gepubliceerd op 05 december 1998
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende het halftijds brugpensioen
6 OKTOBER 1998. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende het halftijds brugpensioen (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen, inzonderheid op artikel 23;
Gelet op het koninklijk besluit van 30 juli 1994 betreffende het halftijds brugpensioen, inzonderheid op artikel 2;
Gelet op het koninklijk besluit van 3 april 1997 tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 juli 1994, betreffende het halftijds brugpensioen, inzonderheid op de artikelen 1 en 2;
Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst nr 55 van 13 juli 1993 gesloten in Nationale Arbeidsraad tot instelling van een regeling van aanvullende vergoeding voor sommige oudere werknemers in geval van halvering van arbeidsprestaties, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 17 november 1993, inzonderheid op artikel 3;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid;
Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende het halftijds brugpensioen.
Art. 2.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 6 oktober 1998.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET _______ Nota's (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Wet van 26 juli 1996, Belgisch Staatsblad van 1 augustus 1996.
Koninklijk besluit van 17 november 1993, Belgisch Staatsblad van 4 december 1993.
Koninklijk besluit van 30 juli 1994, Belgisch Staatsblad van 10 augustus 1994.
Koninklijk besluit van 3 april 1997, Belgisch Staatsblad van 13 mei 1997.
Bijlage Paritair Comité voor de voedingsnijverheid Collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 1997 Halftijds brugpensioen (Overeenkomst geregistreerd op 29 september 1997 onder het nummer 45456/CO/118) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werknemers die in een voltijdse arbeidsregeling zijn tewerkgesteld en hun werkgevers, die onder het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid ressorteren.
Onder voltijdse arbeidsregeling moet worden verstaan, de normale arbeidsregeling en arbeidsduur die volgens het arbeidsreglement van de onderneming van toepassing is op de voltijds tewerkgestelde werknemers.
Onder "werknemers" wordt verstaan het vrouwelijk en mannelijk personeel. HOOFDSTUK II. - Principe
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in uitvoering van artikel 26 van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen (Belgisch Staatsblad van 1 augustus 1996), van het koninklijk besluit van 30 juli 1994 betreffende het halftijds brugpensioen (Belgisch Staatsblad van 10 augustus 1994), en van het koninklijk besluit van 3 april 1997 tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 juli 1994 betreffende het halftijds brugpensioen (Belgisch Staatsblad van 13 mei 1997).
Art. 3.De aanvullende vergoeding, ingesteld in het kader van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55 van 13 juli 1993, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot instelling van een regeling van aanvullende vergoeding voor sommige oudere werknemers in geval van halvering van de arbeidsprestaties (Belgisch Staatsblad van 4 december 1993), wordt toegekend aan de in artikel 1 bedoelde werknemers die met hun werkgever een akkoord bereiken om hun arbeidsprestaties te halveren, op voorwaarde dat zij op het ogenblik van de vermindering van hun arbeidsprestaties de leeftijd van 55 jaar bereikt hebben.
Art. 4.Tijdens de twaalf maanden die onmiddellijk voorafgaan aan de vermindering van de arbeidsprestaties, moeten de betrokken werknemers bij dezelfde onderneming hebben gewerkt in een voltijdse arbeidsregeling, zoals bepaald in artikel 1 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.
Art. 5.Zij moeten bovendien voldoen aan de overige toelaatbaarheidsvoorwaarden, vermeld in artikel 2 van het koninklijk besluit van 30 juli 1994 (Belgisch Staatsblad van 10 augustus 1994) betreffende het halftijds brugpensioen. Zij moeten met name de werkloosheidsuitkering genieten waarin de reglementering inzake werkloosheidsverzekering voor deze categorie van werknemers voorziet, en zij moeten 25 jaar beroepsverleden als loontrekkende (of gelijkgestelde dagen) kunnen rechtvaardigen.
Art. 6.Het aantal arbeidsuren van de deeltijdse arbeidsregeling, na vermindering, moet per arbeidscyclus gemiddeld gelijk zijn aan de helft van het aantal arbeidsuren van een normale voltijdse arbeidsregeling in de onderneming. HOOFDSTUK III. - Bedrag van de aanvullende vergoeding
Art. 7.De aanvullende vergoeding wordt berekend zoals bepaald in artikel 5 tot en met artikel 10 van voormelde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55 van 13 juli 1993, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55bis van 7 februari 1995, gesloten in de Nationale Arbeidsraad.
Art. 8.Het bedrag van de aanvullende vergoeding valt ten laste van de werkgever van de betrokken werknemer en wordt maandelijks betaald. HOOFDSTUK IV. - Overgang naar het voltijds brugpensioen
Art. 9.De betrokken werknemers hebben recht op de aanvullende vergoeding, onder de voorwaarden die zijn vastgesteld door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, of in het kader van de sectoriële collectieve arbeidsovereenkomsten van 30 januari 1997 of in het kader van de sectoriële collectieve arbeidsovereenkomsten van 25 juni 1997, indien zij op de datum van het ontslag de leeftijd van het voltijds brugpensioen hebben bereikt.
Indien zij op dat ogenblik de leeftijd van het voltijds brugpensioen niet hebben bereikt, kan de opzegging pas ingaan op de eerste dag van de maand volgend op die tijdens dewelke zij die leeftijd hebben bereikt.
Art. 10.Ingeval de werknemer de bepalingen van artikel 9 kan genieten, wordt de aanvullende vergoeding voor sommige oudere werknemers indien zij worden ontslagen, berekend alsof de werknemer zijn arbeidsprestaties niet heeft verminderd.
Daartoe wordt het brutoloon dat de werknemer voor zijn halftijdse prestaties ontvangt vermenigvuldigd met twee. HOOFDSTUK V. - Geldigheidsduur
Art. 11.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor een bepaalde tijd. Zij heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1997 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 1998.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 6 oktober 1998.
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET