Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 07 mei 2009
gepubliceerd op 02 juni 2009

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de diversiteitsplannen en het diversiteitslabel

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2009031279
pub.
02/06/2009
prom.
07/05/2009
ELI
eli/besluit/2009/05/07/2009031279/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

7 MEI 2009. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de diversiteitsplannen en het diversiteitslabel


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de ordonnantie van 18 januari 2001 houdende organisatie en werking van de Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling, artikel 4, tweede lid;

Gelet op de ordonnantie van 4 september 2008 betreffende de strijd tegen discriminatie en de gelijke behandeling op het vlak van de tewerkstelling, de artikelen 16 en 28;

Gelet op het advies van het beheerscomité van ACTIRIS, gegeven op 3 maart 2009;

Gelet op het advies van de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, gegeven op 23 april 2009;

Gelet op het advies nr. 46.284/1 van de Raad van State, gegeven op 7 april 2009 in toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 juni 2007 tot wijziging van het letterwoord van de Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling;

Overwegende dat de Brusselse Hoofdstedelijke Regering er zich in haar verklaring van 19 juli 2004 toe verbonden heeft het actieplan ter bestrijding van de discriminatie bij aanwerving, dat gestalte kreeg in de schoot van het Territoriaal Pact voor de Werkgelegenheid in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, voort te zetten en uit te breiden;

Overwegende dat de Brusselse Hoofdstedelijke Regering zich ter gelegenheid van de verklaring van 19 juli 2004 met de opdracht belastte om werkgevers aan te moedigen diversiteitsplannen op te stellen opdat de plaats van tewerkstelling een weerspiegeling zou zijn van de maatschappij;

Overwegende dat de Brusselse Hoofdstedelijke Regering en de Brussels sociale partners in het Contract voor de Economie en de Tewerkstelling 2005-2010 de verbintenis aangingen na te gaan of het wenselijk was bij werkgevers diversiteitsplannen in te voeren;

Overwegende dat het Territoriaal Pact voor de Werkgelegenheid in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, verder het Pact genaamd, een referentiekader voor diversiteitsplannen binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft opgesteld, dat op 12 december 2006 werd goedgekeurd door het beheerscomité van ACTIRIS;

Overwegende dat het beheerscomité van ACTIRIS op 9 oktober 2007 de te volgen procedure bij het indienen en behandelen van een diversiteitsplan heeft goedgekeurd;

Overwegende dat de ordonnantie van 4 september 2008 betreffende de strijd tegen discriminatie en de gelijke behandeling op het vlak van de tewerkstelling voorziet in het uitwerken van een structureel kader ten behoeve van de diversiteitsplannen en een diversiteitslabel;

Overwegende dat een duidelijk, helder en structureel kader moet worden uitgewerkt ten behoeve van de diversiteitsplannen en het diversiteitslabel, met nauwkeurige inhoudelijke en vormelijke voorwaarden en procedures voor de goedkeuring, subsidiëring of toekenning van deze plannen en dit label;

Op voorstel van de Minister bevoegd voor Tewerkstelling;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Definities

Artikel 1.Voor de toepassing van onderhavig besluit wordt verstaan onder : 1°ACTIRIS : de Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling, als gereglementeerd bij de ordonnantie van 18 januari 2001 houdende organisatie en werking van de Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling; 2° bevordering van de diversiteit : het erkennen, eerbiedigen en waarderen van verschillen op de werkvloer;3° diversiteitsplan : een geïntegreerd, drempelverlagend, en planmatig, al dan niet stapsgewijs geheel van maatregelen en acties als bedoeld in artikel 6, § 1 op het vlak van het personeels- en organisatiebeleid van een onderneming, organisatie of instelling, enerzijds ter bevordering van de instroom en de doorstroming, en anderzijds ter verhindering van de voortijdige uitstroom van de werknemers als bedoeld in 6° tot en met 10°, alsook van de personen van een bepaald geslacht die in verhouding tot het andere geslacht ondervertegenwoordigd zijn in een specifiek arbeidssegment;4° consolidatieplan aangaande diversiteit : het plan dat maatregelen en acties uit een eerste goedgekeurd diversiteitsplan behoudt, voortzet, uitbreidt of ontwikkelt;5° diversiteitslabel : het keurmerk in de vorm van een certificaat, als bedoeld in artikel 28, § 2 van de ordonnantie van 4 september 2008 betreffende de strijd tegen discriminatie en de gelijke behandeling op het vlak van de tewerkstelling, vergezeld gaande van een grafisch symbool en met name een pictogram dat het genoemde label weergeeft, en aan de hand waarvan de houder het publiek te kennen geeft dat de maatregelen en acties uit het diversiteitsplan zijn uitgevoerd;6° werknemer van vreemde nationaliteit : werknemer of ingeschreven werkzoekende die geen onderdaan is van een Staat die tot de Europese Unie is toegetreden, noch van het Koninkrijk Noorwegen, de Prinsdommen Andorra, Liechtenstein, of Monaco, de Republieken Ijsland of San Marino, of de Zwitserse Bondsstaat;7° werknemer met een handicap : werknemer of ingeschreven werkzoekende van wie de deelname aan het professioneel leven, met inbegrip van het verwerven en het behouden van een arbeidsplaats en het maken van promotie, langdurig en in belangrijke mate beperkt of belemmerd is of bedreigd wordt, door het samenspel tussen : a) functiestoornissen van mentale, psychische, lichamelijke of zintuiglijke aard;b) beperkingen bij het uitvoeren van activiteiten;c) persoonlijke en externe factoren;8° jeugdige werknemer : werknemer of ingeschreven werkzoekende, jonger dan 26 jaar;9° ervaren werknemer : werknemer of ingeschreven werkzoekende, ouder dan 45 jaar;10° kortgeschoolde werknemer : werknemer of ingeschreven werkzoekende die geen houder is van een diploma of een ander gelijkgesteld document, met inbegrip van een gelijkwaardig verklaard buitenlands document, hoger dan het lager secundair onderwijs;11° onderneming : 1.de rechtspersoon die is opgericht in de vorm van een handelsvennootschap als bedoeld in het wetboek van vennootschappen; 2. de rechtspersoon die is opgericht in de vorm van een vereniging zonder winstoogmerk of een stichting als bedoeld in de wet van 27 juni 1921 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen;3. de beoefenaar van een vrij beroep als bedoeld in artikel 2, 3°, vijfde lid, van de wet van 26 juni 2002 betreffende de sluiting van de ondernemingen;12° organisatie : de in het koninklijk besluit houdende oprichting en vaststelling van de bevoegdheid van het betrokken paritair comité als organisatie omschreven onderneming, alsook de representatieve werknemers- of werkgeversorganisatie als bedoeld in artikel 3 van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités;13° instelling : de in het koninklijk besluit houdende oprichting en vaststelling van de bevoegdheid van het betrokken paritair comité als instelling, inrichting of dienst omschreven onderneming;14° tewerkstellingsoperatoren : de tewerkstellingsoperatoren als omschreven in de ordonnantie van 26 juni 2003 betreffende het gemengd beheer van de arbeidsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;15° Minister : de Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Tewerkstelling;16° ESRBHG : de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;17° Bestuur : het Bestuur Economie en Werkgelegenheid van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. HOOFDSTUK II. - Diversiteitsplan Afdeling 1. - Begunstigden

Art. 2.§ 1. De onderneming, organisatie of instelling kan een aanvraag tot goedkeuring van een diversiteitsplan bij ACTIRIS indienen ter ontwikkeling, tenuitvoerlegging en opvolging van maatregelen en acties als bedoeld in artikel 6, § 1 ten voordele van : 1° werknemers van vreemde nationaliteit;2° werknemers met een handicap;3° jeugdige werknemers;4° ervaren werknemers;5° personen van een bepaald geslacht die in verhouding tot het andere geslacht ondervertegenwoordigd zijn in een specifiek arbeidssegment;6° kortgeschoolde werknemers. De werknemer van vreemde nationaliteit als bedoeld in het eerste lid, 1°, dient in aanmerking te komen voor de toekenning of de vrijstelling van arbeidskaart krachtens de wet van 30 april 1999 betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers en haar uitvoeringsbesluiten.

Aan de leeftijdsvoorwaarde als bedoeld in artikel 1, 8° en 9°, moet voldaan zijn in de loop van de tenuitvoerlegging of toepassing van het diversiteitsplan. § 2. Na advies van ACTIRIS, op grond van de analyses verricht door het Brussels Observatorium van de Arbeidsmarkt en de Kwalificaties als bedoeld in artikel 17 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 15 april 2004 houdende de uitvoering van de ordonnantie van 26 juni 2003 betreffende het gemengd beheer van de arbeidsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, en van de ESRBHG, kan de Regering voor de duur van vierentwintig maanden bepalen welke van de werknemers en personen, de begunstigden moeten zijn van een diversiteitsplan met het oog op de goedkeuring ervan als bedoeld in artikel 8.

Genoemde bepaling laat het diversiteitsplan dat op dat ogenblik reeds goedgekeurd is krachtens artikel 8, § 5, onverlet.

Art. 3.Alleen de onderneming, organisatie of instelling waarvan de hoofdzetel van de activiteiten, dat wil zeggen de plaats van tewerkstelling waar de werknemers als bedoeld in artikel 2, ten voordele van wie de maatregelen en acties als bedoeld in artikel 6, § 1, zullen worden ten uitvoer gelegd, recurrent werken of zullen werken, en waar recurrente activiteiten in verband met het maatschappelijk doel van de onderneming, organisatie of instelling worden uitgevoerd, in het territoriale bevoegdheidsgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gelegen is, kan een aanvraag tot goedkeuring van een diversiteitsplan indienen.

Art. 4.De onderneming, organisatie of instelling die reeds een diversiteitsplan geniet, onder gelijk welke benaming, goedgekeurd krachtens een reglementering van om het even welke andere overheid, kan krachtens dit besluit een aanvraag tot goedkeuring van een diversiteitsplan indienen, wanneer zij aantoont dat dit plan andere maatregelen en acties behelst dan het plan dat werd goedgekeurd krachtens een reglementering van een andere overheid. In dit geval wordt dit plan goedgekeurd en in voorkomend geval gesubsidieerd overeenkomstig de voorwaarden van dit besluit in de mate dat de maatregelen en de acties nog niet werden goedgekeurd en gesubsidieerd krachtens een reglementering van een andere overheid.

Art. 5.Kan geen aanvraag tot goedkeuring van een diversiteitsplan indienen, de onderneming, organisatie of instelling : 1° die achterstallige belastingen verschuldigd is, of achterstallige bijdragen die worden geïnd door de instelling belast met de inning van de bijdragen voor sociale zekerheid of door een Fonds voor Bestaanszekerheid of voor rekening van dat fonds. De sommen waarvoor een behoorlijk in acht genomen aanzuiveringsplan bestaat, worden niet als achterstallen beschouwd; 2° die veroordeeld wordt wegens misdaad of wanbedrijf als rechtspersoon of in de hoedanigheid van werkgever;3° aan wie in de hoedanigheid van werkgever als bedoeld in artikel 2 van de wet van 30 juni 1971 betreffende de administratieve geldboeten toepasselijk in geval van inbreuk op sommige sociale wetten of in artikel 27, § 3, van de ordonnantie van 30 april 2009 betreffende het toezicht op de reglementeringen inzake werkgelegenheid die tot de bevoegdheid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest behoren en de invoering van administratieve geldboeten toepasselijk in geval van inbreuk op deze reglementeringen, een administratieve geldboete wordt opgelegd wegens inbreuk op de reglementeringen als bedoeld in de artikelen 1 en 1bis van de genoemde wet of in artikel 2, § 1, eerste lid, van de genoemde ordonnantie;4° die zich in staat van faillissement bevindt, een gerechtelijk akkoord aanvraagt of verkrijgt, het voorwerp is van een vordering tot gerechtelijke ontbinding of in staat van vereffening verkeert;5° die onder de bestuurders, zaakvoerders, lasthebbers en, meer algemeen, alle personen die ertoe gemachtigd zijn om haar te verbinden of te vertegenwoordigen, personen telt : a) die uit hun burgerlijke en politieke rechten zijn ontzet;b) zoals bedoeld in het koninklijk besluit nr.22 van 24 oktober 1934 betreffende het rechterlijk verbod aan bepaalde veroordeelden en gefailleerden om bepaalde ambten, beroepen of werkzaamheden uit te oefenen; c) die, gedurende de laatste vijf jaar, geacht werden verantwoordelijk te zijn voor de verbintenissen of schulden van een gefailleerde vennootschap met toepassing van de artikelen 229, 5°, 265, 315, 456,4° en 530 van het wetboek van vennootschappen;6° die opzettelijk verkeerde inlichtingen verstrekt die het bedrag van de subsidie als bedoeld in artikel 9, § 1 beïnvloeden;7° van wie het diversiteitslabel werd ingetrokken overeenkomstig artikel 28 of 30. Kan evenmin een aanvraag tot goedkeuring van een diversiteitsplan indienen, elke afdeling van een onderneming, organisatie of instelling, die geacht kan worden economisch of sociaal afhankelijk te zijn van een juridische eenheid of van een technische bedrijfseenheid die krachtens artikel 8, § 1 een diversiteitsplan ter goedkeuring heeft ingediend.

Kan evenmin een aanvraag tot goedkeuring van een diversiteitsplan indienen : 1° de op initiatief van de Regering opgerichte vereniging zonder winstoogmerk als bedoeld in artikel 4, 13° van de ordonnantie van 4 september 2008 ter bevordering van diversiteit en ter bestrijding van discriminatie in het Brussels gewestelijk openbaar ambt; 2° de gemeentelijke vereniging zonder winstoogmerk als bedoeld in artikel 2, 1., c) van de ordonnantie van 4 september 2008 ertoe strekkende een diversiteitsbeleid te bewerkstelligen in het Brussels ambtenarenapparaat. Afdeling 2. - Voorwerp van de maatregelen en de acties

Art. 6.§ 1. Op grond van de door de onderneming, organisatie of instelling gedane vaststellingen in het kader van de diagnose en de doorlichting als bedoeld in artikel 7, § 3, 1°, omvat het ter goedkeuring ingediende diversiteitsplan maatregelen en acties die ertoe strekken de toestand binnen de onderneming, organisatie of instelling op het vlak van diversiteit te verbeteren. Indien de in het diversiteitsplan opgenomen maatregelen en acties niet voorkomen op de lijst van de eerste paragraaf van dit artikel, verantwoordt de onderneming, organisatie of instelling het nut van de maatregel of actie met het oog op de bevordering van de diversiteit. 1° selectie en werving : a) een doorlichting, objectivering, neutralisering en verfijning van het selectie- en wervingsbeleid en de daarbij gebruikte procedures;b) nieuwe selectie- en wervingskanalen opzetten, gepaard gaande met wervingsinspanningen ten voordele van een of meer categorieën van werknemers als bedoeld in artikel 2;c) met het oog op een verbetering van de selectie en werving van een of meer categorieën van werknemers als bedoeld in artikel 2, één of meer samenwerkingsverbanden aangaan met tewerkstellingsoperatoren;2° personeelsbeheer : a) een doorlichting, objectivering, neutralisering en verfijning van het onthaalbeleid en de functiebeschrijvingen jegens een of meer categorieën van werknemers als bedoeld in artikel 2;b) het organiseren van coaching en interne begeleiding van een of meer categorieën van werknemers als bedoeld in artikel 2;c) het organiseren van aangepaste interne of externe bedrijfscursussen die rekening houden met de verscheidenheid aan werknemers die behoren tot een of meer categorieën als bedoeld in artikel 2;d) het organiseren van aangepaste interne of externe bedrijfscursussen en van aangepaste permanente vorming die op rechtstreekse of onrechtstreekse wijze de doorstroming van werknemers die behoren tot een of meer categorieën als bedoeld in artikel 2, bevorderen of de voortijdige uitstroom ervan verhinderen;e) het ingang doen vinden van het in-, door-, over- en uitgangsbeheer in de onderneming, organisatie of instelling;f) het aanbrengen van redelijke aanpassingen ten gunste van werknemers met een handicap. Inspanningen die zich beperken tot het eerbiedigen van wettelijke of reglementaire verplichtingen aangaande redelijke aanpassingen, en die gesubsidieerd worden krachtens een reglementering van een andere overheid, zijn geen maatregelen en acties in de zin van dit artikel. 3° interne sensibilisering en communicatie : a) de aanmoediging bij het personeel van diversiteit in het personeels- en organisatiebeleid, middels acties en campagnes b) het organiseren van trainingen inzake interculturele communicatie, het beheren van diversiteit en het omgaan met vooroordelen op de werkvloer;c) het organiseren van taallessen, taalstages en taaltrainingen;4° externe positionering : de aanmoediging bij de klanten, gebruikers, leveranciers en partners in de nijverheidssector of bedrijfstak van diversiteit in het personeels- en organisatiebeleid, met inbegrip van de bekendmaking, verspreiding en terbeschikkingstelling van de ervaringen, methodieken en instrumenten, opdat ze ook elders zouden kunnen worden toegepast. § 2. De maatregelen en acties als bedoeld in § 1 hebben betrekking op het geheel of op een gedeelte van de medewerkers en op het geheel of op een gedeelte van werknemers als bedoeld in artikel 2, en lopen over een maximale periode van vierentwintig maanden. Bij ontstentenis van een bepaling door de Regering als bedoeld in § 3, bepaalt de onderneming, organisatie of instelling vrij de maatregelen en acties als bedoeld in § 1.

De maatregelen en acties als bedoeld in § 1 kunnen afzonderlijk of gezamenlijk en al dan niet op hetzelfde tijdstip worden gevoerd.

Inspanningen die voortvloeien uit wettelijke of reglementaire verplichtingen aangaande maatregelen en acties als bedoeld in § 1, zijn geen maatregelen en acties in de zin van dit artikel. § 3. Na advies van ACTIRIS, op grond van de analyses verricht door het Brussels Observatorium van de Arbeidsmarkt en de Kwalificaties als bedoeld in artikel 17 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 15 april 2004 houdende de uitvoering van de ordonnantie van 26 juni 2003 betreffende het gemengd beheer van de arbeidsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, en van de ESRBHG, kan de Regering bepalen welke van de maatregelen en acties als bedoeld in § 1 in ieder geval worden opgenomen in een diversiteitsplan met het oog op de goedkeuring ervan als bedoeld in artikel 8.

Genoemde bepaling laat het diversiteitsplan dat op dat ogenblik reeds goedgekeurd is krachtens artikel 8, § 5, onverlet. Afdeling 3. - Voorwaarden voor het diversiteitsplan

Art. 7.§ 1. In de schoot van de onderneming, organisatie of instelling wordt met het oog op de ontwikkeling, tenuitvoerlegging en opvolging van het diversiteitsbeleid een dragende structuur opgericht.

Indien de onderneming, organisatie of instelling over een ondernemingsraad beschikt, brengt deze voor de oprichting van de dragende structuur als bedoeld in het eerste lid dienaangaande advies uit overeenkomstig artikel 15, a) van de wet van 20 september 1948 houdende organisatie van het bedrijfsleven.

Indien de onderneming, organisatie of instelling niet over een ondernemingsraad maar wel over een comité voor preventie en bescherming op het werk beschikt, brengt dit voor de oprichting van de dragende structuur als bedoeld in het eerste lid dienaangaande advies uit overeenkomstig artikel 65 decies van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk.

De dragende structuur als bedoeld in het eerste lid is minstens samengesteld uit een vertegenwoordiger van de werkgever en een vertegenwoordiger van de werknemers. De vertegenwoordiger van de werknemers is een vakbondsafgevaardigde voor de onderneming, organisatie of instelling die daarover beschikt. § 2. Het ter goedkeuring ingediende diversiteitsplan is voorafgaandelijk het voorwerp geweest van een gunstig advies door de ondernemingsraad of door het comité voor preventie en bescherming op het werk voor de onderneming, organisatie of instelling die over een dergelijk comité maar niet over een ondernemingsraad beschikt. Het diversiteitsplan wordt goedgekeurd door de dragende structuur zoals bedoeld in § 1 voor de onderneming die noch een ondernemingsraad, noch een comité voor preventie en bvescherming op het werk heeft. § 3. Het ter goedkeuring ingediende diversiteitsplan omvat : 1° de diagnose en de doorlichting van de situatie van de onderneming, organisatie of instelling op het vlak van diversiteit op het ogenblik van de indiening van de aanvraag, op de werkterreinen van : a) selectie en werving;b) personeelsbeheer;c) interne sensibilisering en communicatie;d) externe positionering;2° een stappenplan aangaande de ontwikkeling en de tenuitvoerlegging van een diversiteitsbeleid, met nauwkeurige opgave van : a) kwaliteits- en kwantitatieve doelstellingen voor elk van de gekozen werkterreinen;b) de termijnen voor het behalen van deze doelstellingen;3° onverminderd de artikelen 2, § 2 en 6, § 3, de beschrijving van een of meer maatregelen en acties als bedoeld in artikel 6, § 1, ten gunste van werknemers als bedoeld in artikel 2;4° de raming van de werkingsmiddelen die de ontwikkeling, tenuitvoerlegging en opvolging van de maatregelen en acties vermeld in de diversiteitsplan meebrengen. § 4. Het ter goedkeuring ingediende diversiteitsplan vermeldt : 1° de identificatiegegevens van de onderneming, organisatie of instelling en van de contactpersoon;2° het personeelsbestand, in voltijdse eenheden, dat op het ogenblik van de indiening van de aanvraag reeds in dienst is, ingedeeld volgens de categorieën van mogelijke begunstigden, als bedoeld in artikel 2, § 1;3° het personeelsbestand, in voltijdse eenheden, dat ingezet wordt voor de ontwikkeling, tenuitvoerlegging en opvolging van de maatregelen en acties als bedoeld in artikel 6, § 1.4° in voorkomend geval, de vraag tot medefinanciering, evenals de vermelding van eigen middelen, die worden ingezet met het oog op de ontwikkeling, tenuitvoerlegging en opvolging van maatregelen en acties als bedoeld in artikel 6, § 1. § 5. Aan het ter goedkeuring ingediende diversiteitsplan worden toegevoegd : 1° de geldende statuten van de rechtspersoon;2° een verklaring op eer van de ondernemingsraad, of bij ontstentenis daarvan, van het comité voor preventie en bescherming op het werk, of, bij ontstentenis daarvan, van de dragende structuur als bedoeld in § 1, eerste lid, volgens dewelke de voorwaarde als bedoeld in § 2, is vervuld, ondertekend door de persoon of de personen die gemachtigd is of zijn om zulks te doen namens deze;3° een origineel bankattest van de onderneming, organisatie of instelling dat het rekeningnummer als vermeld op het aanvraagformulier bevestigt;4° een verklaring op eer vanwege de onderneming, organisatie of instelling, ondertekend door de persoon of de personen die gemachtigd is of zijn om zulks te doen namens deze, volgens dewelke : a) de inlichtingen medegedeeld ter gelegenheid van het indienen van het diversiteitsplan juist en volledig zijn;b) de voorwaarden als bedoeld in artikel 4, vervuld zijn;c) de voorwaarden als bedoeld in artikel 5, vervuld zijn;d) de dragende structuur als bedoeld in § 1, bij elk van de strategische keuzes en operationele beslissingen aangaande de ontwikkeling, tenuitvoerlegging en opvolging van het diversiteitsplan, wordt geraadpleegd;e) zij er zich toe verbindt onrechtmatig verkregen subsidies als bedoeld in artikel 13, eerste lid, of subsidies verkregen in strijd met het bepaalde van artikel 13, eerste lid, op eenvoudig verzoek van ACTIRIS door middel van een ter post aangetekend schrijven, terug te storten op een door ACTIRIS aan te duiden rekening, binnen de maand nadat zij dit verzoek heeft ontvangen. Indien ACTIRIS reeds over een of meer documenten of stukken als bedoeld in 1° van het eerste lid beschikt, of er over kan beschikken via vlot toegankelijke officiële kanalen, worden deze documenten of stukken niet aan het ter goedkeuring ingediende diversiteitsplan toegevoegd.

Indien ACTIRIS reeds over een of meer documenten of stukken beschikt, of er over kan beschikken via toegankelijke officiële kanalen, krachtens dewelke wordt vastgesteld dat de voorwaarden als bedoeld in artikel 5 vervuld zijn, dient dit onderdeel van de verklaring op eer als bedoeld in het eerste lid, niet te worden ingevuld. Afdeling 4. - Procedure ter goedkeuring van het diversiteitsplan

Art. 8.§ 1. De onderneming, organisatie of instelling die een subsidie als bedoeld in artikel 9, § 1, wil ontvangen, dient schriftelijk of elektronisch bij ACTIRIS een diversiteitsplan ter goedkeuring in. Zij maakt hierbij gebruik van het formulier waarvan het model bepaald wordt door de Minister en dat eveneens elektronisch ter beschikking wordt gesteld.

Wanneer de onderneming, organisatie of instelling kiest voor de elektronisch weg, dient zij de papieren versie van de pagina waarop de handtekening van de genoemde onderneming, organisatie of instelling voorkomt, van het in het eerste lid bedoelde formulier in.

Desgewenst laat zij zich bijstaan door de daartoe door ACTIRIS ter beschikking gestelde diversiteitsconsulent.

De ontvangstdatum of postdatum bepaalt de volgorde waarin de aanvragen worden onderzocht.

Na advies van het beheerscomité van ACTIRIS kan de Minister het model van het formulier als bedoeld in het eerste lid aanpassen. § 2. Binnen tien werkdagen te rekenen vanaf de ontvangst van de aanvraag bezorgt ACTIRIS de onderneming, organisatie of instelling een ontvangstbewijs en deelt hij schriftelijk mee of de aanvraag al dan niet ontvankelijk is, en wijst hij in voorkomend geval op de ontbrekende gegevens of tekortkomingen.

De aanvraag is slechts ontvankelijk indien : 1° het aanvraagformulier als bedoeld in § 1 volledig en deugdelijk ingevuld en gedagtekend is, en ondertekend door de persoon of de personen die gemachtigd is of zijn om zulks te doen namens de onderneming, organisatie of instelling;2° de documenten en stukken als bepaald in artikel 7, § 5 erbij gevoegd zijn. § 3. ACTIRIS gaat na of het diversiteitsplan bij de ontvankelijk verklaarde aanvraag : 1° haalbaar is, inzonderheid of de gevraagde en voorziene middelen de verwezenlijking van de beoogde doelstellingen mogelijk maken;2° kwantitatief en kwalitatief voldoende onderbouwd is in functie van de in het plan opgenomen doelstellingen;3° aansluit op het beleid dat de Regering op het vlak van diversiteit voert en inzonderheid overeenstemt met het bepaalde in de artikelen 2, § 2 en 6, § 3. § 4. Binnen vijfenveertig werkdagen te rekenen vanaf het ontvankelijk verklaren als bedoeld in § 2, brengt het beheerscomité van ACTIRIS een met redenen omkleed advies uit, met inbegrip van een voorstel betreffende : 1° het al dan niet toekennen van een subsidie als bedoeld in artikel 9, § 1;2° in voorkomend geval, de omvang en de periode van toekenning ervan. ACTIRIS bezorgt dit advies samen met het dossier onverwijld aan de Minister. § 5. Binnen vijfenveertig werkdagen te rekenen vanaf de overdracht van het dossier en advies als bedoeld in § 4, neemt de Minister een beslissing over de aanvraag tot goedkeuring van het diversiteitsplan.

De Minister betekent de beslissing aan de onderneming, organisatie of instelling. Hij brengt ACTIRIS op de hoogte van deze beslissing, en bezorgt deze het origineel van het dossier.

ACTIRIS stelt de overeenkomst op als bedoeld in artikel 12 en legt deze ter ondertekening voor aan de Minister en aan de onderneming, organisatie of instelling. ACTIRIS. Afdeling 5. - Subsidie voor het goedgekeurde diversiteitsplan

Art. 9.§ 1. Binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten kan ACTIRIS aan de onderneming, organisatie of instelling die krachtens artikel 8, § 5 over een goedgekeurd diversiteitsplan beschikt, na ondertekening van de overeenkomst als bedoeld in artikel 12, een subsidie toekennen ter ondersteuning van maatregelen en acties als bedoeld in artikel 6, § 1, indien ze een aanvraag in die zin heeft gedaan op het formulier als bedoeld in artikel 8, § 1.

De subsidie wordt alleen toegekend als medefinanciering en bedraagt maximum 10.000 EUR. Maximum de helft van de kosten verbonden aan de ontwikkeling, tenuitvoerlegging en opvolging van het diversiteitsplan komt voor een subsidie overeenkomstig dit besluit in aanmerking. § 2. Alleen werkingsmiddelen die een rechtstreeks verband vertonen met de ontwikkeling, tenuitvoerlegging en opvolging van het diversiteitsplan, komen voor een subsidie in aanmerking, in de mate dat ze daartoe worden aangewend, met een maximum van vierentwintig maanden.

Komen inzonderheid niet in aanmerking voor een subsidie : 1° de loonkost van de werknemers;2° de aanschaf van algemene investeringsgoederen;3° de reguliere werkingskosten van de onderneming, de organisatie of de instelling;4° de reguliere technische lessen, stages en trainingen die de personeelsleden van de onderneming, organisatie of instelling volgen opdat ze een bepaalde functie op een geschikte wijze zouden uitoefenen.

Art. 10.Het totaal van de toegekende subsidies voor de kosten als bedoeld in artikel 9, § 2, van om het even welke oorsprong, mag nooit de totale uitgaven van de kostenposten met betrekking tot de ontwikkeling, tenuitvoerlegging en opvolging van het diversiteitsplan overschrijden.

Tussenkomsten van een andere oorsprong in de kosten als bedoeld in artikel 9, § 2 worden in mindering gebracht op de krachtens dit besluit toegekende subsidie.

Art. 11.De subsidie als bedoeld in artikel 9, § 1 wordt in twee schijven vereffend : 1° een eerste deel, dat maximum de helft vertegenwoordigt van het totaalbedrag van de subsidie, met een maximum van 5.000 EUR, op basis van een schuldvordering na ondertekening van de overeenkomst als bedoeld in artikel 12; 2° een tweede deel, dat het saldo vertegenwoordigt, en dat niet hoger kan zijn dan het verschil tussen het vereffende eerste deel en het totaalbedrag van de subsidie. ACTIRIS betaalt het eerste deel als bedoeld in het eerste lid uit op basis van een schuldvordering, zodra de overeenkomst als bedoeld in artikel 12, is betekend aan de onderneming, organisatie of instelling.

ACTIRIS betaalt het tweede deel als bedoeld in het eerste lid uit op basis van een schuldvordering, op voorwaarde dat de onderneming, organisatie of instelling : 1° aantoont dat de eerste schijf van de subsidie volledig is uitgeput. Het eerste deel is volledig uitgeput wanneer de onderneming, organisatie of instelling de besteding van het bedrag van dit eerste deel aan aanvaarde kosten als bedoeld in artikel 9, § 2 kan verantwoorden aan de hand van rechtvaardigingsstukken, en in voorkomend geval, van facturen en bewijzen van betaling; 2° een activiteitenverslag met inbegrip van een eindbeoordeling over de ontwikkeling, tenuitvoerlegging en opvolging van het diversiteitsplan en inzonderheid over de resultaten van het stappenplan als bedoeld in artikel 7, § 3, 2° indient, vierentwintig maanden na de ontvangst van het eerste deel van de schuldvordering. Tevens toont zij in genoemd verslag aan hoe en in welke mate de dragende structuur als bedoeld in artikel 7, § 1 bij elk stap in de ontwikkeling, tenuitvoerlegging en opvolging van het diversiteitsplan alsook bij de opmaak van genoemd verslag werd betrokken.

ACTIRIS betaalt het tweede deel slechts uit : 1° na goedkeuring van genoemde eindbeoordeling en genoemd activiteitenverslag door zijn beheerscomité;2° voor zover de onderneming, organisatie of instelling de bepalingen van de overeenkomst als bedoeld in artikel 12 eerbiedigt;3° voor zover de onderneming, organisatie of instelling zich niet in een van de omstandigheden bevindt als bedoeld in artikel 5. De betaling wordt uitgevoerd binnen een termijn van zestig werkdagen nadat alle noodzakelijke documenten en stukken zijn voorgelegd.

Wanneer ACTIRIS met toepassing van de bepalingen van dit artikel slechts overgaat tot een gedeeltelijke uitbetaling, bezorgt hij de onderneming, organisatie of instelling bij een ter post aangetekend schrijven de berekeningswijze ervan.

Art. 12.Een overeenkomst, in drievoud gesloten tussen de Minister, ACTIRIS en een persoon of personen die gemachtigd is of gemachtigd zijn om de onderneming, organisatie of instelling te binden, bepaalt nader de modaliteiten voor betaling, aanwending, boekhoudkundige verwerking, toezicht en eventuele terugbetaling van de subsidie als bedoeld in artikel 9, § 1.

Art. 13.Behoudens gevallen van overmacht wordt de subsidie als bedoeld in artikel 9, § 1 terugbetaald : 1° in de gevallen als bedoeld in artikel 13 van de wet van 16 mei 2003 tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof, en in artikel 94 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle;2° in de omstandigheden als bedoeld in artikel 5;3° indien de onderneming, organisatie of instelling opzettelijk verkeerde inlichtingen verstrekt die het bedrag van de subsidie beïnvloeden;4° indien de onderneming, organisatie of instelling het toezicht verhindert als bedoeld in artikel 33. Onrechtmatig verkregen subsidies als bedoeld in het eerste lid of subsidies verkregen in strijd met het bepaalde van het eerste lid worden ingevorderd of ingehouden op de bedragen verschuldigd aan de werkgever. ACTIRIS kan de invordering van de bedoelde sommen aan het Bestuur van de BTW en van de Registratie en Domeinen, toevertrouwen.

Bedoeld Bestuur gaat over tot invordering overeenkomstig artikel 3 van de domaniale wet van 22 december 1949. De aldus ingevorderde bedragen worden, na aftrek van de eventuele kosten, aan ACTIRIS terugbetaald. Afdeling 6. - Beoordeling van het diversiteitsplan

Art. 14.Op grond van het activiteitenverslag als bedoeld in artikel 11, derde lid, 2°, en onverminderd het optreden van zijn beheerscomité als bedoeld in artikel 11, vierde lid, 1° met het oog op het uitbetalen van het tweede deel van de subsidie als bedoeld in artikel 9, § 1, geeft ACTIRIS een eindbeoordeling van het uitgevoerde diversiteitsplan.

ACTIRIS bezorgt het Bestuur deze gunstige dan wel ongunstige eindbeoordeling.

Onverminderd het bepaalde van het eerste lid vraagt de onderneming, organisatie of instelling desgewenst aan ACTIRIS een of meer tussentijdse beoordelingen van het diversiteitsplan dat zij ten uitvoer legt. Deze beoordeling of beoordelingen geven geen aanleiding tot een vervroegde uitbetaling van het tweede deel van de subsidie als bedoeld in artikel 9, § 1, noch beïnvloeden ze deze uitbetaling. HOOFDSTUK III. - Diversiteitslabel Afdeling 1. - Begunstigden

Art. 15.De onderneming, organisatie of instelling die een gunstige eindbeoordeling als bedoeld in artikel 14, eerste lid heeft gekregen, en die zich niet in een van de omstandigheden bevindt als bedoeld in artikel 13, kan voor de vestigingen waarin het diversiteitsplan werd uitgevoerd, een aanvraag tot toekenning van een diversiteitslabel indienen bij het Bestuur.

Onverminderd het bepaalde van artikel 5, derde lid, wordt de onderneming, organisatie of instelling waarvan een diversiteitsplan, onder gelijk welke benaming, goedgekeurd krachtens een reglementering van om het even welke andere overheid, na uitvoering voorwerp is geweest van een gunstige eindbeoordeling krachtens genoemde reglementering, van rechtswege gelijkgesteld met een onderneming, organisatie of instelling als bedoeld in het eerste lid.

Art. 16.De artikelen 3, 4 en 5, 1° tot en met 5° en 7° zijn van overeenkomstige toepassing voor de toekenning van het diversiteitslabel. Afdeling 2

Voorwaarden ter verkrijging van het diversiteitslabel

Art. 17.§ 1. De aanvraag ter verkrijging van het diversiteitslabel is voorafgaandelijk het voorwerp geweest van een gunstig advies door de ondernemingsraad of door het comité voor preventie en bescherming op het werk voor de onderneming, organisatie of instelling die over een dergelijk comité maar niet over een ondernemingsraad beschikt. De aanvraag ter verkrijging van het diversiteitslabel wordt voorafgaandelijk goedgekeurd door de dragende structuur als bedoeld in artikel 7, § 1, eerste lid, indien de onderneming, organisatie of instelling over een ondernemingsraad noch over een comité voor preventie en bescherming op het werk beschikt. § 2. De aanvraag ter verkrijging van het diversiteitslabel omvat, in voorkomend geval, een consolidatieplan aangaande diversiteit.

Het bepaalde van artikel 7, § § 1 en 2, § 3, 1° tot en met 3°, en § 4, 1° tot en met 3° is van overeenkomstige toepassing voor de verkrijging van het diversiteitslabel. Het consolidatieplan aangaande diversiteit wordt ter goedkeuring ingediend bij ACTIRIS. De onderneming, organisatie of instelling maakt hierbij gebruik van het formulier waarvan het model bepaald wordt door de Minister en dat eveneens elektronisch ter beschikking wordt gesteld.

Het bepaalde van artikel 8, § 1, tweede tot en met vijfde lid, § 2, eerste lid en tweede lid, 1°, § 3, 2° en 3°, en § 4 behalve 1° en 2° is van overeenkomstige toepassing voor de goedkeuring van een consolidatieplan aangaande diversiteit.

Indien het consolidatieplan aangaande diversiteit als bedoeld in het vorige lid maatregelen, acties of de categorieën werknemers bevat als bedoeld in artikel 7, § 3, 3° die niet wezenlijk verschillen van deze die het voorwerp vormen van een eerder, krachtens artikel 8, § 5 goedgekeurd diversiteitsplan, motiveert de onderneming, organisatie of instelling de reden van die herhaling. § 3. Onverminderd het bepaalde van § 2 worden aan de aanvraag ter verkrijging van het diversiteitslabel toegevoegd : 1° de geldende statuten van de rechtspersoon;2° een verklaring op eer vanwege de onderneming, organisatie of instelling, ondertekend door de persoon of de personen die gemachtigd is of zijn om zulks te doen namens deze, volgens dewelke : a) de inlichtingen medegedeeld ter gelegenheid van het indienen van de aanvraag juist en volledig zijn;b) de voorwaarden als bedoeld in artikel 4, vervuld zijn;c) de voorwaarden als bedoeld in artikel 5, vervuld zijn;d) de dragende structuur als bedoeld in § 1, bij elk van de strategische keuzes en operationele beslissingen aangaande de ontwikkeling, tenuitvoerlegging en opvolging van het diversiteitsbeleid, wordt geraadpleegd;3° een afschrift van de reeds toegekende labels met betrekking tot diversiteit van om het even welke oorsprong en onder gelijk welke benaming. Indien het Bestuur reeds over een of meer documenten of stukken als bedoeld in het eerste lid beschikt, of er over kan beschikken via vlot toegankelijke officiële kanalen, worden deze documenten of stukken niet aan de aanvraag ter verkrijging van het diversiteitslabel toegevoegd.

Indien het Bestuur reeds over een of meer documenten of stukken beschikt, of er over kan beschikken via toegankelijke officiële kanalen, krachtens dewelke wordt vastgesteld dat de voorwaarden als bedoeld in artikel 5 vervuld zijn, dient dit onderdeel van de verklaring op eer als bedoeld in het eerste lid, niet te worden ingevuld. Afdeling 3. - Procedure ter verkrijging en ter behoud van, en ter

verzaking aan het diversiteitslabel

Art. 18.§ 1. De onderneming, organisatie of instelling die een diversiteitslabel wil verkrijgen, dient schriftelijk of elektronisch bij het Bestuur een aanvraag in. Zij maakt hierbij gebruik van het formulier waarvan het model bepaald wordt door de Minister en dat eveneens elektronisch ter beschikking wordt gesteld.

Wanneer de onderneming, organisatie of instelling kiest voor de elektronisch weg, dient zij de papieren versie van de pagina waarop de handtekening van de genoemde onderneming, organisatie of instelling voorkomt, van het in het eerste lid bedoelde formulier in.

De ontvangstdatum of postdatum bepaalt de volgorde waarin de aanvragen worden onderzocht.

De Minister kan het model van het formulier als bedoeld in het eerste lid aanpassen. § 2. Binnen tien werkdagen te rekenen vanaf de ontvangst van de aanvraag bezorgt het Bestuur de onderneming, organisatie of instelling een ontvangstbewijs en deelt het schriftelijk mee of de aanvraag al dan niet ontvankelijk is, en wijst het in voorkomend geval op de ontbrekende gegevens of tekortkomingen. In dat laatste geval brengt het Bestuur, zodra dat het dossier volledig is, de onderneming, organisatie of instelling hiervan op de hoogte.

De aanvraag is slechts ontvankelijk indien : 1° het aanvraagformulier als bedoeld in § 1 volledig en deugdelijk ingevuld en gedagtekend is, en ondertekend door de persoon of de personen die gemachtigd is of zijn om zulks te doen namens de onderneming, organisatie of instelling;2° de documenten en stukken als bepaald in artikel 17, § 2, eerste lid en in artikel 17, § 3 erbij gevoegd zijn;3° in voorkomend geval, indien aan de aanvraag een consolidatieplan aangaande diversiteit als bedoeld in artikel 17, § 2, tweede lid, wordt toegevoegd, dit voldoende gemotiveerd is overeenkomstig bedoelde bepaling. § 3. Binnen vijfenveertig werkdagen te rekenen vanaf de betekening van het ontvangstbewijs of, in voorkomend geval, van de bevestiging van de volledigheid van het dossier als bedoeld in § 2, neemt de Minister een besluit houdende toekenning of weigering van het diversiteitslabel.

De Minister betekent het besluit aan de onderneming, organisatie of instelling.

Het Bestuur ontvangt een afschrift van het besluit alsook het origineel van het dossier.

Art. 19.Een overeenkomst, in drievoud gesloten tussen de Minister en een persoon of personen die gemachtigd is of gemachtigd zijn om de onderneming, organisatie of instelling te binden, bepaalt nader de modaliteiten voor de aanwending van het diversiteitslabel.

De Minister betekent een exemplaar van de overeenkomst als bedoeld in het eerste lid aan de onderneming, organisatie of instelling. Het Bestuur ontvangt een exemplaar van de overeenkomst. ACTIRIS ontvangt een afschrift van de overeenkomst.

Art. 20.De onderneming, organisatie of instelling deelt het Bestuur per ter post aangetekend schrijven mee dat zij het voorwerp is van fusie, splitsing of omzetting.

Het Bestuur maakt dit schrijven over aan de Minister. Indien het Bestuur over een of meer documenten of stukken beschikt die op onweerlegbare wijze aantonen dat de onderneming, organisatie of instelling het voorwerp is van fusie, splitsing of omzetting, kan het Bestuur op eigene beweging de Minister schriftelijk op de hoogte brengen.

De Minister beslist over het behoud, de overdracht of de deling van het diversiteitslabel in geval van fusie, splitsing of omzetting van de onderneming, organisatie of instelling.

Art. 21.De artikelen 18, § 3 en 19 zijn van overeenkomstige toepassing voor het behoud, de overdracht of de deling van het diversiteitslabel als bedoeld in artikel 20.

Art. 22.De onderneming, organisatie of instelling kan te allen tijde en in alle omstandigheden per ter post aangetekend schrijven aan het Bestuur afstand doen van een toegekend diversiteitslabel.

Aan de kennisgeving worden toegevoegd : 1° een afstandsverklaring, ondertekend door de persoon of de personen die gemachtigd is of zijn om zulks te doen namens de onderneming, organisatie of instelling;2° een verklaring van de ondernemingsraad, of bij ontstentenis daarvan, van het comité voor preventie en bescherming op het werk, of, bij ontstentenis daarvan, van de dragende structuur als bedoeld in artikel 7, § 1, eerste lid, die de afstand bevestigt;3° de vermelding van de datum waarop de verzaking uitwerking heeft. Het Bestuur deelt de verzaking mede aan de Minister. Afdeling 4. - Vorm, gebruik en duur van het diversiteitslabel

Art. 23.De Minister bepaalt het model van het diversiteitslabel.

Art. 24.Alleen de onderneming, organisatie of instelling die de toekenning als bedoeld in artikel 18, § 3 geniet, mag het diversiteitslabel gebruiken gedurende zijn geldigheidsperiode.

Art. 25.Het door de Minister overeenkomstig artikel 18, § 3 toegekende diversiteitslabel geldt voor een tijdvak van vierentwintig maanden te rekenen vanaf de betekening van het besluit van toekenning. Afdeling 5. - Hernieuwing van het diversiteitslabel

Art. 26.Op verzoek van de onderneming, organisatie of instelling die door ACTIRIS een gunstige eindbeoordeling heeft gekregen van het consolidatieplan aangaande diversiteit, wordt het diversiteitslabel hernieuwd, telkens voor vierentwintig maanden.

Drie maanden voor de vervaldag van het diversiteitslabel dient de onderneming, organisatie of instelling daartoe haar aanvraag in bij het Bestuur.

Art. 27.De artikelen 17 tot en met 25 zijn van overeenkomstige toepassing voor de hernieuwing van het diversiteitslabel en op het hernieuwde diversiteitslabel. Afdeling 6. - Intrekking van het diversiteitslabel

Art. 28.De Minister trekt het toegekende diversiteitslabel in indien : 1° het is toegekend op grond van verklaringen die vals, onvolledig of onjuist zijn;2° de onderneming, organisatie of instelling zich in een van de omstandigheden bevindt als bedoeld in de artikelen 5, 1° tot 5° en 13, 1° en 3°;3° de onderneming, organisatie of instelling het toezicht verhindert als bedoeld in artikel 33.

Art. 29.Indien wordt vastgesteld dat het gebruik van het diversiteitslabel door de onderneming, organisatie of instelling niet voldoet aan de bepalingen van hoofdstuk III, brengt de Minister deze per ter post aangetekend schrijven op de hoogte van de op haar rustende verplichting om die bepalingen na te leven. Het Bestuur ontvangt een afschrift van dit aangetekend schrijven.

De onderneming, organisatie of instelling beschikt over een termijn van dertig werkdagen, te rekenen vanaf het ter post aangetekend schrijven als bedoeld in het eerste lid, om zich in orde te stellen met de bepalingen van hoofdstuk III. Na afloop van de bedoelde periode toont zij de Minister zulks per ter post aangetekend schrijven aan.

Het Bestuur ontvangt een afschrift van dit aangetekend schrijven.

Art. 30.Indien de onderneming, organisatie of instelling zich niet in orde stelt met de bepalingen van hoofdstuk III, of indien dit onvoldoende wordt aangetoond, trekt de Minister het toegekende diversiteitslabel in.

Art. 31.Artikel 18, § 3 is van overeenkomstige toepassing voor de intrekking van het diversiteitslabel.

Art. 32.Vanaf de dertigste dag na de bekendmaking van het besluit houdende intrekking van het diversiteitslabel maakt de houder er geen gebruik meer van. HOOFDSTUK IV. - Toezicht

Art. 33.Twee inspecteurs van ACTIRIS aangeduid door de directeur-generaal van ACTIRIS worden belast met het toezicht op de naleving van dit besluit. HOOFDSTUK V. - Overgangs- en slotbepalingen

Art. 34.§ 1. Het diversiteitsplan dat op de datum van inwerkingtreding van dit besluit goedgekeurd is krachtens artikel 4 van de ordonnantie van 18 januari 2001 houdende organisatie en werking van de Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling, wordt geacht goedgekeurd te zijn in overeenstemming met het bepaalde van dit besluit. § 2. Het diversiteitsplan dat op de datum van inwerkingtreding van dit besluit goedgekeurd is krachtens artikel 4 van de ordonnantie van 18 januari 2001 houdende organisatie en werking van de Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling, en een gunstige eindbeoordeling heeft gekregen, wordt geacht gunstig beoordeeld te zijn overeenkomstig artikel 14, eerste lid van dit besluit. § 3. De aanvraag tot goedkeuring van een diversiteitsplan die krachtens artikel 4 van de ordonnantie van 18 januari 2001 houdende organisatie en werking van de Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling die ingediend is en waarover nog geen beslissing omtrent de goedkeuring werd genomen op datum van inwerkingtreding van dit besluit, zal worden behandeld in overeenstemming met de bepalingen van dit besluit.

Art. 35.De Minister bevoegd voor Tewerkstelling is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 7 mei 2009.

De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing, Huisvesting, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking, Ch. PICQUE De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Economie, Werkgelegenheid en Wetenschappelijk Onderzoek, B. CEREXHE

^