Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 03 april 1997
gepubliceerd op 06 juni 1997

Koninklijk besluit tot vaststelling, voor sommige ondernemingen die onder het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grint- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen en Limburg, ressorteren, van de voorwaarden waaronder het gebrek aan werk wegens economische oorzaken de uitvoering van de arbeidsovereenkomst voor werklieden schorst

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
1997012139
pub.
06/06/1997
prom.
03/04/1997
ELI
eli/besluit/1997/04/03/1997012139/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

3 APRIL 1997. Koninklijk besluit tot vaststelling, voor sommige ondernemingen die onder het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grint- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen en Limburg, ressorteren, van de voorwaarden waaronder het gebrek aan werk wegens economische oorzaken de uitvoering van de arbeidsovereenkomst voor werklieden schorst (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, inzonderheid op artikel 51, § 1, gewijzigd bij de wet van 26 juni 1992 en bij het koninklijk besluit nr. 254 van 31 december 1983;

Gelet op het advies van het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grint- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen en Limburg;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de huidige economische toestand in de ondernemingen welke ressorteren onder het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grint- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen en Limburg, met uitzondering van de witzandexploitaties, het spoedig invoeren van een regeling van schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst voor werklieden rechtvaardigt;

Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden van de ondernemingen welke ressorteren onder het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grint- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen en Limburg, met uitzondering van de witzandexploitaties.

Art. 2.Bij volledig of gedeeltelijk gebrek aan werk wegens economische oorzaken, mag de uitvoering van de arbeidsovereenkomst voor werklieden volledig worden geschorst, mits ervan kennis wordt gedaan op een goed zichtbare plaats in de lokalen van de onderneming.

Wanneer de werkman de dag van de aanplakking afwezig is, wordt hem de kennisgeving dezelfde dag per post verzonden.

De kennisgeving moet ten laatste op een woensdag gebeuren opdat de volledige schorsing de volgende maandag kan beginnen te lopen.

Art. 3.De duur van de volledige schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst mag drie maanden niet overschrijden.

Art. 4.Mededeling van de aanplakking of van de individuele kennisgeving, moet door de werkgever, onder een bij de post aangetekende omslag, de dag zelf van de aanplakking of van de individuele kennisgeving worden gezonden aan het bureau van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening van de plaats waar de onderneming gevestigd is.

Art. 5.De in artikel 2 bedoelde kennisgeving en de in artikel 4 bedoelde mededeling vermelden de datum waarop de volledige schorsing van de uitvoering van de overeenkomst zal ingaan, de datum waarop die schorsing een einde zal nemen en de data waarop de werklieden werkloos zullen zijn.

De in artikel 4 bedoelde mededeling vermeldt daarenboven de economische oorzaken die de volledige schorsing van de uitvoering van de overeenkomst rechtvaardigen en hetzij de naam, de voornamen en het adres van de werkloos gestelde werklieden, hetzij de afdeling(en) van de onderneming waar de arbeid wordt geschorst.

Art. 6.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 februari 1997 en houdt op van kracht te zijn op 1 augustus 1997.

Art. 7.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 3 april 1997.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET Voor de raadpleging van de voetnoot, zie beeld

^