gepubliceerd op 23 september 2000
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 april 1999, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grind- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen en Limburg, betreffende het halftijds conventioneel brugpensioen op 55 jaar in de witzandexploitaties
24 JUNI 2000. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 april 1999, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grind- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen en Limburg, betreffende het halftijds conventioneel brugpensioen op 55 jaar in de witzandexploitaties (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen;
Gelet op het koninklijk besluit van 30 juli 1994 betreffende het halftijds brugpensioen;
Gelet op het koninklijk besluit van 3 april 1997 tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 juli 1994 betreffende het halftijds brugpensioen;
Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, gesloten op 19 december 1974 in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 16 januari 1975;
Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55 van 13 juli 1993, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot instelling van een regeling van aanvullende vergoeding voor sommige oudere werknemers in geval van halvering van de arbeidsprestaties, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 17 november 1993;
Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55bis van 7 februari 1995, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55 van 13 juli 1993 tot instelling van een regeling van aanvullende vergoeding voor sommige oudere werknemers, in geval van halvering van de arbeidsprestaties, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 16 maart 1995;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grind- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen en Limburg;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 27 april 1999, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grind- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen en Limburg, betreffende het halftijds conventioneel brugpensioen op 55 jaar in de witzandexploitaties.
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 24 juni 2000.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Koninklijk besluit van 16 januari 1975, Belgisch Staatsblad van 31 januari 1975.
Koninklijk besluit van 7 december 1992, Belgisch Staatsblad van 11 december 1992.
Koninklijk besluit van 17 november 1993, Belgisch Staatsblad van 4 december 1993.
Koninklijk besluit van 30 juli 1994, Belgisch Staatsblad van 10 augustus 1994.
Koninklijk besluit van 16 maart 1995, Belgisch Staatsblad van 26 april 1995.
Koninklijk besluit van 3 april 1997, Belgisch Staatsblad van 13 mei 1997.
Bijlage Paritair Subcomité voor het bedrijf der grind- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen en Limburg Collectieve arbeidsovereenkomst van 27 avril 1999 Halftijds conventioneel brugpensioen op 55 jaar in de witzandexploitaties (Overeenkomst geregistreerd op 30 juli 1999 onder het nummer 51799/CO/102.06) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden van de witzandexploitaties welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen en Limburg.
Met « werklieden » worden de arbeiders en arbeidsters bedoeld. HOOFDSTUK II. - Bepalingen
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten in uitvoering van het interprofessioneel akkoord van 8 december 1998 en de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55bis gesloten op 7 februari 1995 in de Nationale Arbeidsraad, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55, gesloten op 13 juli 1993 in de Nationale Arbeidsraad, tot instelling van een regeling van aanvullende vergoeding voor sommige oudere werknemers, in geval van halvering van de arbeidsprestaties (koninklijk besluit van 17 november 1993, Belgisch Staatsblad van 4 december 1993).
Art. 3.Het principe van de toepassing van een regeling van halftijds conventioneel brugpensioen wordt in deze sector aanvaard voor het werkend personeel dat voor deze formule opteert en tussen 1 januari 1999 en 31 december 2000 de leeftijd van 55 jaar bereikt.
Art. 4.Het systeem van het halftijds conventioneel brugpensioen op 55 jaar is facultatief. De werkgever verbindt er zich toe te gelegener tijd het halftijds brugpensioen voor te stellen aan de werknemer die de wil om er aanspraak op te maken te kennen heeft gegeven.
Art. 5.De toekenningsvoorwaarden van het halftijds conventioneel brugpensioen op 55 jaar worden gepreciseerd in de wetgeving.
Art. 6.De toepassing van de verschillende bepalingen overeenkomstig de artikelen 3, 4 en 5 is evenwel volgende regelingen bepaald; a) het halftijds brugpensioen op 55 jaar zal toegestaan worden voor zover de werknemers die een beroepsverleden van 33 jaar, gelijkstellingsperiodes inbegrepen kunnen getuigen, waaronder 20 jaar ancienniteit in de onderneming; b). de werkgever kan weigeren indien omwille van de werkorganisatie halftijdsbrugpensioen in die functie niet mogelijk is; c) voor de bruggepensioneerden is er verplichting tot vervanging. HOOFDSTUK III. - Geldigheid
Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 1999 en blijft van toepassing tot en met 31 december 2000.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 24 juni 2000.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX