Etaamb.openjustice.be
Wet van 02 juni 2021
gepubliceerd op 18 juni 2021

Wet houdende diverse financiële bepalingen inzake fraudebestrijding

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2021041994
pub.
18/06/2021
prom.
02/06/2021
ELI
eli/wet/2021/06/02/2021041994/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)Kamer (parl. doc.)
Document Qrcode

2 JUNI 2021. - Wet houdende diverse financiële bepalingen inzake fraudebestrijding (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt : TITEL 1. - ALGEMENE BEPALING

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

TITEL 2. - BEPALINGEN BETREFFENDE DE VERPLICHTING TOT AANGIFTE VAN BIJZONDERE FISCALE MECHANISMEN DOOR DE FINANCIELE TOEZICHTHOUDERS HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van de wet van 22 februari 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/02/1998 pub. 28/03/1998 numac 1998003158 bron ministerie van financien Wet tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België type wet prom. 22/02/1998 pub. 03/03/1998 numac 1998021087 bron diensten van de eerste minister Wet houdende sociale bepalingen sluiten tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België

Art. 2.In artikel 35/3 van de wet van 22 februari 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/02/1998 pub. 28/03/1998 numac 1998003158 bron ministerie van financien Wet tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België type wet prom. 22/02/1998 pub. 03/03/1998 numac 1998021087 bron diensten van de eerste minister Wet houdende sociale bepalingen sluiten tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, ingevoegd bij de wet van 20 juli 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten sluiten6, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het eerste lid wordt vervangen als volgt: "Artikel 35 is van toepassing op de erkende commissarissen, op de bedrijfsrevisoren en op de deskundigen, wat de informatie betreft waarvan zij kennis hebben genomen in het kader van hun opdrachten bij instellingen waarop de Bank toezicht uitoefent of mede toezicht uitoefent, met toepassing van de artikelen 12bis en 36/2."; 2° tussen het eerste en het tweede lid wordt een lid ingevoegd, luidende: "In het kader van hun verplichting om op eigen initiatief verslag uit te brengen bij de toezichthouder zodra zij kennis krijgen van beslissingen of feiten die kunnen wijzen op een overtreding van de sectorale toezichtwetten, dienen de erkende commissarissen werkzaam bij instellingen waarop de Bank toezicht uitoefent of mede toezicht uitoefent met toepassing van de artikelen 12bis en 36/2, aan de Bank een aangifte te doen wanneer ze bij de uitvoering van hun opdrachten over concrete elementen beschikken met betrekking tot bijzondere mechanismen in de zin van artikel 36/4.".

Art. 3.Artikel 36/4 van dezelfde wet, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 3 maart 2011 en gewijzigd bij de wet van 20 juli 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten sluiten6, wordt vervangen als volgt: "

Art. 36/4.Bij de uitoefening van haar opdrachten bedoeld in de artikelen 12bis en 36/2 is de Bank niet bevoegd inzake belasting-aangelegenheden. Wanneer zij evenwel over concrete elementen beschikt met betrekking tot bijzondere mechanismen bij een instelling waarop zij toezicht uitoefent of mede toezicht uitoefent, doet ze daarvan aangifte bij het gerecht.

Onder "bijzonder mechanisme" wordt een procedé verstaan dat aan de volgende cumulatieve voorwaarden voldoet: 1° het heeft als doel of gevolg fiscale fraude door derden mogelijk te maken of te bevorderen;2° het initiatief ertoe wordt door de instelling zelf genomen of de instelling neemt er duidelijk actief aan deel, of het is het gevolg van een grove nalatigheid van de instelling;3° het bestaat uit een reeks gedragingen of onthoudingen; 4° het heeft een bijzonder karakter, wat betekent dat de instelling weet of zou moeten weten dat het mechanisme afwijkt van de normen en de normale praktijken inzake bancaire, verzekerings- en financiële verrichtingen.".

Art. 4.Artikel 36/25, § 4, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003195 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003194 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst justitie Wet op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014003234 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand enenergie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten sluiten, wordt aangevuld met een lid, luidende: "Het is de centrale tegenpartijen verboden een bijzonder mechanisme in de zin van artikel 36/4, tweede lid, in te stellen met dien verstande dat de in punt 4° van het voornoemde artikel bedoelde normen en normale praktijken de normen en normale praktijken zijn voor verrichtingen die in het kader van de in de artikelen 14 en 15 van Verordening 648/2012 bedoelde diensten worden uitgevoerd.".

Art. 5.In artikel 36/26/1 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 30 juli 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten sluiten2 en gewijzigd bij de wet van 2 mei 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten sluiten5, wordt een paragraaf 5/1 ingevoegd, luidende: " § 5/1. Het is de centrale effectenbewaarinstellingen en de ondersteuning verlenende instellingen verboden een bijzonder mechanisme in de zin van artikel 36/4, tweede lid, in te stellen met dien verstande dat de in punt 4° van het voornoemde artikel bedoelde normen en normale praktijken de normen en normale praktijken zijn voor verrichtingen die in het kader van de in de bijlage van Verordening 909/2014 bedoelde diensten worden uitgevoerd.".

Art. 6.Artikel 36/31, § 1, van dezelfde wet, ingevoegd bij koninklijk besluit van 3 maart 2011 en gewijzigd bij de wet van 30 juli 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten sluiten2, wordt aangevuld met de bepaling onder 4°, luidende: "4° de in artikel 36/25, § 4, bedoelde centrale tegenpartijen en de in artikel 36/26/1 bedoelde centrale effectenbewaarinstellingen en ondersteuning verlenende instellingen die met opzet een bijzonder mechanisme instellen in de zin van de voornoemde bepalingen.". HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van de wet van 2 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten sluiten betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten

Art. 7.In artikel 46 van de wet van 2 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten sluiten betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 maart 2011, wordt het tweede lid vervangen als volgt: "Wanneer zij evenwel over concrete elementen beschikt met betrekking tot bijzondere mechanismen bij een door haar vergunde vennootschap voor vermogensbeheer en beleggingsadvies, beleggingsvennootschap, beheervennootschap van instellingen voor collectieve belegging, of beheerder van alternatieve instellingen voor collectieve belegging, doet zij daarvan aangifte bij het gerecht.

Onder "bijzonder mechanisme" wordt een procedé verstaan dat aan de volgende cumulatieve voorwaarden voldoet: 1° het heeft als doel of gevolg fiscale fraude door derden mogelijk te maken of te bevorderen;2° het initiatief ertoe wordt door de onderneming zelf genomen of de onderneming neemt er duidelijk actief aan deel, of het is het gevolg van een grove nalatigheid van de onderneming;3° het bestaat uit een reeks gedragingen of onthoudingen; 4° het heeft een bijzonder karakter, wat betekent dat de onderneming weet of zou moeten weten dat het mechanisme afwijkt van de normen en de normale praktijken inzake financiële verrichtingen.".

Art. 8.In artikel 76 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 11 januari 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten sluiten4, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het eerste lid wordt vervangen als volgt: "Artikel 74 is van toepassing op de erkende commissarissen, op de bedrijfsrevisoren en op de deskundigen, wat de informatie betreft waarvan zij kennis hebben genomen in het kader van hun opdrachten bij een onderneming of een persoon waarop de FSMA toe-zicht uitoefent."; 2° tussen het eerste en het tweede lid wordt een lid ingevoegd, luidende: "In het kader van hun verplichting om op eigen initiatief verslag uit te brengen bij de toezichthouder zodra zij kennis krijgen van be-slissingen of feiten die kunnen wijzen op een overtreding van de sectorale toezichtwetten, dienen de erkende commissarissen werkzaam bij ondernemingen waarop de FSMA toezicht uitoefent, aan de FSMA een melding te doen wanneer ze bij de uitvoering van hun opdrachten over concrete elementen beschikken met betrekking tot bijzondere mechanismen in de zin van artikel 46.". HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van de wet van 3 augustus 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/08/2012 pub. 18/02/2015 numac 2015000044 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de voorwaarden van Richtlijn 2009/65/EG en de instellingen voor belegging in schuldvorderingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de voorwaarden van Richtlijn 2009/65/EG en de instellingen voor belegging in schuldvorderingen

Art. 9.In de wet van 3 augustus 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/08/2012 pub. 18/02/2015 numac 2015000044 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de voorwaarden van Richtlijn 2009/65/EG en de instellingen voor belegging in schuldvorderingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de voorwaarden van Richtlijn 2009/65/EG en de instellingen voor belegging in schuldvorderingen, wordt een artikel 41/1 ingevoegd, luidende: "

Art. 41/1.Het is de beleggingsvennootschap verboden een bijzonder mechanisme in te stellen.

Onder "bijzonder mechanisme" wordt een procedé verstaan dat aan de volgende cumulatieve voorwaarden voldoet: 1° het heeft als doel of gevolg fiscale fraude door derden mogelijk te maken of te bevorderen;2° het initiatief ertoe wordt door de beleggingsvennootschap zelf genomen of de beleggingsvennootschap neemt er duidelijk actief aan deel, of het is het gevolg van een grove nalatigheid van de beleggingsvennootschap;3° het bestaat uit een reeks gedragingen of onthoudingen; 4° het heeft een bijzonder karakter, wat betekent dat de beleggingsvennootschap weet of zou moeten weten dat het mechanisme afwijkt van de normen en de normale praktijken inzake financiële verrichtingen.".

Art. 10.In artikel 106, § 1, eerste lid, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 19 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/04/2014 pub. 17/06/2014 numac 2014003229 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet betreffende de alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheerders sluiten, wordt een bepaling onder 5° ingevoegd, lui-dende: "5° maken zij jaarlijks aan de FSMA een verklaring over waarin wordt aangegeven of zij al dan niet bijzondere mechanismen in de zin van artikel 41/1 hebben vastgesteld."

Art. 11.Artikel 112 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt: "Artikel 111, § 1, eerste en tweede lid, 2° tot 6°, en §§ 2 tot 5, is van toepassing wanneer de FSMA kennis heeft van het feit dat een beleggingsvennootschap en/of een aangestelde beheervennootschap van instellingen voor collectieve belegging een bijzonder mechanisme heeft ingesteld in de zin van artikel 41/1.".

Art. 12.In dezelfde wet wordt een artikel 201/1 ingevoegd, luidende: "

Art. 201/1.Het is de beheervennootschap van instellingen voor collectieve belegging verboden een bijzonder mechanisme in te stellen.

Onder "bijzonder mechanisme" wordt een procedé verstaan dat aan de volgende cumulatieve voorwaarden voldoet: 1° het heeft als doel of gevolg fiscale fraude door derden mogelijk te maken of te bevorderen;2° het initiatief ertoe wordt door de beheervennootschap van instellingen voor collectieve belegging zelf genomen of de beheerven-nootschap van instellingen voor collectieve belegging neemt er duidelijk actief aan deel, of het is het gevolg van een grove nalatigheid van de beheervennootschap van instellingen voor collectieve belegging;3° het bestaat uit een reeks gedragingen of onthoudingen; 4° het heeft een bijzonder karakter, wat betekent dat de beheervennootschap van instellingen voor collectieve belegging weet of zou moeten weten dat het mechanisme afwijkt van de normen en de normale praktijken inzake financiële verrichtingen.".

Art. 13.In artikel 247, § 1, eerste lid, van dezelfde wet wordt een bepaling onder 5° ingevoegd, luidende: "5° maken zij jaarlijks aan de FSMA een verklaring over waarin wordt aangegeven of zij al dan niet bijzondere mechanismen in de zin van artikel 201/1 hebben vastgesteld.".

Art. 14.In artikel 250 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 15 april 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten sluiten0, wordt paragraaf 6 vervangen als volgt: " § 6. De paragrafen 1, eerste en tweede lid, 1°, 3°, 4° en 5°, en 2 tot 5 zijn van toepassing wanneer de FSMA kennis heeft van het feit dat een beheervennootschap van instellingen voor collectieve belegging een bijzonder mechanisme heeft ingesteld in de zin van artikel 201/1.".

Art. 15.Artikel 289, § 1, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 19 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/04/2014 pub. 17/06/2014 numac 2014003229 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet betreffende de alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheerders sluiten, wordt aangevuld met een bepaling onder 11°, luidende: "11° zij die met opzet een bijzonder mechanisme instellen in de zin van artikel 41/1 of 201/1.". HOOFDSTUK 4. - Wijzigingen van de wet van 19 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/04/2014 pub. 17/06/2014 numac 2014003229 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet betreffende de alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheerders sluiten betreffende de alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheerders

Art. 16.In de wet van 19 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/04/2014 pub. 17/06/2014 numac 2014003229 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet betreffende de alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheerders sluiten betreffende de alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheerders, wordt een artikel 33/1 ingevoegd, luidende: "

Art. 33/1.Het is de beheerder verboden een bijzonder mechanisme in te stellen.

Onder "bijzonder mechanisme" wordt een procedé verstaan dat aan de volgende cumulatieve voorwaarden voldoet: 1° het heeft als doel of gevolg fiscale fraude door derden mogelijk te maken of te bevorderen;2° het initiatief ertoe wordt door de beheerder zelf genomen of de beheerder neemt er duidelijk actief aan deel, of het is het gevolg van een grove nalatigheid van de beheerder;3° het bestaat uit een reeks gedragingen of onthoudingen; 4° het heeft een bijzonder karakter, wat betekent dat de beheerder weet of zou moeten weten dat het mechanisme afwijkt van de normen en de normale praktijken inzake financiële verrichtingen.".

Art. 17.In artikel 165, tweede lid, van dezelfde wet worden de woorden "De artikelen 37, 39, 44, 45 en 46 zijn van toepassing" vervangen door de woorden "De artikelen 33/1, 37, 39, 44, 45 en 46 zijn van toepassing".

Art. 18.In artikel 357, § 1, eerste lid, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 11 juli 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten sluiten3, wordt een bepaling onder 6° ingevoegd, luidende: "6° maken zij jaarlijks aan de FSMA een verklaring over waarin wordt aangegeven of zij al dan niet bijzondere mechanismen in de zin van artikel 33/1 hebben vastgesteld.".

Art. 19.Artikel 363 wordt vervangen als volgt: "Artikel 360, § 1, eerste en tweede lid, 1°, a), ii) tot vi), en 2°, a), i) en iii) tot v), en §§ 2 tot 5, is van toepassing wanneer de FSMA kennis heeft van een bijzonder mechanisme in de zin van artikel 33/1.".

Art. 20.Artikel 370 van dezelfde wet wordt aangevuld met een bepaling onder 10°, luidende: "10° zij die met opzet een bijzonder mechanisme instellen in de zin van artikel 33/1.". HOOFDSTUK 5. - Wijzigingen van de wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003195 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003194 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst justitie Wet op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014003234 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand enenergie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten sluiten op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen en beursvennootschappen

Art. 21.In artikel 21 van de wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003195 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003194 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst justitie Wet op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014003234 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand enenergie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten sluiten op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen en beursvennootschappen, gewijzigd bij de wet van 21 november 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/11/2017 pub. 07/12/2017 numac 2017014203 bron federale overheidsdienst financien Wet over de infrastructuren voor de markten voor financiële instrumenten en houdende omzetting van Richtlijn 2014/65/EU sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) paragraaf 1/1 wordt vernummerd tot paragraaf 1/2;b) een nieuwe paragraaf 1/1 wordt ingevoegd, luidende: " § 1/1.In het bijzonder is het de kredietinstellingen verboden een bijzonder mechanisme in te stellen.

Onder "bijzonder mechanisme" wordt een procedé verstaan dat aan de volgende cumulatieve voorwaarden voldoet: 1° het heeft als doel of gevolg fiscale fraude door derden mogelijk te maken of te bevorderen;2° het initiatief ertoe wordt door de kredietinstelling zelf genomen of de kredietinstelling neemt er duidelijk actief aan deel, of het is het gevolg van een grove nalatigheid van de kredietinstelling;3° het bestaat uit een reeks gedragingen of onthoudingen; 4° het heeft een bijzonder karakter, wat betekent dat de kredietinstelling weet of zou moeten weten dat het mechanisme afwijkt van de normen en de normale praktijken inzake bancaire en financiële verrichtingen.".

Art. 22.Artikel 225, eerste lid, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 25 oktober 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/10/2016 pub. 21/11/2016 numac 2016003376 bron federale overheidsdienst financien Wet op het statuut van en het toezicht op beursvennootschappen en houdende diverse bepalingen type wet prom. 25/10/2016 pub. 18/11/2016 numac 2016003373 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de toegang tot het beleggingsdienstenbedrijf en betreffende het statuut van en het toezicht op de vennootschappen voor vermogensbeheer en beleggingsadvies sluiten, wordt aangevuld met de bepaling onder 6°, luidende: 6° maken zij jaarlijks aan de toezichthouder een verklaring over waarin wordt aangegeven of zij al dan niet bijzondere mechanismen in de zin van artikel 21, § 1/1, hebben vastgesteld.".

Art. 23.In artikel 236, § 5, van dezelfde wet worden de woorden "een bijzonder mechanisme heeft ingesteld met als doel of gevolg fiscale fraude door derden te bevorderen" vervangen door de woorden "een bijzonder mechanisme heeft ingesteld in de zin van artikel 21, § 1/1".

Art. 24.In artikel 329, § 2, eerste lid, van dezelfde wet, worden de woorden "of indien de Bank kennis heeft van een bijzonder mechanisme in de zin van artikel 21, § 1/1," ingevoegd tussen de woorden "die tot de bevoegdheidssfeer van de toezichthouder behoren," en de woorden "maant hij de kredietinstelling aan".

Art. 25.Artikel 348, § 1, van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 20 juli 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten sluiten6, wordt aangevuld met de bepaling onder 18°, luidende: "18° wie met opzet een bijzonder mechanisme instelt in de zin van artikel 21, § 1/1.". HOOFDSTUK 6. - Wijziging van de wet van 12 mei 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/05/2014 pub. 30/06/2014 numac 2014003264 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet betreffende de gereglementeerde vastgoedvennootschappen sluiten betreffende de gereglementeerde vastgoedvennootschappen

Art. 26.Artikel 65 van de wet van 12 mei 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/05/2014 pub. 30/06/2014 numac 2014003264 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet betreffende de gereglementeerde vastgoedvennootschappen sluiten betreffende de gereglementeerde vastgoedvennootschappen wordt opgeheven. HOOFDSTUK 7. - Wijzigingen van de wet van 13 maart 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/03/2016 pub. 23/03/2016 numac 2016011092 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen sluiten op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen

Art. 27.In artikel 42 van de wet van 13 maart 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/03/2016 pub. 23/03/2016 numac 2016011092 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen sluiten op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen, wordt een paragraaf 1/1 ingevoegd, luidende: " § 1/1. In het bijzonder is het de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen verboden een bijzonder mechanisme in te stellen.

Onder "bijzonder mechanisme" wordt een procedé verstaan dat aan de volgende cumulatieve voorwaarden voldoet: 1° het heeft als doel of gevolg fiscale fraude door derden mogelijk te maken of te bevorderen;2° het initiatief ertoe wordt door de verzekerings- of herverzekeringsonderneming zelf genomen of de verzekerings- of herverzekeringsonderneming neemt er duidelijk actief aan deel, of het is het gevolg van een grove nalatigheid van de verzekerings- of herverzekeringsonderneming;3° het bestaat uit een reeks gedragingen of onthoudingen; 4° het heeft een bijzonder karakter, wat betekent dat de verzekerings- of herverzekeringsonderneming weet of zou moeten weten dat het mechanisme afwijkt van de normen en de normale praktijken inzake verzekerings- of herverzekeringsactiviteiten of, meer in het algemeen, inzake financiële verrichtingen.".

Art. 28.In dezelfde wet wordt een artikel 335/1 ingevoegd, luidende: "

Art. 335/1.De erkende commissarissen maken jaarlijks aan de toezichthouder een verklaring over waarin wordt aangegeven of zij al dan niet bijzondere mechanismen in de zin van artikel 42, § 1/1, hebben vastgesteld.".

Art. 29.In artikel 517, § 5, van dezelfde wet worden de woorden "een bijzonder mechanisme heeft ingesteld met als doel of gevolg fiscale fraude door derden te bevorderen" vervangen door de woorden "een bijzonder mechanisme heeft ingesteld in de zin van artikel 42, § 1/1".

Art. 30.Artikel 605, § 1, van dezelfde wet wordt aangevuld met de bepaling onder 13°, luidende: "13° wie met opzet een bijzonder mechanisme instelt in de zin van artikel 42, § 1/1.". HOOFDSTUK 8. - Wijzigingen van de wet van 25 oktober 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/10/2016 pub. 21/11/2016 numac 2016003376 bron federale overheidsdienst financien Wet op het statuut van en het toezicht op beursvennootschappen en houdende diverse bepalingen type wet prom. 25/10/2016 pub. 18/11/2016 numac 2016003373 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de toegang tot het beleggingsdienstenbedrijf en betreffende het statuut van en het toezicht op de vennootschappen voor vermogensbeheer en beleggingsadvies sluiten betreffende de toegang tot het beleggingsdienstenbedrijf en betreffende het statuut van en het toezicht op de vennootschappen voor vermogensbeheer en beleggingsadvies

Art. 31.In artikel 25 van de wet van 25 oktober 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/10/2016 pub. 21/11/2016 numac 2016003376 bron federale overheidsdienst financien Wet op het statuut van en het toezicht op beursvennootschappen en houdende diverse bepalingen type wet prom. 25/10/2016 pub. 18/11/2016 numac 2016003373 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de toegang tot het beleggingsdienstenbedrijf en betreffende het statuut van en het toezicht op de vennootschappen voor vermogensbeheer en beleggingsadvies sluiten betreffende de toegang tot het beleggingsdienstenbedrijf en betreffende het statuut van en het toezicht op de vennootschappen voor vermogensbeheer en beleggingsadvies, vervangen bij de wet van 21 november 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/11/2017 pub. 07/12/2017 numac 2017014203 bron federale overheidsdienst financien Wet over de infrastructuren voor de markten voor financiële instrumenten en houdende omzetting van Richtlijn 2014/65/EU sluiten en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 2 mei 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten sluiten5, wordt een paragraaf 1/1 ingevoegd, luidende: " § 1/1. Het is de vennootschappen voor vermogensbeheer en beleggingsadvies verboden een bijzonder mechanisme in te stellen.

Onder "bijzonder mechanisme" wordt een procedé verstaan dat aan de volgende cumulatieve voorwaarden voldoet: 1° het heeft als doel of gevolg fiscale fraude door derden mogelijk te maken of te bevorderen;2° het initiatief ertoe wordt door de vennootschap voor vermogensbeheer en beleggingsadvies zelf genomen of de vennootschap voor vermogensbeheer en beleggingsadvies neemt er duidelijk actief aan deel, of het is het gevolg van een grove nalatigheid van de vennootschap voor vermogensbeheer en beleggingsadvies;3° het bestaat uit een reeks gedragingen of onthoudingen; 4° het heeft een bijzonder karakter, wat betekent dat de vennootschap voor vermogensbeheer en beleggingsadvies weet of zou moeten weten dat het mechanisme afwijkt van de normen en de normale praktijken inzake financiële verrichtingen.".

Art. 32.In artikel 64 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 15 april 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten sluiten0, wordt paragraaf 3 vervangen als volgt: " § 3. Paragraaf 1, eerste lid, 1°, 4°, 5° en 6°, en tweede lid alsook paragraaf 2 zijn van toepassing wanneer de FSMA kennis heeft van het feit dat een vennootschap voor vermogensbeheer en beleggingsadvies een bijzonder mechanisme heeft ingesteld in de zin van artikel 25, § 1/1".

Art. 33.In artikel 76 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 2 mei 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten sluiten5, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 2, derde lid, worden de woorden "Artikel 64, §§ 2 en 3," vervangen door de woorden "Artikel 64, § 2," en wordt de zin "Artikel 64, § 3, geldt eveneens voor de buitenlandse vennootschappen voor vermogensbeheer en beleggingsadvies die ressorteren onder het recht van een andere lidstaat die in België werkzaam zijn via het vrij verrichten van diensten." opgeheven; 2° paragraaf 4 wordt vervangen als volgt: " § 4.Paragraaf 2, behalve de laatste zin, is eveneens van toepassing wanneer een buitenlandse vennootschap voor vermogensbeheer en beleggingsadvies die ressorteert onder het recht van een andere lidstaat verplichtingen schendt die niet uit de ter uitvoering van de Richtlijn 2014/65/EU vastgestelde bepalingen voortvloeien, maar die wel tot de bevoegdheid behoren van de FSMA."

Art. 34.Artikel 85, 1°, van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 21 november 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/11/2017 pub. 07/12/2017 numac 2017014203 bron federale overheidsdienst financien Wet over de infrastructuren voor de markten voor financiële instrumenten en houdende omzetting van Richtlijn 2014/65/EU sluiten, wordt vervangen als volgt: "1° de artikelen 25, §§ 1, 9° en 1/1, en 26 tot 26/2 van deze wet;".

Art. 35.Artikel 107, § 1 van dezelfde wet wordt aangevuld met een bepaling onder 10°, luidende: "10° wie met opzet een bijzonder mechanisme instelt in de zin van artikel 25, § 1/1.". HOOFDSTUK 9. - Wijzigingen van de wet van 11 maart 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten sluiten1 betreffende het statuut van en het toezicht op de betalingsinstellingen en de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld, en de toegang tot betalingssystemen

Art. 36.In artikel 21 van de wet van 11 maart 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten sluiten1 betreffende het statuut van en het toezicht op de betalingsinstellingen en de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld, en de toegang tot betalingssystemen, gewijzigd bij de wet van 2 mei 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten sluiten5, wordt een paragraaf 1/1 ingevoegd, luidende: " § 1/1. In het bijzonder is het de betalingsinstellingen verboden een bijzonder mechanisme in te stellen.

Onder "bijzonder mechanisme" wordt een procedé verstaan dat aan de volgende cumulatieve voorwaarden voldoet: 1° het heeft als doel of gevolg fiscale fraude door derden mogelijk te maken of te bevorderen;2° het initiatief ertoe wordt door de betalingsinstelling zelf genomen of de betalingsinstelling neemt er duidelijk actief aan deel, of het is het gevolg van een grove nalatigheid van de betalingsinstelling;3° het bestaat uit een reeks gedragingen of onthoudingen; 4° het heeft een bijzonder karakter, wat betekent dat de betalingsinstelling weet of zou moeten weten dat het mechanisme afwijkt van de normen en de normale praktijken inzake verrichtingen die in het kader van betalingsdiensten worden uitgevoerd en, meer in het algemeen, inzake financiële verrichtingen.".

Art. 37.In artikel 115 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 2 mei 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten sluiten5, wordt een paragraaf 6/1 ingevoegd, luidende: " § 6/1. De erkende commissarissen maken jaarlijks aan de toezichthouder een verklaring over waarin wordt aangegeven of zij al dan niet bijzondere mechanismen in de zin van artikel 21, § 1/1, hebben vastgesteld.".

Art. 38.In artikel 117, § 5, van dezelfde wet worden de woorden "een bijzonder mechanisme hebben ingesteld met als doel of gevolg fiscale fraude door derden te bevorderen" vervangen door de woorden "een bijzonder mechanisme hebben ingesteld in de zin van artikel 21, § 1/1".

Art. 39.In titel 3, Hoofdstuk 1, Afdeling 5 van dezelfde wet wordt een artikel 143/1 ingevoegd, luidende: "

Art. 143/1.Artikel 117, § 5, is van toepassing op de in de artikelen 120, 124 en 127 bedoelde betalingsinstellingen.".

Art. 40.Artikel 149, § 1, van dezelfde wet wordt aangevuld met de bepaling onder 11°, luidende: "11° wie met opzet een bijzonder mechanisme instelt in de zin van artikel 21, § 1/1.".

Art. 41.In artikel 176 van dezelfde wet wordt een paragraaf 1/1 ingevoegd, luidende: " § 1/1. In het bijzonder is het de instellingen voor elektronisch geld verboden een bijzonder mechanisme in te stellen.

Onder "bijzonder mechanisme" wordt een procedé verstaan dat aan de volgende cumulatieve voorwaarden voldoet: 1° het heeft als doel of gevolg fiscale fraude door derden mogelijk te maken of te bevorderen;2° het initiatief ertoe wordt door de instelling voor elektronisch geld zelf genomen of de instelling voor elektronisch geld neemt er duidelijk aan deel, of het is het gevolg van een grove nalatigheid van de instelling voor elektronisch geld;3° het bestaat uit een reeks gedragingen of onthoudingen; 4° het heeft een bijzonder karakter, wat betekent dat de instelling voor elektronisch geld weet of zou moeten weten dat het mechanisme afwijkt van de normen en de normale praktijken inzake verrichtingen die in het kader van de uitgifte van elektronisch geld en van betalingsdiensten worden uitgevoerd, en, meer in het algemeen, inzake financiële verrichtingen.".

Art. 42.In artikel 215, § 5, eerste lid, van dezelfde wet worden de woorden "een bijzonder mechanisme hebben ingesteld met als doel of gevolg fiscale fraude door derden te bevorderen" vervangen door de woorden "een bijzonder mechanisme hebben ingesteld in de zin van artikel 176, § 1/1".

Art. 43.In artikel 227 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de woorden "De artikelen 140 tot 143 zijn van overeenkomstige toepassing" worden vervangen door de woorden "De artikelen 140 tot 143/1 zijn van overeenkomstige toepassing";2° er wordt een bepaling onder 3° toegevoegd, luidende: "3° in artikel 143/1 moet de verwijzing naar de artikelen 117, § 5, 120, 124 en 127 worden gelezen als een verwijzing naar de artikelen 215, § 5, 218, 219 en 220".

Art. 44.Artikel 231, § 1, van dezelfde wet wordt aangevuld met de bepaling onder 12°, luidende: "12° wie met opzet een bijzonder mechanisme instelt in de zin van artikel 176, § 1/1.". HOOFDSTUK 1 0. - Melding van bijzondere mechanismen aan de financiële toezichthouders

Art. 45.§ 1. In het kader van de regeling inzake de melding van daadwerkelijke of potentiële inbreuken als bedoeld in artikel 69bis van de wet van 2 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten sluiten betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, en in artikel 36/7/1 van de wet van 22 februari 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/02/1998 pub. 28/03/1998 numac 1998003158 bron ministerie van financien Wet tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België type wet prom. 22/02/1998 pub. 03/03/1998 numac 1998021087 bron diensten van de eerste minister Wet houdende sociale bepalingen sluiten tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, kan eenieder bij de FSMA of bij de NBB, naargelang het type onderneming, aangifte doen van concrete elementen met betrekking tot bijzondere mechanismen die hij heeft vastgesteld bij een onderneming als bedoeld in artikel 46 van de wet van 2 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten sluiten betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, of in artikel 36/4 van de wet van 22 februari 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/02/1998 pub. 28/03/1998 numac 1998003158 bron ministerie van financien Wet tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België type wet prom. 22/02/1998 pub. 03/03/1998 numac 1998021087 bron diensten van de eerste minister Wet houdende sociale bepalingen sluiten tot vaststelling van het organiek statuut van de Na-tionale Bank. § 2. Onder "bijzonder mechanisme" wordt een procedé verstaan dat aan de volgende cumulatieve voorwaarden voldoet: 1° het heeft als doel of gevolg fiscale fraude door derden mogelijk te maken of te bevorderen;2° het initiatief ertoe wordt door de onderneming zelf genomen of de onderneming neemt er duidelijk actief aan deel, of het is het gevolg van een grove nalatigheid van de onderneming;3° het bestaat uit een reeks gedragingen of onthoudingen; 4° het heeft een bijzonder karakter, wat betekent dat de onderneming weet of zou moeten weten dat het mechanisme afwijkt van de normen en de normale praktijken inzake bancaire, verzekerings- en financiële verrichtingen.".

TITEL 3. - WIJZIGINGEN VAN DE WET VAN 18 SEPTEMBER 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/09/2017 pub. 06/10/2017 numac 2017013368 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten sluiten TOT VOORKOMING VAN HET WITWASSEN VAN GELD EN DE FINANCIERING VAN TERRORISME EN TOT BEPERKING VAN HET GEBRUIK VAN CONTANTEN

Art. 46.In artikel 4 van wet van 18 september 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/09/2017 pub. 06/10/2017 numac 2017013368 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten sluiten tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten, gewijzigd bij de wet van 20 juli 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten sluiten6, wordt een bepaling, onder 17° /1 ingevoegd, luidende "17° /1 "bevoegde autoriteiten": een overheidsorgaan met als wettelijke opdracht de strijd tegen het witwassen van geld en de financiering van het terrorisme of de daarmee verband houdende basisdelicten, de fiscale autoriteiten, de overheidsorganen belast met de inbeslagneming en verbeurdverklaring van vermogensbestanddelen van criminelen, de overheidsorganen die informatie krijgen over het vervoer of grensoverschrijdend vervoer van geld of verhandelbare instrumenten aan toonder, de CFI en de toezichtautoriteiten;".

Art. 47.Artikel 67, § 4, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 20 juli 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten sluiten6, wordt aangevuld met een lid, luidende: "Het eerste lid is niet van toepassing op poststortingen op postrekeningen-courant of rekeningen-courant verricht door de ambtenaren van de federale of regionale overheidsdiensten in de uitvoering van hun functie.".

Art. 48.In dezelfde wet wordt een artikel 74/1 ingevoegd, luidende: "

Art. 74/1.§ 1. De onderworpen entiteiten maken langs elektronische weg aan de Administratie van de Thesaurie melding van ieder verschil dat zij vaststellen tussen de informatie over uiteindelijke begunstigden in het UBO-register en de informatie over uiteindelijke begunstigden waarover zij beschikken.

In afwijking van het eerste lid moeten de advocaten die bij de uitoefening van de activiteiten opgesomd in artikel 5, § 1, 28°, worden geconfronteerd met een verschil bedoeld in hetzelfde lid, de Stafhouder van de Orde waartoe zij behoren daarvan onmiddellijk op de hoogte brengen.

De Stafhouder controleert of de voorwaarden bedoeld in het vierde lid en artikel 5, § 1, 28°, zijn nageleefd. In voorkomend geval geeft hij de informatie en inlichtingen in overeenstemming met het eerste lid, onmiddellijk en ongefilterd, op elektronische wijze door aan de Administratie van de Thesaurie.

In afwijking van het eerste lid, delen de onderworpen entiteiten bedoeld in artikel 5, § 1, 23° tot en met 28°, het vastgesteld verschil bedoeld in hetzelfde lid niet mee, wanneer de informatie en inlichtingen van één van hun cliënten ontvangen werd of over één van hun cliënten verkregen werd tijdens de bepaling van de rechtspositie van deze cliënt, of in de uitoefening van hun opdracht die cliënt in of in verband met een rechtsgeding te verdedigen of te vertegenwoordigen, met inbegrip van advies over het instellen of vermijden van een rechtsgeding, ongeacht of dergelijke informatie of inlichtingen vóór, gedurende of na een dergelijk geding wordt ontvangen of verkregen, tenzij de bedoelde onderworpen entiteiten zelf hebben deelgenomen aan de witwasactiviteiten of de activiteiten voor financiering van terrorisme, zij juridisch advies voor witwasdoeleinden of voor financiering van terrorisme hebben verstrekt, of zij weten dat hun cliënt juridisch advies wenst voor dergelijke doeleinden.

De meldingsplicht bedoeld in het eerste lid is, indien nodig en voor zover deze vereiste hun taken niet onnodig doorkruist, van toepassing op de bevoegde autoriteiten behalve de CFI. § 2. Wanneer er verschillen worden gemeld, of op eigen initiatief, neemt de Administratie van de Thesaurie passende maatregelen om de informatie over uiteindelijke begunstigden in het UBO-register te bevestigen, te verbeteren, te verduidelijken, te vervolledigen of te wijzigen. Ze kan met name de betrokken informatieplichtige bedoeld in artikel 74, § 1, eerste lid, in kennis stellen van de gronden van de melding bedoeld in paragraaf 1 en vragen om de desbetreffende informatie over uiteindelijke begunstigden in het UBO-register binnen een termijn van een maand na de ontvangst van deze kennisgeving te bevestigen, te verbeteren, te verduidelijken, te vervolle-digen of te wijzigen. De identiteit van de onderworpen entiteit of de bevoegde autoriteit die de melding heeft gemaakt, wordt in geen geval meegedeeld aan de betrokken informatieplichtige.

Wanneer de Administratie van de Thesaurie een mededeling doet aan een derde, de Procureur des Konings of de federale procureur inbegrepen, dan zal de identiteit van de onderworpen entiteit of de bevoegde autoriteit die de melding van een verschil als bedoeld in paragraaf 1 heeft gemaakt in geen geval meegedeeld worden.

De Administratie van de Thesaurie vermeldt in het UBO-register dat een melding bedoeld in paragraaf 1 werd gemaakt zonder te preciseren welke onderworpen entiteit of bevoegde autoriteit eraan ten grondslag ligt.

Deze vermelding is alleen zichtbaar voor de bevoegde autoriteiten en wordt verwijderd zodra de informatie over uiteindelijke begunstigden in het UBO-register is bevestigd, verbe-terd, verduidelijkt, vervolledigd of gewijzigd overeenkomstig het eerste lid.".

Art. 49.In artikel 75 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het tweede lid wordt vervangen als volgt "De raadpleging van het UBO-register is kosteloos."; 2° het derde lid wordt opgeheven.

Art. 50.In artikel 132, § 6, eerste lid, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 20 juli 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten sluiten6, worden de woorden "of zijn gedelegeerde" in-gevoegd tussen de woorden "de minister van Financiën" en de woorden ", wanneer hij een inbreuk vaststelt".

Art. 51.Artikel 137, eerste lid, van dezelfde wet wordt aangevuld met de bepaling onder 3°, luidende: 3° zij die, zonder daarvoor ingeschreven te zijn overeenkomstig de door de Koning bepaalde procedure, één van de activiteiten bedoeld in artikel 5, § 1, zevende lid, uitoefenen.".

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 2 juni 2021.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Financiën, V. VAN PETEGHEM Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, V. VAN QUICKENBORNE _______ Nota (1) Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be) Stukken : K55-1900 Integraal verslag: 27 mei 2021.

^