Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 14 april 2009
gepubliceerd op 20 april 2009

Koninklijk besluit tot regeling van sommige kiesverrichtingen voor de gelijktijdige verkiezingen van het Europees Parlement en de Gewest- en Gemeenschapsparlementen op 7 juni 2009

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2009000265
pub.
20/04/2009
prom.
14/04/2009
ELI
eli/besluit/2009/04/14/2009000265/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

14 APRIL 2009. - Koninklijk besluit tot regeling van sommige kiesverrichtingen voor de gelijktijdige verkiezingen van het Europees Parlement en de Gewest- en Gemeenschapsparlementen op 7 juni 2009


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het besluit van het Parlement van de Europese Gemeenschappen van 20 september 1976 en op de bijgevoegde bepalingen, goedgekeurd bij de wet van 28 maart 1978, inzonderheid op de Akte betreffende de verkiezing van de vertegenwoordigers in de vergadering door middel van rechtstreekse algemene verkiezingen, zoals zij het laatst gewijzigd is bij het besluit van 25 juni en 23 september 2002;

Gelet op het Kieswetboek, laatst gewijzigd bij de wet van 14 april 2009;

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op afdeling 1bis van hoofdstuk II, getiteld « Verkiezingen », die het voorwerp uitmaakt van de artikelen 25 tot 30bis, gewijzigd bij de bijzondere wetten van 16 juli 1993, 5 april 1995, 13 juli 2001, 22 januari 2002, 2 maart 2004 en 27 maart 2006;

Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, inzonderheid op afdeling 2 van hoofdstuk II, getiteld « Verkiezingen », die het voorwerp uitmaakt van de artikelen 13 tot 21bis, gewijzigd bij de bijzondere wetten van 16 juli 1993, 5 april 1995, 13 juli 2001, 22 januari 2002, 2 maart 2004 en 27 maart 2006 en bij de wet van 9 mei 1989;

Gelet op de wet van 12 januari 1989 tot regeling van de wijze waarop het Brussels Hoofdstedelijk Parlement en de Brusselse leden van het Vlaams Parlement verkozen worden, inzonderheid op de titel III, getiteld « Bijzondere bepalingen houdende de organisatie van de gelijktijdige verkiezingen van het Parlement en van het Europees Parlement », die het voorwerp uitmaakt van de nieuwe artikelen 22 tot 28, gewijzigd bij de wetten van 23 mei 1989, 16 juni 1993, 22 januari 2002, 2 maart 2004, 27 maart 2006 en 14 april 2009;

Gelet op de gewone wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur, inzonderheid op het hoofdstuk III van Boek I, getiteld « Bijzondere bepalingen houdende de organisatie van de gelijktijdige verkiezingen van het Vlaams Parlement, het Waals Parlement en het Europees Parlement », dat het voorwerp uitmaakt van de artikelen 28 tot 34, gewijzigd bij de wetten van 22 januari 2002, 19 februari 2003, 2 mars 2004, 27 maart 2006 en 14 april 2009;

Gelet op de wet van 23 maart 1989 betreffende de verkiezing van het Europees Parlement, laatst gewijzigd bij de wet van 14 april 2009;

Gelet op de wet van 6 juli 1990 tot regeling van de wijze waarop het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap wordt verkozen, inzonderheid op de titel VIII, getiteld « Bijzondere bepalingen houdende de organisatie van de gelijktijdige verkiezingen van het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap, het Waals Parlement en het Europees Parlement », die het voorwerp uitmaakt van de artikelen 51 tot 56, gewijzigd bij de wetten van 16 juli 1993, 27 maart 2006 en 14 april 2009;

Gelet op de wet van 11 april 1994 tot organisatie van de geautomatiseerde stemming, laatst gewijzigd bij de wet van 13 februari 2007;

Gelet op de wet van 19 mei 1994 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezing van het Europees Parlement, laatst gewijzigd bij de wet van 12 maart 2009;

Gelet op de wet van 19 mei 1994 tot regeling van de verkiezingscampagne en tot beperking en aangifte van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezingen van het Vlaams Parlement, het Waals parlement, het Brussels Hoofdstedelijk Parlement en het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap, alsmede tot vaststelling van de toetsingsnorm inzake officiële mededelingen van de overheid, laatst gewijzigd bij de wet van 12 maart 2009;

Gelet op het koninklijk besluit van 13 november 1991 tot bepaling van de regels van verzekering voorzien in artikel 130 van het Kieswetboek;

Gelet op het koninklijk besluit van 30 maart 1998 tot vervanging van het koninklijk besluit van 18 april 1994 houdende aanwijzing van de kieskantons voor het gebruik van een geautomatiseerd stemsysteem;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, eerste lid, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de hierboven vermelde wettelijke bepalingen de kiesverrichtingen bepalen in geval van gelijktijdige verkiezingen voor het Europees Parlement en de Gewest- en Gemeenschapsparlementen;

Overwegende dat de verkiezingen voor het Europees Parlement en de Gewest- en Gemeenschapsparlementen vastgelegd zijn op 7 juni 2009;

Overwegende dat, gelet op enerzijds de recente aanpassing van de kieswetgeving die van toepassing is bij deze verkiezingen, en anderzijds op de korte termijnen die bepaald zijn door de kieswetgeving voor het uitvoeren van de verschillende kiesverrichtingen, het aangewezen is om onverwijld de data te herhalen waarop zij uitgevoerd moeten worden, met het oog op de gelijktijdige verkiezingen die gehouden zullen worden op 7 juni 2009 voor het Europees Parlement en de Gewest- en Gemeenschapsparlementen;

Overwegende dat het bovendien nodig blijkt te zijn om zeer dringend bepaalde modaliteiten betreffende die verkiezingen vast te stellen;

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK 1. - Kandidaatstellingen en stembiljetten Afdeling 1. - Verkiezing van het Europese Parlement

Artikel 1.De kandidaten voor de verkiezing van het Europees Parlement moeten op vrijdag 10 april 2009, van 14 tot 16 uur, of op zaterdag 11 april 2009, van 9 tot 12 uur, voorgedragen worden.

De voordracht van de kandidaten moet worden ondertekend : -hetzij door ten minste vijf Belgische parlementsleden die in het federale Parlement tot de taalgroep behoren die overeenstemt met de taal vermeld in de taalverklaring van de kandidaten; - hetzij voor het Nederlandse kiescollege door ten minste vijfduizend kiezers die ingeschreven zijn in de kiezerslijst van een gemeente van de Vlaamse kieskring of van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde, hetzij voor het Franse kiescollege door ten minste vijfduizend kiezers die ingeschreven zijn in de kiezerslijst van een gemeente van de Waalse kieskring of van de kieskring Brussel- Halle-Vilvoorde, hetzij voor het Duitstalige kiescollege door ten minste tweehonderd kiezers die ingeschreven zijn in de kiezerslijst van een gemeente van het Duitstalige kiesgebied.

Art. 2.De voorzitter van elk van de drie collegehoofdbureaus voor de verkiezing van het Europees Parlement maakt, door middel van een uiterlijk op dinsdag 7 april 2009 afgekondigd bericht, de plaats bekend waar hij op vrijdag 10 april 2009, van 14 tot 16 uur, en op zaterdag 11 april 2009, van 9 tot 12 uur, de kandidaatstellingen zal ontvangen.

In het bericht dient herinnerd te worden aan de bepalingen van artikel 21, §§ 4, 5 en 6, artikel 21bis en artikel 22 van de wet van 23 maart 1989 betreffende de verkiezing van het Europees Parlement.

Er moet op gewezen worden dat zowel de kandidaat-titularissen als de kandidaat-opvolgers zich er in hun akte van bewilliging van hun kandidaatstellingen moeten toe verbinden de wettelijke bepalingen inzake de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven na te leven, hun verkiezingsuitgaven binnen vijfenveertig dagen na de datum van de verkiezingen aan te geven, binnen dezelfde termijn de herkomst van de geldmiddelen die zij gebruiken om die uitgaven te dekken aan te geven bij de voorzitter van het hoofdbureau van, naar gelang van het geval, het Nederlandse kiescollege, het Franse kiescollege of het Duitstalige kiescollege, en bovendien de identiteit te registreren van de natuurlijke personen die hun giften van 125 euro en meer gedaan hebben en die door hen gebruikt worden voor verkiezingspropaganda.

Art. 3.De voorzitter van het kantonhoofdbureau A voor de verkiezing van het Europees Parlement maakt, door middel van een uiterlijk op zaterdag 23 mei 2009 afgekondigd bericht, de plaats bekend waar hij op dinsdag 2 juni 2009, van 14 tot 16 uur, de aanwijzingen van de getuigen voor de stembureaus en voor de stemopnemingsbureaus A die belast zijn met het opnemen van de stembiljetten van de verkiezing van het Europees Parlement, in ontvangst zal nemen.

Art. 4.Het collegehoofdbureau sluit de kandidatenlijst voorlopig af op maandag 13 april 2009 om 16 uur.

De voorzitter van dat bureau ontvangt op dinsdag 14 april 2009, tussen 13 en 15 uur, de met redenen omklede bezwaarschriften tegen de aanvaarding van bepaalde kandidaturen en de bezwaarschriften tegen de verklaringen inzake taalaanhorigheid die kandidaten die door de kiezers voorgedragen zijn, gedaan hebben, en op donderdag 16 april 2009, tussen 14 en 16 uur, de memories en verbeterings- of aanvullingsakten.

Het collegehoofdbureau komt op donderdag 16 april 2009 om 16 uur bijeen, om de kandidatenlijsten definitief vast te stellen en het stembiljet op te maken.

Indien er echter beroep aangetekend wordt tegen een beslissing van het bureau die ofwel betrekking heeft op de verkiesbaarheid van een kandidaat, ofwel een kandidatuur verwerpt omwille van de niet-naleving van de bepalingen van artikel 116, § 6, van het Algemeen Kieswetboek, die van toepassing zijn op de verkiezing van het Europees Parlement krachtens artikel 7 van de wet van 19 mei 1994, betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven gedaan voor de verkiezing van het Europees Parlement, of artikel 121, vierde lid, van het Algemeen Kieswetboek, daarin ingevoegd voor deze verkiezing bij artikel 22, derde lid, 5°, littera b), van de wet betreffende de verkiezing van het Europees Parlement, wordt de definitieve beslissing van het bureau betreffende het opmaken van het stembiljet verdaagd tot maandag 27 april 2009 om 18 uur, het tijdstip waarop het collegehoofdbureau opnieuw bijeenkomt om kennis te nemen van de beslissingen van het Hof van Beroep of de Raad van State. Afdeling 2. - Verkiezing van het Vlaams Parlement, het Waals

Parlement, het Brussels Hoofdstedelijk Parlement, de Brusselse leden van het Vlaams Parlement en het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap

Art. 5.De kandidaatstellingen voor de verkiezing van het Vlaams Parlement, het Waals Parlement, het Brussels Hoofdstedelijk Parlement, de Brusselse leden van het Vlaams Parlement en het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap, moeten uiterlijk op zaterdag 9 mei 2009, van 13 tot 16 uur, of op zondag 10 mei 2009, van 13 tot 16 uur, voorgedragen worden.

De voordracht moet worden ondertekend : 1° voor het Vlaams Parlement en het Waals Parlement hetzij door ten minste vijfhonderd kiezers in de kieskringen Antwerpen, Oost-Vlaanderen, West-Vlaanderen en Vlaams-Brabant, ten minste vierhonderd kiezers in de kieskringen Charleroi, Luik, en Limburg, ten minste tweehonderd kiezers in de andere kieskringen, hetzij door ten minste twee aftredende leden van het betrokken Parlement;2° voor het Brussels Hoofdstedelijk Parlement en de Brusselse leden van het Vlaams Parlement, hetzij door ten minste vijfhonderd kiezers voor het Parlement die tot dezelfde taalgroep behoren als de voorgedragen kandidaten, hetzij door ten minste een aftredend Parlementslid dat tot dezelfde taalgroep als de voorgedragen kandidaten behoort;3° voor het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap, hetzij door ten minste honderd kiezers van de kieskring, hetzij door ten minste drie aftredende leden van het Parlement. De akte van voordracht wordt overhandigd aan de voorzitter van het hoofdbureau van de kieskring voor de verkiezing van het Vlaams Parlement, van het Waals Parlement of van het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap, of aan de voorzitter van het gewestbureau voor de verkiezing van het Brussels Hoofdstedelijk Parlement en van de Brusselse leden van het Vlaams Parlement overhandigd.

Art. 6.De voorzitter van het kieskringhoofdbureau of van het gewestbureau laat, door middel van een bericht dat uiterlijk op dinsdag 5 mei 2009 wordt bekendgemaakt, weten waar hij op zaterdag 9 mei 2009 en op zondag 10 mei 2009, van 13 tot 16 uur, de voordrachten van kandidaten in ontvangst zal nemen.

In het bericht moet worden herinnerd aan de bepalingen : 1° voor de verkiezing van het Vlaams Parlement en het Waals Parlement, van het artikel 14 van de gewone wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur, en van de artikelen 28 en 28bis van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen;2° voor de verkiezing van het Brussels Hoofdstedelijk Parlement en van de Brusselse leden van het Vlaams Parlement, van het artikel 11 van de wet van 12 januari 1989 tot regeling van de wijze waarop het Brussels Hoofdstedelijk Parlement en de Brusselse leden van het Vlaams Parlement verkozen worden, en van de artikelen 16bis en 17 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen;3° voor de verkiezing van het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap, van de artikelen 22, 22bis en 23 van de wet van 6 juli 1990 tot regeling van de wijze waarop het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap wordt verkozen. Er moet bovendien in het bericht op worden gewezen : 1° dat zowel de kandidaat-titularissen als, in voorkomend geval, de kandidaat-opvolgers zich er in de akte van bewilliging van hun kandidaatstellingen toe moeten verbinden de wettelijke bepalingen inzake beperking en controle van de verkiezingsuitgaven na te leven, hun verkiezingsuitgaven binnen vijfenveertig dagen na de datum van de verkiezingen aan te geven, binnen dezelfde termijn de herkomst van de geldmiddelen die zij gebruiken om die uitgaven te dekken, aan te geven, en bovendien de identiteit van de natuurlijke personen die hen giften van 125 euro en meer gedaan hebben die zij gebruikt hebben voor verkiezingspropaganda, te registreren;2° dat indien de kandidaten de toekenning aan hun lijst wensen te vragen van hetzelfde beschermde letterwoord of logo en hetzelfde volgnummer als die welke op nationaal niveau toegekend zijn aan een lijst die voorgedragen wordt voor de verkiezing van het Europees Parlement, zij dat in de akte van bewilliging van hun kandidaatstellingen te kennen moeten geven, en zij bij die akte het door deze bepaling voorziene attest moeten voegen;3° dat indien de kandidaten voor de verkiezing van het Waals Parlement een lijstenverbinding wensen aan te gaan voor de zetelverdeling en daartoe een verklaring van lijstenverbinding indienen, overeenkomstig artikel 28quater van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, op donderdag 21 mei 2009, van 14 tot 16 uur, bij de voorzitter van het kieskringhoofdbureau die zetelt in de hoofdplaats van de provincie, zij zich in de akte van bewilliging van hun kandidaatstelling de mogelijkheid hebben moeten voorbehouden om gebruik te maken van dit recht, dat hun wordt verleend door het voormelde artikel 28quater, en dat zij daar in de akte van voordracht uitdrukkelijk toe gemachtigd worden, overeenkomstig de bepalingen van artikel 24 van de gewone wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale Staatsstructuur. De voorzitter van het gewestbureau voor de verkiezing van het Brussels Hoofdstedelijk Parlement ontvangt de verklaringen van lijstverbinding voor deze verkiezing op donderdag 21 mei 2009 tussen 14 en 16 uur, op de vermelde plaats in het bericht, overeenkomstig artikel 16bis, § 2, van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen.

Art. 7.De voorzitter van het kantonhoofdbureau B maakt uiterlijk op dinsdag 5 mei 2009, een bericht bekend waarin de plaats wordt bepaald waar hij op dinsdag 2 juni 2009, van 14 tot 16 uur, de aanwijzingen van getuigen in ontvangst zal nemen voor de stemopnemingsbureaus B die ermee belast zijn de stembiljetten voor de verkiezing van het Vlaams Parlement en van het Waals Parlement op te nemen.

Art. 8.Het hoofdbureau van de kieskring voor de verkiezing van het Vlaams Parlement, het Waals Parlement of van het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap, alsmede het gewestbureau voor de verkiezing van het Brussels Hoofdstedelijk Parlement en van de Brusselse leden van het Vlaams Parlement overhandigd zullen op maandag 11 mei 2009, om 16 uur, de kandidatenlijst voorlopig vaststellen.

De voorzitter van het kieskringhoofdbureau of van het gewestbureau neemt op dinsdag 12 mei 2009, tussen 13 en 15 uur, de met redenen omklede bezwaarschriften tegen de aanvaarding van bepaalde kandidaturen evenals, wanneer het gaat om de verkiezing van het Brussels Hoofdstedelijk Parlement en van de Brusselse leden van het Vlaams Parlement, de bezwaarschriften ingediend door kandidaten tegen de taalaanhorigheid van een of meer kiezers die een andere kandidaat van dezelfde taalgroep voordragen als die waartoe de eisende kandidaat behoort, in ontvangst en op donderdag 14 mei 2009, van 14 tot 16 uur, de memories en verbeterings- of aanvullingsakten.

Het kieskringhoofdbureau en het gewestbureau zullen op donderdag 14 mei 2009 om 16 uur, bijeenkomen om de kandidatenlijst definitief vast te stellen en om het stembiljet op te maken.

Om over te gaan tot de nummering van de kandidatenlijsten op het stembiljet wordt aan de lijsten die gevraagd hebben om hetzelfde volgnummer te mogen gebruiken als dat welk op nationaal niveau toegekend is aan een lijst die voorgedragen wordt voor de verkiezing van het Europees Parlement dat nummer toegekend, na overlegging van het daartoe vereiste attest.

De voorzitter van het kieskringhoofdbureau of van het gewestbureau kent vervolgens bij loting, beginnende met de volledige lijsten, een volgnummer toe aan de lijsten die er op dat moment nog geen gekregen hebben, waarbij die loting gebeurt tussen de nummers die onmiddellijk volgen op het hoogste nummer dat voor alle colleges samen toegekend is voor de verkiezing van het Europees Parlement.

Indien, bij de definitieve vaststelling van de kandidatenlijsten, beroep wordt aangetekend tegen een beslissing van het bureau die ofwel betrekking heeft op de verkiesbaarheid van een kandidaat, ofwel een kandidatuur verwerpt omwille van de niet-naleving van de bepalingen van artikel 116, § 6, van het Kieswetboek, die van toepassing zijn op de verkiezing van de Gewest- en Gemeenschapsparlementen krachtens artikel 7 van de wet van 19 mei 1994 tot regeling van de verkiezingscampagne en tot beperking en aangifte van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezing van het Vlaams Parlement, het Waals Parlement, het Brussels Hoofdstedelijk Parlement en het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap, alsmede tot vaststelling van toetsingsnorm inzake officiële mededelingen van de overheid, ofwel, wanneer het gaat om de verkiezing van het Brussels Hoofdstedelijk Parlement en van de Brusselse leden van het Vlaams Parlement, een kandidatuur verwerpt als gevolg van een bezwaarschrift dat ingediend is door een kandidaat tegen de taalaanhorigheid van een of meer kiezers die een andere kandidaat van dezelfde taalgroep voordragen, wordt de definitieve beslissing betreffende het opmaken van het stembiljet verdaagd tot maandag 18 mei 2009 om 18 uur, het tijdstip waarop het kieskringhoofdbureau of het gewestbureau opnieuw bijeenkomt om kennis te nemen van de beslissingen van het Hof van Beroep. HOOFDSTUK 2. - Procedure voor de afdeling administratie van de Raad van State in geval van beroep zoals bedoeld in artikel 121, van het Kieswetboek, zoals het voor de verkiezing van het Europese Parlement aangevuld is door artikel 22, derde lid, 5°, littera b), van de wet van 23 maart 1989 betreffende die verkiezing

Art. 9.De beroepen tegen de beslissingen van de collegehoofdbureaus die uitspraak doen over de bezwaarschriften die ingediend zijn door de kandidaten tegen de taalverklaring die voorgeschreven wordt door artikel 21, § 2, achtste lid, van de wet van 23 maart 1989 betreffende de verkiezing van het Europese Parlement en die geformuleerd wordt door kandidaten die voorgedragen worden door kiezers, worden behandeld door de kamers die de eerste voorzitter van de Raad van State aanwijst.

Art. 10.Op vrijdag 17 april 2009, tussen 16 en 17 uur, overhandigen de voorzitters van de collegehoofdbureaus aan de hoofdgriffier van de Raad van State, persoonlijk of per bode, een uitgifte van de processen-verbaal die de verklaringen van beroep bevatten, alsook alle stukken betreffende de geschillen inzake taalverklaring waarvan het collegehoofdbureau kennis heeft gehad. Een inventaris wordt daarbij gevoegd.

Van de in het eerste lid bedoelde stukken mogen, indien nodig, afschriften of fotokopieën, eensluidend verklaard door de voorzitter van het collegehoofdbureau, worden afgegeven.

De voorzitter van dat bureau wijst de plaats aan waar hem het beschikkende gedeelte van het arrest van de Raad van State ter kennis zal worden gebracht.

De hoofdgriffier van de Raad van State gaat na of de stukken nauwkeurig in de voormelde inventaris zijn opgenomen en neemt akte van de door de voorzitter van het collegehoofdbureau overeenkomstig het derde lid gedane verklaring.

Art. 11.Op dinsdag 21 april 2009, tussen 9 en 10 uur, kunnen de partijen ter griffie van de Raad van State een memorie indienen en de stukken neerleggen waarvan zij gebruik wensen te maken. Bij de memorie worden de inventaris van de daarbij gevoegde stukken en vijf voor eensluidend verklaarde afschriften van de memorie en van de inventaris gevoegd.

Elke partij kan ter griffie van de Raad van State, zonder kosten, een afschrift verkrijgen van de door de andere partij ingediende memorie en neergelegde inventaris.

Art. 12.De zaak wordt zonder oproeping gebracht op de terechtzitting van woensdag 22 april 2009 om 14 uur.

Het door de auditeur-generaal aangewezen lid van het auditoraat zet de feitelijke toedracht van de zaak uiteen.

De voorzitter stelt aan de partijen de vragen die hij voor het onderzoek dienstig acht en bepaalt de rechtsdag voor de verdere afhandeling.

In voorkomend geval beveelt de kamer aanvullende onderzoeksmaatregelen alsook de persoonlijke verschijning van de kandidaat wiens verkiesbaarheid wordt betwist.

Art. 13.Op de rechtsdag die door de voorzitter van de kamer die belast is met de zaak, bepaald wordt voor de verdere afhandeling, kunnen de partijen vanaf 9 uur ter griffie van de Raad van State inzage nemen van het verslag van de auditeur over de zaak.

Op de terechtzitting vat een lid van de kamer de feitelijke toedracht van de zaak en de middelen van de partijen samen. De partijen worden in hun opmerkingen gehoord.

Na dit verhoor geeft het lid van het auditoraat zijn advies en worden de debatten gesloten.

Art. 14.Het arrest wordt in openbare terechtzitting gewezen, uiterlijk op zaterdag 25 april 2009. Het wordt neergelegd ter griffie van de Raad van State, waar de partijen er kosteloos inzage van kunnen nemen.

Het beschikkende gedeelte van het arrest wordt per fax ter kennis gebracht van de voorzitter van het collegehoofdbureau op de plaats die deze aanwijst.

Het dossier van de Raad van State wordt met een uitgifte van het arrest binnen acht dagen toegezonden aan de griffier van de Kamer van volksvertegenwoordigers. HOOFDSTUK 3. - Gemeenschappelijke bepalingen voor alle verkiezingen Afdeling 1. - De prijs van de afschriften van de lijst met vermelding

van de samenstelling van de stem- en stemopnemingsbureaus

Art. 15.De voorzitter van het kantonhoofdbureau A voor de verkiezing van het Europees Parlement verstrekt afschriften van de lijst houdende samenstelling van de stem- en stemopnemingsbureaus van zijn kieskanton tegen betaling van : 1° 1,50 euro per exemplaar in de kieskantons met minder dan 25 000 ingeschreven kiezers;2° 2 euro per exemplaar in de kieskantons waar het aantal ingeschreven kiezers 25 001 tot 100 000 bedraagt;3° 2,50 euro per exemplaar in de kieskantons met meer dan 100 000 kiezers. Indien bij de aanvraag het aantal ingeschreven kiezers nog niet is gekend, wordt het aantal kiezers die bij de vorige verkiezingen ingeschreven waren, als basis genomen.

De afschriften van de in het eerste lid bedoelde lijst worden uitsluitend afgegeven na overlegging van een ontvangsbewijs van storting van het verschuldigde bedrag op PCR nr. 679-2005791-25 van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken, Algemene Directie Instellingen en Bevolking, Park Atrium, Koloniënstraat 11, 1000 Brussel, met de vermelding : « .... ex. lijst samenstelling kiesbureaus/ kanton .... ». Afdeling 2. - Presentiegeld en reiskosten van de leden van de

kiesbureaus

Art. 16.§ 1. Het bedrag van het presentiegeld voor de leden van de kiesbureaus wordt vastgesteld als volgt : a) - - voor de voorzitters van de collegehoofdbureaus voor de verkiezing van het Europees Parlement; - voor de voorzitters van de provinciale centrale bureaus voor de verkiezing van het Waals Parlement; - voor de voorzitter van het gewestbureau voor de verkiezing van het Brussels Hoofdstedelijk Parlement : een bedrag van 105 euro ; b) voor de leden en secretarissen van de onder a) vermelde kiesbureaus : 75 euro ;c) - voor de voorzitters van de provinciehoofdbureaus voor de verkiezing van het Europees Parlement; - voor de voorzitters van de kieskringhoofdbureaus voor de verkiezing van het Vlaams Parlement, van het Waals Parlement en van het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap : een bedrag van 90 euro ; d) voor de leden en secretarissen van de onder c) vermelde kiesbureaus : 60 euro ;e) voor de voorzitters van de kantonhoofdbureaus : 75 euro ;f) voor de leden en secretarissen van de kantonhoofdbureaus : 30 euro ;g) voor de voorzitters, leden, secretarissen en adjunct-secretarissen van de stem- en stemopnemingsbureaus : 15 euro . Het bedrag van het presentiegeld voor de voorzitters, leden, secretarissen en adjunct-secretarissen van de stembureaus die gebruik maken van een geautomatiseerd stemsysteem wordt verhoogd tot 22,50 euro wanneer de openingsuren worden verlengd, overeenkomstig artikel 14, eerste lid, 3° van de wet van 11 april 1994 tot organisatie van de geautomatiseerde stemming.

Voor de verkiezingen op 7 juni 2009 zijn alle bovenbedoelde bedragen geïndexeerd met 4 procent. § 2. De leden van de kiesbureaus hebben recht op een reisvergoeding wanneer zij zitting hebben in een gemeente waar zij niet in de bevolkingsregisters zijn ingeschreven.

De voorzitter of de bijzitter bedoeld in artikel 147, achtste lid, van het Kieswetboek, heeft daarenboven recht op een vergoeding voor de reizen die hem door de wet zijn opgelegd.

De vergoeding, bedoeld in het eerste en het tweede lid, is vastgesteld op 0,20 euro per afgelegde kilometer. § 3. De aangifte van schuldvordering, gesteld op een formulier overeenkomstig het bij het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot vaststelling van het bedrag van het presentiegeld en de reiskosten voor de leden van de kiesbureaus gevoegde model, wordt ingediend binnen drie maanden na de verkiezing. Afdeling 3. - Dekking van de risico's die voortvloeien uit ongevallen

die de leden van de kiesbureaus kunnen overkomen

Art. 17.§ 1. De Minister van Binnenlandse Zaken neemt bij een verzekeringsmaatschappij een polis om de lichamelijke schade te dekken die voortvloeit uit ongevallen die de leden van de kiesbureaus bij de verkiezingen van 7 juni 2009 kunnen overkomen zowel in de uitoefening van hun ambt als op de heen- of terugweg van hun woonplaats naar de vergaderplaats van hun bureau. § 2. Behalve de dekking van de lichamelijke schade bedoeld in § 1, dekt deze verzekeringspolis de burgerlijke aansprakelijkheid die voortvloeit uit de schade die de leden van de kiesbureaus door hun toedoen of schuld aan derden zouden kunnen berokkenen zowel in de uitoefening van hun ambt als op de heen- of terugweg van hun woonplaats naar de vergaderplaats van hun bureau.

Ten opzichte van elkaar worden de verzekerden als derden beschouwd.

Onder heen- en terugweg van de woonplaats van de verzekerde naar de vergaderplaats van zijn bureau wordt verstaan de weg naar en van het werk in de zin van artikel 8 van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, gewijzigd bij de wet van 12 juli 1991. § 3. Onder verzekerden dient te worden verstaan : 1° de leden van de collegehoofdbureaus, de provinciehoofdbureaus, de hoofdbureaus van de kieskringen, de kantonhoofdbureaus alsook de stem- en stemopnemingsbureaus, met uitsluiting van de getuigen, maar met inbegrip van de plaatsvervangende bijzitters die speciaal opgeroepen worden door de voorzitter van het bureau waarvoor ze aangewezen werden;2° voor de dekking van het in § 2, eerste lid, beschreven risico, de personen bedoeld in 1° hierboven alsook de Belgische Staat vertegenwoordigd door de Minister van Binnenlandse Zaken, in zijn hoedanigheid van organisator van de verkiezingen. De leden van de kiesbureaus die onderworpen zijn aan het regime ingesteld bij de wet van 3 juli 1967 betreffende de schadevergoeding voor arbeidsongevallen, voor ongevallen op de weg naar en van het werk en voor beroepsziekten in de overheidssector, worden uitgesloten van de dekking bedoeld in § 1.

In geval van het bestaan van een of meerdere verzekeringen die geheel of gedeeltelijk dezelfde risico's dekken als degene die door dit artikel gedekt worden, vormt de in § 2 bedoelde verzekeringspolis slechts een aanvulling, na uitputting van deze verzekeringen. § 4. De kosten van deze verzekeringspremie worden gedragen door een krediet dat op de begroting van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken is ingeschreven. § 5. De verzekeringspolis die wordt genomen in uitvoering van dit artikel begint, naar gelang van de categorieën van kiesbureaus, op de data die voor hun eerste vergadering zijn vastgesteld, te lopen.

Zij verstrijkt op de datum waarop deze bureaus al hun verrichtingen hebben uitgevoerd. § 6. De premie die de Belgische Staat aan zijn medecontractant stort met toepassing van de verzekeringsovereenkomst die in uitvoering van § 1 wordt gesloten, is het voorwerp van een terugbetaling die de helft bedraagt van het verschil tussen vijfentachtig procent van het bedrag van de premie en het bedrag van de uitgaven.

Onder uitgaven moeten de bedragen worden verstaan die in geval van schade worden betaald en de reserves voor schade die eventueel nog moet worden vergoed. Afdeling 4. - Terugbetaling van reiskosten aan sommige kiezers

Art. 18.§ 1. Het koninklijk besluit van 27 augustus 1982 betreffende de terugbetaling van reiskosten aan sommige kiezers, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 april 1995, is van toepassing op de kiezers die zijn ingeschreven op de kiezerslijst voor de verkiezingen van 7 juni 2009. § 2. De kiezers die voor hun verplaatsing de lijnen van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen gebruiken, kunnen, in plaats van de terugbetaling van hun kosten te vragen, een vrijbiljet tweede klasse krijgen door in het station van vertrek hun oproepingsbrief voor de verkiezing alsook hun identiteitskaart voor te leggen.

Behalve die documenten dienen zij, naar gelang van het geval, voor te leggen : a) een getuigschrift van inschrijving in de bevolkingsregisters als het kiezers betreft die niet meer in de gemeente verblijven waar ze moeten stemmen;b) een getuigschrift van de werkgever waaruit blijkt dat zij door hem bezoldigd worden, als het bezoldigde kiezers betreft die op zending naar het buitenland zijn of hun beroep uitoefenen in een andere gemeente dan die waar ze moeten stemmen;c) een getuigschrift van de directie van de onderwijsinrichting waaruit blijkt dat ze er regelmatig zijn ingeschreven, als het kiezers betreft die op grond van hun studies in een andere gemeente verblijven dan die waar ze moeten stemmen;d) een getuigschrift van de directie van het opvangcentrum, de verplegingsinrichting of de gezondheidsinstelling waaruit blijkt dat ze opgenomen zijn of zich in behandeling bevinden, als het kiezers betreft die, om medische of gezondheidsredenen, in een andere gemeente verblijven dan die waar ze moeten stemmen. Het afgegeven vervoerbewijs is geldig van de vrijdag vóór de dag van de verkiezing tot de maandag daarop. Het mag enkel voor de terugreis dienen op overlegging van de door het stembureau behoorlijk afgestempelde oproepingsbrief. Afdeling 5. - Stemming bij volmacht

Art. 19.Het volmachtformulier dat moet worden gebruikt bij de verkiezingen van 7 juni 2009, stemt overeen met het model dat als bijlage 1 van het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot vaststelling van het model van het volmachtformulier voor de verkiezingen, zoals gewijzigd bij het koninklijk besluit van 2 augustus 2002 opgenomen is.

Het getuigschrift dat door de burgemeester afgegeven moet worden aan de kiezers die gemachtigd zijn om bij volmacht te stemmen, overeenkomstig artikel 147bis, § 1, 7°, van het Kieswetboek, omwille van tijdelijk verblijf in het buitenland die niet gemotiveerd is door beroeps- of dienstredenen, stemt overeen met het model dat als bijlage 2 van het voormelde koninklijk besluit van 10 april 1995 opgenomen is, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 mei 2007 en 14 april 2009.

De verklaring op erewoord die dient voorgelegd te worden door de kiezers die niet in staat zijn om een bewijsstuk voor te leggen voor hun afwezigheid op de dag van de stemming wegens een plezierreis naar het buitenland, stemt overeen met het model dat opgenomen is in bijlage 3 van het voornoemde koninklijk besluit van 10 april 1995, ingevoegd door het koninklijk besluit van 14 april 2009. Afdeling 6. - Kiesmaterieel door de gemeenten met het oog op de

verkiezing te leveren

Art. 20.§ 1. Op de verkiezingen van 7 juni 2009 zijn van toepassing : 1° het koninklijk besluit van 9 augustus 1894 betreffende het kiesmaterieel, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 10 mei 1963 en 16 juli 1976; De artikelen 5 en 8 van dat besluit moeten echter als volgt gelezen worden : «

Art. 5.In geval van gelijktijdige verkiezingen van het Europees Parlement en de Gewest- en Gemeenschapsparlementen, wordt gebruik gemaakt van twee stembussen. Boven op de stembus wordt een strook papier gekleefd. Deze strook is : - blauw voor die welke voor de verkiezing van het Europees Parlement bestemd is; - beige voor die welke voor de verkiezing van het Vlaams Parlement of het Waals Parlement bestemd is.

In voorkomend geval kunnen meerdere stembussen worden gebruikt om de stembiljetten van eenzelfde vergadering te verzamelen. Ze worden genummerd en er wordt melding van gemaakt in het proces-verbaal van het stembureau. »; « Art. 8.- De omslagen die bestemd zijn voor de stembiljetten voor de verkiezing van het Europees Parlement zijn blauw en die voor de stembiljetten voor de verkiezing van het Vlaamse Parlement of het Waals Parlement beige. De vermelding van het Europees Parlement of van de Gewestparlement is duidelijk aangebracht naargelang de verkiezing waarop ze betrekking hebben. »; 2° het ministerieel besluit van 10 augustus 1894 betreffende het kiesmaterieel, gewijzigd door de ministeriële besluiten van 13 mei 1963 en 6 mei 1980. § 2. In de kieskantons waar gebruik gemaakt wordt van een geautomatiseerd stemsysteem, kan de Minister van Binnenlandse Zaken de installatie van de stembureaus of van de kantonhoofdbureaus en het gebruik van het stemmaterieel regelen via onderrichtingen. Afdeling 7. - Openings- en sluitingsuren van de stembureaus en de

stemopnemingsbureaus

Art. 21.Bij de gelijktijdige verkiezingen van 7 juni 2009 voor het Europees Parlement en de Gewest- en Gemeenschapsparlementen : 1° zijn de stembureaus toegankelijk voor de kiezers van 8 tot 13 uur in de kantons waar er op traditionele manier gestemd wordt door middel van een papieren stembiljet, en van 8 tot 15 uur in de kantons waar er gebruik gemaakt wordt van een geautomatiseerd stemsysteem;2° komen de stemopnemingsbureaus B voor de verkiezingen van het Waals Parlement en het Vlaams Parlement uiterlijk om 14 uur bijeen in de kantons waar er op traditionele manier gestemd wordt door middel van een papieren stembiljet;3° worden de stemopnemingsbureaus A die belast zijn met het opnemen van de stembiljetten van de verkiezing van het Europees Parlement, in afwijking van 2° hierboven, niet vóór 16 uur samengesteld. De uitslagen van de stemopneming voor de verkiezingen van de Gewest- en Gemeenschapsparlementen op 7 juni 2009 mogen niet worden bekendgemaakt vóór 15 uur. Deze uitslagen mogen echter niet worden bekendgemaakt vóór 22 uur als zij betrekking hebben op de verkiezing van het Europees Parlement. Afdeling 8. - Model van oproepingsbrief voor de kiezers

Art. 22.§ 1. In het koninklijk besluit van 11 april 1999 tot vaststelling van het model van de oproepingsbrieven voor de verkiezing van het Europees Parlement, van de federale Wetgevende Kamers, van de Vlaamse Raad, van de Waalse Raad, van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad, van de Brusselse leden van de Vlaamse Raad en van de Raad van de Duitstalige Gemeenschap, in het opschrift en in zijn bijlagen : - worden de woorden « de Vlaamse Raad » telkens vervangen door de woorden « het Vlaams Parlement » en de woorden « Vlaamse Raad » door de woorden « Vlaams Parlement »; - worden de woorden « de Waalse Gewestraad » telkens vervangen door de woorden « het Waals Parlement » en de woorden « Waalse Gewestraad » door de woorden « Waals Parlement »; - worden de woorden « Gewest- en Gemeenschapsraden » telkens vervangen door de woorden « Gewest- en Gemeenschapsparlementen »; - worden de woorden « de Brusselse Hoofdstedelijke Raad » telkens vervangen door de woorden « het Brussels Hoofdstedelijk Parlement » en de woorden « Brusselse Hoofdstedelijke Raad » door de woorden « Brussels Hoofdstedelijk Parlement »; - worden de woorden « de Raad van de Duitstalige Gemeenschap » telkens vervangen door de woorden « het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap »; - worden de woorden « de Gewestraden » telkens vervangen door de woorden « de Gewestparlementen »; - worden het woord « Raadsleden » telkens vervangen door de woorden « leden van het Gewestparlement ». § 2. De oproepingsbrieven voor de kiezers bij de verkiezingen van het Europees Parlement en de Gewest- en Gemeenschapsparlementen van 7 juni 2009 zijn conform de bij het koninklijk besluit van 11 april 1999 tot vaststelling van het model van de oproepingsbrieven voor de verkiezing van het Europees Parlement, van de federale Wetgevende Kamers, van het Vlaams Parlement, van het Waals Parlement, van het Brussels Hoofdstedelijk Parlement, van de Brusselse leden van het Vlaams Parlement en van het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap gevoegde modellen 2, 4, 6, 6bis, 7 en 11. Afdeling 9. - Het aantal kiezers dat toegelaten wordt om per

stemafdeling te stemmen in de kieskantons en de gemeenten die voor het gebruik van een geautomatiseerd stemsysteem zijn aangewezen

Art. 23.Onverminderd het tweede lid, bedraagt het aantal kiezers dat toegelaten wordt om te stemmen per stemafdeling tijdens de gelijktijdige verkiezingen van 7 juni 2009 in de kieskantons en de gemeenten waar er geautomatiseerd gestemd wordt, 900, op basis van de norm van 5 stemmachines per stemafdeling en 180 kiezers per stemmachine.

In de kantons en gemeenten van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad, bedraagt dit aantal 800, op basis van de norm van 5 stemmachines per stemafdeling en 160 kiezers per stemmachine.

Art. 24.Om rekening te houden met het specifieke karakter van bepaalde gemeenten, kan het aantal kiezers dat toegelaten wordt om te stemmen in eenzelfde stemafdeling tot ten hoogste 1 300 gebracht worden. HOOFDSTUK 4. - Slotbepalingen

Art. 25.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 26.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 14 april 2009.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, G. DE PADT

^