Etaamb.openjustice.be
Wet van 02 april 2014
gepubliceerd op 28 april 2014

Wet houdende invoeging van boek X "Handelsagentuurovereenkomsten, commerciële samenwerkingsovereenkomsten en verkoopconcessies" in het Wetboek van economisch recht, en houdende invoeging van de definities eigen aan boek X in boek I van het Wetboek van economisch recht

bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
numac
2014011218
pub.
28/04/2014
prom.
02/04/2014
ELI
eli/wet/2014/04/02/2014011218/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)Kamer (parl. doc.)Senaat (fiche)
Document Qrcode

2 APRIL 2014. - Wet houdende invoeging van boek X "Handelsagentuurovereenkomsten, commerciële samenwerkingsovereenkomsten en verkoopconcessies" in het Wetboek van economisch recht, en houdende invoeging van de definities eigen aan boek X in boek I van het Wetboek van economisch recht (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet. HOOFDSTUK II. - Het Wetboek van economisch recht

Art. 2.In boek I, titel 2, van het Wetboek van economisch recht wordt een hoofdstuk 8 ingevoegd, luidende : "HOOFDSTUK 8. - Definities eigen aan boek X. Art. I.11. Voor de toepassing van boek X gelden de volgende definities : 1° "handelsagentuurovereenkomst" : overeenkomst waarbij de ene partij, de handelsagent, door de andere partij, de principaal, zonder dat hij onder diens gezag staat, permanent en tegen vergoeding belast wordt met het bemiddelen en eventueel het afsluiten van zaken in naam en voor rekening van de principaal. De handelsagent deelt zijn werkzaamheden naar eigen goeddunken in en beschikt zelfstandig over zijn tijd; 2° "commerciële samenwerkingsovereenkomst" : overeenkomst gesloten tussen meerdere personen, waarbij de ene persoon het recht verleent aan de andere om bij de verkoop van producten of de verstrekking van diensten een commerciële formule te gebruiken onder één of meerdere van de volgende vormen : - een gemeenschappelijk uithangbord; - een gemeenschappelijke handelsnaam; - een overdracht van know how; - een commerciële of technische bijstand. 3° "verkoopconcessie" : iedere overeenkomst krachtens welke een concessiegever aan een of meer concessiehouders het recht voorbehoudt in eigen naam en voor eigen rekening producten te verkopen, die hijzelf vervaardigt of verdeelt."

Art. 3.In hetzelfde Wetboek wordt een boek X ingevoegd, luidende : "BOEK X. - Handelsagentuurovereenkomsten, commerciële samenwerkingsovereenkomsten en verkoopconcessies" TITEL 1. - Handelsagentuurovereenkomsten Art. X.1. Deze titel is van toepassing op de handelsagentuurovereenkomst bedoeld in artikel I.11, 1°.

Deze titel is niet van toepassing op de overeenkomsten gesloten met handelsagenten die hun werkzaamheid van tussenpersoon niet met regelmaat uitoefenen.

Art. X.2. De handelsagentuurovereenkomst wordt gesloten voor bepaalde tijd of voor onbepaalde tijd.

De agentuurovereenkomst wordt voor onbepaalde tijd gesloten wanneer ze niet op schrift is gesteld of wanneer, als ze wel op schrift is gesteld, de duur ervan niet is bepaald.

Een overeenkomst die voor bepaalde tijd is aangegaan en die na afloop van de termijn wordt voortgezet, wordt van bij het afsluiten geacht een overeenkomst voor onbepaalde tijd te zijn.

Art. X.3. Elke partij kan, niettegenstaande enig hiermee strijdig beding, van de andere partij een ondertekend stuk verkrijgen dat de inhoud van de agentuurovereenkomst bevat, met inbegrip van latere wijzigingen.

Art. X.4. De handelsagent moet de belangen van de principaal behartigen en loyaal en te goeder trouw handelen.

In het bijzonder moet de handelsagent : 1° zich naar behoren wijden aan de onderhandelingen over en, in voorkomend geval, aan het afsluiten van de zaken waarmee hij belast is;2° aan de principaal alle nodige inlichtingen verschaffen waarover hij beschikt;3° de redelijke richtlijnen opvolgen die de principaal hem geeft. Art. X.5. Behoudens andersluidend beding kan de handelsagent, voor de uitvoering van zijn taak, een beroep doen op door hem vergoede subagenten die handelen onder zijn verantwoordelijkheid, en van wie hij principaal wordt.

Art. X.6. In zijn betrekkingen met de handelsagent moet de principaal zich loyaal en te goeder trouw gedragen.

In het bijzonder moet de principaal : 1° aan de handelsagent de nodige documentatie ter beschikking stellen die betrekking heeft op de betrokken zaken;2° aan de handelsagent alle inlichtingen verschaffen die nodig zijn voor de uitvoering van de agentuurovereenkomst, in het bijzonder de handelsagent binnen een redelijke termijn waarschuwen wanneer hij voorziet dat het aantal zaken aanzienlijk geringer zal zijn dan die welke de handelsagent normaliter had kunnen verwachten. De principaal moet de handelsagent voorts binnen een redelijke termijn op de hoogte stellen van zijn aanvaarding, weigering, of niet-uitvoering van een zaak die de handelsagent heeft bemiddeld.

Art. X.7. De vergoeding van de handelsagent bestaat ofwel uit een vast bedrag, ofwel uit commissies, ofwel deels uit een vast bedrag en deels uit commissies.

Alle elementen van de vergoeding die variëren naar gelang van het aantal zaken of de waarde daarvan worden geacht een commissie te zijn in de zin van deze afdeling.

Indien de vergoeding van de handelsagent niet geheel of gedeeltelijk uit een commissie bestaat zijn de artikelen X.8 tot X.14 niet van toepassing.

Art. X.8. Voor een tijdens de duur van de handelsagentuurovereenkomst afgesloten zaak heeft de handelsagent recht op een commissie : 1° indien de zaak is afgesloten dankzij zijn optreden;2° of, indien de zaak is afgesloten met een derde die vroeger door hem als klant was aangebracht voor gelijkaardige zaken;3° of, indien is overeengekomen dat de handelsagent alleen zal optreden in een bepaald gebied of bij een bepaalde groep personen en de zaak werd afgesloten met een klant uit dat gebied of uit die groep. Art. X.9. Voor een na het einde van de handelsagentuurovereenkomst afgesloten zaak heeft de handelsagent recht op een commissie : 1° indien de zaak hoofdzakelijk te danken is aan de door hem tijdens de duur van de handelsagentuurovereenkomst aan de dag gelegde activiteit en de zaak is afgesloten binnen een termijn van zes maanden te rekenen van het einde van deze overeenkomst; 2° of indien, overeenkomstig de voorwaarden bedoeld in artikel X.8, de bestelling van de derde door de principaal of door de handelsagent is ontvangen voor het einde van de handelsagentuurovereenkomst.

Art. X.10. De handelsagent heeft geen recht op de commissie bedoeld in artikel X.8 indien deze krachtens artikel X.9 verschuldigd is aan de vorige handelsagent, tenzij uit de omstandigheden voortvloeit dat het billijk is de commissie tussen de handelsagenten te verdelen.

Art. X.11. De commissie is opeisbaar zodra en voor zover een van de volgende omstandigheden zich voordoet : 1° de principaal heeft de overeenkomst uitgevoerd of had, krachtens de overeenkomst met de derde, zijn contractuele verplichtingen moeten nakomen;2° de derde is zijn contractuele verplichtingen nagekomen. De commissie is uiterlijk opeisbaar wanneer de derde zijn deel van de overeenkomst heeft uitgevoerd of had moeten uitvoeren, indien de principaal zijn deel had uitgevoerd.

De commissie wordt uiterlijk op de laatste dag van de maand volgend op het kwartaal waarin zij opeisbaar is geworden, betaald.

Van het tweede en derde lid mag niet worden afgeweken ten nadeel van de handelsagent.

Art. X.12. Alleen in de volgende gevallen kunnen de partijen overeenkomen dat het recht op een commissie, zoals bepaald in de artikelen X.8 en X.9 vervalt : 1° indien en voor zover vaststaat dat de derde zijn verbintenissen niet nakomt, behalve wanneer de niet-uitvoering terug te voeren is op omstandigheden die aan de principaal te wijten zijn;2° indien de uitvoering onmogelijk is geworden zonder dat dit te wijten is aan de principaal;3° indien de uitvoering van de verrichting redelijkerwijze niet kan geëist worden van de principaal, vooral wanneer er door toedoen van de derde gewichtige redenen bestaan die de niet-uitvoering door de principaal rechtvaardigen. In alle gevallen bedoeld in dit artikel wordt de commissie die de handelsagent reeds heeft ontvangen, terugbetaald.

Art. X.13. Bij het sluiten van de handelsagentuurovereenkomst bepalen de partijen vrij het bedrag van de commissies.

Zij kunnen verschillende bedragen overeenkomen naar gelang van de categorieën van de bezochte klanten, de aard van de verspreide producten of geleverde diensten en de rol die de handelsagent heeft gespeeld bij de verwezenlijking van de zaak.

Het staat hen eveneens vrij een speciaal bedrag vast te stellen voor bepaalde uitermate belangrijke of delicate zaken.

Indien de handelsagentuurovereenkomst geen enkele aanwijzing bevat betreffende het bedrag van de commissies en indien geen enkel element, afgeleid uit de band tussen de partijen, het mogelijk maakt hun onuitgesproken wil ter zake te kennen, wordt het bedrag toegepast dat in de economische sector van de plaats waar de handelsagent zijn activiteit uitoefent, gebruikelijk is voor zaken van dezelfde aard.

Bij ontstentenis van dergelijke gebruiken heeft de handelsagent recht op een billijk percentage, waarbij rekening wordt gehouden met alle op de transactie betrekking hebbende elementen.

Tenzij anders is overeengekomen, worden de commissies van de handelsagent berekend op grond van de prijs die aan de klant wordt gefactureerd, zonder aftrek van de bijkomende kosten, zoals de verpakkingskosten, de vrachtprijs, de verzekeringskosten, behalve indien zij afzonderlijk worden gefactureerd, met uitsluiting evenwel van taksen, douanekosten en andere belastingen.

De getrouwheidskortingen, ristorno's en disconto's die door de principaal eenzijdig aan de klant worden toegestaan, kunnen in geen geval worden uitgesloten van de grondslag waarop de commissie van de handelsagent wordt berekend.

Iedere eenzijdige wijziging van het oorspronkelijk overeengekomen bedrag of de oorspronkelijk overeengekomen bedragen tijdens de uitvoering van de handelsagentuurovereenkomst is een handeling die gelijkstaat met verbreking van de handelsagentuurovereenkomst.

Rekening houdend met de omstandigheden kan de rechter evenwel oordelen dat wanneer de handelsagent gedurende een relatief lange periode zonder enig voorbehoud commissies aanvaardt die zijn berekend op grond van een verlaagd percentage, hij stilzwijgend instemt met de aldus toegepaste wijziging.

In de sectoren van het verzekeringswezen, van de kredietinstellingen en van de gereglementeerde markten voor effecten kunnen de principaal en zijn agenten, in afwijking van het eerste tot en met het zevende lid, in een paritair overlegorgaan een overeenkomst sluiten die gericht is op de wijziging van het bedrag van de commissies of van de berekeningswijzen ervan. De binnen het paritair overlegorgaan gesloten overeenkomst bindt alle agenten en de principaal maar de wijzigingen die de overeenkomst meebrengt, kunnen niet leiden tot de verbreking van de handelsagentuurovereenkomst.

Na raadpleging van de vertegenwoordigende organisaties van de betrokken sectoren kan de Koning de wijze van oprichting, organisatie en werking van dit overleg bepalen.

Art. X.14. De principaal verstrekt aan de handelsagent een opgave van de verschuldigde commissies en wel uiterlijk op de laatste dag van de maand volgend op het kwartaal waarin de commissies opeisbaar zijn geworden.

Deze opgave omvat alle van belang zijnde gegevens op grond waarvan de commissies zijn berekend.

De handelsagent kan eisen dat hem alle gegevens worden verstrekt waarover de principaal beschikt, in het bijzonder uittreksels uit de boekhouding, indien de handelsagent die nodig heeft om na te gaan hoeveel commissies hem verschuldigd zijn.

Van het eerste en het tweede lid mag niet worden afgeweken ten nadele van de handelsagent.

Art. X.15. Wanneer de vergoeding geheel of gedeeltelijk uit een vast bedrag bestaat, wordt deze maandelijks uitbetaald, behoudens andersluidende overeenkomst.

Art. X.16. § 1. Is de handelsagentuurovereenkomst voor onbepaalde tijd gesloten of voor bepaalde tijd met de mogelijkheid vroegtijdig op te zeggen, dan heeft ieder der partijen het recht om die te beëindigen met inachtneming van een opzeggingstermijn.

De opzeggingstermijn bedraagt één maand gedurende het eerste jaar van de overeenkomst. Na het eerste jaar wordt de opzeggingstermijn vermeerderd met een maand voor elk begonnen jaar zonder dat deze termijn zes maanden mag te boven gaan en onverminderd de bepalingen van het derde lid. De partijen mogen geen kortere opzeggingstermijnen overeenkomen.

Indien de partijen een langere dan in het tweede lid bedoelde termijn overeenkomen, mag de door de principaal in acht te nemen opzeggingstermijn niet korter zijn dan die welke aan de handelsagent is opgelegd. § 2. De kennisgeving van de opzegging geschiedt door afgifte aan de andere partij van een geschrift waarin het begin en de duur van de opzeggingstermijn worden aangegeven, met schriftelijke ontvangstbevestiging van de partij aan wie het gericht is. De kennisgeving kan ook geschieden hetzij bij aangetekende brief die uitwerking heeft de derde werkdag na de datum van verzending, hetzij bij gerechtsdeurwaarderexploot. Behoudens andersluidende bepaling moet het einde van de opzeggingstermijn samenvallen met het einde van een kalendermaand. § 3. De partij die de handelsagentuurovereenkomst beëindigt zonder de in paragraaf 1, tweede lid, vastgestelde opzeggingstermijn in acht te nemen of zonder een van de in artikel X.17, eerste lid, vermelde redenen op te geven is gehouden de andere partij een opzeggingsvergoeding te betalen die gelijk is aan de vergoeding die gebruikelijk is en overeenstemt hetzij met de duur van de opzeggingstermijn, hetzij met het resterende deel van die termijn.

Wanneer de vergoeding van de handelsagent geheel of gedeeltelijk uit commissies bestaat, wordt de vergoeding berekend op basis van het maandelijks gemiddelde van de commissies verdiend gedurende de twaalf maanden die aan de beëindiging van de handelsagentuurovereenkomst voorafgaan of, in voorkomend geval, gedurende de maanden die de beëindiging van de handelsagentuurovereenkomst voorafgaan. § 4. In afwijking van artikel X.17, eerste lid, kan in een instelling in de sector van het verzekeringswezen, van de kredietinstellingen of van de gereglementeerde markten voor effecten waar een paritair overlegorgaan werd opgericht, de handelsagentuurovereenkomst met een in dat orgaan verkozen handelsagent tijdens de volledige duur van diens mandaat niet eenzijdig worden beëindigd door de principaal.

Hetzelfde geldt voor de handelsagentuurovereenkomst gesloten met de rechtspersoon waarvan de zaakvoerder of de afgevaardigde bestuurder verkozen werd als vertegenwoordiger van de handelsagenten.

In afwijking van het eerste lid kan de handelsagentuurovereenkomst door de principaal worden opgezegd, indien hij aantoont dat de opzegging is gebaseerd op objectieve economische criteria die voor al zijn handelsagenten op dezelfde wijze worden toegepast, onder meer wanneer het in onderling overleg afgesproken businessplan in belangrijke mate niet gerealiseerd wordt en de handelsagent dat niet aan de hand van objectieve feiten kan verantwoorden.

Indien de overeenkomst door de principaal wordt beëindigd zonder een ernstige tekortkoming van de handelsagent in de zin van artikel X.17, eerste lid, of wordt opgezegd zonder dat het bewijs wordt geleverd dat de opzegging is gebaseerd op de in het tweede lid bedoeld objectieve economische criteria, is de principaal aan de handelsagent een bijzondere vergoeding verschuldigd waarvan het bedrag gelijk is aan achttien maanden vergoeding berekend overeenkomstig paragraaf 3, onverminderd de andere voor de handelsagent uit de wet voortvloeiende rechten naar aanleiding van de beëindiging van de handelsagentuurovereenkomst.

Deze bepalingen blijven van toepassing tijdens een periode van zes maanden vanaf de beëindiging van het mandaat in het paritair overlegorgaan. Het mandaat eindigt op de datum van de eerste vergadering van het nieuw verkozen paritair overlegorgaan. § 5. Bovendien kan de handelsagentuurovereenkomst met een handelsagent die kandidaat is voor het paritair overlegorgaan niet eenzijdig worden beëindigd door de principaal vanaf de kandidaatstelling tot aan de eerste vergadering van het nieuw gekozen overlegorgaan. Hetzelfde geldt voor de handelsagentuurovereenkomst gesloten met de rechtspersoon waarvan de zaakvoerder of de afgevaardigde bestuurder zich kandidaat heeft gesteld als vertegenwoordiger van de handelsagenten.

In afwijking van het vorige lid kan de handelsagentuurovereenkomst wel door de principaal met onmiddellijke ingang worden beëindigd omwille van een in artikel X.17, eerste lid, bedoelde uitzonderlijke omstandigheid of ernstige tekortkoming van de handelsagent.

Indien de overeenkomst door de principaal met toepassing van het vorige lid met onmiddellijke ingang werd beëindigd zonder dat er sprake is van een uitzonderlijke omstandigheid of een ernstige tekortkoming van de handelsagent in de zin van artikel X.17, eerste lid, is er door de principaal aan de handelsagent een bijzondere vergoeding verschuldigd waarvan het bedrag gelijk is aan één jaar vergoeding berekend overeenkomstig paragraaf 3, onverminderd de andere voor de handelsagent uit de wet voortvloeiende rechten naar aanleiding van de beëindiging van de handelsagentuurovereenkomst.

Art. X.17. Elke partij kan, onverminderd alle schadeloosstellingen, de overeenkomst zonder opzegging of voor het verstrijken van de termijn beëindigen, wanneer uitzonderlijke omstandigheden elke professionele samenwerking tussen de principaal en de handelsagent definitief onmogelijk maken of wanneer de andere partij ernstig tekort komt in haar verplichtingen. De overeenkomst kan niet meer worden beëindigd zonder opzegging of voor het verstrijken van de termijn, wanneer het feit ter rechtvaardiging hiervan sedert ten minste zeven werkdagen bekend is aan de partij die zich hierop beroept.

Alleen de uitzonderlijke omstandigheden of de ernstige tekortkomingen waarvan kennis is gegeven bij gerechtsdeurwaardersexploot of bij een ter post aangetekende brief, verzonden binnen zeven werkdagen na de beëindiging, kunnen worden aangevoerd ter rechtvaardiging van de beëindiging zonder opzegging of voor het verstrijken van de termijn.

Niettegenstaande enig hiermee strijdig beding kan, vóór het einde van de overeenkomst, van dit artikel niet worden afgeweken ten nadele van de handelsagent.

Art. X.18. Na de beëindiging van de handelsagentuurovereenkomst heeft de handelsagent recht op een uitwinningvergoeding wanneer hij de principaal nieuwe klanten heeft aangebracht of wanneer hij de zaken met de bestaande klanten aanzienlijk heeft uitgebreid, voor zover dit de principaal nog aanzienlijke voordelen kan opleveren.

Indien de handelsagentuurovereenkomst een concurrentiebeding bevat, wordt de principaal geacht, behoudens tegenbewijs, nog aanzienlijke voordelen te krijgen.

Het bedrag van deze uitwinningvergoeding wordt bepaald rekening houdend zowel met de gerealiseerde uitbreiding van de zaken als met de aanbreng van klanten.

De uitwinningvergoeding mag niet meer bedragen dan het bedrag van een jaar vergoeding berekend op basis van het gemiddelde van de vijf voorafgaande jaren of op basis van de gemiddelde vergoeding in de voorafgaande jaren indien de handelsagentuurovereenkomst minder dan vijf jaar heeft geduurd.

De uitwinningvergoeding is niet verschuldigd : 1° indien de principaal de handelsagentuurovereenkomst heeft beëindigd vanwege een aan de handelsagent te wijten ernstige tekortkoming zoals bepaald in artikel X.17, eerste lid; 2° indien de handelsagent de handelsagentuurovereenkomst heeft beëindigd, tenzij de beëindiging voortvloeit uit een aan de principaal te wijten reden, zoals bepaald in artikel X.17, eerste lid, of het gevolg is van leeftijd, invaliditeit of ziekte van de handelsagent op grond waarvan redelijkerwijze niet meer van hem kan worden gevergd dat hij zijn werkzaamheden voortzet; 3° indien de handelsagent of diens erfgenamen, overeenkomstig een afspraak met de principaal, hun rechten en verplichtingen uit hoofde van de handelsagentuurovereenkomst aan een derde overdragen. De handelsagent verliest zijn recht op de uitwinningvergoeding indien hij de principaal niet binnen een jaar na de beëindiging van de handelsagentuurovereenkomst ervan in kennis gesteld heeft dat hij voornemens is zijn rechten te doen gelden.

Art. X.19. Voor zover de handelsagent recht heeft op de uitwinningvergoeding bepaald in artikel X.18 en het bedrag van deze vergoeding de werkelijk geleden schade niet volledig vergoedt, kan de handelsagent, mits hij de werkelijke omvang van de beweerde schade bewijst, boven deze vergoeding schadeloosstelling verkrijgen ten belope van het verschil tussen het bedrag van de werkelijk geleden schade en het bedrag van die vergoeding.

Art. X.20. Het recht op de vergoedingen bedoeld in de artikelen X.18 en X.19 ontstaat eveneens wanneer door het overlijden van de handelsagent de overeenkomst wordt beëindigd.

Art. X.21. Voordat de handelsagentuurovereenkomst is beëindigd, mogen de partijen niet ten nadele van de handelsagent afwijken van de bepalingen van de artikelen X.18, X.19 en X.20.

Art. X.22. § 1. De handelsagentuurovereenkomst kan een concurrentiebeding bevatten.

Een concurrentiebeding is enkel geldig wanneer : 1° het schriftelijk werd bedongen;2° het betrekking heeft op het soort zaken waarmee de handelsagent belast was;3° het beperkt blijft tot het geografisch gebied of de groep personen en het geografisch gebied die aan de handelsagent waren toevertrouwd;4° het niet verder reikt dan zes maanden na de beëindiging van de overeenkomst. § 2. Het concurrentiebeding heeft geen uitwerking wanneer de handelsagentuurovereenkomst wordt beëindigd door de principaal zonder een in artikel X.17, eerste lid, vermelde reden aan te voeren, of door de handelsagent door een in artikel X.17, eerste lid, vermelde reden aan te voeren. § 3. Het concurrentiebeding schept ten gunste van de handelsagent een vermoeden dat hij klanten heeft aangebracht; de principaal kan het tegenbewijs leveren. § 4. De forfaitaire vergoeding waarin de handelsagentuurovereenkomst voorziet in geval van schending van het concurrentiebeding, mag niet hoger zijn dan een bedrag gelijk aan één jaar vergoeding berekend zoals bepaald in artikel X.18, vierde lid.

De principaal kan echter, mits hij het bestaan en de omvang van zijn nadeel bewijst, een hogere vergoeding eisen.

Art. X 23. De handelsagent kan zich voor verplichtingen die voor derden uit een door hem bemiddelde of afgesloten zaak voortvloeien uitsluitend schriftelijk aansprakelijk stellen.

Tenzij schriftelijk anders is overeengekomen, is de handelsagent krachtens een beding van delcredere slechts aansprakelijk voor de gegoedheid van de derde, met uitsluiting van iedere andere tekortkoming van deze in zijn contractuele verplichtingen. Het beding van delcredere kan geen zaak betreffen waarin de handelsagent niet persoonlijk is opgetreden. Wanneer de principaal de leverings- of betalingsvoorwaarden zonder instemming van de handelsagent wijzigt, houdt het op van toepassing te zijn.

De handelsagent kan zich niet aansprakelijk stellen voor een hoger bedrag dan de overeengekomen commissie, tenzij het beding betrekking heeft op een bepaalde zaak of op zaken die hij in naam van de principaal afsluit.

In de sector van de kredietinstellingen, kan, in afwijking van het derde lid, voor de handelsagent, waarvan de hoofdactiviteit erin bestaat zaken te doen waarvoor hij zichzelf borg stelt, het bedrag waarvoor hij zich aansprakelijk stelt, de commissie overstijgen, zonder evenwel hoger te zijn dan het bedrag dat effectief verschuldigd is door de derde aan de principaal.

Indien er een kennelijke wanverhouding is tussen het risico dat de handelsagent op zich heeft genomen en de bedongen commissie, kan de rechter het bedrag waarvoor de handelsagent aansprakelijk is verminderen voor zover dit bedrag de commissie te boven gaat. De rechter houdt met alle omstandigheden rekening, in het bijzonder met de wijze waarop de handelsagent de belangen van de principaal heeft behartigd.

Art. X.24. Rechtsvorderingen die ontstaan uit een overeenkomst bedoeld in art. I.11, 1°, verjaren een jaar na het eindigen van de overeenkomst of vijf jaar na het feit waaruit de vordering is ontstaan zonder dat deze termijn langer mag duren dan een jaar na het eindigen van de overeenkomst.

Art. X. 25. Onverminderd de toepassing van internationale verdragen die België heeft gesloten en niettegenstaande andersluidende bedingen in de handelsagentuurovereenkomst, is elke activiteit van een handelsagent met hoofdvestiging in België onderworpen aan de Belgische wet en behoort ze tot de bevoegdheid van de Belgische rechtbanken.

TITEL 2. - Precontractuele informatie in het kader van commerciële samenwerkingsovereenkomsten Art. X.26. De bepalingen van deze titel zijn van toepassing op commerciële samenwerkingsovereenkomsten als bedoeld in artikel I.11, 2°, niettegenstaande elke strijdige contractuele bepaling.

Deze titel is niet van toepassing : - op de verzekeringsagentuur-overeenkomsten onderworpen aan de wet van 27 maart 1995Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/03/1995 pub. 24/08/2006 numac 2006000484 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de verzekerings- en herverzekeringsbemiddeling en de distributie van verzekeringen. - Duitse vertaling sluiten betreffende de verzekeringsbemiddeling en de distributie van verzekeringen; - op de bankagentuurovereenkomsten onderworpen aan de wet van 22 maart 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/03/2006 pub. 28/04/2006 numac 2006003247 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten en de distributie van financiële instrumenten sluiten betreffende de bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten en de distributie van financiële instrumenten.

Art. X.27. Onder voorbehoud van de toepassing van artikel X.29, verstrekt de persoon die het recht verleent aan de andere persoon, minstens één maand voor het sluiten van de commerciële samenwerkingsovereenkomst, bedoeld in artikel I.11, 2°, het ontwerp van overeenkomst evenals een afzonderlijk document dat de gegevens bedoeld in artikel X.28 bevat. Het ontwerp van overeenkomst en het afzonderlijk document worden schriftelijk of op een voor de persoon die het recht verkrijgt duurzame en toegankelijke drager ter beschikking gesteld.

Indien in het ontwerp van overeenkomst of in het afzonderlijke document, na de mededeling ervan, een gegeven, vermeld in artikel X.28, § 1, 1°, wordt gewijzigd, verstrekt degene die het recht verleent minstens een maand vóór het sluiten van de commerciële samenwerkingsovereenkomst bedoeld in artikel I.11, 2°, aan de andere persoon het gewijzigde ontwerp van overeenkomst en een vereenvoudigd afzonderlijk document, tenzij deze wijziging schriftelijk wordt aangevraagd door degene die het recht verkrijgt. Dit afzonderlijk document omvat minstens de belangrijke contractuele bepalingen zoals bepaald in art. X.28, § 1, 1°, die ten aanzien van het oorspronkelijke document gewijzigd werden.

Onder voorbehoud van de toepassing van artikel X.29 en met uitzondering van de verbintenissen aangegaan in het kader van een vertrouwelijkheidsakkoord, mag geen enkele andere verbintenis worden aangegaan en mag geen enkele andere vergoeding, bedrag of waarborg worden gevraagd of betaald vóór het verstrijken van de in dit artikel bedoelde termijn van een maand.

Art. X.28. § 1. Het afzonderlijk document bedoeld in artikel X.27 bevat twee delen die de volgende gegevens bevatten : 1° Belangrijke contractuele bepalingen, voor zover ze zijn voorzien in de commerciële samenwerkingsovereenkomst : a) de vermelding dat de commerciële samenwerkingsovereenkomst al dan niet specifiek met inachtneming van de persoon wordt gesloten;b) de verbintenissen;c) de gevolgen van het niet behalen van de verbintenissen;d) de rechtstreekse vergoeding die de persoon die het recht verkrijgt moet betalen aan degene die het recht verleent en de berekeningswijze voor de onrechtstreekse vergoeding die de persoon die het recht verleent, ontvangt en, in voorkomend geval, de wijze van herziening in de loop van de overeenkomst en bij de hernieuwing ervan;e) de concurrentiebedingen, hun duur en hun voorwaarden;f) de duur van de commerciële samenwerkingsovereenkomst en de voorwaarden voor de hernieuwing;g) de voorwaarden voor opzeg en beëindiging van de overeenkomst met name wat de lasten en de investeringen betreft;h) de voorkooprechten of de aankoopoptie ten voordele van de persoon die het recht verleent en de regels voor de waardebepaling van de handelszaak bij de uitoefening van deze rechten of deze optie;i) de exclusiviteiten die zijn voorbehouden aan de persoon die het recht verleent.2° Gegevens voor de correcte beoordeling van de commerciële samenwerkings-overeenkomst : a) naam of benaming en adresgegevens van de persoon die het recht verleent;b) in geval het recht wordt verleend door een rechtspersoon, de identiteit en hoedanigheid van de natuurlijke persoon die namens hem optreedt;c) de aard van de activiteiten van de persoon die het recht verleent;d) de intellectuele eigendomsrechten, waarvan het gebruik wordt toegestaan;e) in voorkomend geval de jaarrekeningen van de laatste drie boekjaren van de persoon die het recht verleent;f) de ervaring met commerciële samenwerking en de ervaring binnen de exploitatie van de commerciële formule buiten een commerciële samenwerkingsovereenkomst;g) de historiek, de staat en de vooruitzichten van de markt waarin de activiteiten worden uitgeoefend, vanuit algemeen en lokaal oogpunt;h) de historiek, de staat en de vooruitzichten van het marktaandeel van het netwerk vanuit een algemeen en lokaal oogpunt;i) in voorkomend geval voor elk van de voorbije drie jaren het aantal uitbaters die deel uitmaken van het Belgische en internationale netwerk, alsook de expansievooruitzichten van het netwerk;j) in voorkomend geval voor elk van de voorbije drie jaren het aantal commerciële samenwerkingsovereenkomsten dat is afgesloten, het aantal commerciële samenwerkingsovereenkomsten dat is beëindigd op initiatief van de persoon die het recht verleent en op initiatief van de persoon die het recht verkrijgt, evenals het aantal commerciële samenwerkingsovereenkomsten die niet werden hernieuwd op vervaldag;k) de lasten en investeringen waartoe de persoon die het recht verkrijgt, zich verbindt bij de aanvang en tijdens de looptijd van de commerciële samenwerkingsovereenkomst, met opgave van de bedragen en hun bestemming alsook hun aflossingstermijn, het ogenblik waarop ze aangegaan zullen worden en hun lot bij beëindiging van de overeenkomst. § 2. De Koning kan de vorm bepalen van het afzonderlijk document bedoeld in § 1. Hij kan eveneens de lijst van gegevens opgesomd in paragraaf 1, 1° en 2°, aanvullen of verduidelijken.

Art. X.29. In geval van hernieuwing van een commerciële samenwerkingsovereenkomst, gesloten voor een periode van bepaalde duur, in geval van het sluiten van een nieuwe commerciële samenwerkingsovereenkomst tussen dezelfde partijen of in geval van wijziging van een commerciële samenwerkingsovereenkomst die in uitvoering is en sinds minstens 2 jaar gesloten is, verstrekt degene die het recht verleent de andere persoon een ontwerp van overeenkomst en een vereenvoudigd document, minstens een maand vóór de hernieuwing of het sluiten van een nieuwe overeenkomst of de wijziging van de lopende commerciële samenwerkingsovereenkomst, bedoeld in artikel I.11, 2°.

Dit vereenvoudigd document omvat minstens de volgende gegevens : 1° De belangrijke contractuele bepalingen, zoals bepaald in artikel X.28, § 1, 1°, die werden gewijzigd ten aanzien van het oorspronkelijk document of, bij ontstentenis van een document, ten aanzien van de datum waarop het oorspronkelijk akkoord werd gesloten; 2° De gegevens voor de correcte beoordeling van de commerciële samenwerkingsovereenkomst, zoals bepaald in artikel X.28, § 1, 2°, die werden gewijzigd ten aanzien van het oorspronkelijk document of, bij ontstentenis van een document, ten aanzien van de datum waarop de oorspronkelijke overeenkomst werd gesloten.

In afwijking van het eerste lid, geldt dat, indien op schriftelijk verzoek van de partij die het recht verkrijgt, een commerciële samenwerkingsovereenkomst die sinds minstens twee jaar is gesloten, wordt gewijzigd tijdens de uitvoering ervan, de partij die het recht verleent geen ontwerp van overeenkomst en geen vereenvoudigd document moet verstrekken.

Artikel X.27, derde lid, is niet van toepassing op de verplichtingen betreffende overeenkomsten die in uitvoering zijn op het moment waarop over de hernieuwing, de nieuwe overeenkomst of de wijziging van de overeenkomst wordt onderhandeld.

Art. X.30. In geval van niet naleving van een van de bepalingen van artikel X.27 en van artikel X.29, eerste lid, kan de persoon die het recht verkrijgt, de nietigheid van de commerciële samenwerkingsovereenkomst inroepen binnen twee jaar na het sluiten van de overeenkomst.

Wanneer het afzonderlijk document de gegevens bedoeld in artikel X.28, § 1, 1°, en in artikel X.29, tweede lid, niet bevat, kan de persoon die het recht verkrijgt, de nietigheid van de desbetreffende bepalingen van de commerciële samenwerkingsovereenkomst inroepen.

Wanneer één van de in artikel X.28, § 1, 2°, en X.29, tweede lid, 2°, bedoelde gegevens van het afzonderlijk document ontbreekt, onvolledig of onjuist is of wanneer één van de gegevens van het afzonderlijk document, bedoeld in artikel X.28, § 1, 1°, en X.29, tweede lid, 1°, onvolledig of onjuist is, kan de persoon die het recht verkrijgt het gemeen recht inzake wilsgebreken of quasi-delictuele aansprakelijkheid inroepen, en zulks onverminderd de toepassing van de bepalingen van het vorige lid.

De persoon die het recht verkrijgt, kan pas geldig afstand doen van het recht om de nietigheid van de overeenkomst of van één van de bepalingen ervan te vorderen, na het verstrijken van een termijn van een maand na het sluiten van deze overeenkomst. Deze afstand moet uitdrukkelijk de oorzaken vermelden waarom afstand wordt gedaan van de nietigheid.

Art. X.31. De personen zijn gehouden tot de geheimhouding met betrekking tot de inlichtingen die zij verkrijgen met het oog op het sluiten van een commerciële samen werkingsovereenkomst en mogen deze inlichtingen slechts rechtstreeks of onrechtstreeks gebruiken binnen de te sluiten commerciële samenwerkingsovereenkomst.

Art. X.32. De bedingen in de commerciële samenwerkingsovereenkomst en de gegevens in het afzonderlijk document, bedoeld in artikel X.28, worden duidelijk en begrijpelijk opgesteld. In geval van twijfel over de betekenis van een beding of een gegeven, prevaleert de voor de persoon die het recht verkrijgt, gunstigste interpretatie.

Art. X.33. De precontractuele fase van de commerciële samenwerkingsovereenkomst valt onder de Belgische wet en onder de bevoegdheid van de Belgische rechtbanken, wanneer de persoon die het recht verkrijgt, de activiteit waarop de overeenkomst slaat, hoofdzakelijk in België uitoefent.

Art. X.34. De Koning richt een Arbitragecommissie op bestaande uit een gelijke vertegenwoordiging van organisaties die de belangen van elk van beide partijen verdedigen.

TITEL 3. - Eenzijdige beëindiging van voor onbepaalde tijd verleende concessies van alleenverkoop Art. X.35. Niettegenstaande ieder strijdig beding zijn aan de bepalingen van deze titel onderworpen : 1° de concessies van alleenverkoop;2° de verkoopconcessies krachtens welke de concessiehouder nagenoeg alle producten waarop de overeenkomst slaat in het concessiegebied verkoopt;3° de verkoopconcessies waarbij de concessiegever de concessiehouder belangrijke verplichtingen oplegt, die op strikte en bijzondere wijze aan de verkoopconcessie gekoppeld zijn en waarvan de last zo zwaar is dat de concessiehouder groot nadeel zou lijden in geval van beëindiging van de concessie. Art. X.36. Een voor onbepaalde tijd verleende, aan deze titel onderworpen verkoopconcessie kan, behalve bij grove tekortkoming van een van de partijen aan haar verplichtingen, niet worden beëindigd dan met een redelijke opzeggingstermijn of een billijke vergoeding die door partijen worden bepaald bij de opzegging van het contract.

Zijn partijen het niet eens, dan doet de rechter uitspraak naar billijkheid, eventueel met inachtneming van de gebruiken.

Art. X.37. Ingeval de verkoopconcessie als bedoeld in artikel X.35 door de concessiegever wordt beëindigd op andere gronden dan een grove tekortkoming van de concessiehouder, of ingeval deze laatste het contract beëindigt wegens grove tekortkoming van de concessiegever, kan de concessiehouder aanspraak maken op een billijke bijkomende vergoeding.

Deze vergoeding wordt, al naar het geval, geraamd in functie van de volgende elementen : 1° De bekende meerwaarde inzake cliënteel die door de concessiehouder is aangebracht en die aan de concessiegever verblijft na de beëindiging van het contract;2° De kosten die de concessiehouder gedaan heeft met het oog op de exploitatie van de verkoopconcessie en die aan de concessiegever voordelen mochten opleveren na het eindigen van het contract;3° Het rouwgeld dat de concessiehouder verschuldigd is aan het personeel dat hij verplicht is te ontslaan ten gevolge van de beëindiging van de verkoopconcessie.Zijn partijen het niet eens, dan doet de rechter uitspraak naar billijkheid, eventueel met inachtneming van de gebruiken.

Art. X.38. Wanneer een aan deze wet onderworpen verkoopconcessie voor bepaalde tijd wordt verleend, worden de partijen geacht te hebben ingestemd met een vernieuwing van het contract, hetzij voor onbepaalde tijd, hetzij voor de in een eventueel beding van stilzwijgende verlenging vastgestelde tijd, tenzij zij bij een aangetekende brief ten minste drie maanden en ten hoogste zes maanden vóór de overeengekomen termijn opzegging hebben gegeven.

Wanneer een voor bepaalde tijd verleende verkoopconcessie tweemaal werd vernieuwd, ongeacht of de bedingen van het oorspronkelijk contract al dan niet werden gewijzigd tussen dezelfde partijen, of wanneer zij tweemaal stilzwijgend werd verlengd ten gevolge van een beding van het contract, wordt elke latere verlenging geacht te zijn toegestaan voor onbepaalde tijd.

Art. X.39. De benadeelde concessiehouder kan, bij de beëindiging van een verkoopconcessie met uitwerking voor het gehele Belgische grondgebied of een deel ervan, in elk geval de concessiegever in België dagvaarden, hetzij voor de rechter van zijn eigen woonplaats, hetzij voor de rechter van de woonplaats of de zetel van de concessiegever. Ingeval het geschil voor een Belgische rechtbank wordt gebracht, zal deze uitsluitend de Belgische wet toepassen.

Art. X.40. De in de voorafgaande artikelen bepaalde regelen zijn van toepassing op de door een concessiehouder aan een of verscheidene onderconcessiehouders verleende verkoop-concessies.

Wanneer het contract van een onderconcessiehouder voor onbepaalde tijd is verleend en het ten gevolge van de verbreking van het contract van de concessiehouder, buiten de wil of de schuld van deze laatste, wordt verbroken, kan de concessiehouder de in de artikelen X.36 en X.37 bepaalde rechten evenwel slechts laten gelden tegenover degene, die de oorspronkelijke verbreking heeft bewerkt.

Wanneer het contract van een onderconcessiehouder voor bepaalde tijd is verleend en het normaal moet eindigen op dezelfde datum als het hoofdcontract, beschikt de concessiehouder die van de concessiegever een opzegging ontvangt, alleszins over een termijn van veertien volle dagen vanaf de ontvangst van deze opzegging om de onderconcessiehouder kennis te geven van een opzegging. HOOFDSTUK III. - Opheffings- en wijzigingsbepalingen

Art. 4.Worden opgeheven : 1° De wet van 13 april 1995Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/04/1995 pub. 02/07/2009 numac 2009000438 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende bepalingen tot bestrijding van de mensenhandel en van de mensensmokkel. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de handelsagentuurovereenkomst, laatst gewijzigd bij wet van 21 februari 2005;2° De wet van 19 december 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/12/2005 pub. 18/01/2006 numac 2006022034 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de precontractuele informatie bij commerciële samenwerkingsovereenkomsten sluiten betreffende de precontractuele informatie bij commerciële samenwerkingsovereenkomsten, gewijzigd bij wet van 27 december 2005;3° De wet van 27 juli 1961Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/07/1961 pub. 09/12/1999 numac 1999000097 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet betreffende eenzijdige beëindiging van de voor onbepaalde tijd verleende concessies van alleenverkoop . - Duitse vertaling sluiten betreffende de eenzijdige beëindiging van de voor onbepaalde tijd verleende concessies van alleenverkoop, gewijzigd bij wet van 13 april 1971.

Art. 5.In artikel III.84. van het Wetboek van economisch recht, ingevoegd bij de wet van 17 juli 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/07/2013 pub. 14/08/2013 numac 2013011345 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende invoeging van Boek III « Vrijheid van vestiging, dienstverlening en algemene verplichtingen van de ondernemingen », in het Wetboek van economisch recht en houdende invoeging van de definities eigen aan boek III en van de rechtshandhavingsbepalingen eigen aan boek III, in boeken I en XV van het Wetboek van economisch recht sluiten houdende invoeging van Boek III "Vrijheid van vestiging, dienstverlening en algemene verplichtingen van de ondernemingen", in het Wetboek van economisch recht en houdende invoeging van de definities eigen aan boek III en van de rechtshandhavingsbepalingen eigen aan boek III, in boeken I en XV van het Wetboek van economisch recht, wordt tussen het tweede en het derde lid een lid ingevoegd, luidende : "Voor de ondernemingen die overeenkomstig artikel 21bis, eerste lid, van het koninklijk besluit nr. 1 van 29 december 1992 met betrekking tot de regeling over de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde beschikken over een geregistreerd kassasysteem, worden het bijzondere hulpdagboek voor de verkoopverrichtingen, bedoeld in het tweede lid, en het derde dagboek voor die verrichtingen, vermeld in artikel III.85, eerste lid, 3°, vervangen door het geregistreerde kassasysteem vermeld in artikel 1 van het koninklijk besluit van 30 december 2009Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 30/12/2009 pub. 31/12/2009 numac 2009003491 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot het bepalen van de definitie en de voorwaarden waaraan een geregistreerd kassasysteem in de horecasector moet voldoen type koninklijk besluit prom. 30/12/2009 pub. 24/11/2015 numac 2015000677 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot het bepalen van de definitie en de voorwaarden waaraan een geregistreerd kassasysteem in de horecasector moet voldoen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot het bepalen van de definitie en de voorwaarden waaraan een geregistreerd kassasysteem in de horecasector moet voldoen.".

Art. 6.In artikel VI. 53, 12°, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 21 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/12/2013 pub. 30/12/2013 numac 2013011649 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende invoeging van boek VI "Marktpraktijken en consumentenbescherming" in het Wetboek van economisch recht en houdende invoeging van de definities eigen aan boek VI, en van de rechtshandhavingsbepalingen eigen aan boek VI, in de boeken I en XV van het Wetboek van economisch recht sluiten houdende invoeging van boek VI "Marktpraktijken en consumentenbescherming" in het Wetboek van economisch recht en houdende invoeging van de definities eigen aan boek VI, en van de rechtshandhavingsbepalingen eigen aan boek VI, in de boeken I en XV van het Wetboek van economisch recht, wordt het woord "goederenvervoer" vervangen door het woord "vervoer".

Art. 7.In artikel VI. 73, 12°, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij voornoemde wet van 21 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/12/2013 pub. 30/12/2013 numac 2013011649 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende invoeging van boek VI "Marktpraktijken en consumentenbescherming" in het Wetboek van economisch recht en houdende invoeging van de definities eigen aan boek VI, en van de rechtshandhavingsbepalingen eigen aan boek VI, in de boeken I en XV van het Wetboek van economisch recht sluiten, wordt het woord "goederenvervoer" vervangen door het woord "vervoer".

Art. 8.Het koninklijk besluit van 18 november 2002Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 18/11/2002 pub. 03/12/2002 numac 2002011429 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit houdende uitsluiting van sommige overeenkomsten op afstand betreffende het verrichten van diensten voor logies, vervoer, het restaurantbedrijf en vrijetijdsbesteding, van het toepassingsgebied van de artikelen 79 en 80 van de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument sluiten houdende uitsluiting van sommige overeenkomsten op afstand betreffende het verrichten van diensten voor logies, vervoer, het restaurantbedrijf en vrijetijdsbesteding, van het toepassingsgebied van de artikelen 79 en 80 van de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument wordt opgeheven.

Art. 9.In artikel IV.80 van het Wetboek van economisch recht, ingevoegd bij de wet van 3 april 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/04/2013 pub. 26/04/2013 numac 2013011190 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende invoeging van boek IV « Bescherming van de mededinging » en van boek V « De mededinging en de prijsevoluties » in het Wetboek van economisch recht en houdende invoeging van de definities eigen aan boek IV en aan boek V en van de rechtshandhavingsbepalingen eigen aan boek IV en aan boek V, in boek I van het Wetboek van economisch recht type wet prom. 03/04/2013 pub. 26/04/2013 numac 2013011191 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende invoeging van de bepalingen die een aangelegenheid regelen als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet, in boek IV « Bescherming van de mededinging » en boek V « De mededinging en de prijsevoluties » van het Wetboek van economisch recht sluiten houdende invoeging van boek IV "Bescherming van de mededinging" en van boek V "De mededinging en de prijsevoluties" in het Wetboek van economisch recht en houdende invoeging van de definities eigen aan boek IV en aan boek V en van de rechtshandhavingsbepalingen eigen aan boek IV en aan boek V, in boek I van het Wetboek van economisch recht, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° paragraaf 2 wordt aangevuld met een lid, luidende : "De verjaring met betrekking tot de procedure van onderzoek en beslissing wordt geschorst zolang een beslissing van de auditeur of van het auditoraat het voorwerp vormt van een procedure aanhangig bij het Hof van beroep te Brussel." 2° in § 3, laatste lid, van hetzelfde wetboek worden de woorden "de auditeur of het auditoraat of van" ingevoegd tussen de woorden `"de beslissing van" en de woorden "het Mededingingscollege". HOOFDSTUK IV. - Overgangsbepalingen

Art. 10.§ 1. Onverminderd specifieke wettelijke bepalingen, zijn de bepalingen van boek X van onmiddellijke toepassing op de nieuwe overeenkomsten die na datum van inwerkingtreding van deze bepalingen, worden gesloten. § 2. Titel 2 is niet van toepassing op de commerciële samenwerkingsovereenkomsten die lopen op de datum waarop de Titel in werking treedt, uitgezonderd artikel X.29 dat vanaf zijn inwerkingtreding van toepassing is. § 3. De bepalingen van de wet van 27 juli 1961Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/07/1961 pub. 09/12/1999 numac 1999000097 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet betreffende eenzijdige beëindiging van de voor onbepaalde tijd verleende concessies van alleenverkoop . - Duitse vertaling sluiten betreffende eenzijdige beëindiging van de voor onbepaalde tijd verleende concessies van alleenverkoop, zoals gewijzigd bij wet van 13 april 1971, blijven van toepassing, niettegenstaande hiermede strijdige overeenkomsten, op de verkoopconcessies verleend vóór de opheffing van voornoemde wet. HOOFDSTUK V. - Bevoegdheidstoewijzing

Art. 11.De bestaande wetten en koninklijke besluiten die verwijzen naar de opgeheven bepalingen bedoeld in artikel 4 worden geacht te verwijzen naar de overeenkomstige bepalingen in het Wetboek van economisch recht, zoals ingevoegd bij deze wet.

Art. 12.De Koning kan de verwijzingen in bestaande wetten en koninklijke besluiten naar de opgeheven bepalingen bedoeld in artikel 4 vervangen door verwijzingen naar de ermee overeenstemmende bepalingen in het Wetboek van economisch recht, zoals ingevoegd bij deze wet.

Art. 13.De Koning kan de bepalingen van het Wetboek van economisch recht, zoals ingevoegd bij deze wet, coördineren met de bepalingen die daarin uitdrukkelijk of stilzwijgend wijzigingen hebben aangebracht tot het tijdstip van de coördinatie.

Daartoe kan hij : 1° de volgorde en de nummering van de te coördineren bepalingen veranderen en in het algemeen de teksten naar de vorm wijzigen;2° de verwijzingen die voorkomen in de te coördineren bepalingen met de nieuwe nummering doen overeenstemmen;3° zonder afbreuk te doen aan de beginselen die in de te coördineren bepalingen vervat zijn, de redactie ervan wijzigen om ze onderling te doen overeenstemmen en eenheid in de terminologie te brengen. HOOFDSTUK VI. - Inwerkingtreding

Art. 14.De Koning bepaalt de datum van inwerkingtreding van elke bepaling van deze wet en van elke bepaling ingevoegd door deze wet in het Wetboek van economisch recht.

De artikelen 6 tot 8 treden in werking op de datum van inwerkingtreding van de wet van 21 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/12/2013 pub. 30/12/2013 numac 2013011649 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende invoeging van boek VI "Marktpraktijken en consumentenbescherming" in het Wetboek van economisch recht en houdende invoeging van de definities eigen aan boek VI, en van de rechtshandhavingsbepalingen eigen aan boek VI, in de boeken I en XV van het Wetboek van economisch recht sluiten houdende invoeging van boek VI "Marktpraktijken en consumentenbescherming" in het Wetboek van economisch recht en houdende invoeging van de definities eigen aan boek VI, en van de rechtshandhavingsbepalingen eigen aan boek VI, in de boeken I en XV van het Wetboek van economisch recht.

Artikel 9 is eveneens van toepassing op hangende rechtsgedingen.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 2 april 2014.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Economie en Consumenten, J. VANDE LANOTTE De Minister van Justitie, Mevr. A. TURTELBOOM De Minister van Middenstand, Mevr. S. LARUELLE Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, Mevr. A. TURTELBOOM _______ Nota (1) Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be) : Stukken : 53-3280 - 2013/2014 Integraal Verslag : 20 februari 2014.

Senaat (www.senate.be) : Stukken : 5-2503 - 2013/2014.

^