3 DECEMBER 2003. - Besluit van de Raad van Beheer van het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen tot vaststelling van de personeelsformatie van het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen

De Raad van Beheer, Gelet op de wet van 21 december 1970 houdende oprichting van een Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen;

Gelet op het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen, inzonderheid op artikel 21, § 4, laatst gewijzigd bij de programmawet van 8 april 2003;

Gelet op het koninklijk besluit van 3 april 1997 houdende maatregelen met het oog op de responsabilisering van de openbare instellingen van sociale zekerheid, met toepassing van artikel 47 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, laatst gewijzigd bij de programmawet van 24 december 2002;

Gelet op het koninklijk besluit van 5 september 2002 houdende hervorming van de loopbaan van sommige ambtenaren in de Rijksbesturen, inzonderheid op de artikelen 1, 215, 220, 222 en 224;

Gelet op het koninklijk besluit van 10 december 2002 tot goedkeuring van de eerste bestuursovereenkomst van het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen en betreffende de vaststelling van de maatregelen tot rangschikking van bedoeld Rijksinstituut bij de openbare instellingen van sociale zekerheid, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 10 maart 2003;

Gelet op het met redenen omkleed advies van het Basisoverlegcomité van het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen, gegeven op 19 november 2003;

Gelet op het advies van de Regeringscommissaris van begroting van het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen, gegeven op 3 december 2003;

Beraadslagende in zijn vergadering van 3 december 2003;

Besluit :

Artikel 1.§1. De personeelsformatie van het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen wordt als volgt vastgesteld : A. Centrale diensten.

Niveau 1.

Administrateur-generaal 1 Adjunct-administrateur-generaal 1 Adviseur-generaal 4 Adviseur 16 Informaticus 3 Adjunct-adviseur 42 Niveau B. Administratief deskundige 6 Technisch deskundige 3 ICT-deskundige 6 Niveau C. Administratief assistent 117 Technisch assistent 1 Niveau D. Administratief medewerker 103 Technisch medewerker 9 B. Gewestelijke diensten.

Niveau 1.

Adviseur 7 Adjunct-adviseur 40 Sociaal inspecteur 5 Niveau B. Technisch deskundige 59 Niveau C. Administratief assistent 216 Niveau D. Administratief medewerker 139 § 2. De hierna vermelde betrekkingen worden afgeschaft bij het vertrek van de titularis ervan : A. Centrale diensten.

Niveau 1.

Vertaler-revisor of vertaler-directeur (VL) 2 B. Gewestelijke diensten.

Niveau D. Technisch medewerker 1 In de hierna vermelde betrekkingen van artikel 1 kan slechts worden voorzien wanneer de betrekkingen uit het eerste lid zijn afgeschaft : A. Centrale diensten.

Niveau 1.

Adjunct-adviseur 2 Niveau D. Technisch medewerker 1

Art. 2.De betrekkingen opgenomen in artikel 1, §1 worden onderverdeeld als volgt : 6 van de 23 betrekkingen van adviseur worden bezoldigd in de weddenschaal 13B; 29 van de 82 betrekkingen van adjunct-adviseur worden bezoldigd in de weddenschaal 10C; 2 van de 5 betrekkingen van sociaal inspecteur worden bezoldigd in de weddenschaal 10C; 50 betrekkingen van administratief assistent worden bezoldigd in de weddenschaal 22B in uitdoving; 44 betrekkingen van administratief medewerker worden bezoldigd in de weddenschaal DA2; 50 betrekkingen van administratief medewerker worden bezoldigd in de weddenschaal DA3; 1 betrekking van technisch medewerker kan bezoldigd worden in de weddenschaal DT3; 19 betrekkingen van administratief medewerker worden bezoldigd in de weddenschaal DA4; 1 betrekking van technisch medewerker kan bezoldigd worden in de weddenschaal DT4 of DT5.

Art. 3.In voorkomend geval beletten de ambtenaren die, met toepassing van de verordeningsbepalingen houdende het statuut van het personeel, in overtal zijn opgenomen in de betrekkingen van een weddenschaal, elke bevordering door verhoging in weddenschaal die afhankelijk is van het vacant zijn van een betrekking, zolang de overtallige personeelsbezetting blijft bestaan in vergelijking met het aantal in artikel 2 vastgestelde betrekkingen.

Art. 4.Binnen de personeelskredieten, vastgesteld in de bestuursovereenkomst, mogen tijdelijk afwezige statutaire personeelsleden worden vervangen door contractuele personeelsleden.

Art. 5.Het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen wordt gemachtigd om in de Centrale diensten personen bij arbeidsovereenkomst in dienst te nemen om te voldoen aan uitzonderlijke en tijdelijke personeelsbehoeften voor de looptijd van de bestuursovereenkomst : 1. Voor de invordering van bijdragen : Adjunct-adviseur 1 Administratief assistent 3 2.Voor de dienst Vennootschappen : Adjunct-adviseur 3 Administratief assistent 20 3. Voor het Secretariaat van het Algemeen Beheerscomité : Adjunct-adviseur 2 4.Voor de dienst Pensioenen : Administratief assistent 4

Art. 6.Het besluit van 4 september 2002 tot vaststelling van de personeelsformatie van het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen wordt opgeheven.

Art. 7.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand volgend op die gedurende dewelke het bekendgemaakt wordt in het Belgisch Staatsblad, met uitzondering van de artikelen 1, 2 en 6 die uitwerking hebben voor het niveau D op 1 januari 2002, voor het niveau C op 1 juni 2002 en voor niveau B op 1 oktober 2002.

Brussel, 3 december 2003.

De Voorzitter, A. DAMSEAUX.