gepubliceerd op 09 mei 2007
Koninklijk besluit tot vaststelling van het bedrag van het presentiegeld en de reiskosten voor de leden van de kiesbureaus
3 MEI 2007. - Koninklijk besluit tot vaststelling van het bedrag van het presentiegeld en de reiskosten voor de leden van de kiesbureaus
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de bijzondere wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale Staatsstructuur en tot aanvulling van de kieswetgeving met betrekking tot de Gewesten en de Gemeenschappen, inzonderheid op de artikelen 2, 3°, 3, 3° en 4, gewijzigd bij de bijzondere wetten van 18 december 1998 en 27 maart 2006;
Gelet op het Kieswetboek, inzonderheid op artikel 130, eerste lid, 2°, gewijzigd door de wetten van 30 juli 1991 en 16 juli 1993;
Gelet op de wet van 12 januari 1989 tot regeling van de wijze waarop het Brussels Hoofdstedelijk Parlement wordt verkozen, inzonderheid op artikel 7, derde lid, vervangen bij de gewone wet van 16 juli 1993;
Gelet op de wet van 23 maart 1989 betreffende de verkiezing van het Europese Parlement, inzonderheid op artikel 27, tweede en vierde lid, vervangen door de gewone wet van 16 juli 1993;
Gelet op de wet van 6 juli 1990 tot regeling van de wijze waarop het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap wordt verkozen, inzonderheid op artikel 29, tweede lid, 3°, vervangen door de gewone wet van 16 juli 1993;
Gelet op de gewone wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale Staatsstructuur, inzonderheid op artikel 8, derde lid;
Gelet op de wet van 11 april 1994 tot organisatie van de geautomatiseerde stemming, inzonderheid op artikel 14, eerste lid, 3°, gewijzigd bij de wet van 5 april 1995;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, eerste lid, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat gelet op de nabijheid van de op 10 juni 2007 vastgestelde gelijktijdige verkiezingen voor de federale Wetgevende Kamers onverwijld alle maatregelen voor de organisatie van die verkiezingen moeten worden genomen, en dat met name het bedrag van het presentiegeld moet worden bepaald waarop de leden van de verschillende kiesbureaus aanspraak kunnen maken, rekening houdend met het huidige bedrag van het presentiegeld;
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.§ 1. Het bedrag van het presentiegeld voor de leden van de kiesbureaus wordt vastgesteld als volgt : a) voor de voorzitters van de collegehoofdbureaus voor de verkiezing van het Europese Parlement en van de Senaat; - voor de voorzitters van de provinciale centrale bureaus voor de verkiezing van de Kamers van Volksvertegenwoordigers, van het Vlaams Parlement en van het Waals Parlement; - voor de voorzitter van het gewestbureau voor de verkiezing van het Brussels Hoofdstedelijk Parlement : 105 euro ; b) voor de leden en secretarisssen van de onder a) vermelde kiesbureaus : 75 euro ;c) voor de voorzitters van de provinciehoofdbureaus voor de verkiezing van het Europese Parlement en van de Senaat; - voor de voorzitters van de kieskringhoofdbureaus voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers, van de Vlaams Parlement, van het Waals Parlement en van de het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap : 90 euro ; d) voor de leden en secretarissen van de onder c) vermelde kiesbureaus : 60 euro ;e) voor de voorzitters van de kantonhoofdbureaus : 75 euro ;f) voor de leden en secretarissen van de kantonhoofdbureaus : 30 euro ;g) voor de voorzitters, leden, secretarissen en adjunct-secretarissen van de stem- en stemopnemingsbureaus : 15 euro ; § 2. Het bedrag van het presentiegeld voor de voorzitters, leden, secretarissen en adjunct-secretarissen van de stembureaus die gebruik maken van een geautomatiserd stemsysteem wordt verhoogd tot 22,50 euro wanneer de openingsuren worden verlengd, overeenkomstig artikel 14, eerste lid, 3° van de wet van 11 april 1994 tot organisatie van de geautomatiseerde stemming
Art. 2.§ 1. De leden van de kiesbureaus hebben recht op een reisvergoeding wanneer zij zitting hebben in een gemeente waar zij niet in de bevolkingsregisters zijn ingeschreven.
De voorzitter of de bijzitter bedoeld in artikel 147, achtste lid, van het Kieswetboek, heeft daarenboven recht op een vergoeding voor de reizen die hem door de wet zijn opgelegd.
De vergoeding, bedoeld in het eerste en het tweede lid, is vastgesteld op 0,20 euro per afgelegde kilometer. § 2. De aangifte van schuldvordering, gesteld op een formulier overeenkomstig het bij dit besluit gevoegde model, wordt ingediend binnen drie maanden na de verkiezing.
Art. 3.Het koninklijk besluit van 11 april 1999 tot vaststelling van het bedrag van het presentiegeld en de reiskosten voor de leden van de kiesbureaus wordt opgeheven.
Art. 4.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 5.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 3 mei 2007.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 3 mei 2007.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL