gepubliceerd op 15 januari 2010
Koninklijk besluit tot wijziging van het KB/WIB 92, op het stuk van de bedrijfsvoorheffing
10 JANUARI 2010. - Koninklijk besluit tot wijziging van het KB/WIB 92, op het stuk van de bedrijfsvoorheffing (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 : - artikel 51, derde lid, laatst gewijzigd bij de programmawet van 23 december 2009; - artikel 171, laatst gewijzigd door de wet houdende fiscale en diverse bepalingen van 22 december 2009; - artikel 245, derde lid, ingevoegd bij de programmawet (I) van 24 december 2002; - artikel 270, gewijzigd bij de wet van 22 juli 1993, bij het koninklijk besluit van 12 december 1996, bij de wetten van 22 december 1998 en 24 december 2002; - artikel 271, gewijzigd bij de wet van 6 juli 1994, bij het koninklijk besluit van 20 december 1996, bij de programmawet (I) van 24 december 2002 en bij de wet van 22 december 2008; - artikel 275, §§ 1 en 2; - artikel 469, gewijzigd bij de wet van 15 maart 1999 en bij de programmawet (I) van 24 december 2002;
Gelet op het KB/WIB 92 : - artikel 80, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 4 december 2003; - artikel 87, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 27 augustus 1993, 22 oktober 1993, 10 januari 1997, 20 mei 1997, 5 december 1997, 24 juni 1999, 15 december 2003, 23 januari 2004 en 14 april 2009; - artikel 88; - bijlage III, vervangen bij het koninklijk besluit van 3 december 2009;
Gelet op de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten, artikel 6, § 2, eerste lid, 4°, ingevoegd bij de bijzondere wet van 13 juli 2001;
Gelet op het decreet van 30 juni 2006 houdende de invoering van een forfaitaire vermindering in de personenbelasting, gewijzigd bij de decreten van 23 mei 2008, 19 december 2008 en 18 december 2009;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, artikel 3, § 1;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid, Overwegende : - dat dit besluit van toepassing moet zijn op de vanaf 1 januari 2010 betaalde of toegekende inkomsten; - dat het ten spoedigste ter kennis moet worden gebracht van de schuldenaars van de bedrijfsvoorheffing; - dat dit besluit dus dringend moet worden getroffen;
Op de voordracht van Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In het tweede lid, 2° en het derde lid van nummer 2.12, B, 9, van de toepassingsregels van de bijlage III van het KB/WIB 92, vervangen door het koninklijk besluit van 3 december 2009 worden de woorden "dat ingaat op 1 januari 2009" telkens vervangen door de woorden "dat ingaat vanaf 1 januari 2009".
Art. 2.In hoofdstuk 6 van de toepassingsregels van dezelfde bijlage III, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in de nummers 6.1.A.1, A.2, en B.2 a), wordt het woord "bezoldigingen" vervangen door de woorden "bezoldigingen als bedoeld in artikel 30, 1°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992"; 2° in de nummers 6.1.A.2 en C.1, worden de woorden "uit hun activiteit als sportbeoefenaar, scheidsrechter, opleider, trainer of begeleider" vervangen door de woorden "uit het geheel van hun voornoemde activiteiten in de sector van de sport"; 3° in nummer 6.1.B.1., wordt het woord "komsten" vervangen door het woord "inkomsten"; 4° in nummer 6.1.B.2.a), worden de woorden "op 1 januari 2010" vervangen door de woorden "op 1 januari 2011"; 5° in de nummers 6.1.B.2.b), en C.1., wordt het woord "beroepsinkomsten" vervangen door de woorden "beroepsinkomsten, met uitzondering van de bezoldigingen van bedrijfsleiders,"; 6° nummer 6.3 wordt vervangen als volgt : « 6.3. Bezoldigingen als bedoeld in nr. 6.1.A.2. en beroepsinkomsten als bedoeld in nrs. 6.1.B.2.b) en C.1.
De bedrijfsvoorheffing wordt als volgt vastgesteld : A. Het maandelijks inkomen bedraagt maximum 1.420 EUR : de bedrijfsvoorheffing is gelijk aan 33,31 pct. van dat bedrag (zonder vermindering);
B. Het maandelijks inkomen bedraagt meer dan 1.420 EUR : a) de bedrijfsvoorheffing op de eerste schijf van 1.420 EUR is gelijk aan 473 EUR; b) op het verschil tussen het maandelijks inkomen en 1.420 EUR wordt de bedrijfsvoorheffing toegepast die verschillend is naargelang de aard van de inkomsten en de hoedanigheid van de verkrijger. »
Art. 3.De schalen I tot en met III, vervangen door de bijlage van het koninklijk besluit van 3 december 2009 worden vervangen door de schalen I tot en met III in de bijlage van dit besluit.
Art. 4.De bedrijfsvoorheffing vastgesteld overeenkomstig de nrs. 2.1 tot 2.8 van de toepassingsregels, opgenomen in bijlage III van het KB/WIB 92, vervangen bij koninklijk besluit van 3 december 2009, op de bezoldigingen betaald of toegekend aan werknemers die rijksinwoner zijn en die op 1 januari van het inkomstenjaar hun woonplaats hebben in gemeenten die deel uitmaken van het Vlaamse Gewest, moet worden verminderd met de Vlaamse forfaitaire vermindering ingevoerd door het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 30 juni 2006 houdende de invoering van een forfaitaire vermindering in de personenbelasting, gewijzigd bij de decreten van 23 mei 2008, 19 december 2008 en 18 december 2009.
De schuldenaar van de bedrijfsvoorheffing mag in geval van adreswijziging in de loop van het inkomstenjaar, rekening houden met het nieuwe adres zodra hij daarover is ingelicht.
De Vlaamse forfaitaire vermindering van de bedrijfsvoorheffing bedraagt 10,40 EUR en wordt toegekend wanneer het jaarbedrag van de normale brutobezoldigingen in hoofde van de betrokken werknemer minstens 6.980 EUR en maximum 20.765 EUR bedraagt.
Art. 5.De bedrijfsvoorheffing vastgesteld overeenkomstig de nrs. 3.3 tot 3.7 van de toepassingsregels, opgenomen in bijlage III van het KB/WIB 92, vervangen bij koninklijk besluit van 3 december 2009, op de bezoldigingen betaald of toegekend aan bedrijfsleiders die rijksinwoner zijn en die op 1 januari van het inkomstenjaar hun woonplaats hebben in gemeenten die deel uitmaken van het Vlaamse Gewest, moet worden verminderd met de Vlaamse forfaitaire vermindering ingevoerd door het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 30 juni 2006 houdende de invoering van een forfaitaire vermindering in de personenbelasting, gewijzigd bij de decreten van 23 mei 2008, 19 december 2008 en 18 december 2009.
De schuldenaar van de bedrijfsvoorheffing mag in geval van adreswijziging in de loop van het inkomstenjaar, rekening houden met het nieuwe adres zodra hij daarover is ingelicht.
De Vlaamse forfaitaire vermindering van de bedrijfsvoorheffing bedraagt 10,40 EUR en wordt toegekend wanneer het jaarbedrag van de normale brutobezoldigingen in hoofde van de betrokken bedrijfsleider minstens 5.675 EUR en maximum 19.075 EUR bedraagt.
Art. 6.Onder "jaarbedrag van de normale brutobezoldigingen" vermeld in de artikelen 4 en 5 wordt verstaan : twaalf maal het belastbare normale maandelijkse brutobedrag van de bezoldigingen.
Onder het "belastbare normale maandelijkse brutobedrag van de bezoldigingen" moet worden verstaan : het totale bedrag van alle tijdens de in aanmerking genomen maand betaalde bezoldigingen (met uitzondering van de vervangingsinkomsten) die aan de bedrijfsvoorheffing onderworpen zijn, d.w.z. : - de eigenlijke maandbezoldiging; - de commissielonen, vergoedingen, premies, gratificaties, en alle andere vaste of veranderlijke beloningen die periodiek worden betaald en geen toevallige of buitengewone toelagen zijn; - de voordelen van alle aard.
De bezoldigingen of voordelen van alle aard waarvoor een jaarlijkse waarde is vastgesteld, worden voor een twaalfde in aanmerking genomen.
Art. 7.§ 1. De schuldenaars van de bedrijfsvoorheffing moeten voor de periode waarin zij bezoldigingen hebben betaald of toegekend waarvoor de Vlaamse forfaitaire vermindering overeenkomstig de artikelen 4 tot 6 van de verschuldigde bedrijfsvoorheffing werd afgetrokken, twee afzonderlijke aangiften in de bedrijfsvoorheffing overleggen volgens het in de §§ 2 en 3 vermelde onderscheid. § 2. De eerste aangifte in de bedrijfsvoorheffing heeft betrekking op de aan al de werknemers of bedrijfsleiders betaalde of toegekende bezoldigingen en moet de volgende specifieke vermeldingen bevatten : a) in het vak "belastbare inkomsten" : de door de werkgever of onderneming voor die periode betaalde of toegekende belastbare bezoldigingen;b) in het vak "verschuldigde bedrijfsvoorheffing" : de overeenkomstig bijlage III van het KB/WIB92 voor die periode verschuldigde bedrijfsvoorheffing. § 3. De tweede aangifte in de bedrijfsvoorheffing heeft uitsluitend betrekking op de bezoldigingen van werknemers of bedrijfsleiders voor wie de Vlaamse forfaitaire vermindering overeenkomstig de artikelen 4 tot 6 van de verschuldigde bedrijfsvoorheffing werd afgetrokken en moet volgende specifieke vermeldingen bevatten : a) in het vak "aard der inkomsten" : de code 70;b) in het vak "belastbare inkomsten" : een bedrag gelijk aan nul;c) in het vak "verschuldigde bedrijfsvoorheffing" : een negatief bedrag gelijk aan de voor die periode toegestane Vlaamse forfaitaire vermindering van de bedrijfsvoorheffing.
Art. 8.Dit besluit is van toepassing op de vanaf 1 januari 2010 betaalde of toegekende inkomsten.
Art. 9.Onze Minister die bevoegd is voor Financiën, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 10 januari 2010.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, D. REYNDERS Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 10 april 1992, Belgisch Staatsblad van 30 juli 1992. Wet van 22 juli 1993, Belgisch Staatsblad van 26 juli 1993.
Wet van 6 juli 1994, Belgisch Staatsblad van 16 juli 1994.
Wet van 22 december 1998, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1999.
Wet van 15 maart 1999, Belgisch Staatsblad van 27 maart 1999.
Programmawet (I) van 24 december 2002, Belgisch Staatsblad van 31 december 2002 (1e uitgave).
Wet van 22 december 2008, Belgisch Staatsblad van 29 december 2008 (4e uitgave).
Wet van 22 december 2009, Belgisch Staatsblad van 31 december 2009 (2e uitgave).
Programmawet van 23 december 2009, Belgisch Staatsblad van 30 december 2009.
Koninklijk besluit van 12 december 1996, Belgisch Staatsblad van 31 december 1996 (2e uitgave).
Koninklijk besluit van 20 december 1996, Belgisch Staatsblad van 31 december 1996 (4e uitgave).
Koninklijk besluit van 27 augustus 1993 tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, Belgisch Staatsblad van 13 september 1993.
Koninklijk besluit van 22 oktober 1993, Belgisch Staatsblad van 29 oktober 1993.
Koninklijk besluit van 10 januari 1997, Belgisch Staatsblad van 11 februari 1997.
Koninklijk besluit van 20 mei 1997, Belgisch Staatsblad van 10 juni 1997.
Koninklijk besluit van 5 december 1997, Belgisch Staatsblad van 31 december 1997.
Koninklijk besluit van 24 juni 1999, Belgisch Staatsblad van 14 augustus 1999.
Koninklijk besluit van 4 december 2003, Belgisch Staatsblad van 17 december 2003 (1e uitgave).
Koninklijk besluit van 15 december 2003, Belgisch Staatsblad van 23 december 2003 (2e uitgave).
Koninklijk besluit van 23 januari 2004, Belgisch Staatsblad van 4 februari 2004 (2e uitgave).
Koninklijk besluit van 14 april 2009, Belgisch Staatsblad van 20 april 2009 (4e uitgave).
Bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de gemeenschappen en de gewesten, Belgisch Staatsblad van 17 januari 1989.
Bijzondere wet van 13 juli 2001 tot herfinanciering van de gemeenschappen en uitbreiding van de fiscale bevoegdheden van de gewesten, Belgisch Staatsblad van 3 augustus 2001.
Decreet van 30 juni 2006 houdende de invoering van een forfaitaire vermindering in de personenbelasting, Belgisch Staatsblad van 26 september 2006.
Decreet van 23 mei 2008 houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2008, Belgisch Staatsblad van 13 juni 2008.
Decreet van 19 december 2008 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2009, Belgisch Staatsblad van 29 december 2008.
Decreet van 18 december 2009 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2010, Belgisch Staatsblad van 30 december 2009.
Wetten op de Raad van State, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 12 januari 1973, Belgisch Staatsblad van 21 maart 1973.
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld