gepubliceerd op 31 mei 2024
Wet houdende diverse bepalingen inzake economie
3 MEI 2024. - Wet houdende diverse bepalingen inzake economie (I)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt:
HOOFDSTUK 1 - Algemene bepaling
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.
Deze wet voorziet in de omzetting van Richtlijn 2014/92/EU van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende de vergelijkbaarheid van de in verband met betaalrekeningen aangerekende vergoedingen, het overstappen naar een andere betaalrekening en de toegang tot betaalrekeningen met basisfuncties.
HOOFDSTUK 2 - Wijzigingen van het Wetboek van economisch recht Afdeling 1 - Wijziging van boek I van het Wetboek van economisch recht
Art. 2.In artikel I.9 van het Wetboek van economisch recht, ingevoegd bij de wet van 19 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/01/2003 pub. 24/01/2003 numac 2003014009 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector sluiten2 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 5 november 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/03/2006 pub. 28/04/2006 numac 2006003247 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten en de distributie van financiële instrumenten sluiten2, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in de bepaling onder 46° worden de woorden "35°, c), laatste zin" vervangen door de woorden "35°, tweede lid".2° de bepaling onder 78° wordt vervangen als volgt: "78° verantwoordelijke voor de distributie: a) elke natuurlijke persoon behorend tot de leiding van een kredietbemiddelaar of elke werknemer in dienst van een dergelijke tussenpersoon, die de facto de verantwoordelijkheid draagt voor de personen die rechtstreeks deelnemen aan de kredietbemiddelingswerkzaamheden van deze tussenpersoon en toezicht uitoefent op die personen; b) elke natuurlijke persoon die, bij een kredietgever de facto de verantwoordelijkheid draagt voor de personen die belast zijn met kredietbemiddelingswerkzaamheden of toezicht uitoefent op dergelijke personen;". Afdeling 2 - Wijzigingen van boek V van het Wetboek van economisch
recht
Art. 3.In boek V van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 3 april 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/01/2003 pub. 24/01/2003 numac 2003014009 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector sluiten0, wordt een titel 3 ingevoegd, luidende "Observatorium voor de farmaceutische industrie".
Art. 4.In titel 3, ingevoegd bij artikel 3, worden de artikelen V.15 tot V.17 ingevoegd, luidende: "Art. V.15. Bij de FOD Economie wordt een Obser-vatorium voor de farmaceutische industrie opgericht, waarvan de opdracht bestaat uit analyseren, evalueren en formuleren van aanbevelingen met betrekking tot de concurrentiepositie van de Belgische farmaceutische sector.
Art. V.16. Meer in het bijzonder is het Observatorium voor de farmaceutische industrie belast met: 1° het verzamelen of laten verzamelen van gegevens die relevant zijn voor de in artikel V.15 bedoelde analyses; 2° het valideren van de gekozen methodologie en de gegevens die nodig zijn om de analyses uit te voeren overeenkomstig artikel V.15; 3° het uitvoeren of laten uitvoeren van de in artikel V.15 bedoelde gegevensanalyse volgens de vastgestelde methodologie; 4° het evalueren van de resultaten van de analyse en het maken van een internationale vergelijking;5° het formuleren van aanbevelingen met betrekking tot de concurrentiepositie van de Belgische farmaceutische sector;6° het bepalen welke elementen openbaar mogen worden gemaakt;7° het rapporteren van de resultaten van de werkzaamheden aan de minister bevoegd voor Economie. Het Observatorium organiseert deze analysecyclus ten minste om de twee jaar.
Art. V.17. De Koning bepaalt: 1° het administratief en geldelijk statuut van de leden van het Observatorium voor de farmaceutische industrie;2° de samenstelling van het Observatorium voor de farmaceutische industrie; 3° de regels betreffende de organisatie en de werking van het Observatorium voor de farmaceutische industrie alsook van de controle hierop." Afdeling 3 - Wijzigingen van boek VI van het Wetboek van economisch
recht
Art. 5.In artikel VI.46 van het Wetboek van economisch recht, ingevoegd bij de wet van 21 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/12/2013 pub. 27/01/2014 numac 2014200335 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende dringende diverse bepalingen inzake sociale wetgeving type wet prom. 21/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013000824 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken en federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen Binnenlandse Zaken sluiten en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 8 mei 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/07/2016 numac 2016000435 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de elektronische communicatie type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/06/2005 numac 2005011238 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de elektronische communicatie sluiten8, wordt een paragraaf 6/1 ingevoegd, luidende: " § 6/1. Wanneer een overeenkomst per telefoon wordt gesloten, moet de onderneming het aanbod bevestigen aan de consument, die alleen gebonden is nadat hij het aanbod heeft getekend of zijn instemming met behulp van een duurzame gegevensdrager heeft gestuurd voor: 1° overeenkomsten voor de levering van gas of elektriciteit, die niet gereed voor verkoop zijn gemaakt in een beperkt volume of in een bepaalde hoeveelheid, behalve indien de oorspronkelijke duurtijd gelijk blijft en de essentiële voorwaarden niet wijzigen in het nadeel van de consument;2° dienstenovereenkomsten of verkoopovereenkomsten betreffende regelmatige levering van goederen, tijdens een commercieel proces geïnitieerd door de onderneming voor zover de consument nog geen bestaande contractuele relatie heeft met de onderneming. Het eerste lid is niet van toepassing op contracten gesloten in toepassing van artikel 108, §§ 2 en 3, van de wet van 13 juni 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/07/2016 numac 2016000435 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de elektronische communicatie type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/06/2005 numac 2005011238 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de elektronische communicatie sluiten betreffende de elektronische communicatie." Afdeling 4 - Wijzigingen van boek VII van het Wetboek van economisch
recht
Art. 6.In boek VII, titel 3, van hetzelfde Wetboek, wordt een hoofdstuk 1/2 ingevoegd, luidende "Vergelijkbaarheid van betaalinstrumenten en bijhorende kosten voor ondernemingen".
Art. 7.In hoofdstuk 1/2, ingevoegd bij artikel 6, wordt een artikel VII.4/5 ingevoegd, luidende: "Art. VII.4/5. § 1. Opdat zij een onafhankelijke beoordeling zouden kunnen maken van de verschillende soorten betaalinstrumenten en bijhorende kosten, in het kader van betalingen in euro die plaatsvinden in gelijktijdige fysieke aanwezigheid van de consument en de onderneming, zoals bedoeld in artikel VI.7/4, hebben de ondernemingen als gedefinieerd in artikel I.8, 39°, op nationaal niveau kosteloos toegang tot een website waarop de verschillende soorten betaalinstrumenten en de bijhorende kosten worden vergeleken.
De Koning kan, op advies van de FOD Economie, de lijst uitbreiden van de soorten betaalinstrumenten die moeten voorkomen op de vergelijkingswebsite en deze vergelijkingswebsite uitbreiden naar e-commerce websites in het kader van betalingen in euro die plaatsvinden tussen een consument en een onderneming als gedefinieerd in artikel I.8, 39°. § 2. De met toepassing van paragraaf 1 ingestelde vergelijkingswebsite: 1° is operationeel onafhankelijk doordat hij ervoor zorgt dat ondernemingen in de zoekresultaten op gelijke wijze worden behandeld;2° vermeldt duidelijk wie de eigenaars zijn;3° vermeldt de duidelijke, objectieve criteria waarop de vergelijking wordt gebaseerd;4° maakt gebruik van duidelijke en ondubbelzinnige bewoordingen;5° geeft informatie, met vermelding van datum en uur van de meest recente actualisering;6° belicht een breed scala aan verschillende soorten betaalinstrumenten en bijhorende kosten die een significant deel van de markt bestrijken en vermeldt in voorkomend geval duidelijk dat de weergegeven informatie geen volledig overzicht van de markt biedt, voordat de zoekresultaten worden getoond;en 7° biedt een doeltreffende procedure om onjuiste informatie over gepubliceerde betaalinstrumenten en kosten te melden. De Koning kan, op advies van de FOD Economie, nauwkeurigere of bijkomende vergelijkingsparameters opleggen met betrekking tot de verschillende soorten betaalinstrumenten en bijhorende kosten aangeboden door de betalingsdienstaanbieder. § 3. De FOD Economie wordt belast met het ontwikkelen en beheren van de vergelijkingswebsite bedoeld in paragraaf 1.
De betalingsdienstaanbieders verlenen de FOD Economie de nodige medewerking voor het vervullen van deze opdracht.
De Koning stelt de nadere regels van de overdracht van informatie door de betalingsdienstaanbieder aan de FOD Economie vast."
Art. 8.In artikel VII.57 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 19 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/01/2003 pub. 24/01/2003 numac 2003014009 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector sluiten2 en gewijzigd bij de wetten van 22 december 2017 en van 9 februari 2024, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 2, eerste lid, worden de woorden "of elke consument van Belgische nationaliteit die buiten een lidstaat verblijft en die uiterlijk tien jaar geleden werd geschrapt uit het Belgisch bevolkingsregister" ingevoegd tussen de woorden "in een lidstaat verblijft" en de woorden "heeft recht op de basisbankdienst";2° in paragraaf 2 wordt het tweede lid opgeheven;3° het artikel wordt aangevuld met een paragraaf 6, luidende: " § 6.Deze afdeling is ook van toepassing op elke consument van Belgische nationaliteit die buiten een lidstaat verblijft en die uiterlijk tien jaar geleden werd geschrapt uit het Belgisch bevolkingsregister."
Art. 9.In artikel VII.58 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 19 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/01/2003 pub. 24/01/2003 numac 2003014009 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector sluiten2, vervangen bij de wet van 22 december 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/01/2003 pub. 24/01/2003 numac 2003014009 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector sluiten8 en gewijzigd bij de wet van 20 september 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid worden de woorden "een duurzame gegevensdrager" vervangen door de woorden "elektronische wijze en, in voorkomend geval, wanneer de kredietinstelling beschikt over een fysiek kantoor waar de consument een aanvraagformulier kan indienen, op papier";2° het artikel wordt aangevuld met drie leden, luidende: "Het formulier wordt te allen tijde beschikbaar gesteld en is vlot toegankelijk voor de consumenten, ook voor niet-klanten, in elektronische vorm op de website van de kredietinstelling. In voorkomend geval, wanneer de kredietinstelling beschikt over een fysiek kantoor waar de consument een aanvraagformulier kan indienen, wordt het formulier ook verstrekt aan consumenten, met inbegrip van niet-klanten en die geen afspraak hebben, in de lokalen van de kredietinstelling die toegankelijk zijn voor consumenten, en binnen de openingsuren van de kredietinstelling. Op eenvoudig verzoek van een consument wordt het formulier kosteloos op papier of een andere duurzame drager verstrekt.
Op eenvoudig verzoek van de consument staat de kredietinstelling de consument bij in het invullen van het aanvraagformulier."
Art. 10.In artikel VII.59, § 2, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 19 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/01/2003 pub. 24/01/2003 numac 2003014009 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector sluiten2 en vervangen bij de wet van 22 december 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/01/2003 pub. 24/01/2003 numac 2003014009 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector sluiten8, wordt de bepaling onder 4° vervangen als volgt: "4° de consument voldoet niet meer aan de verblijfsvoorwaarden bedoeld in artikel VII.57, § 2, eerste lid;".
Art. 11.In artikel VII.59/3, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 22 december 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/01/2003 pub. 24/01/2003 numac 2003014009 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector sluiten8, worden de woorden "te allen tijde" ingevoegd tussen de woorden "minstens op papier" en de woorden "beschikbaar in de kantoren".
Art. 12.In artikel VII.59/4 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 8 november 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/07/2016 numac 2016000435 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de elektronische communicatie type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/06/2005 numac 2005011238 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de elektronische communicatie sluiten5 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 9 februari 2024, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 wordt het tweede lid vervangen als volgt: "Naast ondernemingen, zoals bedoeld in het eerste lid, is deze afdeling van toepassing op diplomatieke zendingen gevestigd op het Belgisch grondgebied.In deze afdeling wordt verstaan onder "diplomatieke zendingen", de diplomatieke zendingen zoals bedoeld in het Verdrag van Wenen inzake diplomatiek verkeer van 18 april 1961, de consulaire posten zoals bedoeld in het Verdrag van Wenen inzake consulaire betrekkingen van 24 april 1963, de permanente missies van lidstaten bij de Europese Unie of bij de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie, en de missies van derde staten bij de Europese Unie of bij de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie."; 2° in paragraaf 1 wordt het derde lid vervangen als volgt: "Naast ondernemingen, zoals bedoeld in het eerste lid, is deze afdeling van toepassing op verenigingen van mede-eigenaars zoals bedoeld in artikel 3.86 van het Burgerlijk Wetboek die niet over een inschrijving in de Kruispuntbank van Ondernemingen beschikken."; 3° in paragraaf 2 wordt het tweede lid vervangen als volgt: "De basisbankdienst wordt, voor de diensten bedoeld in artikel I.9, 1°, a), b) en c), door middel van een betaalrekening in euro, of, voor de diensten bedoeld in artikel I.9, 1°, c), en op verzoek van de onderneming of de diplomatieke zending, door middel van een betaalrekening in Amerikaanse dollar of andere valuta, voor zover dit behoort tot de gangbare commerciële activiteit van de kredietinstelling, aangeboden. Verenigingen van mede-eigenaars zoals bedoeld in artikel 3.86 van het Burgerlijk Wetboek dienen, in het kader van hun verplichtingen als bedoeld in artikel 3.86, § 3, vijfde lid, van het Burgerlijk Wetboek, te beschikken over twee betaalrekeningen in euro."; 4° in paragraaf 3, tweede lid, wordt in de Franse tekst het woord "Ensuite" vervangen door de woorden "En outre";5° in paragraaf 3 wordt het vierde lid vervangen als volgt: "Na het ontvankelijk verklaren van de aanvraag door de basisbankdienst-kamer, deelt deze laatste de aanvraag mee aan de Cel voor financiële informatieverwerking ingesteld bij de wet van 18 september 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/01/2003 pub. 24/01/2003 numac 2003014009 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector sluiten6 tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten.De basisbankdienst-kamer toetst vervolgens de aanvraag aan de weigeringsgronden, vastgesteld door de Koning bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, in het kader van de versterking van de strijd tegen fraude, het witwassen van geld en de financiering van terrorisme, alsook in het kader van de naleving van financiële sancties."; 6° in paragraaf 3, wordt het vijfde lid vervangen als volgt: "De basisbankdienst-kamer wijst, ten laatste zestig kalenderdagen nadat het aanvraagdossier als ontvankelijk en volledig kan worden beschouwd, een in België gevestigde kredietinstelling aan als basisbankdienst-aanbieder, op gespreide wijze, uit de lijst van systeemrelevante instellingen als gedefinieerd in artikel 3, eerste lid, 29°, van de wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/01/2003 pub. 24/01/2003 numac 2003014009 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector sluiten1 op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen, met uitzondering van de in de artikelen 36/1, 13° en 25°, en 36/26/1, §§ 4 en 6, van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België bedoelde instellingen en die betalingsdiensten als bedoeld in artikel I.9, 1°, a), b) en c), aan ondernemingen aanbiedt, die de basisbankdienst moet aanbieden aan de aanvragende onderneming of de diplomatieke zending, tenzij de onderneming of de diplomatieke zending onder een van de weigeringsgronden valt als bedoeld in het vierde lid. Wanneer de onderneming of diplomatieke zending onder een van de weigeringsgronden valt, weigert de basisbankdienst-kamer een basisbankdienst-aanbieder aan te duiden."; 7° in paragraaf 3, zesde lid, wordt de zin "Ten laatste binnen de maand volgend op de maand waarin het aanvraagdossier als volledig kan worden beschouwd, wijst de basisbankdienst-kamer op een gespreide wijze de in aanmerking komende basisbankdienst-aanbieder aan." opgeheven; 8° in paragraaf 5, vijfde lid, worden de woorden "of andere valuta" ingevoegd tussen de woorden "Amerikaanse dollar" en de woorden "aanbiedt".
Art. 13.In artikel VII.59/5 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 8 november 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/07/2016 numac 2016000435 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de elektronische communicatie type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/06/2005 numac 2005011238 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de elektronische communicatie sluiten5 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 9 februari 2024, wordt tussen het derde en het vierde lid een lid ingevoegd, luidende: "In het kader van de analyse van de weigeringsgronden bedoeld in artikel VII.59/4, § 3, vierde lid, bevat het aanvraagformulier, voor wat de ondernemingen betreft, tevens een uittreksel uit het strafregister op naam van de onderneming, de leden van het wettelijk bestuursorgaan en de personen belast met de effectieve leiding dat niet ouder is dan drie maanden."
Art. 14.In artikel VII.59/6 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 8 november 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/07/2016 numac 2016000435 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de elektronische communicatie type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/06/2005 numac 2005011238 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de elektronische communicatie sluiten5 en gewijzigd bij de wetten van 25 september 2022 en 5 november 2023, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° paragraaf 2 wordt aangevuld met een lid, luidende: "Daarnaast worden uitdrukkelijk de klachten- en buitengerechtelijke beroepsprocedures vermeld die voor de onderneming en de diplomatieke zending openstaan ter betwisting van de beslissing, en, in het bijzonder voor de onderneming, de volledige naam, het adres, het telefoonnummer en het elektronisch adres van de ombudsdienst voor financiële diensten en van het bevoegde toezichthoudend bestuur bij de FOD Economie."; 2° paragraaf 3 wordt aangevuld met een lid, luidende: "Daarnaast worden uitdrukkelijk de klachten- en buitengerechtelijke beroepsprocedures vermeld die voor de onderneming en de diplomatieke zending openstaan ter betwisting van de beslissing, en, in het bijzonder voor de onderneming, de volledige naam, het adres, het telefoonnummer en het elektronisch adres van de ombudsdienst voor financiële diensten en van het bevoegde toezichthoudend bestuur bij de FOD Economie."; 3° in de Franse tekst van de paragrafen 2 en 3 worden de woorden "l'article VII.59, § 3, alinéa 5" telkens vervangen door de woorden "l'article VII.59/4, § 3, alinéa 5".
Art. 15.In artikel VII.59/7, § 2, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 8 november 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/07/2016 numac 2016000435 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de elektronische communicatie type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/06/2005 numac 2005011238 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de elektronische communicatie sluiten5 en gewijzigd bij de wet van 25 september 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/07/2016 numac 2016000435 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de elektronische communicatie type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/06/2005 numac 2005011238 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de elektronische communicatie sluiten7, worden de woorden ", en de Cel voor Financiële Informatieverwerking," opgeheven.
Art. 16.In artikel VII.59/9 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 25 september 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/07/2016 numac 2016000435 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de elektronische communicatie type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/06/2005 numac 2005011238 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de elektronische communicatie sluiten7 en gewijzigd bij de wet van 9 februari 2024, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 2, eerste lid, worden in de inleidende zin de woorden "tweede en derde lid" vervangen door de woorden "tweede tot vierde lid"; 2° in paragraaf 5 wordt het derde lid vervangen als volgt: "De Cel voor financiële informatieverwerking, in het kader van de uitoefening van haar wettelijke opdracht, ontvangt de gegevens die relevant kunnen zijn in het kader van eventuele lopende onderzoeken."
Art. 17.In artikel VII.145 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 22 april 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/01/2003 pub. 24/01/2003 numac 2003014009 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector sluiten5, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het derde lid wordt vervangen als volgt: "De wijzigingen opgesomd in het tweede lid kunnen niet gebeuren door een herfinanciering als bedoeld in artikel I.9, 53/1° en 2°. De Koning kan, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de wijzigingen bedoeld in het tweede lid aanvullen."; 2° in het vierde lid worden de woorden "een kredietaanbod" vervangen door de woorden "een bijvoegsel op een duurzame drager dat het bewijs levert van de instemming van de partijen met de inhoud";3° in het zesde lid wordt het woord "kredietaanbod" telkens vervangen door de woorden "bijvoegsel op een duurzame drager dat het bewijs levert van de instemming van de partijen met de inhoud".
Art. 18.In artikel VII.147, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 19 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/01/2003 pub. 24/01/2003 numac 2003014009 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector sluiten2 en vervangen bij de wet van 22 april 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/01/2003 pub. 24/01/2003 numac 2003014009 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector sluiten5, wordt een paragraaf 1/1 ingevoegd, luidende: " § 1/1. De voorwaardelijke vermindering op de kost van het krediet, en in het bijzonder op de debetrentevoet, toegekend in het raam van een gebundelde verkoop is enkel toegestaan voor een van de verzekeringen bedoeld in artikel VII.146, § 1, tweede lid, zonder dat het noodzakelijk een aangehecht contract moet zijn, en voor een betaalrekening als bedoeld in artikel I.9, 8°.
De voorwaardelijke vermindering wordt voor elke voorwaarde afzonderlijk aangeboden en in de kredietovereenkomst vastgelegd.
De kredietgever of, in voorkomend geval, de kredietbemiddelaar mag de consument geen bemiddelaar voor de aangeduide dienstverlener opleggen om de voorwaardelijke vermindering van een gebundelde verkoop bij het sluiten van de kredietovereenkomst te kunnen behouden.
In het raam van een voorwaardelijke vermindering is de kredietgever verplicht het verlaagde tarief van de kredietovereenkomst zonder extra kosten te handhaven indien de consument gebruik maakt van zijn recht om te veranderen naar een dienstverlener van zijn keuze: 1° na het eerste derde deel van de duur van de kredietovereenkomst;2° voor het eerste derde deel van de duur van de kredietovereenkomst, indien gedurende die periode: a) de verzekeraar een tariefverhoging toepast, met dien verstande dat de toepassing van de ABEX-index op de verzekerde waarde geen tariefverhoging vormt in de betekenis van deze bepaling;b) de verzekering bedoeld in het eerste lid is opgezegd nadat een schadegeval is ontstaan;c) de consument de kaderovereenkomst van zijn betaalrekening, die deel uitmaakt van de gebundelde verkoop die recht geeft op een voorwaardelijke vermindering, beëindigt in het raam van een overstapdienst betaalrekeningen als bepaald in boek VII, titel 3, hoofdstuk 9/1. De duur van de kredietovereenkomst in het vierde lid betreft de oorspronkelijk overeengekomen duur vanaf de ondertekening van de kredietovereenkomst.
De consument handhaaft de domiciliëring die de betaling van de termijnbedragen op de vervaldata van zijn kredietovereenkomst waarborgt indien dit een voorwaarde is van de kredietovereenkomst.
De kredietovereenkomst vermeldt vanaf wanneer de consument kan veranderen van dienstverlener van elke verzekering en van de betaalrekening die deel uitmaakt van de gebundelde verkoop bedoeld in het vierde lid, met behoud van het verlaagde tarief.
De kredietgever is gehouden de consument tijdens de duur van de kredietovereenkomst de exacte datum van het eerste derde deel van de duur van de kredietovereenkomst bedoeld in het vierde lid mee te delen op diens eenvoudig verzoek.
De vermelding in het zevende lid en de plicht van de kredietgever in het achtste lid staan duidelijk en beknopt in de buurt van het verlaagde tarief bedoeld in het vierde lid."
Art. 19.In artikel VII.181 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 19 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/01/2003 pub. 24/01/2003 numac 2003014009 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector sluiten2 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 8 mei 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/07/2016 numac 2016000435 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de elektronische communicatie type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/06/2005 numac 2005011238 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de elektronische communicatie sluiten8, wordt paragraaf 7, opgeheven bij de wet van 26 oktober 2015, hersteld als volgt: " § 7. Als een bemiddelaar in hypothecair krediet kennis heeft van elementen die twijfel kunnen doen rijzen over de naleving van de in dit hoofdstuk vermelde inschrijvingsvoorwaarden door een subagent op wie hij een beroep doet of heeft gedaan, deelt hij die elementen onmiddellijk mee aan de FSMA. Een bemiddelaar in hypothecair krediet brengt de FSMA er ook van op de hoogte dat iemand zich als kredietbemiddelaar voordoet zonder te zijn ingeschreven in het register waarin dit boek voorziet."
Art. 20.In artikel VII.187, § 1, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 19 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/01/2003 pub. 24/01/2003 numac 2003014009 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector sluiten2 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 8 mei 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/07/2016 numac 2016000435 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de elektronische communicatie type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/06/2005 numac 2005011238 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de elektronische communicatie sluiten8, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in de bepaling onder 7° worden de woorden "die zij, ter uitvoering van dit hoofdstuk, verricht." vervangen door de woorden "die zij verricht ter uitvoering van dit hoofdstuk of enige andere wettelijke of reglementaire bepaling waarop zij toeziet;"; 2° de paragraaf wordt aangevuld met een bepaling onder 8°, luidende: "8° in voorkomend geval, de bepalingen van artikel XV.18/1 naleven." Afdeling 5 - Wijzigingen van boek VIII van het Wetboek van economisch
recht
Art. 21.In artikel VIII.4 van hetzelfde Wetboek worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) de bepaling onder 11° wordt vervangen als volgt: "11° de centralisatie van de registratie van experten;"; b) het artikel wordt aangevuld met de bepalingen onder 12° tot 15°, luidende: "12° de ondersteuning van prenormalisatieacties gericht op het ontwikkelen van technische en wetenschappelijke kennis in de te normaliseren materies;13° de ondersteuning van acties van postnormalisatie die tot doel hebben het gebruik van normen door kmo's te vergemakkelijken;14° de ondersteuning van acties om kmo's te sensibiliseren voor normalisatie en hen te informeren over de normen die van kracht zijn en in voorbereiding zijn; 15° de uitvoering van andere normalisatieopdrachten die hem zijn toevertrouwd door de Koning, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad."; c) het artikel wordt aangevuld met een tweede lid, luidende: "De Koning stelt het kader van de in het eerste lid, 12°, 13° en 14°, bedoelde ondersteuningsopdrachten vast, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad."
Art. 22.Artikel VIII.7 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen als volgt: "Art. VIII.7. Het Bureau stelt alles in het werk opdat de belangrijkste belanghebbende partijen in de normalisatiecommissies vertegenwoordigd zouden zijn. Daartoe kan de Koning: 1° de categorieën van belanghebbende partijen bepalen wier deelname moet worden aangemoedigd of voor wie de toegang naar normen moet vergemakkelijkt worden;2° organisaties erkennen die behoren tot de in de bepaling onder 1° bedoelde belanghebbende partijen;3° specifieke bepalingen vaststellen om de deelname van de in de bepalingen onder 1° en 2° bedoelde belanghebbende partijen aan te moedigen en hun toegang tot normen te vergemakkelijken. Het Bureau is belast met het verstrekken, aan de normalisatiecommissies en de sectorale normalisatieoperatoren, van de technische en economische inlichtingen waarover het beschikt en die voor hun werkzaamheden noodzakelijk zijn."
Art. 23.Artikel VIII.10, § 2, van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 25 september 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/07/2016 numac 2016000435 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de elektronische communicatie type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/06/2005 numac 2005011238 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de elektronische communicatie sluiten7, wordt aangevuld met een bepaling onder 6°, luidende: "6° een financiering die wordt ingeschreven ten laste van de federale begroting op de kredieten van de FOD Economie, om de verwezenlijking van de ondersteuningsopdrachten bedoeld in artikel VIII.4, eerste lid, 12°, 13° en 14°, mogelijk te maken." Afdeling 6 - Wijzigingen van boek X van het Wetboek van economisch
recht
Art. 24.In boek X van hetzelfde Wetboek wordt een titel 5 ingevoegd, luidende "Adviescommissie voor overeenkomsten inzake commerciële distributie".
Art. 25.In titel 5, ingevoegd bij artikel 24, wordt een artikel X.62 ingevoegd, luidende: "Art. X.62. De Koning richt een Adviescommissie voor overeenkomsten inzake commerciële distributie op, in deze titel "Adviescommissie" genoemd, bestaande uit een gelijke vertegenwoordiging van organisaties die de belangen verdedigen van elk van de twee voornaamste partijen van een distributieovereenkomst, leden van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, en experten op het gebied van distributieovereenkomsten.
De Adviescommissie heeft tot doel adviezen te verstrekken over elke kwestie betreffende overeenkomsten bedoeld in dit boek.
De ontwerpen van wijziging van dit boek en de ontwerpen van koninklijke besluiten met dit boek als rechtsgrondslag worden voor advies voorgelegd aan de Adviescommissie door de minister die bevoegd is voor Economie of door de minister die bevoegd is voor kmo's.
De Adviescommissie deelt haar adviezen onmiddellijk nadat ze zijn goedgekeurd mee aan de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven, de minister bevoegd voor Economie en de minister bevoegd voor kmo's.
De Centrale Raad voor het Bedrijfsleven kan een advies verstrekken als opmerking of aanvulling op het advies van de Adviescommissie. Daartoe kan hij met name de leden van de Adviescommissie voor overeenkomsten inzake commerciële distributie horen.
De Adviescommissie publiceert haar adviezen na kennisgeving van het advies van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven.
In afwijking van het zesde lid kan de Adviescommissie, bij gebrek aan kennisgeving van behandeling door de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven, haar adviezen publiceren na het verstrijken van een termijn van één maand die begint te lopen op de dag na de dag waarop het advies van de Adviescommissie werd meegedeeld aan de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven. Deze termijn wordt verlengd met één maand wanneer de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven zijn voornemen bekendmaakt om het advies van de Adviescommissie te becommentariëren of aan te vullen." Afdeling 7 - Wijzigingen van boek XV van het Wetboek van economisch
recht
Art. 26.In artikel XV.3, 1°, vijfde lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 20 november 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/11/2013 pub. 29/11/2013 numac 2013011561 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende invoeging van Boek XV, « Rechtshandhaving » in het WetBoek van economisch recht sluiten en gewijzigd bij de wet van 30 juli 2018, wordt het woord "huiszoeking" vervangen door de woorden "visitatie van de bewoonde lokalen".
Art. 27.In artikel XV.5 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 20 november 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/11/2013 pub. 29/11/2013 numac 2013011561 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende invoeging van Boek XV, « Rechtshandhaving » in het WetBoek van economisch recht sluiten en gewijzigd bij de wet van 26 oktober 2015, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 5 worden de woorden ", of door seponering van de zaak door het openbaar ministerie" opgeheven; 2° paragraaf 5 wordt aangevuld met volgende zin: "In het geval van een seponering van de zaak door het openbaar ministerie, wordt de administratieve vervolging bedoeld in artikel XV.60/1, § 1, 2° steeds opgestart." 3° een paragraaf 6 wordt ingevoegd, luidende: " § 6.De inbeslagneming of de verzegeling wordt van rechtswege opgeheven wanneer de ambtenaren bedoeld in artikel XV.60/4 beslist hebben: 1° tot een klassering zonder gevolg zoals bedoeld in artikel XV.60/2, eerste lid; 2° tot een schuldigverklaring zoals bedoeld in artikel XV.60/2, eerste lid, of tot het opleggen van een administratieve geldboete, voor zover geen toepassing is gemaakt van de procedure bedoeld in artikel XV.30/1, § 1/1, binnen een termijn van dertig dagen na verloop van de beroepstermijn bedoeld in artikel XV.60/15."
Art. 28.In artikel XV.16, derde lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 21 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/12/2013 pub. 27/01/2014 numac 2014200335 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende dringende diverse bepalingen inzake sociale wetgeving type wet prom. 21/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013000824 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken en federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen Binnenlandse Zaken sluiten, worden de woorden "hiertoe aangestelde ambtenaar" vervangen door de woorden "ambtenaar bedoeld in artikel XV.2".
Art. 29.In artikel XV.18/1, derde lid, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 8 mei 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/07/2016 numac 2016000435 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de elektronische communicatie type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/06/2005 numac 2005011238 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de elektronische communicatie sluiten8, worden de woorden "en volgens de modaliteiten" ingevoegd tussen de woorden "binnen de termijn" en de woorden "die zij vaststelt".
Art. 30.In artikel XV.30/1 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 19 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/01/2003 pub. 24/01/2003 numac 2003014009 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector sluiten2 en gewijzigd bij de wet van 30 juli 2018, wordt een paragraaf 1/1 ingevoegd, luidende: " § 1/1. Wanneer er binnen een procedure van administratieve vervolging zoals bedoeld in artikel XV.60/1, § 1, 2°, werd vastgesteld dat goederen die in uitvoering van artikel XV.5 of XV.23 in beslag werden genomen een inbreuk uitmaken op artikel XV.103 en niet is overgegaan tot een klassering zonder gevolg, brengen de ambtenaren bedoeld in artikel XV.60/4 het openbaar ministerie hiervan op de hoogte binnen een termijn van dertig dagen na verloop van de beroepstermijn bedoeld in artikel XV.60/15. Het openbaar ministerie beveelt binnen zestig dagen na ontvangst van deze kennisgeving de vernietiging van de goederen op de wijze bedoeld in artikel XV.25/3 of de teruggave aan de eigenaar, houder of geadresseerde."
Art. 31.In artikel XV.31/2 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 19 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/01/2003 pub. 24/01/2003 numac 2003014009 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector sluiten2, opgeheven bij de wet van 29 juni 2016, hersteld bij de wet van 29 september 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/07/2016 numac 2016000435 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de elektronische communicatie type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/06/2005 numac 2005011238 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de elektronische communicatie sluiten4 en gewijzigd bij de wet van 5 november 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/03/2006 pub. 28/04/2006 numac 2006003247 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten en de distributie van financiële instrumenten sluiten2, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 2 worden de woorden "en/of ondernemingen" ingevoegd tussen de woorden "in het belang van consumenten" en de woorden "die nadeel hebben ondervonden van de vermoede inbreuken" en worden de woorden "en/of ondernemingen" ingevoegd tussen de woorden "aan consumenten" en de woorden "die nadeel ondervinden van de inbreuken."; 2° in paragraaf 3, tweede lid, worden de woorden "en/of ondernemingen" ingevoegd tussen de woorden "de schade aan consumenten" en de woorden "werd vergoed".
Art. 32.Artikel XV.60/7, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 29 september 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/07/2016 numac 2016000435 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de elektronische communicatie type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/06/2005 numac 2005011238 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de elektronische communicatie sluiten4, wordt aangevuld met een bepaling onder 7°, luidende: "7° dat, onverminderd of dit reeds gebeurd is overeenkomstig artikel XV.31/2, de overtreder kan toezeggen om de inbreuk stop te zetten en, waar relevant, aanvullend kan toezeggen adequaat herstel te bieden aan consumenten en/of ondernemingen die nadeel hebben ondervonden of ondervinden van de vermoede inbreuken bedoeld in artikel XV.2, § 1, overeenkomstig de procedure bedoeld in artikel XV.60/9/1."
Art. 33.In boek XV, titel 1/2, hoofdstuk 2, van hetzelfde Wetboek wordt een artikel XV.60/9/1 ingevoegd, luidende: "Art. XV.60/9/1. § 1. Indien de overtreder in het kader van het indienen van zijn verweermiddelen, zoals bedoeld in artikel XV.60/7, toezegt de vermoede inbreuken bedoeld in artikel XV.2, § 1, stop te zetten en/of adequaat herstel te bieden aan consumenten en/of ondernemingen die nadeel hebben ondervonden of ondervinden van de vermoede inbreuken bedoeld in artikel XV.2, § 1, kunnen de ambtenaren bedoeld in artikel XV.60/4 deze toezegging aanvaarden. Ze informeren de overtreder op dat ogenblik eveneens over de impact die het stopzetten van de vermoede inbreuken of het herstel kan hebben op de beslissing tot het opleggen van een administratieve geldboete. § 2. Indien de ambtenaren bedoeld in artikel XV.60/4 de toezegging niet aanvaarden, informeren ze de overtreder eenmalig over de bijkomende maatregelen die deze kan nemen om de vermoede inbreuken stop te zetten en/of herstel te bieden in het belang van consumenten en/of ondernemingen die nadeel hebben ondervonden of ondervinden van de vermoede inbreuken bedoeld in artikel XV.2, § 1, vooraleer over te gaan tot het nemen van een beslissing tot oplegging van een administratieve geldboete. Ze informeren de overtreder eveneens op dat ogenblik over de impact die deze bijkomende maatregelen kunnen hebben op de beslissing tot het opleggen van een administratieve geldboete.
Deze ambtenaren bepalen een termijn van minstens vijftien dagen waarbinnen de overtreder een nieuwe toezegging kan indienen. § 3. De toezeggingen bedoeld in de paragrafen 1 en 2 kunnen openbaar worden gemaakt op de website van de FOD Economie, voor zover zij aanvaard werden door de in artikel XV.60/4 bedoelde ambtenaren, met het oog op het verwittigen of informeren van consumenten en ondernemingen over de toegepaste praktijken van de overtreder of om toekomstige inbreuken door de onderneming te vermijden. In dit verband kunnen de in artikel XV.60/4 bedoelde ambtenaren ook overgaan tot de publicatie van de identificatiegegevens van de overtreder en de gegevens met betrekking tot de vastgestelde inbreuken, de onderliggende praktijken, en de middelen die gebruikt werden om de inbreuken te begaan. De adressen kunnen maar bekendgemaakt worden voor zover de overtreder er niet gedomicilieerd is.
Vooraleer over te kunnen gaan tot de publicatie, brengen de in artikel XV.60/4 bedoelde ambtenaren de onderneming op de hoogte van het voornemen om over te gaan tot de publicatie van de toezeggingen bedoeld in de paragrafen 1 en 2 en van de mogelijkheid voor de onderneming om zich daartegen te verzetten. Er kan enkel overgegaan worden tot de in het eerste lid bedoelde publicatie als binnen vijf werkdagen geen met redenen omklede reactie van de onderneming ontvangen werd of als de onderneming geen afdoende verantwoording heeft gegeven om zich tegen de publicatie te verzetten.
Elke toezegging die wordt bekendgemaakt, blijft gedurende een periode van maximaal één jaar na de bekendmaking op de website van de FOD Economie staan, waar ze toegankelijk is voor elke burger.
Persoonsgegevens, zoals bedoeld in artikel 4, 1), van de algemene verordening gegevensbescherming, die in de bekendmaking zijn opgenomen, worden evenwel slechts op de website vermeld zolang als noodzakelijk in overeenstemming met de doelstellingen bedoeld in het eerste lid, en dit voor een maximumtermijn van één jaar. § 4. De ambtenaren bedoeld in artikel XV.60/4 kunnen de ambtenaren bedoeld in artikel XV.2 verzoeken om na te gaan of de toezeggingen worden nageleefd en hiervan proces-verbaal op te stellen zoals bedoeld in artikel XV.2, § 2."
Art. 34.In artikel XV.60/12, 6°, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 29 september 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/07/2016 numac 2016000435 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de elektronische communicatie type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/06/2005 numac 2005011238 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de elektronische communicatie sluiten4, worden de woorden "XV.5/1, § 1, of XV.31/2/1" vervangen door de woorden "XV.5/1, § 1, XV.31/2, XV.31/2/1 of XV.60/9/1".
Art. 35.In boek XV, titel 1/2, hoofdstuk 7, van hetzelfde Wetboek wordt een artikel XV.60/23 ingevoegd, luidende: "Art. XV.60/23. § 1. Onverminderd artikel XV.60/21, kunnen de ambtenaren bedoeld in artikel XV.60/4 de beslissing tot het opleggen van een administratieve geldboete, tot schuldigverklaring of tot klassering zonder gevolg steeds niet-nominatief ter kennis brengen van: 1° de minister of staatssecretaris bevoegd voor de in de beslissing bedoelde wetgeving;2° de Consumentenombudsdienst, voor zover het wetgeving betreft waarvoor een buitengerechtelijke regeling van consumentengeschillen mogelijk is;3° de bijzondere raadgevende commissie Verbruik, in de mate dat de beslissingen relevant zijn voor het verlenen van adviezen;4° andere overheidsdiensten en -instellingen, in de mate dat ze adviezen verlenen of verantwoordelijk zijn voor de wetgeving die bedoeld is in de beslissing;5° Europese instellingen, voor zover de beslissingen betrekking hebben op Europese verordeningen of nationale wetgeving die de omzetting vormen van Europese richtlijnen. § 2. Onverminderd artikel XV.60/21, kunnen de ambtenaren bedoeld in artikel XV.60/4 de beslissing tot het opleggen van een administratieve geldboete, tot schuldigverklaring of tot klassering zonder gevolg integraal en nominatief ter kennis brengen van: 1° de dienst van de ambtenaren bedoeld in artikel XV.2 die het proces-verbaal hebben opgesteld, om ze te informeren over het gevolg dat gegeven werd aan het proces-verbaal; 2° het openbaar ministerie, om het te informeren over het gevolg dat gegeven werd aan een proces-verbaal en de administratieve sancties die opgelegd zijn aan personen of ondernemingen en om dubbele bestraffing te vermijden;3° andere overheidsdiensten en -instellingen, indien dit noodzakelijk is voor het opsporen, vervolgen en sanctioneren van inbreuken op de wetgevingen die tot hun bevoegdheden behoren;4° buitenlandse autoriteiten, in voorkomend geval binnen de grenzen of met inachtneming van de Europese richtlijnen en verordeningen, indien dit noodzakelijk is voor het opsporen, vervolgen en sanctioneren van inbreuken op de wetgevingen die tot hun bevoegdheden behoren. § 3. Onverminderd artikel XV.60/21, kunnen de ambtenaren bedoeld in artikel XV.60/4 elke belanghebbende, in het bijzonder consumenten en ondernemingen die schade ondervonden hebben, verenigingen ter verdediging van de consumentenbelangen en verenigingen of federaties ter verdediging van de belangen van ondernemingen, op diens verzoek beknopte informatie geven over de beslissing tot het opleggen van een administratieve geldboete, tot schuldigverklaring of klassering zonder gevolg. Dit heeft tot doel consumenten en ondernemingen te informeren over het gevolg dat gegeven werd aan hun eventuele melding en hen de mogelijkheid te geven om bijkomende gerechtelijke of buitengerechtelijke stappen te zetten.
De beknopte informatie bedoeld in het eerste lid bevat maximaal de identificatiegegevens van de overtreder, de gegevens met betrekking tot de vastgestelde inbreuken die de basis vormen voor de beslissing, de onderliggende praktijken, het boetebedrag en het feit of al dan niet beroep werd ingesteld.
De kennisgeving bedoeld in deze paragraaf kan ten vroegste gebeuren na het verstrijken van de beroepstermijn bedoeld in artikel XV.60/15. § 4. Indien de bekendmaking van de identiteit van de rechtspersonen of van de persoonsgegevens van natuurlijke personen door de ambtenaren bedoeld in artikel XV.60/4 aan de in paragrafen 2 en 3 bedoelde personen en diensten wordt beschouwd als onevenredig, na een beoordeling per geval van de evenredigheid van de bekendmaking van dergelijke gegevens, of indien de bekendmaking een lopend onderzoek of een lopende strafrechtelijke procedure in het gedrang dreigt te brengen, wordt overgegaan tot een niet-nominatieve en/of beperkte overmaking of wordt de beslissing niet gedeeld."
Art. 36.In artikel XV.66/2, § 1, 3°, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 19 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/01/2003 pub. 24/01/2003 numac 2003014009 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector sluiten2 en vervangen bij de wet van 8 juni 2017, worden de woorden ", vermeerderd met de opdeciemen bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de wet van 5 maart 1952Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/03/1952 pub. 13/01/2010 numac 2009000850 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de opdecimes op de strafrechtelijke geldboeten Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de opdécimes op de strafrechtelijke geldboeten" ingevoegd tussen de woorden "tussen 100 en 110.000 euro opleggen aan de beheersvennootschap" en de woorden ", behalve in het geval beoogd in artikel XV.112".
Art. 37.Artikel XV.85 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 21 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/12/2013 pub. 27/01/2014 numac 2014200335 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende dringende diverse bepalingen inzake sociale wetgeving type wet prom. 21/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013000824 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken en federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen Binnenlandse Zaken sluiten en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 29 september 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/07/2016 numac 2016000435 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de elektronische communicatie type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/06/2005 numac 2005011238 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de elektronische communicatie sluiten4, wordt aangevuld met een bepaling onder 6°, luidende: "6° zij die de bepalingen van artikel VI.81 betreffende het gezamenlijk aanbod van financiële diensten overtreden."
Art. 38.Artikel XV.87, 1°, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 19 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/01/2003 pub. 24/01/2003 numac 2003014009 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector sluiten2 en vervangen bij de wet van 22 december 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/01/2003 pub. 24/01/2003 numac 2003014009 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector sluiten8, wordt aangevuld met de woorden "en VII.59/3".
Art. 39.In artikel XV.89, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 19 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/01/2003 pub. 24/01/2003 numac 2003014009 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector sluiten2, vervangen bij de wet van 19 juli 2018 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 5 november 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/03/2006 pub. 28/04/2006 numac 2006003247 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten en de distributie van financiële instrumenten sluiten2, worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) de bepaling onder 1° /1 wordt vernummerd tot 1° /2; b) een bepaling onder 1° /1 wordt ingevoegd, luidende: "1° /1 van artikel VII.4/5 en van de genomen besluiten in uitvoering van dit artikel betreffende de vergelijkbaarheid van betaalinstrumenten en de bijhorende kosten voor ondernemingen;"
Art. 40.In boek XV, titel 3, hoofdstuk 2, afdeling 11/3, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 18 april 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/01/2003 pub. 24/01/2003 numac 2003014009 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector sluiten9, wordt een artikel XV.125/4/3 ingevoegd, luidende: "Art. XV.125/4/3. Met een sanctie van niveau 2 worden bestraft zij die de bepalingen van de artikelen 5, 7, 19 en 20 van Verordening (EU) 2023/1804 van het Europees Parlement en de Raad van 13 september 2023 betreffende de uitrol van infrastructuur voor alternatieve brandstoffen en tot intrekking van Richtlijn 2014/94/EU overtreden."
Art. 41.Artikel XV.126/2, 2°, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 29 september 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/07/2016 numac 2016000435 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de elektronische communicatie type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/06/2005 numac 2005011238 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de elektronische communicatie sluiten4, wordt vervangen als volgt: "2° de onderneming bedoeld in artikel XV.31/2 of artikel XV.60/9/1 die de gemaakte toezeggingen of aanvullende toezeggingen, die aanvaard zijn door de bevoegde ambtenaren, niet in acht neemt." Afdeling 8 - Wijzigingen van boek XIX van het Wetboek van economisch
recht
Art. 42.In artikel XIX.6, § 4, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 4 mei 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/03/2006 pub. 28/04/2006 numac 2006003247 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten en de distributie van financiële instrumenten sluiten4, worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) de bepaling onder 4° wordt vervangen als volgt: "4° op vraag van de bevoegde ambtenaren van de FOD Economie, een uittreksel uit het strafregister, verstrekt overeenkomstig artikel 596, eerste lid, van het Wetboek van strafvordering, van alle bestuurders, zaakvoerders, directeurs of gevolmachtigden van de onderneming, bestemd voor een openbaar bestuur, of een in het buitenland afgeleverd gelijkwaardig document, dat niet ouder is dan drie maanden;"; b) in de bepaling onder 5° worden de woorden ", of een derde die beantwoordt aan de door de Koning bepaalde voorwaarden," ingevoegd tussen de woorden "dat de onderneming" en de woorden "een verzekeringsovereenkomst heeft afgesloten".
Art. 43.In artikel XIX.7, § 2, tweede lid, 3°, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 4 mei 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/03/2006 pub. 28/04/2006 numac 2006003247 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten en de distributie van financiële instrumenten sluiten4, wordt het woord "die" vervangen door het woord "dat".
Art. 44.In boek XIX van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 4 mei 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/03/2006 pub. 28/04/2006 numac 2006003247 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten en de distributie van financiële instrumenten sluiten4, wordt een titel 3 ingevoegd, luidende "De minnelijke schuldbemiddeling".
Art. 45.In titel 3, ingevoegd bij artikel 44, worden de artikelen XIX.16 tot XIX.44 ingevoegd, luidende: "Hoofdstuk 1. Algemene beginselen Afdeling 1. - Definitie en doelstellingen van de procedure
Art. XIX.16. Onverminderd artikel I.9, 55°, is de minnelijke schuldbemiddeling een dienst, met uitzondering van het sluiten van een kredietovereenkomst bedoeld in artikel I.9, 39°, die tot doel heeft preventieve en/of curatieve bijstand te verlenen aan elke schuldenaar die financiële moeilijkheden ondervindt of niet in staat is zijn opeisbare of invorderbare schulden te betalen.
Art. XIX.17. De minnelijke schuldbemiddeling heeft tot doel een duurzame oplossing te vinden voor de financiële moeilijkheden van de schuldenaar en/of voor zijn problemen van overmatige schuldenlast. Zij heeft tot doel om de schuldenaar te helpen met diens verplichtingen ten aanzien van de schuldeisers, voor zover dit de schuldenaar en zijn gezin in staat stelt om een levensstandaard te behouden in overeenstemming met de menselijke waardigheid.
Art. XIX.18. De minnelijke schuldbemiddeling kan slechts worden ingeleid op verzoek van de schuldenaar. Afdeling 2. - Toepassingsgebied
Art. XIX.19. Deze titel is van toepassing op elke minnelijke schuldbemiddeling waarbij de schuldenaar een natuurlijke persoon is.
Deze titel verwijst in het bijzonder naar elke minnelijke schuldbemiddeling voor een consument bedoeld in de artikelen XIX.9, § 3, en XIX.10, § 1, eerste lid, 3°.
HOOFDSTUK 2. - De minnelijke schuldbemiddelaar
Art. XIX.20. § 1. De functie van minnelijke schuldbemiddelaar mag enkel uitgeoefend worden door: 1° de advocaten, de ministeriële ambtenaren of de gerechtelijke mandatarissen in de uitoefening van hun beroep of functie;2° de openbare of de private instellingen die door de bevoegde autoriteiten zijn erkend om aan minnelijke schuldbemiddeling te doen. De instellingen bedoeld in het eerste lid, 2°, maken gebruik van natuurlijke personen die voldoen aan de door de bevoegde autoriteiten gestelde voorwaarden.
Aangezien de instellingen bedoeld in het eerste lid, 2°, onderworpen zijn aan een opleidingsverplichting als onderdeel van de voorwaarden die door de bevoegde autoriteiten aan hun erkenning zijn verbonden, voldoen zij aan de specifieke opleidingsvoorwaarde bedoeld in paragraaf 2. § 2. De personen bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, 1°, leveren het bewijs van een bijzondere opleiding in minnelijke schuldbemiddeling en leggen waarborgen voor bekwaamheid inzake overmatige schuldenlast voor.
De Koning stelt de voorwaarden vast waaraan de opleiding en de vereiste bekwaamheid moeten voldoen.
Art. XIX.21. Hoewel hij tussenkomt op verzoek van de schuldenaar, is de minnelijke schuldbemiddelaar een bemiddelaar tussen de schuldenaar en zijn schuldeisers.
Hij vervult zijn rol met gepaste zorgvuldigheid.
Art. XIX.22. Voor de aanvang of voortzetting van de minnelijke schuldbemiddeling, maakt de minnelijke schuldbemiddelaar elk belangenconflict ten aanzien van de schuldenaar bekend.
De minnelijke schuldbemiddelaar mag de minnelijke schuldbemiddeling enkel aanvaarden of voortzetten indien hij en de schuldenaar uitdrukkelijk verklaren dat het belangenconflict zijn onafhankelijkheid niet in het gedrang brengt.
Deze verplichting blijft geldig gedurende het volledige traject van de minnelijke schuldbemiddeling.
Art. XIX.23. De minnelijke schuldbemiddelaar is gebonden door het beroepsgeheim.
Hij mag de informatie die hij ontvangt in het kader van de uitoefening van zijn functie niet delen met derden.
Hij deelt met de schuldeisers alleen de informatie die strikt noodzakelijk is voor de uitoefening van zijn functie, en mits voorafgaande toestemming van de schuldenaar.
Art. XIX.24. De minnelijke schuldbemiddelaar kan, met voorafgaande toestemming van de schuldenaar, via elk communicatiemiddel contact opnemen met alle personen en instellingen om informatie te verzamelen over de schulden van de schuldenaar, die nodig is voor het opstellen van het verzoek tot minnelijke schuldbemiddeling en de opvolging ervan.
HOOFDSTUK 3. - De procedure en de verplichtingen van de minnelijke schuldbemiddelaar Afdeling 1. - De aanvang van de minnelijke schuld-- bemiddeling
Art. XIX.25. § 1. De minnelijke schuldbemiddeling mag niet aanvangen voordat de minnelijke schuldbemiddelaar en de schuldenaar een overeenkomst hebben ondertekend waarin onder meer zijn vastgesteld: 1° de bekendmaking van elk belangenconflict dat bestaat op het ogenblik van de ondertekening van de overeenkomst ten aanzien van de schuldenaar zoals bedoeld in artikel XIX.22, eerste lid, alsook de verklaring bedoeld in artikel XIX.22, tweede lid. 2° de omvang van het mandaat van de minnelijke schuldbemiddelaar;3° het doel en de grenzen van de minnelijke schuldbemiddeling;4° de rechten en plichten van de minnelijke schuldbemiddelaar en de schuldenaar bepaald in deze titel;5° de beschikbare procedures voor klachtenafhandeling van de schuldenaar tegen de minnelijke schuldbemiddelaar, de bevoegde instanties die er kennis van nemen alsook de te respecteren formaliteiten en termijnen; 6° de beginselen en regels die van toepassing zijn op de verwerking en overdracht van persoonsgegevens overeenkomstig artikel XIX.30; 7° indien van toepassing, de kosten in verband met zijn tussenkomst en/of de minnelijke schuldbemiddeling;en 8° de informatieplicht met betrekking tot het vereiste van voorafgaande toestemming van de schuldenaar met bepaalde stappen die de schuldbemiddelaar in het kader van zijn opdracht onderneemt. § 2. Paragraaf 1, 8°, doelt met name op de voorafgaande toestemming van de schuldenaar bepaald in de artikelen XIX.23, derde lid, XIX.24 en XIX.29, § 2, eerste lid.
Indien het niet mogelijk is de voorafgaande toestemming van de schuldenaar te bekomen telkens wanneer dit nodig zou zijn in de artikelen bedoeld in het eerste lid, wordt de schuldenaar verondersteld zijn voorafgaande toestemming te geven aan de minnelijke schuldbemiddelaar door de overeenkomst te ondertekenen.
In alle andere gevallen waarin de toestemming van de schuldenaar vereist is krachtens de bepalingen van deze titel, rust de bewijslast van de toestemming van de schuldenaar op de minnelijke schuldbemiddelaar. § 3. De Koning kan een modelovereenkomst bepalen en vastleggen welke bepalingen ervan van dwingend dan wel van aanvullend recht zijn.
Art. XIX.26. Tijdens de eerste gesprekken met de schuldenaar zorgt de minnelijke schuldbemiddelaar ervoor dat de schuldenaar goed geïnformeerd wordt over het kader en de beperkingen van de minnelijke schuldbemiddeling en over de rechten en plichten van elke partij.
Tijdens de eerste gesprekken met de schuldenaar, en na te hebben beoordeeld of een minnelijke schuldbemiddeling relevant is, informeert de minnelijke schuldbemiddelaar de schuldenaar over het bestaan van alternatieve oplossingen. Hij legt de voorwaarden uit voor de uitvoering ervan en hun praktische gevolgen voor zijn rechten en verplichtingen. Afdeling 2. - Tijdens de minnelijke schuldbemiddeling
Art. XIX.27. De minnelijke schuldbemiddelaar begeleidt de schuldenaar tijdens de volledige duur van zijn opdracht.
Daartoe voorziet de minnelijke schuldbemiddelaar in zoveel gesprekken met de schuldenaar als nodig is.
Tijdens de volledige duur van zijn opdracht presenteert de minnelijke schuldbemiddelaar alle mogelijkheden en alternatieven die de schuldenaar ter beschikking staan en hun gevolgen, zodat de schuldenaar weloverwogen beslissingen kan nemen. Afdeling 3. - Analyse van de situatie van de schuldenaar en inventaris
van schulden
Art. XIX.28. De minnelijke schuldbemiddelaar neemt kennis van de familiale, financiële, juridische en sociale situatie van de schuldenaar.
De minnelijke schuldbemiddelaar stelt samen met de schuldenaar het budget vast dat nodig is om hem en zijn echtgenoot en/of elke persoon die met hem samenwoont een menswaardig bestaan te garanderen. Het budget stemt overeen met de werkelijke behoeften van de schuldenaar en zijn echtgenoot en/of elke persoon die met hem samenwoont. Het principe van de menselijke waardigheid van de schuldenaar en zijn echtgenoot en/of elke persoon die met hem samenwoont dient als referentie voor de minnelijke schuldbemiddelaar bij het opstellen van het budget.
De minnelijke schuldbemiddelaar zorgt ervoor dat de schuldenaar op de hoogte is van de sociale rechten waarvoor hij in aanmerking komt. Hij informeert en adviseert de schuldenaar over de stappen die hij in voorkomend geval moet ondernemen om van deze rechten te kunnen genieten.
Art. XIX.29. § 1. De minnelijke schuldbemiddelaar maakt een inventaris op van de schulden van de schuldenaar. § 2. In voorkomend geval, en met voorafgaande toestemming van de schuldenaar, kan de minnelijke schuldbemiddelaar de schuldeisers om een bijgewerkte staat van hun schuldvorderingen vragen, vergezeld van bewijsstukken.
Wanneer hij contact opneemt met de schuldeisers, zorgt de minnelijke schuldbemiddelaar ervoor dat de rechten van de schuldenaar gevrijwaard blijven.
De minnelijke schuldbemiddelaar controleert de wettigheid van de gevorderde bedragen op basis van de door de schuldeisers verstrekte documenten en staten. § 3. Indien er gronden tot betwisting zijn, informeert de minnelijke schuldbemiddelaar de schuldenaar daarover.
De schuldenaar neemt contact op met de schuldeisers om de redenen van de betwisting uit te leggen.
Hij kan de bijstand van de minnelijke schuldbemiddelaar inroepen.
Wanneer de artikelen XIX.3, XIX.7, § 2, en XIX.9, § 4, van toepassing zijn, informeert de minnelijke schuldbemiddelaar de schuldenaar over alle verplichtingen die hieruit voortvloeien. § 4. Als de schuldeiser de betwisting niet aanvaardt, informeert de minnelijke schuldbemiddelaar de schuldenaar over de minnelijke en/of gerechtelijke stappen die nog kunnen worden ondernomen. § 5. In geen geval vertegenwoordigt de minnelijke schuldbemiddelaar de schuldenaar in de rechtbank. Afdeling 4. - Verwerking van persoonsgegevens
Art. XIX.30. § 1. In het kader van de minnelijke schuldbemiddeling verwerkt de minnelijke schuldbemiddelaar de persoonsgegevens over de volgende categorieën van betrokken personen: 1° de schuldenaar;2° de werknemers en vertegenwoordigers van de schuldeisers;3° de echtgenoot van de schuldenaar en/of elke persoon die samenwoont met de schuldenaar. § 2. In het kader van de doelstellingen van minnelijke schuldbemiddeling bepaald in de artikelen XIX.16 en XIX.17, verwerkt de minnelijke schuldbemiddelaar de volgende categorieën van persoonsgegevens van de betrokken personen bedoeld in paragraaf 1: 1° de naam, de voornamen, het rijksregisternummer en de woonplaats van de schuldenaar;2° de naam, de voornamen, de woonplaats en het rijksregisternummer van de echtgenoot van de schuldenaar of van elke persoon die samenwoont met de schuldenaar, de gezinssamenstelling en, in voorkomend geval, hun huwelijksvermogensstelsel.3° alle financiële, sociaal-familiale en professionele gegevens die nodig zijn om een inventaris van de schulden van de schuldenaar op te maken;4° alle financiële, sociaal-familiale en professionele gegevens die nodig zijn om voor de schuldenaar een budget op te stellen dat de schuldenaar, zijn echtgenoot en/of elke persoon die met hem samenwoont, een menswaardig bestaan garandeert;5° alle informatie die de minnelijke schuldbemiddelaar in staat stelt om de familiale, financiële, juridische en sociale situatie van de schuldenaar, zijn echtgenoot en/of elke persoon die met hem samenwoont, zo goed mogelijk te beoordelen;6° de lijst van de erkende of beweerde schuldeisers, met vermelding van hun naam, hun adres en, indien zij daarvan op de hoogte zijn, hun rijksregisternummer, of, indien het een rechtspersoon betreft, de benaming, het inschrijvingsnummer in de Kruispuntbank van Ondernemingen en de zetel, alsook de gegevens van de contactpersoon van de schuldeiser;7° de attesten en bewijsstukken;8° alle persoonsgegevens die de betrokken persoon uit eigen beweging wenst te delen. § 3. De Koning kan de lijst met categorieën van persoonsgegevens en persoonscategorieën bedoeld in de paragrafen 1 en 2 verduidelijken, mits die categorieën van persoonsgegevens en persoonscategorieën noodzakelijk en relevant zijn voor en in verhouding staan tot het volbrengen van de minnelijke schuldbemiddeling en de verplichtingen van de minnelijke schuldbemiddelaar tot het verwerken van persoonsgegevens.
De persoonsgegevens worden niet langer dan nodig bewaard voor de doeleinden waarvoor ze worden verwerkt.
Behoudens andersluidende wettelijke bepaling, mogen de persoonsgegevens niet langer bewaard worden dan gedurende een periode van tien jaar vanaf het einde van de minnelijke schuldbemiddeling. Afdeling 5. - Onderhandelingen met schuldeisers
Art. XIX.31. In zijn relaties met schuldeisers handelt de minnelijke schuldbemiddelaar altijd in overleg met en met instemming van de schuldenaar.
Art. XIX.32. De minnelijke schuldbemiddelaar ziet erop toe dat realistische voorstellen voor aflossing worden opgesteld na een zorgvuldig en nauwgezet onderzoek van de situatie van de schuldenaar en steeds met diens instemming.
Art. XIX.33. De schuldeisers zijn vrij om de aan hen voorgelegde aflossingsvoorstellen en overeenkomsten te aanvaarden of te weigeren.
Ze kunnen ook tegenvoorstellen doen.
De schuldeisers zijn vrij om te weigeren deel te nemen aan een minnelijke schuldbemiddeling. Afdeling 6. - Uitvoering en controle van overeenkomsten
Art. XIX.34. Het is aan de schuldenaar om zelf de betalingen aan de schuldeisers te doen.
Op verzoek van de schuldenaar kan de minnelijke schuldbemiddelaar hem bijstaan bij het uitvoeren van de betalingen bepaald in de overeenkomsten.
Art. XIX.35. De minnelijke schuldbemiddelaar ontmoet de schuldenaar regelmatig om de ontwikkeling van zijn situatie en de uitvoering van de aangegane overeenkomsten op te volgen.
In geval van wijziging van de budgetsituatie van de schuldenaar stelt de minnelijke schuldbemiddelaar, in voorkomend geval, in overleg met de schuldenaar en met diens instemming, eventuele wijzigingen van de oorspronkelijk overeengekomen aflossingsvoorwaarden voor.
Art. XIX.36. De schuldenaar en de schuldeiser behouden elk voor zich het recht om eenzijdig, zonder opgave van redenen, de overeenkomst op te zeggen. Afdeling 7. - Mislukking van de onderhandelingen en alternatieve
oplossingen
Art. XIX.37. Indien de minnelijke onderhandelingen mislukken of indien de minnelijke schuldbemiddelaar van oordeel is dat de minnelijke schuldbemiddeling waarschijnlijk niet of niet langer zal leiden tot het herstel van de financiële situatie van de schuldenaar in menswaardige levensomstandigheden, stelt hij de schuldenaar in kennis van de alternatieve oplossingen voor de minnelijke schuldbemiddeling en legt hij hem de voorwaarden voor de toepassing ervan en de concrete gevolgen ervan voor zijn rechten en verplichtingen uit.
Art. XIX.38. De minnelijke schuldbemiddelaar is niet onderworpen aan een resultaatsverbintenis wat betreft het welslagen van de minnelijke schuldbemiddeling.
HOOFDSTUK 4. - Verplichtingen van de schuldenaar
Art. XIX.39. De schuldenaar werkt gedurende de gehele procedure loyaal en volledig met de minnelijke schuldbemiddelaar samen, met name door: 1° de administratieve stappen uit te voeren die met de minnelijke schuldbemiddelaar werden overeengekomen en die nodig zijn voor het welslagen van de minnelijke schuldbemiddeling;2° nauwkeurige, volledige en precieze informatie en documenten te verstrekken die de minnelijke schuldbemiddelaar in staat stellen zijn familiale, financiële, sociale en juridische situatie te beoordelen tijdens het hele proces van minnelijke schuldbemiddeling;3° de minnelijke schuldbemiddelaar onmiddellijk op de hoogte te brengen van elke wijziging in zijn situatie die een rechtstreekse of onrechtstreekse invloed zou kunnen hebben op de uitvoering van de terugbetalingsovereenkomsten of de voortzetting van de minnelijke schuldbemiddeling;4° zelf geen stappen te ondernemen ten aanzien van zijn schuldeisers zonder voorafgaand overleg met de minnelijke schuldbemiddelaar. HOOFDSTUK 5. - Beëindiging van minnelijke schuld- bemiddeling
Art. XIX.40. De schuldenaar kan de minnelijke schuldbemiddeling op elk ogenblik beëindigen, zonder opgave van reden.
Art. XIX.41. § 1. De minnelijke schuldbemiddelaar kan de minnelijke schuldbemiddeling beëindigen als de schuldenaar ondanks een eerste waarschuwing zijn verplichtingen overeenkomstig artikel XIX.39 nog steeds niet nakomt.
De minnelijke schuldbemiddelaar brengt de schuldenaar hiervan op een duurzame gegevensdrager op de hoogte.
Hij neemt een opzegtermijn van ten minste een maand in acht. § 2. De minnelijke schuldbemiddelaar beëindigt de minnelijke schuldbemiddeling indien hij niet meer voldoet aan de voorwaarden van onafhankelijkheid bedoeld in de artikelen XIX.21 en XIX.22.
De minnelijke schuldbemiddelaar brengt de schuldenaar hiervan op een duurzame gegevensdrager op de hoogte.
Hij neemt een opzegtermijn van ten minste een maand in acht. § 3. De minnelijke schuldbemiddelaar kan de minnelijke schuldbemiddeling beëindigen indien deze niet langer kan worden voortgezet onder bevredigende voorwaarden.
De minnelijke schuldbemiddelaar brengt de schuldenaar hiervan op een duurzame gegevensdrager op de hoogte.
Hij neemt een opzegtermijn van ten minste twee maanden in acht. § 4. De openbare instellingen bedoeld in artikel XIX.20, § 1, eerste lid, 2° kunnen de minnelijke schuldbemiddeling beëindigen als ze door de verhuizing van de schuldenaar niet langer territoriaal bevoegd zijn.
De openbare instellingen brengen de schuldenaar onverwijld hiervan op een duurzame gegevensdrager op de hoogte.
Art. XIX.42. De minnelijke schuldbemiddelaar stelt de schuldeisers op een duurzame gegevensdrager en ten laatste voor het einde van zijn opdracht, in kennis van het einde van zijn opdracht.
HOOFDSTUK 6. - Kosten van minnelijke schuldbemiddeling
Art. XIX.43. Wanneer de minnelijke schuldbemiddeling wordt uitgevoerd door erkende openbare of particuliere instellingen, mogen deze geen andere vergoedingen vragen dan die welke zijn opgenomen in een exhaustieve lijst van de gewestelijke autoriteit die de voorwaarden voor hun erkenning vaststelt.
Art. XIX.44. De personen bedoeld in artikel XIX.20, § 1, eerste lid, 1°, kunnen hun honoraria en kosten vrij vaststellen.
Zij brengen de schuldenaar duidelijk op de hoogte van de door hen aangerekende honoraria en kosten, voordat de schuldenaar is gebonden door de in artikel XIX.25, § 1, bedoelde overeenkomst.
Zij informeren de schuldenaar ook over het bestaan van goedkope of zelfs gratis alternatieven."
HOOFDSTUK 3 - Wijzigingen van het Sociaal Strafwetboek
Art. 46.In artikel 100/6 van het Sociaal Strafwetboek, ingevoegd bij de wet van 29 maart 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/03/2012 pub. 30/03/2012 numac 2012021057 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) sluiten en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 13 mei 2023, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het vierde lid, eerste streepje, worden de woorden "artikel 4 van de wet van 17 maart 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/07/2016 numac 2016000435 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de elektronische communicatie type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/06/2005 numac 2005011238 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de elektronische communicatie sluiten3 tot invoering van het elektronisch proces-verbaal bij de inspectiediensten van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie en tot wijziging van het Sociaal Strafwetboek," opgeheven; 2° in het vijfde lid wordt de bepaling onder 4° opgeheven; 3° in het zesde lid worden de woorden "en in artikel 3, § 1, eerste lid, van de wet van 17 maart 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/07/2016 numac 2016000435 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de elektronische communicatie type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/06/2005 numac 2005011238 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de elektronische communicatie sluiten3 tot invoering van het elektronisch proces-verbaal bij de inspectiediensten van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie en tot wijziging van het Sociaal Strafwetboek" opgeheven; 4° in het achtste lid worden de woorden "in artikel 3 van de wet van 17 maart 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/07/2016 numac 2016000435 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de elektronische communicatie type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/06/2005 numac 2005011238 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de elektronische communicatie sluiten3 tot invoering van het elektronisch proces-verbaal bij de inspectiediensten van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie en tot wijziging van het Sociaal Strafwetboek en" opgeheven.
Art. 47.In artikel 100/8, § 1, tweede lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 29 maart 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/03/2012 pub. 30/03/2012 numac 2012021057 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) sluiten en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 13 mei 2023, wordt de bepaling onder 6° opgeheven.
Art. 48.In artikel 100/9, § 1, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 29 maart 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/03/2012 pub. 30/03/2012 numac 2012021057 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) sluiten en vervangen bij de wet van 13 mei 2023, wordt het tweede streepje opgeheven.
Art. 49.In artikel 100/10 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 29 maart 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/03/2012 pub. 30/03/2012 numac 2012021057 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) sluiten en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 13 mei 2023, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 5, eerste lid, worden de woorden ", tot de inspectiediensten van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie" opgeheven; 2° paragraaf 7 wordt opgeheven. HOOFDSTUK 4 - Wijzigingen van de wet van 21 december 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/12/1998 pub. 11/02/1999 numac 1998022861 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende de productnormen ter bevordering van duurzame productie- en consumptiepatronen en ter bescherming van het leefmilieu en de volksgezondheid type wet prom. 21/12/1998 pub. 03/09/2009 numac 2009000546 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende productnormen ter bevordering van duurzame productie- en consumptiepatronen en ter bescherming van het leefmilieu en de volksgezondheid. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de productnormen ter bevordering van duurzame productie- en consumptiepatronen en ter bescherming van het leefmilieu, de volksgezondheid en de werknemers
Art. 50.Artikel 2 van de wet van 21 december 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/12/1998 pub. 11/02/1999 numac 1998022861 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende de productnormen ter bevordering van duurzame productie- en consumptiepatronen en ter bescherming van het leefmilieu en de volksgezondheid type wet prom. 21/12/1998 pub. 03/09/2009 numac 2009000546 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende productnormen ter bevordering van duurzame productie- en consumptiepatronen en ter bescherming van het leefmilieu en de volksgezondheid. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de productnormen ter bevordering van duurzame productie- en consumptiepatronen en ter bescherming van het leefmilieu, de volksgezondheid en de werknemers, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 26 april 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/03/2006 pub. 28/04/2006 numac 2006003247 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten en de distributie van financiële instrumenten sluiten0, wordt aangevuld met de bepalingen onder 25° en 26°, luidende: "25° Batterijverordening: Verordening (EU) 2023/1542 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 2023 inzake batterijen en afgedankte batterijen, tot wijziging van Richtlijn 2008/98/EG en Verordening (EU) 2019/1020 en tot intrekking van Richtlijn 2006/66/EG. 26° Ontbossingsverordening: Verordening (EU) 2023/1115 van het Europees Parlement en de Raad van 31 mei 2023 betreffende het op de markt van de Unie aanbieden en de uitvoer uit de Unie van bepaalde grondstoffen en producten die met ontbossing en bosdegradatie verband houden en tot intrekking van Verordening (EU) nr.995/2010."
Art. 51.In de Franse tekst van artikel 15, § 2/1, eerste lid, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 26 april 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/03/2006 pub. 28/04/2006 numac 2006003247 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten en de distributie van financiële instrumenten sluiten0, worden de woorden "et approcher des entreprises" vervangen door de woorden "en utilisant, si nécessaire, une identité fictive, et approcher des personnes qui mettent les produits sur le marché".
Art. 52.In artikel 16 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 26 april 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/03/2006 pub. 28/04/2006 numac 2006003247 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten en de distributie van financiële instrumenten sluiten0, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1/1 worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) in het eerste lid wordt het eerste streepje vervangen als volgt: "- een beschrijving van de niet-naleving, inclusief de wettelijke bepalingen waarop de niet-naleving betrekking heeft;"; b) in het eerste lid, derde streepje, worden de woorden ", en bovendien administratieve maatregelen volgens de bepalingen van paragraaf 1/2, opgelegd kunnen worden" opgeheven; c) tussen het derde en het vierde lid wordt een lid ingevoegd, luidende: "Het in het eerste lid bedoelde bevel tot corrigerende maatregelen kan worden opgelegd aan de overtreder en, indien daardoor aan de niet-naleving een einde kan worden gemaakt, aan elke in België gevestigde marktdeelnemer die deel uitmaakt van de toeleveringsketen van het product waarop het bevel betrekking heeft."; 2° in paragraaf 1/4 worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) in het eerste lid worden de woorden "of vernietigd worden op voorwaarde dat deze producten geen of onvoldoende waarde hebben met het oog op een eventuele openbare verkoop of eventuele schenking ervan" vervangen door de woorden "of, indien de openbare verkoop of schenking ervan niet mogelijk is of deze producten onvoldoende waarde hebben met het oog op een eventuele openbare verkoop of schenking ervan, kunnen vernietigd worden";b) tussen het eerste lid en het tweede lid wordt een lid ingevoegd, luidende: "Vanaf 30 december 2024 is het eerste lid ook van toepassing op in beslag genomen producten die onder de Ontbossingsverordening vallen, met uitzondering van runderen zoals bedoeld in de bijlage I van deze Verordening.De schenking, openbare verkoop en vernietiging van levensmiddelen die onder dit lid vallen, worden uitgevoerd overeenkomstig de levensmiddelenwetgeving."; 3° het artikel wordt aangevuld met de paragrafen 1/6 en 1/7, luidende: " § 1/6 Het verbod van het op de markt aanbieden van een product, bedoeld in paragraaf 1, tweede lid, 3°, kan eveneens worden opgelegd voor een product dat de markt van de Unie binnenkomt, wanneer de procedure krachtens artikel 28 van Verordening (EU) 2019/1020 verloopt, ongeacht of het product op het moment van de beslissing al in de handel is gebracht.De statutaire of contractuele personeelsleden bedoeld in paragraaf 1, nemen deze maatregel nadat ze vaststellen dat het product bestemd is om op de markt van de Unie te worden gebracht en niet aan de vereisten van de Europese wetgeving vermeld in bijlage I van Verordening 2019/1020, voldoet. Deze vaststelling wordt vermeld in het besluit betreffende het verbod van het op de markt aanbieden van een niet-conform product. § 1/7 Bij de niet-naleving van een verbod of van een beperking van het op de markt aanbieden of in gebruik nemen van producten, in de zin van paragraaf 1, tweede lid, 3°, wordt een proces-verbaal van ontstentenis van uitvoering opgesteld. Een afschrift van het proces-verbaal wordt overgemaakt aan de overtreder."
Art. 53.In artikel 17 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 26 april 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/03/2006 pub. 28/04/2006 numac 2006003247 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten en de distributie van financiële instrumenten sluiten0, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, eerste lid, worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) in de bepaling onder 6° wordt het woord "noodmaatregelen" vervangen door de woorden "noodmaatregelen in de zin van artikel 16, § 2,"; b) het lid wordt aangevuld met de bepaling onder 20°, luidende: "20° hij die artikel 5, leden 1, punt a), of 2, artikel 6, lid 1, onverminderd de leden 3 en 4, artikel 7, leden 1, 2 of 3, onverminderd lid 5, artikel 8, leden 1, 2 of 3, onverminderd lid 4, artikel 9, lid 1, artikel 10, leden 1, 2 of 3, onverminderd lid 4, artikel 11, leden 1, 2, 5 of 7, onverminderd lid 3, artikel 12, leden 1 of 2, artikel 38, leden 1, punt a), 5 of 9, artikel 40, lid 4, artikel 41, leden 1, 2, 4, 5 of 6, artikel 42, leden 3, 4 of 5, artikel 43 of artikel 45, leden 1 of 2, van de Batterijverordening overtreedt;"; c) het lid wordt aangevuld met de bepaling onder 21°, luidende: "21° hij die de artikelen 3, 4, 9, 10, 11, 12 of 13 van de Ontbossingsverordening overtreedt, met uitzondering van de aspecten die betrekking hebben op export en runderen zoals bedoeld in bijlage I van deze Verordening;"; d) het lid wordt aangevuld met de bepaling onder 22°, luidende: "22° hij die het verbod op of de beperking van het op de markt aanbieden of in gebruik nemen van producten, in de zin van artikel 16, § 1, tweede lid, 3°, niet naleeft."; 2° paragraaf 2 wordt aangevuld met de bepaling onder 14°, luidende: "14° hij die artikel 5, lid 1, punt b), artikel 13, met uitzondering van de leden 8 en 10, artikel 14, leden 1, 2 of 3, onverminderd lid 5, artikel 38, leden 1, punt b), 2, 3, 4, 6, 7, 8 of 10, artikel 39, artikel 40, lid 3, artikel 41, leden 3, 7 of 8, artikel 42, leden 2 of 6, artikel 46, artikel 48, leden 1, 2 of 3, onverminderd lid 4, de artikelen 49, 50, 52, 77, met uitzondering van lid 9, of 78 van de Batterijverordening overtreedt".
Art. 54.Bijlage I van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 26 april 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/03/2006 pub. 28/04/2006 numac 2006003247 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten en de distributie van financiële instrumenten sluiten0, wordt aangevuld met de volgende woorden: "Verordening (EU) 2023/1542 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 2023 inzake batterijen en afgedankte batterijen, tot wijziging van Richtlijn 2008/98/EG en Verordening (EU) 2019/1020 en tot intrekking van Richtlijn 2006/66/EG;
Verordening (EU) 2023/1115 van het Europees Parlement en de Raad van 31 mei 2023 betreffende het op de markt van de Unie aanbieden en de uitvoer uit de Unie van bepaalde grondstoffen en producten die met ontbossing en bosdegradatie verband houden, en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 995/2010."
HOOFDSTUK 5 - Wijziging van de wet van 17 januari 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/01/2003 pub. 24/01/2003 numac 2003014009 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector sluiten met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector
Art. 55.Artikel 31/1 van de wet van 17 januari 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/01/2003 pub. 24/01/2003 numac 2003014009 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector sluiten met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector, ingevoegd bij de wet van 23 december 2009, wordt vervangen als volgt: "
Art. 31/1.Het Instituut draagt bij in de werkingskosten van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven zoals opgericht bij artikel XIII.1 van het Wetboek van economisch recht tot een jaarlijks bedrag van 50.982,90 euro. Dit bedrag is gekoppeld aan de spilindex 138,01."
HOOFDSTUK 6 - Wijzigingen van de wet van 13 juni 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/07/2016 numac 2016000435 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de elektronische communicatie type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/06/2005 numac 2005011238 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de elektronische communicatie sluiten betreffende de elektronische communicatie
Art. 56.In artikel 2 van de wet van 13 juni 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/07/2016 numac 2016000435 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de elektronische communicatie type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/06/2005 numac 2005011238 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de elektronische communicatie sluiten betreffende de elektronische communicatie, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 20 juli 2022, wordt de bepaling onder 11/1° opgeheven.
Art. 57.In artikel 28/3 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 21 december 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/07/2016 numac 2016000435 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de elektronische communicatie type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/06/2005 numac 2005011238 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de elektronische communicatie sluiten6, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, worden de woorden "Op schriftelijk verzoek van een onderneming die openbare communicatienetwerken aanbiedt of waaraan een vergunning voor het aanbieden ervan is verleend, willigt de beheerder van passieve infrastructuur de" vervangen door de woorden "Elke onderneming die openbare elektronische-communicatienetwerken aanbiedt of daartoe gemachtigd is, willigt op schriftelijk verzoek van een andere onderneming die openbare elektronische-communicatienetwerken aanbiedt of daartoe gemachtigd is, de";2° in paragraaf 2, eerste lid, 2°, worden de woorden "met inbegrip van" ingevoegd tussen de woorden "met hoge snelheid te huisvesten," en de woorden "de toekomstige behoefte";3° in paragraaf 2, eerste lid, 2°, worden de woorden "van de beheerder van passieve infrastructuur inbegrepen," vervangen door de woorden "van de onderneming die openbare elektronische-communicatienetwerken aanbiedt of daartoe gemachtigd is,";4° in paragraaf 2, eerste lid, 2°, worden de woorden "die afdoende moeten worden aangetoond" vervangen door de woorden "voor zover die afdoende aangetoond zijn";5° in paragraaf 2, eerste lid, 6°, worden de woorden "de beheerder van de passieve infrastructuur" vervangen door de woorden "de onderneming die openbare elektronische-communicatienetwerken aanbiedt of daartoe gemachtigd is";6° in paragraaf 2, tweede lid, worden de woorden "de beheerder van de passieve infrastructuur" vervangen door de woorden "de onderneming die openbare elektronische-communicatienetwerken aanbiedt of daartoe gemachtigd is";7° in paragraaf 4 worden de woorden "de beheerder van de passieve infrastructuur" vervangen door de woorden "de onderneming die openbare elektronische-communicatienetwerken aanbiedt of daartoe gemachtigd is";8° in de Franse versie van paragraaf 4 wordt het woord "le" tussen de woorden "n'est pas" en "propriétaire" vervangen door het woord "la";9° in paragraaf 4 worden de woorden "de onderneming die openbare communicatienetwerken aanbiedt of waaraan een vergunning voor het aanbieden ervan is verleend" vervangen door de woorden "de onderneming die openbare elektronische-communicatienetwerken aanbiedt of daartoe gemachtigd is".
Art. 58.In artikel 28/4 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 21 december 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/07/2016 numac 2016000435 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de elektronische communicatie type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/06/2005 numac 2005011238 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de elektronische communicatie sluiten6, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, eerste lid, worden in de inleidende zin de woorden "onderneming die openbare communicatienetwerken aanbiedt" vervangen door de woorden "onderneming die openbare elektronische-communicatienetwerken aanbiedt";2° in paragraaf 1, eerste lid, wordt in de inleidende zin het woord "minimuminformatie" vervangen door het woord "informatie";3° in paragraaf 1, eerste lid, worden in de inleidende zin de woorden "van de beheerder van passieve infrastructuur" vervangen door de woorden "van een andere onderneming die openbare elektronische-communicatienetwerken aanbiedt of daartoe gemachtigd is"; 4° in paragraaf 1 wordt tussen het tweede en derde lid een lid ingevoegd, luidende: "De Koning kan, op voorstel van het Instituut of op eigen initiatief, op advies van het Instituut, aan de lijst met informatie bedoeld in het eerste lid, alle aanvullende relevante informatie toevoegen om de investeringen te vergemakkelijken in elektronische-communicatienetwerken met hoge snelheid door ondernemingen die openbare elektronische-communicatienetwerken aanbieden of daartoe gemachtigd zijn."; 5° in paragraaf 1, in het vroegere derde lid, dat het vierde lid wordt, wordt het woord "minimuminformatie" vervangen door het woord "informatie";6° in paragraaf 1, in het vroegere derde lid, dat het vierde lid wordt, worden de woorden "in het eerste lid" vervangen door de woorden "in deze paragraaf";7° in paragraaf 2, eerste lid, wordt het woord "minimuminformatie" vervangen door het woord "informatie";8° in paragraaf 2, eerste lid, worden de woorden "de beheerder van de passieve infrastructuur" vervangen door de woorden "de onderneming die openbare elektronische-communicatienetwerken aanbiedt of daartoe gemachtigd is";9° in paragraaf 2, eerste lid worden de woorden "een onderneming die openbare communicatienetwerken aanbiedt of die daartoe gemachtigd is" vervangen door de woorden "een onderneming die openbare elektronische-communicatienetwerken aanbiedt of daartoe gemachtigd is";10° in paragraaf 3, eerste lid, worden de woorden "Op specifiek, schriftelijk verzoek van een onderneming die openbare communicatienetwerken aanbiedt of die daartoe gemachtigd is, gaat de beheerder van een passieve infrastructuur in" vervangen door de woorden "Elke onderneming die openbare elektronische-communicatienetwerken aanbiedt of daartoe gemachtigd is, gaat op specifiek schriftelijk verzoek van een andere onderneming die openbare elektronische-communicatienetwerken aanbiedt of daartoe gemachtigd is, in ";11° in paragraaf 5 worden de woorden "de ondernemingen die openbare communicatienetwerken aanbieden of die daartoe gemachtigd zijn" vervangen door de woorden "de ondernemingen die openbare elektronische-communicatienetwerken aanbieden of daartoe gemachtigd zijn".
Art. 59.In artikel 107 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 21 december 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/07/2016 numac 2016000435 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de elektronische communicatie type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/06/2005 numac 2005011238 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de elektronische communicatie sluiten6, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° paragraaf 3 wordt aangevuld met een lid, luidende: "De in het tweede lid bedoelde ononderbroken toegang wordt met name gewaarborgd door middel van een redundantiesysteem voor noodoproepen, overeenkomstig de nadere regels bepaald in artikel 107/1/1."; 2° in paragraaf 7, tweede lid, worden de woorden "of aan bepaalde categorieën van operatoren" ingevoegd tussen de woorden "verplichtingen opleggen aan de operatoren" en de woorden ", de ondernemingen die een netwerk aanbieden".
Art. 60.In artikel 107/1, § 4, eerste lid, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 10 juli 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/07/2012 pub. 25/07/2012 numac 2012011280 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende diverse bepalingen inzake elektronische communicatie sluiten en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 21 december 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/07/2016 numac 2016000435 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de elektronische communicatie type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/06/2005 numac 2005011238 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de elektronische communicatie sluiten6, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de woorden "die verband houden met de toepassing van dit artikel" worden ingevoegd tussen de woorden "De beheerskosten van het fonds" en de woorden "worden gedragen door de operatoren";2° de woorden "krachtens dit artikel" worden ingevoegd tussen de woorden "die bijdragen aan het fonds" en de woorden ", in verhouding tot hun bijdrage".
Art. 61.In titel IV, hoofdstuk 2, afdeling 2, van dezelfde wet wordt een artikel 107/1/1 ingevoegd, luidende: "Art. 107/1/1. § 1. Ten behoeve van dit artikel wordt onder "redundantiesysteem voor noodoproepen" verstaan een systeem dat het mogelijk maakt om: 1° noodoproepen te routeren naar de nooddiensten die ter plaatse hulp bieden via de netwerken van ten minste twee afzonderlijke operatoren die elk ten minste één directe fysieke en logische verbinding hebben met alle beheerscentrales van de noodoproepen, hierna "direct routeringspad" genoemd;2° bij een incident de noodoproepen automatisch en onmiddellijk van het ene directe routeringspad naar het andere directe routeringspad om te leiden, hierna "redirectsysteem" genoemd. § 2. De in artikel 107, § 3, bedoelde operatoren sluiten de nodige overeenkomsten en passen hun infrastructuur aan om gebruik te maken van een redundantiesysteem voor noodoproepen die door hun abonnees worden gedaan. Zij passen dit systeem elk toe door middel van ten minste één directe interconnectie met een andere operator en hun eigen redirectsysteem.
Wanneer een operator in uitvoering van het eerste lid enkel gebruik maakt van een redundantiesysteem voor noodoproepen via directe routeringspaden van andere operatoren, dan verdeelt hij de te routeren noodoproepen gelijkelijk over deze directe routeringspaden.
Indien een operator in uitvoering van het eerste lid een redundantiesysteem voor noodoproepen ten uitvoer brengt, onder meer door middel van zijn eigen directe routeringspad(en), voert hij geautomatiseerde tests uit, om de juiste routering van deze oproepen te controleren via het (de) gebruikte directe routeringspad(en) van derden. De Koning kan de nadere regels voor de uitvoering van deze tests vastleggen, zoals de frequentie van deze tests. § 3. Zijn niet onderworpen aan de in paragraaf 2 bedoelde verplichtingen, de in artikel 107, § 3, bedoelde operatoren van wie het aantal openbaar toegewezen nummers voor nummergebaseerde interpersoonlijke communicatiediensten gedurende drie opeenvolgende jaren niet meer dan 1 % van het totale aandeel van deze nummers voor alle in artikel 107, § 3, bedoelde operatoren bedraagt gedurende diezelfde jaren. In plaats daarvan sluiten zij de nodige overeenkomsten zodat de oproepen naar nooddiensten die ter plaatse hulp bieden gedaan door hun abonnees direct of indirect profiteren van een redundantiesysteem voor noodoproepen van een operator die onderworpen is aan de in paragraaf 2 bedoelde verplichting.
Uiterlijk op 31 december van elk jaar deelt elke in artikel 107, § 3, bedoelde operator het Instituut het aantal openbaar toegewezen nummers voor nummergebaseerde interpersoonlijke communicatiediensten mee waarover hij op 1 september van het lopende jaar beschikt. Indien de in het eerste lid bedoelde drempel van 1 % gedurende meer dan drie opeenvolgende jaren wordt overschreden, stelt het Instituut de betrokken operator in kennis van die overschrijding. De in paragraaf 2 vastgestelde verplichtingen gelden voor de betrokken operator voor een termijn van twaalf maanden vanaf die kennisgeving.
De Koning kan het in het eerste lid bedoelde percentage wijzigen, na advies van het Instituut. § 4. Indien er geen redundantiesysteem voor noodoproepen bestaat, wijst de Koning de operatoren aan die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van die bijzondere opdracht van openbare dienst door middel van een aanbestedingsprocedure.
De minister van Binnenlandse Zaken, in samenwerking met de minister van Telecommunicatie en de minister van Volksgezondheid, is verantwoordelijk voor de organisatie van, de opvolging van en de controle op deze aanbestedingsprocedure.
Indien de in het eerste lid bedoelde bijzondere opdracht van openbare dienst niet aan het einde van de aanbestedingsprocedure wordt toegekend, wijst de Koning de operatoren aan die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van die opdracht, overeenkomstig de voorwaarden bedoeld in artikel 106, § 4.
Dit systeem van redundante routering van noodoproepen is onder redelijke, evenredige en niet-discriminerende voorwaarden toegankelijk voor alle in artikel 107, § 3, bedoelde operatoren. De Koning kan deze voorwaarden nader bepalen, na advies van het Instituut. § 5. De kosten gemaakt door de overeenkomstig paragraaf 4 aangewezen operatoren met ingang van de inwerkingtreding van dit artikel en die rechtstreeks verband houden met de aanleg, de terbeschikkingstelling en de instandhouding van hun directe routeringspaden, worden gedragen door de in artikel 107, § 3, bedoelde operatoren pro rata het aantal aan die operator op 1 september van het jaar waarin deze kosten werden gemaakt openbaar toegewezen nummers voor nummergebaseerde interpersoonlijke communicatiediensten.
De Koning kan de aard van de kosten bedoeld in het eerste lid preciseren. De Koning kan de lijst van deze kosten ook uitbreiden voorafgaand aan de organisatie van de in paragraaf 4 bedoelde aanbestedingsprocedure, op voorwaarde dat deze uitbreiding beperkt is tot de kosten die rechtstreeks verband houden met de terbeschikkingstelling aan derden van zijn redundantiesysteem voor noodoproepen. § 6. Het bij artikel 107/1 ingestelde fonds voor de nooddiensten die ter plaatse hulp bieden, is verantwoordelijk voor de inning van de op grond van dit artikel verschuldigde bedragen door de in artikel 107, § 3, bedoelde operatoren, voor de terugbetaling van al deze kosten aan de operator die deze heeft gemaakt en voor de terugbetaling van de in paragraaf 7 bedoelde beheerskosten aan het Instituut. § 7. De beheerskosten van het fonds die verband houden met de toepassing van dit artikel worden gedragen door de operatoren bedoeld in artikel 107, § 3, in verhouding tot hun bijdrage vastgelegd in paragraaf 5.
Onder beheerskosten wordt verstaan alle kosten die het Instituut maakt door aan het fonds de menselijke, financiële en materiële middelen te besteden, met inbegrip van de kosten voor het Instituut die voortvloeien uit het beroep op externe deskundigen. § 8. Het Instituut verifieert en keurt de in paragraaf 5 bedoelde kosten goed op basis van de door de Koning vastgestelde beginselen.
Het Instituut kan een onafhankelijke revisor aanwijzen om de in paragraaf 5 bedoelde kosten te verifiëren. Deze kosten worden gedragen door de operatoren bedoeld in artikel 107, § 3, in verhouding tot hun bijdrage vastgelegd in paragraaf 5.
Het totale bedrag van de terugbetalingen mag nooit hoger zijn dan de door het Instituut goedgekeurde totale kosten. De Koning legt bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad de regels vast voor de terugbetaling van een eventuele overcompensatie."
Art. 62.Artikel 113/2 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 10 juli 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/07/2012 pub. 25/07/2012 numac 2012011280 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende diverse bepalingen inzake elektronische communicatie sluiten en gewijzigd bij de wet van 21 december 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/07/2016 numac 2016000435 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de elektronische communicatie type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/06/2005 numac 2005011238 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de elektronische communicatie sluiten6, wordt vervangen als volgt: "
Art. 113/2.§ 1. Bij een volledige onderbreking van meer dan acht uur van de levering van een andere voor het publiek beschikbare elektronische-communicatiedienst dan een nummeronafhankelijke interpersoonlijke communicatiedienst, ingevolge een ononderbroken uitval van het netwerk, biedt de betrokken operator een compensatie aan in de zin van paragraaf 4: 1° aan de abonnee die ingetekend heeft op een tariefplan voor een dienst die geleverd wordt op een vaste locatie en dat bestemd is voor consumenten wanneer de onderbreking zich heeft voorgedaan op de locatie waar de dienst door operator geleverd moest worden;2° aan de abonnee van mobiele openbare elektronische-communicatiediensten wanneer zijn facturatieadres zich bevindt in de zone waarin de onderbreking zich heeft voorgedaan;3° aan de eindgebruiker van mobiele openbare elektronische-communicatiediensten die worden geleverd op basis van een voorafbetaalde kaart indien hij een verzoek tot compensatie indient en daarbij zijn adres meedeelt waaruit blijkt dat hij gedomicilieerd of gevestigd is in de zone waarin de onderbreking zich heeft voorgedaan.De operator verwerkt het adres uitsluitend om te verifiëren of de eindgebruiker gedomicilieerd of gevestigd is in de zone waarin de onderbreking zich heeft voorgedaan. § 2. Er is sprake van een volledige onderbreking in de zin van paragraaf 1 wanneer de volgende voorwaarden zijn vervuld: 1° het niet beschikbaar zijn: a) van een dienst die als een aparte elektronische-communicatiedienst kan worden beschouwd, of b) van één van de elektronische communicatiediensten die samen een bundel uitmaken;2° de onderbreking is niet te wijten aan het gedrag van de abonnee of van de eindgebruiker van mobiele openbare elektronische-communicatiediensten die worden geleverd op basis van een voorafbetaalde kaart. § 3. De dienstverlening wordt geacht onderbroken te zijn vanaf het ogenblik dat de operator het Instituut in kennis stelt van de onderbreking overeenkomstig artikel 107/3.
Wanneer dergelijke kennisgeving niet is vereist, geldt de melding van een gebruiker of een derde als begin van de onderbreking. § 4. De operator van de andere voor het publiek beschikbare elektronische-communicatiedienst dan een nummeronafhankelijke interpersoonlijke communicatiedienst biedt de abonnee of de eindgebruiker van mobiele openbare elektronische-communicatiediensten die worden geleverd op basis van een voorafbetaalde kaart: 1° 1 euro voor de periode van zestien uur volgend op de eerste acht uur van de onderbreking.Iedere daaropvolgende periode van 24 uur wordt de compensatie van de vorige dag verhoogd met 1 euro evenals met 0,5 euro voor iedere dag dat de onderbreking duurt; 2° in geval van een abonnement, ten minste 1/30 van het maandelijkse abonnementsgeld voor elektronische communicatiediensten wanneer dit de waarde van de compensatie bedoeld in de bepaling onder 1° overstijgt;3° de operator kan in afwijking van de bepalingen onder 1° en 2° een compensatie in natura voorstellen die nauwkeurig beschreven is en die ten minste de waarde van de financiële compensatie bedoeld in de bepaling onder 1° overstijgt. In geval van een bundel wordt de compensatie bedoeld in het eerste lid, 2°, berekend op het integrale maandelijkse abonnementsgeld voor elektronische communicatiediensten in de volledige bundel.
Maakt de abonnee of de eindgebruiker van mobiele openbare elektronische-communicatiediensten die worden geleverd op basis van een voorafbetaalde kaart geen keuze dan wordt de financiële compensatie zoals bedoeld in het eerste lid, 1° en 2°, toegekend. § 5. De bedragen vermeld in paragraaf 4 worden jaarlijks geïndexeerd volgens de index van de consumptieprijzen. § 6. Indien het incident dat aanleiding geeft tot financiële compensatie in de zin van dit artikel zich heeft voorgedaan op het openbaar elektronische-communicatienetwerk van een andere operator dan de operator van de voor het publiek beschikbare elektronische-communicatiedienst bedoeld in de paragrafen 1 en 4, en deze laatste operator een overeenkomst heeft afgesloten met de netwerkoperator voor gebruik van het openbaar elektronische-communicatienetwerk waarop het incident zich heeft voorgedaan, dan heeft de operator bedoeld in de paragrafen 1 en 4, recht op de vergoeding van de financiële compensatie die hij toekent aan zijn abonnees en eindgebruikers vanwege de operator van het elektronische-communicatienetwerk waarop het incident zich heeft voorgedaan. § 7. Dit artikel is niet van toepassing in geval van overmacht."
Art. 63.In artikel 22 van bijlage 1 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 30 augustus 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/03/2006 pub. 28/04/2006 numac 2006003247 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten en de distributie van financiële instrumenten sluiten1, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 2, vierde lid, worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) de woorden "of het beheer" worden ingevoegd tussen de woorden "toekenningscriteria" en de woorden "van het sociaal tarief";b) het lid wordt aangevuld met de woorden "of om de betrokken burgers te informeren";2° in paragraaf 5 worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) in het eerste lid worden in de inleidende zin de woorden ", en op het correct informeren van de betrokken burgers," ingevoegd tussen de woorden "22 en 38" en de woorden "heeft het Instituut";b) in het eerste lid, 2°, wordt het woord "enkel" opgeheven en worden de woorden "het informeren van de betrokken burgers," ingevoegd tussen de woorden "in het kader van" en de woorden "het behoud en van de controle";c) in het eerste lid, 4°, wordt het woord "enkel" opgeheven en wordt de bepaling aangevuld met de woorden ", alsook voor het organiseren van informatiecampagnes gericht op de betrokken burgers"; d) in het tweede lid wordt de bepaling onder 2° vervangen als volgt: "2° informeren van de betrokken personen en/of antwoorden op hun vragen;".
Art. 64.In artikel 22/3 van bijlage 1 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 30 augustus 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/03/2006 pub. 28/04/2006 numac 2006003247 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten en de distributie van financiële instrumenten sluiten1, worden de volgende wijziging aangebracht: 1° in paragraaf 2 worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) in het eerste lid worden in de inleidende zin de woorden "en om de betrokken burgers correct te informeren" ingevoegd tussen de woorden " § 1, mogelijk te maken" en de woorden ", heeft de FOD Economie";b) in het eerste lid, 2°, wordt het woord "enkel" opgeheven en worden de woorden "het informeren van de betrokken burgers," ingevoegd tussen de woorden "in het kader van" en de woorden "de toekenning en de controle van het sociaal tarief";c) het eerste lid, 4°, wordt aangevuld met de woorden "alsook om informatiecampagnes te organiseren die gericht zijn op de betrokken burgers"; 2° in paragraaf 3, eerste lid, wordt de bepaling onder 2° vervangen als volgt: "2° informeren van de betrokken personen en/of antwoorden op hun vragen;"; 3° paragraaf 9 wordt aangevuld met de volgende zinnen: "Op elke factuur van een abonnee met een tariefplan bestemd voor consumenten moet een hyperlink staan van de website waar de consument informatie kan vinden om te weten of hij in aanmerking komt voor het sociaal tarief.De verwijzing kan door de operator worden toegevoegd in het kader bedoeld in artikel 110, § 4, 1°, van de wet."; 4° het artikel wordt aangevuld met een paragraaf 11, luidende: " § 11.De FOD Economie kan regelmatig communicatiecampagnes organiseren over het sociaal tarief. Die kunnen met name bestaan uit het versturen van brieven aan de burgers die in aanmerking komen voor het sociaal tarief bedoeld in de artikelen 22, 22/2 en 22/3, 38, en 38/1."
HOOFDSTUK 7 - Wijziging van de wet van 22 maart 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/03/2006 pub. 28/04/2006 numac 2006003247 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten en de distributie van financiële instrumenten sluiten betreffende de bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten en de distributie van financiële instrumenten
Art. 65.In artikel 17, § 1, derde lid, van de wet van 22 maart 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/03/2006 pub. 28/04/2006 numac 2006003247 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten en de distributie van financiële instrumenten sluiten betreffende de bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten en de distributie van financiële instrumenten, gewijzigd bij de wet van 8 mei 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/07/2016 numac 2016000435 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de elektronische communicatie type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/06/2005 numac 2005011238 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de elektronische communicatie sluiten8, worden de woorden "en volgens de nadere regels" ingevoegd tussen de woorden "binnen de termijn" en de woorden "die zij vaststelt".
HOOFDSTUK 8 - Wijzigingen van de wet van 4 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/01/2003 pub. 24/01/2003 numac 2003014009 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector sluiten4 betreffende de verzekeringen
Art. 66.In artikel 22, § 1, van de wet van 4 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/01/2003 pub. 24/01/2003 numac 2003014009 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector sluiten4 betreffende de verzekeringen, gewijzigd bij de wet van 13 maart 2016, worden de woorden "De algemene, bijzondere en speciale voorwaarden, de verzekeringsovereenkomsten in hun geheel, evenals alle clausules afzonderlijk" vervangen door de woorden "De verzekeringsovereenkomsten in hun geheel, de algemene, bijzondere en speciale voorwaarden, evenals alle andere clausules die de voorwaarden van de verzekeringsovereenkomst uitmaken".
Art. 67.In artikel 23, § 1, van dezelfde wet wordt de eerste zin vervangen als volgt: "De verzekeringsovereenkomsten in hun geheel, de algemene, bijzondere en speciale voorwaarden, evenals alle andere clausules die de voorwaarden van de verzekeringsovereenkomst uitmaken, worden opgesteld in duidelijke en nauwkeurige bewoordingen."
Art. 68.In dezelfde wet wordt een artikel 85/2 ingevoegd, luidende: "
Art. 85/2.In het kader van de delegatie bepaald in artikel 85/1, § 4, kan de Koning voorzien in de verwerking van persoonsgegevens, voor zover is voldaan aan de volgende voorwaarden: 1° de categorie van personen van wie de persoonsgegevens het voorwerp van een verwerking mogen uitmaken, zijn de verzekeringnemer, de huidige verzekeraar of de verzekeringstussenpersoon die, als lasthebber van één of meer verzekeringsondernemingen, het recht heeft om in naam en voor rekening van die verzekeringsonderneming de verzekeringsovereenkomst te beheren;2° de verwerkte persoonsgegevens zijn de identificatiegegevens van de verzekeringnemer, de huidige verzekeraar, de verzekeringstussenpersoon die, als lasthebber van één of meer verzekeringsondernemingen, het recht heeft om in naam en voor rekening van die verzekeringsonderneming de verzekeringsovereenkomst te beheren, alsook het polisnummer van de op te zeggen verzekeringsovereenkomst en alle door de verzekeringnemer verstrekte informatie die nodig is voor de opzegging van de verzekeringsovereenkomst;3° het doel van de verwerking van de persoonsgegevens is de nieuwe verzekeraar en/of, in voorkomend geval, de verzekeringstussenpersoon, in staat te stellen om voor rekening van de verzekeringnemer de nodige formele stappen te zetten om de verzekeringsovereenkomst op te zeggen zoals bedoeld in de artikelen 85 en 85/1;4° de categorie van personen die toegang hebben tot de persoonsgegevens zijn de huidige verzekeraar van de verzekeringnemer, de nieuwe verzekeraar en/of, in voorkomend geval, de verzekeringstussenpersoon; 5° de maximumtermijn voor het bewaren van de persoonsgegevens bedraagt tien jaar."
Art. 69.Artikel 121, § 3, van dezelfde wet wordt aangevuld met een bepaling onder 5°, luidende: "5° De termijn vermeld in artikel 121/1, § 6, is nog niet verstreken."
Art. 70.In dezelfde wet wordt een artikel 121/1 ingevoegd, luidende: "Expertise ter plaatse of expertise met een door de verzekerde aangestelde expert
Art. 121/1.§ 1. De verzekeraar en de verzekerde kunnen, elk wat hen betreft, een expert aanstellen. § 2. Onverminderd de overige wettelijke informatieverplichtingen, verstrekt de verzekeraar, alvorens de expert aangesteld door die verzekeraar zich ter plaatse begeeft, aan de verzekerde op een duidelijke en begrijpelijke wijze op een duurzame gegevensdrager, de volgende informatie: 1° de identificatiegegevens van de verzekeraar;2° de identificatiegegevens van de expert aangesteld door die verzekeraar;3° de in voorkomend geval door de expert, aangesteld door de verzekeraar, onderschreven gedragscode;4° het bestaan van een minimale bedenktijd van vijf werkdagen voor de verzekerde om de door de verzekeraar voorgestelde schadevergoeding te aanvaarden;5° de gegevens van de ombudsdienst inzake verzekeringen. § 3. Onverminderd de overige wettelijke informatieverplichtingen, verstrekt de expert aangesteld door de verzekerde, voordat de overeenkomst tot het uitvoeren van een expertise wordt gesloten, aan de verzekerde op duidelijke en begrijpelijke wijze de volgende informatie: 1° zijn identificatiegegevens;2° de in voorkomend geval ondertekende gedragscode;3° de voorwaarden inzake het recht om de overeenkomst tot het uitvoeren van een expertise op te zeggen, indien dit recht is bepaald;4° de totale prijs, inclusief alle belastingen, met name het bedrag van het uurtarief en het geschatte aantal uren of het percentage van het schadebedrag en alle diensten die de verzekerde verplicht moet bijbetalen, of, indien de prijs redelijkerwijs niet vooraf kan worden berekend, de wijze van berekening van de prijs;5° de opdracht van de expert en de omvang van zijn bevoegdheden;6° voor zover de verzekerde een consument is, de contactgegevens van de Consumentenombudsdienst. § 4. Bij elk ongevraagd bezoek bij de woonplaats van de verzekerde, met het oog op het sluiten van een overeenkomst tot het uitvoeren van een expertise, kan de verzekerde enkel een vrijblijvend aanbod ontvangen.
Dit aanbod wordt op een duurzame drager opgesteld en wordt aan de verzekerde overhandigd. Op vraag van de aanbieder wordt één exemplaar van het aanbod uitsluitend voor ontvangst ondertekend door de verzekerde.
Het aanbod vermeldt, in de onmiddellijke nabijheid van de handtekening van de verzekerde, de volgende tekst gedrukt in het vet en in hetzelfde lettertype als de rest van het document: "Dit document betreft een vrijblijvend aanbod en geen overeenkomst tot het uitvoeren van een expertise".
Het aanbod kan slechts worden aanvaard door de verzekerde na het verstrijken van een termijn van minimum één dag na dit aanbod en nadat de verzekeraar van het schadegeval werd geïnformeerd. § 5. Na elke expertise uitgevoerd ter plaatse, of expertise uitgevoerd met een door de verzekerde aangestelde expert maakt de expert aangesteld door de verzekeraar een expertiseverslag op, waarin het schadebedrag wordt vastgesteld.
Een kopie van het expertiseverslag wordt naar de verzekerde en de verzekeringsonderneming gestuurd.
De verzekeringsonderneming doet de verzekerde een voorstel tot schadevergoeding op basis van het expertiseverslag.
De Koning kan de vorm en de inhoud van het expertiseverslag bepalen. § 6. De verzekerde kan de door de verzekeraar voorgestelde schadevergoeding ten vroegste aanvaarden na het verstrijken van een minimale bedenktijd van vijf werkdagen. § 7. Op het einde van de opdracht maakt de expert aangesteld door de verzekerde, een slotverslag op dat wordt overgemaakt aan de verzekerde.
De Koning kan de vorm en de inhoud van het slotverslag bepalen. § 8. De persoonsgegevens vermeld in de paragrafen 2 en 3, en in voorkomend geval, de persoonsgegevens vermeld in het expertiseverslag bedoeld in paragraaf 5 en het slotverslag bedoeld in paragraaf 7, kunnen worden verwerkt, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan: 1° de betrokken personen zijn de personen die in het kader van een brandverzekering expertises uitvoeren;2° de verwerkte persoonsgegevens zijn de identificatiegegevens;3° de met de verwerking nagestreefde doelstelling is het verbeteren van de transparantie in het kader van de expertise;4° de categorieën van personen die toegang hebben tot de gegevens zijn de verzekerde, alsook eenieder die betrokken is bij de expertise; 5° de maximumtermijn voor het bewaren van de verwerkte gegevens is tien jaar na de definitieve beslissing over het bedrag van de schadevergoeding."
Art. 71.Artikel 197/1 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 2 mei 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/07/2016 numac 2016000435 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de elektronische communicatie type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/06/2005 numac 2005011238 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de elektronische communicatie sluiten2, wordt vervangen als volgt: "
Art. 197/1.Deze afdeling is van toepassing op alle beëindigingswijzen van een levensverzekeringsovereenkomst waarvan het risico dan wel de verbintenis in België is gelegen, alsook in het geval van gedeeltelijke afkoop van een dergelijke levensverzekeringsovereenkomst. Deze afdeling is niet van toepassing op overeenkomsten die worden gesloten in het kader van de tweede pensioenpijler."
Art. 72.In deel 6, hoofdstuk 3, afdeling 2, van dezelfde wet wordt een artikel 267/2 ingevoegd, luidende: "
Art. 267/2.Als een verzekeringsmakelaar of een verzekeringsagent dan wel een herverzekeringsmakelaar of een herverzekeringsagent kennis heeft van elementen die twijfel kunnen doen rijzen over de naleving van de door deze wet voorgeschreven inschrijvingsvoorwaarden door een verzekeringssubagent of een nevenverzekeringstussenpersoon dan wel een herverzekeringssubagent op wie hij een beroep doet of heeft gedaan, deelt hij die elementen onmiddellijk mee aan de FSMA. Zij stellen de FSMA ook in kennis van het feit dat iemand zich als verzekerings- of herverzekeringstussenpersoon voordoet zonder in het in deze wet vermelde register te zijn ingeschreven."
Art. 73.In artikel 304, § 2, eerste lid, van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 6 december 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/07/2016 numac 2016000435 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de elektronische communicatie type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/06/2005 numac 2005011238 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de elektronische communicatie sluiten0, worden de woorden "en volgens de nadere regels" ingevoegd tussen de woorden "binnen de termijn" en de woorden "die zij vaststelt".
Art. 74.Artikel 311, § 4, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 6 december 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/07/2016 numac 2016000435 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de elektronische communicatie type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/06/2005 numac 2005011238 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de elektronische communicatie sluiten0, wordt aangevuld met een lid, luidende: "Als de FSMA vaststelt dat de samenwerking tussen een verzekeringsagent of een verbonden verzekeringsagent en de enige verzekeringsonderneming in naam en voor rekening waarvan hij handelt, of tussen een verzekeringssubagent en de verzekeringsmakelaar of -agent in naam en voor rekening van wie hij handelt, wordt beëindigd, schrapt zij de betrokken agent of subagent uit het register waarin hij was ingeschreven, na hem daarvan vooraf in kennis te hebben gesteld.
De FSMA schrapt een verzekeringsagent of verbonden verzekeringsagent die handelt in naam en voor rekening van verschillende verzekeringsondernemingen uit het register waarin hij was ingeschreven, na hem daarvan vooraf in kennis te hebben gesteld, wanneer zij vaststelt dat deze agent niet langer is verbonden met één van die verzekeringsondernemingen."
Art. 75.In artikel 322 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 december 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/07/2016 numac 2016000435 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de elektronische communicatie type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/06/2005 numac 2005011238 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de elektronische communicatie sluiten0, worden de paragrafen 2/1 en 2/2 ingevoegd, luidende: " § 2/1. Van zodra de ombudsdienst inzake verzekeringen een volledige aanvraag tot buitengerechtelijke klachtenregeling heeft ontvangen, worden de verjaringstermijnen bedoeld in artikel 88 geschorst.
De schorsing loopt tot op de dag waarop de ombudsdienst inzake verzekeringen aan de partijen meedeelt: 1° dat de behandeling van de aanvraag is geweigerd;of 2° het resultaat van de minnelijke regeling. Van zodra de verzekeringsonderneming, de verzekeringstussenpersoon of de nevenverzekeringstussenpersoon ter kennis is gebracht dat de ombudsdienst inzake verzekeringen een volledige aanvraag tot buitengerechtelijke klachtenregeling heeft ontvangen, wordt de invorderingsprocedure ingesteld door de betrokken verzekeringsonderneming, verzekeringstussenpersoon of nevenverzekeringstussenpersoon, geschorst tot op de dag bedoeld in het tweede lid. § 2/2. De verzekeringsonderneming, verzekeringstussenpersoon of nevenverzekeringstussenpersoon gaat in op elk verzoek om informatie dat hij in het kader van de buitengerechtelijke klachtenregeling van de ombudsdienst inzake verzekeringen ontvangt.
Bij een gebrek aan antwoord binnen een redelijke termijn en mits voorafgaandelijke opgave van een lijst met documenten waartoe hij toegang wenst te hebben kan de ombudsdienst inzake verzekeringen, met het oog op de uitvoering van zijn wettelijke opdracht, in het kader van een bij hem ingediende aanvraag, ter plaatse kennis nemen van de boeken, briefwisseling, verslagen en, in het algemeen, van alle documenten en alle geschriften van de betrokken verzekeringsonderneming, verzekeringstussenpersoon of nevenverzekeringstussenpersoon die rechtstreeks betrekking hebben op het voorwerp van de aanvraag. Hij kan van de bestuurders, agenten en aangestelden van de betrokken verzekeringsonderneming, verzekeringstussenpersoon of nevenverzekeringstussenpersoon alle nodige uitleg en informatie vorderen en alle verificaties uitvoeren die nuttig zijn voor zijn onderzoek.
De ombudsdienst inzake verzekeringen mag zich laten bijstaan door deskundigen.
De redelijke termijn bedoeld in het tweede lid bedraagt minstens vijf werkdagen."
HOOFDSTUK 9 - Wijziging van de wet van 21 november 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/01/2003 pub. 24/01/2003 numac 2003014009 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector sluiten7 betreffende de verkoop van pakketreizen, gekoppelde reisarrangementen en reisdiensten
Art. 76.Artikel 60 van de wet van 21 november 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/01/2003 pub. 24/01/2003 numac 2003014009 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector sluiten7 betreffende de verkoop van pakketreizen, gekoppelde reisarrangementen en reisdiensten, vervangen bij de wet van 5 juni 2023, wordt aangevuld met zes leden, luidende: "De verzekeringsonderneming bedoeld in het eerste lid houdt op haar website een geüpdatete lijst bij, die toegankelijk is voor het publiek, van de professionelen bedoeld in artikel 2, 7°, met wie een verzekeringsovereenkomst werd gesloten.
Voor de verwerking van persoonsgegevens in het kader van de uitvoering van de verplichting bedoeld in het derde lid, treedt de verzekeringsonderneming bedoeld in het eerste lid op als verwerkingsverantwoordelijke, in de zin van artikel 4, 7), van Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming).
De categorieën van personen van wie de persoonsgegevens het voorwerp kunnen uitmaken van de verwerking zijn alle professionelen bedoeld in artikel 2, 7°, met wie een verzekeringsovereenkomst werd gesloten.
De categorieën van persoonsgegevens die worden verwerkt door de verwerkingsverantwoordelijke bedoeld in het vierde lid zijn de identificatiegegevens.
Het publiek heeft toegang tot de persoonsgegevens die worden verwerkt in het kader van de uitvoering van de verplichting bedoeld in het derde lid.
De persoonsgegevens die in overeenstemming met dit artikel worden verwerkt, kunnen worden bewaard gedurende maximaal een jaar na de opzegging van de verzekeringsovereenkomst bedoeld in het eerste lid.
Na afloop van de voormelde periode van een jaar worden de persoonsgegevens definitief geschrapt."
HOOFDSTUK 10 - Wijzigingen van de wet van 3 oktober 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/07/2016 numac 2016000435 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de elektronische communicatie type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/06/2005 numac 2005011238 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de elektronische communicatie sluiten9 houdende diverse arbeidsbepalingen
Art. 77.In hoofdstuk 4, afdeling 2, van de wet van 3 oktober 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/07/2016 numac 2016000435 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de elektronische communicatie type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/06/2005 numac 2005011238 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de elektronische communicatie sluiten9 houdende diverse arbeidsbepalingen wordt een artikel 19/1 ingevoegd, luidende: "
Art. 19/1.§ 1. De Koning laat, onder de voorwaarden die Hij bepaalt, een Fonds voor werkongevallen voor zelfstandige medewerkers van digitale platformen opdrachtgevers toe, opgericht door de verzekeringsondernemingen bedoeld in paragraaf 4, met als opdracht de getroffenen van ongevallen bedoeld in artikel 19, § 1, of hun rechthebbenden te vergoeden wanneer: 1° de platformexploitant zoals gedefinieerd in artikel 337/3, § 1, 3°, van de programmawet (I) van 27 december 2006 en hierna "de platformexploitant" genoemd, de verplichte verzekering, bedoeld in artikel 19, niet heeft afgesloten en zijn verplichtingen niet uitvoert;2° de vergoedingen verschuldigd zijn door een verzekeringsonderneming die haar verplichtingen niet uitvoert. De Koning stelt de uitvoeringshandelingen van deze opdracht vast. § 2. Indien het Fonds bedoeld in paragraaf 1 niet is opgericht binnen de twaalf maanden na de inwerkingtreding van dit artikel, of indien het Fonds ophoudt te bestaan, kan de Koning, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, het Fonds oprichten en de nadere regels van zijn werking bepalen. § 3. De statuten, het huishoudelijk reglement en de wijzigingen ervan worden, na advies van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten, goedgekeurd door de Koning.
De statuten, het huishoudelijk reglement en de wijzigingen ervan worden in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt. § 4. De verzekeringsondernemingen, die de in artikel 19 bedoelde verzekering aanbieden, zijn hoofdelijk gehouden aan het Fonds de stortingen te doen die nodig zijn voor het volbrengen van zijn opdrachten en om zijn werkingskosten te dragen.
Indien het Fonds door de Koning is ingesteld, stelt een koninklijk besluit jaarlijks de regels vast voor het berekenen van de stortingen die door de verzekeringsondernemingen worden gedaan. § 5. De erkenning wordt ingetrokken indien het Fonds niet handelt overeenkomstig de wetten, verordeningen of zijn statuten.
In dat geval kan de Koning alle passende maatregelen nemen ter vrijwaring van de rechten van de verzekeringsnemers, de verzekerden en de getroffenen van de in artikel 19, § 1, bedoelde werkongevallen of hun rechthebbenden.
Het Fonds blijft aan de controle onderworpen zolang de vereffening van zijn verrichtingen duurt.
De Koning benoemt voor deze vereffening een bijzonder vereffenaar. § 6. Voor zover het Fonds de getroffenen van werkongevallen, bedoeld in artikel 19, § 1, of hun rechthebbenden vergoed heeft, wordt het Fonds gesubrogeerd in de rechten van de schadeloos gestelde persoon jegens de aansprakelijke persoon, zijn eventuele verzekeraar, de platformexploitant die de in artikel 19 bedoelde verzekering niet heeft afgesloten, of de verzekeringsonderneming die de vergoedingen verschuldigd is en haar verplichtingen niet nakomt.
De subrogatie mag geen afbreuk doen aan de rechten die derden die samen met het Fonds opkomen, persoonlijk zouden kunnen doen gelden.
Deze derden, met uitsluiting van de in hun plaats gestelden, oefenen hun rechten bij voorkeur boven het Fonds uit.
In de gevallen waarin de verzekeringsonderneming die de vergoeding verschuldigd is failliet is verklaard of haar verplichtingen niet nakomt, kan het Fonds zich slechts verhalen op de platformexploitant of op de aansprakelijke persoon indien voldaan is aan de voorwaarden waaronder zodanig verhaal volgens de wet of de overeenkomst voor de verzekeraar zelf openstaat. § 7. Het Fonds beschikt over alle nodige bevoegdheden en competenties om te kunnen samenwerken met andere overheidsorganen en met andere betrokken partijen, onder meer met de verzekeringsonderneming die het voorwerp uitmaakt van een faillissements- of vereffeningsprocedure, met de bewindvoerder en de vereffenaar. Deze samenwerking omvat, in voorkomend geval, het verzoek om, de ontvangst van en de verstrekking van informatie, onder meer over de bijzonderheden van specifieke vorderingen."
Art. 78.In dezelfde afdeling van dezelfde wet wordt een artikel 19/2 ingevoegd, luidende: "
Art. 19/2.In het kader van de delegatie bepaald in artikel 19, § 4, kan de Koning voorzien in de verwerking van persoonsgegevens, voor zover is voldaan aan de volgende voorwaarden: 1° de betrokken personen zijn de zelfstandige medewerkers werkzaam via digitale platformen opdrachtgevers die getroffenen zijn van een werkongeval, bedoeld in artikel 19, § 1, of hun rechthebbenden;2° de verwerkte persoonsgegevens zijn de identificatiegegevens van de betrokken personen en de gegevens die nodig zijn voor hun schadevergoeding;3° de verwerking van de gegevens heeft als doelstelling om de personen die door de verzekeringsovereenkomst bedoeld in artikel 19, § 1, zijn gedekt en hun rechthebbenden te vergoeden;4° de categorie van personen die toegang hebben tot de gegevens zijn de getroffene of zijn rechthebbenden, evenals elke persoon die betrokken is bij het verzoek tot schadevergoeding; 5° de maximumtermijn voor het bewaren van de verwerkte gegevens is de termijn die nodig is voor de volledige verwerking van het schadedossier van de getroffene en, in voorkomend geval, tot de termijn die nodig is voor een eventueel subrogatievordering van het Fonds bedoeld in artikel 19/1, § 1, eerste lid, tegen de verzekeraar van de digitaal platform opdrachtgever zoals gedefinieerd in artikel 337/3, § 1, 1°, van de programmawet (I) van 27 december 2006, of tegen de platformexploitant indien die geen verplichte verzekering heeft afgesloten."
HOOFDSTUK 11 - Wijzigingen van de wet van 27 maart 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/03/2006 pub. 28/04/2006 numac 2006003247 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten en de distributie van financiële instrumenten sluiten3 tot bescherming van het beroep en de titel van landmeter-expert en tot oprichting van een Orde van landmeters-experten
Art. 79.In artikel 7, § 2, 1°, a), i), van de wet van 27 maart 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/03/2006 pub. 28/04/2006 numac 2006003247 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten en de distributie van financiële instrumenten sluiten3 tot bescherming van het beroep en de titel van landmeter-expert en tot oprichting van een Orde van landmeters-experten wordt het woord "finalité" vervangen door het woord "orientation".
Art. 80.In dezelfde wet wordt een artikel 21/1 ingevoegd, luidende: "
Art. 21/1.§ 1. Elke landmeter-expert die de activiteiten van vastgoedmakelaar bedoeld in artikel 2, 5° en 7°, van de wet van 11 februari 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/02/2013 pub. 22/08/2013 numac 2013011368 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende organisatie van het beroep van vastgoedmakelaar sluiten houdende organisatie van het beroep van vastgoedmakelaar uitoefent, maakt een onderscheid tussen zijn eigen gelden en derdengelden.
De gelden die landmeters-experten in de uitoefening van het beroep van vastgoedmakelaar ontvangen ten behoeve van cliënten of derden, worden gestort op een of meer rekeningen geopend op hun naam of op naam van hun vennootschap, met vermelding van hun of haar hoedanigheid. Deze rekening of rekeningen worden geopend overeenkomstig de regels vastgelegd door het Beroepsinstituut van Vastgoedmakelaars bedoeld in artikel 2, 9°, van de wet van 11 februari 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/02/2013 pub. 22/08/2013 numac 2013011368 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende organisatie van het beroep van vastgoedmakelaar sluiten houdende organisatie van het beroep van vastgoedmakelaar, hierna "het Instituut".
De landmeter-expert die het beroep van vastgoedmakelaar uitoefent, verhandelt de gelden van cliënten of derden via deze rekening. Hij verzoekt cliënten en derden steeds om deze gelden uitsluitend op deze rekening te storten.
Het beheer van deze rekening berust uitsluitend bij de landmeter-expert die het beroep van vastgoedmakelaar uitoefent, onverminderd de aanvullende regels inzake verhandeling van gelden van cliënten of derden vastgesteld door het Instituut. § 2. De in paragraaf 1 bedoelde rekeningen omvatten de derdenrekeningen en de rubriekrekeningen.
De derdenrekening is een globale rekening waarop gelden worden ontvangen of beheerd die naar cliënten of derden doorgestort moeten worden.
De rubriekrekening is een geïndividualiseerde rekening geopend met betrekking tot een bepaald dossier of voor een bepaalde cliënt. § 3. De derdenrekening en de rubriekrekening zijn rekeningen geopend bij een door de Nationale Bank van België op grond van de wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/01/2003 pub. 24/01/2003 numac 2003014009 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector sluiten1 op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen vergunde instelling of bij de Deposito- en Consignatiekas en die minstens voldoen aan de volgende voorwaarden: 1° de derdenrekening en de rubriekrekening mogen nooit een debetsaldo vertonen;2° op een derdenrekening of een rubriekrekening mag geen krediet in welke vorm ook, worden toegestaan;die rekeningen kunnen nooit tot zekerheid dienen; 3° elke schuldvergelijking, fusie of bepaling van eenheid van rekening tussen de derdenrekening, de rubriekrekening en andere bankrekeningen is uitgesloten;nettingovereenkomsten kunnen op deze rekeningen geen toepassing vinden.
Het Instituut kan aanvullende regels inzake de verhandeling van gelden van cliënten of derden vaststellen. § 4. Behoudens uitzonderlijke omstandigheden of, wat de landmeter-expert die het beroep van vastgoedmakelaar-rentmeester uitoefent betreft, andersluidende overeenkomst, stort de landmeter-expert die het beroep van vastgoedmakelaar uitoefent de op zijn derdenrekening ontvangen gelden zo vlug als mogelijk door aan de rechthebbende.
Ingeval de landmeter-expert die het beroep van vastgoedmakelaar uitoefent om gegronde redenen de gelden niet binnen vier maanden na ontvangst aan de rechthebbende kan overmaken, stort hij ze op een rubriekrekening.
Onverminderd de toepassing van dwingende rechtsregels, is het tweede lid niet van toepassing indien het totaal van de gelden ontvangen voor rekening van eenzelfde persoon of bij gelegenheid van eenzelfde verrichting of per dossier 2500 euro niet te boven gaat. De Koning kan dit bedrag om de twee jaar aanpassen, rekening houdend met de economische toestand. Deze aanpassing geldt vanaf 1 januari van het jaar volgend op de bekendmaking van het aanpassingsbesluit. § 5. De Koning kan de nadere regels vaststellen met betrekking tot het beheer, de toegang, de controle en het toezicht op de in paragraaf 2 bedoelde rekeningen.
Naar analogie met artikel 18, eerste lid, 3°, van het koninklijk besluit van 15 december 2005 tot vaststelling van de voorschriften inzake de plichtenleer van de landmeter-expert wordt een toezichtregeling ingevoerd en georganiseerd door de Orde, waarin minstens wordt bepaald door wie, waarop, wanneer en hoe toezicht wordt gehouden op de naleving van de paragrafen 1 tot 4, voor wat de rubriekrekeningen en de derdenrekeningen betreft met uitzondering van de rekeningen die beheerd worden in het kader van een gerechtelijk mandaat. Deze toezichtregeling bepaalt in het bijzonder de sancties en maatregelen die in geval van overtreding genomen kunnen worden. Ze doet geen afbreuk aan andere wettelijke bepalingen die voorzien in een toezicht op de gelden ontvangen op de in paragraaf 2 bedoelde rekeningen. § 6. Alle sommen ongeacht het bedrag ervan die door de gerechtigde niet zijn teruggevorderd, noch aan hem zijn overgemaakt twee jaar na de afsluiting van het dossier naar aanleiding waarvan zij door de landmeter-expert die het beroep van vastgoedmakelaar uitoefent werden ontvangen, worden door de landmeter-expert die het beroep van vastgoedmakelaar uitoefent in de Deposito- en Consignatiekas gestort.
De termijn wordt geschorst zolang deze sommen het voorwerp uitmaken van een rechtsgeding.
Die deposito's worden ingeschreven op naam van de gerechtigde(n) die door de landmeter-expert die het beroep van vastgoedmakelaar uitoefent worden aangewezen. Ze worden door de Deposito- en Consignatiekas ter beschikking van de gerechtigde(n) gehouden tot het verstrijken van de termijn bedoeld in artikel 22 van de wet van 11 juli 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/07/2016 numac 2016000435 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de elektronische communicatie type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/06/2005 numac 2005011238 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de elektronische communicatie sluiten1 op de Deposito- en Consignatiekas."
Art. 81.In artikel 52 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de woorden "een geldboete" worden vervangen door de woorden "hetzij een strafrechtelijke geldboete"; 2° het artikel wordt aangevuld met de woorden ", hetzij een administratieve geldboete van 500 tot 5.000 euro."
Art. 82.In artikel 54 van dezelfde wet, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het tweede lid wordt vervangen als volgt: "De door deze ambtenaren opgestelde processen-verbaal hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel.Een afschrift van het proces-verbaal wordt binnen dertig dagen na vaststelling van de inbreuk aan de overtreder bij een aangetekende zending met ontvangstmelding betekend of hem overhandigd, op de wijze bedoeld in artikel XV.2, § 2, van het Wetboek van economisch recht."; 2° het artikel wordt aangevuld met een lid, luidende: "De opsporing en de vaststelling van de inbreuken bedoeld in deze wet, door de in het eerste lid bedoelde ambtenaren, gebeuren overeenkomstig de bepalingen van boek XV, titel 1, hoofdstuk 1, van het Wetboek van economisch recht."
Art. 83.In dezelfde titel 8 wordt een artikel 54/1 ingevoegd, luidende: "
Art. 54/1.De inbreuken bedoeld in artikel 52 opgespoord en vastgesteld door de ambtenaren bedoeld in artikel 54 kunnen het voorwerp uitmaken van: 1° de toepassing van de transactieprocedure bedoeld in artikel 54/2, § 2;2° een strafrechtelijke vervolging. De vervolging gebeurt overeenkomstig titel 1/1 van boek XV van het Wetboek van economisch recht."
Art. 84.In titel 8 van dezelfde wet wordt een artikel 54/2 ingevoegd, luidende: "
Art. 54/2.§ 1. Wanneer zij inbreuken bedoeld in artikel 52 vaststellen, kunnen de ambtenaren bedoeld in artikel 54 een waarschuwing richten tot de overtreder waarbij die tot stopzetting van de handeling wordt aangemaand, overeenkomstig artikel XV.31 van het Wetboek van economisch recht. § 2. Wanneer de in artikel 54 bedoelde ambtenaren inbreuken bedoeld in artikel 52 vaststellen, kunnen de door de minister bevoegd voor Middenstand aangestelde ambtenaren een geldsom voorstellen waarvan de vrijwillige betaling door de overtreder de strafvordering doet vervallen, overeenkomstig artikel XV.61 van het Wetboek van economisch recht.
Het bedrag van de transactie mag niet hoger zijn dan het maximumbedrag van de strafrechtelijke geldboete die wegens de vastgestelde inbreuk kan worden opgelegd, verhoogd met de opdeciemen.
De betalings- en inningswijzen van deze transactie worden door de Koning vastgesteld."
Art. 85.In dezelfde titel 8 wordt een artikel 54/3 ingevoegd, luidende: "
Art. 54/3.Het openbaar ministerie bezorgt aan de bevoegde ambtenaren bedoeld in artikel XV.60/4 van het Wetboek van economisch recht een kennisgeving van zijn beslissing om al dan niet strafvervolging in te stellen, of al dan niet een minnelijke schikking bedoeld in artikel 216bis van het Wetboek van strafvordering of een bemiddeling in strafzaken bedoeld in artikel 216ter van hetzelfde Wetboek voor te stellen.
Wanneer het openbaar ministerie ervan afziet een strafvervolging in te stellen, of een minnelijke schikking bedoeld in artikel 216bis van het Wetboek van strafvordering of een bemiddeling in strafzaken bedoeld in artikel 216ter van hetzelfde Wetboek voor te stellen, of wanneer het openbaar ministerie geen beslissing heeft genomen binnen een termijn van drie maanden te rekenen van de dag van ontvangst van het proces-verbaal waarin de inbreuk werd vastgelegd, beslissen de bevoegde ambtenaren bedoeld in artikel XV.60/4 van het Wetboek van economisch recht of de procedure voor de administratieve geldboete moet worden opgestart."
Art. 86.In dezelfde titel 8 wordt een artikel 54/4 ingevoegd, luidende: "
Art. 54/4.Indien het openbaar ministerie afziet van een strafvervolging in te stellen, een minnelijke schikking bedoeld in artikel 216bis van het Wetboek van strafvordering of een bemiddeling in strafzaken bedoeld in artikel 216ter van het Wetboek van strafvordering voor te stellen, bezorgt het een afschrift van de procedurestukken van het aanvullend opsporingsonderzoek aan de bevoegde ambtenaren bedoeld in artikel XV.60/4 van het Wetboek van economisch recht."
Art. 87.In dezelfde titel 8 wordt een artikel 54/5 ingevoegd, luidende: "
Art. 54/5.De bepalingen van titel 2, hoofdstuk 1/1 van boek XV van het Wetboek van economisch recht zijn van toepassing op de administratieve geldboetes bedoeld in deze wet.
De opdeciemen bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de wet van 5 maart 1952Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/03/1952 pub. 13/01/2010 numac 2009000850 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de opdecimes op de strafrechtelijke geldboeten Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de opdécimes op strafrechtelijke geldboeten zijn toepasselijk op de administratieve geldboetes bedoeld in deze wet."
Art. 88.In dezelfde titel 8 wordt een artikel 54/6 ingevoegd, luidende: "
Art. 54/6.De artikelen XV.71, XV.72, XV.73 en XV.74 van het Wetboek van economisch recht zijn van toepassing op de strafrechtelijke inbreuken op deze wet."
HOOFDSTUK 12 - Opheffingsbepalingen
Art. 89.Artikel X.34 van het Wetboek van economisch recht, ingevoegd bij de wet van 2 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/01/2003 pub. 24/01/2003 numac 2003014009 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector sluiten3, wordt opgeheven.
Art. 90.De wet van 17 maart 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/07/2016 numac 2016000435 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de elektronische communicatie type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/06/2005 numac 2005011238 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de elektronische communicatie sluiten3 tot invoering van het elektronisch proces-verbaal bij de inspectiediensten van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie en tot wijziging van het Sociaal Strafwetboek, gewijzigd bij de wet van 25 september 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/07/2016 numac 2016000435 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de elektronische communicatie type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/06/2005 numac 2005011238 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de elektronische communicatie sluiten7, wordt opgeheven.
Art. 91.In artikel 21 van de wet van 5 november 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/03/2006 pub. 28/04/2006 numac 2006003247 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten en de distributie van financiële instrumenten sluiten2 houdende diverse bepalingen inzake economie wordt de bepaling onder b) opgeheven.
Art. 92.Artikel 30 van de wet van 5 november 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/03/2006 pub. 28/04/2006 numac 2006003247 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten en de distributie van financiële instrumenten sluiten2 tot wijziging van diverse boeken van het Wetboek van economisch recht en van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten met het oog op de gedeeltelijke omzetting van Richtlijn (EU) 2019/882 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 betreffende de toegankelijkheidsvoorschriften voor producten en diensten, wat bepaalde diensten betreft, wordt opgeheven.
HOOFDSTUK 13 - Slotbepalingen
Art. 93.De artikelen 7 en 39 in werking op de datum bepaald door de Koning en uiterlijk op 31 december 2025.
Art. 94.De artikelen 12, 13, 15 en 16 treden in werking op de datum bepaald door de Koning en uiterlijk op 30 september 2025.
Art. 95.§ 1. Artikel 18 treedt in werking op 1 juni 2024. § 2. Ten laatste op 30 september 2024 legt de kredietgever, overeenkomstig de artikelen VII.160, § 5, derde lid, en VII.174, § 3, derde lid, van het Wetboek van economisch recht, de overeenkomstig artikel 18 aangepaste modelkredietovereenkomsten ter goedkeuring voor aan de FOD Economie.
Art. 96.Artikel 37 treedt in werking op 1 januari 2025.
Art. 97.§ 1. Artikel 53, 1°, b), en 2°, treedt in werking volgens de nadere regels bepaald in artikel 96 van Verordening (EU) 2023/1542 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 2023 inzake batterijen en afgedankte batterijen, tot wijziging van Richtlijn 2008/98/EG en Verordening (EU) 2019/1020 en tot intrekking van Richtlijn 2006/66/EG. § 2. Artikel 53, 1°, c), treedt in werking volgens de nadere regels bepaald in artikel 38 van Verordening (EU) 2023/1115 van het Europees Parlement en de Raad van 31 mei 2023 betreffende het op de markt van de Unie aanbieden en de uitvoer uit de Unie van bepaalde grondstoffen en producten die met ontbossing en bosdegradatie verband houden, en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 995/2010.
Art. 98.Artikel 62 treedt in werking op de eerste dag van de zesde maand na die waarin deze wet is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Art. 99.Artikel 68 treedt in werking op 1 oktober 2024.
Art. 100.De artikelen 69 en 70 treden in werking op 1 juli 2025.
Art. 101.De artikelen 79 en 81 tot 88 treden in werking op de datum bepaald door de Koning.
Art. 102.§ 1. Artikel 45 is van toepassing op elke minnelijke schuldbemiddeling die de schuldenaar vanaf de inwerkingtreding van deze wet vraagt aan een minnelijke schuldbemiddelaar. § 2. Elke persoon bedoeld in artikel XIX.20, § 1, eerste lid, 1°, van het Wetboek van economisch recht moet binnen twee jaar na de inwerkingtreding van deze wet de bijzondere opleiding bedoeld in artikel XIX.20, § 2, van hetzelfde Wetboek hebben gevolgd.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 3 mei 2024.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Economie, P.-Y. DERMAGNE De Minister van Middenstand D. CLARINVAL De Minister van Financiën, V. VAN PETEGHEM De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, F. VANDENBROUCKE De Minister van Telecommunicatie en Post P. DE SUTTER De Minister van Justitie en Noordzee, P. VAN TIGCHELT De Minister van Leefmilieu Z. KHATTABI De Staatssecretaris voor Consumentenbescherming, A. BERTRAND Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, P. VAN TIGCHELT _______ Nota (1) Kamer van volksvertegenwoordigers : (www.dekamer.be) Stukken : 55-3856 (2023/2024) Integraal Verslag : 2 mei 2024 .