gepubliceerd op 22 mei 2018
Ordonnantie betreffende de steun voor de economische ontwikkeling van ondernemingen
3 MEI 2018. - Ordonnantie betreffende de steun voor de economische ontwikkeling van ondernemingen
Het Brusselse Hoofdstedelijke Parlement heeft aangenomen en Wij, Executieve, bekrachtigen, het geen volgt : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.
Art. 2.Voor de toepassing van deze ordonnantie en haar uitvoeringsmaatregelen verstaat men onder : 1° Steun : de financiële ondersteuning die wordt verleend in het kader van deze ordonnantie ;2° Regering : de Brusselse Hoofdstedelijke Regering ;3° Gewest : het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ;4° Onderneming : de entiteit bedoeld in artikel 1 van de bijlage bij de Aanbeveling van de Commissie van 6 mei 2003 betreffende de definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen, met uitzondering van de publieke ondernemingen, de ondernemingen die opdrachten van openbaar nut vervullen, de ondernemingen waarvan het maatschappelijk doel geen economisch en commercieel karakter heeft en de ondernemingen waarvan de financiering van publieke oorsprong het percentage bepaald door de Regering overstijgt ;5° Micro-onderneming : de onderneming bedoeld in artikel 2, punt 3, van de bijlage bij de Aanbeveling van de Commissie van 6 mei 2003 betreffende de definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen ;6° Kleine onderneming : de onderneming bedoeld in artikel 2, punt 2, van de bijlage bij de Aanbeveling van de Commissie van 6 mei 2003 betreffende de definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen, die geen micro-onderneming is ;7° Middelgrote onderneming : de onderneming bedoeld in artikel 2, punt 1, van de bijlage bij de Aanbeveling van de Commissie van 6 mei 2003 betreffende de definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen, die geen micro- of kleine onderneming is ;8° Grote onderneming : de onderneming die geen micro-, kleine of middelgrote onderneming is ;9° Investering : de investering in materiële en/of immateriële vaste activa ;10° Begunstigde : de natuurlijke of rechtspersoon die steun aanvraagt of ontvangt ;11° Werknemer : de persoon waarvoor de onmiddellijke aangifte van tewerkstelling wordt verricht overeenkomstig het koninklijk besluit van 5 november 2002Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 05/11/2002 pub. 20/11/2002 numac 2002022901 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu en ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit tot invoering van een onmiddellijke aangifte van tewerkstelling, met toepassing van artikel 38 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels sluiten tot invoering van een onmiddellijke aangifte van tewerkstelling, met toepassing van artikel 38 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, met uitzondering van de studenten bedoeld in titel VII van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten. HOOFDSTUK II. - Preactiviteitssteun Afdeling 1. - Preactiviteitsbeurs
Art. 3.De Regering kan steun verlenen aan natuurlijke personen die een project dragen om een onderneming op te richten of over te nemen voor de uitgaven en investeringen die verbonden zijn aan het project, op voorwaarde dat zij zich laten begeleiden door een door de Regering aangewezen instelling. Afdeling 2. - Preactiviteitsbeurs voor coöperatieve
ondernemerschapsprojecten
Art. 4.De Regering kan steun verlenen aan groepen van minimaal drie natuurlijke personen die een project dragen om een coöperatieve onderneming met sociaal oogmerk op te richten of over te nemen voor de uitgaven en investeringen die verbonden zijn aan het project, op voorwaarde dat zij zich laten begeleiden door een door de Regering aangewezen instelling. HOOFDSTUK III. - Steun voor investeringen Afdeling 1. - Steun voor algemene investeringen
Art. 5.De Regering kan steun verlenen aan micro-, kleine en middelgrote ondernemingen die een investering verrichten op het grondgebied van het Gewest.
De investering bestaat uit de oprichting van een nieuwe vestiging, de uitbreiding van een bestaande vestiging, de diversificatie van de productie van een bestaande vestiging in nieuwe bijkomende producten of een fundamentele wijziging van het volledige productieproces van een bestaande vestiging.
De Regering kan het tweede lid wijzigen om het in overeenstemming te brengen met toekomstige aanpassingen van de Europese regelgeving.
Art. 6.De Regering kan, op basis van de Belgische regionale steunkaart die op grond van de Europese richtsnoeren inzake regionale steunmaatregelen door de Europese Commissie werd goedgekeurd, een ontwikkelingszone afbakenen. De Regering bepaalt de verhoging die van toepassing is op de steun voor algemene investeringen die worden verwezenlijkt in de ontwikkelingszone.
De Regering kan prioritaire interventiezones afbakenen. De Regering kan afwijken van het door haar bepaalde maximum steunbedrag voor de algemene investeringen die er worden verwezenlijkt. De afwijking wordt gemotiveerd op basis van het economisch belang van de investering.
Art. 7.De Regering kan, ter aanvulling van steun bedoeld in artikel 5, de begunstigde vrijstellen van de onroerende voorheffing voor algemene investeringen in onroerende goederen. De vrijstelling geldt voor een periode van maximaal vijf jaar vanaf 1 januari van het jaar dat volgt op het jaar waarin de begunstigde de goederen betrekt of in gebruik neemt.
De vrijstelling geldt voor de goederen waarvoor steun wordt verleend op grond van artikel 5 en waarvoor een kadastraal inkomen wordt vastgesteld.
De vrijstelling is beperkt tot het deel van het kadastraal inkomen dat wordt verhoogd ten gevolge van de investering.
Art. 8.In overeenstemming met artikel 64bis van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992, kan de Regering een machtiging verlenen om een jaarlijkse afschrijving toe te passen die gelijk is aan tweemaal de normale lineaire afschrijvingsannuïteit op investeringen in materiële vaste activa waarvoor ze steun verleent op grond van artikel 5.
Het belastbare tijdperk waarvoor de normale lineaire afschrijving mag worden verdubbeld bedraagt maximaal vijf jaar. Afdeling 2. - Steun voor specifieke investeringen
Onderafdeling 1. - Steun voor investeringen om aan normen te voldoen
Art. 9.De Regering kan steun verlenen aan micro-, kleine en middelgrote ondernemingen die investeren met het oog op de naleving van milieu-, kwaliteits-, veiligheids- en hygiënenormen.
De Regering stelt de normen bedoeld in het eerste lid vast.
Onderafdeling 2. - Steun voor investeringen voor beveiliging
Art. 10.De Regering kan steun verlenen aan micro-, kleine en middelgrote ondernemingen die investeren in de installatie van een beveiligingssysteem.
Onderafdeling 3. - Steun voor verfraaiing van ondernemingen die openbare werken ondergaan
Art. 11.De Regering kan steun verlenen aan micro-, kleine en middelgrote ondernemingen die hinder ondervinden van werken aan de openbare weg voor de renovatie van hun vitrine, gevel en de ruimtes die toegankelijk zijn voor de klanten en die zichtbaar zijn vanaf de openbare weg.
De Regering bepaalt wat wordt verstaan onder hinder en ruimtes die toegankelijk zijn voor de klanten en die zichtbaar zijn vanaf de openbare weg.
Onderafdeling 4. - Steun voor stedelijke integratie
Art. 12.De Regering kan steun verlenen aan ondernemingen voor investeringen die als doel hebben om de onderneming harmonisch te integreren in een stedelijke omgeving. HOOFDSTUK IV. - Steun voor externe ondersteuning Afdeling 1. - Steun voor consultancy
Art. 13.De Regering kan steun verlenen aan micro-, kleine en middelgrote ondernemingen voor externe consultancyopdrachten die betrekking hebben op de oprichting, de groei, productieproceswijzigingen van producten of diensten, het lanceren van nieuwe producten of diensten, het betreden van nieuwe markten, het personeelsbeheerbeleid, het participerend bestuur, de heropleving, de overname, de digitalisering en de informaticabeveiliging, alsook de overgang van de onderneming naar de circulaire economie.
De Regering stelt de externe consultancyopdrachten vast die in aanmerking komen voor de steun. Afdeling 2. - Steun voor e-commerce
Art. 14.De Regering kan steun verlenen aan micro- en kleine ondernemingen voor externe consultancyopdrachten met betrekking tot de ontwikkeling van een website of een e-commerceplatform.
De Regering stelt de externe consultancyopdrachten vast die in aanmerking komen voor de steun. Afdeling 3. - Steun voor opleidingen
Art. 15.De Regering kan steun verlenen aan micro-, kleine en middelgrote ondernemingen voor de opleiding, door een externe deskundige, van het personeel van de onderneming.
De Regering stelt de opleidingen vast die in aanmerking komen voor de steun. Afdeling 4. - Steun voor coworking
Art. 16.De Regering kan steun verlenen aan micro-ondernemingen die sinds minder dan twee jaar zijn ingeschreven in de Kruispuntbank van Ondernemingen en aan natuurlijke personen die een project dragen om een onderneming op te richten of over te nemen voor het abonnement op een door de Regering erkende coworkingruimte.
De Regering bepaalt de criteria en de procedure voor de erkenning van de coworkingruimtes. Afdeling 5. - Steun voor kinderopvang
Art. 17.De Regering kan steun verlenen aan micro-, kleine en middelgrote ondernemingen voor de bezetting, overeenkomstig de regels van de Gemeenschappen, van plaatsen in de kinderopvang ten gunste van de kinderen van hun personeelsleden die maximaal drie jaar oud zijn. HOOFDSTUK V. - Steun voor aanwerving en interne opleidingsinspanningen Afdeling 1. - Steun voor aanwerving voor projecten van economische
groei en circulaire economie
Art. 18.De Regering kan steun verlenen aan micro- en kleine ondernemingen voor de aanwerving van een nieuwe voltijdse werknemer in het kader van de verwezenlijking van een project van economische groei.
De Regering bepaalt wat wordt verstaan onder project van economische groei.
Art. 19.De Regering kan steun verlenen aan micro-, kleine en middelgrote ondernemingen voor de aanwerving van een nieuwe voltijdse werknemer in het kader van de verwezenlijking van een project van circulaire economie.
De Regering bepaalt wat wordt verstaan onder project van circulaire economie.
Art. 20.De begunstigde van de in deze afdeling bedoelde steun schaft, vanaf zes maanden voorafgaand aan de steunaanvraag tot zes maanden na de aanwerving van de werknemer, geen betrekking af die vergelijkbaar is met de functie die de aangeworven werknemer uitoefent. Afdeling 2. - Steun voor industriële omschakeling
Art. 21.De Regering kan steun verlenen aan industriële onder- nemingen voor de opleiding van hun werknemers in het kader van een omschakelingsproject, en voor de investering- en verbonden aan die opleiding.
De Regering bepaalt wat wordt verstaan onder omschakelingsproject, industriële onderneming en investering verbonden aan een opleiding. Afdeling 3. - Steun voor de erkenning van competenties
Art. 22.De Regering kan steun verlenen aan ondernemingen erkend op grond van het samenwerkingsakkoord van 24 juli 2003 betreffende de bekrachtiging van de bevoegdheden op het gebied van de voortgezette beroepsopleiding, gesloten tussen de Franse Gemeenschap, het Waals Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie of op grond van het Vlaams decreet van 30 april 2004 betreffende het verwerven van een titel van beroepsbekwaamheid, voor de validering of de erkenning van competenties van personen.
De Regering kan het aantal, het profiel en het statuut bepalen van de personen die hun competenties laten valideren of erkennen en die het recht op steun openen. HOOFDSTUK VI. - Steun in zones van economische uitbouw in de stad Afdeling 1. - Afbakening van de zones van economische uitbouw in de
stad
Art. 23.De Regering bakent één of meerdere zones van economische uitbouw in de stad af.
De afbakening van de zones van economische uitbouw in de stad gebeurt op grond van de volgende criteria : het werkloosheidscijfer in verhouding tot het gewestgemiddelde, het aandeel werklozen met een profiel van arbeider in verhouding tot het gemiddelde van het Gewest en het gemiddeld inkomen per belastingaangifte in verhouding tot het gemiddelde van het Gewest. Afdeling 2. - Verhoging van de steun voor algemene investeringen in de
zones van economische uitbouw in de stad
Art. 24.De Regering kan de maximaal toegelaten steunintensiteit toekennen aan micro-, kleine en middelgrote ondernemingen die een algemene investering bedoeld in artikel 5 verwezenlijken in een zone van economische uitbouw in de stad, voor zover die zich in de ontwikkelingszone bedoeld in artikel 6, eerste lid, bevinden.
Minstens 30 % van het personeel, met uitzondering van de uitzendkrachten, van de vestigingseenheden van de begunstigde gelegen in een zone van economische uitbouw in de stad is gedurende de zes maanden die de steunaanvraag voorafgaan gedomicilieerd in een dergelijke zone en beschikt over een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur of een arbeidsovereenkomst van bepaalde duur van minstens drie jaar. Afdeling 3. - Steun voor aanwerving in de zones van economische
uitbouw in de stad
Art. 25.De Regering kan steun verlenen aan ondernemingen met een vestigingseenheid in een zone van economische uitbouw in de stad, voor de aanwerving van een nieuwe werknemer die sinds minstens zes maanden voor de aanwerving in een zone van economische uitbouw in de stad is gedomicilieerd.
Artikel 20 is van toepassing op de steun bedoeld in dit artikel. Afdeling 4. - Steun voor vestiging in de zones van economische uitbouw
in de stad
Art. 26.De Regering kan steun verlenen aan ondernemingen om de gemeentebelasting op de kantooroppervlakten van een vestigingseenheid in een zone van economische uitbouw in de stad te compenseren.
Minstens 30 % van het personeel, met uitzondering van de uitzendkrachten, van de vestigingseenheden van de begunstigde gelegen in een zone van economische uitbouw in de stad is gedurende de zes maanden die de steunaanvraag voorafgaan gedomicilieerd in een dergelijke zone en beschikt over een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur of een arbeidsovereenkomst van bepaalde duur van minstens drie jaar. De begunstigde telt bovendien minstens drie voltijds equivalente werknemers. HOOFDSTUK VII. - Projectoproepen voor de overgang naar nieuwe economische modellen
Art. 27.Onder de voorwaarden bepaald door de Regering, kunnen er projectoproepen worden georganiseerd voor ondernemingen en natuurlijke personen die een project dragen om een onderneming op te richten of over te nemen in het Gewest voor de volgende thema's : 1° de digitalisering van de economie ;2° de overgang naar circulaire economie en innoverende projecten houdende de omvorming van energiesystemen ;3° de ontwikkeling van het sociaal ondernemerschap ;4° de opening van duurzame, innoverende en kwaliteitsvolle handelszaken. De Regering kan de lijst van thema's aanvullen binnen de perken van de omschreven doelstelling, met name de aanmoediging van de overgang van de economie van het Gewest naar een koolstofarme economie en de nieuwe economische modellen die ermee verbonden zijn.
De concrete prioriteiten en de toegewezen middelen van de projectoproepen worden jaarlijks bepaald.
De ingediende projecten worden gerangschikt en geselecteerd op basis van ontvankelijkheidsvoorwaarden en toekenningscriteria door een jury benoemd onder de voorwaarden bepaald door de Regering. HOOFDSTUK VIII. - Steun aan ondernemingen getroffen door een natuurramp of een buitengewone gebeurtenis
Art. 28.De Regering kan steun verlenen aan ondernemingen waarvan de economische activiteit is getroffen door een natuurramp of een buitengewone gebeurtenis, voor het herstel van de materiële schade, het inkomensverlies en de vaste uitbatingskosten.
De Regering bepaalt wat wordt verstaan onder natuurramp en buitengewone gebeurtenis.
De artikelen 37 en 39 zijn niet van toepassing op deze steun. HOOFDSTUK IX. - Gemeenschappelijke steunbepalingen Afdeling 1. - Algemene machtigingen aan de Regering
Art. 29.Binnen de beschikbare begrotingskredieten kan de Regering, overeenkomstig deze ordonnantie, steun verlenen.
Art. 30.§ 1. De Regering bepaalt voor elk van de steunmaatregelen van deze ordonnantie de vorm, de intensiteit en de duur van de steun en de uitgaven en investeringen die in aanmerking komen voor steun.
De steun neemt de vorm aan van een premie, een terugvorderbaar voorschot, een vrijstelling van de onroerende voorheffing of een versnelde afschrijving.
De intensiteit van de steun kan schommelen afhankelijk van de grootte van de onderneming.
De Regering bepaalt de uitgesloten sectoren rekening houdend met de Europese regelgeving, de bevoegdheidsverdelende regels en haar economisch beleid. § 2. De Regering kan steunverhogingen toekennen indien de begunstigde voldoet aan de volgende doelstellingen : 1° inzake tewerkstelling : a) de tewerkstelling van laag- of middelmatig geschoolde personen ;b) de aanwerving met een overeenkomst voor onbepaalde duur, in de loop van het jaar dat de steunaanvraag voorafgaat, van niet-werkende werkzoekenden ingeschreven bij Actiris ;c) de onderneming in uitbreiding ;d) de onderneming actief in het alternerend leren ;2° inzake economische beleid, de onderneming die ;a) sinds minder dan vier jaar is ingeschreven bij de Kruispuntbank van Ondernemingen ;b) erkend is als sociale onderneming ;c) die betrokken is in de circulaire economie ;d) behoort tot een prioritaire sector ;3° inzake diversiteit, de onderneming die een diversiteitsplan uitvoert. De verhogingen hebben geen betrekking op de investeringen met betrekking tot de verwerving van gronden en gebouwen, met uitzondering van de verhogingen bedoeld in de artikelen 6, eerste lid, en 24.
De Regering kan de lijst van verhogingen aanvullen.
De Regering bepaalt de intensiteit van elke verhoging en de criteria om er aan te voldoen. § 3. De Regering kan, per begunstigde, voor elke steun het maximaal bedrag bepalen, alsook het maximaal aantal en het totaalbedrag aan toegekende steun voor een bepaalde periode.
De Regering kan voor elke steun eveneens het maximum aantal dat jaarlijks kan worden verleend, bepalen. § 4. De Regering bepaalt de procedure en de termijnen voor de behandeling van de steunaanvraagdossiers en de vereffening van steun.
Art. 31.Voor de steunmaatregelen bedoeld in de artikelen 3, 4, 18, 19 en 21, bepaalt de Regering ontvankelijkheidsvoorwaarden en toekenningscriteria.
Het Brussels Agentschap voor de Ondersteuning van het Bedrijfsleven verleent voor de ontvankelijke steunaanvragen, op basis van de toekenningscriteria, zijn niet-bindend advies. Het advies heeft betrekking op de relevantie en de kwaliteit van het voorgestelde project.
Art. 32.Voor de steunmaatregelen bedoeld in de artikelen 13, 14 en 15, kan de Regering voorwaarden bepalen betreffende de kwaliteit en de deskundigheid van de derden die de diensten leveren aan de begunstigde. Afdeling 2. - Algemene voorwaarden voor de toekenning en het behoud
van de steun
Art. 33.De begunstigde beschikt over een vestigingseenheid in het Gewest, oefent er een economische activiteit uit en beschikt er over menselijke middelen en goederen die specifiek voor hem bestemd zijn.
Het eerste lid is niet van toepassing op de natuurlijke personen die een project dragen als bedoeld in de artikelen 3, 4, 16 en 27. In die gevallen is de begunstigde gedomicilieerd in het Gewest en draagt hij een project om een onderneming op te richten of over te nemen op het grondgebied van het Gewest.
Art. 34.De begunstigde cumuleert geen steun voor dezelfde uitgaven.
Art. 35.Wat betreft de steun bedoeld in hoofdstuk III en artikel 24, leeft de begunstigde tijdens een periode van vijf jaar, ingaand vanaf de einddatum van de verwezenlijking van de investeringen die aanleiding hebben gegeven tot de toekenning van de steun, de volgende voorwaarden na : 1° een vestigingseenheid en de investering op het grondgebied van het Gewest behouden ;2° de bestemming van de activa die het voorwerp uitmaken van de steun behouden ;3° de activa gebruiken voor de voorziene doeleinden ;4° de voorwaarden bepaald in deze ordonnantie en haar uitvoeringsbesluiten en volgens welke de steun werd verleend, naleven. De periode bedoeld in het eerste lid bedraagt tien jaar voor de steun of de delen van steun die worden toegekend voor de verwerving of de bouw van een onroerend goed. De periode blijft echter vijf jaar indien de begunstigde het onroerend goed vervreemdt in het kader van een investering in onroerende goederen op het grondgebied van het Gewest met het oog op zijn uitbreiding.
De Regering kan de begunstigde toelaten om af te wijken van het eerste lid en de verouderde of defecte investeringen te vervangen, voor zover de begunstigde de economische activiteit tijdens de periode van vijf jaar op het grondgebied van het Gewest behoudt.
Art. 36.Wat betreft de steun bedoeld in de hoofdstukken IV, V en VIII en de artikelen 25 en 26, behoudt de begunstigde tijdens een periode van drie jaar, ingaand vanaf de datum van de toekenning van de steun, een vestigingseenheid en de economische activiteit op het grondgebied van het Gewest.
Het eerste lid is niet van toepassing op de natuurlijke personen die een project dragen als bedoeld in artikel 16. Afdeling 3. - Voorwaarden in verband met het tewerkstellings-, sociaal
en diversiteitsbeleid
Art. 37.De begunstigde die in het kader van eenzelfde dossier steun ontvangt voor een bedrag dat hoger is dan het door de Regering vast te stellen bedrag, sluit een samenwerkingsovereenkomst met Actiris, waarin hij zich ertoe verbindt alle werkaanbiedingen die extern worden bekendgemaakt en waarvan de plaats van tewerkstelling het Gewest is, door te geven aan Actiris.
De begunstigde die steun van minder dan het op grond van het eerste lid bepaalde bedrag ontvangt, wordt op de hoogte gebracht van de diensten geleverd door Actiris.
Art. 38.Indien de begunstigde over een ondernemingsraad beschikt, legt hij overeenkomstig artikel 15, a), van de wet van 20 september 1948Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/09/1948 pub. 06/07/2010 numac 2010000388 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende organisatie van het bedrijfsleven. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende organisatie van het bedrijfsleven de volgende steunaanvragen voor advies voor aan de ondernemingsraad : 1° die voor algemene investeringen bedoeld in artikel 5, indien de in aanmerking komende kosten 500.000 euro of meer bedragen ; 2° die voor industriële omschakeling bedoeld in artikel 21.
Art. 39.De begunstigde bij wie meer dan honderd personen werkzaam zijn, beschikt over een goedgekeurd diversiteitsplan of een diversiteitslabel als bedoeld in respectievelijk de hoofdstukken II en III van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 7 mei 2009Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 07/05/2009 pub. 02/06/2009 numac 2009031279 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de diversiteitsplannen en het diversiteitslabel sluiten betreffende de diversiteitsplannen en het diversiteitslabel, of over een getuigschrift van Actiris dat een dergelijk plan in uitwerking of in consolidatie is.
In het geval van een diversiteitsplan in uitwerking, dient de begunstigde het plan in ter goedkeuring binnen de door de Regering bepaalde termijn.
Art. 40.De begunstigde leeft tijdens de periodes bedoeld in de artikelen 35 en 36, naar gelang het geval, alle toepasselijke verplichtingen op het gebied van het milieu- sociaal en arbeidsrecht na, tenzij de steun bedoeld is om die normen te kunnen naleven. Afdeling 4. - Uitsluitingsgevallen
Art. 41.Wordt uitgesloten van het genot van steun, de begunstigde die : 1° het voorwerp uitmaakte van een strafrechtelijke veroordeling, uitgesproken door een rechterlijke beslissing met kracht van gewijsde, voor een van de volgende misdrijven : a) deelname aan een criminele organisatie ;b) terroristische misdrijven of strafbare feiten in verband met terroristische activiteiten, dan wel uitlokking van, medeplichtigheid aan of poging tot het plegen van een dergelijk misdrijf of strafbaar feit ;c) witwassen van geld en financiering van terrorisme ;d) kinderarbeid en andere vormen van mensenhandel ;2° het voorwerp heeft uitgemaakt van een strafrechtelijke veroordeling uitgesproken door een rechterlijke beslissing met kracht van gewijsde, binnen de vijf jaar ervan, wegens tekortkoming aan de nationale en internationale verplichtingen niet opgenomen onder 1° op het gebied van het milieu-, sociaal, fiscaal en arbeidsrecht ;3° in staat van faillissement of van vereffening verkeert, zijn werkzaamheden heeft gestaakt, een gerechtelijke reorganisatie ondergaat, of aangifte heeft gedaan van zijn faillissement, voor hem een procedure van vereffening of gerechtelijke reorganisatie aanhangig is, of hij in een vergelijkbare toestand verkeert ingevolge een soortgelijke procedure die bestaat in andere nationale reglementeringen ;4° onder zijn bestuurders, zaakvoerders, lasthebbers of personen gemachtigd om de begunstigde te verbinden, natuurlijke of rechtspersonen telt die, in de loop van de afgelopen tien jaar, in een gelijkaardige functie betrokken zijn geweest bij vier faillissementen, vereffeningen of gelijkaardige verrichtingen ;5° opzettelijk onjuiste inlichtingen verstrekt, gedurende drie jaar vanaf de kennisgeving van de beslissing tot toekenning of weigering van de steun ;6° zich in een van de gevallen bevindt als bedoeld in artikel 3, § 1, eerste lid, van de ordonnantie van 8 oktober 2015 houdende algemene regels betreffende de inhouding, de terugvordering en de niet-vereffening van subsidies op het vlak van werkgelegenheid en economie, zolang hij de subsidies als bedoeld in voornoemde ordonnantie niet terugbetaalt overeenkomstig de regels bedoeld in haar artikel 4 ;7° de artikelen 37, 38 en 39 niet naleeft, zolang hij zich er niet naar voegt. De Regering kan de in het eerste lid, 1° en 2°, bedoelde misdrijven nader omschrijven. HOOFDSTUK X. - Het toezicht op en de terugbetaling van de steun
Art. 42.De door de Regering aangewezen ambtenaren controleren de uitvoering van deze ordonnantie en haar uitvoeringsmaatregelen, en houden toezicht op de naleving ervan.
Bij de uitoefening van hun opdrachten maken de door de Regering aangewezen ambtenaren zich kenbaar aan de hand van een legitimatiekaart waarvan de inhoud en de vorm door de Regering wordt bepaald.
Art. 43.Met het oog op het opsporen en vaststellen van de inbreuken op deze ordonnantie en haar uitvoeringsmaatregelen hebben de in artikel 42 bedoelde ambtenaren de volgende bevoegdheden : 1° zich tijdens de gewone openings- of werkuren toegang verschaffen tot of zich toegang laten verschaffen tot alle plaatsen waarvan zij op redelijke gronden van oordeel zijn dat de betreding ervan voor het vervullen van hun taak noodzakelijk is, tenzij het bewoonde lokalen betreft, die niettemin kunnen worden betreden na de voorafgaande en schriftelijke toestemming van de bewoner ;2° alle nuttige vaststellingen doen, alle onderzoeken, controles en opsporingen uitvoeren en alle informatie verzamelen die zij noodzakelijk achten voor het verzekeren van een daadwerkelijke naleving van de bepalingen van deze ordonnantie en haar uitvoeringsmaatregelen ;3° elke persoon ondervragen over elk feit waarvan de kennis ervan nuttig is voor de opsporing of de vaststelling ;4° zich alle inlichtingen, documenten, stukken, boeken, bescheiden, gegevensbestanden en geïnformatiseerde dragers van gegevens laten verstrekken die zij tot het volbrengen van hun taken nodig achten en hiervan gratis afschrift nemen, of ze gratis meenemen tegen afgifte van een ontvangstbewijs ;5° vaststellingen doen door middel van het maken van beeld- en geluidsmateriaal, ongeacht de drager ervan, en eveneens beeldmateriaal van derden gebruiken, voor zover deze personen dit materiaal rechtmatig hebben gemaakt of verkregen.
Art. 44.De bepalingen van de ordonnantie van 8 oktober 2015 houdende algemene regels betreffende de inhouding, de terugvordering en de niet-vereffening van subsidies op het vlak van werkgelegenheid en economie zijn van toepassing op de steun geregeld door deze ordonnantie.
Art. 45.De Regering bepaalt, afhankelijk van de duur of de aard van de inbreuk, de gevallen waarin de begunstigde slechts een deel van de steun terugbetaalt.
In elk geval wordt de steun volledig terugbetaald in de gevallen bedoeld in artikel 3, § 1, eerste lid, 1°, a), d), f) en g), van de ordonnantie van 8 oktober 2015 houdende algemene regels betreffende de inhouding, de terugvordering en de niet-vereffening van subsidies op het vlak van werkgelegenheid en economie. HOOFDSTUK XI. - Advies en evaluatie
Art. 46.De Regering legt de ontwerpen van reglementaire uitvoeringsbesluiten van deze ordonnantie voor aan de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor advies.
Art. 47.De Regering bezorgt jaarlijks aan het Parlement van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en aan de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een activiteitenverslag over de toepassing van deze ordonnantie tijdens het vorige kalenderjaar.
De Regering stelt eveneens het verslag ter beschikking van het publiek.
Het verslag bevat met name een statistische uiteenzetting met betrekking tot : 1° de ingediende steunaanvragen en de toekenningsbeslissingen per steunmaatregel ;2° de verdeling volgens de ligging, de grootte en de activiteitensector van de begunstigden ;3° de toegekende steunverhogingen ;4° de uitgevoerde controles. De Regering voegt om de twee jaar bij het verslag een samenvatting van : 1° de ontwikkeling van de begunstigden en hun bijdrage aan de gewestelijke economie ;2° de punten van vooruitgang en obstakels bij de uitvoering van deze ordonnantie en haar uitvoeringsbesluiten ;3° eventuele evoluties in de Europese regelgeving inzake staatssteun ;4° de te ondernemen acties op grond van de lessen getrokken uit de voorbije periode. HOOFDSTUK XII. - Slotbepalingen
Art. 48.De organieke ordonnantie van 13 december 2007 betreffende de steun ter bevordering van de economische expansie, gewijzigd door de ordonnanties van 30 januari 2014 en 8 oktober 2015, wordt opgeheven.
De ordonnantie bedoeld in het eerste lid blijft echter van toepassing op de steun die werd verleend voor de inwerkingtreding van dit artikel.
Art. 49.De Regering stelt de datum van inwerkingtreding van de bepalingen van deze ordonnantie vast.
Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 3 mei 2018.
De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Territoriale Ontwikkeling, Stedelijk Beleid, Monumenten en Landschappen, Studentenaangelegenheden, Toerisme, Openbaar Ambt, Wetenschappelijk Onderzoek en Openbare Netheid, R. VERVOORT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Externe Betrekkingen en Ontwikkelingssamenwerking, G. VANHENGEL De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, D. GOSUIN De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit en Openbare Werken, P. SMET De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Huisvesting, Levenskwaliteit, Leefmilieu en Energie, C. FREMAULT _______ Nota Documenten van het Parlement : Gewone zitting 2017-2018 A-641/1 Ontwerp van ordonnantie A-641/2 Verslag Integraal verslag : Bespreking en aanneming : vergadering van vrijdag 30 maart 2018