28 JANUARI 2022. - Ministerieel besluit betreffende bepaalde subsidies die worden beheerd door het bestuur Brussel Economie en Werkgelegenheid van de GOB die worden gelijkgesteld aan de uitgaven onderworpen aan organieke regels

De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Begroting, Gelet op de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, de artikelen 81, eerste lid, 82, derde lid en 83, eerste lid;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 16 december 2021Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 16/12/2021 pub. 25/01/2022 numac 2021043536 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de begrotingscontrole, de begrotingsopmaak, de begrotingswijzigingen en de monitoring van de uitvoering van de begroting van de gewestelijke entiteit sluiten betreffende de begrotingscontrole, de begrotingsopmaak, de begrotingswijzigingen en de monitoring van de uitvoering van de begroting van de gewestelijke entiteit, de artikelen 50, § 2 en 76, § 3;

Gelet op het ministerieel besluit van 28 januari 2021Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 28/01/2021 pub. 24/02/2021 numac 2021040520 bron brussels hoofdstedelijk gewest Ministerieel besluit in toepassing van het artikel 39, 2^de lid van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 13 juli 2006 betreffende de administratieve en begrotingscontrole evenals de begrotingsopmaak, betreffende bepaalde subsidies die worden beheerd door het bestuur Brussel Economie en Werkgelegenheid van de GOB sluiten in toepassing van het artikel 39, 2de lid van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 13 juli 2006 betreffende de administratieve en begrotingscontrole evenals de begrotingsopmaak, betreffende bepaalde subsidies die worden beheerd door het bestuur Brussel Economie en Werkgelegenheid van de GOB;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën van 24-25/01/2022;

Overwegende dat, voor de BA's 12.021.31.01.3450 « Preactiviteitssteun en steun voor coworking aan de kandidaat-ondernemers ... », 12.021.34.01.3300 « Werkingssteun aan privéverenigingen ... », 12.021.35.01.5210 « Investeringssteun aan privéverenigingen ... », 12.021.35.02.5210 « Investeringssteun aan privéverenigingen voor de vervanging van verouderde voertuigen wegens de 'Low Emission Zone' ... », 12.021.38.01.3132 « Werkingssteun aan privébedrijven ... », 12.021.38.02.3132 « Steun voor aanwervingen aan privébedrijven ... », 12.021.39.01.5112 « Investeringssteun aan privébedrijven ... » en 12.021.39.02.5112 « Investeringssteun aan privébedrijven voor de vervanging van verouderde voertuigen wegens de 'Low Emission Zone' ... », de betalingen aan de begunstigden worden geregeld door en gespecifieerd in de ordonnantie van 3 mei 2018 betreffende de steun voor de economische ontwikkeling van ondernemingen en de daarmee verbonden uitvoeringsbesluiten van de Regering ;

Overwegende dat, voor de BA 12.021.38.03.3132 « Werkingssteun aan privébedrijven tijdens werken aan de openbare weg ... », de betalingen aan privébedrijven worden geregeld door en gespecifieerd in de artikelen 84-86 van de ordonnantie van 3 mei 2018 betreffende de bouwplaatsen op de openbare wegen en het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 14 februari 2019 betreffende de forfaitaire schadevergoeding voor handelszaken die getroffen worden door een bouwplaats op de openbare weg;

Overwegende dat de BA's 12.021.38.04.3132 « Steun tot vergoeding van de ondernemingen getroffen door de dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken », 12.021.38.05.3132 « Steun tot vergoeding van de ondernemingen actief in de primaire productie van landbouwproducten en de aquacultuur op het gebied van voeding », 12.021.38.07.3132 « Steun aan ondernemingen die een terugval van hun activiteit ondergaan als gevolg van de gezondheidscrisis COVID-19 », 12.021.38.08.3132 « Steun voor hotels en aparthotels die getroffen zijn door de gezondheidscrisis COVID-19 », 12.021.38.09.3132 « Steun aan ondernemingen in het kader van de gezondheidscrisis COVID-19 », 12.023.34.01.3300 « Werkingssubsidies aan privéverenigingen in het kader van het Garantiefonds voor de evenementensector (COVID-19) » en 12.023.38.01.3132 « Werkingssubsidies aan de privébedrijven in het kader van het Garantiefonds voor de evenementensector (COVID-19) » gecreëerd werden in het kader van de gezondheidscrisis COVID-19, dat de uitgaven gecategoriseerd worden als facultatieve subsidies omwille van hun tijdelijk karakter, maar dat ze wel geregeld en gespecifieerd worden in (bijzondere machten-) besluiten van de Regering en hun rechtsbasis voorkomt uit de artikelen 28 en 30 van de ordonnantie van 3 mei 2018 betreffende de steun voor de economische ontwikkeling van ondernemingen;

Overwegende dat, voor de BA 13.004.38.04.3132 « Gereglementeerde werkingssubsidies aan privébedrijven ter bevordering van de buitenlandse handel », de betalingen aan de privébedrijven worden geregeld door en gespecifieerd in het artikel 6 van de ordonnantie betreffende de bevordering van de buitenlandse handel en de aantrekking van buitenlandse investeringen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en van het daarmee verbonden uitvoeringsbesluit van de Regering van 19 juli 2017;

Overwegende dat, voor de BA's 16.003.19.02.3122 « Gereglementeerde werkingssubsidies aan niet-geconsolideerde overheidsbedrijven ... », 16.003.27.01.4340 « Gereglementeerde werkingssubsidies aan vzw's van de lokale overheden ... », 16.003.27.03.4340 « Gereglementeerde werkingssubsidies aan de OCMW's ... », 16.003.34.03.3300 « Gereglementeerde werkingssubsidies aan privéverenigingen ... » en 16.003.38.02.3132 « Gereglementeerde werkingssubsidies aan privéondernemingen en privéverenigingen (in ESR gelijkgesteld aan privéondernemingen) ... », de betalingen aan de begunstigden worden geregeld door en gespecifieerd in de ordonnantie van 23 juli 2018 met betrekking tot de erkenning en de ondersteuning van de sociale ondernemingen en de daarmee verbonden uitvoeringsbesluiten van de Regering;

Overwegende dat de BA 16.016.34.01.3300 « Steun tot vergoeding van de privéverenigingen actief in de culturele en creatieve sector getroffen door de dringende maatregelen om de verspreiding van COVID-19 te beperken » gecreëerd werd in het kader van de gezondheidscrisis COVID-19, dat de uitgaven gecategoriseerd worden als facultatieve subsidies omwille van hun tijdelijk karakter, maar dat ze wel geregeld en gespecifieerd worden in (bijzondere machten-) besluiten van de Regering;

Overwegende dat, voor de BA's 17.008.39.02.5112 « Investeringssubsidies aan privébedrijven in het kader van het innovatief stadsproject Cairgo Bike » en 17.008.39.06.5112 « Investeringssubsidies aan privébedrijven in het kader van het innovatief stadsproject Cairgo Bike gefinancierd door de Europese Unie », de betalingen aan de privébedrijven (deels gecofinancierd door de Europese Unie) worden noch geregeld door, noch gespecifieerd in een ordonnantie of regeringsbesluit, maar omwille van de cofinanciering door de EU dienen wel strikte regels gevolgd te worden;

Overwegende dat de bepalingen met betrekking tot de subsidies die in het huidige besluit worden bedoeld, hen een gereglementeerd karakter geven en dat hun juridisch kader een goed risicobeheer verzekert;

Overwegende dat deze (gereglementeerde) facultatieve subsidies worden toegekend binnen de grenzen van de jaarlijkse begrotingskredieten;

Overwegende dat de tussenkomst van de controleorganen voor deze (gereglementeerde) facultatieve subsidies geen grote meerwaarde betekent aangezien dit niet verenigbaar is met de realiteit en met de functionele behoeften met betrekking tot het beheer van de betreffende subsidies, en dat zij de controleorganen zou overbelasten ;

Overwegende dat, in toepassing van het artikel 4, § 4 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, de beginselen van doeltreffendheid, doelmatigheid en zuinigheid aanbevelen dat de betreffende subsidies zouden worden beheerd volgens de procedure die van toepassing is op de organieke subsidies of volgens de afwijkende procedure;

Overwegende dat deze afwijking gepaard gaat met een risicobeheersing die wordt verzekerd en aangetoond door de beherende administratieve diensten, Besluit :

Artikel 1.In toepassing van het artikel 50, § 1 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 16 december 2021Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 16/12/2021 pub. 25/01/2022 numac 2021043536 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de begrotingscontrole, de begrotingsopmaak, de begrotingswijzigingen en de monitoring van de uitvoering van de begroting van de gewestelijke entiteit sluiten betreffende de begrotingscontrole, de begrotingsopmaak, de begrotingswijzigingen en de monitoring van de uitvoering van de begroting van de gewestelijke entiteit, is het advies van de Inspectie van Financiën niet vereist voor de uitgaven, gelijkgesteld aan de organieke uitgaven, die aangerekend worden op de volgende basisallocaties uit de begroting van het bestuur Brussel Economie en Werkgelegenheid van de GOB: 12.021.31.01.3450; 12.021.34.01.3300; 12.021.35.01.5210; 12.021.35.02.5210; 12.021.38.01.3132; 12.021.38.02.3132; 12.021.38.03.3132; 12.021.38.04.3132; 12.021.38.05.3132; 12.021.38.07.3132; 12.021.38.08.3132; 12.021.38.09.3132; 12.021.39.01.5112; 12.021.39.02.5112; 12.023.34.01.3300; 12.023.38.01.3132; 13.004.38.04.3132; 16.003.19.02.3122; 16.003.27.01.4340; 16.003.27.03.4352; 16.003.34.03.3300; 16.003.38.02.3132; 16.016.34.01.3300; 17.008.39.02.5112; 17.008.39.06.5112.

Art. 2.In toepassing van het artikel 63, 1ste lid, 1° van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 16 december 2021Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 16/12/2021 pub. 25/01/2022 numac 2021043536 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de begrotingscontrole, de begrotingsopmaak, de begrotingswijzigingen en de monitoring van de uitvoering van de begroting van de gewestelijke entiteit sluiten betreffende de begrotingscontrole, de begrotingsopmaak, de begrotingswijzigingen en de monitoring van de uitvoering van de begroting van de gewestelijke entiteit, zijn de aangelegenheden die niet voor voorafgaandelijk advies aan de Inspectie van Financiën moeten worden voorgelegd, ook vrijgesteld van het akkoord van de Minister van Begroting.

Art. 3.In toepassing van het artikel 76, § 3 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 16 december 2021Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 16/12/2021 pub. 25/01/2022 numac 2021043536 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de begrotingscontrole, de begrotingsopmaak, de begrotingswijzigingen en de monitoring van de uitvoering van de begroting van de gewestelijke entiteit sluiten betreffende de begrotingscontrole, de begrotingsopmaak, de begrotingswijzigingen en de monitoring van de uitvoering van de begroting van de gewestelijke entiteit, maken de facultatieve subsidies, toegekend op de volgende basisallocaties, noch het voorwerp uit van een besluit, noch van een overeenkomst: 12.021.38.04.3132; 12.021.38.05.3132; 12.021.38.07.3132; 12.021.38.08.3132; 12.021.38.09.3132; 12.023.34.01.3300; 12.023.38.01.3132; 16.016.34.01.3300.

Art. 4.Als de uitgaven, aangerekend op de basisallocaties vermeld in artikel 1 van dit besluit, een drempelwaarde bereiken die een akkoord van de Regering vereist, dan zijn het advies van de Inspecteur van Financiën en het akkoord van de Minister van Begroting vereist.

Art. 5.Teneinde een doeltreffende en efficiënte opvolging te verzekeren van de uitgaven die aangerekend worden op de basisallocaties hernomen in artikel 1 van dit besluit, ten behoeve van de bevoegde Minister en van de Minister van Begroting, zijn volgende begeleidende maatregelen noodzakelijk: 1° de modellering van de werkstromen (workflows) evenals de latere wijzigingen die daarop aangebracht worden;de informatie hierover wordt onverwijld meegedeeld aan de Inspectie van Financiën, de cel Begrotingscontrole van de dienst Begroting, Begrotingscontrole en Beheerscontrole van de GOB, de bevoegde Minister en de Minister van Begroting; 2° de opmaak van een vademecum van de interne vakcontrole die uitgeoefend wordt in de betrokken administratieve diensten;het vademecum wordt onverwijld meegedeeld aan de Inspectie van Financiën, de cel Begrotingscontrole van de dienst Begroting, Begrotingscontrole en Beheerscontrole van de GOB, de bevoegde Minister en de Minister van Begroting; 3° de onverwijlde overmaking aan de Inspectie van Financiën, de cel Begrotingscontrole van de dienst Begroting, Begrotingscontrole en Beheerscontrole van de GOB, de bevoegde Minister en de Minister van Begroting van een trimestriële lijst van de vastleggingen die specifiek is voor ieder uitgaventype en die alle elementen bevat die bijdragen tot de vaststelling van de rechten van de begunstigden door de ordonnateur;4° de onverwijlde overmaking aan de Inspectie van Financiën, de cel Begrotingscontrole van de dienst Begroting, Begrotingscontrole en Beheerscontrole van de GOB, de bevoegde Minister en de Minister van Begroting van het jaarverslag vermeld in artikel 74 van de ordonnantie van 13 december 2007 betreffende de steun ter bevordering van de economische expansie;5° de regelmatige overmaking aan de Inspectie van Financiën, de cel Begrotingscontrole van de dienst Begroting, Begrotingscontrole en Beheerscontrole van de GOB, de bevoegde Minister en de Minister van Begroting van het activiteitenrapport van de ambtenaren belast met het controleren van de naleving van de ordonnantie van 18 maart 2004 betreffende de erkenning en de financiering van de plaatselijke initiatieven voor de ontwikkeling van de werkgelegenheid en de inschakelingsondernemingen en van haar uitvoeringsbesluiten;6° de onverwijlde overmaking aan de Inspectie van Financiën, de cel Begrotingscontrole van de dienst Begroting, Begrotingscontrole en Beheerscontrole van de GOB, de bevoegde Minister en de Minister van Begroting van het jaarverslag van de Dienst Buitenlandse Handel en Buitenlandse Investeringen, minstens voor wat de uitgaven in verband met de promotie van de buitenlandse handel betreft;7° de regelmatige overmaking aan de Inspectie van Financiën van een steekproef van dossiers voor een a posteriori controle in de gevallen die de Inspectie van Financiën motiveert. Het bestuur Brussel Economie en Werkgelegenheid van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel wordt belast met de onverwijlde uitvoering van bovenvermelde begeleidende maatregelen. De Inspectie van Financiën, de cel Begrotingscontrole van de dienst Begroting, Begrotingscontrole en Beheerscontrole van de GOB, de bevoegde Minister en de Minister van Begroting worden hierover onverwijld ingelicht.

Art. 6.De Directeur-generaal van Brussel Financiën en Begroting van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel wordt ermee belast een afschrift van dit besluit te bezorgen aan de bevoegde Minister, het bevoegde Bestuur, het Rekenhof, het Parlement, de Inspectie van Financiën, de Controleurs van de vastleggingen en vereffeningen, de directie Boekhouding en de dienst Begroting, Begrotingscontrole en Beheerscontrole van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel.

Art. 7.Het ministerieel besluit van 28 januari 2021Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 28/01/2021 pub. 24/02/2021 numac 2021040520 bron brussels hoofdstedelijk gewest Ministerieel besluit in toepassing van het artikel 39, 2^de lid van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 13 juli 2006 betreffende de administratieve en begrotingscontrole evenals de begrotingsopmaak, betreffende bepaalde subsidies die worden beheerd door het bestuur Brussel Economie en Werkgelegenheid van de GOB sluiten in toepassing van het artikel 39, 2de lid van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 13 juli 2006 betreffende de administratieve en begrotingscontrole evenals de begrotingsopmaak, betreffende bepaalde subsidies die worden beheerd door het bestuur Brussel Economie en Werkgelegenheid van de GOB wordt opgeheven.

Art. 8.Dit besluit heeft uitwerking vanaf 1 januari 2022.

Brussel, 28 januari 2022.

De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Begroting, S. GATZ