Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 11 december 2001
gepubliceerd op 22 december 2001

Koninklijk besluit tot uniformisering van de spilindexen in de aangelegenheden bedoeld in artikel 78 van de Grondwet die ressorteren onder het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
2001003603
pub.
22/12/2001
prom.
11/12/2001
ELI
eli/besluit/2001/12/11/2001003603/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

11 DECEMBER 2001. - Koninklijk besluit tot uniformisering van de spilindexen in de aangelegenheden bedoeld in artikel 78 van de Grondwet die ressorteren onder het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het ontwerp van koninklijk besluit dat U wordt voorgelegd, volgt het koninklijk besluit van 20 juli 2000 betreffende de uniformisering van de spilindexen in de sociale materies ter gelegenheid van de invoering van de euro, uit.

Het Verslag aan de Koning dat bij het koninklijk besluit van 20 juli 2000 werd gevoegd, specificeerde het doel van dat besluit, met name het komen tot een uniformisering van de basisindexcijfers die worden gebruikt om de sociale uitkeringen te koppelen aan de evolutie van het indexcijfer der consumptieprijzen in de gehele sociale sector, met ingang van 1 januari 2002. Het ontwerp dat U wordt voorgelegd, beoogt deze doelstelling te realiseren.

Het ontwerp van koninklijk besluit dat U wordt voorgelegd, voorziet in de aanpassing van volgende wetteksten : - de samengeordende wetten van 19 december 1939 betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders; - de besluitwet van 7 februari 1945 betreffende de maatschappelijke veiligheid van de zeelieden ter koopvaardigheid; - het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers; - de wet van 1 april 1969 tot instelling van een gewaarborgd inkomen voor bejaarden; - de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 november 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders; - de wet van 27 juni 1969 betreffende het toekennen van tegemoetkomingen aan de minder-validen; - de wet van 7 augustus 1974 tot instelling van het recht op een bestaansminimum; - de wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; - de wet van 8 augustus 1980 betreffende de budgettaire voorstellen 1979-1980; - het koninklijk besluit nr. 33 van 30 maart 1982 betreffende een inhouding op invaliditeitsuitkeringen en brugpensioenen; - de wet van 21 december 1994 houdende sociale en diverse bepalingen; - de wet van 22 maart 2001 tot instelling van een inkomensgarantie voor ouderen.

Wij hebben de eer te zijn, Sire, van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaren.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie, J. VANDE LANOTTE De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, F. VANDENBROUCKE ADVIES 32.592/2 VAN DE AFDELING WETGEVING VAN DE RAAD VAN STATE De Raad van State, afdeling wetgeving, tweede kamer, op 23 november 2001 door de Minister van Financiën verzocht hem, binnen een termijn van ten hoogste drie dagen, van advies te dienen over een ontwerp van koninklijk besluit « tot uniformisering van de spilindexen in de aangelegenheden bedoeld in artikel 78 van de Grondwet die ressorteren onder het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu », heeft op 27 november 2001 het volgende advies gegeven : Overeenkomstig artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, dat bij de wet van 4 augustus 1996 is ingevoegd, moet het verzoek om spoedbehandeling in de adviesaanvraag met bijzondere redenen omkleed worden.

In het onderhavige geval luidt die motivering aldus : « Met de koninklijke besluiten van 20 juli 2000 en 13 juli 2001 zijn de meeste bedragen in de Belgische reglementering omgezet van Belgische frank naar de euro. De strikte timing die toen is gehanteerd heeft het mogelijk gemaakt dat de overheidsbesturen nu reeds heel wat maatregelen en schikkingen hebben genomen om een vlotte overgang naar het definitieve eurotijdperk per 1 januari 2002 te verzekeren.

Het zeer omvangrijke werk van de omzetting naar de euro kon met de bovenvermelde reeksen besluiten niet volledig worden uitgevoerd. Voor een aantal bedragen waren er nog wettelijk vereiste adviezen of akkoordverklaringen noodzakelijk. In een aantal gevallen is de wetgeving nog aangepast zonder rekening te houden met de overgang naar de euro.

De reeks eurobesluiten die nu wordt voorgelegd heeft als doel de eerste en tweede reeks te vervolledigen. Ook nu weer worden, voor de bevattelijkheid, de bepalingen op een gegroepeerde wijze uitgevaardigd. Dit gebeurt ter verzekering van een eenvormige behandeling die enerzijds een budgettaire en administratieve controle toelaat en anderzijds het Parlement in staat stelt de uitwerking van de bepalingen in goede voorwaarden op te volgen.

Het is nodig om de voorgestelde aanpassingen zo snel mogelijk door te voeren. De opdracht aan de Koning om de wetten aan te passen aan de euro, verstrijkt op 31 december 2001. Bovendien treden de omzettingen vanaf 1 januari 2002 in werking. Het is dus noodzakelijk dat de geadministreerden voor die datum zekerheid krijgen over de omzetting van bedragen en regels waarover er nog twijfel bestaat. » Gelet op het grote aantal adviesaanvragen die gelijktijdig zijn ingediend met het oog op een advies binnen drie dagen, beperkt de Raad van State, afdeling wetgeving, zich overeenkomstig artikel 84, tweede lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, tot het onderzoek van de rechtsgrond, van de bevoegdheid van de steller van de handeling, alsmede van de vraag of aan de voorgeschreven vormvereisten is voldaan.

Zo is inzonderheid niet systematisch nagegaan of de vermelde cijfers rekenkundig juist zijn, en evenmin of de toegepaste methodes relevant zijn.

Wat de elementen betreft opgesomd in artikel 84, tweede lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, zijn er bij het ontwerp geen opmerkingen te maken.

De kamer was samengesteld uit : de heren : Y. Kreins, kamervoorzitter;

P. Liénardy, J. Jaumotte, staatsraden;

Mevr. B. Vigneron, griffier.

Het verslag werd uitgebracht door de heer J. Regnier, eerste auditeur-afdelingshoofd. De nota van het Coördinatiebureau werd opgesteld en toegelicht door de heer P. Brouwers, referendaris.

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst werd nagezien onder toezicht van de heer P. Liénardy.

De griffier, De voorzitter, B. Vigneron. Y. Kreins.

11 DECEMBER 2001. - Koninklijk besluit tot uniformisering van de spilindexen in de aangelegenheden bedoeld in artikel 78 van de Grondwet die ressorteren onder het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de verordeningen (EG) nr. 1103/97 van de Raad van 17 juni 1997 over enkele bepalingen betreffende de invoering van de euro en nr. 974/98 van de Raad van 3 mei 1998 over de invoering van de euro;

Gelet op de wet van 26 juni 2000 betreffende de invoering van de euro in de wetgeving die betrekking heeft op aangelegenheden als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet;

Gelet op de samengeordende wetten van 19 december 1939 betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders, laatst gewijzigd door de wet van 19 juli 2001;

Gelet op de besluitwet van 7 februari 1945 betreffende de maatschappelijke veiligheid van de zeelieden ter koopvaardij, laatst gewijzigd bij de wet van 12 augustus 2000;

Gelet op het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, laatst gewijzigd door de artikelen 19 en 20 van de wet van 12 augustus 2000 houdende sociale, budgettaire en andere bepalingen;

Gelet op de wet van 1 april 1969 tot instelling van een gewaarborgd inkomen voor bejaarden, laatst gewijzigd door het koninklijk besluit van 14 mei 2000 houdende verhoging van het gewaarborgd inkomen voor bejaarden;

Gelet op de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 juli 2000;

Gelet op de wet van 27 juni 1969 betreffende het toekennen van tegemoetkomingen aan de minder-validen, laatst gewijzigd bij de wet van 30 december 1992;

Gelet op de wet van 2 augustus 1971 houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld, inzonderheid artikelen 1, 5 en 7, laatst gewijzigd bij de programmawet van 2 januari 2001;

Gelet op de wet van 7 augustus 1974 tot instelling van het recht op een bestaansminimum, laatst gewijzigd bij de wet van 12 augustus 2000;

Gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, laatst gewijzigd bij de wet van 2 januari 2001;

Gelet op de wet van 8 augustus 1980 betreffende de budgettaire voorstellen 1979-1980, laatst gewijzigd bij de wet van 15 mei 1984 houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen;

Gelet op het koninklijk besluit nr. 33 van 30 maart 1982 betreffende een inhouding op invaliditeitsuitkeringen en brugpensioenen, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 19 maart 1999;

Gelet op de wet van 21 december 1994 houdende sociale en diverse bepalingen;

Gelet op de wet van 22 maart 2001 tot instelling van een inkomensgarantie voor ouderen;

Gelet op het koninklijk besluit van 20 juli 2000 betreffende de uniformisering van de spilindexen in de sociale materies ter gelegenheid van de invoering van de euro;

Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid van 24 november 2000;

Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers van 19 december 2000;

Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Hulp- en Voorzorgkas voor Zeevarenden van 16 februari 2001;

Gelet op het advies van de Nationale Hoge Raad voor gehandicapten van 11 mei 2001;

Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor pensioenen van 7 juni 2001;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 4 september 2001;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 8 november 2001;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling gemotiveerd als volgt : Met de koninklijke besluiten van 20 juli 2000 en 13 juli 2001 zijn de meeste bedragen in de Belgische reglementering omgezet van Belgische frank naar euro. De strikte timing die toen is gehanteerd heeft het mogelijk gemaakt dat de overheidsbesturen nu reeds heel wat maatregelen en schikkingen hebben genomen om een vlotte overgang naar het definitieve eurotijdperk per 1 januari 2002 te verzekeren.

Het zeer omvangrijke werk van omzetting naar euro kon met de bovenvermelde reeksen besluiten niet volledig worden uitgevoerd. Voor een aantal bedragen waren er nog wettelijk vereiste adviezen of akkoordverklaringen noodzakelijk. In een aantal gevallen is de wetgeving nog aangepast zonder rekening te houden met de overgang naar de euro.

De reeks eurobesluiten die nu wordt voorgelegd heeft als doel de eerste en tweede reeks te vervolledigen. Ook nu weer worden, voor de bevattelijkheid, de bepalingen op een gegroepeerde wijze uitgevaardigd. Dit gebeurt ter verzekering van een eenvormige behandeling die enerzijds een budgettaire en administratieve controle toelaat en anderzijds het Parlement in staat stelt de uitwerking van de bepalingen in goede voorwaarden op te volgen.

Het is nodig om de voorgestelde aanpassingen zo snel mogelijk door te voeren. De opdracht aan de Koning om de wetten aan te passen aan de euro, verstrijkt op 31 december 2001. Bovendien treden de omzettingen vanaf 1 januari 2002 in werking. Het is dus noodzakelijk dat de geadministreerden voor die datum zekerheid krijgen over de juiste omzetting van bedragen en regels waarover er nu nog twijfel bestaat.

Gelet op het advies nr. 32.592/2 van de Raad van State gegeven op 27 november 2001, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Maatschappelijke Integratie, Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen en op advies van onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : TITEL I. - Sociale zekerheid voor werknemers HOOFDSTUK I. - Onderwerping Afdeling I. - Aanpassing van de besluitwet van 7 februari 1945

betreffende de maatschappelijke veiligheid van de zeelieden ter koopvaardij

Artikel 1.In artikel 12 van de besluitwet van 7 februari 1945 betreffende de maatschappelijke veiligheid van de zeelieden ter koopvaardij, wordt het in frank uitgedrukte bedrag dat in de tweede kolom van de volgende tabel wordt vermeld, vervangen door het in euro uitgedrukte bedrag van de derde kolom van dezelfde tabel.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Afdeling II. - Aanpassing van de wet van 27 juni 1969 tot herziening

van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders

Art. 2.Artikel 16 van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, wordt vervangen door de volgende bepaling : « De grenzen zijn gekoppeld aan de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen. Zij zijn gekoppeld aan de spilindexcijfer 103,14 (basis 1996 = 100).

Zij zijn afhankelijk van spilindexen behorend tot een reeks waarvan de eerste 103,14 is en elk van de volgende bekomen wordt door de voorgaande te vermenigvuldigen met 1,02. Voor de berekening van elke spilindex worden de delen van honderdsten van een punt afgerond op het naasthogere honderdste of verwaarloosd, naargelang zij al dan niet 50 pct. van een honderdste bereiken.

Iedere maal dat het gemiddelde van de indexcijfers der consumptieprijzen van twee opeenvolgende maanden een der spilindexen bereikt of erop teruggebracht wordt, worden de grenzen, gekoppeld aan de spilindex 103,14 opnieuw berekend door de coëfficiënt 1,02n, erop toe te passen waarin n de rang van de bereikte spilindex vertegenwoordigt. Te dien einde wordt iedere spilindex aangeduid met een volgnummer dat zijn rang opgeeft, het nr. 1 duidt de spilindex aan die volgt op de spilindex 103,14. Voor het berekenen van de coëfficiënt 1,02n, worden de breuken van een tienduizendste van een eenheid afgerond tot het hogere tienduizendste of weggelaten, naargelang zij al dan niet 50 pct. van een tienduizendste bereiken.

De verhoging of de vermindering wordt toegepast met ingang van het kalenderkwartaal dat volgt op het einde van de periode tijdens welke het gemiddeld indexcijfer, gedurende twee opeenvolgende maanden, het cijfer dat een wijziging rechtvaardigt, bereikt.

Wanneer de grenzen, een of verscheidene malen verhoogd of verminderd, niet meer deelbaar zijn door 25, worden zij afgerond volgens de modaliteiten die door de Koning bepaald worden. » HOOFDSTUK II. - Pensioenen Afdeling I. - Aanpassing van het koninklijk besluit nr. 50 van 24

oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers

Art. 3.In artikel 7 van het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het in frank uitgedrukte bedrag dat in de tweede kolom van de volgende tabel wordt vermeld, wordt vervangen door het in euro uitgedrukte bedrag die vermeld is in de derde kolom van dezelfde tabel; Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 2° de woorden « aan spilindex 114,20 » worden vervangen door de woorden « aan spilindexcijfer 103,14 (basis 1996 = 100) ».

Art. 4.In artikel 9bis, 1°, van hetzelfde besluit worden de in frank uitgedrukte bedragen die in de tweede kolom van de volgende tabel worden vermeld door de in euro uitgedrukte bedragen van de derde kolom van dezelfde tabel vervangen.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 5.Artikel 29bis, § 2, tweede lid, van hetzelfde besluit wordt vervangen door het volgende lid : « De lonen bedoeld in artikel 9bis, 1°, veranderen overeenkomstig de bepalingen van het vorig lid; die lonen en bedragen zijn gekoppeld aan spilindexcijfer 103,14 (basis 1996 = 100). » Afdeling II. - Aanpassing van de wet van 1 april 1969 tot instelling

van een gewaarborgd inkomen voor bejaarden

Art. 6.In artikel 2 van de wet van 1 april 1969 tot instelling van een gewaarborgd inkomen voor bejaarden, worden de in frank uitgedrukte bedragen die in de tweede kolom van de volgende tabel worden vermeld door de in euro uitgedrukte bedragen van de derde kolom van dezelfde tabel vervangen.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 7.In artikel 3, tweede lid, van dezelfde wet worden de woorden « aan het indexcijfer 114,20 » vervangen door de woorden « aan spilindexcijfer 103,14 (basis 1996 = 100) ». Afdeling III. - Aanpassing van de wet van 8 augustus 1980 betreffende

de budgettaire voorstellen 1979-1980

Art. 8.In artikel 152 van de wet van 8 augustus 1980 betreffende de budgettaire voorstellen 1979-1980, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de in frank uitgedrukte bedragen die in de tweede kolom van de volgende tabel worden vermeld worden door de in euro uitgedrukte bedragen van de derde kolom van dezelfde tabel vervangen; Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 2° de woorden « aan de spilindexcijfer 132,13 » worden vervangen door de woorden « aan spilindexcijfer 103,14 (basis 1996 = 100) ».

Art. 9.In artikel 153 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het in frank uitgedrukte bedrag dat in de tweede kolom van de volgende tabel wordt vermeld wordt door het in euro uitgedrukte bedrag van de derde kolom van dezelfde tabel vervangen; Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 2° de woorden « aan spilindex 132,13 » worden vervangen door de woorden « aan spilindexcijfer 103,14 (basis1996 = 100) ». Afdeling IV. - Aanpassing van het koninklijk besluit nr. 33 van 30

maart 1982 betreffende een inhouding op invaliditeitsuitkeringen en brugpensioenen

Art. 10.In artikel 1 van het koninklijk besluit nr. 33 van 30 maart 1982 betreffende een inhouding op invaliditeitsuitkeringen en brugpensioenen, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de in frank uitgedrukte bedragen die in de tweede kolom van de volgende tabel worden vermeld, worden vervangen door de in euro uitgedrukte bedragen van de derde kolom van dezelfde tabel; Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 2° de woorden « aan de spilindex 132,13 » worden vervangen door de woorden « aan spilindexcijfer 103,14 (basis 1996 = 100) ». Afdeling V. - Aanpassing van de wet van 21 december 1994 houdende

sociale en diverse bepalingen

Art. 11.In artikel 67 van de wet van 21 december 1994 houdende sociale en diverse bepalingen, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de in frank uitgedrukte bedragen die in de tweede kolom van de volgende tabel worden vermeld worden door de in euro uitgedrukte bedragen van de derde kolom van dezelfde tabel vervangen; Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 2° de woorden « aan de spilindex 132,13 » worden vervangen door de woorden « aan spilindexcijfer 103,14 (basis 1996 = 100) ». Afdeling VI. - Aanpassing van de wet van 22 maart 2001 tot instelling

van een inkomensgarantie voor ouderen

Art. 12.In artikel 6 van de wet van 22 maart 2001 tot instelling van een inkomensgarantie voor ouderen, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, eerste lid, worden de woorden « 181.530 frank (4.500 euro) » vervangen door de woorden « 4.500 euro »; 2° in § 4, worden de woorden « aan index 421,93 (basis 1966) » vervangen door de woorden « aan spilindexcijfer 103,14 (basis 1996 = 100) ». HOOFDSTUK III. - Gezinsbijslag Enige afdeling. - Aanpassing van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders

Art. 13.In artikel 40 van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders,worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de in frank uitgedrukte bedragen die in de tweede kolom van de volgende tabel worden vermeld, worden vervangen door de in euro uitgedrukte bedragen van de derde kolom van dezelfde tabel; Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 2° het volgende lid wordt toegevoegd : « Voor de toepassing van artikel 51, § 3, 7°, van deze wetten, bedraagt de maandelijkse kinderbijslag : 1° 72,61 EUR voor het eerste kind;2° 134,36 EUR voor het tweede kind;3° 189,02 EUR voor het derde kind en voor elk volgend kind.».

Art. 14.In de volgende bepalingen van dezelfde wetten worden de in frank uitgedrukte bedragen die in de tweede kolom van de volgende tabel worden vermeld, vervangen door de in euro uitgedrukte bedragen van de derde kolom van dezelfde tabel.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 15.In artikel 76bis van dezelfde wetten worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, tweede lid worden de woorden « aan de spilindex 127 » vervangen door de woorden « aan de spilindexcijfer 103,14 (basis 1996 = 100) »;2° § 1 wordt aangevuld met het volgende lid : « Het nieuwe bedrag wordt bekomen door het basisbedrag te vermenigvuldigen met een multiplicator gelijk aan 1,0200n, waarbij n overeenstemt met de rang van de bereikte spilindex, zonder dat een intermediaire afronding geschiedt.De spilindex volgend op deze vermeld in het tweede lid wordt als rang 1 beschouwd. De multiplicator wordt uitgedrukt in eenheden, gevolgd door 4 cijfers. Het vijfde cijfer na de komma wordt weggelaten en leidt tot een verhoging met één eenheid van het vorige cijfer indien het minstens 5 bereikt »; 3° § 3 wordt door de volgende bepaling vervangen : « § 3.Indien ingevolge de toepassing van §§1 of 2, de bedragen van de kinderbijslag, het kraamgeld en de adoptiepremie eindigen op een gedeelte van een cent, wordt het centgedeelte tot de hogere of de lagere cent afgerond naargelang het gedeelte al dan niet 0,5 bereikt ».

Art. 16.In de bepalingen van dezelfde wetten die volgen worden de in frank uitgedrukte bedragen die in de tweede kolom van de volgende tabel worden vermeld, vervangen door de in euro uitgedrukte bedragen van de derde kolom van dezelfde tabel.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 17.In artikel 79 van dezelfde wetten zoals het van toepassing is op de betrokken werkgevers die hoofdelijke bijdragen verschuldigd zijn ten opzichte van de werknemers die vóór 1 januari 1999 in dienst zijn getreden, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid, worden de woorden « aan de spilindex 127 » vervangen door de woorden « aan de spilindexcijfer 103,14 (basis 1996 = 100) »;2° het tweede lid wordt vervangen als volgt : « Indien ingevolge de toepassing van het eerste lid de bedragen van de bijdragen eindigen op een gedeelte van een cent, wordt het centgedeelte tot de hogere of lagere cent afgerond naargelang het gedeelte al dan niet 0,5 bereikt ».

Art. 18.In artikel 100 van dezelfde wetten, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden « zonder rekening te houden met de frankgedeelten van minder dan vijftig centiemen.De frankgedeelten van vijftig centiemen of meer worden voor één frank gerekend. » vervangen als volgt : « zonder rekening te houden met de gedeelten van een cent, indien het gedeelte 0,5 niet bereikt. De gedeelten van een cent die 0,5 of meer bereiken worden voor een cent gerekend. »; 2° in het tweede lid wordt het woord « frank » vervangen door het woord « cent ». TITEL II. - Maatschappelijke Integratie HOOFDSTUK I. - Tegemoetkomingen aan personen met een handicap Enige afdeling. - Aanpassing van de wet van 27 juni 1969 betreffende het toekennen van tegemoetkomingen aan de minder-validen

Art. 19.In artikel 11 van de wet van 27 juni 1969 betreffende het toekennen van tegemoetkomingen aan de minder-validen, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het in frank uitgedrukte bedrag dat in de tweede kolom van de volgende tabel wordt vermeld, wordt vervangen door het in euro uitgedrukte bedrag van de derde kolom van dezelfde tabel; Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 2° in het tweede lid worden de woorden « gekoppeld aan spilindex 114,20 » vervangen door de woorden « gekoppeld aan spilindex 103,14 ( basis 1996 = 100) ». HOOFDSTUK II. - Maatschappelijk welzijn Afdeling 1. - Aanpassing van de wet van 7 augustus 1974 tot instelling

van het recht op een bestaansminimum

Art. 20.In artikel 2 van de wet van 7 augustus 1974 tot instelling van het recht op een bestaansminimum, worden de in frank uitgedrukte bedragen die in de tweede kolom van de volgende tabel worden vermeld, vervangen door de in euro uitgedrukte bedragen van de derde kolom van dezelfde tabel.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 21.In artikel 3, eerste lid, van dezelfde wet worden de woorden « het indexcijfer 119,43 » vervangen door de woorden « de spilindexcijfer 103,14 (basis 1996 = 100) ». Afdeling II. - Aanpassing van de organieke wet van 8 juli 1976

betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn

Art. 22.In artikel 68bis van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het in frank uitgedrukte bedrag dat in de tweede kolom van de volgende tabel wordt vermeld, wordt vervangen door het in euro uitgedrukte bedrag van de derde kolom van dezelfde tabel; Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 2° § 2, tweede lid, wordt vervangen als volgt : « Dit bedrag is gekoppeld aan de spilindex 103,14 (basis 1996 = 100).Het schommelt overeenkomstig de bepalingen van de wet van 2 augustus 1971 houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld. ».

TITEL III. - Slotbepalingen

Art. 23.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2002.

Art. 24.Onze Minister van Maatschappelijke Integratie en Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 11 december 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting, Matschappelijke Integratie en Sociale Economie, J. VANDE LANOTTE De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, F. VANDENBROUCKE

^