Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 22 april 2022
gepubliceerd op 29 april 2022

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende steun aan de ondernemingen van de toeristische logiessector in het kader van de gezondheidscrisis COVID-19 in 2021 en 2022

bron
brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2022020792
pub.
29/04/2022
prom.
22/04/2022
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

22 APRIL 2022. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende steun aan de ondernemingen van de toeristische logiessector in het kader van de gezondheidscrisis COVID-19 in 2021 en 2022


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de ordonnantie van 3 mei 2018 betreffende de steun voor de economische ontwikkeling van ondernemingen, de artikelen 28, gewijzigd bij de ordonnantie van 15 juli 2021, en 30;

Gelet op artikel 2, § 3, 5°, van de ordonnantie van 4 oktober 2018 tot invoering van de gelijkekansentest;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 16 maart 2022;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 24 mars 2022;

Gelet op het advies van Brupartners, gegeven op 22 maart 2022;

Gelet op de spoedeisendheid, vooreerst gemotiveerd door het feit dat in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest de toeristische logiessector in grote moeilijkheden blijft verkeren door de COVID-19-gezondheidscrisis; dat de bezettingsgraad immers zwak blijft, dat in januari 2022 44 % van de ondernemingen van de toeristische logiessector zich in een bijzonder moeilijke financiële situatie bevond en sommige zelfs op de rand van een faillissement; dat die ondernemingen veel personeel in dienst hebben; dat de ineenstorting van deze economische sector negatieve gevolgen zou hebben voor andere verwante sectoren; dat die ondernemingen in moeilijkheden dientengevolge onverwijld opnieuw financieel gesteund moeten worden en hun zo snel mogelijk steun uitgekeerd moet worden;

Dat het bovendien noodzakelijk is om dit besluit in te passen in de `tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun ter ondersteuning van de economie vanwege de huidige COVID-19-uitbraak' van de Europese Commissie; dat de steunbedragen waarin is voorzien in dit besluit en die die reeds toegekend zijn de mogelijkheden die geboden worden door het steunplafond van de de-minimisverordening immers vaak overschrijden; dat eens het plafond bereikt is, die ondernemingen geen toegang meer zullen hebben tot de meeste andere steun, op een moment waarop in het bijzonder steun voor algemene investeringen welkom zou zijn; dat die kaderregeling echter op 30 juni 2022 afloopt en waarschijnlijk niet verlengd zal worden; dat de steun tegen die datum uitgekeerd zal moeten zijn; dat de termijn voor de validering van de nationale steunregelingen door de Europese commissie zes weken bedraagt; dat de termijn voor het indienen van de premieaanvragen niet minder dan twee weken mag bedragen; dat snelheid derhalve geboden is;

Dat de spoedeisendheid gerechtvaardigd is;

Gelet op advies 71.188/1 van de Raad van State, gegeven op 21 maart 2022, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 3°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op de adviesaanvraag binnen vijftien dagen, die op 15 maart 2022 bij de Gegevensbeschermingsautoriteit is ingediend, met toepassing van artikel 26 van de wet van 3 december 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/12/2017 pub. 10/01/2018 numac 2017031916 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot oprichting van de Gegevensbeschermingsautoriteit sluiten tot oprichting van de Gegevensbeschermingsautoriteit;

Overwegende dat de directeur van het kenniscentrum de dringendheid heeft aanvaard, maar dat het advies niet is meegedeeld binnen die termijn;

Gelet op de goedkeuring van de Europese Commissie, gegeven op 12 april 2022;

Op voorstel van de Minister-President, bevoegd voor Toerisme, en de Minister van Economie, Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1° minister: de minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Economie;2° tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun: de mededeling van de Commissie van 19 maart 2020 betreffende de tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun ter ondersteuning van de economie vanwege de huidige COVID-19-uitbraak, gewijzigd bij de mededelingen van 3 april 2020, 8 mei 2020, 29 juni 2020, 13 oktober 2020, 28 januari 2021 en 18 november 2021;3° KBO : de Kruispuntbank van Ondernemingen;4° BEW: Brussel Economie en Werkgelegenheid van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel: 5° logieseenheid: de logieseenheid bedoeld in artikel 2, 10°, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 24 maart 2016Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 24/03/2016 pub. 14/04/2016 numac 2016031261 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende uitvoering van de ordonnantie van 8 mei 2014 betreffende het toeristische logies sluiten houdende uitvoering van de ordonnantie van 8 mei 2014 betreffende het toeristische logies.

Art. 2.De minister verleent steun aan de ondernemingen van de toeristische logiessector, met uitzondering van de verblijfscentra van sociaal toerisme, voor het geleden inkomensverlies in 2021 en 2022, in het kader van de gezondheidscrisis COVID-19.

De gezondheidscrisis COVID-19 wordt erkend als een ernstige verstoring van de economie, als bedoeld in artikel 28 van de ordonnantie van 3 mei 2018 betreffende de steun voor de economische ontwikkeling van ondernemingen.

Art. 3.De in dit besluit vastgestelde steunvoorwaarden zijn van toepassing onverminderd de in de ordonnantie van 3 mei 2018 betreffende de steun voor de economische ontwikkeling van ondernemingen vastgestelde voorwaarden.

In afwijking van het eerste lid en artikel 41, eerste lid, 3°, van de voormelde ordonnantie, kan de steun worden toegekend aan de begunstigden die een gerechtelijke reorganisatie ondergaan of waarvoor een procedure van gerechtelijke reorganisatie aanhangig is. HOOFDSTUK 2. - Algemene steunvoorwaarden

Art. 4.De begunstigde: 1° is ingeschreven in de KBO op 30 juni 2021;2° heeft, op 30 juni 2021 en voor de toeristische logies waarvoor de steun wordt aangevraagd, een vestigingseenheid ingeschreven in de KBO op het grondgebied van het Gewest, oefent er een economische activiteit uit en beschikt er over personele middelen en eigen goederen die specifiek voor hem bestemd zijn;3° beschikt, in overeenstemming met de ordonnantie van 8 mei 2014 betreffende het toeristisch logies, op de dag van de inwerkingtreding van dit besluit over een actief, niet-geschorst registratienummer voor de toeristische logies waarvoor de steun wordt aangevraagd;4° geniet de btw-vrijstellingsregeling voor kleine ondernemingen bedoeld in artikel 56bis van het Btw-Wetboek niet;5° leeft zijn verplichtingen inzake de bekendmaking van zijn jaarrekeningen bij de Nationale Bank van België na;6° heeft, op het moment van de steunaanvraag, geen sociale en fiscale schulden, tenzij zij het voorwerp uitmaken van een afbetalingsplan overeengekomen met de bevoegde autoriteiten dat wordt nageleefd, of van een geschil bij de bevoegde beroepsinstantie;7° verkeerde niet al in moeilijkheden op 31 december 2019, in de zin van punt 22, c en c bis, of 87, f, van de tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun; 8° heeft tot dusver, in de hoedanigheid van onderneming en inclusief de premie bedoeld in dit besluit, niet meer dan: a) 2.300.000 euro steun ontvangen in het kader van afdeling 3.1 van de tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun, indien de premie bedoeld in hoofdstuk 3 wordt toegekend; b) 12.000.000 euro steun ontvangen in het kader van afdeling 3.12 van de tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun, indien de premie bedoeld in hoofdstuk 4 wordt toegekend.

Art. 5.De begunstigde heeft in 2019 een omzet verwezenlijkt die hoger is dan de bedragen opgenomen in de volgende tabel, berekend in functie van het aantal actieve vestigingseenheden in het Gewest waarvan de begindatum in de KBO 1 januari 2020 voorafgaat:

Aantal vestigingseenheden

Omzet 2019

Nombre d'unités d'établissement

Chiffre d'affaires 2019

1

25.000 euro

1

25.000 euros

2

35.000 euro

2

35.000 euros

3

45.000 euro

3

45.000 euros

4

55.000 euro

4

55.000 euros

5 en meer

65.000 euro

5 et plus

65.000 euros


De vestigingseenheden waarvan de begindatum in de KBO 1 januari 2020 voorafgaat, maar waarvoor de begunstigde aantoont dat de beroepsactiviteit slechts na 1 januari 2019 is begonnen, worden niet in rekening gebracht bij het nagaan van de voorwaarde bedoeld in het eerste lid.

De omzet bedoeld in het eerste lid wordt bepaald volgens de methode en aan de hand van de bewijsstukken voorzien in artikel 6.

Het eerste lid is niet van toepassing op de begunstigden ingeschreven in de KBO vanaf 1 januari 2019.

Art. 6.§ 1. Indien de begunstigde een vennootschap is, voldoet hij minstens aan één van de drie volgende voorwaarden inzake financiële gezondheid: 1° het eigen vermogen, opgenomen in de boekhoudkundige code 10/15 vermeerderd met de code 101, is groter dan de helft van het geplaatst kapitaal, code 100, plus de uitgiftepremies, code 11, tenzij de begunstigde tussen het einde van het betrokken boekjaar en de dag van de steunaanvraag zijn eigen vermogen heeft wedersamengesteld zodat het groter is dan de helft van het geplaatst kapitaal, plus de uitgiftepremies;2° de omzet, code 70, van 2019 is groter dan die van 2018;3° het resultaat van de winst van het boekjaar voor belasting, code 9903, is positief. De voorwaarden voorzien in het eerste lid worden bepaald aan de hand van de jaarrekeningen die werden afgesloten op 31 december 2019 of een eerdere datum in 2019.

Indien de begunstigde, overeenkomstig de toepasselijke regelgeving, geen jaarrekeningen heeft afgesloten in 2018, is de voorwaarde voorzien in het eerste lid, 2°, niet van toepassing. In dat geval voldoet hij aan minstens één van de overblijvende voorwaarden.

Indien de afgesloten jaarrekeningen onvoldoende gegevens bevatten om de naleving van de voorwaarden voorzien in het eerste lid na te gaan, worden de ontbrekende gegevens bepaald aan de hand van een getuigschrift van een gecertificeerd accountant. § 2. Indien de begunstigde een onderneming natuurlijk persoon is, voldoet hij aan minstens één van de twee volgende voorwaarden inzake financiële gezondheid: 1° de omzet van 2019 is groter dan die van 2018;2° het resultaat van de exploitatie voor belastingen in 2019 is positief. De voorwaarden voorzien in het eerste lid worden bepaald aan de hand van een getuigschrift van een gecertificeerd accountant met betrekking tot 2018 en 2019, gestaafd door de relevante fragmenten van deel 2 van de aangifte en het aanslagbiljet van de personenbelasting voor het aanslagjaar 2020 (inkomsten 2019).

Indien de begunstigde geen omzet uit een toeristische logiesactiviteit heeft verwezenlijkt in 2018, voldoet hij aan de voorwaarde voorzien in het eerste lid, 2°. § 3. De paragrafen 1 en 2 zijn niet van toepassing op de begunstigden die sinds minder dan drie jaar in de KBO ingeschreven zijn op de datum van de inwerkingtreding van dit besluit.

Art. 7.De gegevens ingeschreven in de KBO gelden enkel zoals ze zijn bekendgemaakt op de datum van de indiening van de steunaanvraag. HOOFDSTUK 3. - Forfaitaire premie

Art. 8.De begunstigden die voldoen aan de voorwaarden bepaald in de artikelen 3 tot en met 6 en die niet in aanmerking komen voor de premie bedoeld in hoofdstuk 4, komen in aanmerking voor de steun bedoeld in dit hoofdstuk.

De steun wordt in dat geval verleend onder de voorwaarden bedoeld in afdeling 3.1 van de tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun.

Art. 9.Voor de hotels en aparthotels bestaat de steun uit een premie van 1.100 euro per logieseenheid van elk hotel of aparthotel gevestigd in het Gewest waarvan de begunstigde de exploitant is.

Het aantal logieseenheden wordt bepaald aan de hand van de basiscapaciteit aangegeven in het formulier voor voorafgaande aangifte, ingediend bij BEW in het kader van de registratie van het hotel of aparthotel.

Indien de basiscapaciteit van het hotel of aparthotel 18 of minder logieseenheden betreft, bestaat de steun uit een forfaitaire premie van 20.000 euro.

Art. 10.Voor de toerismeverblijven, logies bij de bewoner en kampeerterreinen bestaat de steun uit een forfaitaire premie van 12.500 euro per toerismeverblijf, logies bij de bewoner of kampeerterrein gevestigd in het Gewest waarvan de begunstigde de exploitant is.

Art. 11.De steun bedraagt maximaal 350.000 euro per toeristische logies gevestigd in het Gewest waarvan de begunstigde de exploitant is en 1.800.000 euro per begunstigde. HOOFDSTUK 4 Steun in de vorm van steun voor niet-gedekte vaste kosten

Art. 12.Komen in aanmerking voor de steun bedoeld in dit hoofdstuk, de begunstigden: 1° die mits toekenning van de premie bedoeld in hoofdstuk 3, het steunplafond bedoeld in artikel 4, 8°, a), zouden bereiken;2° en die, in het kader van dit hoofdstuk, een hoger steunbedrag zouden genieten dan het bedrag van de premie bedoeld in hoofdstuk 3, met toepassing van het steunplafond bedoeld in artikel 4, 8°, a);3° en waarvan de omzet, bepaald volgens de methode en aan de hand van de bewijsstukken voorzien in artikel 6, tussen 1 januari 2021 en 31 december 2021 met ten minste 30 % is gedaald ten opzichte van dezelfde periode in 2019. De steun wordt in dat geval verleend onder de voorwaarden bedoeld in afdeling 3.12 van de tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun.

Art. 13.§ 1. De steun bestaat uit een premie van 70 % van de niet-gedekte vaste kosten die de begunstigde heeft gemaakt in de periode tussen 1 januari 2021 en 31 december 2021.

Indien de begunstigde een micro- of kleine onderneming is, bedraagt de steunintensiteit 90 %. § 2. Niet-gedekte vaste kosten zijn de vaste kosten die de begunstigde heeft gemaakt tussen 1 januari 2021 en 31 december 2021 die niet worden gedekt door de winstbijdrage, met name de inkomsten minus variabele kosten, tijdens dezelfde periode en die niet worden gedekt door andere bronnen, zoals verzekeringen, tijdelijke steunmaatregelen die onder de tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun vallen of steun uit andere bronnen.

De verliezen van de begunstigde op zijn winst- en verliesrekening tijdens de subsidiabele periode worden beschouwd als niet-gedekte vaste kosten, met uitzondering van de eenmalige bijzondere waardeverminderingsverliezen.

De steun mag niet met andere steun van eender welke Belgische overheid voor dezelfde in aanmerking komende kosten worden gecumuleerd.

Art. 14.Voor de hotels en aparthotels bedraagt de steun maximaal 1.100 euro per logieseenheid van elk hotel of aparthotel gevestigd in het Gewest waarvan de begunstigde de exploitant is.

Voor de toerismeverblijven, logies bij de bewoner en kampeerterreinen bedraagt de steun maximaal 12.500 euro per toerismeverblijf, logies bij de bewoner of kampeerterrein gevestigd in het Gewest waarvan de begunstigde de exploitant is.

De steun bedraagt in elk geval maximaal 350.000 euro per toeristische logies gevestigd in het Gewest waarvan de begunstigde de exploitant is en 1.800.000 euro per begunstigde. HOOFDSTUK 5. - Procedure voor de behandeling van de steunaanvraagdossiers en de vereffening van de steun

Art. 15.De begunstigde dient de steunaanvraag in bij BEW door middel van een formulier dat BEW ter beschikking stelt op zijn website aan de ondernemingen die voldoen aan de voorwaarden bepaald in artikel 4, 1° tot 3°, van dit besluit en die zich niet in een van de situaties bedoeld in artikel 41, eerste lid, 3°, van de ordonnantie van 3 mei 2018 betreffende de steun voor de economische ontwikkeling van ondernemingen bevinden, onder voorbehoud van artikel 3, tweede lid, van dit besluit.

Het formulier bepaalt de bewijsstukken die nodig zijn om de naleving na te gaan van de voorwaarden bepaald in dit besluit en de voornoemde ordonnantie, die de begunstigde bij zijn aanvraag voegt.

BEW ontvangt de steunaanvraag ten laatste op 15 mei 2022.

De begunstigde vermeldt in zijn aanvraag alle steun die hij onder de afdelingen 3.1 en 3.12 van de tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun heeft ontvangen.

BEW kan per e-mail alle documenten of informatie opvragen die noodzakelijk zijn voor het onderzoek van de aanvraag. De begunstigde verstrekt de aanvullende documenten en informatie binnen de tien dagen van het verzoek. Indien binnen deze termijn geen antwoord wordt ontvangen, wordt de aanvraag geweigerd.

Art. 16.De toekenningsbeslissing wordt ten laatste op 30 juni 2022 aan de begunstigde betekend.

BEW deelt de begunstigde mee dat de steun overeenkomstig de tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun wordt verleend.

Art. 17.De steun wordt in één enkele schijf vereffend op een Belgische zichtrekening op naam van de begunstigde.

Art. 18.BEW maakt binnen de twaalf maanden na de toekenning ervan de nodige informatie over elke steun van meer dan 100.000 euro toegekend op grond van dit besluit bekend op de uitgebreide staatssteunwebsite of via het IT-instrument van de Europese Commissie.

De nodige informatie is die bedoeld in bijlage III bij de verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard.

Art. 19.§ 1. Het onderzoek, het beheer en de controle van de aanvragen, het beheer van de toegang tot het aanvraagformulier en de bekendmaking van de gegevens bedoeld in artikel 18 betreffen de verwerking van de volgende categorieën van persoonsgegevens: 1° de identificatie- en contactgegevens van de personen die namens de begunstigden de aanvraag indienen;2° de identificatie-, adres-, contact- en belastinggegevens van de zelfstandige ondernemingen natuurlijk persoon die de premie aanvragen;3° de gegevens die noodzakelijk zijn om de naleving van de voorwaarden bedoeld in de artikelen 4, 5 en 6 na te gaan, waaronder de jaarrekeningen;4° de gegevens die noodzakelijk zijn voor het beheer van de toegang tot het steunaanvraagformulier;5° de gegevens die noodzakelijk zijn voor de bepaling van het premiebedrag;6° de gegevens die noodzakelijk zijn voor de bekendmaking van gegevens in uitvoering van artikel 18. § 2. BEW is de verantwoordelijke voor de verwerkingen van persoonsgegevens bedoeld in § 1.

BEW kan de persoonsgegevens, en andere gegevens, bekomen van de aanvrager of van een andere overheidsinstantie, waaronder de FOD Economie, de Nationale Bank van België en de FOD Financiën. § 3. Onverminderd artikel 18 bedraagt de maximale bewaringstermijn voor persoonsgegevens die op grond van dit artikel worden verwerkt, tien jaar vanaf de dag van de weigering of de vereffening van de steun, behalve voor persoonsgegevens die eventueel nodig zouden zijn voor de behandeling van geschillen met de steunaanvrager, die worden bewaard gedurende de tijd die nodig is om dergelijke geschillen te behandelen. HOOFDSTUK 6. - Slotbepalingen

Art. 20.Dit besluit treedt in werking op 2 mei 2022.

Art. 21.De minister is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 22 april 2022.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering: De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Toerisme, R. VERVOORT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Economie, A. MARON

^