Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 20 juli 2000
gepubliceerd op 30 augustus 2000

Koninklijk besluit betreffende de invoering van de euro voor de aangelegenheden die ressorteren onder het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
2000003481
pub.
30/08/2000
prom.
20/07/2000
ELI
eli/besluit/2000/07/20/2000003481/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

20 JULI 2000. - Koninklijk besluit betreffende de invoering van de euro voor de aangelegenheden die ressorteren onder het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de verordeningen (EG) nr. 1103/97 van de Raad van 17 juni 1997 over enkele bepalingen betreffende de invoering van de euro en nr. 974/98 van de Raad van 3 mei 1998 over de invoering van de euro;

Gelet op de wet van 25 maart 1964 op de geneesmiddelen laatst gewijzigd bij de wet van 20 oktober 1998;

Gelet op het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, laatst gewijzigd bij de wet van 25 januari 1999;

Gelet op het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van geneeskunst, de verpleegkunde, de paramedische beroepen en de geneeskundige commissies, laatst gewijzigd bij de wet van 25 januari 1999;

Gelet op de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, laatst gewijzigd bij de wet van 25 januari 1999;

Gelet op de wet van 27 juni 1969 betreffende het toekennen van de tegemoetkomingen aan minder-validen, laatst gewijzigd bij de wet van 30 december 1992;

Gelet op de arbeidsongevallen wet van 10 april 1971, laatst gewijzigd bij de wet van 3 mei 1999;

Gelet op de wet van 7 augustus 1974 tot instelling van het recht op een bestaansminimum, laatst gewijzigd bij de wet van 24 december 1999;

Gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, laatst gewijzigd bij de wet van 24 december 1999;

Gelet op de wet van 21 juni 1983 betreffende gemedicineerde diervoeders;

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994, laatst gewijzigd bij de wet van 28 december 1999;

Gelet op de wet van 22 februari 1998 houdende sociale bepalingen inzonderheid op artikel 224;

Gelet op het koninklijk besluit van 16 april 1965 betreffende het financieel evenwicht van het stelsel der jaarlijkse vakantie;

Gelet op het koninklijk besluit van 21 december 1967 tot vaststelling van het algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 1 maart 2000;

Gelet op het koninklijk besluit van 10 januari 1969 tot vaststelling van de administratieve sancties die toepasselijk zijn op de rechthebbenden van de regeling voor verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 21 november 1994;

Gelet op het koninklijk besluit van 3 juli 1969 betreffende de registratie van geneesmiddelen, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 16 november 1999;

Gelet op het koninklijk besluit van 17 november 1969 houdende algemeen reglement betreffende het toekennen van tegemoetkomingen aan minder-validen, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 17 maart 1999;

Gelet op het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 14 december 1999;

Gelet op het koninklijk besluit van 1 december 1969 tot vaststelling van de dagelijkse forfaitaire en fictieve bezoldiging met betrekking tot het jaar 1968 in aanmerking te nemen voor de berekening van het rustpensioen van de grens- en seizoenwerknemers en van het overlevingspensioen van hun weduwe;

Gelet op het koninklijk besluit van 21 december 1971 houdende uitvoering van sommige bepalingen van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, laatst gewijzigd bij koninklijk besluit van 10 december 1987;

Gelet op het koninklijk besluit van 21 december 1971 betreffende de bijslagen en de sociale bijstand verleend door het het Fonds voor arbeidsongevallen, laatst gewijzigd bij koninklijk besluit van 17 december 1992;

Gelet op het koninklijk besluit van 28 december 1971 tot vaststelling van het model en de termijn van aangifte van een arbeidsongeval, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 22 maart 1999;

Gelet op het koninklijk besluit van 25 september 1974 betreffende de opening, de overbrenging en de fusie van voor het publiek opengestelde apotheken, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 8 december 1999;

Gelet op het koninklijk besluit van 30 oktober 1974 houdende het algemeen reglement betreffende het bestaansminimum, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 17 december 1999;

Gelet op het koninklijk besluit van 24 december 1974 betreffende de gewone en bijzondere tegemoetkomingen aan de minder-validen, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 november 1990;

Gelet op het koninklijk besluit van 30 maart 1976 tot oplegging van een bijdrage bestemd om de controle op de geneesmiddelen en de opdrachten voortvloeiend uit de toepassing van de wet van 25 maart 1964 op de geneesmiddelen te financieren, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 27 november 1992;

Gelet op het koninklijk besluit van 1 december 1977 tot vaststelling van de procedure voor inschrijving op de lijsten van toevoegsels en van contaminanten alsmede voor wijzigingen van diezelfde lijsten, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 februari 1987;

Gelet op het koninklijk besluit van 30 januari 1979 tot vaststelling van de procedure voor inschrijving op de lijsten van toegelaten stoffen in de voorwerpen en stoffen bestemd om met voedingsmiddelen in contact te komen alsmede voor wijzigingen van diezelfde lijsten, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 februari 1987;

Gelet op het koninklijk besluit van 6 maart 1980 betreffende de uitvoer van voedingsmiddelen en andere producten, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 7 december 1992;

Gelet op het koninklijk besluit van 2 september 1980 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder de verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering tegemoetkomt in de kosten van de farmaceutische specialiteiten en daarmee gelijkgestelde producten, laatst gewijzigd bij koninklijk besluit van 1 maart 2000;

Gelet op het koninklijk besluit van 24 april 1985 tot oplegging van taksen en vergoedingen om de opdrachten voortvloeiend uit de toepassing van de wet van 21 juni 1983 betreffende gemedicineerde diervoeders te financieren;

Gelet op het koninklijk besluit van 6 juli 1987 betreffende de inkomensvervangende tegemoetkoming en de integratietegemoetkoming, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 17 maart 1999;

Gelet op het koninklijk besluit van 10 december 1987 betreffende de bijslagen verleend in het kader van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 27 mei 1999;

Gelet op het koninklijk besluit van 24 december 1987 tot uitvoering van artikel 42, tweede lid, van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, betreffende de uitbetaling van de jaarlijkse vergoedingen, van de renten en van de bijslagen, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 15 juni 1998;

Gelet op het koninklijk besluit van 14 augustus 1989 tot uitvoering van artikel 68bis, § 4, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 maart 1998;

Gelet op het koninklijk besluit van 5 maart 1990 betreffende de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 17 maart 1999;

Gelet op het koninklijk besluit van 18 juni 1990 tot vaststelling van de veiligheidswaarborgen die de elektrische apparaten die worden gebruikt bij de uitoefening van de menselijke geneeskunde en de diergeneeskunde, moeten bieden;

Gelet op het koninklijk besluit van 18 februari 1991 betreffende voedingsmiddelen bestemd voor bijzondere voeding;

Gelet op het koninklijk besluit van 3 maart 1992 betreffende het in de handel brengen van nutriënten en van voedingsmiddelen waaraan nutriënten werden toegevoegd, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 mei 1998;

Gelet op het koninklijk besluit van 20 juli 1993 tot vaststelling van het bedrag van de bijdragen bedoeld in artikel 13bis van de wet van 25 maart 1964 op de geneesmiddelen.

Gelet op het koninklijk besluit van 7 april 1995 betreffende de voorlichting en de reclame inzake geneesmiddelen voor menselijk gebruik;

Gelet op het koninklijk besluit van 23 juni 1995 betreffende gevaarlijke stoffen en preparaten en bestrijdingsmiddelen voor niet-landbouwkundig gebruik, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 19 december 1997;

Gelet op het koninklijk besluit van 4 december 1995 tot onderwerping aan vergunning van de plaatsen waar voedingsmiddelen gefabriceerd of in de handel gebracht worden of met het oog op de uitvoer behandeld worden, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 4 augustus 1996;

Gelet op het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 14 februari 2000;

Gelet op het koninklijk besluit van 11 oktober 1997 betreffende nieuwe voedingsmiddelen en nieuwe voedselingrediënten;

Gelet op het koninklijk besluit van 10 maart 1999 betreffende het niet vermelden van één of meer ingrediënten in de ingrediëntenlijst voorzien in de etikettering van cosmetica;

Gelet op het koninklijk besluit van 18 juni 1999 houdende vaststelling van de retributies voor de financiering van de opdrachten van de administratie met betrekking tot de verdovende middelen en de psychotrope stoffen;

Gelet op het koninklijk besluit van 1 maart 2000 houdende vaststelling van de retributies voor de financiering van de administratie met betrekking tot de medische hulpmiddelen;

Gelet op het advies nr. 1303 van de Nationale Arbeidsraad, gegeven op 1 maart 2000;

Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor sociale zekerheid, gegeven op 24 maart 2000;

Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor pensioenen, gegeven op 27 maart 2000;

Gelet op het advies van het Beheerscomité van het Fonds voor arbeidsongevallen, gegeven op 20 maart 2000;

Gelet op het advies van het Comité van de Dienst voor Administratieve Controle, gegeven op 28 maart 2000;

Gelet op het advies van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging, gegeven op 3 april 2000;

Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Dienst voor uitkeringen, gegeven op 19 april 2000;

Gelet op het advies van he Beheerscomité van de Rijksdienst voor jaarlijkse vakantie van 17 mei 2000;

Gelet op het advies van de Nationale Hoge Raad voor gehandicapten, gegeven op 22 mei 2000;

Gelet op het advies van de Algemene Farmaceutische Bond, gegeven op 4 juli 2000;

Gelet op het advies van de Vereniging van Apotheken van België, gegeven op 6 juli 2000, Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 13 juni 2000;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 29 juni 2000;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling die door de volgende omstandigheden wordt gemotiveerd : « In tegenstelling tot wat de datum van de inwerkingtreding van de nieuwe bepalingen zou kunnen doen vermoeden (in regel 1 januari 2002, hetzij binnen 18 maanden), is de uitvaardiging en de publicatie van de teksten bijzonder dringend; het is van het hoogste belang dat deze teksten snel officieel worden meegedeeld en de limietdatum hiervoor dient te worden vastgesteld op 1 augustus 2000.

De dringende termijn van drie dagen moet mogelijk maken dat de koninklijke besluiten in de eerste helft van juli ondertekend worden.

De strikte eerbiediging van deze termijn heeft, wat betreft de koninklijke besluiten die in hoofde van de wetten betreffende de invoering van de euro worden genomen, het voordeel dat het Parlement in staat wordt gesteld om de controle uit te oefenen die in het kader van de toekenning van de machtsdelegatie werd overeengekomen.

Er moet ook voor ogen worden gehouden dat het belangrijk is dat de bepalingen op gegroepeerde wijze worden uitgevaardigd. Dit ter verzekering van een eenvormige behandeling die enerzijds een budgettaire en administratieve controle toelaat en anderzijds het Parlement in staat stelt de uitwerking van de bepalingen in goede voorwaarden op te volgen.

Wat de overheidsbesturen betreft laat de eerbiediging van de limietdatum van 1 augustus 2000 nog een termijn van 250 werkdagen.

Deze termijn is strikt noodzakelijk om de voorbereidende werkzaamheden op het gebied van de regelgeving tot een goed einde te brengen (er moeten nog een aantal ministeriële besluiten worden gewijzigd en vervolgens moeten ook tal van formulieren opnieuw worden gedrukt).

Hetzelfde geldt voor de informatica waar de eindtesten voorzien zijn voor juli 2001. Rekening gehouden met deze zeer strakke planning is elke vertraging nadelig voor het goede verloop van de werkzaamheden en de budgettaire kostprijs ervan. In geen geval kan overwogen worden deze testen uit te stellen zonder het risico te lopen alle controle over het goede verloop van de overschakeling door de overheidsbesturen te verliezen.

De voor de goedkeuring van de teksten voorziene limietdatum mag niet worden verschoven. Opdat alle door hen door te voeren aanpassingen in goede voorwaarden zouden gebeuren hebben de informaticadiensten geëist dat alle functionele beslissingen vóór 31 december 1999 zouden genomen worden. Deze diensten zijn reeds in grote mate overgegaan tot de decimalisering die wordt toegestaan door de wet betreffende de decimalisering en zijn dus met de functionele aanpassingen van hun programma's kunnen beginnen. Ze moeten echter nog op korte termijn kunnen beschikken over de bepalingen ter wijziging van wetten en besluiten om een veelheid van bedragen aan te passen. Het strakke tijdschema vereist bovendien dat deze aanpassingen gebeuren op basis van officiële en definitieve beslissingen.

Zo voorziet de planning van de administratie van Financiën dat de informaticadiensten ten laatste in augustus eerstkomend over de nieuwe bedragen moeten kunnen beschikken om de gewenste aanpassingen tegen 1 juni 2001 te kunnen realiseren. Deze fase berust zelf op een voorafgaande aaneenschakeling van andere onontbeerlijke fasen, onder meer op een precieze diagnose van de uit te voeren werkzaamheden en de te besteden middelen.

Anderzijds mag niet uit het oog worden verloren dat de voorziene bepalingen enkel aanpassingen van wetten en koninklijke besluiten inhouden. Dit betekent dus dat deze moeten worden gevolgd door een aanpassing van de ministeriële besluiten; dit zou vóór eind 2000 moeten gebeuren.

Na deze aanpassingen van de regelgeving zullen zoals vermeld in 2001 de aanpassingen van de formulieren en de informatiedocumenten volgen.

Ook de ondernemingen en hun professionele tussenpersonen (sociale secretariaten, boekhouders, administratiekantoren, fiscale dienstverleners enz.) dienen zonder verwijl te kunnen beschikken over betrouwbare gegevens om met kennis van zaken hun programma's aan de euro aan te passen. Het is bijzonder wenselijk dat hun overgang in belangrijke mate per 1 januari 2001 gebeurt, zoniet zal de grote massa van ondernemingen haar eigen overgang uitstellen tot 1 januari 2002.

Dit zou zeer ongunstig zijn voor het beheer van de ondernemingen en daardoor ook voor de overgang van alle economische sectoren.

Naarmate de vervaldag steeds dichter bij komt (op 1 juli 2000 nog 125 werkdagen) riskeren de ondernemingen die niet over de nodige informatie beschikken bij gebrek aan voldoende manoeuvreerruimte hun beslissing om op de euro over te stappen uit te stellen.

Elke vertraging bij de ondertekening van deze besluiten heeft dus voor de ondernemingen een negatieve weerslag en verder uitstel van de publicatie van de besluiten kan vele projecten in gevaar brengen. »;

Gelet op het advies nr. 30.398/3 van de Raad van State, gegeven op 10 juli 2000, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Vice-Eerst Minister en Minister, Maatschappelijke integratie, Onze Minister van Volksgezondheid en Leefmilieu, Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, Onze Minister van Landsverdediging en Onze Staatssecretaris voor Energie en Duurzame ontwikkeling, toegevoegd aan de Minister van Mobiliteit en Vervoer, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : TITEL I. - Sociale Zekerheid voor werknemers HOOFDSTUK I. - Onderwerping Afdeling 1. - Aanpassing van het koninklijk besluit van 28 november

1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders

Artikel 1.In de bepaling van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders die hieronder wordt aangeduid, wordt de in frank uitgedrukte bedrag dat in de tweede kolom van de volgende tabel wordt vermeld, vervangen door het in euro uitgedrukte bedrag van de derde kolom van dezelfde tabel.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 38.In de laatste zin van § 3 van artikel 2 van het koninklijk besluit van 23 juni 1995 betreffende gevaarlijke stoffen en preparaten en bestrijdingsmiddelen voor niet-landbouwkundig gebruik, wordt de vermelding « per honderd frank naar boven afgerond » vervangen door « afgerond tot de hogere euro ».

TITEL IV. - Slotbepalingen

Art. 39.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2002.

Art. 40.De artikelen 9 en 10 van dit besluit treden in werking op 1 januari 2003.

Art. 41.Onze Minister van Maatschappelijke Integratie, Onze Minister van Volksgezondheid en Leefmilieu, Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, Onze Minister van Landsverdediging en Onze Staatssecretaris voor Energie en Duurzame ontwikkeling, toegevoegd aan de Minister van Mobiliteit en Vervoer, zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 20 juli 2000.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-eerste Minister en Minister van Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie, J. VANDE LANOTTE De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, Mevr. M. AELVOET De Minister van Binnelandse Zaken, A. DUQUESNE De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, F. VANDENBROUCKE De Minister van Landsverdediging, A. FLAHAUT De Staatssecretaris voor Energie en Duurzame ontwikkeling, toegevoegd aan de Minister van Mobiliteit en vervoer, G. DELEUZE

Bijlagen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^