand Alle actoren die voor de burgerlijke stand bevoegd zijn, werden opgenomen in het eerste hoofdstuk, dus ook de consulaire ambtenaren die bij het Consulair Wetboek bevoegd zijn verklaard inzake burgerlijke stand en de officieren aangeduid door de minister van Defensie.
Voor de officieren aangeduid door de minister van Defensie is de bevoegdheid beperkt tot het opmaken van de processen-verbaal van akten van overlijden in uitzonderlijke gevallen, met name bij militaire operaties buiten het grondgebied, voor zover het onmogelijk is om de akte van overlijden te laten opstellen door een consulair ambtenaar.
De officieren kunnen de processen-verbaal van de akten van overlijden opmaken van de personen van Belgische nationaliteit in dienst van de Belgische strijdkrachten, alsook van het personeel van Defensie van Belgische nationaliteit waarvan de aanwezigheid bij deze Strijdkrachten is vereist.
De officieren die een proces-verbaal van akten van overlijden moeten opmaken, doen dit volgens de bepalingen over de akte van overlijden in het oud Burgerlijk Wetboek. Het proces-verbaal bevat de gegevens bedoeld in artikel 56 van het oud Burgerlijk Wetboek. Het proces-verbaal van de akte van overlijden wordt zo spoedig mogelijk bezorgd aan de algemeen bevoegde ABS. De ABS maakt op basis van het proces-verbaal onmiddellijk de akte van overlijden op en neemt het als bijlage op in de DABS. De ABS die op basis van het proces-verbaal de akte van overlijden heeft opgemaakt in de DABS, bewaart het proces-verbaal tot op het ogenblik van de overdracht ervan aan het Algemeen Rijksarchief. 3.2.4. Onverenigbaarheid In artikel 12 van het oud Burgerlijk Wetboek is een onverenigbaarheid overgenomen uit het koninklijk besluit van 8 juni 1823, die licht is uitgebreid.
De ABS of zijn gemachtigde beambte mag, om belangenvermenging te vermijden, geen akten van de burgerlijke stand opmaken die betrekking hebben op: - zichzelf; - zijn echtgenoot of echtgenote; - zijn wettelijk samenwonende partner; - zijn bloedverwanten in de opgaande en in de nederdalende lijn (ouders, (over)grootouders, (klein)kinderen); - zijn bloedverwanten in de zijlijn tot de tweede graad (broers en zussen).
In geval van een onverenigbaarheid wordt de ABS of zijn gemachtigde beambte voor de opmaak van de akte vervangen door de burgemeester, een schepen of een raadslid in de volgorde van hun benoemingen (verwijzing naar artikel 7, derde lid, van het oud Burgerlijk Wetboek).
De onverenigbaarheid geldt ook uitdrukkelijk voor de gemachtigde beambten. Het is volstrekt normaal dat deze beperking ook geldt ten aanzien van de gemachtigde beambten die de akten effectief opmaken.
In de praktijk zal de gemachtigde beambte worden vervangen worden door een (eveneens gemachtigde) collega-beambte. Het is dus van belang dat de ABS meer dan één beambte machtigt. 3.2.5. Algemeen bevoegde ambtenaar van de burgerlijke stand In artikel 13 van het oud Burgerlijk Wetboek is omschreven wat een algemeen bevoegde ABS is.
Behalve enkele uitzonderingen is steeds dezelfde ABS bevoegd. De betrokkenen moeten dus niet naar verschillende gemeenten gaan om bepaalde zaken omtrent de burgerlijke stand te regelen. De restbevoegdheid van Brussel is hierdoor in principe verkleind en de werklast beter verdeeld.
Indien de wet spreekt van `de bevoegde ABS', zonder uitdrukkelijk te bepalen over welke ambtenaar het gaat, is artikel 13 van het oud Burgerlijk Wetboek van toepassing.
De bevoegde ABS is in principe deze van: - de plaats van inschrijving in het bevolkings-, vreemdelingen- of wachtregister van de betrokkene, de betrokkenen of één van hen; of bij gebrek hieraan, - de laatste plaats van inschrijving in het bevolkings-, vreemdelingen- of wachtregister van de betrokkene, de betrokkenen of één van hen; of bij gebrek hieraan, - de actuele verblijfplaats van de betrokkene, de betrokkenen of één van hen; of bij gebrek hieraan, - Brussel.
Op deze manier zal steeds de dichtstbijzijnde ABS bevoegd zijn.
De ABS van de laatste plaats van inschrijving in het bevolkings-, vreemdelingen- of wachtregister van de betrokkene, de betrokkenen of één van hen, is toegevoegd door de Reparatiewet van 2023, om gemakkelijker te kunnen bepalen welke ABS bevoegd is voor ambtshalve geschrapte personen. De `actuele verblijfplaats' moet immers worden bewezen. Het is moeilijk om dat criterium in de praktijk te hanteren.
Daarom is de laatste plaats van inschrijving toegevoegd. Dat maakt het, onder andere, voor de griffier gemakkelijker om te bepalen welke ABS bevoegd is wanneer hij de nodige gegevens voor de opmaak van de akte moet overzenden.
Er dient te worden onderstreept dat de toevoeging van de ABS van de laatste plaats van inschrijving ook tot gevolg heeft dat de verzoeken tot aanpassing van de registratie van het geslacht voor Belgen die in het buitenland verblijven niet langer onder de bevoegdheid van Brussel vallen maar wel onder de bevoegdheid van de laatste plaats van inschrijving in de registers. Zowel de verzoeken tot aanpassing van de registratie van het geslacht als de verzoeken tot voornaamsverandering worden ingediend bij dezelfde ABS. Dit is dus ook het geval voor alle andere aangelegenheden waarvoor de bevoegde ABS deze bedoeld in artikel 13 van het oude Burgerlijk Wetboek is. Belgen die in het buitenland verblijven, vallen dus niet langer automatisch onder de bevoegdheid van Brussel, maar onder die van de laatste plaats van inschrijving in de registers. Er wordt benadrukt dat Brussel een residuele bevoegdheid behoudt.
Er zijn slechts enkele uitzonderingen met betrekking tot de algemeen bevoegde ambtenaar in de wet opgenomen, bijvoorbeeld voor de gevallen waarin een feit wordt vastgesteld in de akte. In dat geval is het logisch dat de ABS van de plaats van het feit de bevoegde ABS is.
Aldus is voor de akte van geboorte de ABS van de geboorteplaats bevoegd, voor de akte van huwelijk die van de plaats van de huwelijksaangifte en voor de akte van overlijden die van de plaats van overlijden. Er is ook in andere uitzonderingen voorzien. Voor de opmaak van een akte van levenloos kind, is de ABS van de plaats van de bevalling bevoegd. Voor de opmaakt van de akte van geboorte van een vondeling, is de ABS van de plaats waar het kind werd gevonden, bevoegd.
Voor de verbetering van de akte zal, naast de algemeen bevoegde ABS, ook de ABS die de akte heeft opgemaakt, bevoegd zijn voor de verbetering van een materiële vergissing. 3.3. Oprichting van de DABS De DABS wordt door de Wet Modernisering Burgerlijke Stand opgericht bij de FOD Justitie.
De DABS heeft als taak in te staan voor de centrale opslag, de bewaring en het beheer van de akten van de burgerlijke stand en zij is de authentieke bron voor alle akten van de burgerlijke stand opgemaakt na 31 maart 2019 en de gegevens die erin zijn opgenomen.
Uiterlijk vanaf 1 januari 2025 of vanaf de door de Koning bepaalde datum zijn de Federale Overheidsdienst Justitie, de gemeentelijke overheden en de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken de gezamenlijke verantwoordelijken voor de verwerking van de gegevens in de DABS in de zin van de algemene verordening gegevensbescherming.
Het beheerscomité van de DABS, samengesteld uit de gezamenlijke verwerkingsverantwoordelijken, oefent de gezamenlijke verwerkingsverantwoordelijkheid uit.
Het beheerscomité heeft een coördinerende functie. Het bepaalt ook welke nieuwe toegangen tot de DABS worden verleend (in uitvoering van artikel 78, § 3, van het oud Burgerlijk Wetboek).
Het beheerscomité staat daarnaast in voor de inrichting en het beheer van de DABS en bepaalt de noodzakelijke maatregelen om de onveranderlijkheid, de vertrouwelijkheid en de bewaring van de akten van de burgerlijke stand in de DABS te waarborgen. 3.4. Akten van de burgerlijke stand 3.4.1. Elektronische akten Sinds 31 maart 2019 (inwerkingtreding van de Wet Modernisering Burgerlijke Stand) zijn de akten van de burgerlijke stand elektronische akten, die op elektronische wijze worden ondertekend en bewaard in een elektronische gegevensbank (DABS).
Deze elektronisch opgemaakte akten van de burgerlijke stand zijn authentieke akten, die bijgevolg gelden tot het bewijs van valsheid in geschrifte. Er worden geen akten op papier meer opgemaakt (artikel 14 van het oud Burgerlijk Wetboek). 3.4.2. Onbeschikbaarheid van de DABS (artikel 14 van het oud Burgerlijk Wetboek) In zeer uitzonderlijke gevallen is het niet mogelijk zijn om de akte van de burgerlijke stand in gedematerialiseerde vorm in de DABS op te maken, bijvoorbeeld bij een langdurige onbeschikbaarheid van de DABS. In dat geval maakt de ABS de akte op in de vorm van een papieren proces-verbaal. Dat proces-verbaal kan een afgedrukte versie zijn van het model van afschrift vastgelegd bij het koninklijk besluit van 3 februari 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/07/2006 pub. 29/12/2006 numac 2006009998 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het vaststellen van de afstamming en de gevolgen ervan sluiten7 tot vaststelling van de modellen van uittreksels en afschriften van akten van de burgerlijke stand (Belgisch Staatsblad van 15 februari 2019) dat de ABS met de hand invult en ondertekent.
Bepaalde modellen werden gewijzigd bij het ministerieel besluit van 23 november 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/1980 pub. 20/12/2007 numac 2007000992 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/12/1980 pub. 12/04/2012 numac 2012000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten0 (BS van 17 december 2020) en vervolgens bij het ministerieel besluit van 17 oktober 2023 (BS van 11/12/2023). De modellen zijn raadpleegbaar via JustFamNat voor de ABS. Zodra het mogelijk is, maakt de ABS de akte op in de DABS, met het proces-verbaal als bijlage. 3.4.3. Bijlagen in de DABS (artikel 15 van het oud Burgerlijk Wetboek) De bijlagen die in de DABS moeten worden opgenomen, blijven beperkt tot die waarvoor de wet dit uitdrukkelijk bepaalt (bijvoorbeeld: bijzondere en authentieke volmacht, stukken met betrekking tot een materiële vergissing, vonnissen en een aantal stukken uit het huwelijksdossier) en voor zover ze niet beschikbaar zijn in een andere authentieke bron. Het is verboden bijlagen op te nemen die de wet niet voorziet.
Dit vermijdt een te zware belasting van het informaticasysteem en voorkomt dat de beperking van de vermeldingen in de akten tot gevolg zou hebben dat er extra bijlagen bij de akten worden opgenomen ter bewijs van de controle van deze gegevens.
Dit betekent niet dat de ABS niet alle nodige controles moet uitoefenen. Het idee achter het beperken van de vermeldingen in de akten is immers dat alle voorafgaande controles die de ABS vooraf dient uit te oefenen, niet in de akten moeten worden vermeld. Het principe is immers dat ervan wordt uitgegaan dat de ABS alles heeft gecontroleerd wat nodig was om de akte te kunnen opmaken, zonder dat dit als gegeven in de akte, en zeker niet als bijlage bij de akte, wordt opgenomen ter bewijs van deze voorafgaande controle (zie infra `Ondertekening akten').
Indien de partijen bijlagen hebben overgelegd aan de ABS, worden de originelen van de bijlagen aan de partijen teruggegeven. De teruggave zal gebeuren zodra het document als bijlage bij een akte in de DABS is opgenomen. Het originele document blijft een grotere bewijswaarde hebben dan de scan van de akte die is opgenomen in de DABS. De neerlegging van bijgevoegde stukken bij de griffie wordt afgeschaft. 3.4.4. Vermeldingen in de akten (artikelen 16 en 20 van het oud Burgerlijk Wetboek) De ABS mag enkel vermelden wat de partijen aan hem verklaren.
De ABS moet dus enerzijds opnemen wat de partijen hem verklaren, en anderzijds mag hij geen andere vermeldingen toevoegen op de akte dan wat de partijen hem verklaren.
De ABS mag in de akte ook geen andere vermeldingen opnemen dan de gegevens waarin wettelijk is voorzien.
In de DABS kunnen er geen extra gegevens worden toegevoegd, daar het systeem de gegevens van de akten beperkt tot de gegevens waarin wettelijk is voorzien. In advies 2020/003 van de Vaste Commissie voor de Burgerlijke Stand (VCBS) wordt die bepaling evenwel genuanceerd.
Dat advies bepaalt : "De ABS moet rechterlijke beslissingen die de `overschrijving' of vermelding van de beslissing in de DABS bevelen, op dit punt niet uitvoeren indien de opname in de DABS niet wettelijk voorzien is en dus ook onmogelijk kan gebeuren in de DABS. Bij vragen van het openbaar ministerie tot opname in de DABS in een wettelijk niet voorzien geval, kan de ABS meedelen dat dit niet mogelijk is.
De wettelijk voorziene gevallen van rechterlijke beslissingen die moeten opgenomen worden in de DABS zijn: - betwisting van de afstamming en/of vaststelling van een afstammingsband (art. 31, § 1 j° 333, § 2, oud Burgerlijk Wetboek); - verbetering van een akte (art. 31, § 1 j° 35, § 3, oud Burgerlijk Wetboek); - naams- of voornaamsverandering (na beroep tegen weigering) (art. 31, § 1 j° 370/9, § 4 en 5, oud Burgerlijk Wetboek); - verklaring van afwezigheid (art. 121, § 1, oud Burgerlijk Wetboek); - terugkeer afwezige (art. 122 j° 35, oud Burgerlijk Wetboek) (melding); - gerechtelijke verklaring van overlijden (art. 132 oud Burgerlijk Wetboek; - terugkeer gerechtelijk overleden verklaarde (art. 134 j° 35 oud Burgerlijk Wetboek(melding); - nieuwe aanpassing van de registratie van het geslacht (art. 135/1, § 9, oud Burgerlijk Wetboek); [deze rechterlijke beslissing bestaat niet meer] - nietigverklaring huwelijk (art. 193ter oud Burgerlijk Wetboek, (art. 79quater, § 4, Vreemdelingenwet) (melding); - nietigverklaring erkenning (art. 330/3, oud Burgerlijk Wetboek, art. 79quater, § 6, Vreemdelingenwet) (melding); - beslissingen over adoptie (art. 367-3 oud Burgerlijk Wetboek, art]. 1231.19 en 1231.52, § 2, Ger.W); - echtscheiding (art.t. 1275, § 2 en 1303 Ger.W.) (melding); - scheiding van tafel en bed (art. 1305 Ger.W.) (melding); - aanpassing geslachtsregistratie (na weigering ABS) (art. 1385quaterdecies, § 2, Ger.W.); - beslissingen over nationaliteit (art. 11bis, §§ 7 en 8, art. 15, art. 23, art. 23/1, art. 23/2 WBN)." De ABS'en kunnen het volledige advies raadplegen op het platform JustFamNat.
Er wordt verduidelijkt dat de rechterlijke beslissingen opgenomen in het advies van de VCBS, deze zijn die, afhankelijk van het geval, aanleiding geven tot een gewijzigde akte of een basisakte in de DABS. Er mogen geen afkortingen worden gebruikt in de akten van de burgerlijke stand.
De data worden in cijfers geschreven. 3.4.5. Informatieplicht betrokkenen (artikel 17 van het oud Burgerlijk Wetboek) De personen op wie de akte betrekking heeft of die bij de totstandkoming ervan betrokken zijn, moeten alle wettelijk verplichte informatie die van belang is bij de opmaak van de akte meedelen aan de ABS. De informatieverplichting beperkt zich dus niet tot de `partijen' bij de akte. Het gaat om alle bij de akte betrokken personen. Zo kan het bijvoorbeeld ook gaan om de arts die een medisch attest opmaakt.
De ABS kan niet alle informatie zelf achterhalen. Het is dus aan de partijen om hem de wettelijk verplichte informatie mee te delen, voor zover die informatie niet voor de ABS beschikbaar is in een andere authentieke bron. Indien achteraf blijkt dat de akte niet correct werd opgemaakt, omdat de ABS bepaalde informatie niet kende, kan hij daarvoor niet aansprakelijk worden gesteld.
Zo kan het bijvoorbeeld gaan om een halfbroer die voor de ABS een kind van zijn buitenlandse halfzus erkent. De ABS kan dat in principe niet zelf ontdekken. De partijen zijn verplicht dat aan de ABS te verklaren, zodat hij de akte correct kan opmaken. 3.4.6. Ondertekening akten (artikelen 18 en 19 van het oud Burgerlijk Wetboek) Sinds 31 maart 2019 (inwerkingtreding van de Wet Modernisering Burgerlijke Stand) worden de akten van de burgerlijke stand niet langer ondertekend door de partijen. Enkel de ABS, of zijn gemachtigde, tekent de akte nog, op elektronische wijze. De partijen tekenen de akte niet meer.
De wet geeft de ABS het vertrouwen wat de correcte opmaak van de akten betreft. Indien de betrokkenen niet akkoord gaan met de gegevens die in de akte werden opgenomen, is het aan hen om te bewijzen dat er een fout is gebeurd en om een verbetering van de akte te vragen.
Het staat de ABS vrij om bijvoorbeeld vóór de ondertekening van de akte de voorlopige elektronische akte af te drukken en ter controle voor te leggen aan de partijen.
Niets belet de ABS om het door de partijen gecontroleerde document tijdelijk te bewaren in de gemeente. Dat behoort tot de autonome bevoegdheid van de ABS. Het is geen wettelijke verplichting.
Dergelijke voorbereidende documenten kunnen evenmin als bijlage in de databank worden opgenomen. Het is uiteraard ook niet de bedoeling om parallelle registers te creëren.
Indien na de opmaak van een geboorteakte de ouders bijvoorbeeld menen dat de schrijfwijze van de naam van hun kind in de geboorteakte fout is, is het in de eerste plaats aan de ouders om dat te bewijzen. Er wordt immers van uitgegaan dat de ABS de akte correct heeft opgemaakt.
Indien een voorlopige geboorteakte of gelijkaardig document door de ouders werd ondertekend, kan de schrijfwijze van de naam worden nagegaan in het ondertekende document.
De partijen zullen moeten bewijzen dat de ABS, als openbaar ambtenaar die authentieke akten opmaakt, valsheid in geschrifte heeft gepleegd door iets te akteren dat niet door de partijen werd verklaard of meegedeeld.
In de DABS kan de ABS een akte eerst voorlopig opmaken en nadien pas ondertekenen, waarna de akte definitief en onveranderbaar is.
Er is geen dwingende termijn vastgesteld om de akte te ondertekenen.
Dat wil echter niet zeggen dat de ABS, of zijn gemachtigde, de ondertekening van de akten lang kan uitstellen. Zo is er in de DABS voorzien in opvolgingen om erop toe te zien dat de akten binnen een redelijke termijn ondertekend worden. De akte is pas opgemaakt en definitief na ondertekening.
Afschriften en uittreksels kunnen overigens pas afgeleverd worden en de bevolkingsregisters kunnen pas bijgewerkt worden wanneer de akte definitief ondertekend is. Afschriften en uittreksels kunnen onmiddellijk na het ondertekenen afgeleverd worden.
De geboorteaangifte moet wel gebeuren binnen de vijftien dagen na de geboorte en de akte van geboorte moet onmiddellijk worden opgemaakt (artikel 43 van het oud Burgerlijk Wetboek). De ABS, of zijn gemachtigde, moet de akte van geboorte dus ook binnen die termijn ondertekenen, ook al gebeurt de aangifte op de laatste aangiftedag.
Dat toont opnieuw het belang aan van de mogelijkheid tot aanwijzing van (een) gemachtigde beambte(n).
De akte van huwelijk moet in principe op de dag van de voltrekking van het huwelijk ondertekend worden. De datum van de ondertekening van de akte door de ABS is de datum van de akte, en dus ook de datum van het huwelijk. Indien er op het ogenblik van de voltrekking van het huwelijk nog wijzigingen moeten worden aangebracht in de voorlopig opgemaakte akte (bv.: nieuwe getuigen), zal de ABS ze dus eerst moeten aanpassen vooraleer te ondertekenen.
Indien de ABS niet op de dag zelf kan ondertekenen, moet hij dat nadien zo snel mogelijk doen. Het betreft in het bijzonder de gevallen waarin het huwelijk wordt voltrokken op locaties waar er geen technische ondersteuning is in het weekend, de ABS zijn identiteitskaart niet mee heeft op de dag van het huwelijk ... Dat is bijgevolg slechts mogelijk in zeer uitzonderlijke omstandigheden en moet zo veel mogelijk vermeden worden. De in de akte van huwelijk vermelde huwelijksdatum is in dat geval niet dezelfde als de datum van ondertekening door de ABS. De ABS ondertekent de elektronische akten en de processen-verbaal met een gekwalificeerde elektronische handtekening zoals bedoeld in artikel 3, 12°, van Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt en tot intrekking van Richtlijn 1999/93/EG. De gekwalificeerde elektronische handtekening is vereist voor de authentieke akten die door een openbare of ministeriële ambtenaar in gedematerialiseerde vorm zijn opgemaakt, verleden of betekend. Het gaat immers om authentieke akten die de nodige rechtszekerheid moeten garanderen. De gekwalificeerde elektronische handtekening is dus steeds noodzakelijk.
De ondertekening gebeurt door gebruik van de elektronische identiteitskaart. Op basis daarvan verklaart de ABS dat de gegevens opgenomen in de akte correct zijn en dat de opmaak van de akte regelmatig is verlopen in aanwezigheid van de eventueel betrokken partijen.
De handgeschreven handtekening wordt enkel gebruikt in uitzonderlijke omstandigheden, bedoeld in artikel 14, vierde lid, van het oud Burgerlijk Wetboek, dat wil zeggen wanneer het onmogelijk is om een akte in gedematerialiseerde vorm op te maken en de ABS een proces-verbaal opstelt. De ABS is dus ook verplicht de processen-verbaal die hij opmaakt te ondertekenen, zoals bepaald in artikel 18, § 1, van het oud Burgerlijk Wetboek. 3.4.7. Afschaffing randmeldingen: verbindingen tussen akten - rechtstreekse wijzigingen van akten Sinds de Wet Modernisering Burgerlijke Stand worden er in de DABS geen randmeldingen meer aangebracht op de akten van de burgerlijke stand, maar worden akten van de burgerlijke stand die ook op andere akten betrekking hebben met elkaar verbonden of worden de akten rechtstreeks gewijzigd (zie punt 3.9.1.).
Door de opgemaakte en gewijzigde akten te ondertekenen, verzekert de ABS: - de juiste verbinding van die akten met de akten waarop ze betrekking hebben, van de betrokkene of, in voorkomend geval, van zijn afstammelingen tot de eerste graad; en - de correcte wijziging van die akten.
De ABS maakt de verbindingen tussen de akten en wijzigt de akten in de DABS (of controleert de door de DABS voorgestelde verbindingen en wijzigingen op volledigheid) op het ogenblik dat hij een door hem opgemaakte of gewijzigde akte ondertekent.
In geval van wijziging van een akte zal de ABS de wijzigingen van de akten doorvoeren in de DABS. Zo zal de ABS bij de verbetering van een materiële vergissing een gewijzigde akte opmaken en ook de wijzigingen aanbrengen in de andere akten waarop de verbetering betrekking heeft (zie artikel 31, § 2, van het oud Burgerlijk Wetboek).
De ABS controleert vóór de ondertekening van de akte de wijzigingen op volledigheid en juistheid. De ABS is daarvoor verantwoordelijk aangezien er akten van de burgerlijke stand worden gewijzigd.
In geval van raadpleging in de DABS van een akte die werd gewijzigd, is steeds zichtbaar welke akten de wijziging tot stand hebben gebracht. 3.4.8. Volmacht (artikel 21 van het oud Burgerlijk Wetboek) De belanghebbende partijen kunnen zich voor alle akten van de burgerlijke stand, met uitzondering van de huwelijksakte, laten vertegenwoordigen.
Indien een volmacht wordt gegeven, houdt dat in dat de gevolmachtigde de volmachtgever vertegenwoordigt. Dat betekent dus ook dat de gevolmachtigde moet verschijnen in plaats van de volmachtgever.
Het moet gaan om een bijzondere en authentieke volmacht.
De volmacht wordt in de DABS als bijlage bij de akte opgenomen.
Partijen kunnen zich ook per volmacht laten vertegenwoordigen voor alle aangiften met het oog op het opmaken van een akte van de burgerlijke stand (geboorte, huwelijk, erkenning). In dat geval wordt de volmacht in de DABS opgenomen als bijlage bij de huwelijks- of erkenningsakte. De aangifte zelf wordt niet als bijlage in de DABS opgenomen.
Wat het huwelijk betreft, is die bijzondere en authentieke volmacht te onderscheiden van het gelegaliseerd schriftelijk bewijs van de bij de aangifte van het huwelijk afwezige toekomstige echtgenoot waaruit diens instemming met de aangifte blijkt (artikel 164/2, § 2, 3°, van het oud Burgerlijk Wetboek). 3.4.9. Voorlezing van de akte (artikel 22 van het oud Burgerlijk Wetboek) De ABS is enkel verplicht de akte van de burgerlijke stand voor te lezen wanneer een van de verschijnende partijen daarom verzoekt. In de andere gevallen kan de ABS de akte voorlezen indien hij dat nuttig acht. Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn indien een partij blind of analfabeet is.
De ABS heeft de plicht om de akte correct op te maken en zich ervan te vergewissen dat de betrokkenen alles goed hebben begrepen. 3.4.10. Doorlopende aktenummers De DABS gebruikt doorlopende aktenummers, en dus geen aktenummer per gemeente meer.
Het aktenummer wordt gegenereerd door de DABS op nationaal niveau en wordt dus niet langer per gemeente of per soort register toegekend.
Een aktenummer in de DABS is samengesteld als volgt: "JJJJ-XXXX.XXXX-CC". "JJJJ" = a) voor de akten opgemaakt vanaf 31 maart 2019 (louter elektronische akten): het jaartal waarin de ontwerpakte werd gecreëerd in de DABS (dus niet noodzakelijk het jaar van ondertekening van de akte);b) voor de gemigreerde papieren akten (opgemaakt vóór 31 maart 2019): het jaartal uit de datum feit van de akte. Uit het DABS-nummer kan dus nooit op een betrouwbare wijze het jaar van de akte worden afgeleid. "XXXX.XXXX" = een doorlopend volgnummer binnen de DABS. "CC" = het controlecijfer op basis van alle voorgaande cijfers. 3.5. Bewijskracht akten van de burgerlijke stand (artikelen 23 tot 25 van het oud Burgerlijk Wetboek) Artikel 23 van het oud Burgerlijk Wetboek legt het principe vast dat de akten van burgerlijke stand als enig bewijs gelden van de staat van de persoon, tenzij de wet het anders bepaalt.
Een aantal bepalingen in het oud Burgerlijk Wetboek (inzonderheid artikel 25) voorzien er immers in dat bepaalde elementen van de staat van de persoon met andere middelen bewezen kunnen worden. Ook het Wetboek van de Belgische nationaliteit voorziet soms in andere bewijsmiddelen.
Ook de processen-verbaal opgesteld in uitzonderlijke omstandigheden (waardoor er gedurende een langere periode geen gedematerialiseerde of papieren akte van de burgerlijke stand voorhanden zal zijn, maar wel een proces-verbaal dat door de ABS is opgemaakt), of opgemaakt in geval van geboorte of overlijden op een schip of in een luchtvaartuig of de processen-verbaal van akten van overlijden opgemaakt door een legerofficier gelden als enige bewijs van de staat van de persoon, zolang er op basis ervan geen akte van de burgerlijke stand werd opgemaakt.
Wat de juridische bewijskracht betreft, moet er een onderscheid gemaakt worden tussen de elektronische akten van de burgerlijke stand en de (oude) papieren akten.
De elektronische akten opgemaakt na 31 maart 2019 gelden tot bewijs van valsheid in geschrifte.
Ze hebben dus volledige bewijswaarde (artikel 24 van het oud Burgerlijk Wetboek).
De in gedematerialiseerde vorm in de DABS opgenomen akten van de burgerlijke stand op basis van de vóór 31 maart 2019 op papier opgemaakte akten (de gemigreerde papieren akten), gelden tot bewijs van het tegendeel (artikel 25 van het oud Burgerlijk Wetboek).
Wanneer de originele papieren akte niet overeenkomt met de scan of metadata van de in de DABS opgenomen akte geldt de papieren akte tot bewijs van valsheid in geschrifte, voor wat de gegevens daterend van vóór 31 maart 2019 betreft. De metadata of scan van de akte in de DABS gelden tot bewijs van het tegendeel.
De gegevens opgenomen of gewijzigd na de opname van de akte in de DABS gelden wel tot bewijs van valsheid in geschrifte.
Zo zal in geval van een op papier opgemaakte huwelijksakte, met een melding van echtscheiding enkel in elektronische vorm (want daterend van na 31 maart 2019), de echtscheiding gelden tot bewijs van valsheid in geschrifte.
Indien de geboortedatum van een van de echtgenoten op de papieren akte verschilt van de geboortedatum die via metadata in de DABS is opgenomen, zal de geboortedatum van de papieren akte een grotere bewijswaarde hebben (tenzij hij verbeterd zou zijn op de huwelijksakte na 31 maart 2019).
In geval de gegevens van de originele papieren akte en de in de DABS gemigreerde akte niet overeenkomen, heeft de originele papieren akte dus voorrang op de gemigreerde akte voor de gegevens daterend van vóór de inwerkingtreding van de DABS. De eventuele verkeerd opgenomen metadata in de DABS kunnen dan aangepast worden op basis van de papieren akte.
Hetzelfde geldt voor de in de DABS op basis van op papier opgemaakte processen-verbaal opgenomen akten van de burgerlijke stand (volgens de artikelen 14, 47 en 57): deze akten gelden tot bewijs van het tegendeel.
De oorspronkelijke op papier opgemaakte processen-verbaal gelden tot bewijs van valsheid in geschrifte (artikel 25 van het oud Burgerlijk Wetboek).
Het is dus van belang om de papieren registers van de burgerlijke stand en de op papier opgemaakte processen-verbaal zorgvuldig te bewaren. Die papieren stukken hebben een grotere bewijswaarde dan de gemigreerde akten. Ze hebben een permanente bewaarstatus. Ze kunnen worden bewaard in het archief, maar mogen nooit worden vernietigd.
Het is uiteraard niet omdat die akten bewaard worden, dat er nog randmeldingen in de papieren boeken kunnen of mogen gebeuren. Alle wijzigingen moeten voortaan op elektronische wijze gebeuren, via de DABS. Afschriften en uittreksels van de akten van de burgerlijke stand worden enkel nog afgeleverd via de DABS. Afschriften uit de papieren registers zijn niet meer toegestaan. 3.6. Verloren gegane of vernietigde akten (artikelen 26 en 27 van het oud Burgerlijk Wetboek) Deze artikelen hernemen, in aangepaste vorm, de oude artikelen 46 en 47 van het oud Burgerlijk Wetboek.
Verloren gegane of vernietigde akten van de burgerlijke stand (of akten die nooit hebben bestaan) kunnen worden vervangen.
Het bewijs van de vernietiging of het verlies en van de inhoud van de akten kan geleverd worden door geschriften, andere authentieke bronnen of getuigen.
Dezelfde procedure als voor de verbetering van een akte bij de familierechtbank is van toepassing (zie ook de uitleg in het punt betreffende artikel 35 van het oud Burgerlijk Wetboek).
Dat is ook mogelijk voor ontbrekende buitenlandse akten, zoals reeds het geval was in de praktijk.
De vervangende akte van de burgerlijke stand die wordt opgemaakt naar aanleiding van een vernietigde of verloren gegane akte op basis van artikel 26 van het oud Burgerlijk Wetboek kan aan elke verzoekende overheid worden voorgelegd ter vervanging van de ontbrekende akte, indien de betrokkene aantoont dat hij nog steeds in de onmogelijkheid verkeert de betrokken akte van de burgerlijke stand te verkrijgen, en uiteraard voor zover de juistheid van de erin vervatte gegevens niet wordt weerlegd (artikel 27 van het oud Burgerlijk Wetboek).
De vervangende akte zal worden opgemaakt zoals elke andere akte van de burgerlijke stand (overeenkomstig de bepalingen van hoofdstuk 2, afdeling 2), met vermelding van de rechterlijke beslissing als basis, zoals bepaald in artikel 41, § 1, van het oud Burgerlijk Wetboek.
Zo zal er dus een vervangende geboorteakte worden opgemaakt op dezelfde wijze als een gewone geboorteakte, maar bij de basis van opmaak van de akte zullen de gegevens van de rechterlijke beslissing vermeld worden. 3.7. Afschriften en uittreksels (artikel 28 van het oud Burgerlijk Wetboek) Artikel 28 van het oud Burgerlijk Wetboek definieert de begrippen `afschriften' en `uittreksels'.
Een uittreksel vermeldt enkel de actuele gegevens van een akte, zonder de historiek van de staat van de persoon op wie de akte betrekking heeft weer te geven.
Dit betekent dat, indien er wijzigingen zijn geweest sinds de opmaak van de akte van de burgerlijke stand, op het uittreksel niet zichtbaar is wat er gewijzigd werd en enkel de laatste toestand wordt weergegeven. De wijzigingen worden verwerkt en uitgevoerd door de DABS. Zo zal er bijvoorbeeld in een uittreksel van de geboorteakte van een kind dat ten volle werd geadopteerd geen melding staan van de adoptie. Bij de `ouders' zullen de adoptieouders vermeld staan.
Het vroeger bestaande onderscheid tussen uittreksels met en zonder afstamming verdwijnt.
Een afschrift vermeldt daarentegen altijd de oorspronkelijke gegevens van de akte en de wijzigingen in de staat van de persoon op wie de akte betrekking heeft die hebben plaatsgevonden na de opmaak van de akte.
In het voorbeeld van de geboorteakte van het geadopteerde kind zal bijgevolg de adoptie zichtbaar zijn op het afschrift.
Een afschrift vermeldt ook de historiek van de akte. De historiek wordt kort vermeld onder de oorspronkelijke gegevens, gelijkaardig aan de vermelding van de vroegere randmeldingen.
Afschriften vermelden, in voorkomend geval, ook steeds de basis voor de opmaak van de akte (zoals bepaald in artikel 41, § 1, 5° ). Op uittreksels wordt de basis voor de opmaak van de akte niet vermeld, gelet op de bescherming van de persoonsgegevens van de betrokkene. 3.7.1. Geldigheidsduur Op de afschriften en uittreksels zal steeds de termijn staan gedurende welke de authenticiteitscontrole via een uittrekselserver mogelijk is, alsook de weblink of andere elektronische verificatie waarop de controle mogelijk is. De geldigheidstermijn zal in principe drie maanden bedragen vanaf het afleveren ervan. Het is aan de ontvangende autoriteit (meestal in het buitenland) om te bepalen of ze het document nadien nog wil aanvaarden, hoewel de controle via die link niet meer mogelijk is.
De termijn van de controle is beperkt omdat het afgeleverde uittreksel of afschrift slechts gedurende die periode van geldigheid beschikbaar blijft op de uittrekselserver. 3.7.2. Openbaarheid van de akten van de burgerlijke stand (artikel 29 van het oud Burgerlijk Wetboek) 3.7.2.1. Ten laatste tot 1 januari 2025 In artikel 29, § 1, van het oud Burgerlijk Wetboek werd het oude artikel 45 van het Burgerlijk Wetboek hernomen en aangepast. Het bepaalt de gevallen waarin akten openbaar worden gemaakt en ook aan wie er afschriften of uittreksels kunnen worden afgeleverd.
Openbaarheid houdt in dat eenieder recht heeft op een afschrift of uittreksel.
Er wordt voorzien in gedifferentieerde openbaarheidstermijnen: - akten van overlijden van meer dan vijftig jaar oud; - akten van huwelijk van meer dan vijfenzeventig jaar oud; - andere akten van meer dan honderd jaar oud. 3.7.2.1.1. Aan wie mogen afschriften en uittreksels worden afgeleverd? 3.7.2.1.1.1. Openbare akten Iedereen heeft recht op afschriften en uittreksels van openbare akten van de burgerlijke stand. Het gaat dus om overlijdensakten van meer dan vijftig jaar oud, huwelijksakten van meer dan vijfenzeventig jaar oud en andere akten van de burgerlijke stand van meer dan honderd jaar oud. 3.7.2.1.1.2. Niet-openbare akten De aflevering van afschriften en uittreksels van niet-openbare akten wordt sterk beperkt, om redenen die te maken hebben met de bescherming van persoonsgegevens.
De personen die recht hebben op afschriften of uittreksels worden beperkt tot een kleine kring van personen rond de betrokkene. Het gaat met name om: - de persoon op wie de akte betrekking heeft; - zijn echtgenoot of echtgenote; - zijn wettelijk samenwonende; - zijn wettelijke vertegenwoordiger; - zijn bloedverwanten in de opgaande of nederdalende lijn; - zijn erfgenamen; - hun notaris; - hun advocaat.
De wettelijke vertegenwoordiger dient daarbij ruim te worden geïnterpreteerd. Het gaat bijvoorbeeld ook om de bewindvoerder over een persoon.
Dat zijn de personen die vroeger een afschrift of een uittreksel met afstamming konden verkrijgen.
Voor akten van personen die de registratie van hun geslacht hebben aangepast (toepassing van Titel IV/1 of van artikel 1385quaterdecies, § 3, van het Gerechtelijk Wetboek) wordt het recht op een afschrift nog verder beperkt. Het recht op een afschrift van die akten (met andere woorden van akten waarop de aanpassing van de registratie van het geslacht zichtbaar is) wordt beperkt tot de persoon op wie de akte betrekking heeft, zijn wettelijke vertegenwoordiger, zijn erfgenamen, hun notaris en hun advocaat.
Wanneer de verbinding tussen de verschillende informatiebronnen aanzienlijk is uitgebreid, zullen er minder vaak uittreksels worden afgeleverd (zie punt 3.7.5.).
Om redenen die te maken hebben met de bescherming van persoonsgegevens, is het daarenboven wenselijk dat er in principe enkel nog uittreksels kunnen worden afgeleverd. Een afschrift zal dan enkel nog op uitdrukkelijk verzoek afgeleverd worden.
De ABS mag echter niet nagaan of de aanvraag gerechtvaardigd is voor het doel waarvoor het afschrift wordt gevraagd, aangezien dat een ongerechtvaardigde inmenging is in het privéleven van de burger.
Het kan dus niet langer de bedoeling zijn dat er steeds afschriften worden afgeleverd. Dat gebeurde voorheen wel vaak omdat het praktischer was om een kopie te maken van een papieren akte dan om een uittreksel op te stellen. Met de DABS is er op dat punt geen onderscheid meer en kunnen er dus niet meer gegevens afgeleverd worden dan nodig. Afschriften worden derhalve enkel afgeleverd indien de betrokkene daarom uitdrukkelijk verzoekt. 3.7.2.2. Vanaf 1 januari 2025 Artikel 29, § 1, van het oud Burgerlijk Wetboek (waarin het oude artikel 45 van het Burgerlijk Wetboek werd hernomen en aangepast) is door de Reparatie wet van 13 september 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/07/2006 pub. 29/12/2006 numac 2006009998 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het vaststellen van de afstamming en de gevolgen ervan sluiten5 eveneens in overeenstemming gebracht met de AVG. De inwerkingtreding van die wijziging wordt vastgelegd door de Koning en vindt uiterlijk plaats op 1 januari 2025.
Artikel 29 van het oud Burgerlijk Wetboek bepaalt de gevallen waarin akten openbaar zijn en ook aan wie er afschriften of uittreksels kunnen worden afgeleverd.
De termijnen van openbaarheid van de akten van de burgerlijke stand worden aangepast en herzien, zodat ze meer in overeenstemming zijn met de AVG. Er wordt voorzien in gedifferentieerde openbaarheidstermijnen. Er wordt eveneens een onderscheid gemaakt tussen afschriften en uittreksels van akten.
De volgende akten zijn openbaar: - de uittreksels van akten van overlijden; - de uittreksels van akten van huwelijk van meer dan vijfenzeventig jaar oud; - de uittreksels van andere akten van meer dan honderd jaar oud; - de afschriften van akten van overlijden opgemaakt na 31 maart 2019; - de afschriften van akten van overlijden opgemaakt vóór 31 maart 2019 van meer dan vijfenzeventig jaar oud; - de afschriften van akten van huwelijk van meer dan vijfenzeventig jaar oud; - de afschriften van andere akten van meer dan honderd jaar oud.
Er dient te worden opgemerkt dat uittreksels van akten van overlijden onmiddellijk openbaar beschikbaar zijn. Zodra een persoon is overleden, gaat het namelijk strikt genomen niet meer om persoonsgegevens in het kader van de AVG. Op die manier kunnen bijvoorbeeld begrafenisondernemers onmiddellijk daarover beschikken, zonder dat dat nog via een volmacht moet gebeuren.
Afschriften van akten van overlijden die zijn opgemaakt vóór 31 maart 2019 zijn niet openbaar beschikbaar, aangezien die akten informatie bevatten met betrekking tot persoonsgegevens van andere personen die mogelijk nog in leven zijn (overlevende echtgenoot). 3.7.2.2.1. Aan wie mogen afschriften en uittreksels worden afgeleverd? 3.7.2.2.1.1. Openbare akten Iedereen heeft recht op afschriften en uittreksels van openbare akten van de burgerlijke stand. Ze worden opgesomd in punt 3.7.2. 3.7.2.2.1.2. Niet-openbare akten De aflevering van afschriften en uittreksels van niet-openbare akten wordt sterk beperkt om in overeenstemming te zijn met de AVG. De personen die recht hebben op niet-openbare afschriften of uittreksels zijn beperkt. De exhaustieve lijst is opgenomen in artikel 29, § 1/2, van het oud Burgerlijk Wetboek. Het betreft: - elke persoon van wie de akte de staat van de persoon vaststelt of wijzigt; - de wettelijke vertegenwoordiger van de persoon van wie de akte de staat van de persoon vaststelt of wijzigt; - de echtgenoot of echtgenote, de wettelijk samenwonende, de bloedverwanten in de opgaande of nederdalende lijn in de eerste graad en de erfgenamen van de persoon van wie de akte de staat van de persoon vaststelt of wijzigt, op voorwaarde dat men kan bewijzen dat er sprake is van een gerechtvaardigd belang; - de erfgenamen van de persoon van wie de akte de staat van de persoon vaststelt of wijzigt voor akten die gewijzigd werden met toepassing van Titel IV/1 of met toepassing van artikel 1385quaterdecies, § 3, van het Gerechtelijk Wetboek, op voorwaarde dat men kan bewijzen dat er sprake is van een gerechtvaardigd belang.
De wettelijke vertegenwoordiger dient daarbij ruim te worden geïnterpreteerd. Het gaat bijvoorbeeld ook om de bewindvoerder over een persoon.
Voor akten van personen die de registratie van hun geslacht hebben aangepast, zoals bedoeld in artikel 29, § 1/2, 4°, van het oud Burgerlijk Wetboek, wordt het recht op een afschrift nog verder beperkt. Het recht op een afschrift van akten waarop de aanpassing van de registratie van het geslacht zichtbaar is, wordt beperkt tot de persoon op wie de akte betrekking heeft, zijn wettelijke vertegenwoordiger en zijn erfgenamen, op voorwaarde dat men kan bewijzen dat er sprake is van een gerechtvaardigd belang.
De lijst van gerechtvaardigde belangen wordt bepaald bij koninklijk besluit. De Koning maakt de afweging tussen de privacy van de betrokkene en de noodzaak tot afleveren van een afschrift of uittreksel aan de bedoelde ontvangers.
De aanvragen van afschriften of uittreksels van akten waarvoor een gerechtvaardigd belang moet worden aangetoond, moeten het volgende bevatten: - de identiteit van de aanvrager (eID); - of en hoe de hoedanigheid (relatie tot betrokkene) kan worden vastgesteld of gedocumenteerd; én - welke de reden is voor de aflevering van het afschrift (wie is de reële ontvanger/bestemmeling); - het bewijsstuk voor het gerechtvaardigd belang.
Die informatie wordt bewaard in een logbestand.
De persoon op wie de akte betrekking heeft, kan die logbestanden raadplegen om te weten te komen wie om welke reden een afschrift heeft gevraagd. Dat laat de betrokkenen, de verwerkingsverantwoordelijke en de gegevensbeschermingsautoriteit ook toe post factum het toezicht uit te oefenen op het ingeroepen gerechtvaardigd belang.
Het is geenszins de bedoeling dat de ambtenaar van de burgerlijke stand op het ogenblik van de aanvraag een controle moet doen van het (bewijsstuk van het) gerechtvaardigd belang. Ook de FOD Justitie, die optreedt als gezamenlijke verwerkingsverantwoordelijke met de gemeenten, kan hier in de praktijk geen verregaande a priori controle op uitvoeren.
Het afleveren van de gevraagde akte in de vorm van een uittreksel is de regel. Het afleveren van een afschrift is uitzonderlijk en zou enkel op uitdrukkelijk verzoek mogen gebeuren. Het is namelijk meestal niet nodig om te beschikken over de historiek van de gegevens die zijn vermeld in het afschrift van de akte. De actuele gegevens die in het uittreksel van de akte zijn vermeld, volstaan over het algemeen. 3.7.3. Afschriften en uittreksels via de DABS - elektronisch zegel De aflevering van afschriften en uittreksels gebeurt steeds via de DABS, in die zin dat de authentificatie bij de aflevering steeds gebeurt door de DABS in de vorm van een elektronisch zegel, en niet door de ABS. Het blijft evenwel steeds mogelijk om de afgifte van via de DABS afgeleverde afschriften of uittreksels te vragen aan de ABS, aan het loket of het e-loket. Ook in dat geval draagt het afschrift of uittreksel enkel het elektronisch zegel van de DABS. De burger kan daarnaast, waar hij zich ook bevindt, een uittreksel of afschrift met het elektronisch zegel van de DABS ook rechtstreeks via de Just-on-Web-website (https://justonweb.be/extracts) downloaden (met zijn pc, smartphone ...).
De afschriften en uittreksels vermelden ook steeds de datum van afgifte. 3.7.4. Afschriften en uittreksels van papieren akten opgemaakt vóór 31 maart 2019 Het afleveren van een afschrift in de vorm van een kopie uit de papieren registers van de burgerlijke stand is niet toegestaan.
Van de `oude' papieren akten van de burgerlijke stand, die in de DABS werden opgenomen, worden enkel afschriften en uittreksels afgeleverd via de DABS. De papieren registers zijn namelijk niet meer bijgewerkt na 31 maart 2019.
De afschriften van akten van de burgerlijke stand opgemaakt vóór 31 maart 2019 nemen steeds de vorm aan van de afdruk van de in gedematerialiseerde vorm in de DABS opgenomen oorspronkelijke akte met de hierop aangebrachte randmeldingen en de metadata van de wijzigingen van deze akte gedaan na de inwerkingtreding van de DABS. De gedematerialiseerde vorm van de akte kan bestaan in: - een scan van de akte; - een verzameling van metadata; - een combinatie van beide.
Een uittreksel van een `oude' akte neemt dezelfde vorm aan als een uittreksel van een akte die is opgemaakt na de inwerkingtreding van de DABS. Om een uittreksel van een papieren akte te kunnen afleveren via de DABS dienen de metadata van de oude akte (die vermeld staan op een uittreksel in de nieuwe vorm) te worden opgenomen in de DABS. Op basis daarvan kunnen uittreksels worden afgeleverd op dezelfde wijze als die van de `nieuwe' akten van de burgerlijke stand.
In een overgangsbepaling (artikel 109 van de Wet Modernisering Burgerlijke stand. ) wordt bepaald dat een ABS, een griffier of een bevoegde ambtenaar van de FOD Justitie die vaststelt dat een akte van vóór 31 maart 2019 die aan hem moet worden voorgelegd niet is opgenomen in de DABS, of waarvan metadata ontbreken, de ABS die houder is van het register waarin de akte zich bevindt kan verzoeken tot opname ervan in de DABS. De ABS kan dat doen door middel van een notificatie in de DABS. Die ABS moet die akte dan onmiddellijk in gedematerialiseerde vorm en met de bijhorende metadata in de DABS op te nemen. Het kan ook gaan om een vraag tot aanvulling van de metadata, indien bijvoorbeeld op het niveau van het afschrift werd gemigreerd maar er een uittreksel van de akte wordt gevraagd, of tot een verbetering van fouten in de metadata.
Een oude akte kan ook opnieuw worden opgenomen in de DABS (hermigratie) indien de metadata in de DABS niet correct zijn. Dat is enkel mogelijk zolang er geen enkele wijziging in de DABS is aangebracht aan de gemigreerde akte. Het is niet correct om een nieuwe akte op te maken in de DABS wanneer er een akte bestaat in de oude papieren registers. Indien de ABS een nieuwe akte heeft opgemaakt in plaats van de papieren akte op te nemen in de DABS, kan die ambtshalve nietig worden verklaard binnen een termijn van een maand (artikel 34/1, 3° van het oud Burgerlijk Wetboek). Indien de termijn van een maand is verstreken of er een wijziging aan de akte is aangebracht, is de familierechtbank bevoegd voor die verbetering (artikel 35 van het oud Burgerlijk Wetboek).
Het is aangewezen dezelfde modus operandi te volgen als die voor de ABS die verzocht wordt om een afschrift of uittreksel van dergelijke akte af te leveren.
De termijn voor de opname vanaf de notificatie aan de ABS die houder is van de akte wordt niet gepreciseerd, maar het is duidelijk dat dat zo snel als mogelijk en binnen een redelijke termijn dient te gebeuren. Zo niet kunnen er immers geen afschriften of uittreksels van worden afgeleverd. Een termijn van maximaal vijf werkdagen moet volstaan. In hoogdringende gevallen moet dat onmiddellijk gebeuren.
Zijn collega-ambtenaar van de burgerlijke stand, de griffier of de bevoegde ambtenaar van de Federale Overheidsdienst Justitie moet namelijk zijn procedure kunnen voortzetten binnen de wettelijke termijnen. 3.7.5. `Only once'-principe Door de toepassing van het `only once'-principe en de rechtstreekse toegang die aan verschillende overheden en instellingen wordt verleend (cf. artikel 78 van het oud Burgerlijk Wetboek) worden er veel minder afschriften en uittreksels aangevraagd en afgeleverd.
Dat principe houdt in dat de documenten die door een burger werden voorgelegd aan een overheid of toegankelijk zijn voor een overheid, zoals via de DABS, niet meer opnieuw door een andere overheid aan die burger kunnen worden opgevraagd. De overheid moet zelf de DABS raadplegen wanneer ze daartoe toegang heeft. De meeste instellingen kunnen de informatie raadplegen via het Rijksregister wanneer ze geen toegang hebben tot de DABS. Afschriften en uittreksels zullen bijgevolg vooral nog worden aangevraagd om aan private instellingen (zoals banken en verzekeringsmaatschappijen) of in het buitenland te worden voorgelegd. 3.7.6. Taal De ABS maakt de akte, overeenkomstig de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966, op in de taal van zijn gebied.
In principe kunnen de afschriften en uittreksels van akten van de burgerlijke stand opgemaakt na de inwerkingtreding van de DABS in een van de drie landstalen worden afgeleverd. Voor deze nieuwe akten worden er geen beelden (scans) ingevoerd, maar enkel metadata: de gegevens die in een akte moeten voorkomen, worden ingevuld in velden (bv. een veld voor de naam, de voornaam, de datum van feit, ...). De nieuwe akten zijn dus taalonafhankelijk aangezien ze op de metadata gebaseerd zijn. Wanneer het uittreksel of het afschrift van een akte wordt afgeleverd door de ABS, gebeurt dat in de taal van de gemeente waar de akte wordt aangevraagd. Wanneer de betrokkene zelf een afschrift of een uittreksel aanvraagt via het portaal Just-on-Web, kan hij kiezen in welke taal hij zijn afschrift of uittreksel wil ontvangen.
Daar in de DABS de akten, afschriften en uittreksels geüniformiseerd en gestandaardiseerd zijn, kunnen afschriften en uittreksels dus worden geraadpleegd in een Frans, Duits, Nederlands of meertalig sjabloon, en ook zo worden afgeleverd.
Indien bijvoorbeeld een uittreksel van een Franstalige akte van de burgerlijke stand in Vlaanderen wordt opgevraagd, zal dat bijgevolg in het Nederlands afgeleverd kunnen worden. Zo kan worden vermeden dat een burger het uittreksel nog moet laten vertalen.
Hetzelfde geldt voor de uittreksels van de `oude' papieren akten, daar die met dezelfde metadata als die van de `nieuwe' akten in de DABS worden opgenomen. Voor de afschriften van de oude akten zal dat niet het geval zijn. Het afschrift van een oude akte is namelijk gebaseerd op een beeld van de akte. Het afschrift zal dan bestaan in een afdruk van het beeld van de oude akte, waarvan uiteraard geen vertaling voorzien kan worden door de DABS. 3.7.7. Bewijskracht van afschriften en uittreksels van papieren akten in de DABS De bewijskracht van de afschriften en uittreksels van akten opgemaakt vóór 31 maart 2019 (in gedematerialiseerde vorm opgenomen in de DABS) is niet dezelfde als de bewijskracht van akten opgemaakt na 31 maart 2019, aangezien de bewijswaarde van de akten waarop de afschriften en uittreksels betrekking hebben niet gelijk is. De elektronische akten opgemaakt na 31 maart 2019 hebben immers volledige bewijswaarde (namelijk tot bewijs van valsheid in geschrifte), in tegenstelling tot de oude papieren akten die nadien in de DABS werden opgenomen, die slechts gelden tot bewijs van het tegendeel.
Het is echter niet mogelijk om personen voor het verkrijgen van afschriften en uittreksels toch te verwijzen naar de ABS die de papieren akte in zijn bezit heeft, aangezien op de papieren akte nooit de bijwerkingen zullen staan die nadien in de DABS werden gemaakt voor die akte. Dat afschrift of uittreksel zal dus onvolledig zijn. Het is ook niet mogelijk om volledige bewijswaarde (tot valsheid in geschrifte) te geven aan de in gedematerialiseerde vorm in de DABS opgenomen akten opgemaakt vóór de inwerkingtreding van de DABS. De papieren akte zal immers steeds het origineel zijn. Er kunnen immers fouten voortkomen uit de opname ervan in gedematerialiseerde vorm in de DABS (bv.: door het scannen wordt een woord dat was uitgewist toch zichtbaar).
Artikel 30, § 3, van het oud Burgerlijk Wetboek voorziet er in dat opzicht in dat wanneer het afgeleverde uittreksel of afschrift op basis van een op papier opgemaakte akte vóór de inwerkingtreding van de nieuwe wet niet wordt aanvaard of wanneer het wordt betwist voor het doel waartoe het dient, een uittreksel of afschrift wordt afgeleverd op basis van het papieren register met toevoeging van de bijwerkingen op de akte in de DABS. Die mogelijkheid dient beperkt te blijven tot zeer uitzonderlijke omstandigheden, daar het doel is om afschriften en uittreksels steeds door de DABS op elektronische wijze te laten afleveren. Enkel in het geval van betwisting of bijvoorbeeld niet-aanvaarding door een buitenlandse autoriteit om specifieke redenen zou een afschrift of uittreksel van de originele papieren akte (met de bijwerkingen op die akte opgenomen in de DABS) afgeleverd moeten worden door de ABS die de akte onder zich in zijn papieren registers heeft. 3.7.8. Vorm van het afschrift van een akte opgemaakt op basis van een buitenlandse akte of een buitenlandse beslissing Artikel 28, § 3, van het oud Burgerlijk Wetboek bepaalt de vorm van een afschrift van een akte opgemaakt op basis van een buitenlandse akte of een buitenlandse beslissing (opgemaakt volgens hoofdstuk 2, afdeling 15, zie punt 4.2.14 en 4.2.15).
Dergelijk afschrift bevat: 1. de oorspronkelijke gegevens van de Belgische akte op basis van een buitenlandse akte of een buitenlandse beslissing en, op aanvraag, de afgedrukte versie van de buitenlandse akte of de buitenlandse rechterlijke of administratieve beslissing en, in voorkomend geval, de beëdigde vertaling ervan, zoals opgenomen in de DABS als bijlage bij de Belgische akte;2. de referentiegegevens van de buitenlandse akte of de buitenlandse beslissing die aan de basis lag;3. de metadata van de wijzigingen van die akte (historiek na opmaak van de Belgische akte). De opmaak van akten van de burgerlijke stand op basis van een buitenlandse akte is mogelijk door voorlegging van een afschrift of uittreksel van de buitenlandse akte volgens de voorwaarden bepaald in de artikelen 68 en 69 van het oud Burgerlijk Wetboek (zie punt 4.2.15).
De opmaak van een Belgische akte op basis van een uittreksel van de buitenlandse akte verhindert niet dat er latere wijzigingen in de akte verwerkt kunnen worden.
Bijgevolg zal een afschrift ook de historiek van na de opmaak van de Belgische akte vermelden, in de vorm van metadata van de wijzigingen.
Dat is ook het geval voor een afschrift van een in de DABS gemigreerde papieren akte waarop na de migratie ervan wijzigingen gebeurden in de DABS. Concreet kan die historiek dan bijvoorbeeld het volgende zijn: een erkenning, een verklaring van naamskeuze, een voornaamsverandering, een verbetering door een rechtbank .... Het kan dan gaan om zowel Belgische akten of beslissingen als in België erkende buitenlandse akten of beslissingen.
Indien de betrokkene in de toekomst een afschrift of uittreksel van zijn buitenlandse akte of van een buitenlandse beslissing in België dient voor te leggen, kan hij zich dus beroepen op een afschrift of uittreksel van de Belgische akte opgemaakt op basis van de buitenlandse akte of de buitenlandse rechterlijke of administratieve beslissing. Hij dient dus niet terug te keren naar de afleverende autoriteit in het buitenland.
Op aanvraag gaat het afschrift van de Belgische akte opgemaakt op basis van een buitenlandse akte of een buitenlandse rechterlijke of administratieve beslissing vergezeld van de afgedrukte versie van de buitenlandse akte of de buitenlandse rechterlijke of administratieve beslissing en, in voorkomend geval, de beëdigde vertaling ervan, zoals opgenomen in de DABS als bijlage bij de Belgische akte. Het afschrift van de akte gaat dus vergezeld van de bijlagen die er in de DABS aan verbonden zijn. 3.7.9. Genealogische opzoekingen Artikel 79 van het oud Burgerlijk Wetboek stelt dat de Koning bepaalt welke akten van de burgerlijke stand raadpleegbaar zijn voor genealogische en historische doeleinden, wie ze kan raadplegen en waar ze kunnen worden geraadpleegd.
Het koninklijk besluit van 17 maart 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/07/2006 pub. 29/12/2006 numac 2006009998 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het vaststellen van de afstamming en de gevolgen ervan sluiten8 over de genealogische opzoekingen in de akten van de burgerlijke stand en tot verlening van de toegang tot de DABS aan het Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën (B.S. van 21 maart 2021) bepaalt welke akten van de burgerlijk stand raadpleegbaar zijn voor genealogische doeleinden, wie ze kan raadplegen en waar ze kunnen worden geraadpleegd. 3.7.10. Legalisatie Artikel 29, § 3, van het oud Burgerlijk Wetboek herneemt oud artikel 45 van hetzelfde wetboek en bepaalt dat de uittreksels en afschriften die bestemd zijn om in het buitenland te worden gebruikt, voor zover vereist, gelegaliseerd worden door de minister van Buitenlandse Zaken of door de door hem gemachtigde ambtenaar. Het is dus het elektronisch zegel dat gelegaliseerd wordt.
Het is van belang hier ook te wijzen op de verordening openbare documenten (Verordening (EU) nr. 2016/1191 van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2016 inzake de bevordering van het vrije verkeer van burgers door vereenvoudigde overlegging van bepaalde openbare documenten in de Europese Unie en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1024/2012).
Die verordening is immers van toepassing op de akten van de burgerlijke stand. Voor wat betreft de artikelen die van toepassing zijn op de akten van de burgerlijke stand is die verordening in werking getreden op 16 februari 2019.
Die verordening schaft onder andere de legalisatie- en apostillevereiste af voor bepaalde openbare documenten en vereenvoudigt de formaliteiten met betrekking tot gewaarmerkte afschriften en vertalingen tussen de EU-lidstaten.
Het toepassingsgebied van de verordening strekt zich uit tot: - geboorte; - in leven zijn; - overlijden; - naam; - huwelijk, daaronder begrepen de bekwaamheid om te huwen en de huwelijkse staat; - echtscheiding, scheiding van tafel en bed of nietigverklaring van het huwelijk; - geregistreerd partnerschap, daaronder begrepen de bekwaamheid om een geregistreerd partnerschap aan te gaan en de status van geregistreerd partnerschap; - ontbinding van een geregistreerd partnerschap, scheiding van tafel en bed of nietigverklaring van een geregistreerd partnerschap; - afstamming; - adoptie; - woon- en/of verblijfplaats; - nationaliteit; - de afwezigheid van een strafblad; - de openbare documenten die moeten worden voorgelegd voor het uitoefenen van het actief of passief kiesrecht bij verkiezingen voor het Europees Parlement of bij gemeenteraadsverkiezingen.
Er wordt wel opgemerkt dat de verordening enkel betrekking heeft op de echtheid van het openbare document en niet op de erkenning van de inhoud of de gevolgen ervan.
De verordening heeft tot gevolg dat andere EU-lidstaten geen legalisatie of apostille van de afschriften en uittreksels van akten van de burgerlijke stand die onder het toepassingsgebied van de verordening vallen meer mogen vragen. Meer informatie over de legalisatie en de apostille kan worden teruggevonden op de website van de FOD Buitenlandse Zaken: https://diplomatie.belgium.be/nl/legalisatie-van-documenten/legalisatie-gedetailleerdere-informatie/e-apostille-e-legalisatie 3.7.11. Modellen van afschriften en uittreksels Het koninklijk besluit van 3 februari 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/07/2006 pub. 29/12/2006 numac 2006009998 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het vaststellen van de afstamming en de gevolgen ervan sluiten7 tot vaststelling van de modellen van uittreksels en afschriften van akten van de burgerlijke stand (B.S. 15 februari 2019) stelt de modellen van uittreksels en afschriften van akten van de burgerlijke stand vast. Dat koninklijk besluit werd gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 23 november 2020 en 17 oktober 2023 teneinde de modellen van uittreksels en afschriften van akten van de burgerlijke stand aan te passen aan de nieuwe wetgeving.
De modellen zijn terug te vinden als bijlage bij het koninklijk besluit en werden geïntegreerd in de DABS. Er zijn uittreksels voor de volgende akten: - de akte van geboorte; - de akte van huwelijk; - de akte van overlijden; - de akte van erkenning; - de akte van prenatale erkenning; - de akte van adoptie; - de akte van een levenloos kind; - de akte van afwezigheid; - de akte van Belgische nationaliteit.
Er zijn afschriften voor de volgende akten: - de akte van geboorte; - de akte van huwelijk; - de akte van overlijden; - de akte van erkenning; - de akte van prenatale erkenning; - de akte van adoptie; - de akte van een levenloos kind; - de akte van afwezigheid; - de akte van Belgische nationaliteit. - de akte van aanpassing van de registratie van het geslacht; - de akte van echtscheiding; - de akte van naamsverandering; - de akte van voornaamsverandering; - de akte van verklaring van naamskeuze; - de akte van nietigverklaring.
De basis van de opmaak van de akte kan zijn: - een rechterlijke beslissing; - een proces-verbaal; - een koninklijk of ministerieel besluit; - -een buitenlandse akte; - een buitenlandse administratieve of rechterlijke beslissing.
De historiek van de staat van de persoon bestaat uit een chronologisch overzicht, volgens datum van registratie in de DABS, van de gewijzigde gegevens van de oorspronkelijke akte, met vermelding van de beslissing of akte die aan de basis ligt van de wijziging.
Het koninklijk besluit verduidelijkt verder dat in de afschriften de oorspronkelijke gegevens van de akte aangevuld worden met de basis van de opmaak van de akte en de historiek van de staat van de persoon.
Daarnaast somt het op welke de vermeldingen zijn voor elke wettelijke basis en voor elke wijziging van de gegevens van de oorspronkelijke akte.
In de modellen is in het gegeven `datum uitwerking' voorzien.
Voor elke akte is er overigens in voorzien dat de datum van het feit en de datum van opmaak van de akte worden vermeld.
De datum van het feit wordt in principe enkel ingevuld in de akten van geboorte, van overlijden, van huwelijk en van een levenloos kind (datum bevalling). In die gevallen zal de datum van uitwerking de datum van opmaak van de akte zijn.
In de andere gevallen is de datum van uitwerking gelijk aan de datum van opmaak van de akte, tenzij de ABS bij de opmaak van de akte op basis van een bijlage (buitenlandse rechterlijke of administratieve beslissing, een vonnis of arrest, een proces-verbaal ...) een andere datum van uitwerking heeft ingevuld die kan teruggevonden worden in de bijlagen. De `datum uitwerking' zal in die gevallen dus respectievelijk betrekking hebben op de datum van uitwerking van de adoptie (binnenlandse adoptie: datum verzoekschrift; buitenlandse adoptie: datum uitwerking bepaald door FCA), van de echtscheidingsbeslissing (Belgische echtscheiding: datum kracht van gewijsde van het vonnis), van de naamsverandering (bv. op basis van de buitenlandse beslissing), ...
De modellen van uittreksels en afschriften zijn dynamisch samengesteld. Niet alle mogelijke vermeldingen moeten immers in elk uittreksel of afschrift verschijnen.
De gegevens die zijn opgenomen achter het symbool ' ( ' zijn facultatief. Die gegevens worden enkel in het afschrift of uittreksel vermeld als ze van toepassing zijn.
Bij de gegevens die zijn opgenomen achter het symbool `o' moet er minstens één van de opties worden aangeduid. Enkel de gekozen optie moet op het afschrift of uittreksel verschijnen. 3.8. Toegang tot de DABS De DABS is geen openbaar register.
De gegevens van de DABS kunnen elektronisch worden meegedeeld aan de volgende personen, overheden of instellingen, in het kader van de uitoefening van hun wettelijke opdrachten: 1° de ambtenaren van de burgerlijke stand en de door hen gemachtigde beambten;2° de Belgische consulaire ambtenaren, de door hen gemachtigde agenten alsook de ambtenaren van de bevoegde diensten zoals aangewezen door de Koning, voor de consulaire werkzaamheden, in het bijzonder deze inzake de burgerlijke stand.In principe gaat het om de ambtenaren van de directie Personenrecht van de directie-generaal Consulaire Zaken van de FOD Buitenlandse Zaken; 3° de parketten;4° de magistraten bij de rechtscolleges en hun griffies;5° de ambtenaren van de diensten aangewezen door de Koning, die bevoegd zijn voor het personenrecht en voor de burgerlijke stand.In principe gaat het om de ambtenaren van Directie I Personenrecht en Burgerlijk Stand van het directoraat-generaal Wetgeving en Fundamentele Rechten en Vrijheden van de Federale Overheidsdienst Justitie.
De gegevens in de DABS kunnen worden meegedeeld aan alle overheidsdiensten, instellingen of beroepsgroepen, in het kader van hun wettelijke opdracht of van een taak in het kader van de uitoefening van het openbaar gezag die aan hen is opgedragen.
Net als alle andere beroepsgroepen worden notarissen en advocaten niet langer beoogd in artikel 29 van het oud Burgerlijk Wetboek, aangezien ze worden beoogd in artikel 78, § 3, van het oud Burgerlijk Wetboek.
Overeenkomstig artikel 78, § 3, van het oud Burgerlijk Wetboek zullen ze de doorgifte van de gegevens van de DABS verkrijgen via een protocol, voor zover de vigerende regelgeving van toepassing op de ontvanger onvoldoende duidelijk zou zijn en niet de transparantie bepaald in artikel 20 van de wet gegevensbescherming kan bieden aan betrokkenen. De notarissen en de advocaten staan niet langer als dusdanig vermeld als personen, overheden of instellingen die de gegevens van de DABS ambtshalve kunnen raadplegen, zoals vóór de wet van 13 september 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/07/2006 pub. 29/12/2006 numac 2006009998 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het vaststellen van de afstamming en de gevolgen ervan sluiten5.
De gezamenlijke verwerkingsverantwoordelijken (onverminderd de aan het beheerscomité toegewezen bevoegdheid) beslissen dan bijvoorbeeld of een beroepsgroep nood heeft aan de gegevens uit de DABS en of die groep al dan niet een protocol dient af te sluiten. Het is dus niet de ABS die deze afweging dient te maken.
Wanneer buitenlandse overheidsdiensten of beroepsgroepen zich wenden tot een ABS om gegevens van de DABS te verkrijgen, is de wetgeving inzake gegevensbescherming (AVG) van toepassing. In dat geval neemt de ABS via het beheerscomité contact op met de verwerkingsverantwoordelijke van de DABS, opdat het verzoek op dat niveau kan worden geanalyseerd.
In artikel 83 van het oud Burgerlijk Wetboek wordt het vertrouwelijk karakter van de gegevens gewaarborgd: hij die in welke hoedanigheid ook deelneemt aan de verzameling, de verwerking of de mededeling van de gegevens in de DABS, moet het vertrouwelijk karakter ervan in acht nemen. Artikel 458 van het Strafwetboek, dat het beroepsgeheim regelt, is op hen van toepassing.
De overheden, de instellingen en de beroepsgroepen die op enige wijze toegang hebben gekregen tot de gegevens van de DABS moeten de uitgevoerde verwerkingen kunnen verantwoorden, ongeacht of ze uitgevoerd zijn door een individuele gebruiker of door een automatisch informaticasysteem. Daartoe houden ze minstens een logbestand bij. 3.9. Wijzigingen van akten van de burgerlijke stand De akten van de burgerlijke stand kunnen enkel worden gewijzigd volgens de bepalingen van het oud Burgerlijk Wetboek. De akten van de burgerlijke stand kunnen op de volgende wijzen wijzigingen ondergaan: 1° door de rechtstreekse wijziging van een akte (`tweede versie' van de akte) (artikel 31 van het oud Burgerlijk Wetboek);2° door een automatische melding (artikel 32 van het oud Burgerlijk Wetboek);3° door de opmaak van een basisakte. Deze werkwijzen vervangen dus de vroegere akten van overschrijving van rechterlijke of andere beslissingen en de randmelding daarvan op andere akten van de burgerlijke stand. 3.9.1. Rechtstreekse wijzigingen van akten (gewijzigde akten) In plaats van een akte te `randmelden' naar aanleiding van een Belgische of buitenlandse rechterlijke beslissing, zal in bepaalde gevallen de reeds bestaande akte zelf worden gewijzigd. De ABS zal met andere woorden een `tweede versie' van de akte maken.
Zo zal de afstamming op de geboorteakte bijvoorbeeld worden gewijzigd na een rechterlijke beslissing die de afstamming vaststelt.
In rechtstreekse wijzigingen van akten is slechts voorzien voor een beperkt aantal gevallen, met name: 1° Een rechterlijke beslissing die (artikel 31, § 1, van het oud Burgerlijk Wetboek): - de afstamming betwist of vaststelt of een erkenning nietig verklaart; - een akte verbetert.
Het moet gaan om een in kracht van gewijsde gegane beslissing die een wijziging van één of meerdere akten van de burgerlijke stand tot gevolg heeft én er mag geen basisakte voor kunnen worden opgemaakt.
Met basisakten worden de akten van de burgerlijke stand bedoeld die zijn vermeld in boek I, titel 2, hoofdstuk 2 van het oud Burgerlijk Wetboek.
Een beslissing die de afstamming wijzigt, noodzaakt een aanpassing van de akte omdat er geen basisakte `akte van afstammingswijziging' bestaat en er geen automatische melding kan gebeuren door de DABS. Het optreden van de ABS is noodzakelijk omdat er een inhoudelijke beoordeling is vereist van de gegevens van de rechterlijke beslissing die de burgerlijke staat wijzigt. In dit geval kan het ook om buitenlandse rechterlijke beslissingen gaan. De eventuele naamsverandering wordt ook opgenomen in de gewijzigde akte.
Voor de afstammelingen van de persoon wiens afstamming is gewijzigd en die van naam veranderen, moet er een akte van naamsverandering opgemaakt worden.
Hetzelfde geldt voor de verbetering van akten van de burgerlijke stand door de familierechtbank. Hetzelfde geldt ook voor de nietigverklaring van een erkenning. De ABS zal in dat geval de volgende akten opmaken of de volgende wijzigingen doorvoeren: 1) in het geval de erkenning in een afzonderlijke akte gebeurde: - de opmaak van de akte van nietigverklaring van een erkenning door de ABS en - de wijziging van de akte(n) van de burgerlijke stand van het kind en van zijn afstammelingen (overeenkomstig artikel 31 van het oud Burgerlijk Wetboek). De afstamming op de geboorteakte zal dus worden gewijzigd na de nietigverklaring van een erkenning. 2) in het geval de erkenning in de geboorteakte zelf gebeurde: de wijziging van de akte(n) van de burgerlijke stand van het kind en van zijn afstammelingen (overeenkomstig artikel 31 van het oud Burgerlijk Wetboek). Bij rechterlijke beslissingen die een naams- of voornaamsverandering toestaan (gevallen bedoeld in artikel 370/9 van het oud Burgerlijk Wetboek), dient de toepasselijke basisakte te worden opgemaakt, met name een akte van naamsverandering of een akte van voornaamsverandering, wat niet het geval was vóór 1 januari 2024 (datum van inwerkingtreding van de Reparatiewet van 2023).
Wat de naams- of voornaamsverandering betreft, gaat het om de gevallen bedoeld in artikel 370/9 van het oud Burgerlijk Wetboek en dus om de beroepen ingesteld voor de familierechtbank tegen weigeringen van de minister van Justitie en de ABS om respectievelijk een naams- of voornaamsverandering toe te staan. Een buitenlandse rechterlijke beslissing inzake naams- of voornaamsverandering die erkend kan worden op grond van artikel 39 van het Wetboek van internationaal privaatrecht wordt verwerkt via de akte van (voor)naamsverandering.
Indien de familierechtbank de verandering toestaat, wijzigt de ABS de akte van geboorte en verbindt deze met de andere akten van de begunstigde en, in geval van voornaamswijziging, met de akten van geboorte van zijn afstammelingen van de eerste graad.
Indien het een Belgische rechterlijke beslissing betreft, zal de griffier de gegevens die nodig zijn voor deze wijziging onmiddellijk via de DABS doorsturen naar de bevoegde ABS. De gewijzigde akte vermeldt de gegevens van de rechterlijke beslissing (rechterlijke instantie, datum uitspraak) alsook de inhoud ervan (betwisting/vaststelling van een afstammingsband, verbetering van een akte, naams-of voornaamsverandering).
De gewijzigde akte vermeldt de gegevens van de rechterlijke beslissing (rechterlijke instantie, datum uitspraak) alsook de inhoud ervan (betwisting/vaststelling van een afstammingsband, nietigverklaring van een erkenning, verbetering van een akte, naams-of voornaamsverandering).
Al deze gegevens worden in metadata in het systeem opgenomen en met de akte verbonden.
De vermeldingen van de `gewijzigde akte' zijn dus gegevens die in de `historiek' bij deze akte worden vermeld en dus ook zichtbaar zijn zowel bij de raadpleging van de akte als bij de aflevering van een afschrift ervan. 2° Een verbetering van een materiële vergissing door de ABS (artikel 31, § 2, van het oud Burgerlijk Wetboek) (zie punt 3.10.1.) In dit geval maakt de bevoegde ABS de gewijzigde akte of akten op ten gevolge van de verbetering van een materiële vergissing die een wijziging van één of meerdere akten van de burgerlijke stand tot gevolg heeft.
De gewijzigde akte vermeldt de verbetering van de akte. De verbetering zal dus ook steeds zichtbaar zijn bij de raadpleging van de akte in de DABS of bij aflevering van een afschrift ervan.
De bevoegde ABS is de algemeen bevoegde ambtenaar of de ambtenaar van de plaats van opmaak van de akte.
De wijziging van een akte zal in bepaalde gevallen ook met zich meebrengen dat de andere akten van de betrokkene, en eventueel van zijn afstammelingen, automatisch worden gewijzigd door de DABS. De DABS verbindt deze akten immers met elkaar.
Bij de raadpleging ervan in de DABS zal het wel steeds duidelijk zijn wat er is gewijzigd is sinds de oorspronkelijke akte. Het zal ook steeds mogelijk zijn de historiek te raadplegen, met datum en reden van wijziging. 3° Een andere akte of een aangifte (bijvoorbeeld door middel van een medisch attest of een verklaring) (art.31, § 2, van het oud Burgerlijk Wetboek).
Door de toevoeging van deze nieuwe wettelijke basis voor rechtstreekse wijzigingen van akten door de ABS wordt vermeden dat soortgelijke wijzigingen technisch worden opgelost via een `materiële vergissing'.
De opmaak van een gewijzigde akte op basis van een andere akte maakt het voortaan mogelijk om foutieve of onvolledige gegevens in een bestaande akte te wijzigen in de correcte of volledige gegevens, indien de akte die deze wijziging staaft wordt voorgelegd.
In de regel gaat het meestal om de geboorteakte die niet ter beschikking was op het moment van de opmaak van de te wijzigen akte (anders zou kunnen worden gebruikgemaakt van de op basis van een materiële vergissing gewijzigde akte, wat indien mogelijk ook steeds de voorkeur geniet).
Het kan ook gaan om een gegeven dat niet onder de definitie van de materiële vergissing valt. Bijvoorbeeld : de geboorteplaats of het geboorteland van een ouder in de geboorteakte of van een echtgenoot in een huwelijksakte.
Het kan ook gaan om de vermelding van persoonsgegevens in akten van vreemdelingen, wat de akten betreft uit landen waar er een verschil wordt gemaakt tussen de op een paspoort vermelde gegevens (die als basis dienen voor de inschrijving in het vreemdelingenregister) en de akten van de burgerlijke stand, die de staat van de persoon vaststellen. Niet op alle paspoorten worden immers alle voornamen van een persoon vermeld. Het is ook mogelijk dat het patroniem niet wordt vermeld op het paspoort of dat de voornaam, de familienaam of andere naamsvermeldingen in een andere volgorde worden vermeld.
Tot slot kan de wijzigingsakte op basis van een andere akte ook worden gebruikt wanneer de staat van de persoon in een bestaande akte is gewijzigd, maar er geen andere wettelijke basis voorhanden is om een basisakte of gewijzigde akte op te maken.
Het is belangrijk op te merken dat de gewijzigde akte op basis van een andere akte niet kan worden gebruikt om identiteitsfraude recht te zetten of om te vermijden dat men een akte voor de familierechtbank moet laten verbeteren. Het kan dus niet de bedoeling zijn om louter op voorleggen van de geboorteakte de persoonsgegevens volledig te veranderen, de afstamming te wijzigen of verschillende gegevens in dezelfde akte te gaan wijzigen (zie punt 3.10.2.). Het is enkel de bedoeling om een gewijzigde akte op basis van een andere akte op te maken indien de oorspronkelijke akte door een gebrek aan informatie fouten of onvolledigheden bevat. Er mag geen twijfel bestaan over de identiteit van de persoon of over de staat van de persoon die wordt vastgelegd in de akte.
Evenmin is het mogelijk de gewijzigde akte op basis van een andere akte te gebruiken om de wijziging van de staat van de persoon te verwerken, indien de opmaak van een geëigende basisakte noodzakelijk is.
Bijvoorbeeld: een buitenlandse akte of beslissing tot naamsverandering is in de regel de basis voor de opmaak van een akte van naamsverandering, maar niet van een gewijzigde akte.
Dit is bijvoorbeeld ook het geval wanneer de moeder van een in een Belgische gemeente geboren kind van naam verandert door een opvolgend huwelijk in het buitenland. Er dient in dit geval geen gewijzigde akte opgemaakt te worden van de geboorteakte van het kind. De Belgische huwelijksakte (op basis van de buitenlandse huwelijksakte) met de huwelijksnaam kan onmiddellijk worden opgenomen in de DABS, dan wel een akte van naamsverandering (op basis van de buitenlandse huwelijksakte) indien de huwelijksakte reeds in de DABS is opgenomen.
Op die manier zullen de geboorteakten van de kinderen ook automatisch wijzigen.
Enkele concrete voorbeelden kunnen dit verduidelijken. De gewijzigde akte op basis van een andere akte kan worden opgemaakt om: - afgekorte of niet-opgenomen voornamen of delen van namen voluit te schrijven of toe te voegen: voorbeeld: een vreemdeling is ingeschreven in het Rijksregister op basis van zijn paspoort waarbij een aantal voornamen werden afgekort en legt nu zijn geboorteakte voor; voorbeeld: door een vergissing van de ABS werd een persoon in zijn huwelijksakte van vóór 31 maart 2019 opgenomen met een enkele in plaats van een dubbele naam, de geboorteakte bevatte de dubbele naam: er is zekerheid over de identiteit; - een patroniem of een `middle name' toe te voegen: voorbeeld: een Russische persoon wordt in het Rijksregister ingeschreven zonder patroniem omdat dit niet in Latijns schrift op de Russische reispaspoorten wordt vermeld, maar het wordt wel opgenomen in de Russische geboorteakten en andere akten van de burgerlijke stand; - een fout in het geboorteland te corrigeren: voorbeeld: Congo in plaats van Zaïre.
Er wordt opgemerkt dat in de geboorteakte de namen van landen en steden zijn vermeld die die landen en steden droegen op het tijdstip van de geboorte; - een fout in de geboorteplaats van een in de akte opgenomen persoon te corrigeren: bijvoorbeeld: een spelfout in de plaatsnaam of een probleem met de administratieve indeling.
Zo wordt in vele paspoorten (en dus in het Rijksregister) de staat, provincie of zelfs het land maar niet de eigenlijke gemeente van geboorte vermeld, die doorgaans wel blijkt uit een geboorteakte. In principe moet enkel de naam van de gemeente worden vermeld; - voornamen of een familienaam toe te voegen wanneer die voordien niet werden geregistreerd, maar wel uit akten van de burgerlijke stand blijken: voorbeeld 1: vele Irakezen staan op basis van een eerder voorgelegd paspoort ingeschreven met enkel hun eigen voornaam en die van hun vader en hun grootvader, maar blijken nadien wel een familienaam te hebben wanneer ze van hun autoriteiten een nieuw paspoort overhandigd krijgen en een geboorteakte met die naam; voorbeeld 2: Congolezen staan vaak in oude akten opgenomen met enkel een familienaam, zoals gebruikelijk in het Zaïrese tijdperk, maar leggen nu geboorteakten voor met voornamen; - het onderscheid te maken tussen welke elementen voor- of familienaam zijn indien dit niet duidelijk was voorheen (bijvoorbeeld: `middle name', `postnom', naamketens, enz.). In dit opzicht is het aangewezen om het nationaal recht van de betrokkene zo precies als mogelijk te interpreteren; - geboorteakten die in de DABS met onbekende geboorteplaats of zonder geboortedatum werden opgemaakt omdat deze niet voorkwamen op het afschrift of uittreksel van een buitenlandse akte aan te vullen wanneer de geboorteakten mét de ontbrekende gegevens van de ouders worden voorgelegd.
Er zijn eveneens negatieve voorbeelden aan te wijzen waarbij de gewijzigde akte op basis van een andere akte niet kan worden opgemaakt: - een persoon is ingeschreven met persoonsgegevens op verklaring, deze persoonsgegevens komen ook in Belgische akten terecht. Na regularisatie worden een paspoort en een geboorteakte voorgelegd met andere persoonsgegevens en de DVZ heeft de wijziging van de persoonsgegevens in het Rijksregister toegestaan. Omdat er mogelijk sprake is van identiteitsfraude dient de verbetering aan de familierechtbank te worden gevraagd; - een persoon meldt dat de documenten die hij eerder voorlegde of de verklaringen die hij eerder aflegde niet correct waren en hij legt nu nieuwe documenten voor: omdat er twijfel is over de identiteit en er meestal ook meerdere elementen samen dienen te worden verbeterd, dient aan de familierechtbank te worden gevraagd om de bestaande akten te verbeteren; - een geboorteakte is opgemaakt met een afstamming of erkenning langs moederszijde, nadien wordt de huwelijksakte voorgelegd: aangezien er een wijziging van de afstamming zou plaatsvinden door het opmaken van een akte op basis van een andere akte is alleen de familierechtbank bevoegd.
De rechtstreekse wijziging van een akte op basis van een aangifte is een algemene mogelijkheid en is niet langer beperkt tot een specifiek geval (vroeger was ze beperkt tot de aangifte voor de toevoeging van een familienaam in een akte van een levenloos kind, overeenkomstig het overgangsrecht waarin de wet van 19 december 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/07/2006 pub. 29/12/2006 numac 2006009998 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het vaststellen van de afstamming en de gevolgen ervan sluiten0 voorzag). De aangifte van het geslacht (met medisch attest) kan via een gewijzigde akte worden verwerkt (artikel 48 van het oud Burgerlijk Wetboek).
De bevoegde ambtenaar maakt onmiddellijk de gewijzigde akte of akten op ten gevolge van de andere akte of aangifte die aan de basis van de wijziging ligt en die een wijziging van één of meerdere akten van de burgerlijke stand tot gevolg heeft.
De gewijzigde akte vermeldt de wijziging van de akte. De aanpassing zal dus ook steeds zichtbaar zijn bij de raadpleging in de DABS of bij aflevering van een afschrift eruit.
De bevoegde ABS is de algemeen bevoegde ABS of de ABS van de plaats van opmaak van de akte.
De wijziging van een akte zal in bepaalde gevallen ook met zich meebrengen dat de andere akten van de betrokkene, en eventueel van zijn afstammelingen, automatisch worden gewijzigd door de DABS. De DABS verbindt deze akten immers met elkaar. - Bij de raadpleging ervan in de DABS zal het wel steeds duidelijk zijn wat er is gewijzigd is sinds de oorspronkelijke akte. Het zal ook steeds mogelijk zijn de historiek te raadplegen, met datum en reden van wijziging. - De DABS verstuurt bij elk gebruik van de verbetering overeenkomstig artikel 33 van het oud Burgerlijk Wetboek (materiële vergissing) of wijziging van een akte op basis van een andere akte of van een aangifte een notificatiebericht naar de bevoegde procureur des Konings. Het parket heeft immers een algemene toezichtsfunctie over de burgerlijke stand. Het kan dan op bepaalde tijdstippen bijvoorbeeld een lijst trekken van alle verbeteringen bij deze procedure, en nagaan of hiervan geen misbruik wordt gemaakt. 4° Schema Schematisch kan dit worden voorgesteld als volgt: 1.Buitenlandse rechterlijke beslissing inzake afstamming => ABS => opmaak gewijzigde akte 2. Belgische rechterlijke beslissing (afstamming, nietigverklaring erkenning, verbetering) => griffier => ABS => opmaak gewijzigde akte 3.Verbetering materiële vergissing => ABS => opmaak gewijzigde akte 4. Wijziging akte op basis van een andere akte/op basis van een aangifte => ABS => opmaak gewijzigde akte. 3.9.2. Meldingen op akten van de burgerlijke stand (artikel 32 van het oud Burgerlijk Wetboek) Voor een beperkt aantal Belgische rechterlijke of administratieve beslissingen die de burgerlijke staat van een persoon wijzigen, heeft de Wet Modernisering Burgerlijke Stand een nieuwe werkwijze ingevoerd voor de bekendmaking ervan op de akten van de burgerlijke stand van de betrokkene, zonder tussenkomst van de ABS. Dat is het geval voor: 1° echtscheidingen (artikel 1275, § 2 en artikel 1303 van het Gerechtelijk Wetboek);2° naamsveranderingen (artikel 370/7 van het oud Burgerlijk Wetboek);3° nietigverklaringen van een huwelijk, wanneer de akte van huwelijk beschikbaar is in de DABS (artikel 193ter van het oud Burgerlijk Wetboek, artikel 391octies van het Strafwetboek en artikel 79quater, § 4, van de wet van 15 december 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/1980 pub. 20/12/2007 numac 2007000992 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/12/1980 pub. 12/04/2012 numac 2012000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen);4° de vernietiging of intrekking van een vergunning tot naamsverandering (artikel 370/8 van het oud Burgerlijk Wetboek);5° een scheiding van tafel en bed of de verzoening van de echtgenoten naar aanleiding van een scheiding van tafel en bed (artikel 1306, tweede lid en artikel 1307, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek).6° terugkeer van de betrokkene in geval van een verklaring van afwezigheid (artikel 122, derde lid, van het oud Burgerlijk Wetboek) of van een gerechtelijke verklaring van overlijden (artikel 134, derde lid, van het oud Burgerlijk Wetboek). Er wordt automatisch een melding gegenereerd voor echtscheidingen (1° ), voor naamsveranderingen (2° ), en voor scheidingen van tafel en bed en de verzoening na scheiding van tafel en bed (5° ).
Het gaat om rechterlijke beslissingen of andere beslissingen van Belgische autoriteiten die geen inhoudelijke beoordeling vereisen van gegevens van individuele akten of beslissingen door de ABS. Deze beslissingen werd immers reeds rechtsgeldig ondertekend door de daarvoor bevoegde autoriteit (de Koning, de rechter of de bevoegde ambtenaar).
De gegevens van die beslissingen worden door de griffiers en de ambtenaren van de dienst die is aangewezen door de Koning (de dienst Naamsverandering) doorgestuurd naar de DABS. De DABS maakt op basis van de doorgestuurde gegevens dan een automatisch gegenereerde melding op. Deze e-melding wordt in de DABS verbonden met de akten van de burgerlijke stand waarop ze betrekking heeft.
De ABS komt hier dus niet in tussen. De hierboven vernoemde beslissingen en besluiten wijzigen volstrekt autonoom de staat van een persoon. De registratie van de melding in de DABS heeft enkel tot doel daaraan publiciteit te geven.
De onveranderlijkheid van die verbinding wordt gewaarborgd door de ondertekening met een elektronisch zegel van de DABS. De meldingen worden onder de verantwoordelijkheid van het beheerscomité van de DABS (opgericht bij artikel 73, § 1, van het oud Burgerlijk Wetboek) opgemaakt en verbonden met de akten waarop ze betrekking hebben.
Die elektronische verbindingen zijn, zoals de overige wijzigingen, zichtbaar bij de raadpleging van de akte in de DABS. De melding is dus geen wijziging van de akte in de strikte betekenis, maar wijzigt de staat van de persoon door de verbinding met de akte.
In het voorbeeld van een Belgisch echtscheidingsvonnis zijn de gegevens van de echtscheiding zichtbaar bij de raadpleging van de huwelijksakte in de DABS of op een uittreksel van de huwelijksakte [zoals vóór 31 maart 2019 (inwerkingtreding van de Wet Modernisering Burgerlijke Stand) het geval was bij een randmelding].
De meldingen bevatten steeds de gegevens van de rechterlijke beslissing of het koninklijk besluit dat aan de basis ligt van de melding en het aktenummer van de akte waarop de melding betrekking heeft.
In de gevallen van echtscheiding en vergunning tot naamsverandering en nietigverklaring worden bijvoorbeeld een aantal van de gegevens vermeld als deze voorzien in de akte van echtscheiding (artikel 64, 1° en 3°, van het oud Burgerlijk Wetboek), de akte van naamsverandering (artikel 63, 1°, 2° en 4°, van het oud Burgerlijk Wetboek) en de akte van nietigverklaring (artikel 66 van het oud Burgerlijk Wetboek).
Er wordt benadrukt dat, met toepassing van artikel 193ter van het oud Burgerlijk Wetboek, indien de huwelijksakte nog niet beschikbaar is in de DABS, de griffier aan de ABS vraagt om de akte erin op te nemen.
Indien de huwelijksakte in het buitenland werd opgemaakt, verzoekt hij de verzoekende partij om een akte van huwelijk te laten opmaken op basis van de buitenlandse akte door de bevoegde ABS. Indien de huwelijksakte van het huwelijk dat door de rechter nietig is verklaard desondanks niet in de DABS staat, maakt de ABS toch een akte van nietigverklaring op en verbindt hij die aan de huwelijksakte zodra die beschikbaar is in de DABS. In dat geval is er geen automatische melding.
De intrekking van een koninklijk besluit tot vergunning van naamsverandering is mogelijk in het geval van een vergissing in het besluit en in het geval van laattijdige afstand.
Schematisch: 1) Belgische gerechtelijke beslissing tot: 1° echtscheiding, 2° naamsverandering naar aanleiding van een beroep tegen een beslissing van de dienst Naamsverandering, 3° nietigverklaring van een huwelijk, 4° terugkeer van de betrokkene in geval van een verklaring van afwezigheid of een gerechtelijke verklaring van overlijden, 5° scheiding van tafel en bed of de verzoening van de echtgenoten naar aanleiding van een scheiding van tafel en bed, 6° vernietiging of intrekking van een vergunning tot naamsverandering. De griffier verstuurt de gegevens van de beslissing via de DABS. => de DABS maakt de melding op (elektronisch zegel DABS) + de DABS verbindt automatisch met andere akten indien nodig. 2) Belgische naamsverandering De FOD Justitie (dienst Naamsverandering) verstuurt de gegevens via de DABS. => de DABS maakt de melding op (elektronisch zegel DABS) + de DABS verbindt automatisch met andere akten indien nodig.
Een e-melding wordt slechts gegenereerd indien het gaat om Belgische beslissingen.
Buitenlandse vonnissen, arresten en beslissingen worden steeds beoordeeld door de ABS. Wanneer ze worden erkend, geven ze aanleiding tot de opmaak van een Belgische akte op basis van de buitenlandse beslissing (bv. akte van echtscheiding), dan wel tot de opmaak van een gewijzigde akte in de hierboven besproken gevallen (bv. afstamming). 3.9.2.1. Fout in de verzending van de gegevens van de automatische melding Wanneer er een fout is geslopen in de ingevoerde gegevens voor de automatische melding op een akte, kan de griffier of de ambtenaar van de dienst Naamsverandering van de FOD Justitie die gegevens vervangen door de juiste gegevens.
Bijvoorbeeld: de melding van de echtscheiding kan zijn aangebracht op de verkeerde huwelijksakte.
Het is niet de bedoeling dat dat mechanisme wordt toegepast op dezelfde wijze als het mechanisme voor de verbetering van de materiële vergissing. De griffiers en de ambtenaren van de dienst Naamsverandering hebben namelijk geen beoordelingsmarge op het stuk van de gegevens die in de DABS moeten worden ingevoerd.
Op grond van het mechanisme waarin artikel 32, § 3, van het oud Burgerlijk Wetboek voorziet, kan een coderingsfout zo snel mogelijk worden vervangen door de juiste gegevens. 3.9.3. Opmaak van een basisakte De opmaak van een basisakte, in voorkomend geval opgemaakt op basis van een buitenlandse akte of een buitenlandse beslissing, ten slotte, kan ook een impact hebben op andere akten van de burgerlijke stand. In die gevallen gebeurt de `wijziging' van de andere akten door de verbinding van de basisakte met die akten.
Voorbeeld: een akte van erkenning wijzigt de akte van geboorte. De akte van erkenning wordt verbonden met de geboorteakte, waarin de vaderlijke afstamming toegevoegd zal worden.
Voorbeeld: een Franse erkenningsakte van een in België geboren kind die enkel de moederlijke afstamming vermeldt. Een Belgische akte van erkenning wordt opgemaakt op basis van de Franse erkenningsakte (zie punt 4.2.15.). Deze Belgische akte van erkenning wordt verbonden met de geboorteakte, waarin de vaderlijke afstamming toegevoegd zal worden. De buitenlandse erkenningsakte wordt als bijlage opgenomen in de DABS bij de Belgische erkenningsakte.
Net zoals bij de meldingen, betreft het hier geen wijziging van de akte in de strikte betekenis, maar wijzigt de staat van de persoon door de verbinding van de basisakte met de andere akte.
Voor een aantal situaties werden met dat doel nieuwe basisakten van de burgerlijke stand gecreëerd door de Wet Modernisering Burgerlijke Stand. - de akte van adoptie (zie punt 4.2.11.); - de akte van echtscheiding (zie punt 4.2.10.); - de akte van naamsverandering (zie punt 4.2.9.); - de akte van voornaamsverandering; - de akte van aanpassing van de registratie van het geslacht; - de akte van herroeping of herziening van adoptie of van nietigverklaring (zie punt 4.2.12.).
De akte van nieuwe aanpassing van de geslachtsregistratie, ingevoerd bij de Wet Modernisering Burgerlijke Stand, bestaat niet meer sinds 1 oktober 2023 [(inwerkingtreding van de wet van 20 juli 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/07/2006 pub. 29/12/2006 numac 2006009998 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het vaststellen van de afstamming en de gevolgen ervan sluiten4 tot wijziging van diverse bepalingen over de aanpassing van de geslachtsregistratie (B.S. 21 september 2023)].
Het gaat voornamelijk om de volgende situaties: - rechterlijke en andere beslissingen van Belgische autoriteiten die een inhoudelijke beoordeling vereisen van gegevens van individuele akten of beslissingen die de burgerlijke staat wijzigen (in tegenstelling tot de gevallen waarvoor er meldingen worden opgemaakt, zie punt 3.8.2.), en waarbij de akte niet rechtstreeks kan worden gewijzigd (zie punt 3.9.1.): Voorbeelden: o echtscheidingsvonnis wanneer er geen akte van huwelijk is; o koninklijk besluit tot naamsverandering wanneer er geen akte van de burgerlijke stand is; o adoptievonnis in geval van volle adoptie; - onmogelijkheid om een bestaande akte rechtstreeks te wijzigen volgens artikel 31 van het oud Burgerlijk Wetboek omdat het gaat om een toevoeging in een akte: Voorbeeld: gewone adoptie -> toevoegen van de gewone adoptanten in de geboorteakte als bijkomend gegeven; - beslissingen die in feite akten `annuleren': herroeping/herziening van een adoptie, nietigverklaring; - voor een aantal buitenlandse rechterlijke en administratieve beslissingen Voorbeelden: o buitenlands echtscheidingsvonnis; o buitenlandse beslissing tot naamsverandering; o buitenlands adoptievonnis of buitenlandse adoptiebeslissing, na erkenning door de federale centrale autoriteit.
Wanneer de ABS een akte van adoptie opmaakt, wordt de geboorteakte daar automatisch mee verbonden door de DABS. De gegevens van de adoptie zijn zichtbaar bij de raadpleging van de geboorteakte in de DABS of op een afschrift van de geboorteakte (zoals vroeger het geval was met een randmelding). In het uittreksel van de geboorteakte zullen de (volle) adoptanten als ouders opgenomen worden.
Voor Belgische echtscheidingen wordt er in principe een melding gemaakt door de DABS (zie punt 3.9.2.).
Wanneer de ABS evenwel genoodzaakt is om een akte van echtscheiding op te maken, op basis van een buitenlands echtscheidingsvonnis of een buitenlandse echtscheidingsbeslissing, wordt de akte van echtscheiding verbonden met de Belgische huwelijksakte. Bij aflevering van een afschrift of uittreksel van de huwelijksakte zal de echtscheiding daarop zichtbaar zijn (zie punt 4.2.10.).
Wanneer de ABS een akte van echtscheiding opmaakt, omdat de akte van huwelijk niet beschikbaar is in de DABS, staat de akte van echtscheiding op zich en wordt die niet verbonden.
Voor naamsveranderingen wordt er in principe een melding gemaakt door de DABS (zie punt 3.9.2.).
Wanneer de ABS evenwel genoodzaakt is om een akte van naamsverandering op te maken, op basis van een buitenlands vonnis of een buitenlandse beslissing, wordt de akte van naamsverandering verbonden met de desbetreffende akte van geboorte.
Wanneer de ABS een akte van naamsverandering opmaakt, omdat de akte van geboorte niet beschikbaar is in de DABS, staat de akte van naamsverandering op zich en wordt die niet verbonden.
Het spreekt voor zich dat de ABS die een akte opmaakt, die steeds ondertekent. Door de ondertekening verzekert hij, zoals hoger reeds toegelicht (zie punt 3.4.6.): - de juiste verbinding van de akte met de akte waarop ze betrekking heeft, van de betrokkene en eventueel van zijn afstammelingen; - de wijzigingen van andere akten van de betrokkene en eventueel van zijn afstammelingen. 3.9.4. Elektronische randmelding De Reparatiewet van 2020 heeft een overgangsbepaling ingevoerd in de Wet Modernisering Burgerlijke Stand (artikel 116/3).
In bepaalde gevallen werd er op een oude papieren akte van de burgerlijke stand geen randmelding gezet, die er wel had moeten staan.
Dat is bijvoorbeeld het geval wanneer geen naamsverandering werd gerandmeld op de huwelijksakte (maar wel op de geboorteakte, op basis van een koninklijk besluit tot naamsverandering).
Aangezien het in elk geval ontoelaatbaar is om de oude papieren akten zelf nog te randmelden, en die pas nadien te migreren, is nu voorzien in de mogelijkheid om een elektronische randmelding toe te voegen op een gemigreerde papieren akte in de DABS, zodat die akte correct is.
Eender welke ABS die het ontbreken van een randmelding vaststelt, kan die via de helpdesk DABS toevoegen op de gemigreerde akte, indien het niet mogelijk is via de software van de gemeente, en voor zover hij beschikt over de basis voor de toevoeging ervan (bv. vonnis van echtscheiding, koninklijk besluit tot naamsverandering, ...).
De elektronische randmelding wordt ondertekend door de ABS die ze heeft toegevoegd op dezelfde wijze als hij een (gewijzigde) akte van de burgerlijke stand zou ondertekenen.
Deze randmelding komt dan in de historiek van de gemigreerde akte, op dezelfde wijze als bepaald in bijlage 4 bij het koninklijk besluit van 3 februari 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/07/2006 pub. 29/12/2006 numac 2006009998 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het vaststellen van de afstamming en de gevolgen ervan sluiten7 tot vaststelling van de modellen van uittreksels en afschriften van akten van de burgerlijke stand, tot uitvoering van artikel 29, § 4, van het oud Burgerlijk Wetboek.
De basis van de toevoeging van de randmelding moet als bijlage in de DABS worden opgenomen. 3.10. Verbetering en nietigverklaring van akten van de burgerlijke stand De procedure tot verbetering van een materiële vergissing door de ABS werd vereenvoudigd en verduidelijkt door de Wet Modernisering Burgerlijke Stand.
Daarnaast is de familierechtbank steeds bevoegd om zich uit te spreken over verbeteringen van akten van de burgerlijke stand, zulks via een verbeterend vonnis.
Verbeteringen van akten van de burgerlijke stand leiden tot de opmaak van een gewijzigde akte (nieuwe versie van de akte), zie punt 3.9.1. 3.10.1. Verbetering en ambtshalve nietigverklaring door de ABS (artikelen 33 tot 34/1 van het oud Burgerlijk Wetboek) 3.10.1.1. Verbetering van een materiële vergissing De ABS kan de akten in een beperkt aantal gevallen zelf verbeteren, zonder advies te vragen aan het parket.
Bij de oude procedure van verbetering van een materiële vergissing (oude artikelen 99 tot 101 van het oud Burgerlijk Wetboek) was er wel een tussenkomst van het openbaar ministerie nodig.
De procedure werd, afhankelijk van welk parket zich daarover moest uitspreken, bovendien verschillend en vaak zeer ruim geïnterpreteerd.
Ook fouten die verder gingen dan een louter materiële vergissing (bv. een foutieve afstamming) werden soms op die wijze verbeterd, wat nooit de bedoeling van de wetgever was. Het is aan de rechtbank om de grote fouten in de akten van de burgerlijke stand te verbeteren.
Artikel 33 van het oud Burgerlijk Wetboek bepaalt nu dat de bevoegde ABS die op een akte van de burgerlijke stand een materiële vergissing vaststelt op basis van een authentieke akte of officieel attest, deze akte van de burgerlijke stand zelf kan verbeteren.
De ABS die bevoegd is om een akte via de procedure van de materiële vergissing te verbeteren, is hetzij de algemeen bevoegde ABS, hetzij de ABS van de plaats van opmaak van de akte.
De ABS die een materiële vergissing vaststelt op een akte die hij zelf heeft opgemaakt, moet die zelf kunnen verbeteren. Het is niet logisch dat hij een verbetering van zijn eigen materiële vergissing zou moeten vragen aan een andere (met name de algemeen bevoegde) ABS. Het is daarnaast ook nodig dat de algemeen bevoegde ABS de akte kan verbeteren, indien de materiële vergissing bijvoorbeeld pas wordt vastgesteld jaren na de opmaak van de akte.
Een materiële vergissing houdt in dat een ABS, op het ogenblik van de opmaak of wijziging van een akte van de burgerlijke stand, bij vergissing een gegeven heeft opgenomen in die akte dat niet volledig overeenstemt met de vermelding van dat gegeven op de authentieke akten of officiële attesten die hij op dat ogenblik in zijn bezit had (artikel 34 van het oud Burgerlijk Wetboek).
Daarin zijn verschillende elementen van belang, namelijk: - de vergissing gebeurde op het ogenblik van de opmaak van de akte; - het gegeven stond wel correct op de authentieke akten of de officiële attesten die de ABS op het ogenblik van de opmaak van de akte voor zich had; - het feit dat het gegeven niet correct werd overgenomen, wordt bewezen aan de hand van een authentieke akte of officieel attest.
Het gaat met name om: a) Een schrijf- of typfout in namen en voornamen Voorbeeld: de vermelding van Jozeph in plaats van Jozef op een geboorteakte. Niet enkel een schrijf- of typfout in de namen en voornamen wordt als een materiële vergissing beschouwd, maar ook een verwisseling tussen beide, dat wil zeggen dat de voornaam als naam werd opgenomen en omgekeerd.
Het is ook nodig nog te verduidelijken tot welke voorouder er kan worden teruggegaan in de akten om de schrijfwijze van de naam te verbeteren. Daarvoor zijn er verschillende beperkingen: 1. Volgens artikel 34 van het oud Burgerlijk Wetboek moet de ABS, bij de opmaak van een akte van de burgerlijke stand, bij vergissing een gegeven opgenomen hebben in deze akte dat niet volledig overeenstemt met de vermelding van dat gegeven op de authentieke akten of officiële attesten die hij op dat ogenblik in zijn bezit had. Om te weten of de ABS de akte of het attest `in het bezit had', moet de vraag gesteld worden of de ABS de akte had moeten nakijken op het ogenblik van de opmaak van de akte die de fout bevat.
Bij de opmaak van de geboorteakte zal het dus in principe gaan om de geboorteakte van de vader (of moeder, bij moederlijke afstamming).
Ook de algemeen bevoegde ABS kan ervan uitgaan dat de ABS die de akte opmaakte, die akten in zijn bezit had. Indien die akten de fout niet bevatten, kan de verbetering via de materiële vergissing gebeuren. 2. Het Hof van Cassatie heeft de draagwijdte van de verbetering van de schrijfwijze van de naam beperkt tot de eerste generatie afstammelingen (Cass.30 januari 1987, R.W., 1986-1987, col. 2357;
Cass., 29 oktober 1976, Pas., 1977, I, blz. 250), en dus bijvoorbeeld niet tot de afstammelingen van de tweede generatie. Dat geldt zowel voor rechterlijke verbeteringen als voor de verbetering van materiële vergissingen. (Deze cassatierechtspraak wordt echter betwist door de hoven en rechtbanken en de rechtsleer.) De verbetering mag volgens die rechtspraak dus slechts betrekking hebben op de eerste generatie afstammelingen: enkel de naam van de kinderen van de (over)grootvader (Van der Schueren) zou via materiële vergissing (overgangsbepaling) verbeterd moeten worden.
Ingeval de betrokkene zijn akte verbeterd wil zien op basis van de schrijfwijze van de naam in de geboorteakte van een andere ascendent dan die van zijn vader, zal hij dat enkel via de rechtbank kunnen proberen te bereiken. Het is aan de rechter om daar dan over te oordelen. Ingeval de rechtbank de cassatierechtspraak volgt, zal de verbetering van de akte geweigerd worden. b) Een fout in datum, plaats of uur van het rechtsfeit of de rechtshandeling die de akte vaststelt Voorbeeld: een fout in de datum van huwelijk of in de plaats/datum of het uur van geboorte of overlijden. Het kan gaan om fouten ten aanzien van de kennisgeving van geboorte of uit het medisch attest van overlijden.
Het kan dus ook gaan om een foutief geslacht in de geboorteakte, indien dat niet overeenstemt met de kennisgeving van de geboorte.
Daarnaast zijn er nog andere fouten mogelijk in de nieuwe basisakten van de burgerlijke stand, zoals een fout in de datum van een naamsverandering.
Enkel indien aan die voorwaarden voldaan is, kan de ABS de akte van de burgerlijke stand verbeteren.
Het is niet vereist om akten te verbeteren van personen die reeds overleden zijn, maar evenmin verboden.
Deze procedure van `materiële vergissing' kan niet gebruikt worden om het geslacht in de akte van geboorte te verbeteren (tenzij de vermelding van het geslacht in de akte van geboorte niet overeenkomt met de kennisgeving van de geboorte). Dat moet gebeuren via de procedure van aanpassing van de registratie van het geslacht zoals bedoeld in artikel 135/1 van het oud Burgerlijk Wetboek.
Het kan voorvallen dat de gegevens in de automatische meldingen bedoeld in artikel 32 van het oud Burgerlijk Wetboek niet juist zijn.
In dat geval kunnen de griffier of de verantwoordelijke ambtenaar van de dienst Naamsverandering van de FOD Justitie de foutief gecodeerde gegevens vervangen (artikel 32, § 2, van het oud Burgerlijk Wetboek).
Dat kan dus niet worden beschouwd een materiële vergissing.
De definitie voorzien in artikel 34 van het oud Burgerlijk Wetboek is enkel van toepassing op de akten van de burgerlijke stand opgemaakt na 31 maart 2019.
Het `only once'-principe is ook van toepassing in de verbeterprocedure door de ABS. Concreet gaat de ABS als volgt te werk om een materiële vergissing op een akte te verbeteren: Het verbeteren van de vergissing is slechts mogelijk aan de hand van de oorspronkelijke authentieke akte of het officiële attest.
De ABS zoekt de authentieke akte die of het officiële attest dat de materiële vergissing bewijst, op in de DABS. Indien de akte of het attest nog niet is opgenomen in de DABS, vraagt hij de ambtenaar die de akte heeft opgemaakt of overgeschreven om die akte of dat attest op te nemen in de DABS. Indien het een officieel attest betreft dat de materiële vergissing bewijst en de ambtenaar daarover niet beschikt, vraagt de ABS dat attest op bij de bevoegde Belgische instanties of instellingen (bijvoorbeeld de DVZ of het dossier `vreemdelingen' bij de gemeente).
Enkel ingeval de ABS op die wijze niet over de authentieke akte of het officiële attest kan beschikken, dient de betrokkene het document zelf voor te leggen.
De stavingsstukken (de authentieke akte of het officiële attest) op basis waarvan de akte wordt verbeterd, worden als bijlage in de DABS opgenomen.
De ABS maakt de gewijzigde akte op. Zie punt 3.9.1. c) Verwisseling van personen vermeld in de akte Het gaat om de gevallen waarin een verkeerde `rol' werd aangeduid bij de opmaak van de akte.Dat wil zeggen dat de gegevens van de vader bijvoorbeeld bij de moeder staan en omgekeerd, of dat een echtgenoot en getuige werden omgewisseld (huwelijksakte). Dat komt voort uit het aanduiden van de verkeerde optie in een keuzelijst. d) Ontbreken van voornamen of delen van een naam in een andere akte dan de eigen geboorteakte Uit de praktijk blijkt ook dat het soms voorkomt dat er voornamen of delen van een naam van een persoon ontbreken in een andere akte van de burgerlijke stand dan de eigen akte van geboorte van de betrokkene, terwijl ze wel voorkomen in de akte van geboorte van de betrokkene. Het is voortaan mogelijk om de voornamen of delen van de familienaam via de materiële vergissing toe te voegen in de andere akte, omdat de geboorteakte van de betrokkene in elk geval prioritair is. e) Diakritische tekens Hieronder worden ook foutieve diakritische tekens verstaan.De ABS kan diakritische tekens in de akten dus via deze weg toevoegen of verwijderen. Het gaat met name om het ontbreken van accenten, bepaalde lettertekens (bijvoorbeeld `ç') die wel op een ander officieel attest of authentieke akte stonden, maar niet op die wijze in de akte van de burgerlijke stand werden opgenomen. Onder meer op dat vlak bestaan er soms verschillen tussen de vermelding van voor- of familienamen in de akten van de burgerlijke stand en die in het Rijksregister.
Het is niet vereist om elk diakritisch teken in een akte die een discrepantie vertoont met bijvoorbeeld het Rijksregister te verbeteren. De mogelijkheid bestaat immers ook dat het de vermelding in het Rijksregister is die foutief is. De ABS kan pragmatisch handelen en enkel indien de discrepantie problemen oplevert (bijvoorbeeld akte nodig voor het buitenland) of indien de burger er uitdrukkelijk om verzoekt, het diakritisch teken aanpassen. Hij baseert zich dan op de buitenlandse authentieke akte.
Het is van belang te wijzen op het onderscheid met een foute transliteratie. In dat geval gaat het om een fout in de vertaling vanuit een ander alfabet (bijvoorbeeld Arabisch of Cyrillisch) naar het Latijns alfabet. Dat zou immers frauduleus kunnen zijn. Zo zou iemand op verklaring ingeschreven kunnen worden met een bepaalde naam (bijvoorbeeld Sem). Nadien kan hij een stuk voorleggen (paspoort ...) waarin hij een andere naam heeft (bijvoorbeeld Sam). Gelet op het gevaar van mogelijke identiteitsfraude gebeuren verbeteringen van transliteraties via de procedure voor de rechtbank. f) Gegevens getuigen in de huwelijksakte Ook (bepaalde) gegevens van de in de huwelijksakte opgenomen getuigen die de ABS is vergeten op te nemen, of fouten in die gegevens, vallen onder de materiële vergissing.Aangezien de getuigen een louter ceremoniële waarde hebben (want ze zijn niet noodzakelijk om te kunnen huwen), zijn deze gegevens niet essentieel. De wetgever heeft een verbetering via de rechtbank dan ook niet als gerechtvaardigd beschouwd. In datzelfde opzicht worden getuigen overigens niet langer beschouwd als personen betrokken bij de akte van huwelijk. Hun rijksregisternummer wordt er niet langer in opgenomen. g) Foutief of niet overnemen van gegevens in authentieke akten of officiële attesten De ABS neemt soms gegevens foutief of niet over in een akte van de burgerlijke stand, terwijl ze wel vermeld staan in de authentieke akten of officiële attesten die bij het opmaken van de akte werden voorgelegd. Het kan bijvoorbeeld gaan om de datum van kracht van gewijsde die correct in het gerechtelijk stuk staat, maar niet correct werd overgenomen in de akte. Het zou bijvoorbeeld ook kunnen gaan om het verkeerd overnemen van de geboorteplaats in de Belgische akte op basis van de buitenlandse akte, terwijl die correct vermeld staat in de buitenlandse akte van geboorte.
Wanneer het gaat om een Belgische akte opgemaakt op basis van een buitenlandse akte of beslissing, kan het eveneens gaan om de basis voor de opmaak van de akte. Indien de ABS is vergeten te vermelden op basis van welke buitenlandse akte of beslissing de akte wordt opgemaakt (artikel 41, § 1, 5°, d) of e), van het oud Burgerlijk Wetboek), kan hij dat gegeven toevoegen middels de materiële vergissing.
In dit soort gevallen is het mogelijk om de akte van de burgerlijke stand te verbeteren, zonder dat dat via de rechtbank moet gebeuren. h) Fouten in medische attesten en processen-verbaal De hierboven genoemde gevallen van materiële vergissingen kunnen ook voorkomen in de medische attesten waarop de ABS zich baseert om een akte op te maken (met name geboorte- of overlijdensattesten). Ook in dat geval kan de ABS de akte van de burgerlijke stand verbeteren volgens de procedure van de materiële vergissing, op basis van het door de arts of vroedvrouw verbeterd medisch attest.
Hetzelfde geldt voor fouten in processen-verbaal die door de ABS worden opgemaakt bijvoorbeeld bij het niet-functioneren van de DABS of bij een geboorte of overlijden op een schip of luchtvaartuig.
Het verbeterde medisch attest of proces-verbaal is een wettelijk voorziene bijlage in de DABS ter controle.
Het gebruik van de mogelijkheid tot verbetering via de materiële vergissing door de ABS mag er niet toe leiden dat de ABS de akten van de burgerlijke stand onzorgvuldig opmaakt. Het is nog steeds van belang dat de akten, vóór de ondertekening ervan, grondig worden nagekeken. Fouten moeten zo veel als mogelijk vermeden worden. De uitbreiding van de gevallen van de materiële vergissing heeft enkel tot doel om, in het geval van een vergissing, de akte zo snel als mogelijk te kunnen rechtzetten.
Sinds de Reparatiewet van 2020 wordt elke verbetering van een materiële vergissing via de DABS aan de bevoegde procureur des Konings genotificeerd. Het parket heeft immers een algemene toezichtsfunctie over de burgerlijke stand. Het parket kan dan op bepaalde tijdstippen bijvoorbeeld een lijst trekken van alle verbeteringen bij deze procedure en nagaan of daar geen misbruik van wordt gemaakt.
Verbetering van materiële vergissingen van akten opgemaakt vóór 31 maart 2019.
Artikel 116 van de Wet Modernisering Burgerlijke Stand bevat een overgangsbepaling voor de verbetering van materiële vergissingen van akten opgemaakt vóór 31 maart 2019.
Voor die gevallen wordt onder materiële vergissing verstaan : - een schrijf- of tikfout in namen, voornamen en adressen; - een fout in de datum van geboorte of overlijden als uit een geboorte- of overlijdensattest een andere datum blijkt; - een fout in de datum van huwelijk; - een fout met betrekking tot de in de akte vermelde ambtenaar van de burgerlijke stand; - een verkeerde datum van opmaak van de akte. 3.10.1.2. Ambtshalve nietigverklaring door ABS Sinds de Reparatiewet van 2020 kan de ABS in bepaalde gevallen ook zelf akten van de burgerlijke stand nietig verklaren (artikel 34/1 van het oud Burgerlijk Wetboek).
Zoals het mogelijk is om bepaalde fouten zelf te verbeteren (materiële vergissing), is het ook mogelijk om akten in hun geheel nietig te verklaren indien de vergissing de opmaak van de akte zelf betreft.
Manifest onjuiste akten moeten zo snel mogelijk uit de DABS kunnen worden gehaald. Het is in de praktijk niet werkbaar om voor al deze `vergissingen' een verbetering of nietigverklaring via de rechtbank aan te vragen. Het wachten op een beslissing van de rechtbank kan vele andere zaken blokkeren, zoals de `collecte' in het Rijksregister.
De ambtshalve nietigverklaring is mogelijk in de volgende gevallen: a) de akte heeft betrekking op een rechtsfeit dat of rechtshandeling die nooit heeft plaatsgevonden: Voorbeeld: een ABS wilde een voorlopige versie opmaken van een huwelijksakte ter voorbereiding van het huwelijk, maar ondertekende die per ongeluk vóór het huwelijk werd voltrokken. Het zou ook kunnen gaan om een akte van naamsverandering, een akte van overlijden, een akte van erkenning enz. opgemaakt voor een verkeerde persoon, door invulling van een verkeerd rijksregisternummer (bijvoorbeeld 1 cijfer verschil) of omdat iemand een zeer gelijkaardige naam en voornaam had en de ABS het verschil niet heeft opgemerkt. b) de akte heeft betrekking op een rechterlijke of administratieve beslissing die nooit werd uitgesproken: Voorbeeld: opmaak van een akte van echtscheiding voor een rechterlijke beslissing die nog niet was uitgesproken.c) de akte werd opgemaakt zonder dat aan de wettelijke vereiste voorwaarden ervoor voldaan was: Voorbeelden: de geboorteakte werd opgemaakt zonder medisch attest, de akte werd ondertekend zonder dat een vereiste termijn werd afgewacht (bijvoorbeeld akte van aanpassing van de geslachtsregistratie, akte van nationaliteit), een gewijzigde akte werd opgemaakt op basis van een rechterlijke beslissing die niet in kracht van gewijsde was getreden.d) de ABS was niet bevoegd of niet gemachtigd om de akte op te maken: Voorbeeld: de ABS van de woonplaats van de betrokkene maakte de overlijdensakte op, in plaats van de ABS van de overlijdensplaats. In verband met de gevallen onder a) en b): in principe mag dit soort gevallen zo goed als niet voorkomen. Dat kwam vooral voor in de periode van de opstart van de DABS, ten gevolge van de grote hervorming van de burgerlijke stand, en het feit dat de ambtenaren en beambten van de burgerlijke stand niet vertrouwd waren met het informaticasysteem van de DABS. Er werd `te snel gevalideerd' of een verkeerd cijfer (bijvoorbeeld van het rijksregisternummer) ingetikt in de DABS zonder dat dat werd opgemerkt.
Indien dat toch voorvalt, moet de ABS zijn vergissing kunnen rechtzetten en de akte zo snel als mogelijk vernietigen om moeilijkheden voor de betrokkene te vermijden en om de correcte akte wel te kunnen opmaken. Een rechterlijke verbetering zal veel tijd in beslag nemen en beletten dat de correcte akte wordt opgemaakt, hetgeen in het nadeel van de burger is. Net als voor de verbetering via de materiële vergissing wordt ook hier voorzien dat processen-verbaal die werden opgemaakt in deze omstandigheden, ambtshalve nietig kunnen worden verklaard. De ambtshalve nietigverklaring kan rechtstreeks vermeld worden op het papieren proces-verbaal, voorzien van een handtekening van de ABS. In geval van een ambtshalve nietigverklaring maakt de ABS die de akte heeft opgemaakt onmiddellijk de akte van nietigverklaring op. De ABS verbindt die vervolgens met de akte van de burgerlijke stand waarop de nietigverklaring betrekking heeft. Indien nodig maakt de ABS ook de gewijzigde akte of akten van de burgerlijke stand op. Het is immers mogelijk dat er, als gevolg van de nietigverklaring van een akte, ook andere akte(n) van de burgerlijke stand wijzigen.
In geval van een nietigverklaring van een akte van erkenning bijvoorbeeld zal de ABS de akte van nietigverklaring opmaken, die akte verbinden met de akte van erkenning en ook een gewijzigde geboorteakte opmaken.
De nietig verklaarde akten blijven steeds zichtbaar in de DABS. De mogelijkheid tot ambtshalve nietigverklaring van een akte is echter wel op twee manieren beperkt, namelijk: - in de tijd, met name tot één maand na de opmaak van de akte (en dus niet jaren na de datum van de opmaak), en slechts voor zover ze de rechtstoestand van de personen op wie de akte betrekking heeft, niet in gevaar brengt. Wanneer de akte ten onrechte is opgesteld maar de rechtsfeiten en rechtshandelingen die ze vaststelt in essentie correct zijn en reeds het voorwerp uitmaken van de opbouw van rechten, kan ze niet meer ambtshalve nietig verklaard worden. In dit geval moet de familierechtbank zich dan uitspreken voor een verbetering of nietigverklaring van de akte; - enkel de ABS zelf heeft deze bevoegdheid, net zoals voor de huwelijksakten (artikel 9 van het oud Burgerlijk Wetboek) (zie 3.2.2.). Een beambte van de burgerlijke stand kan dat dus niet doen.
Net zoals de verbetering van een materiële vergissing wordt elke ambtshalve nietigverklaring sinds de Reparatiewet van 2020 via de DABS aan de bevoegde procureur des Konings genotificeerd.
Dat maakt het mogelijk voor het parket om daarop een gecentraliseerde controle uit te oefenen. Het parket kan op basis van die notificaties nagaan of er in bepaalde gemeenten te veel of oneigenlijk gebruikt van gemaakt wordt. Indien het parket anomalieën opmerkt, kan het steeds zijn algemeen recht van toezicht op de burgerlijke stand gebruiken en daartegen optreden (artikel 40 van het oud Burgerlijk Wetboek).
De mogelijkheid tot ambtshalve nietigverklaring van een akte mag er immers niet toe leiden dat akten onzorgvuldig opgemaakt worden. De toepassing van de ambtshalve nietigverklaring moet beperkt blijven tot uitzonderlijke gevallen. Onregelmatigheden in het gebruik ervan kunnen op die manier worden bestraft.
De ABS blijft verantwoordelijk voor het (correct) opmaken of wijzigen van de akten van de burgerlijke stand (zie artikel 36 van het oud Burgerlijk Wetboek).
Daarnaast is voorzien dat het beheerscomité van de DABS jaarlijks een lijst opmaakt van het aantal akten dat ambtshalve werd vernietigd. Ze bezorgt die lijst aan de minister van Justitie, die hem neerlegt in de Kamer van volksvertegenwoordigers.
Op die manier kan de Kamer van volksvertegenwoordigers de ambtshalve nietigverklaringen van akten van de burgerlijke stand door de ABS'en en de eventuele betwistingen ervan door het openbaar ministerie mee opvolgen.
De verantwoordelijkheid van de ABS wordt, als gevolg van de mogelijkheid tot ambtshalve nietigverklaring van de akten van de burgerlijke stand, logischerwijze uitgebreid tot de ambtshalve nietig verklaarde akten van de burgerlijke stand (zie 3.10.1.). 3.10.2. Verbetering en nietigverklaring door de familierechtbank De verbeteringsprocedure voor de familierechtbank blijft bestaan (verbeterend vonnis).
Wanneer? Deze procedure is mogelijk in alle gevallen waarbij een persoon een akte van de burgerlijke stand wil laten verbeteren of laten nietig verklaren, ook indien de akte kan worden verbeterd op basis van een materiële vergissing of ambtshalve nietig kan worden verklaard door de ABS. De verbeteringsprocedure via de familierechtbank is ook van toepassing in het geval men een ontbrekende akte wil laten vervangen overeenkomstig artikel 27 van het oud Burgerlijk Wetboek.
Deze verbeteringsprocedure is ook van toepassing in geval van terugkeer of bewijs van het bestaan van een afwezig verklaard persoon of van een gerechtelijk overleden verklaard persoon.
Naast de vraag tot verbetering van de materiële vergissingen kan het dus bijvoorbeeld gaan om fouten die de afstamming wijzigen, fouten ten gevolge van een verkeerde toepassing van het buitenlands recht, verschillen in transliteratie of verbeteringen van verschillende elementen van dezelfde akte, enz.
Het feit dat iemand na de opmaak van de akte verschillende andere documenten voorlegt dan op het ogenblik van de opmaak van de akte, die kennisgeven van een volledig andere identiteit en burgerlijke staat, zou kunnen wijzen op identiteitsfraude.
Ook een wijziging van de afstamming is een verregaande wijziging van iemands burgerlijke staat.
Hetzelfde geldt voor transliteraties, die moeten worden onderscheiden van de foutieve diakritische tekens (zie punt 3.10.1.).
In fine is het aan de rechter om de verbeteringen van fouten in de akten (andere dan de materiële vergissingen, die ook door de ambtenaar zelf kunnen worden verbeterd zoals hierboven omschreven) te beoordelen.
Wie kan de verbetering vorderen? 1) Elke persoon die een akte wil laten verbeteren of laten nietig verklaren of een ontbrekende akte wil laten vervangen.2) De ABS van de plaats van opmaak van de akte die een akte wil laten verbeteren of laten nietig verklaren.3) De procureur des Konings die een fout in of het ontbreken van een akte vaststelt, vordert de verbetering of de nietigverklaring van de akte of laat de ontbrekende akte vervangen. De ABS die een akte heeft opgemaakt en nadien vaststelt dat hij een fout heeft gemaakt bij de opmaak (bijvoorbeeld door de verkeerde toepassing van het internationaal privaatrecht) kan dus zelf de rechtbank om de verbetering of nietigverklaring van deze akte verzoeken. De mogelijkheid voor de betrokkene en voor de ABS om de nietigverklaring te vorderen, werd verduidelijkt door de Reparatiewet van 2023.
De procureur des Konings moet de verbetering of nietigverklaring van de akte vorderen wanneer hij een fout vaststelt in een akte van de burgerlijke stand of de ontbrekende akte laten vervangen indien hij het ontbreken van een akte van de burgerlijke stand vaststelt. Hij heeft volgens artikel 40 van het oud Burgerlijk Wetboek namelijk een toezichtsfunctie in verband met de naleving van de bepalingen van de burgerlijke stand. Het is essentieel en in het algemeen belang dat akten van de burgerlijke stand die de staat van de persoon betreffen, zoals bepaald in artikel 6 van het oud Burgerlijk Wetboek, worden verbeterd indien zij fouten bevatten.
Hoe? De procedure door de burger of de ABS gebeurt op verzoekschrift. De ABS of zijn gemachtigde (zie punt 3.2.2.) kan het verzoekschrift zelf ondertekenen en kan zelf verschijnen in de rechtbank. Hij moet hiervoor dus geen beroep doen op een advocaat.
Welke rechtbank? De familierechtbank van de plaats waar de akte is opgemaakt (bevoegd op basis van artikel 627,7°, van het Gerechtelijk Wetboek).
Werkwijze? De gegevens van in kracht van gewijsde gegane rechterlijke beslissingen die akten van de burgerlijke stand wijzigen, zullen rechtstreeks doorstromen via de DABS (en dus niet langer per gewone post).
De griffier stuurt de gegevens uit de rechterlijke beslissing die de ABS nodig heeft voor de wijziging van de akte(n) van de burgerlijke stand ten gevolge van de verbetering, de nietigverklaring of voor de opmaak van de vervangende akte onmiddellijk via de DABS door naar de bevoegde ABS. Concreet zal de griffier dus zo snel mogelijk het vonnis via de DABS doorsturen naar de bevoegde ABS, die daarvan een notificatie krijgt.
Op basis van de beslissing maakt de ABS dan onmiddellijk de gewijzigde akte(n) van de burgerlijke stand of de vervangende akte (in het geval van artikel 26 van het oud Burgerlijk Wetboek) op. De rechterlijke beslissing wordt als bijlage bij de gewijzigde of vervangende akte opgenomen in de DABS. De ABS waarborgt, zoals hoger uiteengezet, door de ondertekening van de akte de correcte verbindingen in de DABS (zie punt 3.4.7.).
Er worden enkel gegevens doorgestuurd indien er werd beslist tot een verbetering van een akte. In geval van een negatieve beslissing zal de ABS geen notificatie ontvangen.
Bevoegde ABS? De algemeen bevoegde ABS zoals bepaald in artikel 13 van het oud Burgerlijk Wetboek is bevoegd na een verbetering door de rechtbank.
Schematisch 1. Verbetering Materiële vergissing: ABS Eender welke fout: familierechtbank 2.Nietigverklaring Ambtshalve nietigverklaring: ABS in de omstandigheden bedoeld in punt 3.9.1.1.
Rechterlijke nietigverklaring: familierechtbank 3. Vervanging van een ontbrekende akte: familierechtbank 3.11. Aansprakelijkheid van en controle op de ABS 3.11.1 Aansprakelijkheid van de ABS (artikelen 36, 38 en 39 van het oud Burgerlijk Wetboek en artikelen 110 en 111 van de Wet Modernisering Burgerlijke stand. ) De ABS is verantwoordelijk voor: - de door hem opgemaakte, verbeterde, gewijzigde of nietig verklaarde akten van de burgerlijke stand (artikel 36 van het oud Burgerlijk Wetboek); - de akten die verloren gaan door slechte bewaring in de DABS (bijvoorbeeld slecht opslaan van de akte) (valt onder artikel 36 van het oud Burgerlijk Wetboek); - de bewaring van de papieren akten van de burgerlijke stand opgemaakt vóór 31 maart 2019 (of een op papier opgemaakt proces-verbaal), al dan niet in gedematerialiseerde vorm opgenomen in de DABS, tot de overdracht ervan aan het Algemeen Rijksarchief (artikel 110, § 1, eerste lid, en § 2, van de Wet Modernisering Burgerlijke Stand); - het verdwijnen van stukken uit de bewaarplaats van de registers van de burgerlijke stand (artikel 110, § 1, tweede lid, van de Wet Modernisering Burgerlijke Stand, zoals daarin vroeger was voorzien in artikel 132 van de Nieuwe Gemeentewet);
Dit is onder andere van belang in het geval een gemeente zou toestaan dat personen die hierom verzoeken zelf genealogische of historische opzoekingen zouden verrichten in de bewaarplaats. Het verdwijnen van stukken valt onder de verantwoordelijkheid van de ABS. Dat betekent niet dat de papieren registers van de burgerlijke stand niet kunnen worden verplaatst binnen de gemeente. Dat kan immers nuttig of nodig zijn in het kader van gemeentefusies (artikel 110, § 1, derde lid, van de Wet Modernisering Burgerlijke Stand).
De verplaatsing is mogelijk mits: o een beslissing van het college van burgemeester en schepenen; en o de toelating van de Procureur des Konings. - de juistheid van de gedematerialiseerde akte en de bijhorende metagegevens die in de DABS worden opgenomen bij de migratie van een papieren akte in de DABS, op het ogenblik van de opname van de akte in de DABS (artikel 111 van de Wet Modernisering Burgerlijke Stand);
Overeenkomstig artikel 38 van het oud Burgerlijk Wetboek is de ABS burgerrechtelijk aansprakelijk voor het niet naleven van de in het kader van zijn functie opgelegde voorschriften. De aansprakelijkheid van de ABS is enkel van toepassing in hoofde van zijn functie en strekt zich dus enkel uit tot het beheer van de akten van de burgerlijke stand, en niet tot het beheer van de DABS. Een eventuele aansprakelijkheid wordt door de rechter vastgesteld, op basis van de opdrachten die bij de wet aan het Beheerscomité (verantwoordelijk is voor het beheer van de DABS) en aan de ABS zijn toegewezen. - het niet naleven van de in het kader van zijn functie opgelegde voorschriften (artikel 38 van het oud Burgerlijk Wetboek);
De ABS is burgerrechtelijk aansprakelijk voor het niet naleven van de in het kader van zijn functie opgelegde voorschriften, tenzij iemand hem verhinderde die voorschriften na te leven (in dat laatste geval kan de ABS op die persoon verhaal uitoefenen). - elke onrechtmatige verandering en elke valsheid in de akten (artikel 39 van het oud Burgerlijk Wetboek).
Elke onrechtmatige verandering en elke valsheid in de akten van de burgerlijke stand geven aanleiding tot: ? schadevergoeding aan de partijen; ? de straffen waarin het Strafwetboek voorziet. 3.11.2. Controle door de procureur des Konings (artikel 37 en artikel 40 van het oud Burgerlijk Wetboek) De Wet Modernisering Burgerlijke Stand wijzigt de rol van de procureur des Konings met betrekking tot de burgerlijke stand, gelet op de oprichting van een centrale databank en de noden in de praktijk. Het principe van algemeen toezicht op de burgerlijke stand door de procureur des Konings biedt een duidelijke wettelijke basis voor de adviesfunctie van de procureur des Konings. Bovendien heeft het College van procureurs-generaal de mogelijkheid om richtlijnen op te maken. De rol van de procureur des Konings met betrekking tot de verbetering en de nietigverklaring van de akten van de burgerlijke stand werd ook verduidelijkt. 3.11.2.1. Algemeen toezicht op de burgerlijke stand De procureur des Konings moet toezien op de naleving van de bepalingen over de burgerlijke stand. Daartoe kan hij onder meer gerichte controles doen via de DABS. Dergelijke gecentraliseerde controle was niet mogelijk met de gemeentelijke papieren registers.
Artikel 40 van het oud Burgerlijk Wetboek geeft de procureur des Konings duidelijk de algemene bevoegdheid om op te treden in het kader van de burgerlijke stand.
De ABS is verplicht de procureur des Konings onmiddellijk op de hoogte te brengen van elke fout of onregelmatigheid die hij vaststelt.
De procureur des Konings onderzoekt en vervolgt de door de ABS in de uitoefening van zijn functie gepleegde inbreuken.
Welke procureur des Konings? De bevoegde procureur des Konings is die van de rechtbank van eerste aanleg van het gerechtelijk arrondissement waartoe de gemeente van de ABS die de akte heeft opgemaakt, behoort (artikel 40, § 1, eerste lid, van het oud Burgerlijk Wetboek). 3.11.2.2. Adviesfunctie van het parket (artikel 37 van het oud Burgerlijk Wetboek) Sinds de inwerkingtreding van de Wet Modernisering Burgerlijke Stand heeft de ABS de mogelijkheid om advies te vragen aan de procureur des Konings in geval van ernstige twijfel bij de opmaak van een akte. De Procureur des Konings geeft de ABS advies in individuele gevallen.
De rol van de procureur des Konings vóór de opmaak van een akte is immers van groot belang.
Een correcte opmaak van de akten door de ABS vermijdt bovendien dat de procureur des Konings nadien moet optreden. Een eventuele verbetering van akten van de burgerlijke stand via de rechtbank moet zoveel mogelijk worden vermeden, gelet op het belang van de staat van de persoon, het principe van de vastheid van de staat van de persoon en de gevolgen voor de burger.
De ABS heeft de mogelijkheid om advies te vragen in geval van ernstige twijfel; hij is er niet toe verplicht.
Het `opmaken' van de akten, zoals bedoeld in artikel 37 van het oud Burgerlijk Wetboek, dient ruim te worden geïnterpreteerd: een adviesaanvraag is niet alleen mogelijk in het kader van de opmaak, maar ook in het kader van wijzigingen, van nietigverklaringen, enz. van akten van de burgerlijke stand die moeten gebeuren nadat een akte werd opgemaakt. 3.11.2.3. Verbetering van akten van de burgerlijke stand Sinds de Wet Modernisering Burgerlijke Stand is het optreden van de procureur des Konings in het kader van de procedure van verbetering van materiële vergissingen door de ABS afgeschaft. De ABS kan dit doen zonder advies van de procureur des Konings. De procureur des Konings speelt een rol bij de verbetering of nietigverklaring van akten van de burgerlijke stand door de familierechtbank.
Gelet op zijn toezichtsfunctie zoals bedoeld in artikel 35, § 1, derde lid, van het oud Burgerlijk Wetboek, moet de procureur des Konings de verbetering of de nietigverklaring van een akte vorderen indien hij een fout in de akte vaststelt. Hij laat eveneens een ontbrekende akte zoals bedoeld in artikel 26 van het oud Burgerlijk Wetboek vervangen.
Daarnaast zal er steeds een verplichte mededeling zijn aan het openbaar ministerie (artikel 764, eerste lid, 3°, van het Gerechtelijk Wetboek), zal het schriftelijk advies van het openbaar ministerie worden meegedeeld aan de partij (artikel 766, § 1, derde lid, van het Gerechtelijk Wetboek) en zal de partij een schriftelijke repliek kunnen geven op dit advies (artikel 767, § 1, derde lid, van het Gerechtelijk Wetboek). 3.11.2.4 Richtlijnen van het College van procureurs-generaal (uniformiteit) Het College van procureurs-generaal kan richtlijnen uitvaardigen aan de procureurs des Konings ter verduidelijking van de wijze waarop de controle wordt uitgeoefend.
Het gaat om bindende richtlijnen voor alle leden van het openbaar ministerie. De procureurs-generaal bij de hoven van beroep waken over de uitvoering van deze richtlijnen binnen hun rechtsgebied.
Deze richtlijnen kunnen ook betrekking hebben op het gebruik van de DABS bij de controle. 4. Verschillende akten van de burgerlijke stand 4.1. Standaardgegevens in de akten van de burgerlijke stand In artikel 41 van het oud Burgerlijk Wetboek is bepaald welke gegevens in elke akte van de burgerlijke stand moeten staan.
Het gaat om: 1° de ambtelijke gegevens van de akte: de naam, de voornaam en de handtekening van de ABS of zijn gemachtigde beambte;2° de datum van opmaak van de akte;3° de plaats van de opmaak van de akte: zowel de gemeente als, in voorkomend geval, het district; 4° het aktenummer (zie punt 3.4.10.); 5° de vermelding van de basis voor de opmaak van de akte (voor zover van toepassing). De ABS moet steeds de basis of de oorsprong van die akte vermelden bij de opmaak van de akte.
Het kan gaan om: a) een rechterlijke beslissing: In dat geval worden de volgende gegevens vermeld: 1.de rechterlijke instantie; 2. de datum van de uitspraak;3. de datum van het in kracht van gewijsde treden ervan;4. het identificatienummer van de rechterlijke beslissing (rolnummer). Het beeld van de rechterlijke beslissing wordt als bijlage bij de akte in de DABS opgenomen.
In casu kan het bijvoorbeeld gaan om een vervangende geboorteakte, waarin vermeld staat dat de geboorteakte is opgemaakt op basis van een vervangend vonnis.
Het zou ook kunnen gaan om een akte opgemaakt op basis van artikel 463 van het Wetboek van Strafvordering.
Een ander voorbeeld is de opmaak van een overlijdensakte op basis van de rechterlijke beslissing tot verklaring van overlijden. b) een proces-verbaal (zoals bedoeld in artikel 14, vierde lid, artikel 47, artikel 55, § 2, of artikel 57 van het oud Burgerlijk Wetboek) Het gaat hier om de processen-verbaal op basis waarvan (later) een akte van de burgerlijke stand wordt opgemaakt: - de processen-verbaal opgemaakt in uitzonderlijke omstandigheden (systeemfalen DABS); - het proces-verbaal van een vondeling; - het proces-verbaal van het overlijden van een onbekende; - het proces-verbaal in geval van geboorte of overlijden op een schip of op een luchtvaartuig. c) een koninklijk besluit tot vergunning van naamsverandering (zoals bedoeld in artikel 370/4, § 1, of artikel 370/8, eerste lid, van het oud Burgerlijk Wetboek): - de datum van het koninklijk besluit; - de datum van bekendmaking in het Belgisch Staatsblad (voor zover van toepassing), of de datum van het arrest tot vernietiging zoals bedoeld in artikel 370/8, eerste lid, van het oud Burgerlijk Wetboek.
Dezelfde logica als bij de rechterlijke beslissingen wordt gevolgd.
Een akte van naamsverandering (bijvoorbeeld in het geval van een erkende vluchteling) wordt opgemaakt op basis van het koninklijk besluit tot vergunning van naamsverandering.
In zeer uitzonderlijke gevallen worden de koninklijke besluiten vrijgesteld van de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad (vandaar `voor zover van toepassing') (artikel 370/6, derde lid, van het oud Burgerlijk Wetboek). d) een buitenlandse akte: - de autoriteit die de akte heeft opgemaakt; - de datum van opmaak van de akte.
Dit is bijvoorbeeld het geval van de buitenlandse huwelijksakte die in België wordt erkend. De ABS maakt een Belgische huwelijksakte op.
Daarop zal de ABS de basis hiervan vermelden: de buitenlandse akte, de autoriteit die de akte heeft opgemaakt (inclusief de plaats van deze autoriteit) en de datum van opmaak. e) de buitenlandse rechterlijke of administratieve beslissing: - de buitenlandse autoriteit die de beslissing heeft genomen; - de datum van de beslissing; - de datum waarop de beslissing uitwerking heeft.
Het kan hier bijvoorbeeld gaan om een buitenlandse echtscheidingsbeslissing die in België wordt erkend. Op basis van de buitenlandse echtscheidingsbeslissing wordt er een akte van echtscheiding opgemaakt. In die akte wordt vermeld dat ze werd opgemaakt op basis van een buitenlandse rechterlijke of administratieve beslissing. Ook de buitenlandse autoriteit (inclusief de plaats ervan), de datum van de beslissing en de datum van uitwerking ervan worden erin vermeld.
De akte of beslissing die als basis diende voor de opmaak van de akte wordt als bijlage in de DABS opgenomen, tenzij ze beschikbaar is in een andere authentieke bron (zoals bepaald in artikel 15 van het oud Burgerlijk Wetboek).
Identificatie van de personen in de akte De personen op wie de akte betrekking heeft, worden geïdentificeerd op basis van het rijksregisternummer.
De wet van 25 november 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/11/2018 pub. 13/12/2018 numac 2018032324 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende diverse bepalingen met betrekking tot het Rijksregister en de bevolkingsregisters sluiten houdende diverse bepalingen met betrekking tot het Rijksregister en de bevolkingsregisters heeft het immers mogelijk gemaakt om de natuurlijke personen die vermeld worden in een akte van de burgerlijke stand, maar die niet het voorwerp uitmaken van een inschrijving of een vermelding in het rijksregister van de natuurlijke personen in een andere hoedanigheid, ook te vermelden in het rijksregister.
De personen die als zodanig in het rijksregister worden vermeld, krijgen ook een rijksregisternummer toegekend.
Het is belangrijk erop te wijzen dat het rijksregisternummer geen deel uitmaakt van de akte zelf (artikel 41, § 2, tweede lid, van het oud Burgerlijk Wetboek). Het gaat enkel om achterliggende informatiegegevens op basis waarvan personen worden geïdentificeerd, en de gegevens van de DABS en het rijksregister met elkaar kunnen worden gekoppeld.
De aanpassing van dit identificatienummer moet niet gebeuren via de verbeteringsprocedures waarin is voorzien voor de verbetering van akten van de burgerlijke stand (zie punt 3.9.). Het identificatienummer is immers een dynamisch gegeven dat kan worden gewijzigd overeenkomstig de bepalingen van wetgeving met betrekking tot het rijksregister.
Het is belangrijk erop te wijzen dat de getuigen bedoeld in artikel 54, 4°, van het oud Burgerlijk Wetboek (huwelijksgetuigen) niet worden beschouwd als personen op wie de akte betrekking heeft. Zij moeten derhalve niet worden geïdentificeerd aan de hand van een rijksregisternummer. De vermelding van hun naam en voornaam volstaat.
Naast de hierboven vernoemde gegevens worden in de akten van de burgerlijke stand de gegevens vermeld die eigen zijn aan de akten.
In artikel 16 van het oud Burgerlijk Wetboek is hierover verder bepaald dat de ABS geen andere gegevens mag vermelden in de akten dan deze die waarin wettelijk is voorzien. 4.2 De verschillende soorten akten van de burgerlijke stand In het oud Burgerlijk Wetboek is voor elke soort akte van de burgerlijke stand voorzien in een afzonderlijke afdeling.
Per afdeling staat er (indien mogelijk) eerst de wijze waarop de akte tot stand komt en nadien de gegevens die de akte moet vermelden. 4.2.1 De akten van geboorte 4.2.1.1 Akte van geboorte Kennisgeving van de geboorte (artikel 42 van het oud Burgerlijk Wetboek) Door wie? De kennisgeving gebeurt door: - in geval van een geboorte in het ziekenhuis: de verantwoordelijke van de inrichting of zijn afgevaardigde; - in geval van een geboorte buiten het ziekenhuis: de arts, de vroedvrouw of de andere personen die bij de geboorte aanwezig waren of de persoon bij wie de geboorte heeft plaatsgehad.
Hoe? De kennisgeving gebeurt aan de hand van een medisch attest.
Elektronische kennisgeving? Dit gebeurt al in verschillende gemeenten, vooral in Vlaanderen, via de eBirth-applicatie. Er bestaat nog geen verplichting tot elektronische kennisgeving. De bestaande mogelijkheden voor de elektronische kennisgeving van geboorten worden niet ingeperkt. De kennisgevingen op papier of via fax kunnen nog steeds gebruikt worden.
Model kennisgeving? Er worden geen specifieke modellen van kennisgeving van geboorte en overlijden uitgewerkt, aangezien dit tot nutteloze bijkomende administratieve lasten voor deze doelgroep zou leiden.
Aangifte (artikel 43 van het oud Burgerlijk Wetboek) Door wie? De vader of de meemoeder, en de moeder, of één van hen.
Waar? ABS van de geboorteplaats (plaats feit).
De gemeente kan wel kiezen hoe de geboorteaangifte praktisch plaatsvindt. Eén mogelijkheid is om de geboorteaangifte in de materniteit te laten plaatsvinden, na beslissing van het college van burgemeester en schepenen.
Termijn? Binnen vijftien dagen na de geboorte. De termijn wordt verlengd tot de eerstvolgende werkdag indien de laatste dag van die termijn een zaterdag, een zondag of een wettelijke feestdag is.
Geen (tijdige) geboorteaangifte door de ouders? Indien er geen aangifte werd gedaan, maakt de ABS de definitieve akte van geboorte louter op basis van de kennisgeving op. De verantwoordelijke van het ziekenhuis dient geen aangifte meer te doen, daar die aangifte immers niets toevoegt aan wat er reeds in de kennisgeving stond.
De bedoeling is dat er reeds zo veel mogelijk informatie wordt gegeven bij de kennisgeving, ook over de onzekere gegevens zoals de familienaam en de voornaam.
Geen geboorteaangifte en onvoldoende gegevens in de kennisgeving? Indien de ouders geen geboorteaangifte doen en de kennisgeving geen gegevens bevat over de voornaam of de familienaam zal de ABS handelen als volgt.
Zo probeert de ABS bij het ontbreken van de voornaam in de eerste plaats contact op te nemen met iemand die kennis heeft van de voornaam van het kind. Indien dat niet lukt, kan de ABS de voornaam van het kind zelf bepalen ofwel de akte zonder voornaam opstellen. De akte kan dan later aangepast worden via een procedure van verbetering door de rechtbank. De verantwoordelijkheid ligt in dat geval bij de ouders, die geen geboorteaangifte gedaan hebben.
Indien de familienaam van het kind in de kennisgeving ontbreekt, past de ABS de algemene regels voor de vaststelling van de familienaam toe, volgens het toepasselijk recht van het kind. Indien het Belgisch naamrecht wordt toegepast, wordt verwezen naar de omzendbrief van 22 december 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/1980 pub. 20/12/2007 numac 2007000992 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/12/1980 pub. 12/04/2012 numac 2012000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten5 inzake de wet van 5 mei 2014 houdende de vaststelling van de afstamming van de meemoeder en de wet van 18 december 2014 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van internationaal privaatrecht, het Consulair Wetboek, de wet van 5 mei 2014 houdende de vaststelling van de afstamming van de meemoeder en de wet van 8 mei 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/05/2014 pub. 19/02/2015 numac 2015000081 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek met het oog op de invoering van de gelijkheid tussen mannen en vrouwen bij de wijze van naamsoverdracht aan het kind en aan de geadopteerde. - Duitse vertaling type wet prom. 08/05/2014 pub. 26/05/2014 numac 2014009293 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek met het oog op de invoering van de gelijkheid tussen mannen en vrouwen bij de wijze van naamsoverdracht aan het kind en aan de geadopteerde sluiten tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek met het oog op de invoering van de gelijkheid tussen mannen en vrouwen bij de wijze van naamsoverdracht aan het kind en aan de geadopteerde (B.S. 29 december 2014). Voor het overige moet ook worden verwezen naar de omzendbrief betreffende de wet van 25 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/12/2016 pub. 30/12/2016 numac 2016009653 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de artikelen 335 en 335ter van het Burgerlijk Wetboek betreffende de wijze van naamsoverdracht aan het kind type wet prom. 25/12/2016 pub. 05/05/2017 numac 2017040278 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de artikelen 335 en 335ter van het Burgerlijk Wetboek betreffende de wijze van naamsoverdracht aan het kind. - Duitse vertaling sluiten tot wijziging van de artikelen 335 en 335ter van het Burgerlijk Wetboek betreffende de wijze van naamsoverdracht aan het kind (B.S. 30 december 2016).
Opmaak definitieve akte van geboorte.
Na de geboorteaangifte of indien de geboorte niet werd aangeven binnen vijftien dagen maakt de ABS de definitieve geboorteakte onmiddellijk op.
Elektronische geboorteaangifte? Het koninklijk besluit van 21 december 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/07/2006 pub. 29/12/2006 numac 2006009998 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het vaststellen van de afstamming en de gevolgen ervan sluiten9 tot bepaling van de voorwaarden verbonden aan elektronische aangiften inzake burgerlijke stand biedt gemeenten de mogelijkheid om een beveiligde informatica-oplossing te ontwikkelen om elektronische geboorteaangiften mogelijk te maken.
Het koninklijk besluit bepaalt de voorwaarden waaronder geboorteaangiften op elektronische wijze kunnen worden gedaan. Elke gemeente moet bepalen of ze het informaticaplatform overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit wenst te ontwikkelen om het haar burgers mogelijk te maken elektronische aangiften te doen.
Dat koninklijk besluit heeft ook betrekking op de elektronische aangiften van huwelijk en erkenning.
Onduidelijk geslacht? Indien het geslacht van een kind onduidelijk is, kunnen de ouders, of één van hen, aangifte doen van het geslacht binnen drie maanden na de geboorte, met voorlegging van een medisch attest (artikel 48 van het oud Burgerlijk Wetboek).
Er wordt op basis van de aangifte van het geslacht (met medisch attest) een gewijzigde akte opgemaakt (artikel 31, § 2, van het oud Burgerlijk Wetboek). De ABS van de geboorteplaats van het kind is bevoegd om die gewijzigde akte op te maken (artikel 48, tweede lid, van het oud Burgerlijk Wetboek).
Gegevens geboorteakte (artikel 44 van het oud Burgerlijk Wetboek) Artikel 44 van het oud Burgerlijk Wetboek bepaalt welke gegevens in de geboorteakte worden vermeld. Enkel de essentiële gegevens worden vermeld. De geboorteakte bevat: - de gegevens over de geboorte van het kind: de geboortedatum, de geboorteplaats, het uur van geboorte, het geslacht, de naam en de voornamen van het kind; - de gegevens van de moeder, en van de vader of meemoeder (voor zover de vaderlijke of meemoederlijke afstamming vaststaat): de naam, de voornamen, de geboortedatum en de geboorteplaats; - voor zover van toepassing, de gegevens van de prenatale erkenning of de erkenning in de akte van geboorte zelf door de vader of meemoeder, met vermelding van de vereiste toestemmingen, namelijk van de personen bedoeld in artikel 329bis van het oud Burgerlijk Wetboek, de wettelijke vertegenwoordiger van het kind en/of de gegevens van de toestemming via rechterlijke beslissing verkregen; - voor zover van toepassing, de basis voor de opmaak van de akte (zie artikel 41, § 1, 5°, van het oud Burgerlijk Wetboek).
Indien de kennisgeving onvolledig was of bij de geboorte van een vondeling kunnen de gegevens over de geboorte van het kind uiteraard maar ingevuld worden voor zover ze beschikbaar zijn.
De vermelding van de basis voor de opmaak van de akte zal bijvoorbeeld nodig zijn in geval van: - de opmaak van een vervangende akte van geboorte op basis van een vervangend vonnis, waarbij de akte van geboorte dan de gegevens van de rechterlijke beslissing moet bevatten; - geboorte op een schip/luchtvaartuig, waarbij de gegevens van het proces-verbaal als basis voor de opmaak van de akte in de geboorteakte komen.
Indien een gemeenschappelijke verklaring werd afgelegd zoals bedoeld in artikel 316bis van het oud Burgerlijk Wetboek om het vermoeden van vaderschap of van meemoederschap toch toe te passen, wordt die verklaring als bijlage opgenomen in de DABS. De beschikking van de vrederechter waarbij een onbekwaam verklaarde persoon alsnog gemachtigd wordt een kind te erkennen, dan wel in te stemmen met een erkenning, wordt, ingeval van erkenning in de akte van geboorte, als bijlage bij de akte van geboorte in de DABS opgenomen (artikel 328, § 2, en artikel 329bis, § 1/1 en § 2, van het oud Burgerlijk Wetboek).
Naamskeuze In de akte moet het duidelijk zijn of de door de ouder gekozen naam een dubbele naam (deelbaar) of een samengestelde naam (ondeelbaar) is.
In geval het om een dubbele naam gaat, moet de akte duidelijk de twee delen van de naam vermelden. De ouders moeten steeds een naamskeuze maken. In het geval onenigheid of weigering van keuze zal het kind de dubbele familienaam in alfabetische volgorde krijgen. Het heeft dus geen zin de `naamskeuze' uitdrukkelijk te vermelden.
De vermelding van de gegevens van de aangevers heeft weinig nut. In principe zijn dat de ouders zelf. Gelet op de complexiteit van de materie (keuze toepasselijk recht enz.) kunnen gemeenten ervoor kiezen om de naam te laten noteren in een door de aangevers ondertekend papieren document om latere betwisting te voorkomen. 4.2.1.2. Akte van geboorte van een vondeling De procedure voor de aangifte van een vondeling staat omschreven in artikel 45 van het oud Burgerlijk Wetboek.
Kennisgeving geboorte Door wie? Elke persoon die een pasgeboren kind gevonden heeft. De kennisgeving zal in de praktijk vaak gebeuren via de hulpdiensten.
Waar? Voor de ABS van de plaats waar het kind gevonden werd.
Hoe? De persoon deelt de ABS alle informatie mee over het tijdstip waarop en de plaats waar hij het kind heeft gevonden.
Taak ABS? De ABS maakt een proces-verbaal op, met ook de vermelding van de vermoedelijke leeftijd van het kind en zijn geslacht, op basis van een medisch attest, de naam en de voornamen die aan het kind worden gegeven en de overheidsinstantie aan wie het wordt toevertrouwd.
De ABS maakt dan een akte van geboorte op, met het proces-verbaal als bijlage (met de gegevens die op dat ogenblik beschikbaar zijn, zie hoger). Het is niet langer het proces-verbaal dat in de registers wordt opgenomen.
Het doel van de nieuwe procedure is om vondelingen een gewone geboorteakte te geven. Op die manier worden ze bij het opvragen van een afschrift van hun geboorteakte niet steeds geconfronteerd met het feit dat ze te vondeling werden gelegd.
Gegevens akte van geboorte vondeling De akte van geboorte van een vondeling kan niet alle gegevens bevatten die een gewone akte van geboorte vermeldt, daar de moeder/ouders onbekend zijn.
De akte van geboorte van een vondeling vermeldt: - de (vermoedelijke) geboortedatum; - de geboorteplaats; - het (vermoedelijke) uur van geboorte; - het geslacht; - de naam en de voornamen van het kind.
De geboorteakte vermeldt die gegevens enkel voor zover ze beschikbaar zijn op het ogenblik van de opmaak van de akte.
In het medisch attest wordt niet de datum van vinding van het kind, maar wel de vermoedelijke geboortedatum en het vermoedelijke uur van geboorte opgenomen. De ABS kan de informatie over de geboortedatum uit het medisch attest halen.
Onvolledige gegevens bij opmaak geboorteakte? Het is mogelijk de geboorteakte later, via een verbeteringsvonnis, aan te vullen met de verdere gegevens. Een uittreksel van de akte van geboorte is (na aanvulling ervan) dus hetzelfde als dat van ieder kind. In het uittreksel kan men niet zien of het gaat om een vondeling. 4.2.1.3. Akte van geboorte bij geboorte aan boord van een schip of een luchtvaartuig De Wet Modernisering Burgerlijke stand heeft in artikel 47 van het oud Burgerlijk Wetboek de procedure bij de geboorte op een schip (oude artikelen 59 en 60 van het oud Burgerlijk Wetboek) en tijdens een vlucht (oude artikelen 7 en 7ter van de wet van 27 juni 1937Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/07/2006 pub. 29/12/2006 numac 2006009998 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het vaststellen van de afstamming en de gevolgen ervan sluiten2 houdende herziening van de wet van 16 november 1919, betreffende de regeling der Luchtvaart, B.S. 26 juli 1937) geüniformiseerd en vereenvoudigd.
Procedure In geval van geboorte op een schip of tijdens een vlucht maakt de gezagvoerder een proces-verbaal op dat dezelfde gegevens bevat als de geboorteakte.
Taak ABS? - Eerste aanleg- of landingsplaats in België Van zodra hij aanlegt of landt, bezorgt de gezagvoerder het proces-verbaal zo spoedig mogelijk aan de dichtstbijzijnde ABS, die onmiddellijk een akte van geboorte opmaakt op basis van dat proces-verbaal.
Het proces-verbaal wordt als bijlage bij de akte van geboorte opgenomen.
De ABS die de akte heeft opgemaakt, bewaart het op papier opgemaakte proces-verbaal tot de overdracht ervan aan het Algemeen Rijksarchief.
De akte van geboorte vermeldt ook het proces-verbaal als basis voor de opmaak van de akte (artikel 41, § 1, 5°, van het oud Burgerlijk Wetboek). - Eerste aanleg- of landingsplaats in het buitenland De gezagvoerder bezorgt zo spoedig mogelijk het proces-verbaal aan de consulaire beroepspost in wiens consulair ressort de haven of landingsplaats zich bevindt. De consulaire post zal verder handelen volgens de bepalingen in het Consulair Wetboek. 4.2.2. De akten van erkenning 4.2.2.1 Akte van prenatale erkenning Gegevens akte van prenatale erkenning (artikel 50 van het oud Burgerlijk Wetboek) De akte van prenatale erkenning vermeldt: 1° de gegevens van de moeder: naam, voornamen, geboortedatum en geboorteplaats;2° de gegevens van de erkenner: naam, voornamen, geboortedatum, geboorteplaats en hoedanigheid, namelijk vader of meemoeder;3° de gegevens over de toestemming die de moeder heeft verleend tot de erkenning: de datum, plaats en autoriteit voor wie de toestemming werd gegeven, of de rechterlijke instantie, de datum en het identificatienummer van de in kracht van gewijsde gegane rechterlijke beslissing waarin de toestemming werd vastgesteld, en opname van de rechterlijke beslissing als bijlage in de DABS. 4.2.2.2. Akte van erkenning Gegevens akte (artikel 51 van het oud Burgerlijk Wetboek) De akte van erkenning vermeldt: 1° de gegevens van het kind: de naam, de voornamen, de geboortedatum en de geboorteplaats van het kind;2° de gegevens van de persoon ten aanzien van wie de afstamming vaststaat: de naam, de voornamen, de geboortedatum, de geboorteplaats, en, in voorkomend geval, de overlijdensdatum en de overlijdensplaats;3° de gegevens van de erkenner: de naam, de voornamen, de geboortedatum, de geboorteplaats en de hoedanigheid van de erkenner;4° in voorkomend geval, de gegevens van de personen die in de erkenning hebben toegestemd of van wie de vervangende toestemming of de machtiging tot erkenning door de rechtbank werd vastgesteld, met vermelding van de datum, plaats en autoriteit voor wie de toestemming werd gegeven, of de rechterlijke instantie, de datum en het identificatienummer van de in kracht van gewijsde gegane rechterlijke beslissing waarin de vervangende toestemming of de machtiging tot erkenning werd vastgesteld; In het geval de moeder weigert in te stemmen, wordt er geen toestemming vastgesteld, maar kan er een machtiging tot erkenning worden verleend. In het geval van een verzoening stelt de rechtbank wel een vervangende toestemming tot erkenning vast.
De rechterlijke beslissing wordt als bijlage in de DABS opgenomen (zolang ze niet beschikbaar is in een andere authentieke bron, zoals bepaald in artikel 15 van het oud Burgerlijk Wetboek); 5° de eventuele nieuwe naam en de verklaring van naamskeuze door de vader of de meemoeder en de moeder op basis van de artikelen 335, § 3, 335ter, § 2, en 335quater van het oud Burgerlijk Wetboek of artikel 12 van de wet van 8 mei 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/05/2014 pub. 19/02/2015 numac 2015000081 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek met het oog op de invoering van de gelijkheid tussen mannen en vrouwen bij de wijze van naamsoverdracht aan het kind en aan de geadopteerde. - Duitse vertaling type wet prom. 08/05/2014 pub. 26/05/2014 numac 2014009293 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek met het oog op de invoering van de gelijkheid tussen mannen en vrouwen bij de wijze van naamsoverdracht aan het kind en aan de geadopteerde sluiten tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek met het oog op de invoering van de gelijkheid tussen mannen en vrouwen bij de wijze van naamsoverdracht aan het kind en aan de geadopteerde (B.S. 26 mei 2014); 6° in voorkomend geval, de nieuwe voornaam van het kind.Dat is enkel mogelijk in geval van toepassing van buitenlands recht.
Er is geen rechtstreekse voornaamsverandering mogelijk bij een erkenning op basis van het Belgisch recht. Een verzoek tot voornaamsverandering kan evenwel ingediend worden bij de bevoegde ABS; 7° in voorkomend geval, het feit dat de in artikel 329bis, § 3, van het oud Burgerlijk Wetboek bedoelde personen niet hebben toegestemd in de erkenning. De beschikking van de vrederechter waarbij een onbekwaam verklaarde persoon alsnog gemachtigd wordt een kind te erkennen, dan wel in te stemmen met een erkenning, wordt als bijlage bij de erkenningsakte in de DABS opgenomen (artikel 328, § 2, en artikel 329bis, § 1/1 en § 2, van het oud Burgerlijk Wetboek).
Verbinden akte.
De akte van erkenning moet steeds verbonden worden met de akte van geboorte. Indien de voornaam en/of de naam werd gewijzigd, dient deze ook verbonden te worden met alle overige akten van het kind en zijn eventuele afstammelingen in de DABS, zodat de wijzigingen erin zichtbaar zijn.
Procedure.
Een model van aangifte is vastgesteld in het koninklijk besluit van 30 januari 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/07/2006 pub. 29/12/2006 numac 2006009998 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het vaststellen van de afstamming en de gevolgen ervan sluiten6 tot vaststelling van het model van aangifte van huwelijk en het model van aangifte van erkenning, de wijze van verzending van documenten en de wijze waarop meldingen gebeuren (B.S. 15 februari 2019). De aangifte is geen akte van de burgerlijke stand, in tegenstelling tot wat gold vóór de Wet Modernisering Burgerlijke stand.
Daarnaast zijn de aangifte en de wijze van het voorleggen van de vereiste documenten analoog aan wat is bepaald voor de huwelijksaangifte (artikelen 327/1 en 327/2 juncto artikelen 164/1 en 164/2 van het oud Burgerlijk Wetboek). Het only once-principe wordt erin opgenomen en er is een mogelijkheid tot het verkrijgen van een akte van bekendheid die analoog is met artikel 5 van het Wetboek van de Belgische nationaliteit (zie punt 4.2.5.).
De akte van geboorte van de persoon die het kind wil erkennen en, in voorkomend geval, van de persoon ten aanzien van wie de afstamming vaststaat, moet vanaf 31 maart 2019 niet meer verplicht worden voorgelegd. Het vereisen van de akte van geboorte kan een snelle vaststelling van de afstamming belemmeren, ook in de gevallen waarin de ouders te goeder trouw zijn.
Als de ABS echter van oordeel is dat de akte van geboorte van de erkenner en, in voorkomend geval, van de persoon ten aanzien van wie de afstamming vaststaat, onontbeerlijk is om na te gaan of voldaan is aan de door de wet gestelde voorwaarden om een kind te erkennen, dan kan hij de voorlegging van die akten vragen op grond van artikel 327/2, § 2, 5°, van het oud Burgerlijk Wetboek ("ieder ander authentiek stuk").
De termijn van drie dagen waarbinnen van de erkenning kennis moet gegeven worden aan de echtgenoot of echtgenote is opgenomen in de artikelen 313, § 3, tweede lid, 319bis, tweede lid, en 325/6, tweede lid, van het oud Burgerlijk Wetboek.
Het bewijs van de kennisgeving (een ter post aangetekende brief) van de erkenning aan de echtgenoot of echtgenote ingevolge de artikelen 313, § 3, 319bis of 325/6 van het oud Burgerlijk Wetboek wordt bewaard door de ABS. De vermelding van de datum van de kennisgeving of betekening in het zwart in de rand van de akte van erkenning, zoals bepaald in de omzendbrief van 7 mei 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/1980 pub. 20/12/2007 numac 2007000992 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/12/1980 pub. 12/04/2012 numac 2012000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten1 betreffende de wet van 1 juli 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/07/2006 pub. 29/12/2006 numac 2006009998 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het vaststellen van de afstamming en de gevolgen ervan sluiten tot wijziging van de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het vaststellen van de afstamming en de gevolgen ervan, is immers niet meer mogelijk. 4.2.3 Akte van verklaring van naamskeuze Gegevens akte.
Artikel 52 van het oud Burgerlijk Wetboek bepaalt de vermeldingen in de akte van verklaring van naamskeuze, namelijk: - de gegevens van het kind of de kinderen op wie de verklaring betrekking heeft: de naam, de voornamen, de geboortedatum en de geboorteplaats; - de gegevens van de moeder en de vader of de meemoeder: de naam, de voornamen, de geboortedatum, en de geboorteplaats; - de verklaring van naamskeuze door de ouders; - de nieuwe naam die aan het kind of de kinderen wordt gegeven; - de wettelijke basis van de verklaring op basis waarvan de akte werd opgesteld.
Wanneer? De verklaring van naamskeuze kan worden afgelegd op basis van: - artikel 335, § 3, tweede lid, van het oud Burgerlijk Wetboek: na vaststelling van de tweede afstammingsband; - artikel 335ter, § 2, tweede lid, van het oud Burgerlijk Wetboek: na vaststelling van de tweede afstammingsband (meemoeder); - artikel 335quater, eerste lid, van het oud Burgerlijk Wetboek: na een verklaring van keuze van toepasselijk recht op grond van artikel 39, § 1, tweede lid, van het Wetboek van internationaal privaatrecht; - artikel 12, § 1, van de wet van 8 mei 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/05/2014 pub. 19/02/2015 numac 2015000081 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek met het oog op de invoering van de gelijkheid tussen mannen en vrouwen bij de wijze van naamsoverdracht aan het kind en aan de geadopteerde. - Duitse vertaling type wet prom. 08/05/2014 pub. 26/05/2014 numac 2014009293 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek met het oog op de invoering van de gelijkheid tussen mannen en vrouwen bij de wijze van naamsoverdracht aan het kind en aan de geadopteerde sluiten tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek met het oog op de invoering van de gelijkheid tussen mannen en vrouwen bij de wijze van naamsoverdracht aan het kind en aan de geadopteerde.
Verbinden akte? De akte van verklaring van naamskeuze moet verbonden worden met de akte van geboorte van het kind en met de akten van de burgerlijke stand waarop ze betrekking heeft. 4.2.4. Akte van aanpassing van de registratie van het geslacht Gegevens akte.
Artikel 53 van het oud Burgerlijk Wetboek bepaalt de vermeldingen in de akte van aanpassing van de registratie van het geslacht, namelijk: - de gegevens van de betrokkene: naam, voornamen, geboortedatum en geboorteplaats; - het nieuwe geslacht.
Verbinden akte? De akte van aanpassing van de registratie van het geslacht moet verbonden worden met de andere akten van de burgerlijke stand van de betrokkene die zijn geslacht vermelden. In principe is dat beperkt tot de geboorteakte.
Op basis van de van 20 juli 2023 tot wijziging van diverse bepalingen over de aanpassing van de geslachtsregistratie verlopen de tweede of volgende aanpassingen van de registratie van het geslacht volgens de gewone procedure voor de ABS. De akte van nieuwe aanpassing van de geslachtsregistratie bestaat dus niet meer. 4.2.5 Akte van huwelijk Gegevens akte De akte van huwelijk vermeldt (artikel 54 van het oud Burgerlijk Wetboek): - de gegevens van de echtgenoten: de naam, de voornamen, de geboortedatum en de geboorteplaats; - de datum en de plaats van het huwelijk; - eventueel de door de echtgenoot gekozen naam en/of voornaam na het huwelijk (op basis van zijn nationale recht); - voor zover van toepassing, de gegevens van de getuigen: de naam, voornamen, de geboortedatum en geboorteplaats.
Procedure Aangifte Een model van aangifte is vastgesteld in het koninklijk besluit van 30 januari 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/07/2006 pub. 29/12/2006 numac 2006009998 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het vaststellen van de afstamming en de gevolgen ervan sluiten6 tot vaststelling van het model van aangifte van huwelijk en het model van aangifte van erkenning, de wijze van verzending van documenten en de wijze waarop meldingen gebeuren (B.S. 15 februari 2019). Het betreft geen akte van de burgerlijke stand, aangezien het enkel om het voornemen om te huwen gaat.
De aangifte wordt niet ondertekend door de aangevers maar alleen door de ABS. Wat het voorleggen van de documenten betreft, is artikel 164/2 van het oud Burgerlijk Wetboek gebaseerd op het `only once'-principe. De ABS dient eerst zelf na te gaan in de DABS of de geboorteakte van de betrokkenen beschikbaar zijn. Indien dat niet het geval is, dient hij na te gaan of ze beschikbaar zijn bij de ABS die de akte op papier heeft opgemaakt of overgeschreven (voor zover hij de plaats van overschrijving kent), en dient hij die ABS te verzoeken om de akte op te nemen in de DABS. De ABS controleert, zoals hij in alle gevallen moet doen, de identiteit van de echtgenoten op basis van het identiteitsbewijs zoals bedoeld in de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters, de identiteitskaarten, de vreemdelingenkaarten en de verblijfsdocumenten en hij gaat ook na of de echtgenoten ingeschreven zijn in het bevolkings-, vreemdelingen- of wachtregister.
Een aantal documenten dienen de echtgenoten in elk geval zelf voor te leggen, zoals het identiteitsbewijs, indien zij niet beschikken over een identiteitsbewijs zoals hierboven omschreven, het eventuele bewijs van de actuele verblijfplaats (voor zover dat afwijkt van de inschrijving in het Rijksregister), het eventuele bewijs van de instemming met de aangifte en elk ander stuk of bewijs waaruit blijkt dat voldaan is aan de voorwaarden om een huwelijk aan te gaan.
Indien de echtgenoot niet is ingeschreven in het bevolkings- of vreemdelingenregister, dient hij ook andere documenten voor te leggen, met name het bewijs van nationaliteit en het bewijs van ongehuwde staat. Indien het gaat om personen die wel zijn ingeschreven, kan de ABS die informatie zelf opzoeken.
Het identiteitsbewijs en nationaliteitsbewijs worden als bijlage bij de huwelijksakte in de DABS opgenomen.
Het volstaat om een uittreksel (en geen afschrift) van de akte van geboorte voor te leggen (of beschikbaar te hebben in de DABS). Het is namelijk niet steeds noodzakelijk voor de ABS om alle gegevens die vermeld zijn op een afschrift ter beschikking te hebben om de nodige controles te kunnen uitvoeren.
Daar slechts een uittreksel van de geboorteakte moet worden voorgelegd (en niet langer een afschrift zoals vóór de Wet Modernisering Burgerlijke stand), wordt er in artikel 164/2, § 6, van het oud Burgerlijk Wetboek, uitdrukkelijk toegevoegd dat indien de ABS zich onvoldoende ingelicht acht, hij de belanghebbende kan verzoeken om ieder ander bewijs tot staving van die gegevens over te leggen. De ABS kan ook een afschrift van de desbetreffende akten van de burgerlijke stand opvragen (of in voorkomend geval zelf het afschrift raadplegen in de DABS).
De artikelen 164/3 tot 164/6 van het oud Burgerlijk Wetboek hebben betrekking op de akte van bekendheid en het afleggen van de beëdigde verklaring ter vervanging van de geboorteakte.
De beëdigde verklaring zelf wordt niet als bijlage in de DABS opgenomen, daar ze uit de huwelijksakte zelf blijkt.
De mogelijkheid om de akte van geboorte te vervangen door een gelijkwaardig document of een akte van bekendheid wordt afgestemd op artikel 5 van het Wetboek van de Belgische nationaliteit. Dat betekent dat de lijst van landen waarvoor de onmogelijkheid of zware moeilijkheden om de akte van geboorte te verschaffen, worden aanvaard, vastgesteld bij koninklijk besluit, ook bij de huwelijksaangifte geldt.
Elektronische aangifte Het koninklijk besluit van 21 december 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/07/2006 pub. 29/12/2006 numac 2006009998 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het vaststellen van de afstamming en de gevolgen ervan sluiten9 bepaalt de voorwaarden waaronder elektronische aangiften voor de burgerlijke stand kunnen worden gedaan. Concreet biedt de Koning gemeenten de mogelijkheid om een beveiligde informatica-oplossing te ontwikkelen om de aangiften op elektronische wijze te ontvangen. Het koninklijk besluit bepaalt de voorwaarden waaronder huwelijksaangiften op elektronische wijze kunnen worden gedaan. Elke gemeente moet bepalen of ze het informaticaplatform overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit wenst te ontwikkelen om het haar burgers mogelijk te maken elektronische aangiften te doen. Dat koninklijk besluit heeft ook betrekking op de elektronische aangiften van geboorte en erkenning.
Voltrekking van het huwelijk Artikel 165/1 van het oud Burgerlijk Wetboek bepaalt de formaliteiten met betrekking tot de voltrekking van het huwelijk. Het is niet nodig te voorzien in een letterlijke voorlezing van de stukken of de formaliteiten van het huwelijk van de partijen, noch van het volledige hoofdstuk VI (wederzijdse rechten en verplichtingen der echtgenoten.) De ABS dient de partijen uiteraard wel in te lichten over de inhoud van dat hoofdstuk. Om de beurt verklaren de partijen dat zij elkaars echtgenoot willen zijn.
De huwelijksakte wordt, zoals alle akten van de burgerlijke stand, enkel ondertekend door de ABS en niet meer door de partijen.
De andere ceremoniële zaken blijven wel gehandhaafd, zoals het toelichten van de rechten en plichten en het in ontvangst nemen van de verklaring dat zij elkaars echtgenoot willen zijn.
Daarna verklaart de ABS in naam van de wet dat zij door het huwelijk verbonden zijn. Hij maakt daarvan zonder vertraging de akte op in de DABS. Indien door omstandigheden - bijvoorbeeld een technisch probleem of het vergeten van de elektronische identiteitskaart - de huwelijksakte niet onmiddellijk ondertekend kan worden door de ABS op de dag van het afsluiten van het huwelijk, kan de akte later worden opgemaakt. Het verdient wel aanbeveling de akte diezelfde dag op te maken. De omstandigheden in een trouwzaal zijn op technisch vlak vaak anders dan in de eigenlijke lokalen van de administratie en daarom biedt de vermelding "zonder vertraging" een praktische oplossing.
De ABS die het huwelijk voltrokken heeft, moet in elk geval de akte van huwelijk ondertekenen. Elke dag verder uitstel is risicovol en dient zo veel als mogelijk vermeden te worden.
De huwelijksdatum als gegeven in de huwelijksakte (artikel 54, 2°, van het oud Burgerlijk Wetboek) dient steeds de datum van de verklaringen van de echtgenoten en de ABS te zijn.
Technisch krijgt de elektronische handtekening van de ABS (artikel 18 van het oud Burgerlijk Wetboek) steeds een time stamp (waaronder de datum) mee. Die laatste datum vervangt echter niet de huwelijksdatum als gegeven in de huwelijksakte.
Daarnaast voorziet artikel 14, derde lid, van het oud Burgerlijk Wetboek in de mogelijkheid om, indien het door uitzonderlijke omstandigheden onmogelijk is om een elektronische akte op te maken, een proces-verbaal op te maken. Wanneer de ABS later de elektronische akte opmaakt, moet het proces-verbaal dan wel als bijlage in de DABS worden opgenomen.
Iedere gemeente kan zelf de praktische invulling aan de huwelijksceremonie blijven geven. Zo hebben gemeenten de keuze om bijvoorbeeld huwelijksboekjes af te leveren. De gemeente kan er ook voor kiezen om een papieren document op te stellen dat door iedereen ondertekend wordt en bij de gemeente wordt bewaard.
De omzendbrief van 6 mei 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/1980 pub. 20/12/2007 numac 2007000992 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/12/1980 pub. 12/04/2012 numac 2012000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten9 over de aflevering van het huwelijksboekje geeft hier toelichting bij. De aflevering van en de vermeldingen in het huwelijksboekje zijn niet bij wet bepaald. Verdere informatie vindt u in deze omzendbrief (B.S. 1 juni 2022 - https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body.pl? language=nl&caller=summary&pub_date=22-0601&numac=2022032082 ).
Huwelijken worden in principe voltrokken in het gemeentehuis. De gemeenteraad kan evenwel op het grondgebied van de gemeente andere openbare plaatsen met een neutraal karakter aanwijzen om huwelijken te voltrekken. Sinds 31 december 2022 is het dus mogelijk om te huwen buiten het gemeentehuis, op een plaats waarvan de gemeente niet het uitsluitend gebruiksrecht heeft. De beginselen van openbaarheid en neutraliteit moeten worden nageleefd ( Wet van 6 december 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/07/2006 pub. 29/12/2006 numac 2006009998 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het vaststellen van de afstamming en de gevolgen ervan sluiten3 om justitie menselijker, sneller en straffer te maken IIbis, B.S. 21 december 2022).
De partijen kiezen de dag waarop het huwelijk zal worden voltrokken.
Er kunnen evenwel geen huwelijken worden voltrokken op zon- en feestdagen, tenzij de gemeenteraad dat toestaat. 4.2.6. Akten van overlijden Verlof tot teraardebestelling De gewesten regelen de afgifte van het verlof in hun regelgeving.
Kennisgeving aan de vrederechter Wanneer? Opmaak van de overlijdensakte van: - de enige ouder of adoptieve ouder van een minderjarige of van een persoon die optrad als voogd over een minderjarige; - een beschermde persoon of zijn bewindvoerder (op basis van artikel 492/1 van het oud Burgerlijk Wetboek).
Welke vrederechter? De vrederechter bevoegd in geval van voogdij.
De vrederechter bedoeld in artikel 628, 3°, van het Gerechtelijk Wetboek.
Termijn? Binnen drie dagen na opmaak van de akte.
De vervaldag is in de termijn inbegrepen. Is die dag echter een zaterdag, een zondag of een wettelijke feestdag, dan wordt de vervaldag uitgesteld tot de eerstvolgende werkdag. 4.2.6.1. Akte van overlijden Kennisgeving (artikel 55, eerste lid, van het oud Burgerlijk Wetboek) De kennisgeving van het overlijden gebeurt door het overleggen van een overlijdensattest opgesteld door de arts die het overlijden heeft vastgesteld.
Overlijden in ziekenhuis/gevangenis? De kennisgeving wordt gedaan door een persoon die de inlichtingen kan meedelen, dus in het geval van bijvoorbeeld overlijden in de gevangenis is het aan de gevangenisdirecteur of zijn afgevaardigde om dat te doen. Dat staat niet meer uitdrukkelijk in het oud Burgerlijk Wetboek, daar het oude artikel 80 van hetzelfde wetboek werd geschrapt.
Elektronische kennisgeving? De mogelijkheid tot een elektronische kennisgeving van overlijden in de toekomst wordt niet ingeperkt.
Het is nodig een onderscheid te maken tussen de kennisgeving van het overlijden en de andere taken die de begrafenisondernemer uitoefent bij een overlijden.
Bij een elektronische kennisgeving van het overlijden zouden de medische attesten elektronisch doorgestuurd kunnen worden naar de ABS, waarna die de overlijdensakte opmaakt en het Rijksregister aangepast wordt. Nadien kunnen alle betrokken diensten (al dan niet automatisch) op de hoogte gebracht worden van het overlijden (bv. de pensioendiensten, mutualiteiten).
De begrafenisondernemer oefent naast de kennisgeving natuurlijk nog andere taken uit, zoals het regelen van de crematie, de begrafenis en het vervoer. Daartoe is een bezoek aan het gemeentehuis mogelijk wel nog nodig, rekening houdend met de regelgeving van de gewesten inzake lijkbezorging.
Aangifte Aangezien een aangifte niets extra kan toevoegen aan de inlichtingen meegedeeld in de kennisgeving, is er geen aangifte van overlijden meer sinds de Wet Modernisering Burgerlijke stand.
Opmaak van de akte De ABS van de plaats van overlijden maakt onmiddellijk een akte van overlijden op wanneer iemand hem een overlijdensattest voorlegt.
Procedure in geval van overlijden van een onbekend persoon In geval van overlijden van een onbekend persoon maakt de ABS een proces-verbaal op met alle informatie die hij heeft kunnen inwinnen over de overledene (onder meer de voornamen, de naam, de leeftijd, het beroep, de geboorteplaats en de woonplaats van de overledene), onder andere op basis van het proces-verbaal opgemaakt door een officier van politie.
De ABS maakt daarna de akte van overlijden op, met de gegevens waarover hij op dat ogenblik beschikt.
De ontbrekende gegevens in de akte van overlijden kunnen nadien worden aangevuld op basis van een verbeteringsvonnis.
Het door de ABS opgemaakte proces-verbaal wordt als bijlage bij de akte van overlijden opgenomen.
Gegevens overlijdensakte (artikel 56 van het oud Burgerlijk Wetboek) De akte van overlijden vermeldt: - de gegevens van de overledene: de naam, de voornamen, de geboortedatum en geboorteplaats van de overledene; - de gegevens omtrent het overlijden of de vaststelling van het overlijden: de plaats, de datum en het uur; - in voorkomend geval, de basis voor de opmaak van de akte, bijvoorbeeld: o een gerechtelijke beslissing tot verklaring van overlijden; o een proces-verbaal in geval van overlijden op een schip op luchtvaartuig (zie volgende punt).
Indien de basis voor de opmaak van de akte vermeld moet worden, vermeldt de akte ook de gegevens van de rechterlijke beslissing of het proces-verbaal, zoals voorzien in artikel 41, § 1, 5°, van het oud Burgerlijk Wetboek.
Indien de overledene een onbekend persoon is, vermeldt de akte de gegevens van de overledene waarover de ABS beschikt.
Sinds de Wet Modernisering Burgerlijke stand. staan zowel de plaats, de datum als het uur van overlijden in de overlijdensakte.
Indien de persoon alleen overlijdt en zijn lichaam vervolgens wordt aangetroffen, en het exacte uur van het overlijden dus niet bekend is, wordt de plaats, de datum en het uur van de vaststelling van het overlijden op de overlijdensakte vermeldt. 4.2.6.2 Akte van overlijden van een gerechtelijk overleden verklaard persoon Sinds de Wet Modernisering Burgerlijke stand kan een akte van overlijden worden opgemaakt op basis van de rechterlijke beslissing tot gerechtelijke verklaring van overlijden. De gegevens nodig voor de opmaak van de akte van overlijden worden door de griffier via de DABS aan de bevoegde ABS doorgestuurd (artikelen 131 tot 134 van het oud Burgerlijk Wetboek).
De bevoegde ABS is die van de laatste plaats van inschrijving van de overledene in het bevolkings-, vreemdelingen- of wachtregister in België, of bij gebrek daaraan, die van Brussel. Hij maakt de akte van overlijden ingevolge de rechterlijke beslissing onmiddellijk op. In geval van een collectief vonnis wordt er een akte van overlijden per betrokkene opgemaakt.
Bij terugkeer van of bewijs van het bestaan van de gerechtelijk overleden verklaard persoon, kan de akte van overlijden verbeterd worden overeenkomstig artikel 35 van het oud Burgerlijk Wetboek (zie punt 3.9.2.). In geval van verbetering maakt de DABS een melding op en verbindt die met de akte van overlijden (zie punt 3.9.2.). Dit is technisch nog niet ontwikkeld. De akte van overlijden wordt door de verbetering (terugkeer van de betrokkene) in feite `geannuleerd'. De melding zal zichtbaar zijn in de DABS bij de desbetreffende akte. 4.2.6.3 Akte van overlijden in geval van een overlijden aan boord van een schip of een luchtvaartuig Sinds de Wet Modernisering Burgerlijke stand. is in eenzelfde procedure voorzien voor het overlijden op een schip als voor de geboorte op een schip of tijdens een vlucht (zie punt 4.2.1.3.).
Procedure (artikel 57 van het oud Burgerlijk Wetboek) De gezagvoerder maakt een proces-verbaal op in geval van overlijden op een schip of tijdens een vlucht, dat dezelfde gegevens bevat als de overlijdensakte. - Eerste aanleg- of landingsplaats in België Van zodra hij aanlegt of landt, bezorgt de gezagvoerder het proces-verbaal zo spoedig mogelijk aan de dichtstbijzijnde ABS, die onmiddellijk een akte van overlijden opmaakt op basis van dat proces-verbaal.
Het proces-verbaal wordt als bijlage bij de akte van overlijden opgenomen.
De ABS die de akte heeft opgemaakt, bewaart het op papier opgemaakte proces-verbaal tot de overdracht ervan aan het Algemeen Rijksarchief (zoals voor de akten opgemaakt vóór de inwerkingtreding van de DABS).
Op basis van artikel 41, § 1, 5°, van het oud Burgerlijk Wetboek zal de akte van overlijden ook het proces-verbaal vermelden als basis voor de opmaak van de akte. - Eerste aanleg- of landingsplaats in het buitenland De gezagvoerder bezorgt zo spoedig mogelijk het proces-verbaal aan de consulaire beroepspost in wiens consulair ressort de haven of landingsplaats zich bevindt. Die zal verder handelen volgens de bepalingen in het Consulair Wetboek. 4.2.6.4. Akte van een levenloos kind Artikel 58 van het oud Burgerlijk Wetboek bepaalt de procedure voor de opmaak van een akte van een levenloos kind.
Procedure met betrekking tot de aangifte van een levenloos kind Wanneer? Indien het kind overleden is op het ogenblik van de vaststelling van de bevalling door de arts of de vroedvrouw.
Verplichte of facultatieve aangifte? Zwangerschapsduur van 140 tot 179 dagen: facultatief Zwangerschapsduur van 180 dagen vanaf de verwekking: verplicht Door wie? Zwangerschapsduur van 140 tot 179 dagen vanaf de verwekking: de moeder, de vader of de meemoeder Zwangerschapsduur van 180 dagen vanaf de verwekking: door een persoon die de inlichtingen kan meedelen die vereist zijn voor het opmaken van de akte Hoe? Door voorlegging van een medisch attest.
Welke ABS? De ABS van de plaats van bevalling van het levenloos kind.
Taak ABS? Opmaak van een akte van een levenloos kind (bij elke aangifte die aan de voorwaarden voldoet).
Gegevens akte van een levenloos kind (artikel 59 van het oud Burgerlijk Wetboek) De akte van een levenloos kind waarvan de moeder bevallen is na een zwangerschapsduur van 180 dagen vermeldt: 1° de gegevens over het kind: de datum, de plaats, het uur van de bevalling en het geslacht van het kind;2° de zwangerschapsduur;3° de gegevens van de moeder: de naam, de voornamen, de geboortedatum en de geboorteplaats van de moeder;4° de gegevens van de vader of de meemoeder: de naam, de voornamen, de geboortedatum en de geboorteplaats van de vader of de meemoeder, die gehuwd is met de moeder of die een prenatale erkenning heeft gedaan, of, op zijn of haar verzoek en met toestemming van de moeder, de naam, de voornamen, de geboortedatum en de geboorteplaats van de vader of de meemoeder die niet gehuwd is met de moeder noch het verwekt kind heeft erkend;5° indien om de vermelding ervan wordt verzocht: de voornamen van het kind;6° indien om de vermelding ervan wordt verzocht: de familienaam van het kind, in geval van een zwangerschapsduur van 180 dagen te rekenen van de verwekking. De akte van een levenloos kind waarvan de moeder bevallen is na een zwangerschapsduur van 140 dagen tot en met 179 dagen te rekenen van de verwekking, vermeldt geen familienaam van het kind. Verder bevat de akte dezelfde gegevens als de akte van een levenloos kind waarvan de moeder bevallen is na een zwangerschapsduur van 180 dagen.
Facultatieve vermelding familienaam.
De ouders van een levenloos kind waarvan de moeder bevallen is na een zwangerschapsduur van 180 dagen te rekenen van de verwekking kunnen nu dus, naast een voornaam, ook een familienaam laten vermelden in de akte van levenloos kind, indien zij dat willen. De vermelding van de familienaam van het levenloos kind is niet verplicht.
Wijze van vaststelling familienaam? De vermelding van de naam gebeurt op grond van een overeenkomstige toepassing van de regels bepaald in de artikelen 335 en 335ter van het oud Burgerlijk Wetboek.
Zelfs indien het kind na 1 juni 2014 geboren is, is artikel 335bis niet van toepassing. De naamskeuze en naam die vermeld wordt in de akte van een levenloos kind hebben geen invloed op de naam van de kinderen wier afstamming later ten aanzien van dezelfde vader en moeder komt vast te staan, aangezien er geen afstammingsband kan bestaan ten aanzien van een levenloos kind. Omgekeerd mogen ouders ook een andere naamskeuze maken voor hun levenloos kind dan de keuze die zij maakten voor hun eerdere gemeenschappelijke kinderen waarmee zij wel een afstammingsband hebben.
Artikel 12 van de wet van 8 mei 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/05/2014 pub. 19/02/2015 numac 2015000081 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek met het oog op de invoering van de gelijkheid tussen mannen en vrouwen bij de wijze van naamsoverdracht aan het kind en aan de geadopteerde. - Duitse vertaling type wet prom. 08/05/2014 pub. 26/05/2014 numac 2014009293 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek met het oog op de invoering van de gelijkheid tussen mannen en vrouwen bij de wijze van naamsoverdracht aan het kind en aan de geadopteerde sluiten tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek met het oog op de invoering van de gelijkheid tussen mannen en vrouwen bij de wijze van naamsoverdracht aan het kind en aan de geadopteerde is niet van toepassing.
Naamstoekenning: door wie? Daar de vermelding van de familienaam gebeurt zonder toekenning van enige juridische persoonlijkheid aan het levenloos kind en zonder rechtsgevolgen, kan de ABS hierbij soepel optreden.
Voor het toekennen van die naam komen dan ook de moeder, de vader of de meemoeder in aanmerking, inclusief de vader of meemoeder die niet gehuwd is met de moeder en die het verwerkt kind niet erkend heeft, evenwel mits toestemming van de moeder.
Sinds de Wet Modernisering Burgerlijke stand. bevat de akte van levenloos kind niet langer de gegevens omtrent de aangevers: dit zijn geen essentiële gegevens van de akte. 4.2.7 Akte van afwezigheid (artikel 61 van het oud Burgerlijk Wetboek) Sinds de Wet Modernisering Burgerlijke stand wordt er een akte van de burgerlijke stand opgemaakt op basis van de rechterlijke beslissing tot verklaring van afwezigheid, nadat de nodige gegevens voor de opmaak van de akte van afwezigheid door de griffier via de DABS aan de bevoegde ABS zijn doorgestuurd.
Gegevens akte van afwezigheid (artikel 61 van het oud Burgerlijk Wetboek) De akte van afwezigheid vermeldt: - de gegevens van de afwezige: de naam, de voornamen, de geboortedatum en de geboorteplaats van de afwezige; - de basis voor de opmaak van de akte: gerechtelijke beslissing tot verklaring van afwezigheid, met de gegevens zoals bepaald in artikel 41, § 1, van het oud Burgerlijk Wetboek.
Welke ABS? De bevoegde ABS is de ABS van de laatste plaats van inschrijving van de afwezige in het bevolkings-, vreemdelingen- of wachtregister in België, of bij gebrek hieraan, deze van Brussel.
Taak ABS? De ABS maakt onmiddellijk de akte van afwezigheid ten gevolge van de rechterlijke beslissing op.
Terugkeer afwezige.
Bij terugkeer van of bewijs van het bestaan van de afwezige kan de akte verbeterd worden overeenkomstig artikel 35 van het oud Burgerlijk Wetboek (zie punt 3.9.2.). Ingeval van verbetering wordt een melding ingevoegd die wordt verbonden met de akte van afwezigheid (zie punt 3.9.2.). Dit is technisch nog niet ontwikkeld. De akte wordt door de verbetering (terugkeer van de betrokkene) in feite `geannuleerd'. De melding zal zichtbaar zijn in de DABS bij de desbetreffende akte. 4.2.8 Akte van voornaamsverandering De Wet Modernisering Burgerlijke stand heeft de akte van voornaamsverandering ingevoerd.
Gegevens akte van voornaamsverandering (artikel 62 van het oud Burgerlijk Wetboek) De akte van voornaamsverandering vermeldt: - de gegevens van de betrokkene: de naam, de voornaam of voornamen, de geboortedatum, de geboorteplaats; - de nieuwe voornaam of voornamen van de betrokkene.
De ABS die een akte van voornaamsverandering opmaakt, verbindt die akte met de akten van de burgerlijke stand die betrekking hebben op de begunstigde en de geboorteakten van diens afstammelingen tot de eerste graad. De voornaamsverandering heeft gevolg vanaf de datum van opmaak van de akte.
Voor ministeriële besluiten daterend van vóór 1 augustus 2018 kan de ABS een akte van voornaamsverandering opmaken waarbij hij als basis voor de opmaak van de akte het ministerieel besluit mag vermelden, indien het besluit vóór 31 maart 2019 niet werd overgeschreven in de registers van de burgerlijke stand of niet werd gemeld op de kant van een akte van de burgerlijke stand (artikel 116/1 Wet Modernisering Burgerlijke stand. ). 4.2.9 Akte van naamsverandering (artikel 63 van het oud Burgerlijk Wetboek) De Wet Modernisering Burgerlijke stand heeft de akte van naamsverandering ingevoerd. De ABS maakt de akte van naamsverandering enkel in een beperkt aantal gevallen op. Voor de meeste naamsveranderingen is het systeem van de meldingen van toepassing (zie punt 3.8.2.).
De akte van naamsverandering zal in principe dus nodig zijn: - voor erkenningen van buitenlandse naamsveranderingen (Belgische akte van naamsverandering op basis van een buitenlandse akte/beslissing);
Een akte van naamsverandering wordt bijvoorbeeld ook opgemaakt om een huwelijksnaam als naam op te nemen in de DABS, indien deze persoon deze reeds droeg bij opmaak van de akte, maar daarin nog met meisjesnaam vermeld staat, omdat de huwelijksnaam nog niet in het Rijksregister was geregistreerd (wat de voorlegging van een nieuw paspoort veronderstelt). - voor de gevallen waarin er geen akte van de burgerlijke stand van de betrokkene in de DABS is opgenomen of kan worden gemigreerd en er een naamsverandering werd vergund bij koninklijk besluit: het gaat in principe om het geval van een erkende vluchteling of apatride die over geen enkele akte van de burgerlijke stand beschikt in de DABS. In dat geval zal een koninklijk besluit tot naamsverandering aanleiding geven tot de opmaak van een akte van naamsverandering; - wanneer een naamsverandering wordt toegekend naar aanleiding van een beroep bij de familierechtbank.
Gegevens akte van naamsverandering De akte van naamsverandering vermeldt: - in geval van een Belgische beslissing tot naamsverandering: de datum van het verzoek; - de naam en de voornamen van de betrokkene; - de geboortedatum en de geboorteplaats van de betrokkene; - de nieuwe naam van de betrokkene; - de basis voor de opmaak van de akte, zoals bepaald in artikel 41 van het oud Burgerlijk Wetboek: o de gegevens van het koninklijk besluit: de datum van het koninklijk besluit en, in voorkomend geval, de datum van bekendmaking in het Belgisch Staatsblad (artikel 41, 5°, c), van het oud Burgerlijk Wetboek) of het arrest tot vernietiging bedoeld in artikel 370/8, eerste lid, van het oud Burgerlijk Wetboek; o de gegevens van de buitenlandse akte of rechterlijke of administratieve beslissing (artikel 41, 5°, d) en e) van het oud Burgerlijk Wetboek).
De datum van het verzoek wordt enkel (verplicht) vermeld bij de opmaak van een akte van naamsverandering op basis van een Belgische beslissing tot naamsverandering, aangezien die datum gevolgen met zich meebrengt. Bij de opmaak van een akte van naamsverandering op basis van een buitenlandse akte of beslissing wordt dit niet vermeld, aangezien dat geen enkel nut heeft.
Verbinden? De akte van naamsverandering moet steeds verbonden worden met de akten van de burgerlijke stand die betrekking hebben op: - de begunstigden; - hun afstammelingen in de eerste graad geboren na de datum van het verzoek (zie artikel 370/7, derde lid, van het oud Burgerlijk Wetboek).
Bijlage? Het koninklijk besluit tot vergunning van naamsverandering moet steeds als bijlage bij de akte worden opgenomen. Het koninklijk besluit staat immers niet volledig in het Belgisch Staatsblad vermeld.
Afzonderlijke akten.
De ABS maakt een afzonderlijke akte van naamsverandering op per betrokkene die vergunning van naamsverandering heeft gekregen, ook al wordt de vergunning aan verschillende personen tegelijkertijd gegeven in één koninklijk besluit.
Voorafgaande naamsverandering in het buitenland.
Wanneer er eerder al een naamsverandering in het buitenland werd uitgevoerd, kunnen de ambtenaren van de dienst Naamsverandering bij de FOD Justitie de ABS verzoeken de buitenlandse akte of beslissing die aan de basis lag van de voorafgaande naamsverandering op te nemen in de DABS (artikel 370/3 van het oud Burgerlijk Wetboek).
Intrekking of vernietiging van een vergunning tot naamsverandering.
De FOD Justitie stuurt de gegevens van de beslissing tot intrekking of het arrest tot vernietiging van de Raad van State naar de DABS, die een melding opmaakt en die melding verbindt met de akten die betrekking hebben op de begunstigden. De akte van naamsverandering wordt op die manier in de DABS in feite `geannuleerd'. 4.2.10 Akte van echtscheiding Sinds de Wet Modernisering Burgerlijke stand bestaat er ook een akte van echtscheiding.
De akte van echtscheiding zal slechts in beperkte gevallen voorkomen, met name in geval van: - de erkenning van een buitenlandse akte van echtscheiding of een buitenlandse beslissing tot echtscheiding; - een Belgische echtscheidingsbeslissing, voor zover de akte van huwelijk niet is opgenomen in de DABS, dat wil zeggen indien het huwelijk in het buitenland plaatsvond en de huwelijksakte niet op basis van artikel 68 van het oud Burgerlijk Wetboek in de DABS is opgenomen.
De in België uitgesproken echtscheidingen zullen in principe aanleiding geven tot een melding en op die manier in de DABS komen (zie punt 3.9.2.).
Gegevens akte van echtscheiding (artikel 64 van het oud Burgerlijk Wetboek) De akte van echtscheiding vermeldt: - het aktenummer van de Belgische huwelijksakte of, in geval van een buitenlands huwelijk, de datum en plaats van het huwelijk; - de autoriteit die de huwelijksakte heeft opgemaakt en de datum en plaats van opmaak; - de naam en de voornamen van de personen die uit de echt gescheiden zijn; - in voorkomend geval, de naam en voornaam na echtscheiding; [Voor zover dit mogelijk is volgens het internationaal privaatrecht.] - de geboortedatum en geboorteplaats van de personen die uit de echt gescheiden zijn; - de basis voor de opmaak van de akte: de gegevens van de buitenlandse beslissing (zoals bepaald in artikel 41, § 1, van het oud Burgerlijk Wetboek).
Indien er geen huwelijksakte in de DABS is opgenomen (en er dus geen DABS-aktenummer is), worden de datum en de plaats van het huwelijk in de akte van echtscheiding opgenomen, zodat het duidelijk is op welk huwelijk de echtscheiding betrekking heeft.
De datum en plaats van het huwelijk kunnen immers verschillen van de gegevens van de huwelijksakte (in het buitenland).
Verbinden? De akte van echtscheiding moet verbonden worden met een Belgische huwelijksakte (al dan niet op basis van een buitenlandse akte), indien die laatste zich in de DABS bevindt (of erin gemigreerd kan worden).
Via het aktenummer van de Belgische huwelijksakte kunnen de echtscheidingsakte en de huwelijksakte met elkaar verbonden worden.
Wanneer de akte van echtscheiding werd opgemaakt op basis van een buitenlandse akte of een buitenlandse beslissing, zonder dat er een akte van huwelijk in de DABS aanwezig is, is het van belang ook de gegevens van de buitenlandse huwelijksakte te hebben en de identificatiegegevens van de personen die uit de echt gescheiden zijn.
Het is niet noodzakelijk om de buitenlandse huwelijksakte op te vragen en op te nemen in de DABS. De akte van echtscheiding opgemaakt op basis van een buitenlandse akte of beslissing kan op zich staan in de DABS, zonder verbinding met de huwelijksakte. 4.2.11 Akte van adoptie Voorafgaande opmerking: er zijn praktische richtlijnen voor de opmaak van de akte van adoptie beschikbaar op het JustFamNat-platform voor de ABS'en. Aarzel niet om ze te raadplegen.
Sinds de Wet Modernisering Burgerlijke stand wordt er een akte van adoptie opgemaakt voor zowel binnenlandse als buitenlandse beslissingen inzake adoptie.
De ABS maakt de akte van adoptie op, in het kader van een internationale adoptie, op basis van de informatie verstrekt door de federale centrale autoriteit overeenkomstig artikel 367-2 van het oud Burgerlijk Wetboek.
Wanneer de buitenlandse adoptiebeslissing erkend werd door de federale Centrale Autoriteit vóór 31 maart 2019, en die beslissing en/of de akte van geboorte van de geadopteerde op die datum nog niet het voorwerp waren van een overschrijving in de registers van de burgerlijke stand, zal de ABS een akte van adoptie kunnen opmaken overeenkomstig artikel 367-2 van het oud Burgerlijk Wetboek, op basis van de informatie waarover hij beschikt in het bewijs van registratie van de adoptie afgeleverd door de Federale Centrale Autoriteit op het ogenblik van de erkenning van de adoptie. Indien die informatie niet volledig is, kunnen de adoptanten een verzoek richten tot de federale centrale autoriteit, opdat die laatste de informatie verstrekt (in de vorm van een nieuw attest dat alle nuttige informatie bevat) op basis waarvan de ABS de akte van adoptie zal kunnen opmaken.
Naast de akte van adoptie zal de ABS ook steeds de buitenlandse akte van geboorte opnemen in de DABS (ongeacht de nationaliteit van de geadopteerde), door de opmaak van een akte van geboorte op basis van de buitenlandse akte van geboorte. Zo kan de geadopteerde later steeds die geboorteakte gebruiken indien hij ze nodig heeft. De ABS verbindt de akte van adoptie en de akte van geboorte, aangezien ze niet automatisch door de DABS worden verbonden.
Omzetting adoptie In geval van een beslissing tot omzetting van een gewone adoptie in een volle adoptie maakt de ABS een nieuwe akte van adoptie op die verbonden wordt met de eerste akte van adoptie (gewone adoptie) en met de akten van de burgerlijke stand van de geadopteerde en van zijn afstammelingen.
Gegevens akte van adoptie (artikel 65 van het oud Burgerlijk Wetboek) De akte van adoptie vermeldt: - de gegevens van de adoptanten: de naam, de voornamen, de geboorteplaats en de geboortedatum van de adoptanten; - de gegevens van de geadopteerde: de nieuwe naam en, in voorkomend geval, de nieuwe voornaam van de geadopteerde na de adoptie; - de vorm van adoptie: gewone of volle adoptie; - indien van toepassing: de datum van de erkenning van de buitenlandse adoptie door de federale centrale autoriteit; - in geval van een in België uitgesproken adoptie (zoals geregeld in titel VIII, hoofdstuk 1, van boek I van het oud Burgerlijk Wetboek): de datum van het verzoekschrift; - de basis voor de opmaak van de akte (zoals bepaald in artikel 41, § 1, 5°, van het oud Burgerlijk Wetboek), namelijk de gegevens van de Belgische rechterlijke beslissing of van de buitenlandse rechterlijke of administratieve beslissing: de rechterlijke instantie of de buitenlandse autoriteit die de adoptie heeft uitgesproken, de datum van de uitspraak en de datum waarop de adoptie uitwerking heeft.
De akte van adoptie moet de datum van het verzoekschrift enkel vermelden wanneer het gaat om een in België uitgesproken adoptie, zoals geregeld in titel VIII, hoofdstuk I, van boek I van het oud Burgerlijk Wetboek (`interne adoptie'). Die datum bepaalt immers het ogenblik waarop de interne adoptie uitwerking heeft.
Wanneer het gaat om een adoptie die werd erkend door de federale centrale autoriteit, overeenkomstig titel VIII, hoofdstuk II, van boek I van hetzelfde Wetboek (`internationale adoptie'), is de datum van het verzoekschrift niet relevant. De datum van uitwerking van de adoptie is dan immers de datum toegekend door de federale centrale autoriteit. De datum van het verzoekschrift moet dan niet in de akte van adoptie vermeld worden.
De buitenlandse akte en de buitenlandse beslissing worden als bijlage in de DABS opgenomen.
Welke ABS? De bevoegde ABS is deze: - van de plaats van inschrijving in het bevolkings-, vreemdelingen-, of wachtregister van de geadopteerde, of bij gebrek hieraan, van de adoptant, van de adoptanten of van één van hen; - of bij gebrek hieraan, van de actuele verblijfplaats in België van de geadopteerde, of bij gebrek hieraan, van de adoptant, van de adoptanten of van één van hen; - of bij gebrek hieraan, van Brussel.
Het betreft hier een cascadesysteem.
Kennisgevingen.
De griffier, via de DABS, (voor binnenlandse adopties en voor rechterlijke beslissingen inzake beroep tegen beslissingen van de Federale Centrale Autoriteit, artikel 367-3, § 2, van het oud Burgerlijk Wetboek) of de Federale Centrale Autoriteit (voor internationale adopties) stuurt de nodige gegevens voor de opmaak van de akte van adoptie en de akte van geboorte (op basis van de buitenlandse akte) naar de ABS. De gegevens voor de opmaak van de akte van geboorte op basis van de buitenlandse akte worden slechts voor zover mogelijk doorgestuurd en de geboorteakte wordt slechts voor zover mogelijk opgemaakt. Het ontbreken van die gegevens mag de opmaak van de akte van adoptie niet blokkeren.
De nodige gegevens voor de opmaak van de akte van geboorte en de akte van adoptie worden door de Federale Centrale Autoriteit via de DABS overgezonden aan de ABS. Die elektronische kennisgeving bevat een ontwerp van de akte van geboorte en de akte van adoptie. Op die manier kan het werk van de ABS worden vereenvoudigd en kunnen fouten bij de codering worden voorkomen. De ABS blijft echter wel verantwoordelijk voor de opmaak van die twee akten.
De ABS brengt onmiddellijk de Federale Centrale Autoriteit, de partijen en de procureur des Konings bij de rechtbank van eerste aanleg te Brussel op de hoogte van de opmaak van de akte van adoptie, en, in voorkomend geval, van de akte van geboorte.
Opmaak van de akten.
De ABS maakt de akte van adoptie, herroeping of herziening, naargelang het geval, op en verbindt die akte met de akten van eventuele afstammelingen van de geadopteerde. De ABS wijzigt de akten van de burgerlijke stand van de afstammelingen van de geadopteerde indien de naam of de voornamen van de geadopteerde veranderen. De ABS zal een akte van naamsverandering opmaken voor afstammelingen die hun naam wijzigen.
Bewijs van de erkenning van de buitenlandse adoptie De akte van adoptie geldt vanaf 31 maart 2019 als bewijs van de erkenning van de buitenlandse adoptie (zie artikel 367-2 van het oud Burgerlijk Wetboek). 4.2.12 Akte van herroeping of herziening van adoptie, van nieuwe aanpassing van de geslachtsregistratie of van nietigverklaring (artikel 66 van het oud Burgerlijk Wetboek) Sinds de Wet Modernisering Burgerlijke stand is in deze nieuwe basisakte voorzien voor rechterlijke beslissingen die in feite de `annulering' van een andere akte tot gevolg hebben.
De akten die op die manier `geannuleerd' worden, zijn respectievelijk de akte van adoptie en alle andere akten die nietig worden verklaard.
De nietigverklaring van het huwelijk valt hier niet onder. In dat geval wordt een melding gemaakt (zie punt 3.9.2).
Voor de herroeping of de herziening van een adoptie moet, naargelang het geval, een akte van herroeping of herziening worden opgemaakt, en geen akte van adoptie. In dezelfde zin geldt de akte van herroeping of herziening, in het geval van een beslissing tot herroeping of herziening die in het buitenland is uitgesproken, als bewijs van de erkenning van die beslissing door de FCA. Gegevens akte van nietigverklaring (artikel 66 van het oud Burgerlijk Wetboek) Deze akte vermeldt: - het aktenummer van de akte waarop de herroeping, herziening of nietigverklaring betrekking heeft; - indien het een rechterlijke beslissing betreft: - de aard van het beschikkend gedeelte van de rechterlijke beslissing: o de herroeping van een adoptie; o de herziening van een adoptie; o de nietigverklaring van een aanpassing van de registratie van het geslacht; o de nietigverklaring van een volledige akte (al dan niet op basis van artikel 463 van het Wetboek van Strafvordering); - de basis voor de opmaak van de akte (artikel 41, § 1, 5°, van het oud Burgerlijk Wetboek): de gegevens van de rechterlijke beslissing, met name de rechterlijke instantie, de datum van de uitspraak, de datum van het in kracht van gewijsde treden ervan en het identificatienummer; - in geval van een ambtshalve nietigverklaring door de ABS (artikel 34/1 van het oud Burgerlijk Wetboek, zie 3.9.1.2.): de reden van de nietigverklaring van de akte.
Verbinden? De akten bedoeld in dit artikel moeten steeds verbonden worden met de akte die ze `annuleren'.
De ABS moet verder zelf nagaan welke akten van de burgerlijke stand gewijzigd moeten worden ten gevolge van de nietigverklaring. 4.2.13 Akten van Belgische nationaliteit (artikel 67 van het oud Burgerlijk Wetboek) De akten van Belgische nationaliteit worden opgemaakt in het kader de procedures waarin in het Wetboek van de Belgische Nationaliteit is voorzien. Sinds de Wet Modernisering Burgerlijke stand zijn ze uitdrukkelijk als akten van de burgerlijke stand opgenomen in het oud Burgerlijk Wetboek.
Vermeldingen in de akten van nationaliteit (artikel 67 van het oud Burgerlijk Wetboek) 1° De akten van nationaliteit bedoeld in de artikelen 15 en 22, § 4, van het Wetboek van de Belgische nationaliteit vermelden: - de gegevens van de persoon op wie de akte betrekking heeft: de naam, de voornamen, de geboortedatum en de geboorteplaats; - de wettelijke basis van de verklaring op basis waarvan de akte werd opgesteld; - in geval van nationaliteitstoekenning op basis van de artikelen 8, § 1, 2°, b), 9, 2°, b), en 11bis van het Wetboek van de Belgische nationaliteit, de gegevens van de verklaarder(s): de naam, de voornamen, de geboortedatum en de geboorteplaats. 2° De akte van vervallenverklaring van Belgische nationaliteit vermeldt: - de gegevens van de persoon op wie de akte betrekking heeft: de naam, de voornamen, de geboortedatum en de geboorteplaats; - de basis voor de opmaak van de akte (artikel 41, § 1, 5°, van het oud Burgerlijk Wetboek): de gegevens van de rechterlijke beslissing tot vervallenverklaring; - de wettelijke basis van de vervallenverklaring.
Bijzondere opmerkingen met betrekking tot de uitwerking van de toekenning en de vervallenverklaring van de Belgische nationaliteit 1° Met betrekking tot de toekenning van de Belgische nationaliteit op grond van de artikelen 8, § 1, 2°, b), 9, eerste lid, 2°, b), en 11bis van het Wetboek van de Belgische nationaliteit: In beginsel heeft de Belgische nationaliteit uitwerking vanaf de opmaak van de akte van nationaliteit. Artikel 9, eerste lid, 2°, b), van het Wetboek van de Belgische nationaliteit wijkt evenwel af van bovenvermelde regel. Het is immers op het moment dat de adoptie uitwerking heeft dat het kind de Belgische nationaliteit van zijn adoptieouders krijgt, voor zover de verklaring tot toekenning van de Belgische nationaliteit voorafgaandelijk werd afgelegd en de akte werd opgemaakt. 2° Met betrekking tot de vervallenverklaring van de Belgische nationaliteit op grond van de artikelen 23, 23/1 en 23/2 van het Wetboek van de Belgische nationaliteit De vervallenverklaring heeft uitwerking vanaf de opmaak van de akte van vervallenverklaring van de Belgische nationaliteit. Vanaf 1 januari 2024 worden de verklaringen van nationaliteit niet meer als bijlage in de DABS opgenomen. 4.2.14. Akte opgemaakt op basis van een buitenlandse akte (artikelen 68 en 69 van het oud Burgerlijk Wetboek) 4.2.14.1. Ten laatste tot 1 januari 2025 De ABS kan `Belgische' akten van de burgerlijke stand opmaken op basis van buitenlandse akten van de burgerlijke stand. 4.2.14.1.1 Op verzoek Artikel 68, § 1, van het oud Burgerlijk Wetboek herneemt de ratio legis van het oud artikel 48 van het oud Burgerlijk Wetboek, namelijk het verzoek tot overschrijving van een buitenlandse akte van een Belg.
Wat? De burger kan aan de ABS vragen om een `Belgische' akte van de burgerlijke stand op te maken op basis van een buitenlandse akte van de burgerlijke stand die op hem betrekking heeft.
Wie kan dit vragen? - iedere Belg, of zijn wettelijke vertegenwoordiger; - de procureur des Konings.
Niet-Belgen kunnen niet zelf om de opmaak van een Belgische akte op basis van een buitenlandse akte vragen. Buitenlandse akten van niet-Belgen kunnen in bepaalde gevallen toch in de DABS worden opgenomen (zie punt 4.2.14.1.2.).
Bevoegde ABS? (artikel 68, § 1, 2°, van het oud Burgerlijk Wetboek) De bevoegde ABS is deze: - van de plaats van inschrijving in het bevolkings-, vreemdelingen- of wachtregister, of bij gebrek hieraan; - van de plaats van laatste inschrijving, of bij gebrek hieraan; - van Brussel. 4.2.14.1.2 Bij voorlegging van een buitenlandse akte aan de ABS bij de opmaak of wijziging van een Belgische akte van de burgerlijke stand Verplichte opmaak Belgische akte De ABS is nu verplicht om een akte van de burgerlijke stand op basis van een buitenlandse akte op te maken, wanneer een buitenlandse akte van de burgerlijke stand aan hem wordt voorgelegd bij de opmaak of wijziging van een andere akte van de burgerlijke stand.
Deze opname in de DABS van de buitenlandse akten die in België worden voorgelegd (via de opmaak van de Belgische akten) biedt de betrokkenen het voordeel dat ze niet steeds opnieuw een afschrift van hun akte in het buitenland moeten opvragen wanneer hun akte wordt gevraagd.
Wanneer een Belgische akte opmaken? De ABS moet een Belgische akte opmaken op basis van een buitenlandse akte, indien een burger hem een buitenlandse akte voorlegt: - bij de opmaak van een andere Belgische akte van de burgerlijke stand: Bijvoorbeeld een buitenlandse geboorteakte die wordt voorgelegd bij de aangifte van een huwelijk of in het kader van een nationaliteitsdossier; - bij de wijziging van een Belgische akte van de burgerlijke stand: Bijvoorbeeld een buitenlandse erkenningsakte die wordt voorgelegd tot wijziging van een Belgische geboorteakte: van die buitenlandse erkenningsakte moet de ABS dan een Belgische erkenningsakte opmaken.
Bevoegde ABS? De ABS aan wie de akte wordt voorgelegd, met andere woorden de ABS die de nieuwe akte van de burgerlijke stand opmaakt of de akte van de burgerlijke stand wijzigt. Het gaat dus niet om de ABS die algemeen bevoegd is op grond van artikel 13 van het oud Burgerlijk Wetboek.
Wanneer een Belgische akte opmaken: op het ogenblik van de aangifte of van de opmaak van de akte zelf? De wet bepaalt geen termijn waarbinnen de akte op basis van de buitenlandse akte moet worden opgemaakt.
Voorbeeld: een buitenlandse akte van geboorte wordt voorgelegd bij de huwelijksaangifte. De ABS kan de Belgische akte onmiddellijk opmaken of wanneer hij de akte van huwelijk opmaakt.
Moet de ABS een Belgische akte opmaken voor elke buitenlandse akte die aan hem wordt voorgelegd? Indien een persoon meerdere buitenlandse akten voorlegt, voorziet artikel 68, § 2, van het oud Burgerlijk Wetboek er in principe in dat van al die akten een Belgische akte wordt opgemaakt.
Voorbeeld: een persoon legt zowel een geboorteakte als een buitenlandse akte van naamsverandering voor. De ABS maakt een afzonderlijke Belgische akte op voor elk van beide akten en verbindt ze met elkaar.
Voor de gemeenschappelijke bepalingen (vorm van de akte, afschrift of uittreksel, taal en erkenning ...) wordt verwezen naar punt 4.2.14.2.3., aangezien er weinig wijzigingen aan die bepalingen werden aangebracht. 4.2.14.2. Vanaf 1 januari 2025 Sinds de Wet Modernisering Burgerlijke stand maakt de ABS `Belgische' akten van de burgerlijke stand op basis van buitenlandse authentieke akten van de burgerlijke stand op. 4.2.14.2.1 Verplichting om elke buitenlandse authentieke akte voor te leggen voor zover die akte een wijziging van de staat van de persoon tot gevolg heeft Met het oog op een grotere coherentie tussen de DABS en het Rijksregister is iedere Belg, of zijn wettelijke vertegenwoordiger, verplicht om elke buitenlandse authentieke akte die de staat van zijn persoon wijzigt, voor te leggen.
Wie heeft deze verplichting? Alle Belgen, of hun wettelijke vertegenwoordiger, voor wie een buitenlandse authentieke akte een wijziging van de staat van hun persoon tot gevolg heeft.
De procureur des Konings kan ook verzoeken dat op basis van een buitenlandse akte een akte wordt opgemaakt.
Welke akten? Elke authentieke akte, en niet langer enkel akten van de burgerlijke stand. Door die aanpassing komen ook de authentieke akten van naamsverandering bedoeld in artikel 39 van het Wetboek van internationaal privaatrecht in aanmerking.
Hoe? Door zich tot de bevoegde ABS te wenden.
Wie is de bevoegde ABS? Het gaat om de algemeen bevoegde ABS, zoals bepaald in artikel 13 van het oud Burgerlijk Wetboek (zie 3.2.5).
Het gaat om de bevoegde ABS van de persoon die de akte voorlegt.
Wanneer de akte wordt voorgelegd door de wettelijke vertegenwoordiger van een persoon, zal het bijgevolg gaan om de bevoegde ABS van de wettelijke vertegenwoordiger en niet de bevoegde ABS van de persoon op wie de akte betrekking heeft.
Wanneer bijvoorbeeld een ouder die in het buitenland verblijft een buitenlandse akte voorlegt die op zijn kind betrekking heeft, is de ABS van die ouder bevoegd. Indien de ouder vóór zijn vertrek naar het buitenland in België ingeschreven was, is de ABS van zijn laatste plaats van inschrijving bevoegd, overeenkomstig artikel 13, tweede streepje, van het oud Burgerlijk Wetboek. Hij moet zich in dat geval niet langer tot Brussel wenden.
Taken ABS? 1. Erkenning: alvorens een Belgische akte van de burgerlijke stand op basis van de buitenlandse authentieke akte op te maken, moet men nagaan of de buitenlandse authentieke akte volgens het Belgisch recht kan worden erkend.Daartoe moeten de voorwaarden bepaald in het Wetboek van internationaal privaatrecht vervuld zijn.
Artikel 31 van het Wetboek van internationaal privaatrecht bepaalt dat een buitenlandse authentieke akte van de burgerlijke stand slechts als basis kan dienen voor de opmaak of wijziging van een akte van de burgerlijke stand of voor de inschrijving in het bevolkings-, vreemdelingen- of wachtregister na onderzoek van de voorwaarden bedoeld in artikel 27, § 1, van het Wetboek van internationaal privaatrecht (zie ook punt 4.2.14.3). 2. Opmaak van de Belgische akte van de burgerlijke stand: wanneer de voorwaarden met betrekking tot de erkenning van de buitenlandse authentieke akte vervuld zijn, moet de ABS een Belgische akte van de burgerlijke stand opmaken (zie ook punt 4.2.14.3 en punt 3.7.9).
Er is in geen enkele sanctie voorzien indien buitenlandse authentieke akten niet worden voorgelegd. De opmaak van een akte in de DABS maakt het echter wel mogelijk om incoherenties te vermijden tussen verschillende akten van dezelfde persoon en tussen de DABS en het Rijksregister.
Niet-Belgen kunnen niet zelf om de opmaak van een Belgische akte op basis van een buitenlandse akte vragen. Buitenlandse akten van niet-Belgen kunnen in bepaalde gevallen toch in de DABS worden opgenomen. 4.2.14.2.2 Bij voorlegging van een buitenlandse authentieke akte aan de ABS bij de opmaak of wijziging van een Belgische akte van de burgerlijke stand of bij een aanpassing van het bevolkings-, vreemdelingen- of wachtregister De draagwijdte van artikel 68, § 2, van het oud Burgerlijk Wetboek is uitgebreid door de Reparatiewet van 2023.
Verplichte opmaak Belgische akte De ABS is verplicht om een akte van de burgerlijke stand op basis van een buitenlandse akte op te maken, indien hem een buitenlandse akte van de burgerlijke stand wordt voorgelegd bij de opmaak of de wijziging van een andere akte van de burgerlijke stand of bij een aanpassing van het bevolkings-, vreemdelingen- of wachtregister.
Deze opname in de DABS van de buitenlandse akten die in België worden voorgelegd (via de opmaak van de Belgische akten) biedt de betrokkenen het voordeel dat ze niet steeds opnieuw een afschrift van hun akte in het buitenland moeten opvragen wanneer hun akte wordt gevraagd.
Deze bepaling is ook van toepassing op personen met een vreemde nationaliteit De uitbreiding van de verplichting tot opmaak van een akte bij een aanpassing van het bevolkings-, vreemdelingen- of wachtregister, zal leiden tot een betere coherentie tussen de gegevens van het Rijksregister en de gegevens van de DABS. Wanneer een Belgische akte opmaken? De ABS moet een Belgische akte opmaken op basis van een buitenlandse akte, indien een burger hem een buitenlandse akte voorlegt: - bij de opmaak van een andere Belgische akte van de burgerlijke stand: Bijvoorbeeld een buitenlandse geboorteakte die wordt voorgelegd bij de aangifte van een huwelijk of in het kader van een nationaliteitsdossier; - bij de wijziging van een Belgische akte van de burgerlijke stand: Bijvoorbeeld een buitenlandse erkenningsakte die wordt voorgelegd tot wijziging van een Belgische geboorteakte: van die buitenlandse erkenningsakte moet de ABS dan een Belgische erkenningsakte opmaken. - bij elke aanpassing van het bevolkings-, vreemdelingen- of wachtregister: de voorlegging van een buitenlandse akte leidt steeds tot de opmaak van een Belgische akte op basis van een buitenlandse akte. Het is niet meer mogelijk om enkel het bevolkings-, vreemdelingen- of wachtregister aan te passen wanneer een akte wordt voorgelegd. Geen enkele aanpassing in het bevolkings-, vreemdelingen- of wachtregister kan dus worden gemaakt voor de opmaak van de Belgische akte.
Bijvoorbeeld wanneer een koppel met een vreemde nationaliteit een buitenlandse huwelijksakte voorlegt, opdat die akte zou worden erkend en uitwerking zou hebben in België (en in het Rijksregister zou worden opgenomen). Indien de akte voldoet aan de voorwaarden om in België erkend te worden, zal de ABS voortaan een Belgische huwelijksakte opmaken in de DABS, ook al hebben de echtgenoten een vreemde nationaliteit. Het is dus niet meer mogelijk om bv. een buitenlands huwelijk enkel in het Rijksregister te registreren op basis van een huwelijksakte, zonder dat de huwelijksakte in de DABS wordt opgenomen.
Op die manier komen de gegevens in het Rijksregister en de DABS overeen.
In principe wordt de akte eerst in de DABS opgemaakt,en vervolgens de nodige aanpassingen in het Rijksregister aangebracht.
Bevoegde ABS? De ABS aan wie de akte wordt voorgelegd, met andere woorden de ABS die de nieuwe akte van de burgerlijke stand opmaakt of de akte van de burgerlijke stand wijzigt, is bevoegd. Het gaat dus niet om de ABS die algemeen bevoegd is op grond van artikel 13 van het oud Burgerlijk Wetboek.
Wanneer een Belgische akte opmaken: op het ogenblik van de aangifte of van de opmaak van de akte zelf? De wet bepaalt geen termijn waarbinnen de akte op basis van de buitenlandse akte moet worden opgemaakt.
Voorbeeld: een buitenlandse akte van geboorte wordt voorgelegd bij de huwelijksaangifte. De ABS kan de Belgische akte onmiddellijk opmaken of wanneer hij de akte van huwelijk opmaakt.
De ABS moet een Belgische akte opmaken voor elke buitenlandse authentieke akte die aan hem wordt voorgelegd bij de opmaak of de wijziging van een akte van de burgerlijke stand of bij een aanpassing van het bevolkings-, vreemdelingen- of wachtregister.
Indien een persoon meerdere buitenlandse akten voorlegt, voorziet artikel 68, § 2, van het oud Burgerlijk Wetboek er in dat van al die akten een Belgische akte wordt opgemaakt.
Voorbeeld: een persoon legt zowel een geboorteakte als een buitenlandse akte van naamsverandering voor. De ABS maakt een afzonderlijke Belgische akte op voor elk van beide akten en verbindt ze met elkaar.
Voorbeeld: een persoon legt een buitenlandse geboorteakte van zijn kind voor, waarin de afstamming van vaderszijde en de afstamming van moederszijde zijn opgenomen. De buitenlandse huwelijksakte van de ouders wordt ook voorgelegd om het wettelijk vermoeden van vaderschap in hoofde van de echtgenoot van de moeder van het kind te bevestigen.
De ABS maakt een afzonderlijke Belgische akte op voor elk van beide akten en verbindt ze met elkaar. 4.2.14.2.3. Gemeenschappelijke bepalingen Vorm Belgische akte Het gaat dus om de opname van een buitenlandse authentieke akte in de DABS, in de vorm van een Belgische akte van de burgerlijke stand.
De akten van de burgerlijke stand op basis van een buitenlandse akte worden op dezelfde wijze opgemaakt als de `Belgische' akten van de burgerlijke stand.
De buitenlandse akten worden onder de vorm van metadata opgenomen, samen met een scan van de akte.
Om het verschil duidelijk te maken met een `gewone' Belgische akte zal de ABS aan de akte steeds de basis van opmaak van de akte toevoegen; met name de gegevens van de buitenlandse akte (buitenlandse autoriteit, plaats en datum van opmaak), zoals bepaald in artikel 41, § 1, 5°, d), van het oud Burgerlijk Wetboek worden vermeld als basis voor de opmaak van de akte.
Basis opmaak akte Zoals bepaald in artikel 41, § 1, 5°, d), van het oud Burgerlijk Wetboek, vermeldt de ABS de buitenlandse akte als basis voor de opmaak van de Belgische akte. Ook de volgende gegevens worden vermeld: de autoriteit die de akte heeft opgemaakt en de datum en plaats van opmaak.
Op basis van een afschrift of uittreksel buitenlandse akte? De opmaak van een Belgische akte op basis van een buitenlandse akte is mogelijk zowel op basis van een afschrift als van een uittreksel van de buitenlandse akte. Dat vloeit voort uit artikel 69, § 2, van het oud Burgerlijk Wetboek, dat bepaalt dat een afschrift of een uittreksel van de buitenlandse akte als bijlage in de DABS moet worden opgenomen.
In vele gevallen moet de persoon immers enkel nog een uittreksel van een akte voorleggen en geen afschrift voor de opmaak van een akte van de burgerlijke stand (bijvoorbeeld bij de aangifte van een huwelijk) of bij gerechtelijke procedure (bijvoorbeeld echtscheiding).
Wel is het zo dat wanneer de informatie op het uittreksel niet volstaat, de ABS om een afschrift van de buitenlandse akte kan verzoeken. Dat is bijvoorbeeld het geval voor huwelijksakten waarin een naamsverandering voorkomt of wanneer er wijzigingen met betrekking tot de afstamming hebben plaatsgevonden in een geboorteakte.
Datum afschrift of uittreksel De wet bepaalt niet hoe oud een afschrift of uittreksel van een akte mag zijn, en of het eventueel uit een ander dossier (bijvoorbeeld vreemdelingendossier) of uit op de rechtbank neergelegde stukken mag komen. Het moet wel gaan om afschriften of uittreksels van authentieke akten en niet van een identiteits- of reisbewijs.
De ABS gaat hier het best pragmatisch, maar ook kritisch, te werk. Hij moet ook blijk geven van de nodige soepelheid, rekening houdend met de moeilijkheidsgraad om bepaalde documenten te verkrijgen.
Indien het voorgelegde uittreksel of afschrift vroeger reeds door de ABS werd gecontroleerd en erkend, kan het in principe opnieuw gebruikt worden, voor zover de ambtenaar geen twijfels heeft over het document en indien er geen ernstige aanwijzingen zijn dat de gegevens in het document niet meer actueel zijn.
Indien de ABS vermoedt dat er ondertussen nog wijzigingen geweest zijn aan de akte, kan hij de voorlegging van een recenter document vragen.
Taal? De akte op basis van een buitenlandse akte wordt opgemaakt in de taal van het gebied waar de buitenlandse akte wordt voorgelegd. Het afschrift of uittreksel dat aan de basis van de Belgische akte ligt, zal dus vertaald moeten worden door een beëdigd vertaler naar de taal van het gebied, wanneer het een buitenlandse akte betreft die opgemaakt werd buiten de EU. Er geldt voor de formaliteiten inzake vertaling immers een uitzondering, die voorzien is in de verordening openbare documenten.
De Verordening schaft inderdaad de verplichting af voor burgers om een gewaarmerkte vertaling van hun openbare document voor te leggen. Als het openbare document niet is opgemaakt in een van de officiële talen van het EU-land dat het document aanvraagt, kunnen burgers de autoriteiten vragen om een meertalig standaardformulier dat in alle EU-talen beschikbaar is. Dit formulier kan bij het openbare document worden gevoegd, zodat het niet vertaald hoeft te worden. Wanneer een burger een openbaar document met een meertalig standaardformulier voorlegt, mag de ontvangende autoriteit alleen in uitzonderlijke omstandigheden een vertaling van het openbare document opvragen.
Aangezien niet alle meertalige standaardformulieren in alle EU-landen worden afgeleverd, kunnen burgers op het Europese e-Justitieportaal nagaan welke formulieren in hun land worden afgeleverd: https://e-justice.europa.eu/35981/NL/public_documents_ forms?init=true Onvolledige gegevens? Wanneer de ABS niet over alle informatie beschikt die naar Belgisch recht in de Belgische akte moet staan, maakt de ABS een Belgische akte op met de gegevens waarover hij beschikt. Er worden informaticacodes gebruikt voor ontbrekende gegevens, bijvoorbeeld de code #NOFIRSTNAME# in geval van een ontbrekende voornaam.
Overigens kunnen gegevens die reeds in het Rijksregister staan, niet rechtstreeks in de DABS worden overgenomen. Die moeten worden gestaafd middels een buitenlandse akte of beslissing.
Quid vermeldingen op buitenlandse akten? Wanneer de buitenlandse akte meldingen bevat, moeten die gegevens ook worden overgenomen in de DABS. De ABS moet er echter voor zorgen dat het over de nodige informatie beschikt om de melding te erkennen. Als dit niet het geval is, moet de ABS de akte of beslissing opvragen waarop de melding gebaseerd is. De volledige historiek van de persoon moet worden gereconstrueerd wanneer de ABS over de gegevens beschikt.
Erkenning van de buitenlandse akte: controle door de ABS De ABS kan de akte niet opmaken op basis van een buitenlandse akte zonder de controles uit te voeren die hij deed vóór de Wet Modernisering Burgerlijke stand voor de overschrijving van een buitenlandse akte van de burgerlijke stand.
De buitenlandse akte moet in de eerste plaats correct gelegaliseerd zijn overeenkomstig artikel 30 van het Wetboek van internationaal privaatrecht.
Er bestaat een uitzondering voor de akten van de burgerlijke stand die binnen het toepassingsgebied vallen van de Verordening openbare documenten, waarbij de legalisatie- en apostillevereiste voor dergelijke documenten niet geldt (zie punt 3.7.10).
De opmaak van de Belgische akte op basis van een buitenlandse akte kan enkel voor zover de buitenlandse akte voldoet aan de voorwaarden van artikel 31 van het Wetboek van internationaal privaatrecht (WIPR), en dus na onderzoek van de naleving van de voorwaarden vermeld in artikel 27, § 1, WIPR. De ABS controleert dus onder meer of: - de akte werd opgemaakt door de bevoegde buitenlandse overheid; - de grond- en vormvoorwaarden werden nageleefd; - er geen sprake is van wetsontduiking of een schending van de openbare orde.
De ABS of de houder van het bevolkings-, vreemdelingen-, of wachtregister kan, bij ernstige twijfel bij de beoordeling van de voorwaarden bedoeld in artikel 27, § 1, WIPR, de buitenlandse akte of buitenlandse beslissing voor advies overmaken aan de Centrale autoriteit Burgerlijke Stand (artikel 31, § 3, WIPR).
De Centrale autoriteit verstrekt dus adviezen over de conformiteit van de buitenlandse gerechtelijke beslissingen en akten inzake de burgerlijke stand ten aanzien van de toepasselijke rechtsregels (Belgisch of buitenlands recht).
Het is niet nodig om voor elke buitenlandse akte advies te vragen aan de Centrale autoriteit, en die is niet bevoegd om, in geval van twijfel over de intentie van de personen op wie de akte betrekking heeft, onderzoek uit te voeren. Het onderzoek naar de intentie van de partijen is altijd een zaak van openbare orde, die, zoals voorheen, wordt uitgeoefend door het parket. In dezelfde zin valt het onderzoek naar de echtheid van het document onder de bevoegdheid van de politiediensten.
De ABS'en moeten dus, in het kader van een huwelijk, erkenning of wettelijke samenwoning, een beroep doen op de bestaande procedures bedoeld in de artikelen 167, 330/2 en 1476quater van het oud Burgerlijk Wetboek, wanneer er een ernstig vermoeden bestaat dat dergelijke situaties strijdig zijn met de openbare orde (veinzing of fraude). In die gevallen is het ook mogelijk het advies van de procureur des Konings te verkrijgen (zie in dat verband de omzendbrieven van het College van procureurs-generaal bij de hoven van beroep COL 10/2009 betreffende schijnhuwelijken en COL 13/2015 houdende richtlijnen met betrekking tot het advies van het openbaar ministerie in burgerrechtelijke materies krachtens de wet van 19 oktober 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/10/2015 pub. 25/03/2016 numac 2016000194 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende wijziging van het burgerlijk procesrecht en houdende diverse bepalingen inzake justitie. - Duitse vertaling van uittreksels type wet prom. 19/10/2015 pub. 22/10/2015 numac 2015009530 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende wijziging van het burgerlijk procesrecht en houdende diverse bepalingen inzake justitie sluiten tot wijziging van het burgerlijk procesrecht en houdende diverse bepalingen van Justitie).
Het openbaar ministerie behoudt immers de algemene bevoegdheid om de registers van de burgerlijke stand te controleren (artikelen 37 en 40 van het oud Burgerlijk Wetboek, artikel 138bis van het Gerechtelijk Wetboek).
Om zo snel mogelijk antwoord te krijgen, moeten de verzoeken om advies uitgaande van de gemeenten per brief worden verzonden naar de FOD Justitie, Centrale autoriteit Burgerlijke Stand, Waterloolaan 115, 1000 Brussel, of per e-mail naar volgend adres: etatcivil.burgstand@just.fgov.be.
De dossiers moeten zo volledig mogelijk zijn (kopieën van de akte, documenten in recto-verso, legalisaties en vertalingen). Indien het document moeilijk leesbaar is of indien er twijfel bestaat rond de aard ervan, kan de Centrale autoriteit Burgerlijke Stand verzoeken om haar de originele stukken over te zenden.
Indien het rijksregisternummer van de betrokken personen bekend is, geeft de ABS dit ook door.
De context waarin het verzoek om advies wordt gevraagd, moet worden toegelicht. Bijvoorbeeld: gezinshereniging, erkenning van kinderen, huwelijksproject in België, aanvraag van de nationaliteit ...
De Centrale autoriteit Burgerlijke Stand kan, voor zover nodig, het origineel van de buitenlandse akte of de buitenlandse beslissing opvragen bij de ABS of de houder van het bevolkings-, vreemdelingen-, of wachtregister die om het advies verzocht. Die laatste maakt het onmiddellijk over aan de Centrale autoriteit Burgerlijke Stand.
De Centrale autoriteit brengt een advies uit, binnen een termijn van drie maanden vanaf de ontvangst van de adviesaanvraag, die verlengd kan worden met drie maanden door de Centrale autoriteit.
Gedeeltelijke erkenning buitenlandse akte Enkel de gegevens van de buitenlandse akte die erkend kunnen worden overeenkomstig artikel 27 WIPR worden in de Belgische akte opgenomen.
Een gedeeltelijke erkenning van de buitenlandse akten is dus mogelijk.
De ABS kan op die manier fouten in de toepassing van het toepasselijk recht (bijvoorbeeld een foutieve vaststelling afstamming of naam) verbeteren bij de opmaak van de akte op basis van een buitenlandse akte, door de gegevens van de akte in te vullen op basis van het resultaat van het onderzoek van de buitenlandse akte bedoeld in artikel 31 WIPR. Voorbeeld 1: de ABS kan een buitenlandse akte van geboorte toch erkennen en in de DABS opnemen, zonder de eventueel foutief vastgestelde vaderlijke afstamming te moeten opnemen.
De ambtenaar van de burgerlijke stand moet zich uitspreken over de erkenning van de vaderlijke afstamming van een Belgische vader.
Een postnatale erkenning vond plaats in Frankrijk, maar de voorafgaande toestemming van de moeder is niet vereist volgens de Franse wet en werd dus niet gegeven. Aangezien de vader Belg is, is de Belgische wet van toepassing overeenkomstig artikel 62 WIPR en is de voorafgaande toestemming van de moeder dus vereist om de postnatale erkenning in het Belgische rechtssysteem te erkennen.
De buitenlandse geboorteakte kan dus worden opgenomen in het BAEC zonder vermelding van de vaderlijke afstamming. De vader zal een nieuwe postnatale erkenning moeten doen in België, met de voorafgaande toestemming van de moeder.
Voorbeeld 2: Een verklaring tot toekenning van de Belgische nationaliteit (art. 8, § 1, 2°, b, CNB).
Het kind is in Frankrijk geboren en door de Belgische vader erkend voor de Franse autoriteiten. De buitenlandse geboorteakte bevat reeds de gegevens, maar de erkenning gebeurde zonder toestemming van de moeder.
Er kan een akte van geboorte worden opgemaakt op basis van de buitenlandse akte van geboorte, die de gegevens van de vader niet vermeldt. De nieuwe akte van erkenning in België wordt dan verbonden met de akte van geboorte. De vader kan dan de nationaliteitsverklaring afleggen bij de ambtenaar van de burgerlijke stand van zijn hoofdverblijfplaats.
Tegen een gedeeltelijke erkenning (en dus tegen de gedeeltelijke weigering tot erkenning) kan beroep worden ingesteld (artikel 31, § 4, tweede lid, WIPR).
Verbetering materiële vergissing op buitenlandse akte Sinds de Wet Modernisering Burgerlijke stand kan de ABS ook materiële vergissingen (zoals bedoeld in artikel 34 van het oud Burgerlijk Wetboek) op buitenlandse akten die aan hem worden voorgelegd, verbeteren bij de opmaak van de akte op basis van een buitenlandse akte.
Voorwaarden? 1. Vaststelling materiële vergissing in de buitenlandse akte;2. De materiële vergissing wordt vastgesteld op basis van een in de DABS opgenomen akte; 3. Het gaat om een louter materiële vergissing: een tikfout in naam of voornamen (bijvoorbeeld diakritische tekens) of geboortedatum of -plaats, of het niet vermelden van alle voornamen (zie punt 3.9.1.).
Gevolg verbetering? De ABS maakt de Belgische akte op basis van de buitenlandse akte op, met vermelding van de door de ABS verbeterde of aangevulde gegevens van de buitenlandse akte.
De voordelen van de gedeeltelijke erkenning van buitenlandse akten en de mogelijkheden tot verbetering van de buitenlandse akten zijn: - de ABS kan pragmatisch werken; - de termijnen om een buitenlandse akte te erkennen blijven redelijk en houden de opmaak van nieuwe akten (bijvoorbeeld een erkenning, een huwelijk of een toekenningsverklaring) niet nodeloos tegen; - akten worden niet foutief in de DABS opgenomen; - transparantie, gelet op de opname van de scan van het origineel document in de DABS, wat controle en rechtzetting toelaat; - er wordt vermeden dat de ABS de Belgische akte op basis van een buitenlandse akte helemaal niet opmaakt (en de buitenlandse akte dus niet in de DABS komt), omdat die gedeeltelijk niet voldoet aan de voorwaarden van artikel 31 WIPR en bijgevolg niet volledig kan worden erkend.
Bijlage DABS? De ABS neemt steeds het afschrift of uittreksel van de buitenlandse akte als bijlage in de DABS op (en eventueel de beëdigde vertaling ervan en de legalisatie).
De gegevens die voorkomen op de buitenlandse akte, maar niet worden opgenomen in de Belgische akte op basis van deze buitenlandse akte omdat ze niet voorzien zijn in de Belgische akte of werden verbeterd door de ABS, zijn dus wel steeds raadpleegbaar in de DABS. Verbinden? De Belgische akte op basis van een buitenlandse akte moet verbonden worden met de akten waarop ze betrekking heeft, zodat die eraan aangepast worden.
Voorbeeld: een Belgische akte van naamsverandering op basis van een buitenlandse akte van naamsverandering moet verbonden worden met de akten van de burgerlijke stand die betrekking hebben op de begunstigde.
Vermeldingen akte? Artikel 69 van het oud Burgerlijk Wetboek bepaalt dat de akte van de burgerlijke stand op basis van een buitenlandse akte uitsluitend de gegevens vermeldt zoals voorzien voor de soort van Belgische akte die wordt opgemaakt (bijvoorbeeld huwelijksakte: de gegevens vermeld in artikel 54 van het oud Burgerlijk Wetboek).
Enkel de gegevens die voorzien zijn in de Belgische akten van de burgerlijke stand, worden vermeld. De gegevens in een buitenlandse akte, die een Belgische akte niet vermeldt, worden bijgevolg niet overgenomen. 4.2.15. Belgische akte opgemaakt op basis van een buitenlandse rechterlijke of administratieve beslissing (artikel 70 van het oud Burgerlijk Wetboek) 4.2.15.1. Vóór 1 januari 2025 De opmaak van een Belgische akte is ook mogelijk op basis van een buitenlandse rechterlijke of administratieve beslissing (artikel 70 van het oud Burgerlijk Wetboek).
Verplichte opmaak Belgische akte De ABS is verplicht Belgische akten op te maken van buitenlandse rechterlijke of administratieve beslissingen die een wijziging van de staat van een persoon tot gevolg hebben (en voor zover ze erkend kunnen worden volgens het WIPR).
Doel? De bedoeling is om de staat van de persoon steeds actueel houden, en dus ook de akten van de burgerlijke stand in de DABS. De bevoegdheid van de ABS om buitenlandse rechterlijke of administratieve beslissingen in de DABS op te nemen, staat daarom uitdrukkelijk in het oud Burgerlijk Wetboek.
Voorwaarden? 1° De buitenlandse akte of de buitenlandse rechterlijke of administratieve beslissing wijzigt de staat van een persoon.2° De buitenlandse akte of de buitenlandse rechterlijke beslissing is in kracht van gewijsde getreden of de buitenlandse administratieve beslissing is definitief. 3° Het is niet mogelijk om een bestaande akte rechtstreeks in de DABS te wijzigen zoals bedoeld in punt 3.9.1.
Vorm Belgische akte.
Net als de Belgische akten opgemaakt op basis van buitenlandse akten hebben deze Belgische akten dezelfde vorm als de interne `Belgische' akten. De gegevens in de akte zijn ook dezelfde als de gegevens waarin is voorzien voor de `Belgische' (gewijzigde) akten.
De akte vermeldt ook steeds de basis van opmaak van de akte (met de vermeldingen bepaald in artikel 41, § 1, 5°, e), van het oud Burgerlijk Wetboek).
Verbinden? De Belgische akte zal worden verbonden met de akten waarop ze betrekking heeft, op dezelfde wijze als het geval is voor de andere `Belgische' akten van de burgerlijke stand.
Bijlage? De ABS neemt steeds een afschrift van de buitenlandse rechterlijke of administratieve beslissing (en eventueel de beëdigde vertaling ervan en de legalisatie) als bijlage in de DABS op.
Wijziging bestaande Belgische akte.
In geval het gaat om een rechterlijke of administratieve beslissing bedoeld in boek I, titel 2, hoofdstuk 1, afdeling 6, van het oud Burgerlijk Wetboek die een bestaande Belgische akte in de DABS wijzigt, kan de ambtenaar daarvan een gewijzigde akte van de burgerlijke stand opmaken (zie punt 3.9.1.).
Voorbeelden: een buitenlandse rechterlijke beslissing die de afstamming wijzigt, een buitenlandse beslissing tot naamsverandering, een buitenlandse nietigverklaring of echtscheiding van een Belgisch huwelijk enz. De nationaliteit van de personen op wie de bestaande akten in de DABS betrekking hebben, speelt hierbij geen rol. 4.2.15.2. Vanaf 1 januari 2025 Analoog met artikel 68 van het oud Burgerlijk Wetboek maakt de ABS sinds de Wet Modernisering Burgerlijke stand. akten van de burgerlijke stand op basis van buitenlandse rechterlijke of administratieve beslissingen op (artikel 70 van het oud Burgerlijk Wetboek). Zie naar analogie ook punt 4.2.14.2.
De artikelen 68 en 70 van het oud Burgerlijk Wetboek zijn volgens dezelfde structuur opgesteld. Aldus is dezelfde procedure van toepassing voor zowel de opmaak van een Belgische akte op basis van een buitenlandse authentieke akte als de opmaak van een Belgische akte op basis van een buitenlandse rechterlijke beslissing of een buitenlandse administratieve beslissing. 4.2.15.2.1. Verplichting om elke buitenlandse rechterlijke of administratieve beslissing voor te leggen, voor zover ze een wijziging van de staat van de persoon tot gevolg heeft Met het oog op een grotere coherentie tussen de DABS en het Rijksregister is iedere Belg, of zijn wettelijke vertegenwoordiger, verplicht om elke buitenlandse in kracht van gewijsde gegane rechterlijke beslissing of elke buitenlandse definitieve administratieve beslissing die de staat van zijn persoon wijzigt, voor te leggen. De ABS maakt dan een akte van de burgerlijke stand op of wijzigt een akte van burgerlijke stand op basis van de voorgelegde buitenlandse rechterlijke of administratieve beslissing, voor zover ze erkend kan worden.
Wie kan dit vragen? Alle Belgen, of hun wettelijke vertegenwoordiger, voor wie een buitenlandse rechterlijke of administratieve beslissing een wijziging van de staat van hun persoon tot gevolg heeft.
De procureur des Konings kan ook verzoeken dat op basis van een buitenlandse rechterlijke of administratieve beslissing een akte wordt opgemaakt.
Welke beslissingen? Elke buitenlandse in kracht van gewijsde gegane rechterlijke beslissing of elke buitenlandse definitieve administratieve beslissing.
Hoe? Door zich tot de bevoegde ABS te wenden.
Wie is de bevoegde ABS? Men moet een beroep doen op de algemeen bevoegde ABS, zoals bepaald in artikel 13 van het oud Burgerlijk Wetboek (zie 3.2.5).
Het gaat om de bevoegde ABS van de persoon die de beslissing voorlegt.
Wanneer een beslissing door de wettelijke vertegenwoordiger van een persoon wordt voorgelegd, gaat het bijgevolg om de bevoegde ABS van de wettelijke vertegenwoordiger en niet de bevoegde ABS van de persoon op wie de beslissing betrekking heeft.
Taken ABS? 1. Erkenning: vooraleer een Belgische akte van de burgerlijke stand op basis van een buitenlandse beslissing op te maken, moet er worden nagegaan of de buitenlandse beslissing in het Belgische recht kan worden erkend.Daartoe moeten de voorwaarden bepaald in het Wetboek van internationaal privaatrecht vervuld zijn.
Artikel 31 van het Wetboek van internationaal privaatrecht bepaalt dat een buitenlandse rechterlijke beslissing slechts als basis kan dienen voor de opmaak of wijziging van een akte van de burgerlijke stand of voor de inschrijving in het bevolkings-, vreemdelingen- of wachtregister na onderzoek van de voorwaarden bedoeld in de artikelen 24 en 25 en, in voorkomend geval, de artikelen 39, 57 en 72, van het Wetboek van internationaal privaatrecht (zie ook punt 4.2.14.2.3). 2. Opmaak van de Belgische akte van de burgerlijke stand: wanneer de voorwaarden met betrekking tot de erkenning van de buitenlandse authentieke akte vervuld zijn, kan de ABS een Belgische akte van de burgerlijke stand opmaken (zie ook punt 4.2.14.2.3 en punt 3.7.9).
Er is in geen enkele sanctie voorzien indien buitenlandse rechterlijke of administratieve beslissingen niet worden voorgelegd. 4.2.15.2.2. Bij voorlegging van een buitenlandse rechterlijke of administratieve beslissing aan de ABS bij de opmaak of wijziging van een Belgische akte van de burgerlijke stand of bij een aanpassing van het bevolkings-, vreemdelingen- of wachtregister Net als artikel 68, § 2, van het oud Burgerlijk Wetboek voorziet artikel 70, § 2, van het oud Burgerlijk Wetboek ook in een verplichting, met als doel te zorgen voor een betere coherentie tussen de DABS en het Rijksregister. Zie naar analogie ook punt 4.2.14.2.
Verplichte opmaak Belgische akte De ABS is verplicht een akte van de burgerlijke stand op basis van een buitenlandse rechterlijke of administratieve beslissing op te maken, indien hem een buitenlandse rechterlijke of administratieve beslissing wordt voorgelegd bij de opmaak of de wijziging van een akte van de burgerlijke stand of bij een aanpassing van het bevolkings-, vreemdelingen- of wachtregister.
Deze opname in de DABS van de buitenlandse rechterlijke en administratieve beslissingen die in België worden voorgelegd (via de opmaak van de Belgische akten) biedt de betrokkenen het voordeel dat ze niet steeds opnieuw een afschrift van hun akte in het buitenland moeten opvragen wanneer hun akte wordt gevraagd.
Deze bepaling is van toepassing op personen met een vreemde nationaliteit.
Op die manier kan ook worden gezorgd voor een betere coherentie tussen de gegevens van het Rijksregister en de gegevens van de DABS. Wanneer een Belgische akte opmaken? De ABS moet een Belgische akte opmaken op basis van een buitenlandse rechterlijke of administratieve beslissing, indien een burger hem een buitenlandse beslissing voorlegt: - bij de opmaak van een andere Belgische akte van de burgerlijke stand: Bijvoorbeeld : het voorleggen van een buitenlandse echtscheidingsbeslissing om de burgerlijke staat te bewijzen en het feit dat je kan huwen, in het kader van een huwelijksaangifte in België. - bij de wijziging van een Belgische akte van de burgerlijke stand: Bijvoorbeeld : voorlegging van een buitenlandse beslissing tot vaststelling van de afstamming van de vader, die de Belgische geboorteakte van het kind wijzigt. - bij een aanpassing van het bevolkings-, vreemdelingen- of wachtregister: Bijvoorbeeld : de voorlegging van een buitenlandse rechterlijke echtscheidingsbeslissing met het oog op de wijziging van de burgerlijke staat.
Bevoegde ABS? De ABS aan wie de buitenlandse beslissing wordt voorgelegd, met andere woorden de ABS die de nieuwe akte van de burgerlijke stand opmaakt of de akte van de burgerlijke stand wijzigt, is bevoegd.
Het gaat dus niet om de ABS die algemeen bevoegd is op grond van artikel 13 van het oud Burgerlijk Wetboek.
Wanneer een Belgische akte opmaken: op het ogenblik van de aangifte of van de opmaak van de akte zelf? De wet bepaalt geen termijn waarbinnen de akte op basis van de buitenlandse beslissing moet worden opgemaakt.
De ABS moet een Belgische akte opmaken voor elke buitenlandse beslissing die aan hem wordt voorgelegd bij de opmaak of wijziging van een akte van de burgerlijke stand of bij een aanpassing van het bevolkings-, vreemdelingen- of wachtregister Indien een persoon meerdere buitenlandse beslissingen voorlegt, voorziet artikel 70, § 2, van het oud Burgerlijk Wetboek er in principe in dat van al die beslissingen een Belgische akte wordt opgemaakt. 4.2.15.2.3. Gemeenschappelijke bepalingen De gemeenschappelijke bepalingen bedoeld in punt 4.2.14.2.3 zijn ook van toepassing op de buitenlandse rechterlijke of administratieve beslissingen die overeenkomstig artikel 70 van het oud Burgerlijk Wetboek in de DABS moeten worden opgenomen. 5. Opheffing van omzendbrieven De volgende omzendbrieven worden opgeheven: - de Omzendbrief betreffende de wet van 18 juni 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/06/2018 pub. 02/07/2018 numac 2018012858 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen inzake burgerlijk recht en bepalingen met het oog op de bevordering van alternatieve vormen van geschillenoplossing sluiten houdende diverse bepalingen inzake burgerlijk recht en bepalingen met het oog op de bevordering van alternatieve vormen van geschillenoplossing, waarbij de bevoegdheid inzake verandering van voornamen wordt overgedragen aan de ambtenaren van de burgerlijke stand en de voorwaarden en de procedure ervan worden geregeld; - de Omzendbrief van 24 augustus 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/1980 pub. 20/12/2007 numac 2007000992 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/12/1980 pub. 12/04/2012 numac 2012000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten8 tot wijziging van de omzendbrief van 19 maart 2019 over de modernisering en informatisering van de burgerlijke stand.
De Minister van Justitie, P. VAN TIGCHELT