Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 08 juli 2022
gepubliceerd op 31 augustus 2022

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, het Energiebesluit van 19 november 2010 en het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, wat betreft diverse bepalingen inzake de energie-efficiëntie en hernieuwbare energie

bron
vlaamse overheid
numac
2022021068
pub.
31/08/2022
prom.
08/07/2022
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

8 JULI 2022. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, het Energiebesluit van 19 november 2010 en het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/07/2012 pub. 24/07/2012 numac 2012035868 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de tweede aanpassing van de begroting 2012 sluiten0 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 25/04/2014 pub. 27/08/2014 numac 2014035559 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van artikel 200 van het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, wat betreft het aanwijzen van personen die namens het OCMW in rechte kunnen verschijnen type decreet prom. 25/04/2014 pub. 11/06/2014 numac 2014203012 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van artikel 185 van het decreet van 27 maart 2009 betreffende radio-omroep en televisie sluiten betreffende de omgevingsvergunning, wat betreft diverse bepalingen inzake de energie-efficiëntie en hernieuwbare energie


Rechtsgronden Dit besluit is gebaseerd op: -het Energiedecreet van 8 mei 2009, artikel 4.1.16/1, ingevoegd bij het decreet van 30 oktober 2020Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/11/2011 pub. 15/12/2011 numac 2011035991 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet van 8 mei 2009 houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten0, artikel 4.1.22, gewijzigd bij het decreet van 18 juli 2011, artikel 7.1.4/1, ingevoegd bij het decreet van 13 juli 2012Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/07/2012 pub. 24/07/2012 numac 2012035868 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de tweede aanpassing van de begroting 2012 sluiten en het laatst gewijzigd bij het decreet van 4 december 2020Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/11/2011 pub. 15/12/2011 numac 2011035991 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet van 8 mei 2009 houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten1, artikel 7.5.1, gewijzigd bij de decreten van 12 juli 2013 en 24 februari 2017, artikel 7.7.2, artikel 7.9.1, ingevoegd bij het decreet van 26 april 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 26/04/2019 pub. 05/06/2019 numac 2019012842 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het Energiedecreet van 8 mei 2009, wat betreft de uitrol van digitale meters en tot wijziging van artikel 7.1.1, 7.1.2 en 7.1.5 van hetzelfde decreet sluiten, artikel 8.2.1, artikel 8.2.2, ingevoegd bij het decreet van 19 december 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 19/12/2014 pub. 30/12/2014 numac 2014036946 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2015 type decreet prom. 19/12/2014 pub. 29/01/2015 numac 2015035095 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013 type decreet prom. 19/12/2014 pub. 03/02/2015 numac 2015035083 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de tweede aanpassing van de begroting 2014 type decreet prom. 19/12/2014 pub. 03/07/2015 numac 2015035711 bron vlaamse overheid Decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2015 type decreet prom. 19/12/2014 pub. 02/02/2015 numac 2015035048 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van het Antidopingdecreet van 25 mei 2012 aan de Code 2015 type decreet prom. 19/12/2014 pub. 10/06/2015 numac 2015035562 bron vlaamse overheid Decreet houdende de tweede aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2014 type decreet prom. 19/12/2014 pub. 12/01/2015 numac 2015035015 bron vlaamse overheid Decreet houdende de Vlaamse vastgoedcodex sluiten en het laatst gewijzigd bij het decreet van 9 juli 2021, artikel 8.2.3, ingevoegd bij het decreet van 30 oktober 2020Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/11/2011 pub. 15/12/2011 numac 2011035991 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet van 8 mei 2009 houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten0 en gewijzigd bij het decreet van 2 april 2021, artikel 8.3.1, artikel 8.4.1, gewijzigd bij het decreet van 20 december 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/12/2013 pub. 05/03/2014 numac 2014035242 bron vlaamse overheid Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 12 juni 2013 tussen de federale overheid, de Gewesten en de Gemeenschappen voor de oprichting van het interfederaal Centrum voor gelijke kansen en bestrijding van discriminatie en racisme onder de vorm van een gemeenschappelijke instelling zoals bedoeld in artikel 92bis van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 type decreet prom. 20/12/2013 pub. 28/01/2014 numac 2014200213 bron vlaamse overheid Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 12 juni 2013 tussen de federale overheid, de Gewesten en de Gemeenschappen voor de oprichting van het interfederaal Centrum voor gelijke kansen en bestrijding van discriminatie en racisme onder de vorm van een gemeenschappelijke instelling zoals bedoeld in artikel 92bis van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 sluiten, artikel 8.7.1, gewijzigd bij het decreet van 4 juni 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/11/2011 pub. 15/12/2011 numac 2011035991 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet van 8 mei 2009 houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten2, artikel 9.1.1, ingevoegd bij het decreet van 16 november 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 16/11/2018 pub. 14/12/2018 numac 2018015257 bron vlaamse overheid Decreet houdende diverse bepalingen inzake energie sluiten, artikel 9.1.2, ingevoegd bij het decreet van 16 november 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 16/11/2018 pub. 14/12/2018 numac 2018015257 bron vlaamse overheid Decreet houdende diverse bepalingen inzake energie sluiten en gewijzigd bij het decreet van 2 april 2021, artikel 10.1.1, gewijzigd bij het decreet van 14 februari 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/02/2014 pub. 05/05/2014 numac 2014035294 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid en het Energiedecreet van 8 mei 2009 sluiten, artikel 10.1.2, gewijzigd bij het decreet van 14 maart 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/03/2014 pub. 22/04/2014 numac 2014035373 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van artikel 1, 2, 4, 5, 12 en 16 van het decreet van 19 juli 1973 tot regeling van het gebruik van de talen voor de sociale betrekkingen tussen de werkgevers en de werknemers, alsmede van de door de wet en de verordeningen voorgeschreven akten en bescheiden van de ondernemingen sluiten, artikel 11.1.1, gewijzigd bij de decreten van 18 november 2011, 14 maart 2014, 25 april 2014 en 17 februari 2017, artikel 11.1.3, vervangen bij het decreet van 18 november 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/11/2011 pub. 15/12/2011 numac 2011035991 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet van 8 mei 2009 houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten, artikel 11.1.5, tweede lid, gewijzigd bij het decreet van 17 december 2017, artikel 11.1.13, gewijzigd bij de decreten van 18 november 2011 en 17 februari 2017, artikel 11.1.14, het laatst gewijzigd bij het decreet van 4 december 2020Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/11/2011 pub. 15/12/2011 numac 2011035991 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet van 8 mei 2009 houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten1, artikel 11.2.1, gewijzigd bij de decreten van 18 november 2011, 14 maart 2014, 17 februari 2017 en 16 november 2018, artikel 11.2.2, gewijzigd bij de decreten van 27 november 2015, 16 november 2018 en 18 maart 2022, en artikel 11.2/2.1, ingevoegd bij het decreet van 30 oktober 2020Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/11/2011 pub. 15/12/2011 numac 2011035991 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet van 8 mei 2009 houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten0; - het decreet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 25/04/2014 pub. 27/08/2014 numac 2014035559 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van artikel 200 van het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, wat betreft het aanwijzen van personen die namens het OCMW in rechte kunnen verschijnen type decreet prom. 25/04/2014 pub. 11/06/2014 numac 2014203012 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van artikel 185 van het decreet van 27 maart 2009 betreffende radio-omroep en televisie sluiten betreffende de omgevingsvergunning, artikel 18 en artikel 37.

Vormvereisten De volgende vormvereisten zijn vervuld: - De Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, heeft zijn akkoord gegeven op 24 februari 2021. - De Vlaamse Toezichtcommissie voor de verwerking van persoonsgegevens heeft advies gegeven op 15 maart 2022. - De Minaraad heeft advies gegeven op 21 maart 2022. - De SERV heeft advies gegeven op 21 maart 2022. - De VREG heeft advies gegeven op 21 maart 2022. - De Raad van State heeft advies nr. 71.506/3 gegeven op 13 juni 2022, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

Initiatiefnemer Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme.

Na beraadslaging, DE VLAAMSE REGERING BESLUIT: HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling

Artikel 1.Dit besluit voorziet in de gedeeltelijke omzetting van: 1° artikel 2, 1° van richtlijn 2010/31/EU van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 2010 betreffende de energieprestatie van gebouwen;2° artikel 8 van richtlijn 2012/27/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 betreffende energie-efficiëntie, tot wijziging van Richtlijnen 2009/125/EG en 2010/30/EU en houdende intrekking van de Richtlijnen 2004/8/EG en 2006/32/EG;3° artikel 15, lid 4 van richtlijn (EU) 2018/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen. HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van VLAREM II

Art. 2.In artikel 1.1.2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 april 2021, wordt de volgende tekst opgeheven: "DEFINITIES ENERGIEPLANNING EN ENERGIEAUDITS (hoofdstuk 4.9) « energieplan » : een energieplan overeenkomstig de bepalingen van artikel 6.5.4 van het Energiebesluit; - « geactualiseerd energieplan » : een geactualiseerd energieplan overeenkomstig de bepalingen van artikel 6.5.7 van het Energiebesluit; - « energiestudie » : een energiestudie overeenkomstig de bepalingen van artikel 6.5.4 van het Energiebesluit; - « energiegebruik » : het primaire elektriciteitsgebruik en het primaire energetische gebruik van energiedragers en niet het non-energetische gebruik van energiedragers in de vorm van als grondstof ingezette energiedragers »; - « energieaudit » : een systematische procedure met als doel toereikende informatie te verzamelen omtrent het huidige energieverbruiksprofiel van een gebouw of groep gebouwen, van een industriële of commerciële activiteit of installatie of van private of publieke diensten, mogelijkheden voor kosteneffectieve energiebesparing te signaleren en kwantificeren en verslag uit te brengen van de resultaten;".

Art. 3.In artikel 4.1.8.1, § 1, tweede lid, 3° van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 14 mei 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/11/2011 pub. 15/12/2011 numac 2011035991 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet van 8 mei 2009 houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten3, worden de woorden "primair energiegebruik" vervangen door de woorden "finaal energiegebruik".

Art. 4.In deel 4 van hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 mei 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/12/2013 pub. 05/03/2014 numac 2014035242 bron vlaamse overheid Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 12 juni 2013 tussen de federale overheid, de Gewesten en de Gemeenschappen voor de oprichting van het interfederaal Centrum voor gelijke kansen en bestrijding van discriminatie en racisme onder de vorm van een gemeenschappelijke instelling zoals bedoeld in artikel 92bis van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 type decreet prom. 20/12/2013 pub. 28/01/2014 numac 2014200213 bron vlaamse overheid Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 12 juni 2013 tussen de federale overheid, de Gewesten en de Gemeenschappen voor de oprichting van het interfederaal Centrum voor gelijke kansen en bestrijding van discriminatie en racisme onder de vorm van een gemeenschappelijke instelling zoals bedoeld in artikel 92bis van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 sluiten0, wordt hoofdstuk 4.9, bestaande uit artikel 4.9.1.1 tot en met 4.9.3.4, opgeheven. HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van het Energiebesluit van 19 november 2010

Art. 5.In artikel 1.1.1, § 2 van het Energiebesluit van 19 november 2010, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 februari 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/12/2013 pub. 05/03/2014 numac 2014035242 bron vlaamse overheid Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 12 juni 2013 tussen de federale overheid, de Gewesten en de Gemeenschappen voor de oprichting van het interfederaal Centrum voor gelijke kansen en bestrijding van discriminatie en racisme onder de vorm van een gemeenschappelijke instelling zoals bedoeld in artikel 92bis van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 type decreet prom. 20/12/2013 pub. 28/01/2014 numac 2014200213 bron vlaamse overheid Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 12 juni 2013 tussen de federale overheid, de Gewesten en de Gemeenschappen voor de oprichting van het interfederaal Centrum voor gelijke kansen en bestrijding van discriminatie en racisme onder de vorm van een gemeenschappelijke instelling zoals bedoeld in artikel 92bis van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 sluiten2, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in punt 14° wordt het woord "grote" telkens opgeheven; 2° punt 27° wordt opnieuw opgenomen in de volgende lezing: "27° energieaudit onderneming: een systematische procedure met de volgende doelstellingen: a) toereikende informatie verzamelen over het huidige energiegebruiksprofiel van een gebouw of groep gebouwen, van een industriële of commerciële activiteit of installatie, of van private of publieke diensten, b) mogelijkheden voor kosteneffectieve energiebesparing signaleren en kwantificeren c) verslag uitbrengen van de resultaten;"; 3° er wordt een punt 27° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "27° /1 energiebalans onderneming: een systematische procedure met als doel alle energiestromen in een bepaald jaar in een bepaald gebouw of groep gebouwen, van een industriële of commerciële activiteit of installatie of van private of publieke diensten te inventariseren, en een overzicht van het energiegebruiksprofiel te geven;"; 4° in punt 32 wordt het woord "grote" opgeheven;5° in punt 33° wordt het woord "primaire" telkens opgeheven; 6° punt 34° wordt vervangen door wat volgt: "34° energie-intensieve vestiging: een vestiging van een onderneming met een jaarlijks finaal energiegebruik van ten minste 0,1 PJ;"; 7° in punt 36° wordt tussen de woorden "een bestaand niet-residentieel gebouw" en de zinsnede ", uitgedrukt in een of meer numerieke indicatoren" de woorden "of een bestaande niet-residentiële eenheid" ingevoegd;8° in punt 37° wordt tussen de woorden "een bestaand residentieel gebouw" en de zinsnede ", uitgedrukt in een of meer numerieke indicatoren" de woorden "of een bestaande residentiële eenheid" ingevoegd; 9° er wordt een punt 41° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "41° /1 finaal energiegebruik: wat hoofdstuk V van titel VI betreft: het energetische eindverbruik van energiedragers waarbij de energie-inhoud ervan benut wordt in een vestiging van een onderneming;"; 10° er wordt een punt 53° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "53° /1 integraal milieujaarverslag: het verslag waarvan het model is opgenomen in bijlage I die gevoegd is bij het besluit van de Vlaamse Regering van 2 april 2004 tot invoering van het integrale milieujaarverslag;"; 11° in punt 70° /1 wordt de zinsnede "D," opgeheven; 12° aan punt 72° wordt een punt h) toegevoegd, dat luidt als volgt: "h) elektriciteitscabines;"; 13° aan punt 72° /0/1 wordt een punt f) toegevoegd, dat luidt als volgt: "f) elektriciteitscabines;"; 14° punt 72° /1/1 wordt vervangen door wat volgt: "72° /1/1 noodkoper: de natuurlijke persoon die aan de volgende twee voorwaarden voldoet: a) de noodkoper is: 1) hetzij alleen of samen met andere noodkopers voor de geheelheid volle eigenaar van een noodkoopwoning;2) hetzij voor 100 procent de vruchtgebruiker van de noodkoopwoning en minstens ook gedeeltelijk de naakte eigenaar van die noodkoopwoning;b) de noodkoper gebruikt de noodkoopwoning als hoofdverblijfplaats zoals blijkt uit de inschrijvingen in het bevolkingsregister"; 15° er wordt een punt 72° /1/1/1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "72° /1/1/1 no-regret maatregelen: "maatregelen met een terugverdientijd van minder dan drie jaar;"; 16° aan punt 103°, a) worden de woorden "of residentiële gebouweenheden" toegevoegd;17° aan punt 103°, b) worden de woorden "of niet-residentiële gebouweenheden" toegevoegd;18° aan punt 104° worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) tussen de woorden "een residentieel gebouw" en de woorden "dat niet" worden de woorden "of een residentiële gebouweenheid" ingevoegd;b) de woorden "of een niet-residentiële gebouweenheid" worden toegevoegd;19° in punt 108° /1 wordt tussen de zinsnede "voor de huisvesting," en de woorden "dat dient als hoofdverblijfplaats" de zinsnede "dat gelegen is in het Vlaamse Gewest," ingevoegd;20° in punt 108° /2 worden tussen de zinsnede "afdeling I, hoofdstuk IV van titel VI" en het woord "betreft" de zinsnede "en hoofdstuk XI van titel VII" ingevoegd.

Art. 6.In artikel 3.1.62 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 18 december 2020Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/07/2012 pub. 24/07/2012 numac 2012035868 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de tweede aanpassing van de begroting 2012 sluiten9 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 februari 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/12/2013 pub. 05/03/2014 numac 2014035242 bron vlaamse overheid Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 12 juni 2013 tussen de federale overheid, de Gewesten en de Gemeenschappen voor de oprichting van het interfederaal Centrum voor gelijke kansen en bestrijding van discriminatie en racisme onder de vorm van een gemeenschappelijke instelling zoals bedoeld in artikel 92bis van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 type decreet prom. 20/12/2013 pub. 28/01/2014 numac 2014200213 bron vlaamse overheid Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 12 juni 2013 tussen de federale overheid, de Gewesten en de Gemeenschappen voor de oprichting van het interfederaal Centrum voor gelijke kansen en bestrijding van discriminatie en racisme onder de vorm van een gemeenschappelijke instelling zoals bedoeld in artikel 92bis van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 sluiten2, wordt het jaartal "2024" telkens vervangen door het jaartal "2023".

Art. 7.Aan artikel 5.3.1, § 5 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 29 november 2013, 23 februari 2018, 17 mei 2019 en 4 februari 2022, wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "In afwijking van het eerste lid wordt vanaf 1 november 2022 tot en met 30 juni 2023 een noodkrediet van 90 euro ter beschikking gesteld van de huishoudelijke elektriciteitsafnemer.".

Art. 8.Aan artikel 5.4.1, § 6, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 29 november 2013, 23 februari 2018, 17 mei 2019 en 4 februari 2022, wordt een tweede lid, dat luidt als volgt: ``In afwijking van het eerste lid wordt vanaf 1 november 2022 tot en met 30 juni 2023 een noodkrediet van 140 euro ter beschikking gesteld van de huishoudelijke aardgasafnemer.".

Art. 9.In artikel 6.2/1.1 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2012Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/11/2011 pub. 15/12/2011 numac 2011035991 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet van 8 mei 2009 houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten7 en het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 11 december 2020, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid wordt de datum "1 januari 2024" vervangen door de datum "1 januari 2026";2° in het eerste lid wordt het jaartal "2023" vervangen door het jaartal "2025";3° in het vierde lid worden aan de tabel de volgende twee kolommen toegevoegd:

2024

2025

0,2

0

0,14

0

0,64

0,56


4° in het vijfde lid wordt de tabel vervangen door wat volgt:

Startdatum

2021

2022

2023

2024

2025

WKK op biogas of biomassa

1

1

1

1

1

Andere WKK

0,95

0,9

0

0

0


Art.10. In artikel 6.2/1.4, eerste lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2012Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/11/2011 pub. 15/12/2011 numac 2011035991 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet van 8 mei 2009 houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten7 en het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 april 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° punt 2° tot en met 4° /1 worden opgeheven;2° punt 7° wordt opgeheven.

Art. 11.In artikel 6.2/1.7, § 1, eerste lid van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2012Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/11/2011 pub. 15/12/2011 numac 2011035991 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet van 8 mei 2009 houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten7 en het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in punt 4° worden tussen de woorden "kwalitatieve warmtekrachtinstallaties" en de woorden "voor zover ze een bruto nominaal vermogen hebben groter dan 20 MWe" de woorden "op verbranding van biogas dat geen biomethaan betreft" ingevoegd;2° in punt 12° worden tussen de woorden "kwalitatieve warmte-krachtinstallaties" en de woorden "die injecteren in een directe lijn die de eigen site overschrijdt" de woorden "op de verbranding van biogas dat geen biomethaan betreft" ingevoegd; 3° er wordt een punt 13° toegevoegd, dat luidt als volgt: "13° kwalitatieve warmte-krachtinstallaties op de verbranding van biomassa dat geen biomethaan betreft, op voorwaarde dat ze niet behoren tot de categorieën, vermeld in punt 4° en 12°, met een bruto nominaal vermogen groter dan 5 MWe.".

Art. 12.Aan artikel 6.4.1/1/2 van hetzelfde besluit, hersteld bij het besluit van de Vlaamse Regering van 18 december 2020Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/07/2012 pub. 24/07/2012 numac 2012035868 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de tweede aanpassing van de begroting 2012 sluiten9 en vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 februari 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/12/2013 pub. 05/03/2014 numac 2014035242 bron vlaamse overheid Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 12 juni 2013 tussen de federale overheid, de Gewesten en de Gemeenschappen voor de oprichting van het interfederaal Centrum voor gelijke kansen en bestrijding van discriminatie en racisme onder de vorm van een gemeenschappelijke instelling zoals bedoeld in artikel 92bis van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 type decreet prom. 20/12/2013 pub. 28/01/2014 numac 2014200213 bron vlaamse overheid Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 12 juni 2013 tussen de federale overheid, de Gewesten en de Gemeenschappen voor de oprichting van het interfederaal Centrum voor gelijke kansen en bestrijding van discriminatie en racisme onder de vorm van een gemeenschappelijke instelling zoals bedoeld in artikel 92bis van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 sluiten2, waarvan de bestaande tekst paragraaf 1 zal vormen, wordt een paragraaf 2 toegevoegd, die luidt als volgt: " § 2. In deze paragraaf wordt verstaan onder stationaire installatie voor elektrochemische opslag van elektriciteit: een vast opgestelde installatie die bestaat uit een of meer elektrochemische cellen waarmee elektrische energie wordt afgenomen van het netwerk of de binneninstallatie waaraan ze gekoppeld is, om die elektrische energie op een later moment terug te voeden aan het netwerk of de binneninstallatie waaraan ze gekoppeld is.

De elektriciteitsdistributienetbeheerder verleent een premie voor een nieuwe stationaire installatie voor elektrochemische opslag van elektriciteit aan de volgende personen die daarvoor een aanvraag indienen: 1° natuurlijke personen, met inbegrip van de natuurlijke personen die koopman zijn of een zelfstandig beroep uitoefenen, die eigenaar of lessee zijn van een decentrale productie-installatie voor elektriciteit om een stationaire installatie voor elektrochemische opslag van elektriciteit aan te schaffen, op voorwaarde dat die wordt aangesloten op het elektriciteitsdistributienet in het Vlaamse Gewest;2° natuurlijke personen, met inbegrip van de natuurlijke personen die koopman zijn of een zelfstandig beroep uitoefenen, die eigenaar of lessee zijn van een decentrale productie-installatie voor elektriciteit om een stationaire installatie voor elektrochemische opslag van elektriciteit te leasen, en waarbij aan de volgende voorwaarden is voldaan: a) ze zijn gedomicilieerd in het Vlaamse Gewest;b) de installatie wordt aangesloten op het elektriciteitsdistributienet in het Vlaamse Gewest;c) het leasecontract omvat een periode van minstens tien jaar. De premie voor de aankoop of leasing van een stationaire installatie voor elektrochemische opslag van elektriciteit wordt verleend conform de volgende criteria:

Datum van indienstname

Batterijpremie

1/1/2023-31/12/2023

150 euro vermenigvuldigd met de geïnstalleerde capaciteit van de stationaire installatie voor elektrochemische opslag van elektriciteit, uitgedrukt in kilowattuur voor de eerste 4 kilowattuur, en 125 euro vermenigvuldigd met de extra geïnstalleerde capaciteit van de stationaire installatie voor elektrochemische opslag van elektriciteit bovenop de eerste 4 kilowattuur. Die extra geïnstalleerde capaciteit komt in aanmerking tot maximaal 2 kilowattuur extra geïnstalleerde capaciteit van de stationaire installatie voor elektrochemische opslag van elektriciteit. De premie is begrensd tot 40% van de investeringskosten, vermeld op de betreffende facturen.

1/1/2024-31/12/2024

75 euro vermenigvuldigd met de geïnstalleerde capaciteit van de stationaire installatie voor elektrochemische opslag van elektriciteit, uitgedrukt in kilowattuur voor de eerste 4 kilowattuur, en 62,5 euro vermenigvuldigd met de extra geïnstalleerde capaciteit van de stationaire installatie voor elektrochemische opslag van elektriciteit bovenop de eerste 4 kilowattuur. Die extra geïnstalleerde capaciteit komt in aanmerking tot maximaal 2 kilowattuur extra geïnstalleerde capaciteit van de stationaire installatie voor elektrochemische opslag van elektriciteit. De premie is begrensd tot 40% van de investeringskosten, vermeld op de betreffende facturen.

In geval van aankoop, worden onder de investeringskosten, vermeld in het derde lid, al de volgende kosten verstaan: 1° de aankoopprijs van de stationaire installatie voor elektrochemische opslag van elektriciteit, inclusief btw;2° de installatie- en plaatsingskosten van de stationaire installatie voor elektrochemische opslag van elektriciteit;3° de kostprijs van de omvormer. In geval van leasing worden onder de investeringskosten, vermeld in het derde lid, de totale leasingkosten verstaan gedurende de eerste tien jaar van het leasecontract.

Per EAN-code kan maximaal één premie voor een stationaire installatie voor elektrochemische opslag van elektriciteit elke tien jaar worden toegekend, met uitzondering van het geval van een eigendomsoverdracht van het onroerend goed waarbij de installatie voorafgaand aan de eigendomsoverdracht is verwijderd.

De stationaire installatie voor elektrochemische opslag van elektriciteit komt in aanmerking voor de premie, vermeld in het tweede lid, als ze voldoet aan al de volgende technische voorwaarden: 1° de afname en injectie van elektriciteit kunnen apart worden gemeten door middel van een digitale meter;2° ze beschikt over een tweerichtingscommunicatie-interface en heeft de mogelijkheid om het laad- en ontlaadvermogen van de stationaire installatie voor elektrochemische opslag van elektriciteit te sturen in functie van de tijd of op basis van externe signalen;3° ze wordt niet als een klassieke loodbatterij met waternavulmogelijkheid beschouwd.4° ze is geïnstalleerd door een elektrotechnisch installateur;5° ze is gekeurd en de aanvrager beschikt over een keuringsbewijs waarin het merk, het type, de opslagtechnologie, de werkelijke capaciteit, uitgedrukt in kWh, het vermogen, uitgedrukt in kW en de wijze van aansluiting zijn opgenomen;6° ze is aangemeld bij de netbeheerder;7° ze is aangesloten op een toegangspunt waarop een decentrale productie-installatie voor elektriciteit met een maximaal vermogen van 10 kW of in geval van een installatie op basis van zonne-energie met een maximaal AC-vermogen van de omvormer(s) van 10 kW is aangesloten, en waarbij een digitale meter is geplaatst. De premie wordt op straffe van onontvankelijkheid aangevraagd bij de elektriciteitsdistributienetbeheerder binnen uiterlijk negen maanden na de datum van de indienstname van de stationaire installatie voor elektrochemische opslag van elektriciteit. De voormelde datum van de indienstname is de datum van het AREI-keuringsverslag. In de aanvraag worden in elk geval al de volgende gegevens vermeld: 1° de EAN-code;2° het adres waarop de stationaire installatie voor elektrochemische opslag van elektriciteit is geïnstalleerd;3° de contactgegevens van de aanvrager;4° het rekeningnummer waarop de premie wordt uitbetaald vermeld. Bij de aanvraag, vermeld in het achtste lid, worden minstens al de volgende documenten gevoegd: 1° een kopie van de gedateerde factuur of van het leasecontract, eventueel aangevuld met andere documenten, waaruit het onderscheid blijkt tussen de kosten, vermeld in het vierde en vijfde lid, enerzijds en eventuele andere kosten anderzijds;2° een kopie van het elektrisch keuringsattest;3° een verklaring op erewoord waarin de elektrotechnisch installateur de volgende gegevens vermeldt: a) het type batterij ;b) de bruikbare capaciteit van de batterij;c) de investeringskost van de stationaire installatie voor elektrochemische opslag van elektriciteit, vermeld in het vierde en vijfde lid;d) de bevestiging dat er een tweerichtingscommunicatie-interface aanwezig is. De datum van de indienstname van de stationaire installatie voor elektrochemische opslag van elektriciteit, vermeld in het achtste lid, bepaalt de premiebedragen en de premievoorwaarden die van toepassing zijn.

De persoon, vermeld in het tweede lid, stort de premie terug als de stationaire installatie voor elektrochemische opslag van elektriciteit binnen tien jaar na de aanmelding wordt vervreemd, behalve in geval van eigendomsoverdracht van het onroerend goed, of als de leasing binnen tien jaar na de start van de leasing wordt beëindigd. De premie wordt ook teruggestort als niet voldaan is aan de voorwaarden, vermeld in het zevende lid.

De eigenaar, de lessee en de leasemaatschappij in kwestie van de stationaire installatie voor elektrochemische opslag van elektriciteit brengen de elektriciteitsdistributienetbeheerder op de hoogte als de eigendom of de leasing wordt beëindigd als vermeld in het elfde lid.

De elektriciteitsdistributienetbeheerder is de verwerkingsverantwoordelijke, vermeld in artikel 4, 7), van de algemene verordening gegevensbescherming, voor de verwerkingen van persoonsgegevens.

De verwerkte gegevens over de aanvragen van deze premie worden bewaard tot maximaal drie jaar na de beslissing om de premie te weigeren of tien jaar volgende op de beslissing om uit te betalen.".

Art. 13.In artikel 6.4.1/1/5, eerste lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/12/2013 pub. 05/03/2014 numac 2014035242 bron vlaamse overheid Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 12 juni 2013 tussen de federale overheid, de Gewesten en de Gemeenschappen voor de oprichting van het interfederaal Centrum voor gelijke kansen en bestrijding van discriminatie en racisme onder de vorm van een gemeenschappelijke instelling zoals bedoeld in artikel 92bis van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 type decreet prom. 20/12/2013 pub. 28/01/2014 numac 2014200213 bron vlaamse overheid Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 12 juni 2013 tussen de federale overheid, de Gewesten en de Gemeenschappen voor de oprichting van het interfederaal Centrum voor gelijke kansen en bestrijding van discriminatie en racisme onder de vorm van een gemeenschappelijke instelling zoals bedoeld in artikel 92bis van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 sluiten1, worden de woorden "in 2021 en 2022" vervangen door de zinsnede "vanaf 1 januari 2021 tot en met 31 december 2024".

Art. 14.In artikel 6.4.1/5/2, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 februari 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/12/2013 pub. 05/03/2014 numac 2014035242 bron vlaamse overheid Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 12 juni 2013 tussen de federale overheid, de Gewesten en de Gemeenschappen voor de oprichting van het interfederaal Centrum voor gelijke kansen en bestrijding van discriminatie en racisme onder de vorm van een gemeenschappelijke instelling zoals bedoeld in artikel 92bis van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 type decreet prom. 20/12/2013 pub. 28/01/2014 numac 2014200213 bron vlaamse overheid Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 12 juni 2013 tussen de federale overheid, de Gewesten en de Gemeenschappen voor de oprichting van het interfederaal Centrum voor gelijke kansen en bestrijding van discriminatie en racisme onder de vorm van een gemeenschappelijke instelling zoals bedoeld in artikel 92bis van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 sluiten2, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 2, wordt het tweede lid vervangen door wat volgt: "De premie, vermeld in het eerste lid, wordt berekend als een percentage van de meerkosten van de investering ten opzichte van de standaardinvestering.Bij een vervangingsinvestering wordt het louter vervangen van de bestaande situatie gezien als de standaardinvestering, en bedragen de meerkosten de extra kosten die gemaakt worden om meer energiebesparing te realiseren of energie-efficiëntie te verhogen ten opzichte van een standaard vervanging. Bij een nieuwe installatie wordt de volledige investering beschouwd als meerkosten. De premie, vermeld in het eerste lid, is afhankelijk van de berekende interne rentevoet van de maatregel in de energiestudie of energieaudit. Het steunpercentage bedraagt (13 - IRR) * 20 % van de meerkost van de investering, waar 0% steun wordt gegeven bij een investering met een IRR van 13% of hoger en maximaal 60% steun wordt gegeven bij een IRR van 10% of lager. De premie, vermeld in het eerste lid, bedraagt maximaal 100.000 euro per investering met een maximaal cumulatief plafond van 100.000 euro voor drie opeenvolgende belastingjaren per eindafnemer. De elektriciteitsdistributienetbeheerder voert een administratieve controle uit op de energiestudies of de energieaudits die bij een premieaanvraag zijn gevoegd. Het VEKA voert inhoudelijke en technische controles uit op de energiestudies of de energieaudits die bij een premieaanvraag zijn gevoegd. De elektriciteitsdistributienetbeheerder houdt bij het verdere beheer van de premieaanvraag, tot zes maanden na de indiening ervan, rekening met de opmerkingen die het VEKA gemaakt heeft naar aanleiding van een controle. Als na controle blijkt dat de IRR of de meerkosten verkeerd zijn berekend in de energiestudie of in de energieaudit, wordt de steun berekend op basis van de gecorrigeerde IRR of de meerkosten. Als na controle blijkt dat de interne rentevoet groter is dan of gelijk is aan 13%, wordt de premie tot 0 euro teruggebracht."; 2° in paragraaf 2 worden in het derde lid de woorden "de terugverdientermijn en de primaire energiebesparing" vervangen door de woorden "de interne rentevoet en de finale energiebesparing";3° in paragraaf 4, tweede lid worden de woorden "een terugverdientermijn heeft die langer is dan twee jaar" vervangen door de woorden "een interne rentevoet kleiner dan 13% na belastingen heeft"; 4° in paragraaf 4, derde lid wordt de zinsnede "met een totaal jaarlijks maximum van 200.000 euro per eindafnemer en per site" vervangen door de zinsnede "met een maximum van 200.000 euro per investering met een maximaal cumulatief plafond van 200.000 euro voor drie opeenvolgende belastingjaren per eindafnemer".

Art. 15.In artikel 6.4.1/8 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 september 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/11/2011 pub. 15/12/2011 numac 2011035991 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet van 8 mei 2009 houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten5 en het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 11 december 2020, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid wordt punt 4° vervangen door wat volgt: "4° personen die voldoen aan een van de volgende criteria: a) de natuurlijke personen die aan de voorwaarden voldoen om een verwarmingstoelage te ontvangen, die wordt toegekend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn conform titel 10, hoofdstuk 3 van de programmawet van 22 december 2008; b) personen waarvan het aan de personenbelasting onderworpen inkomen van het derde jaar dat aan de aanvraagdatum voorafgaat, in voorkomend geval verhoogd met het inkomen van de persoon met wie ze wettelijk of feitelijk samenwonen, en verminderd met 1.300 euro per persoon ten laste, niet meer bedraagt dan 25.000 euro. Dit bedrag wordt jaarlijks met ingang van 1 januari 2018 aangepast aan de ontwikkeling van de gezondheidsindex. De basisindex is die van de maand oktober 2006. De nieuwe index is die van de maand oktober van het jaar dat voorafgaat aan het jaar waarin de index aangepast wordt. Alle bedragen worden afgerond naar het hogere tiental;"; 2° in het tweede lid worden de woorden "de prioritaire doelgroep vermeld in het vorige lid" vervangen door de zinsnede "de categorie van afnemers, vermeld in het eerste lid, 4° ".

Art. 16.In artikel 6.4.1/9, eerste lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 september 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/11/2011 pub. 15/12/2011 numac 2011035991 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet van 8 mei 2009 houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten5 en het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 februari 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/12/2013 pub. 05/03/2014 numac 2014035242 bron vlaamse overheid Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 12 juni 2013 tussen de federale overheid, de Gewesten en de Gemeenschappen voor de oprichting van het interfederaal Centrum voor gelijke kansen en bestrijding van discriminatie en racisme onder de vorm van een gemeenschappelijke instelling zoals bedoeld in artikel 92bis van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 type decreet prom. 20/12/2013 pub. 28/01/2014 numac 2014200213 bron vlaamse overheid Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 12 juni 2013 tussen de federale overheid, de Gewesten en de Gemeenschappen voor de oprichting van het interfederaal Centrum voor gelijke kansen en bestrijding van discriminatie en racisme onder de vorm van een gemeenschappelijke instelling zoals bedoeld in artikel 92bis van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 sluiten2, wordt punt 4° vervangen door wat volgt: "4° personen die voldoen aan een van de volgende criteria: a) de natuurlijke personen die aan de voorwaarden voldoen om een verwarmingstoelage te ontvangen, die wordt toegekend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn conform titel 10, hoofdstuk 3 van de programmawet van 22 december 2008; b) personen waarvan het aan de personenbelasting onderworpen inkomen van het derde jaar dat aan de aanvraagdatum voorafgaat, in voorkomend geval verhoogd met het inkomen van de persoon met wie ze wettelijk of feitelijk samenwonen, en verminderd met 1.300 euro per persoon ten laste, niet meer bedraagt dan 25.000 euro. Dit bedrag wordt jaarlijks met ingang van 1 januari 2018 aangepast aan de ontwikkeling van de gezondheidsindex. De basisindex is die van de maand oktober 2006. De nieuwe index is die van de maand oktober van het jaar dat voorafgaat aan het jaar waarin de index aangepast wordt. Alle bedragen worden afgerond naar het hogere tiental;".

Art. 17.In titel VI van hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 februari 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/12/2013 pub. 05/03/2014 numac 2014035242 bron vlaamse overheid Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 12 juni 2013 tussen de federale overheid, de Gewesten en de Gemeenschappen voor de oprichting van het interfederaal Centrum voor gelijke kansen en bestrijding van discriminatie en racisme onder de vorm van een gemeenschappelijke instelling zoals bedoeld in artikel 92bis van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 type decreet prom. 20/12/2013 pub. 28/01/2014 numac 2014200213 bron vlaamse overheid Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 12 juni 2013 tussen de federale overheid, de Gewesten en de Gemeenschappen voor de oprichting van het interfederaal Centrum voor gelijke kansen en bestrijding van discriminatie en racisme onder de vorm van een gemeenschappelijke instelling zoals bedoeld in artikel 92bis van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 sluiten2, wordt hoofdstuk V, dat bestaat uit artikel 6.5.1 tot en met 6.5.8, vervangen door wat volgt: "Hoofdstuk V. Energieplanning, energieaudit onderneming en energiebalans onderneming Afdeling I. Energieplannen en energiestudies voor energie-intensieve

vestigingen Art. 6.5.1. Deze afdeling is van toepassing op alle vestigingen van ondernemingen met een totaal finaal energiegebruik van ten minste 0,1 PJ per jaar.

Art. 6.5.2. Binnen negen maanden nadat uit het eerstvolgend ingediend integraal milieujaarverslag blijkt dat een vestiging van een onderneming een totaal finaal energiegebruik van 0,1 PJ per jaar heeft, wordt er een energieplan opgesteld voor die vestiging dat conform verklaard moet worden overeenkomstig de bepalingen uit deze afdeling.

Een energieplan dat goedgekeurd is in het kader van een energiebeleidsovereenkomst, geldt als conform verklaard energieplan voor de toepassing van deze afdeling, en in voorkomend geval als een energieaudit ondernemingen, vermeld in afdeling II. Art. 6.5.3. Op initiatief en onder de verantwoordelijkheid van de exploitant stellen aanvaarde energiedeskundigen het energieplan en de energiestudie op. De exploitant stelt de energiedeskundigen alle nodige informatie ter beschikking en verleent de nodige medewerking.

Art. 6.5.4. § 1. Het VEKA is bevoegd om energiedeskundigen te aanvaarden. § 2. De energiedeskundigen die deel mogen uitmaken van het bedrijfspersoneel van de vestiging waarvoor ze een energieaudit onderneming opstellen, bezitten een grondige technische en bedrijfseconomische kennis van de te onderzoeken vestiging. § 3. De minister kan de verdere procedure voor de aanvaarding van de energiedeskundigen vastleggen.

Art. 6.5.5. § 1. Het energieplan bevat tenminste al de volgende elementen : 1° een technische beschrijving van de vestiging;2° het gemeten jaarlijkse energiegebruik;3° de naam en het adres van de energiedeskundige betrokken bij het opstellen van het energieplan;4° de resultaten van een analyse van het specifieke energiegebruik van de vestigingen de identificatie van mogelijke maatregelen om dat specifieke energiegebruik te verminderen;5° een oplijsting van de maatregelen, vermeld in punt 4° ;6° de volgende elementen voor elk van de bedoelde maatregelen, vermeld in punt 4° en 5° : a) een technische beschrijving;b) de investeringskosten;c) de jaarlijkse exploitatiekosten;d) de verwachte energiebesparing;e) de jaarlijkse financiële opbrengst door de energiebesparing;f) de terugverdientijd;g) de interne rentevoet na belastingen;7° een lijst van alle maatregelen die conform de gegevens vermeld in punt 6°, een interne rentevoet van minstens 13% na belastingen hebben;8° een chronologisch stappenplan met timing tot implementatie van alle maatregelen, vermeld in punt 7°, conform de tijdslimieten, vermeld in paragraaf 2. § 2. De exploitant voert binnen drie jaar na de conform verklaring van het energieplan alle maatregelen uit dat energieplan met een interne rentevoet als vermeld in paragraaf 1, 7°, uit. Op gemotiveerd verzoek van de exploitant bij het VEKA kan het VEKA de termijn verlengen of kan het VEKA vrijstelling verlenen voor de uitvoering van de voormelde maatregelen. In het verzoek toont de exploitant met gegronde economische of financiële redenen aan dat de voormelde termijn niet gehaald kan worden of dat de interne rentevoet lager geworden is dan de interne rentevoet, vermeld in paragraaf 1, 7°. § 3. De energiestudie bevat minstens al de volgende elementen : 1° het verwachte jaarlijkse energiegebruik;2° de naam en het adres van de energiedeskundige die betrokken is bij het opstellen van de energiestudie;3° een situering van de energie-efficiëntie van de vestiging of een onderdeel ervan op basis van een vergelijking met gelijkaardige vestigingen of onderdelen van vestigingen die op de markt beschikbaar zijn;4° op basis van de situering, vermeld in punt 3°, een motivering dat de in bedrijf te stellen vestiging de meest energie-efficiënte vestiging is die economisch haalbaar is.De exploitant toont aan dat energie-efficiëntere installaties die beschikbaar zijn op de markt of dat maatregelen die extra genomen kunnen worden om de energie-efficiëntie van de vestiging te verhogen, een interne rentevoet hebben van minder dan 13 % na belastingen. De exploitant neemt daarvoor in de energiestudie een vergelijkende tabel op waarin voor al de beschikbare energie-efficiëntere installaties en voor de mogelijke extra investeringen om de energie-efficiëntie te verbeteren al de volgende gegevens worden opgenomen : a) een beknopte technische beschrijving;b) de investeringskosten;c) de verwachte jaarlijkse exploitatiekosten;d) de verwachte energiebesparing ten opzichte van de vooropgestelde installatie;e) de jaarlijkse financiële opbrengst door de energiebesparing;f) de terugverdientijd;g) de interne rentevoet na belastingen. § 4. In afwijking van paragraaf 3, 4° bedraagt de vastgelegde interne rentevoet voor vestigingen van ondernemingen die toegetreden zijn tot de Energiebeleidsovereenkomst voor de verankering van en voor blijvende energie-efficiëntie in de Vlaamse energie-intensieve industrie voor VER-bedrijven en voor niet-VER-bedrijven, tot en met 31 december 2022 15 % na belastingen.

Art. 6.5.6. § 1. Een energieplan wordt elektronisch voor conform verklaring ingediend bij het VEKA. Het VEKA kan nadere regels bepalen voor de vorm van de elektronische indiening. Het VEKA beslist over de conformiteit van het energieplan. Het VEKA kan zich voor die beslissing laten bijstaan door externe experten. § 2. Een energieplan is conform als het aan al de volgende vereisten voldoet: 1° het energieplan is ondertekend en gedateerd door de exploitant en een of meer energiedeskundigen die het VEKA heeft aanvaard conform artikel 6.5.4, § 1; 2° het energieplan is opgesteld conform de structuur, vermeld in artikel 6.5.5; 3° het energieplan voldoet inhoudelijk aan de bepalingen, vermeld in artikel 6.5.5. § 3. Als het dossier onvolledig is kan het VEKA binnen twintig dagen na de dag waarop het VEKA dat dossier heeft ontvangen, aan de exploitant via elektronische communicatie vragen om het aan te vullen.

De exploitant bezorgt de informatie zo snel mogelijk en uiterlijk binnen twintig dagen na de dag waarop hij die elektronische communicatie heeft ontvangen aan het VEKA. § 4. Het VEKA bezorgt zijn gemotiveerde beslissing over de conformiteit van het volledige energieplan aan de exploitant binnen veertig dagen na de dag waarop het volledige energieplan heeft ontvangen. Het VEKA kan de termijn voor de beslissing over de conformiteit met een gemotiveerde beslissing, één keer verlengen met maximaal dertig dagen. Het VEKA brengt de exploitant op de hoogte van de verlenging van de behandelingstermijn. § 5. Als het VEKA niet heeft beslist binnen de termijn, vermeld in paragraaf 4, wordt het ingediende energieplan als conform beschouwd. § 6. De exploitant kan binnen twintig dagen na de dag waarop die de beslissing van het VEKA heeft ontvangen, een gemotiveerd beroep indienen tegen de beslissing, vermeld in paragraaf 4. De exploitant stuurt daarvoor een aangetekende brief naar de minister. § 7. De minister beslist over het beroep binnen drie maanden na de dag waarop die het beroep heeft ontvangen. De minister bezorgt die beslissing aan het VEKA en aan de exploitant met een aangetekende brief. § 8. Als de minister niet beslist over het beroep binnen drie maanden na de dag waarop die het beroep heeft ontvangen, wordt het energieplan als conform beschouwd.

Art. 6.5.7. § 1. De conformiteit van het energieplan geldt voor een periode van vier jaar vanaf de datum waarop het VEKA of de minister het conform heeft verklaard. § 2. De exploitant bezorgt minstens drie maanden voor de conformiteit van het lopende energieplan vervalt, aan het VEKA een aanvraag tot conform verklaring van een geactualiseerd energieplan. § 3. Het geactualiseerde energieplan, vermeld in paragraaf 2, voldoet aan de voorwaarden van artikel 6.5.5, § 1, en wordt aangevuld met de volgende onderdelen: 1° een overzicht van de uitvoering van de maatregelen uit het vorige energieplan met de vermelding van hun effecten op het vlak van energie- en CO2-besparing;2° een lijst met eventuele wijzigingen aan het vorige energieplan. Gegevens die al zijn opgenomen in het vorige conform verklaarde energieplan en in de tussentijd niet gewijzigd zijn, hoeven niet herhaald te worden in het voormelde geactualiseerde energieplan. Een verwijzing naar die gegevens in het voormelde geactualiseerde energieplan volstaat. § 4. Het VEKA beslist over de conformiteit van het energieplan conform artikel 6.5.3., 6.5.5. en 6.5.6. Vanaf de datum van de conform verklaring vervangt het geactualiseerde energieplan, vermeld in paragraaf 2, het vorige energieplan.

Art. 6.5.8. De exploitant of een persoon, die daartoe door de exploitant gemachtigd is, geeft de resultaten van het energieplan, dat conform is verklaard conform deze afdeling, in de webapplicatie, die daarvoor beschikbaar wordt gesteld door het VEKA, in, uiterlijk drie maanden na de conform verklaring van het energieplan door het VEKA. Afdeling II. Verplichte energieaudit voor niet energie-intensieve

ondernemingen Art. 6.5.9. Deze afdeling is van toepassing op alle vestigingen met een totaal finaal energiegebruik tussen 0,05 en 0,1 PJ per jaar en alle vestigingen van een onderneming waarbij de vestiging in het Vlaamse Gewest ligt en voldoet aan de criteria van een grote onderneming met een totaal finaal energiegebruik kleiner dan 0,1 PJ per jaar.

Art. 6.5.10. De exploitant beschikt uiterlijk op 1 april 2023 over een geldige energieaudit onderneming. Vestigingen van ondernemingen die pas na 1 april 2023 voldoen aan de criteria, vermeld in artikel 6.5.9, voldoen binnen zes maanden aan de bepalingen van deze afdeling.

Art. 6.5.11. De energieaudit onderneming wordt uitgevoerd door aanvaarde energiedeskundigen, op initiatief en verantwoordelijkheid van de exploitant. De exploitant stelt de energiedeskundigen alle nodige informatie ter beschikking en verleent de nodige medewerking.

Art. 6.5.12. § 1. Het VEKA is bevoegd voor het aanvaarden van energiedeskundigen. § 2. De energiedeskundigen, die deel mogen uitmaken van het bedrijfspersoneel van de vestiging waarvoor ze een energieaudit onderneming opstellen, bezitten een grondige technische en bedrijfseconomische kennis van de te onderzoeken vestiging. § 3. De minister kan de verdere procedure voor de aanvaarding van de energiedeskundigen vastleggen.

Art. 6.5.13. § 1. De energieaudit onderneming voldoet aan al de volgende voorwaarden: 1° de energieaudit onderneming is gebaseerd op actuele, gemeten en traceerbare operationele gegevens betreffende het energiegebruik en de belastingsprofielen voor elektriciteit;2° de energieaudit onderneming omvat een gedetailleerd overzicht van het energiegebruiksprofiel van gebouwen of groepen gebouwen, industriële processen of installaties, met inbegrip van vervoer;3° de energieaudit onderneming bouwt zoveel mogelijk voort op een analyse van levenscycluskosten, in plaats van simpele terugverdienperioden, om rekening te houden met langetermijnbesparingen, residuele waarden van langetermijninvesteringen in discontopercentages;4° de energieaudit onderneming is proportioneel en voldoende representatief om de vorming van een betrouwbaar beeld van de totale energieprestaties en de betrouwbare bepaling van de belangrijkste punten ter verbetering mogelijk te maken. § 2. De energieaudit onderneming bevat minstens al de volgende elementen: 1° een technische beschrijving van de vestiging;2° het gemeten jaarlijkse energiegebruik;3° de naam en het adres van de energiedeskundige(n) die betrokken is of zijn bij het opstellen van de energieaudit onderneming;4° de resultaten van een analyse van de verdeling van het gemeten jaarlijks energiegebruik over de verschillende energiegebruikers binnen de vestiging en de identificatie van mogelijke maatregelen om het energiegebruik te verminderen;5° een oplijsting van de maatregelen, vermeld in punt 4° ;6° de volgende elementen voor elk van de maatregelen, vermeld in punt 4° en 5° : a) een technische beschrijving;b) de investeringskosten;c) de jaarlijkse exploitatiekosten;d) de verwachte energiebesparing;e) de jaarlijkse financiële opbrengst door de energiebesparing;f) de terugverdientijd;g) de interne rentevoet na belastingen;7° een lijst van alle maatregelen die conform de gegevens, vermeld in punt 6°, een interne rentevoet van minstens 13% na belastingen hebben;8° een chronologisch stappenplan met timing tot implementatie van alle maatregelen, vermeld in punt 7°, volgens de tijdslimieten, vermeld in paragraaf 4. § 3. Het VEKA stelt een sjabloon van de energieaudit onderneming ter beschikking. § 4. De exploitant voert binnen drie jaar, na de indiening van de energieaudit onderneming, alle maatregelen uit de energieaudit onderneming met een interne rentevoet van minstens 13% uit.

Op gemotiveerd verzoek van de exploitant bij het VEKA kan het VEKA de termijn verlengen of kan het VEKA vrijstelling verlenen voor de uitvoering van die maatregelen. In het verzoek toont de exploitant met gegronde economische of financiële redenen aan dat de voormelde termijn niet kan gehaald worden of dat de interne rentevoet lager geworden is dan de interne rentevoet, vermeld in het eerste lid.

Art. 6.5.14. § 1. De energieaudit onderneming heeft een geldigheidsduur van vier jaar vanaf de datum waarop de energieaudit onderneming werd ingediend in de webapplicatie. § 2. De exploitant laadt voor de geldigheidsduur van de energieaudit onderneming vervalt, een geactualiseerde energieaudit onderneming op in de webapplicatie. Nadat de geactualiseerde energieaudit onderneming is ingediend, vervangt de geactualiseerde energieaudit onderneming de vorige energieaudit onderneming. § 3. De geactualiseerde energieaudit onderneming, vermeld in paragraaf 2, voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 6.5.13, en wordt aangevuld met de volgende onderdelen: 1° een overzicht van de uitvoering van de maatregelen uit de vorige energieaudit onderneming met de vermelding van hun effecten op het vlak van energie- en CO2-besparing;2° een lijst met eventuele wijzigingen aan de vorige energieaudit onderneming. Gegevens die al zijn opgenomen in de vorige energieaudit onderneming en in de tussentijd niet gewijzigd zijn, hoeven niet herhaald te worden in de geactualiseerde energieaudit onderneming, vermeld in paragraaf 2. Een verwijzing naar die gegevens in de voormelde geactualiseerde energieaudit onderneming volstaat.

Art. 6.5.15. De exploitant van de vestiging of een persoon, die daartoe door de exploitant gemachtigd is, geeft de resultaten van de energieaudit onderneming, die conform deze afdeling opgesteld is, in de webapplicatie, die daarvoor beschikbaar wordt gesteld door het VEKA, in. Afdeling III. Energiebalans onderneming

Art. 6.5.16. Deze afdeling is van toepassing op alle vestigingen met een totaal finaal energiegebruik tussen 0,02 en 0,05 PJ per jaar, als die vestigingen voldoen aan de definitie van een kmo.

Art. 6.5.17. De exploitant beschikt uiterlijk op 1 april 2023 over een energiebalans onderneming. Vestigingen van ondernemingen die na 1 april 2023 voldoen aan de criteria, vermeld in artikel 6.5.16, voldoen binnen zes maanden aan de bepalingen van deze afdeling.

Art. 6.5.18. De energiebalans onderneming wordt uitgevoerd door de exploitant van de vestiging of een persoon, die daartoe door de exploitant gemachtigd is, en die zich registreert in de webapplicatie.

Art. 6.5.19. § 1. Een energiebalans onderneming voldoet aan al de volgende voorwaarden: 1° de energiebalans onderneming bevat minstens een overzicht van het energiegebruiksprofiel, en in elk geval een overzicht van de energievectoren, de elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen en de belastingsprofielen elektriciteit;2° de energiebalans onderneming geeft op een coherente manier een inventaris van alle energiestromen in een bepaald jaar en voor een bepaald gebied.Een gebied wordt geïnterpreteerd als de grenzen van een bedrijf, en geeft dus een inventaris van de energiestromen in een bepaald jaar binnen het bedrijf; 3° energiebalans onderneming bevat een beoordeling van de lijst met no-regret maatregelen die van toepassing zijn op de betrokken vestiging, inclusief uitvoeringsplan. § 2. Voor elke sector wordt tegen uiterlijk 31 oktober 2022 een no-regretmaatregelenlijst opgesteld door het VEKA. Om die no-regretmaatregelenlijst op te stellen, kan het VEKA extern advies en advies van de sectorfederaties inwinnen. Als dat relevant is, kan een lijst per subsector opgesteld worden. De lijst wordt elke vier jaar geactualiseerd en bevat maximaal tien maatregelen. § 3. Het VEKA stelt een sjabloon voor de energiebalans onderneming ter beschikking.

Art. 6.5.20. De exploitant van de vestiging of een persoon, die daartoe door de exploitant gemachtigd is, geeft de energiebalans onderneming en de beoordeling van de no-regretmaatregelenlijst, die overeenkomstig deze afdeling opgesteld is, in de webapplicatie, die daarvoor beschikbaar wordt gesteld door het VEKA, in.

Art. 6.5.21. De exploitant voert binnen vier jaar de no-regretmaatregelen uit die voorkomen op de no-regretmaatregelenlijst voor hun sector die het VEKA ter beschikking stelt en die op die exploitant van toepassing zijn. Elke vestiging rapporteert uiterlijk op 31 maart 2027, en vervolgens om de vier jaar, over de maatregelen die ze heeft genomen.

Op gemotiveerd verzoek van de exploitant bij het VEKA kan de termijn, vermeld in het eerste lid, door het VEKA verlengd worden. In het verzoek toont de exploitant met gegronde economische of financiële redenen aan dat de voormelde termijn niet gehaald kan worden. Hij vermeldt ook welke termijn wel gehaald kan worden, aan de hand van een spreidingsplan.

Art. 6.5.22. § 1. De energiebalans onderneming heeft een geldigheidsduur van vier jaar vanaf de datum waarop de energiebalans onderneming is ingediend in de webapplicatie. § 2. De exploitant laadt voor de geldigheidsduur van de energiebalans onderneming vervalt, een geactualiseerde energiebalans onderneming op in de webapplicatie. Nadat de voormelde geactualiseerde energiebalans onderneming is ingediend, vervangt de geactualiseerde energiebalans onderneming de vorige energiebalans onderneming. § 3. De voormelde geactualiseerde energiebalans onderneming voldoet aan al de voorwaarden, vermeld in artikel 6.5.19, en wordt aangevuld met de volgende onderdelen: 1° een overzicht van de uitvoering van de no-regret maatregelen met de vermelding van hun effecten op het vlak van energie- en CO2-besparing;2° een geactualiseerd uitvoeringsplan conform de geactualiseerde no-regretmaatregelenlijst. Afdeling IV. Confidentialiteit en gegevensbescherming

Art. 6.5.23. De gegevens in de webapplicatie zijn confidentieel en alleen toegankelijk voor het VEKA. Alleen de exploitant van de vestiging of een persoon die daarvoor door de exploitant gemachtigd is, heeft altijd toegang tot de gegevens van zijn eigen energieplan, energieaudit onderneming of energiebalans onderneming.

In afwijking van het eerste lid kan het VEKA in het kader van rapporteringsverplichtingen geanonimiseerde en geaggregeerde gegevens uit de webapplicatie ter beschikking stellen van de bevoegde instanties, waarbij het aggregatieniveau voldoende confidentialiteit waarborgt. De individuele data die beschikbaar zijn in die webapplicatie zijn confidentieel en kunnen niet door het VEKA gebruikt worden zonder voorafgaande en schriftelijke toestemming van de exploitant.

Art. 6.5.24. De onderneming van wie de vestiging deel uitmaakt, is de verwerkingsverantwoordelijke, vermeld in artikel 4, 7), van de algemene verordening gegevensbescherming, voor de verwerkingen van persoonsgegevens met betrekking tot de energieplannen, energiestudies en energieaudits ondernemingen, vermeld in dit hoofdstuk, die voor die vestiging in kwestie worden opgemaakt.

De verwerkte persoonsgegevens uit de energieplannen, energiestudies en energieaudits ondernemingen, vermeld in dit hoofdstuk, worden bewaard tot maximaal vijf jaar na het vervallen van het energieplan, de energiestudie of de energieaudit onderneming.".

Art. 18.In artikel 7.2.22, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 mei 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/07/2012 pub. 24/07/2012 numac 2012035868 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de tweede aanpassing van de begroting 2012 sluiten6 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, derde lid wordt het getal "30.000" vervangen door het getal "50.000"; 2° in paragraaf 1, vierde lid wordt het getal "500" vervangen door het getal "3.000"; 3° in paragraaf 5, eerste lid wordt het woord "twintig" vervangen door het woord "vijfentwintig".

Art. 19.In titel VII, hoofdstuk II, afdeling IV, onderafdeling VI van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 mei 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/07/2012 pub. 24/07/2012 numac 2012035868 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de tweede aanpassing van de begroting 2012 sluiten6, wordt een artikel 7.2.27/1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "Art. 7.2.27/1. Projecten waarbij 75% van de toegekende kredietlijn niet opgenomen is binnen de termijn van vijf jaar, vermeld in artikel 7.2.22, § 1, derde lid, worden gedurende twee jaar vanaf het verstrijken van de voormelde termijn van vijf jaar uitgesloten van deelname aan de projectoproepen, vermeld in deze afdeling.".

Art. 20.In artikel 7.9.1, § 2, 6°, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 mei 2017Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/07/2012 pub. 24/07/2012 numac 2012035868 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de tweede aanpassing van de begroting 2012 sluiten1, wordt het woord "Phoenix-Re" vervangen door het woord "Galop" en worden de woorden "Participatiefonds Vlaanderen" vervangen door het woord "PMV/z-Leningen".

Art. 21.In artikel 7.9.3, § 3 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 mei 2017Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/07/2012 pub. 24/07/2012 numac 2012035868 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de tweede aanpassing van de begroting 2012 sluiten1 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 11 december 2020, worden de woorden "Participatiefonds Vlaanderen" vervangen door het woord "PMV/z-Leningen" en wordt het woord "Phoenix-Re" vervangen door het woord "Galop".

Art. 22.Aan artikel 7.9.3/1, § 2 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/07/2012 pub. 24/07/2012 numac 2012035868 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de tweede aanpassing van de begroting 2012 sluiten5, wordt een derde lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "Voor de periode van 1 juli 2022 tot en met 31 december 2024 kunnen de vergoedingen in functie van het aantal gemeenten en huishoudens in hun werkingsgebied, vermeld in het tweede lid, 1° en 2°, met 50 procent verhoogd worden. Deze verhoging zal door het VEKA worden toegekend afhankelijk van het behalen van streefwaarden en mijlpalen gericht op verdere integratie van de woon- en energieloketten, die zullen opgenomen worden in een actualisatie van de meerjarige overeenkomst van elk energiehuis.".

Art. 23.In artikel 7.11.1, § 1, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 september 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/07/2012 pub. 24/07/2012 numac 2012035868 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de tweede aanpassing van de begroting 2012 sluiten3, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 10 juli 2020 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het derde lid worden een punt 2° /1 en een punt 2° /2 ingevoegd, die luiden als volgt: "2° /1 installaties op woongebouwen; 2° /2 installaties van energiegemeenschappen van burgers en hernieuwbare-energiegemeenschappen;"; 2° in het vijfde lid wordt de zinsnede "artikel 9.1.12/2, vierde en vijfde lid, en zoals voor EPN-eenheden bepaald is in artikel 9.1.12/3, § 1, vierde en vijfde lid," vervangen door de zinsnede "artikel 9.1.12/2, vierde tot en met zevende lid, en zoals voor EPN-eenheden bepaald is in artikel 9.1.12/3, § 1, derde tot en met achtste lid,"; 3° aan het achtste lid wordt de zin "De minister kan voor de categorieën, vermeld in het derde lid, 2° /1 en 2° /2, een minimaal en maximaal aantal kilowattpiek per gebouweenheid binnen het woongebouw of per lid van de energiegemeenschap van burgers of hernieuwbare-energiegemeenschap vastleggen." toegevoegd.

Art. 24.In artikel 7.11.3, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 september 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/07/2012 pub. 24/07/2012 numac 2012035868 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de tweede aanpassing van de begroting 2012 sluiten3, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 10 juli 2020 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° aan paragraaf 1, tweede lid worden een punt 12°, punt 13° en punt 14° toegevoegd, die luiden als volgt: "12° als het een installatie op basis van zonne-energie betreft, de oriëntatie(s) en hellingshoek(en) van de installatie met de bijhorende verwachte jaarlijkse energieopbrengst.Dit wordt onderbouwd met een digitale kopie van de berekening of berekeningen van de te verwachten energieopbrengst van de installatie of installatiedelen, die als bijlage bij de aanvraag wordt gevoegd; 13° als het een installatie op basis van windenergie betreft, wordt de berekening van de verwachte jaarlijkse energieopbrengst zoals vermeld in 5°, onderbouwd met de volgende bijlagen: a) een plattegrond van de locatie, met aanduiding van de geplande windturbine en van alle obstakels opgelijst in een methode door de minister bepaald;b) een gecertificeerde vermogenscurve, indien beschikbaar;c) de resultaten en details van uitvoering van een windmeting, indien beschikbaar;d) een kopie van de berekening van de te verwachten energieopbrengst van de installatie uitgevoerd met de digitale rekentool aangeboden op de website van het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap; 14° de EAN-code voor afname van de aansluiting, zoals bedoeld in artikel 7.11.1, § 1, tweede lid, indien deze op het moment van de aanvraag gekend is.". 15° als de installatie behoort tot de categorie vermeld in artikel 7.11.1, § 1, derde lid, 2° /1 of 2° /2, een verklaring op eer waarin de aanvrager verklaart te voldoen aan de door de minister opgelegde voorwaarden voor deze installaties zoals vermeld in artikel 7.11.1, § 1, achtste lid.". 2° in paragraaf 3, derde lid, 2° wordt de zinsnede "derde lid, 1° en 2° " vervangen door de zinsnede "derde lid, 1°, 2°, 2° /1 en 2° /2";3° in paragraaf 3, vierde lid, 2° wordt de zinsnede "derde lid, 2° " vervangen door de zinsnede "derde lid, 2°, 2° /1 en 2° /2";4° in paragraaf 3, zevende lid wordt de zinsnede "derde lid, 1° en 3° " telkens vervangen door de zinsnede "derde lid, 1°, 2° /1, 2° /2, en 3° ".

Art. 25.In artikel 7.11.4, § 2, eerste lid van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 september 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/07/2012 pub. 24/07/2012 numac 2012035868 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de tweede aanpassing van de begroting 2012 sluiten3 en laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2021, worden tussen de woorden "gestaafd met facturen," en de zinsnede "die duidelijk, gespecifieerd en actueel zijn" de woorden "en/of andere stavingsstukken" ingevoegd.

Art. 26.In artikel 7.14.1 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 juni 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/07/2012 pub. 24/07/2012 numac 2012035868 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de tweede aanpassing van de begroting 2012 sluiten7 en het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 februari 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/12/2013 pub. 05/03/2014 numac 2014035242 bron vlaamse overheid Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 12 juni 2013 tussen de federale overheid, de Gewesten en de Gemeenschappen voor de oprichting van het interfederaal Centrum voor gelijke kansen en bestrijding van discriminatie en racisme onder de vorm van een gemeenschappelijke instelling zoals bedoeld in artikel 92bis van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 type decreet prom. 20/12/2013 pub. 28/01/2014 numac 2014200213 bron vlaamse overheid Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 12 juni 2013 tussen de federale overheid, de Gewesten en de Gemeenschappen voor de oprichting van het interfederaal Centrum voor gelijke kansen en bestrijding van discriminatie en racisme onder de vorm van een gemeenschappelijke instelling zoals bedoeld in artikel 92bis van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 sluiten2, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, derde lid wordt het jaartal "2024" vervangen door het jaartal "2022"; 2° in paragraaf 2, eerste lid, worden in de tabel de volgende kolommen opgeheven:

2023

2024

2025

€150

€75

0

€125

€62,50

0

€100

€50

0


3° in paragraaf 2, eerste lid wordt de zin "De premie bedraagt maximaal 2550 euro in 2021, 1725 euro in 2022, 1150 euro in 2023 en 575 euro in 2024." vervangen door de zin "De premie bedraagt maximaal 2550 euro in 2021 en 1725 euro in 2022."; 4° aan paragraaf 4 wordt een lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "In afwijking van het eerste lid kan voor stationaire installaties voor elektrochemische opslag van elektriciteit die in 2021 in gebruik werden genomen de volledige aanvraag van de premie, vermeld in het eerste lid, uiterlijk vijftien maanden na de datum van de indienstname worden ingediend bij het VEKA.".

Art. 27.In artikel 7.15.2, § 5 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 18 december 2020Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/07/2012 pub. 24/07/2012 numac 2012035868 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de tweede aanpassing van de begroting 2012 sluiten9 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2021, worden tussen het eerste en het tweede lid twee leden ingevoegd, die luiden als volgt: "Tegenover de toekenning van de rentesubsidie op een renovatiekrediet met een bedrag van maximaal 10.000 euro bestaat de resultaatsverbintenis in hoofde van de kredietnemer er in om binnen de vijf jaar na de datum van de verwerving van het niet-energiezuinige appartement, waarvan het bewijs geleverd dient te worden aan de hand van een authentieke akte, het niet-energiezuinige appartement te renoveren tot minstens energielabel D. Tegenover de toekenning van de rentesubsidie op een renovatiekrediet met een bedrag van maximaal 20.000 euro bestaat de resultaatsverbintenis in hoofde van de kredietnemer er in om binnen de vijf jaar na de datum van de verwerving van de niet-energiezuinige woning of het niet-energiezuinige appartement, waarvan het bewijs geleverd dient te worden aan de hand van een authentieke akte, de niet-energiezuinige woning energetisch te renoveren tot minstens energielabel D en het niet-energiezuinige appartement tot minstens energielabel C.".

Art. 28.In artikel 7.15.4 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 18 december 2020Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/07/2012 pub. 24/07/2012 numac 2012035868 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de tweede aanpassing van de begroting 2012 sluiten9 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het tweede lid wordt vervangen door wat volgt: "De rentesubsidie is gelijk aan het bedrag van de op de contractuele vervaldagen van het renovatiekrediet door de kredietgever aangerekende en door de kredietnemet effectief betaalde interesten, met uitsluiting van enige nalatigheidsinteresten of andere interesten, vermenigvuldigd met de verhouding tussen een kortingspercentage, in functie van het beoogd label, en de rentevoet waaraan het renovatiekrediet initieel is tegekend.Het kortinspercentage bedraagt voor de volledige looptijd van de lening: 1° 3,5% als label A wordt beoogd;2° 3% als label B wordt beoogd;3° 2,5% als label C wordt beoogd; 4° 2% als label D wordt beoogd."; 2° in het vierde lid, dat het achtste lid wordt, worden tussen de woorden "niet-energiezuinige woning" en het woord "middels" telkens de woorden "of appartement" ingevoegd.

Art. 29.In artikel 7.15.5, § 2, derde lid van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 18 december 2020Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/07/2012 pub. 24/07/2012 numac 2012035868 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de tweede aanpassing van de begroting 2012 sluiten9 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2021, worden tussen de woorden "niet-energiezuinige woning" en het woord "middels" telkens de woorden "of appartement" ingevoegd.

Art. 30.Aan titel VII van hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 februari 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/12/2013 pub. 05/03/2014 numac 2014035242 bron vlaamse overheid Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 12 juni 2013 tussen de federale overheid, de Gewesten en de Gemeenschappen voor de oprichting van het interfederaal Centrum voor gelijke kansen en bestrijding van discriminatie en racisme onder de vorm van een gemeenschappelijke instelling zoals bedoeld in artikel 92bis van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 type decreet prom. 20/12/2013 pub. 28/01/2014 numac 2014200213 bron vlaamse overheid Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 12 juni 2013 tussen de federale overheid, de Gewesten en de Gemeenschappen voor de oprichting van het interfederaal Centrum voor gelijke kansen en bestrijding van discriminatie en racisme onder de vorm van een gemeenschappelijke instelling zoals bedoeld in artikel 92bis van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 sluiten2, wordt een hoofdstuk XVIII toegevoegd, dat luidt als volgt: "Hoofdstuk XVIII Sectorfederatieovereenkomsten Afdeling I. Toepassingsgebied

Art. 7.18.1. Binnen de perken van de beschikbare begrotingsmiddelen of de middelen die de minister daarvoor, na beslissing van de Vlaamse Regering, in het Energiefonds reserveert, kan conform dit hoofdstuk aan niet-commerciële instellingen steun worden verleend voor sectorfederatieovereenkomsten in het Vlaamse Gewest. Afdeling II. Algemene voorwaarden

Art. 7.18.2. § 1. De steun voor een sectorfederatieovereenkomst wordt toegekend in de vorm van een subsidie. De subsidie wordt toegewezen via een call-systeem. De minister bepaalt per call het maximale steunbedrag waarvoor projecten geselecteerd kunnen worden. De subsidie bedraagt per sectorfederatieovereenkomst maximaal 100.000 euro op jaarbasis.

Een sectorfederatieovereenkomst heeft tot doel om de niet energie-intensieve ondernemingen die lid zijn van de niet-commerciële instelling, aan te zetten om investeringen voor de verbetering van de energie-efficiëntie uit te voeren die niet verplicht zijn door de regelgeving die van toepassing is op de leden van die niet-commerciële instelling. Hierbij kan onder andere ontzorging door de niet-commerciële instelling aangeboden worden aan haar leden om te voldoen aan de wettelijke verplichtingen, zoals bijvoorbeeld het opstellen van een energieaudit onderneming, of een energiebalans onderneming, en ook het ontzorgen van de uitvoering van de verplichte maatregelen, of no-regret maatregelen. Het doel is om door die ontzorging de leden ook aan te zetten om verder te gaan dan de verplichtingen en ook om de realisatie van niet-verplichte maatregelen te bewerkstelligen. § 2. Alleen personeels-, werkings- en investeringskosten die direct en uitsluitend verbonden zijn aan het project, komen in aanmerking voor subsidiëring. Personeelskosten kunnen aanvaard worden voor maximaal 2 vte op jaarbasis. De aanvaarde personeelskosten worden gesubsidieerd voor 100%. De subsidie voor de werkings- en investeringskosten bedraagt forfaitair 15% van de subsidie voor de aanvaarde personeelskosten. § 3. Een sectorfederatieovereenkomst heeft een duur van maximaal vier jaar. Afdeling III. Procedure

Art. 7.18.3. § 1. De niet-commerciële instellingen dienen een aanvraag voor een subsidie als vermeld in artikel 7.18.2, in na een oproep die de minister bekend maakt in het Belgisch Staatsblad.

De oproep wordt voor de minister opgesteld door het VEKA en bevat minstens de volgende elementen: 1° de te bereiken doelgroepen;2° de budgettaire enveloppe;3° de activiteiten waarvoor minimaal resultaatsverbintenissen moeten worden behaald;4° de minimale rapporteringsvereisten;5° de uiterste indieningsdatum;6° de beoordelingscriteria en de weging ervan;7° de beoordelingsprocedure en de wijze van jurering;8° de minimumscore die behaald moet worden. De niet-commerciële instellingen dienen de aanvraag voor een subsidie als vermeld in artikel 7.18.2 in met de documenten die het VEKA daarvoor ter beschikking stelt op haar website. § 2. Het VEKA beoordeelt de ontvankelijkheid van de aanvragen aan de hand van volgende criteria: 1° de aanvrager is een niet-commerciële instelling;2° de aanvraag is ingediend op de formulieren die daarvoor zijn voorzien;3° de aanvraag is volledig en correct ingevuld;4° de aanvraag is tijdig ingediend. Het VEKA brengt de aanvrager van wie het aanvraagdossier ontvankelijk is, daarvan binnen een maand nadat het VEKA de aanvraag heeft gekregen, op de hoogte van zijn beslissing over de ontvankelijkheid.

Het VEKA brengt de aanvrager van wie het aanvraagdossier niet ontvankelijk is, binnen een maand nadat het VEKA de aanvraag heeft gekregen, op de hoogte van zijn beslissing over de onontvankelijkheid . Die kennisgeving bevat al de volgende elementen: 1° de motivering conform artikel 2 van de wet van 29 juli 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/07/1991 pub. 18/12/2007 numac 2007001008 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen. - Duitse vertaling sluiten betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen;2° de mogelijkheid om alsnog binnen tien dagen vanaf de datum van de kennisgeving de aanvraag te vervolledigen. Afdeling IV. Beoordelingscriteria

Art. 7.18.4. § 1. De ontvankelijke subsidieaanvragen worden door het VEKA individueel getoetst aan de criteria, vermeld in artikel 7.18.3. § 2. Het VEKA past de volgende criteria toe om de subsidieaanvraag, vermeld in artikel 7.18.3, te beoordelen: 1° de mate waarin het voorstel sectorfederatieovereenkomst de te bereiken doelgroep bereikt en de mate waarin de aanvrager via zijn huidige werking een of meer van de doelgroepen, vermeld in de oproep, bereikt en activeert;2° de gevraagde subsidie voor sectorfederatieovereenkomst;3° de mate waarin de minimale resultaatsverbintenissen gegarandeerd worden;4° de mate waarin aan de minimale rapporteringseisen voldaan wordt;5° de mate waarin de sectorfederatieovereenkomst de niet energie-intensieve leden aanzet om niet verplichte maatregelen te nemen en de verhouding tussen niet verplichte maatregelen en verplichte maatregelen. § 3. Het VEKA maakt een rangschikking op van alle aanvragen met per aanvraag een gemotiveerd advies. § 4. Tot de budgettaire enveloppe voor de oproep opgebruikt is, sluit de minister een subsidieovereenkomst met de best gerangschikte promotoren van wie de subsidieaanvraag minstens de minimumscore behaalde.

De subsidieovereenkomst bevat minstens al de volgende elementen: 1° de begunstigde;2° het toegekend steunbedrag;3° de resultaatsverbintenissen;4° de looptijd;5° de uitbetalingsvoorwaarden;6° het toezicht en de controle;7° de rapporteringsvoorwaarden 8° de mogelijkheid om het project vervroegd stop te zetten als uit de opvolging zou blijken dat de uitvoering ervan niet voldoet aan de bepalingen van de subsidieovereenkomst en het terugvorderen van een deel van de uitgekeerde subsidie of de volledige subsidie. De minister bezorgt een gemotiveerde beslissing aan de aanvragers die door de rangschikking van hun aanvraag niet in aanmerking komen voor een subsidie. Afdeling V. Uitbetaling van de subsidie

Art. 7.18.5. De subsidie wordt op de volgende wijze uitbetaald: 1° een eerste schijf van 40 % van de subsidie wordt uitbetaald na ondertekening van de subsidieovereenkomst en na indiening van een schuldvordering bij het VEKA;2° een tweede schijf van 25 % wordt uitbetaald na: a) indiening van een schuldvordering;b) ontvangst door het VEKA van een vorderingsverslag nadat een derde van de projecttermijn verlopen is.Dat vorderingsverslag bevat een gedetailleerd overzicht van de realisatie van de resultaatsverbintenissen; 3° een derde schijf van 25 % wordt uitbetaald na: a) indiening van een schuldvordering;b) ontvangst door het VEKA van een vorderingsverslag nadat twee derde van de projecttermijn verlopen is.Dat vorderingsverslag bevat een gedetailleerd overzicht van de realisatie van de resultaatsverbintenissen; 4° het saldo wordt uitbetaald nadat de looptijd, vermeld in artikel 7.18.4 § 4, tweede lid, 4° is verstreken en na: a) indiening van een schuldvordering bij het VEKA;b) indiening van een verklaring op erewoord van de promotor dat de ingediende kosten niet gesubsidieerd zijn of zullen worden door andere subsidieverstrekkers; c) goedkeuring door het VEKA van het eindverslag, met inbegrip van het financiële verslag.".

Art. 31.In artikel 9.1.11, § 4 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 september 2012Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/11/2011 pub. 15/12/2011 numac 2011035991 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet van 8 mei 2009 houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten6 en het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 13 januari 2017Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/07/2012 pub. 24/07/2012 numac 2012035868 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de tweede aanpassing van de begroting 2012 sluiten2, worden de volgende wijzigingen doorgevoerd: 1° in het derde lid wordt de zinsnede "vermeld in paragraaf 2/2," vervangen door de zinsnede "vermeld in paragraaf 2/1,"; 2° tussen het derde en het vierde lid wordt een lid ingevoegd dat luidt als volgt: "Als niet voldaan wordt aan de voorwaarden, vermeld in artikel 9.1.12/2 en 9.1.12/3, wordt voor nieuwe EPW-eenheden of EPN-eenheden waarvoor de melding gedaan wordt of de stedenbouwkundige vergunning of de omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen aangevraagd wordt vanaf 1 januari 2023, het E-peil, vermeld in paragraaf 1 en paragraaf 2/1, verstrengd met 15 %. Het aldus te behalen E-peil wordt naar boven afgerond op de eenheid.".

Art. 32.In artikel 9.1.12/2 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 september 2012Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/11/2011 pub. 15/12/2011 numac 2011035991 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet van 8 mei 2009 houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten6 en het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 februari 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/12/2013 pub. 05/03/2014 numac 2014035242 bron vlaamse overheid Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 12 juni 2013 tussen de federale overheid, de Gewesten en de Gemeenschappen voor de oprichting van het interfederaal Centrum voor gelijke kansen en bestrijding van discriminatie en racisme onder de vorm van een gemeenschappelijke instelling zoals bedoeld in artikel 92bis van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 type decreet prom. 20/12/2013 pub. 28/01/2014 numac 2014200213 bron vlaamse overheid Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 12 juni 2013 tussen de federale overheid, de Gewesten en de Gemeenschappen voor de oprichting van het interfederaal Centrum voor gelijke kansen en bestrijding van discriminatie en racisme onder de vorm van een gemeenschappelijke instelling zoals bedoeld in artikel 92bis van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 sluiten2, worden de volgende wijzigingen doorgevoerd: 1° in het eerste lid, 6° wordt de zin "participatie voor minstens 20 euro per m2 bruikbare vloeroppervlakte in de productie van energie uit hernieuwbare energiebronnen in het Vlaamse Gewest." vervangen door de zin "participatie in de productie van energie uit hernieuwbare energiebronnen in het Vlaamse Gewest voor minstens 75 eurocent per kWh/jaar energie van de EPW-eenheid uit hernieuwbare energiebronnen."; 2° in het eerste lid, 6° wordt tussen de woorden "dit besluit." en de woorden "Het VEKA" de zin "Als het project een indienstnamedatum heeft van na 1 januari 2023 produceert het project minstens 35 kWh/jaar energie per m2 bruikbare vloeroppervlakte, opgeteld voor de gebouwen van alle participanten die die maatregel nemen om te voldoen aan dit besluit." ingevoegd; 3° tussen het vierde en het vijfde lid worden twee leden ingevoegd die luiden als volgt: "In afwijking van het eerste tot en met vierde lid, behalen nieuw op te richten woongebouwen, waarvoor de melding gedaan wordt of waarvoor de stedenbouwkundige vergunning of de omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen aangevraagd wordt vanaf 1 januari 2023 minimaal 25 kWh/jaar energie per m2 bruikbare vloeroppervlakte van de EPW-eenheid uit hernieuwbare energiebronnen door middel van een of meer van de systemen, vermeld in het eerste lid of wordt de volledige bruto energiebehoefte voor ruimteverwarming en warm tapwater voor baden en douches gedekt door middel van een of meer van de systemen, vermeld in het eerste lid, 3° en 4° of een energie-efficiënte stadsverwarming als vermeld in artikel 1.1.1, § 2, 32° /1, a), b) of c). Systemen die in dergelijke gebouwen, geïnstalleerd zijn, hoeven niet te voldoen aan de voorwaarden, vermeld in het eerste lid, 1°, b), 2°, b), 3°, a) en 4°, a). Het energieverbruik uit hernieuwbare energiebronnen door middel van een of meer van de systemen, vermeld in het eerste lid, 1° tot 5°, wordt in dat geval berekend conform de bepalingen van bijlage V, die bij dit besluit is gevoegd. Het aandeel van de productie uit hernieuwbare bronnen voor een systeem van externe warmtelevering, fRE,dh, en het aandeel restwarmte voor een systeem van externe warmtelevering, fWH,dh kan in detail bepaald worden volgens door de minister bepaalde regels en is bij ontstentenis gelijk aan 0%.

In afwijking van het eerste tot en met vijfde lid, behalen nieuw op te richten woongebouwen, waarvoor de melding gedaan wordt of waarvoor de stedenbouwkundige vergunning of de omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen aangevraagd wordt vanaf 1 januari 2025 minimaal 15 kWh/jaar energie per m2 bruikbare vloeroppervlakte van de EPW-eenheid uit hernieuwbare energiebronnen door middel van een of meer van de systemen, vermeld in het eerste lid, 1°, 2° en 6°.

Systemen die in dergelijke gebouwen geïnstalleerd zijn, hoeven niet te voldoen aan de voorwaarden, vermeld in het eerste lid, 1°, b) en 2°, b). Het energieverbruik uit hernieuwbare energiebronnen door middel van een of meer van de systemen, vermeld in het eerste lid, 1° en 2°, wordt in dit geval berekend overeenkomstig de bepalingen van bijlage V, die bij dit besluit is gevoegd."; 4° het vijfde lid, dat het zevende lid wordt, wordt vervangen door wat volgt: "In afwijking van het vijfde en het zesde lid, voldoet een participant, vermeld in het eerste lid, 6°, aan de voorwaarden als hij door middel van een of meer van de systemen, vermeld in het eerste lid: a) minimaal 35 kWh/jaar energie per m2 bruikbare vloeroppervlakte van de EPW-eenheid uit hernieuwbare energiebronnen behaalt, en dit als de melding gedaan wordt of de omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen aangevraagd wordt vanaf 1 januari 2023; b) minimaal 25 kWh/jaar energie per m2 bruikbare vloeroppervlakte van de EPW-eenheid uit hernieuwbare energiebronnen behaalt, en dit als de melding gedaan wordt of de omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen aangevraagd wordt vanaf 1 januari 2025.". 5° er wordt een achtste lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "Het energieverbruik uit hernieuwbare energiebronnen door middel van participatie, vermeld in het eerste lid, 6° wordt berekend door het participatiebedrag te delen door de bruto vloeroppervlakte.".

Art. 33.In artikel 9.1.12/3, § 1 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 september 2012Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/11/2011 pub. 15/12/2011 numac 2011035991 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet van 8 mei 2009 houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten6 en het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 november 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/07/2012 pub. 24/07/2012 numac 2012035868 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de tweede aanpassing van de begroting 2012 sluiten4, worden de volgende wijzigingen doorgevoerd: 1° in het derde en vierde lid, worden de woorden "vijfde lid" vervangen door de woorden "zevende lid". 2° tussen het vierde en het vijfde lid worden drie leden ingevoegd, die luiden als volgt: "In afwijking van het tweede lid, behalen nieuw op te richten EPN-eenheden, waarvoor de melding gedaan wordt of waarvoor de stedenbouwkundige vergunning of de omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen aangevraagd wordt vanaf 1 januari 2023 minimaal 35 kWh/jaar energie per m2 bruikbare vloeroppervlakte van de EPN-eenheid uit hernieuwbare energiebronnen door middel van een of meer van de systemen, vermeld in het eerste lid of wordt de volledige bruto energiebehoefte voor ruimteverwarming en warm tapwater voor baden en douches gedekt door middel van een of meer van de systemen, vermeld in artikel 9.1.12/2, eerste lid, 3° en 4° of een energie-efficiënte stadsverwarming, vermeld in artikel 1.1.1, § 2, 32° /1, a), b) of c). Systemen die in dergelijke gebouwen geïnstalleerd zijn, hoeven niet te voldoen aan de voorwaarden, vermeld in artikel 9.1.12/2, eerste lid, 1°, b), 2°, b), 3°, a) en 4°, a).

In afwijking van het tweede lid, behalen nieuw op te richten EPN-eenheden, waarvoor de melding gedaan wordt of waarvoor de stedenbouwkundige vergunning of de omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen aangevraagd wordt vanaf 1 januari 2025 minimaal 20 kWh/jaar energie per m2 bruikbare vloeroppervlakte van de EPN-eenheid uit hernieuwbare energiebronnen door middel van een of meerdere van de systemen, vermeld artikel 9.1.12/2, eerste lid, 1° en 2°. Systemen die in dergelijke gebouwen, hoeven niet te voldoen aan de voorwaarden, vermeld in artikel 9.1.12/2, eerste lid, 1°, b) en 2°, b).

In afwijking van het vijfde en het zesde lid, voldoet een participant, vermeld in artikel 9.1.12/2, eerste lid, 6°, aan de voorwaarden als hij door middel van een of meer van de systemen, vermeld in het eerste lid: a) minimaal 45 kWh/jaar energie per m2 bruikbare vloeroppervlakte van de EPN-eenheid uit hernieuwbare energiebronnen behaalt, en dit als de melding gedaan wordt of de omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen aangevraagd wordt vanaf 1 januari 2023; b) minimaal 30 kWh/jaar energie per m2 bruikbare vloeroppervlakte van de EPN-eenheid uit hernieuwbare energiebronnen behaalt, en dit als de melding gedaan wordt of de omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen aangevraagd wordt vanaf 1 januari 2025."; 3° in het bestaande vijfde lid, dat het achtste lid wordt, worden de woorden "vierde lid" vervangen door de woorden "zesde lid";4° in het bestaande zesde lid, dat het negende lid wordt, worden tussen de woorden "productie uit hernieuwbare bronnen" en de woorden "voor een systeem van externe warmtelevering", de woorden "of restwarmte" ingevoegd; 5° aan het bestaande zesde lid, dat het negende lid wordt, wordt de volgende zin toegevoegd: "Het energieverbruik uit hernieuwbare energiebronnen door middel van participatie, vermeld in het eerste lid, 6° wordt berekend door het participatiebedrag te delen door de bruto vloeroppervlakte.".

Art. 34.In artikel 9.1.17, § 5 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 13 januari 2017Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/07/2012 pub. 24/07/2012 numac 2012035868 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de tweede aanpassing van de begroting 2012 sluiten2 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 2017, worden de volgende wijzigingen doorgevoerd: 1° aan het eerste lid wordt een punt 3° toegevoegd, dat luidt als volgt: "3° hetzij de volledige bruto energiebehoefte voor ruimteverwarming en warm tapwater voor baden en douches van de EPB-eenheid gedekt door middel van een of meer van de systemen, vermeld in artikel 9.1.12/2, eerste lid, 3° en 4° of een energie-efficiënte stadsverwarming als vermeld in artikel 1.1.1, § 2, 32° /1, a), b) of c), hetzij minimaal 20 kWh/jaar energie per m2 bruikbare vloeroppervlakte van de EPB-eenheid uit hernieuwbare energiebronnen gehaald als het volledige energieverbruik hoger is, en dit als de melding gedaan wordt of de omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen aangevraagd wordt vanaf 1 januari 2023."; 2° in het tweede lid worden tussen de woorden "productie uit hernieuwbare bronnen" en de woorden "voor een systeem van externe warmtelevering", de woorden "of restwarmte" ingevoegd; 3° aan het tweede lid wordt de volgende zin toegevoegd: "Het energieverbruik uit hernieuwbare energiebronnen door middel van participatie, vermeld in het artikel 9.1.12/2, eerste lid, 6°, wordt berekend door het participatiebedrag te delen door de bruto vloeroppervlakte."; 4° het derde lid wordt vervangen door wat volgt: "In afwijking van het eerste lid, 3° voldoet een participant, vermeld in artikel 9.1.12/2, eerste lid, 6°, aan de voorwaarden als hij door middel van een of meer van de systemen, vermeld in het eerste lid, minimaal 30 kWh/jaar energie per m2 bruikbare vloeroppervlakte van de EPB-eenheid uit hernieuwbare energiebronnen behaalt, en dit als de melding gedaan wordt of de omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen aangevraagd wordt vanaf 1 januari 2023. ".

Art. 35.Artikel 9.1.29/1 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 18 december 2015Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/11/2011 pub. 15/12/2011 numac 2011035991 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet van 8 mei 2009 houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten9, wordt vervangen door wat volgt: "Art. 9.1.29/1. In afwijking van de waarden bij ontstentenis die voor een systeem van externe warmtelevering zijn geformuleerd, vermeld in artikel 9.1.10, 5°, 9.1.12/2, 9.1.12/3, en in punten 10.2.3.2, 10.3.3.4.2 van bijlage V, kan voor een EPB-eenheid die aangesloten is op een systeem van externe warmtelevering, gebruik gemaakt worden van waarden bepaald volgens door de minister vastgelegde regels.

In afwijking van het eerste lid en in afwijking van de waarden bij ontstentenis die voor een systeem van externe warmtelevering zijn geformuleerd, vermeld in artikel 9.1.10, 5°, 9.1.12/2, 9.1.12/3, en in punten 10.2.3.2, 10.3.3.4.2 van bijlage V, kan in het geval van gefaseerde uitbouw, voor één of meerdere EPB-eenheden die aangesloten zijn of worden op een systeem van externe warmtelevering, een afwijking worden aangevraagd om te worden beoordeeld met een detailberekening. Onder gefaseerde uitbouw wordt verstaan dat bepaalde delen van het systeem van externe warmtelevering pas gerealiseerd worden nadat de EPB-aangifte van de EPB-eenheid is ingediend, of desgevallend de eerste EPB-aangifte van de EPB-eenheden in de ontwikkeling, en uiterlijk binnen de vijf jaar na de vergunningsaanvraag van de EPB-eenheid, of desgevallend de eerste vergunningsaanvraag van de EPB-eenheden in de ontwikkeling.

Met behoud van toepassing van het tweede lid worden bij de EPB-aangifte van elke EPB-eenheid waarop de afwijking van toepassing is, de volgende documenten voorgelegd : 1° een verwijzing naar het uniek nummer van de afwijking voor externe warmtelevering;2° een contract van aansluiting met een clausule die de planning van aansluiting vastlegt binnen de vijf jaar na de eerste vergunningsaanvraag waarvoor een afwijking wordt aangevraagd. De minister kan nadere regels vastleggen voor de uitvoering en controle van deze maatregel.".

Art. 36.In artikel 9.1.30, § 2, tweede lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 18 december 2015Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/11/2011 pub. 15/12/2011 numac 2011035991 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet van 8 mei 2009 houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten9 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 november 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/07/2012 pub. 24/07/2012 numac 2012035868 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de tweede aanpassing van de begroting 2012 sluiten4, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in de eerste zin wordt tussen de zinsnede "artikel 9.1.29/1," en de woorden "wordt ingediend namens" de zinsnede "tweede lid," ingevoegd; 2° in punt 1° worden de woorden "het gebouw" vervangen door de woorden "de EPB-eenheid".

Art. 37.In artikel 9.1.32 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 29 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/11/2011 pub. 15/12/2011 numac 2011035991 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet van 8 mei 2009 houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten8 en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 27 november 2015, 18 december 2018 en 13 januari 2017, wordt paragraaf 2, opnieuw opgenomen in de volgende lezing: " § 2. De minister bepaalt welke individuele stavingstukken de verslaggever bij de opmaak van de EPB-aangifte moet indienen en die in de energieprestatiedatabank worden bijgehouden.".

Art. 38.In artikel 9.2.1, § 2, tweede lid, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/12/2013 pub. 05/03/2014 numac 2014035242 bron vlaamse overheid Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 12 juni 2013 tussen de federale overheid, de Gewesten en de Gemeenschappen voor de oprichting van het interfederaal Centrum voor gelijke kansen en bestrijding van discriminatie en racisme onder de vorm van een gemeenschappelijke instelling zoals bedoeld in artikel 92bis van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 type decreet prom. 20/12/2013 pub. 28/01/2014 numac 2014200213 bron vlaamse overheid Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 12 juni 2013 tussen de federale overheid, de Gewesten en de Gemeenschappen voor de oprichting van het interfederaal Centrum voor gelijke kansen en bestrijding van discriminatie en racisme onder de vorm van een gemeenschappelijke instelling zoals bedoeld in artikel 92bis van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 sluiten1, worden tussen het woord "gebouw" en het woord "wordt" de woorden "en elke residentiële gebouweenheid" ingevoegd.

Art. 39.In artikel 9.2.3 van hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 februari 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/12/2013 pub. 05/03/2014 numac 2014035242 bron vlaamse overheid Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 12 juni 2013 tussen de federale overheid, de Gewesten en de Gemeenschappen voor de oprichting van het interfederaal Centrum voor gelijke kansen en bestrijding van discriminatie en racisme onder de vorm van een gemeenschappelijke instelling zoals bedoeld in artikel 92bis van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 type decreet prom. 20/12/2013 pub. 28/01/2014 numac 2014200213 bron vlaamse overheid Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 12 juni 2013 tussen de federale overheid, de Gewesten en de Gemeenschappen voor de oprichting van het interfederaal Centrum voor gelijke kansen en bestrijding van discriminatie en racisme onder de vorm van een gemeenschappelijke instelling zoals bedoeld in artikel 92bis van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 sluiten2, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, eerste lid, worden tussen de woorden "residentieel gebouw" en het woord "verkoopt" de woorden "of een residentiële gebouweenheid" ingevoegd;2° in paragraaf 1, derde lid, worden tussen de woorden "residentieel gebouw" en het woord "draagt" de woorden "of een residentiële gebouweenheid" ingevoegd;3° in paragraaf 2, worden tussen de woorden "residentieel gebouw" en de woorden "opmaakt" de woorden "of een residentiële gebouweenheid" ingevoegd;4° in paragraaf 2, worden tussen de woorden "het gebouw" en de woorden "een" de woorden "of de residentiële gebouweenheid" ingevoegd;5° in paragraaf 3, eerste lid, worden tussen de woorden "residentiële gebouwen" en het woord "neemt" de woorden "of residentiële gebouweenheden" ingevoegd;6° in paragraaf 3, tweede lid, worden tussen de woorden "residentiële gebouwen" en het woord "heeft" de woorden "en residentiële gebouweenheden" ingevoegd;7° in paragraaf 3, derde lid, worden tussen de woorden "residentiële gebouw" en de woorden "geen geldig" de woorden "of de bewuste residentiële gebouweenheid" ingevoegd;8° in paragraaf 4 wordt de zinsnede "afgehandeld door het Aankoopcomité of de dienst Vastgoedakten binnen het departement Financiën en Begroting," vervangen door de zinsnede "afgehandeld door de afdeling, bevoegd voor vastgoedtransacties binnen de Vlaamse Belastingdienst".

Art. 40.In artikel 9.2.3/1 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 februari 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/12/2013 pub. 05/03/2014 numac 2014035242 bron vlaamse overheid Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 12 juni 2013 tussen de federale overheid, de Gewesten en de Gemeenschappen voor de oprichting van het interfederaal Centrum voor gelijke kansen en bestrijding van discriminatie en racisme onder de vorm van een gemeenschappelijke instelling zoals bedoeld in artikel 92bis van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 type decreet prom. 20/12/2013 pub. 28/01/2014 numac 2014200213 bron vlaamse overheid Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 12 juni 2013 tussen de federale overheid, de Gewesten en de Gemeenschappen voor de oprichting van het interfederaal Centrum voor gelijke kansen en bestrijding van discriminatie en racisme onder de vorm van een gemeenschappelijke instelling zoals bedoeld in artikel 92bis van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 sluiten2, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, eerste lid, worden tussen de woorden "residentieel gebouw" en de woorden "een opstalrecht" de woorden "of op een residentiële gebouweenheid" ingevoegd;2° in paragraaf 1, derde lid, worden tussen de woorden "residentieel gebouw" en het woord "draagt" de woorden "of op een residentiële gebouweenheid" ingevoegd;3° in paragraaf 2 worden tussen de woorden "op een residentieel gebouw" en het woord "opmaakt" de woorden "of op een residentiële gebouweenheid" ingevoegd;4° in paragraaf 2 worden tussen de woorden "het gebouw" en de woorden "een geldig" de woorden "of de residentiële gebouweenheid" ingevoegd;5° in paragraaf 3, eerste lid, worden tussen de woorden "op residentiële gebouwen" en het woord "neemt" de woorden "of op residentiële gebouweenheden" ingevoegd;6° in paragraaf 3, tweede lid, worden tussen de woorden "bij residentiële gebouwen" en het woord "heeft" de woorden "en bij residentiële gebouweenheden" ingevoegd;7° in paragraaf 3, derde lid, worden tussen de woorden "residentiële gebouw" en de woorden "geen geldig" de woorden "of de bewuste residentiële gebouweenheid" ingevoegd.

Art. 41.In artikel 9.2.4 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid worden tussen de woorden "een residentieel gebouw" en de woorden "te huur" de woorden "of een residentiële gebouweenheid" ingevoegd;2° in het tweede lid worden tussen de woorden "het gebouw" en de woorden "de huurder" de woorden "of de gebouweenheid" ingevoegd.

Art. 42.In artikel 9.2.6/1, eerste lid van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/12/2013 pub. 05/03/2014 numac 2014035242 bron vlaamse overheid Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 12 juni 2013 tussen de federale overheid, de Gewesten en de Gemeenschappen voor de oprichting van het interfederaal Centrum voor gelijke kansen en bestrijding van discriminatie en racisme onder de vorm van een gemeenschappelijke instelling zoals bedoeld in artikel 92bis van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 type decreet prom. 20/12/2013 pub. 28/01/2014 numac 2014200213 bron vlaamse overheid Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 12 juni 2013 tussen de federale overheid, de Gewesten en de Gemeenschappen voor de oprichting van het interfederaal Centrum voor gelijke kansen en bestrijding van discriminatie en racisme onder de vorm van een gemeenschappelijke instelling zoals bedoeld in artikel 92bis van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 sluiten1, worden tussen de woorden "het gebouw" en het woord "houdt" de woorden "of de niet-residentiële gebouweenheid" ingevoegd.

Art. 43.In artikel 9.2.6/2, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 februari 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/12/2013 pub. 05/03/2014 numac 2014035242 bron vlaamse overheid Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 12 juni 2013 tussen de federale overheid, de Gewesten en de Gemeenschappen voor de oprichting van het interfederaal Centrum voor gelijke kansen en bestrijding van discriminatie en racisme onder de vorm van een gemeenschappelijke instelling zoals bedoeld in artikel 92bis van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 type decreet prom. 20/12/2013 pub. 28/01/2014 numac 2014200213 bron vlaamse overheid Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 12 juni 2013 tussen de federale overheid, de Gewesten en de Gemeenschappen voor de oprichting van het interfederaal Centrum voor gelijke kansen en bestrijding van discriminatie en racisme onder de vorm van een gemeenschappelijke instelling zoals bedoeld in artikel 92bis van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 sluiten2, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid, 2°, worden tussen de woorden "groter dan" en de woorden "1000 m2" de woorden "of gelijk aan" ingevoegd; 2° er wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "Aan de verplichting, vermeld in het eerste lid, wordt voldaan door de eigenaar, of als er een erfpacht of opstalrecht op het niet-residentiële gebouw of de niet-residentiële gebouweenheid bestaat door respectievelijk de erfpachter of de opstalhouder van de niet-residentiële gebouwen en niet-residentiële gebouweenheden, vermeld in het eerste lid.".

Art. 44.In artikel 9.2.7, eerste lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 20 mei 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/11/2011 pub. 15/12/2011 numac 2011035991 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet van 8 mei 2009 houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten4, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° tussen de woorden "de gebouwen" en de woorden "die hij zelf" worden de woorden "en niet-residentiële gebouweenheden" ingevoegd;2° tussen de woorden "alle gebouwen" en het woord "waarvoor" worden de woorden "en niet-residentiële gebouweenheden" ingevoegd.

Art. 45.In artikel 9.2.7/1 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 november 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/07/2012 pub. 24/07/2012 numac 2012035868 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de tweede aanpassing van de begroting 2012 sluiten4 en het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/12/2013 pub. 05/03/2014 numac 2014035242 bron vlaamse overheid Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 12 juni 2013 tussen de federale overheid, de Gewesten en de Gemeenschappen voor de oprichting van het interfederaal Centrum voor gelijke kansen en bestrijding van discriminatie en racisme onder de vorm van een gemeenschappelijke instelling zoals bedoeld in artikel 92bis van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 type decreet prom. 20/12/2013 pub. 28/01/2014 numac 2014200213 bron vlaamse overheid Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 12 juni 2013 tussen de federale overheid, de Gewesten en de Gemeenschappen voor de oprichting van het interfederaal Centrum voor gelijke kansen en bestrijding van discriminatie en racisme onder de vorm van een gemeenschappelijke instelling zoals bedoeld in artikel 92bis van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 sluiten1, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 3, eerste lid, worden tussen de woorden "per type klein niet-residentieel gebouw" en de woorden "en om die gegevens" de woorden "en per type kleine niet-residentiële eenheid" ingevoegd;2° in paragraaf 3, tweede lid worden tussen de woorden "type van kleine niet-residentiële gebouwen" en de woorden "de certificatiesoftware" de woorden "en type van kleine niet-residentiële eenheden" ingevoegd.

Art. 46.In artikel 9.2.7/2 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 november 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/07/2012 pub. 24/07/2012 numac 2012035868 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de tweede aanpassing van de begroting 2012 sluiten4 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/12/2013 pub. 05/03/2014 numac 2014035242 bron vlaamse overheid Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 12 juni 2013 tussen de federale overheid, de Gewesten en de Gemeenschappen voor de oprichting van het interfederaal Centrum voor gelijke kansen en bestrijding van discriminatie en racisme onder de vorm van een gemeenschappelijke instelling zoals bedoeld in artikel 92bis van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 type decreet prom. 20/12/2013 pub. 28/01/2014 numac 2014200213 bron vlaamse overheid Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 12 juni 2013 tussen de federale overheid, de Gewesten en de Gemeenschappen voor de oprichting van het interfederaal Centrum voor gelijke kansen en bestrijding van discriminatie en racisme onder de vorm van een gemeenschappelijke instelling zoals bedoeld in artikel 92bis van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 sluiten1, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid worden tussen de woorden "de gebouwen" en de woorden "die hij zelf heeft" de woorden "en niet-residentiële gebouweenheden" ingevoegd;2° tussen de woorden "alle gebouwen" en het woord "waarvoor" worden de woorden "en niet-residentiële gebouweenheden" ingevoegd.

Art. 47.In artikel 9.2.8 van hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 februari 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/12/2013 pub. 05/03/2014 numac 2014035242 bron vlaamse overheid Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 12 juni 2013 tussen de federale overheid, de Gewesten en de Gemeenschappen voor de oprichting van het interfederaal Centrum voor gelijke kansen en bestrijding van discriminatie en racisme onder de vorm van een gemeenschappelijke instelling zoals bedoeld in artikel 92bis van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 type decreet prom. 20/12/2013 pub. 28/01/2014 numac 2014200213 bron vlaamse overheid Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 12 juni 2013 tussen de federale overheid, de Gewesten en de Gemeenschappen voor de oprichting van het interfederaal Centrum voor gelijke kansen en bestrijding van discriminatie en racisme onder de vorm van een gemeenschappelijke instelling zoals bedoeld in artikel 92bis van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 sluiten2, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, eerste lid, worden tussen de woorden "een niet-residentieel gebouw" en het woord "verkoopt" de woorden "of een niet-residentiële gebouweenheid" ingevoegd;2° in paragraaf 1, derde lid, worden tussen de woorden "een niet-residentieel gebouw" en het woord "draagt" de woorden "of van een niet-residentiële gebouweenheid" ingevoegd;3° in paragraaf 2 worden tussen de woorden "niet-residentieel gebouw" en het woord "opmaakt" de woorden "of een niet-residentiële gebouweenheid" ingevoegd;4° in paragraaf 3, eerste lid, worden tussen de woorden "niet-residentiële gebouwen" en het woord "neemt" worden de woorden "of van niet-residentiële gebouweenheden" ingevoegd;5° in paragraaf 3, derde lid worden tussen de woorden "niet-residentiële gebouw" en de woorden "geen geldig" de woorden "of de bewuste niet-residentiële gebouweenheid" ingevoegd;6° in paragraaf 4 wordt de zinsnede "afgehandeld door het Aankoopcomité of de dienst Vastgoedakten binnen het departement Financiën en Begroting," vervangen door de zinsnede "afgehandeld door de afdeling, bevoegd voor vastgoedtransacties binnen de Vlaamse Belastingdienst".

Art. 48.In artikel 9.2.8/1 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 februari 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/12/2013 pub. 05/03/2014 numac 2014035242 bron vlaamse overheid Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 12 juni 2013 tussen de federale overheid, de Gewesten en de Gemeenschappen voor de oprichting van het interfederaal Centrum voor gelijke kansen en bestrijding van discriminatie en racisme onder de vorm van een gemeenschappelijke instelling zoals bedoeld in artikel 92bis van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 type decreet prom. 20/12/2013 pub. 28/01/2014 numac 2014200213 bron vlaamse overheid Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 12 juni 2013 tussen de federale overheid, de Gewesten en de Gemeenschappen voor de oprichting van het interfederaal Centrum voor gelijke kansen en bestrijding van discriminatie en racisme onder de vorm van een gemeenschappelijke instelling zoals bedoeld in artikel 92bis van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 sluiten2, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, eerste lid, worden tussen de woorden "een niet-residentieel gebouw" en de woorden "een opstalrecht" de woorden "of een niet-residentiële gebouweenheid" ingevoegd;2° in paragraaf 1, derde lid, worden tussen de woorden "een niet-residentieel gebouw" en het woord "draagt" de woorden "of op een niet-residentiële gebouweenheid" ingevoegd;3° in paragraaf 2 worden tussen de woorden "een niet-residentieel gebouw" en het woord "opmaakt" de woorden "of op een niet-residentiële gebouweenheid" ingevoegd;3° in paragraaf 2 worden tussen de woorden "voor het gebouw" en de woorden "een geldig" de woorden "of de niet-residentiële gebouweenheid" ingevoegd;4° in paragraaf 3, eerste lid, worden tussen de woorden "niet-residentiële gebouwen" en het woord "neemt" de woorden "of niet-residentiële gebouweenheden" ingevoegd 5° in paragraaf 3, tweede lid, worden tussen de woorden "bij niet-residentiële gebouwen" en de woorden "heeft de instrumenterende ambtenaar" de woorden "en bij niet-residentiële gebouweenheden" ingevoegd;6° in paragraaf 3, derde lid, worden tussen de woorden "niet-residentiële gebouw" en de woorden "geen geldig" de woorden "of de bewuste niet-residentiële gebouweenheid" ingevoegd.

Art. 49.In artikel 9.2.9, eerste lid van hetzelfde besluit worden tussen de woorden "niet-residentieel gebouw" en de woorden "te huur" de woorden "of een niet-residentiële gebouweenheid" ingevoegd.

Art. 50.In artikel 9.2.10 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 november 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/07/2012 pub. 24/07/2012 numac 2012035868 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de tweede aanpassing van de begroting 2012 sluiten4, worden de volgende wijzigen aangebracht: 1° tussen de woorden "niet-residentieel gebouw" en de woorden "die al" worden de woorden "of een niet-residentiële gebouweenheid" ingevoegd;2° tussen de woorden "hele gebouw" en de zinsnede ", dat energieprestatiecertificaat" worden de woorden "of de hele niet-residentiële gebouweenheid" ingevoegd.

Art. 51.In artikel 9.2.10/1 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 20 mei 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/11/2011 pub. 15/12/2011 numac 2011035991 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet van 8 mei 2009 houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten4, worden tussen de woorden "per type niet-residentieel gebouw" en de woorden "de datum" de woorden "en per type niet-residentiële gebouweenheid" ingevoegd.

Art. 52.In artikel 9.2.10/2 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/12/2013 pub. 05/03/2014 numac 2014035242 bron vlaamse overheid Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 12 juni 2013 tussen de federale overheid, de Gewesten en de Gemeenschappen voor de oprichting van het interfederaal Centrum voor gelijke kansen en bestrijding van discriminatie en racisme onder de vorm van een gemeenschappelijke instelling zoals bedoeld in artikel 92bis van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 type decreet prom. 20/12/2013 pub. 28/01/2014 numac 2014200213 bron vlaamse overheid Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 12 juni 2013 tussen de federale overheid, de Gewesten en de Gemeenschappen voor de oprichting van het interfederaal Centrum voor gelijke kansen en bestrijding van discriminatie en racisme onder de vorm van een gemeenschappelijke instelling zoals bedoeld in artikel 92bis van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 sluiten1, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° tussen de woorden "het gebouw" en de woorden "waarop het betrekking heeft" worden de woorden "of de niet-residentiële gebouweenheid" ingevoegd; 2° er wordt een tweede lid ingevoegd, dat luidt als volgt: "Als de gebruiker van het publieke gebouw, vermeld in het eerste lid, niet tegelijkertijd ook de eigenaar, de erfpachter of de opstalhouder ervan is, dan wordt door de eigenaar, of als er een erfpacht of opstalrecht op het publieke gebouw bestaat door respectievelijk de erfpachter of de opstalhouder, een kopie van het geldig energieprestatiecertificaat niet-residentiële gebouwen aan de gebruiker bezorgd.".

Art. 53.In artikel 9.2.11 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 9 oktober 2020 en 10 december 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in de inleidende zin van paragraaf 1 wordt tussen de woorden "het gebouw" en het woord "eisen" de woorden "of gebouweenheid" ingevoegd;2° aan paragraaf 1, 1°, worden de woorden "of de gebouweenheid" toegevoegd;3° in paragraaf 1, 2°, worden tussen de woorden "het gebouw" en de zinsnede ", vermeld in de EPB-aangifte" de woorden "of de gebouweenheid" ingevoegd;4° aan paragraaf 1, 4°, worden de woorden "of de gebouweenheid" toegevoegd;5° in paragraaf 3 worden tussen de woorden "het gebouw" en de woorden "in kwestie" de woorden "of de gebouweenheid" ingevoegd;6° aan paragraaf 3 worden de woorden "of de gebouweenheid" toegevoegd;7° aan paragraaf 4, eerste lid, 1°, worden de woorden "of de gebouweenheid" toegevoegd.

Art. 54.In titel IX, van hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 februari 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/12/2013 pub. 05/03/2014 numac 2014035242 bron vlaamse overheid Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 12 juni 2013 tussen de federale overheid, de Gewesten en de Gemeenschappen voor de oprichting van het interfederaal Centrum voor gelijke kansen en bestrijding van discriminatie en racisme onder de vorm van een gemeenschappelijke instelling zoals bedoeld in artikel 92bis van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 type decreet prom. 20/12/2013 pub. 28/01/2014 numac 2014200213 bron vlaamse overheid Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 12 juni 2013 tussen de federale overheid, de Gewesten en de Gemeenschappen voor de oprichting van het interfederaal Centrum voor gelijke kansen en bestrijding van discriminatie en racisme onder de vorm van een gemeenschappelijke instelling zoals bedoeld in artikel 92bis van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 sluiten2, worden in het opschrift van hoofdstuk III tussen de woorden "Renovatieverplichting voor" en de woorden "niet-residentiële gebouwen" de woorden "residentiële gebouwen en" ingevoegd.

Art. 55.In titel IX, hoofdstuk III van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 9 juli 2021 en 4 februari 2022, wordt een afdeling I ingevoegd, die luidt als volgt: "Afdeling I. Renovatieverplichting voor niet-residentiële gebouwen".

Art. 56.In artikel 9.3.1 van hetzelfde besluit, hersteld bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/12/2013 pub. 05/03/2014 numac 2014035242 bron vlaamse overheid Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 12 juni 2013 tussen de federale overheid, de Gewesten en de Gemeenschappen voor de oprichting van het interfederaal Centrum voor gelijke kansen en bestrijding van discriminatie en racisme onder de vorm van een gemeenschappelijke instelling zoals bedoeld in artikel 92bis van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 type decreet prom. 20/12/2013 pub. 28/01/2014 numac 2014200213 bron vlaamse overheid Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 12 juni 2013 tussen de federale overheid, de Gewesten en de Gemeenschappen voor de oprichting van het interfederaal Centrum voor gelijke kansen en bestrijding van discriminatie en racisme onder de vorm van een gemeenschappelijke instelling zoals bedoeld in artikel 92bis van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 sluiten1 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 februari 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/12/2013 pub. 05/03/2014 numac 2014035242 bron vlaamse overheid Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 12 juni 2013 tussen de federale overheid, de Gewesten en de Gemeenschappen voor de oprichting van het interfederaal Centrum voor gelijke kansen en bestrijding van discriminatie en racisme onder de vorm van een gemeenschappelijke instelling zoals bedoeld in artikel 92bis van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 type decreet prom. 20/12/2013 pub. 28/01/2014 numac 2014200213 bron vlaamse overheid Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 12 juni 2013 tussen de federale overheid, de Gewesten en de Gemeenschappen voor de oprichting van het interfederaal Centrum voor gelijke kansen en bestrijding van discriminatie en racisme onder de vorm van een gemeenschappelijke instelling zoals bedoeld in artikel 92bis van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 sluiten2, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, eerste lid worden de woorden "het vestigen van een opstalrecht of het vestigen van een erfpacht" vervangen door de woorden "het vestigen of overdragen van een opstalrecht of het vestigen of overdragen van een erfpacht";2° in paragraaf 1 wordt het derde lid vervangen door wat volgt: "Niet-residentiële gebouwen en niet-residentiële eenheden beschikken binnen vijf jaar vanaf de datum van de authentieke akte over een nieuw energieprestatiecertificaat niet-residentiële gebouwen of een energieprestatiecertificaat bij de bouw, dat slaat op het hele gebouw of de hele niet-residentiële gebouweenheid.In geval het gaat over kleine niet-residentiële eenheden komt ook een energieprestatiecertificaat kleine niet-residentiële gebouwen of een energieprestatiecertificaat residentiële gebouwen in aanmerking."; 3° in paragraaf 2, eerste lid worden de woorden "het vestigen van een opstalrecht of het vestigen van een erfpacht" vervangen door de woorden "het vestigen of overdragen van een opstalrecht of het vestigen of overdragen van een erfpacht";4° aan paragraaf 2 wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "In afwijking van het eerste lid behaalt elke kleine niet-residentiële eenheid het volgende minimaal energieprestatielabel: 1° als de datum van het verlijden van de authentieke akte bij een notariële overdracht in volle eigendom, het vestigen of overdragen van een opstalrecht of het vestigen of overdragen van een erfpacht plaatsvindt vanaf 1 januari 2023: a) label C als de kleine niet-residentiële eenheid in een gebouw ligt dat volledig niet-residentieel is en in zijn totaliteit wordt overgedragen;b) label D als de kleine niet-residentiële eenheid in een gebouw ligt dat niet in zijn totaliteit wordt overgedragen, of als het gebouw in kwestie niet volledig een niet-residentieel gebouw is;2° als de datum van het verlijden van de authentieke akte bij een notariële overdracht in volle eigendom, het vestigen of overdragen van een opstalrecht of het vestigen of overdragen van een erfpacht plaatsvindt vanaf 1 januari 2028: a) label C als de kleine niet-residentiële eenheid in een gebouw ligt dat volledig niet-residentieel is en in zijn totaliteit wordt overgedragen;b) label C als de kleine niet-residentiële eenheid in een gebouw ligt dat niet in zijn totaliteit wordt overgedragen, of als het gebouw in kwestie niet volledig een niet-residentieel gebouw is;3° als de datum van het verlijden van de authentieke akte bij een notariële overdracht in volle eigendom, het vestigen of overdragen van een opstalrecht of het vestigen of overdragen van een erfpacht plaatsvindt vanaf 1 januari 2035: a) label B als de kleine niet-residentiële eenheid in een gebouw ligt dat volledig niet-residentieel is en in zijn totaliteit wordt overgedragen;b) label C als de kleine niet-residentiële eenheid in een gebouw ligt dat niet in zijn totaliteit wordt overgedragen, of als het gebouw in kwestie niet volledig een niet-residentieel gebouw is;4° als de datum van het verlijden van de authentieke akte bij een notariële overdracht in volle eigendom, het vestigen of het overdragen van een opstalrecht of het vestigen of het overdragen van een erfpacht plaatsvindt vanaf 1 januari 2040: a) label A als de kleine niet-residentiële eenheid in een gebouw ligt dat volledig niet-residentieel is en in zijn totaliteit wordt overgedragen;b) label B als de kleine niet-residentiële eenheid in een gebouw ligt dat niet in zijn totaliteit wordt overgedragen, of als het gebouw in kwestie niet volledig een niet-residentieel gebouw is;5° als de datum van het verlijden van de authentieke akte bij een notariële overdracht in volle eigendom, het vestigen of het overdragen van een opstalrecht of het vestigen of het overdragen van een erfpacht plaatsvindt vanaf 1 januari 2045: a) label A als de kleine niet-residentiële eenheid in een gebouw ligt dat volledig niet-residentieel is en in zijn totaliteit wordt overgedragen; b) label A als de kleine niet-residentiële eenheid in een gebouw ligt dat niet in zijn totaliteit wordt overgedragen, of als het gebouw in kwestie niet volledig een niet-residentieel gebouw is."; 5° in paragraaf 4 worden de woorden "het vestigen van een opstalrecht of het vestigen van een erfpacht" vervangen door de woorden "het vestigen of overdragen van een opstalrecht of het vestigen of overdragen van een erfpacht".

Art. 57.In artikel 9.3.2, van hetzelfde besluit, hersteld bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/12/2013 pub. 05/03/2014 numac 2014035242 bron vlaamse overheid Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 12 juni 2013 tussen de federale overheid, de Gewesten en de Gemeenschappen voor de oprichting van het interfederaal Centrum voor gelijke kansen en bestrijding van discriminatie en racisme onder de vorm van een gemeenschappelijke instelling zoals bedoeld in artikel 92bis van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 type decreet prom. 20/12/2013 pub. 28/01/2014 numac 2014200213 bron vlaamse overheid Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 12 juni 2013 tussen de federale overheid, de Gewesten en de Gemeenschappen voor de oprichting van het interfederaal Centrum voor gelijke kansen en bestrijding van discriminatie en racisme onder de vorm van een gemeenschappelijke instelling zoals bedoeld in artikel 92bis van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 sluiten1, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid worden de woorden "aankoop of na de vestiging van de erfpacht of het opstalrecht" vervangen door de woorden "notariële overdracht in volle eigendom of na de vestiging of overdracht van de erfpacht of de vestiging of overdracht van het opstalrecht"; 2° tussen het tweede en het derde lid worden twee leden ingevoegd, die luiden als volgt: "In afwijking van artikel 9.3.1 is het vestigen of overdragen van een opstalrecht of erfpacht op het dak van een niet-residentieel gebouw vrijgesteld van de renovatieverplichting, vermeld in artikel 9.3.1.

In afwijking van artikel 9.3.1 kan de minister voorzien in een vrijstelling van de renovatieverplichting voor niet-residentiële tijdelijke verplaatsbare constructies die niet op permanente wijze met de grond verankerd zijn. De minister kan hierbij een onderscheid maken naargelang het type van verplaatsbare constructie."; 3° in het derde lid, dat het vijfde lid wordt, worden de woorden "en tweede lid" vervangen door de woorden "eerste tot en met vierde lid".

Art. 58.Aan titel IX, hoofdstuk III van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 9 juli 2021 en 4 februari 2022, wordt een afdeling II, die bestaat uit artikel 9.3.4 tot 9.3.6, en een afdeling III, die bestaat uit artikel 9.4.7, toegevoegd, die luiden als volgt: "Afdeling II. Renovatieverplichting voor residentiële gebouwen Art. 9.3.4. Residentiële gebouwen en residentiële eenheden voldoen binnen uiterlijk vijf jaar na de datum van het verlijden van de authentieke akte bij een notariële overdracht in volle eigendom, het vestigen of overdragen van een opstalrecht of het vestigen of overdragen van een erfpacht aan de volgende minimale energieprestatieniveaus: 1° de authentieke akte wordt verleden vanaf 1 januari 2023: label D;2° de authentieke akte wordt verleden vanaf 1 januari 2028: a) label C in geval van eengezinswoningen en collectieve woongebouwen;b) label C in geval van een appartement;3° de authentieke akte wordt verleden vanaf 1 januari 2035: a) label B in geval van eengezinswoningen en collectieve woongebouwen;b) label C in geval van een appartement;4° de authentieke akte wordt verleden vanaf 1 januari 2040: a) label A in geval van eengezinswoningen en collectieve woongebouwen;b) label B in geval van een appartement;5° de authentieke akte wordt verleden vanaf 1 januari 2045: a) label A in geval van eengezinswoningen en collectieve woongebouwen;b) label A in geval van een appartement. Residentiële gebouwen en residentiële eenheden beschikken binnen vijf jaar vanaf de datum van de authentieke akte over een nieuw energieprestatiecertificaat residentiële gebouwen of een energieprestatiecertificaat bij de bouw dat slaat op het hele gebouw of gebouweenheid.

Art. 9.3.5. In afwijking van artikel 9.3.4 zijn residentiële gebouwen die binnen vijf jaar na de notariële overdracht in volle eigendom of na de vestiging of overdracht van de erfpacht of het opstalrecht worden gesloopt vrijgesteld van de renovatieverplichting, vermeld in artikel 9.3.4.

In afwijking van artikel 9.3.4 is een residentieel gebouw dat een beschermd monument is, deel uitmaakt van een beschermd cultuurhistorisch landschap, stads- of dorpsgezicht of voorkomt op de inventaris van bouwkundig erfgoed, vrijgesteld van de verplichtingen, vermeld in artikel 9.3.4.

In afwijking van artikel 9.3.4 is het vestigen of overdragen van een opstalrecht of erfpacht op het dak van een residentieel gebouw vrijgesteld van de renovatieverplichting, vermeld in artikel 9.3.4.

In afwijking van artikel 9.3.1 kan de minister voorzien in een vrijstelling van de renovatieverplichting voor residentiële tijdelijke verplaatsbare constructies die niet op permanente wijze met de grond verankerd zijn. De minister kan hierbij een onderscheid maken naargelang het type van verplaatsbare constructie.

De minister kan de wijze waarop aangetoond wordt dat het residentieel gebouw valt onder de uitzonderingen, vermeld in het eerste tot en met vierde lid, nader regelen.

Art. 9.3.6. De verplichtingen, vermeld in artikel 9.3.4, worden opgelegd aan respectievelijk de eigenaar, de opstalhouder of de erfpachter. Als er verschillende eigenaars, opstalhouders of erfpachters zijn, rust de voormelde verplichting op elk van hen. Afdeling III. Renovatieverplichting bij bestemmingswijziging van

residentiële gebouwen of gebouweenheden en niet-residentiële gebouwen of gebouweenheden Art. 9.3.7. In geval een gebouw of gebouweenheid dat valt onder de verplichtingen, vermeld in afdeling I of afdeling II, binnen de vijf jaar na de datum van het verlijden van de authentieke akte bij een notariële overdracht in volle eigendom, het vestigen of overdragen van een opstalrecht of het vestigen of overdragen van een erfpacht van bestemming wijzigt, gelden in afwijking van artikel 9.3.1 en 9.3.4 de volgende minimale energieprestatieniveaus: 1° het gebouw of de gebouweenheid betrof op het moment van het verlijden van de akte een niet-residentieel gebouw of niet-residentiële gebouweenheid en ondergaat een bestemmingswijziging tot een eengezinswoning of collectief woongebouw: de minimale energieprestatieniveaus, vermeld in artikel 9.3.4 en artikel 9.3.5, die voor eengezinswoningen en collectieve woongebouwen van toepassing waren op datum van het verlijden van de authentieke akte; 2° het gebouw of de gebouweenheid betrof op het moment van het verlijden van de akte een niet-residentieel gebouw of niet-residentiële gebouweenheid en ondergaat een bestemmingswijziging tot een appartement: de minimale energieprestatieniveaus, vermeld in artikel 9.3.4 en artikel 9.3.5, die voor appartementen van toepassing waren op datum van het verlijden van de authentieke akte; 3° het gebouw of de gebouweenheid betrof op het moment van het verlijden van de akte een appartement en ondergaat een bestemmingswijziging tot een klein niet-residentieel gebouw of gebouweenheid: de minimale energieprestatieniveaus, vermeld in artikel 9.3.1 en artikel 9.3.2, die voor kleine niet-residentiële gebouwen of gebouweenheden van toepassing waren op datum van het verlijden van de authentieke akte; 4° het gebouw of de gebouweenheid betrof op het moment van het verlijden van de akte een eengezinswoning of collectief woongebouw en ondergaat een bestemmingswijziging tot een klein niet-residentieel gebouw of gebouweenheid: de minimale energieprestatieniveaus, vermeld in artikel 9.3.1 en artikel 9.3.2, die voor kleine niet-residentiële gebouwen of gebouweenheden van toepassing waren op datum van het verlijden van de authentieke akte; 5° het gebouw of de gebouweenheid betrof op het moment van het verlijden van de akte een appartement en ondergaat een bestemmingswijziging tot een groot niet-residentieel gebouw of gebouweenheid: de minimale energieprestatieniveaus, vermeld in artikel 9.3.1 en artikel 9.3.2, die voor grote niet-residentiële gebouwen of gebouweenheden van toepassing waren op datum van het verlijden van de authentieke akte; 6° het gebouw of de gebouweenheid betrof op het moment van het verlijden van de akte een eengezinswoning of collectief woongebouw en ondergaat een bestemmingswijziging tot een groot niet-residentieel gebouw of gebouweenheid: de minimale energieprestatieniveaus, vermeld in artikel 9.3.1 en artikel 9.3.2, die voor grote niet-residentiële gebouwen of gebouweenheden van toepassing waren op datum van het verlijden van de authentieke akte; 7° het gebouw of de gebouweenheid betrof op het moment van het verlijden van de akte een eengezinswoning of collectief woongebouw en ondergaat een bestemmingswijziging tot een appartement: de minimale energieprestatieniveaus, vermeld in artikel 9.3.4 en artikel 9.3.5, die voor appartementen van toepassing waren op datum van het verlijden van de authentieke akte; 8° het gebouw of de gebouweenheid betrof op het moment van het verlijden van de akte een appartement en ondergaat een bestemmingswijziging tot een eengezinswoning of collectief woongebouw: de minimale energieprestatieniveaus, vermeld in artikel 9.3.4 en artikel 9.3.5, die voor eengezinswoningen of collectieve woongebouwen van toepassing waren op datum van het verlijden van de authentieke akte; 9° het gebouw of de gebouweenheid betrof op het moment van het verlijden van de akte een klein niet-residentieel gebouw of gebouweenheid en ondergaat een wijziging tot een groot niet-residentieel gebouw of gebouweenheid: de minimale energieprestatieniveaus, vermeld in artikel 9.3.1 en artikel 9.3.2, die voor grote niet-residentiële gebouwen of gebouweenheden van toepassing waren op datum van het verlijden van de authentieke akte; 10° het gebouw of de gebouweenheid betrof op het moment van het verlijden van de akte een groot niet-residentieel gebouw of gebouweenheid en ondergaat een wijziging tot een kleine niet-residentieel gebouw of gebouweenheid: de minimale energieprestatieniveaus, vermeld in artikel 9.3.1 en artikel 9.3.2, die voor kleine niet-residentiële gebouwen of gebouweenheden van toepassing waren op datum van het verlijden van de authentieke akte; 11° het residentiële gebouw of de residentiële gebouweenheid, of het niet-residentiële gebouw of de niet-residentiële gebouweenheid ondergaat een bestemmingswijziging tot een industrieel gebouw of een gebouw van een landbouwgebouw dat niet voor bewoning bestemd is: geen minimaal energieprestatieniveau. De gebouwen en gebouweenheden, vermeld in het eerste lid, 1° tot 10°, beschikken binnen vijf jaar vanaf de datum van de authentieke akte over een nieuw energieprestatiecertificaat dat betrekking heeft op de nieuwe bestemming van het gebouw of gebouweenheid, en dat slaat op het hele gebouw of gebouweenheid.".

Art. 59.Aan artikel 11.2.1, § 1 van hetzelfde besluit wordt een vierde lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "Als de energiedeskundige een rechtspersoon is, kan het VEKA de sancties, vermeld in deze paragraaf, opleggen aan een of meer van de natuurlijke personen, vermeld in artikel 8.1.1/1.".

Art. 60.In artikel 12.3.23 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/12/2013 pub. 05/03/2014 numac 2014035242 bron vlaamse overheid Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 12 juni 2013 tussen de federale overheid, de Gewesten en de Gemeenschappen voor de oprichting van het interfederaal Centrum voor gelijke kansen en bestrijding van discriminatie en racisme onder de vorm van een gemeenschappelijke instelling zoals bedoeld in artikel 92bis van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 type decreet prom. 20/12/2013 pub. 28/01/2014 numac 2014200213 bron vlaamse overheid Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 12 juni 2013 tussen de federale overheid, de Gewesten en de Gemeenschappen voor de oprichting van het interfederaal Centrum voor gelijke kansen en bestrijding van discriminatie en racisme onder de vorm van een gemeenschappelijke instelling zoals bedoeld in artikel 92bis van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 sluiten1, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid worden tussen de datum "1 januari 2025" en de woorden "een bestaand" de woorden "voor publieke gebouwen met een bruikbare vloeroppervlakte van maximaal 500 m2" ingevoegd;2° in het tweede lid worden tussen de woorden "niet-residentiële gebouwen" en de woorden "opgemaakt wordt" de woorden "of een energieprestatiecertificaat kleine niet-residentiële gebouwen" ingevoegd.

Art. 61.Aan titel XII, hoofdstuk III van hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 20 mei 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/12/2013 pub. 05/03/2014 numac 2014035242 bron vlaamse overheid Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 12 juni 2013 tussen de federale overheid, de Gewesten en de Gemeenschappen voor de oprichting van het interfederaal Centrum voor gelijke kansen en bestrijding van discriminatie en racisme onder de vorm van een gemeenschappelijke instelling zoals bedoeld in artikel 92bis van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 type decreet prom. 20/12/2013 pub. 28/01/2014 numac 2014200213 bron vlaamse overheid Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 12 juni 2013 tussen de federale overheid, de Gewesten en de Gemeenschappen voor de oprichting van het interfederaal Centrum voor gelijke kansen en bestrijding van discriminatie en racisme onder de vorm van een gemeenschappelijke instelling zoals bedoeld in artikel 92bis van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 sluiten3, wordt een artikel 12.3.30 toegevoegd, dat luidt als volgt: "Art. 12.3.30. Projecten die deelnamen aan de projectoproepen voor energetische renovatieprojecten van noodkoopwoningen, vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 14 februari 2020Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/07/2012 pub. 24/07/2012 numac 2012035868 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de tweede aanpassing van de begroting 2012 sluiten8 tot organisatie van een oproep om voorstellen in te dienen voor de toekenning van steun voor energetische renovatieprojecten van noodkoopwoningen of het ministerieel besluit van 10 september 2021 houdende de organisatie van een oproep voor het indienen van voorstellen voor de toekenning van steun voor energetische renovatieprojecten van noodkoopwoningen, en waarvoor de minister conform artikel 7.2.25, § 3 besliste om steun toe te kennen, kunnen binnen een termijn van vierentwintig maanden volgende op die beslissing alsnog verzaken aan de via die beslissing toegekende middelen. In dat geval is artikel 7.2.27/1 eenmalig niet op een dergelijk project van toepassing.".

Art. 62.In punt 1.9 van bijlage III/1 bij hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2012Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/11/2011 pub. 15/12/2011 numac 2011035991 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet van 8 mei 2009 houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten7, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de zin "Wanneer de maximaal toegekende steun, te weten de bandingdeler vermenigvuldigd met de maximale bandingfactor, ontoereikend is om de onrendabele top te dekken, wordt het resterende tekort afgedekt via groenestroomcertificaten." wordt opgeheven; 2° de woorden "Hiertoe wordt" worden vervangen door de woorden "Voor groenestroomcertificaten wordt".

Art. 63.In bijlage III/2 bij hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2012Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/11/2011 pub. 15/12/2011 numac 2011035991 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet van 8 mei 2009 houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten7 en het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in punt 3 worden in de tweede alinea punt 2°, 3°, 4°, 4° /1 en 7° opgeheven;2° in punt 3 worden in de tabel de kolommen "cat.2.a/b", "cat. 3.a/b", "cat. 4.a/b en 4/1.a/b", en "cat. 7.a-c 1/2" opgeheven; 3° in punt 3 wordt in de tabel de rij:

R

8,5

8,5

8,5

8,5

8,5

8,5


vervangen door de rij:

R

Cat.5° /1a 1-2:

Cat. 6° /1a:

8,5

8,5

Cat. 5° /1b 1-2 :

Cat. 6° /1b :

6

6


Art. 64.In bijlage III/3 bij hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2012Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/11/2011 pub. 15/12/2011 numac 2011035991 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet van 8 mei 2009 houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten7 en het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in punt 1.1, worden tussen de woorden "voor biogas" en de zinsnede "steeds over de constructieperiode + een exploitatieperiode van vijftien jaar" de woorden "of biomassa" ingevoegd; 2° in punt 1.9, worden de woorden "aanspraak maken op zowel groenestroomcertificaten als op warmtekrachtcertificaten" vervangen door de woorden "aanspraak maken op zowel groenestroomcertificaten (via de projectcategorie, vermeld in artikel 6.2/1.7, § 1, eerste lid, 8° ) als op warmtekrachtcertificaten (via de projectcategorie, vermeld in artikel 6.2/1.7, § 1, eerste lid, 12° ) op basis van een projectspecifieke berekening"; 3° in punt 1.9, wordt de zin "Wanneer de maximaal toegekende steun, te weten de bandingdeler vermenigvuldigd met de maximale bandingfactor, ontoereikend is om de onrendabele top te dekken, wordt het resterende tekort afgedekt via groenestroomcertificaten." opgeheven; 4° in punt 1.9, worden de woorden "Hiertoe wordt" vervangen door de woorden "Voor groenestroomcertificaten wordt"; 5° in punt 1.9 wordt de zin "Indien de installatie echter reeds groenestroomcertificaten ontvangt op basis een project met startdatum voor 1 januari 2013, en de installatie na ombouw tot kwalitatieve warmtekrachtinstallatie met startdatum na 1 januari 2013 in aanmerking komt voor een vergoeding van de onrendabele top op basis van warmtekrachtcertificaten, wordt enkel deze laatste berekend, waarbij de jaarlijkse inkomsten van groenestroomcertificaten worden opgenomen in de jaarlijkse kasstroom" vervangen door wat volgt: "Indien de installatie echter reeds groenestroomcertificaten ontvangt met een startdatum voor 1 januari 2013 of met een startdatum vanaf 1 januari 2013 onder de representatieve projectcategorieën, wordt de onrendabele top voor warmte-krachtcertificaten (via de projectcategorie, vermeld in artikel 6.2/1.7, § 1, eerste lid, 4°, 5°, 12° of 13° ) berekend, waarbij de jaarlijkse inkomsten van groenestroomcertificaten worden opgenomen in de jaarlijkse kasstroom."; 6° in punt 3, 4° worden tussen de woorden "kwalitatieve warmtekrachtinstallaties" en de zinsnede ", voor zover ze niet tot de vastgelegde representatieve projectcategorieën," de woorden "op verbranding van biogas dat geen biomethaan betreft" ingevoegd;7° in punt 3, 12° worden tussen de woorden "kwalitatieve warmte-krachtinstallaties" en de woorden "die injecteren" de woorden "op de verbranding van biogas dat geen biomethaan betreft" ingevoegd;8° aan punt 3, wordt een punt 13° toegevoegd, dat luidt als volgt: "13° kwalitatieve warmte-krachtinstallaties op de verbranding van biomassa dat geen biomethaan betreft, voor zover ze niet behoren tot de categorieën, vermeld in 4° en 12°, met een bruto nominaal vermogen groter dan 5 MWe: cat.13."; 9° in punt 3 wordt in de tabel de rij:

R

4,4

5,5

8,5

8,5

4,4

5,5

8,5

8,5


vervangen door de rij:

R

4,4

5,5

8,5, voor nieuwe installaties

6

4,4

5,5

8,5

8,5, voor nieuwe installaties

6, voor ingrijpende wijzigingen

6, voor ingrijpende wijzigingen


10° in punt 3 wordt in de tabel de rijen:

BFGSC

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

M 3.1*

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

M 3.1*

PGSC

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

M 3.1*

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

M 3.1*

BFWKC

n.v.t.

n.v.t.

M 3.1*

M 3.1*

n.v.t.

n.v.t.

M 3.1*

M 3.1*

PWKC

n.v.t.

n.v.t.

0,035**

0,035**

n.v.t.

n.v.t.

0,035**

0,035**


vervangen door de rijen:

BFGSC

n.v.t.

n.v.t.

M 3.1*

M 3.1*

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

M 3.1*

PGSC

n.v.t.

n.v.t.

0,097**

0,097**

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

0,097**

BFWKC

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

M 3.1*

n.v.t.

PWKC

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

0,035**

n.v.t.


11° in punt 3° wordt aan de tabel de volgende kolom toegevoegd:


Cat.13


M 3.1*


M 3.1*


M 3.1*


M 3.1*


M 3.1*


M 3.1*


M 3.1*


8,5, voor nieuwe installaties


6, voor ingrijpende wijzigingen


M 3.1*


M 3.1*


15


M 3.1*, max. 15


15


M 3.1*


M 3.1*


M 3.3*


M 3.1*


M 3.1*


M 3.4*


M 3.4*


M 3.4*


M 3.4*


M 3.1*


M 3.1*


M 3.5*


M 3.5*


M 3.5*


M 3.5*


M 3.5*


M 3.1*


M 3.1*


0,097**


n.v.t.


n.v.t.

M 3.1*


M 3.1*


M 3.1*


M 3.5*


M 3.5*


M 3.5*


M 3.1*


M 3.1*


M 3.1*


M 3.1*


M 3.1*


M 3.1*


M 3.5*


Art. 65.In punt 3 van bijlage III/4 bij hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2012Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/11/2011 pub. 15/12/2011 numac 2011035991 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet van 8 mei 2009 houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten7 en het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2021, wordt punt 3.1.1 wordt vervangen door wat volgt: "3.1.1 M 3.1 Het VEKA legt de waarde vast op basis van de projectparameters. Voor biogas- en biomassainstallaties is de waarde van r gelijk aan 6%. Voor andere technologieën is de waarde van r gelijk aan 3.5%.".

Art. 66.In bijlage V bij hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in punt 2 wordt de bepaling "? Biobrandstof: gasvormige of vloeibare brandstof die hoofdzakelijk (meer dan 50%) op basis van biomassa is geproduceerd, zoals bv.biogas." opgeheven; 2° in hoofdstuk 10.2.3.2 wordt de zinsnede "(met uitzondering van biobrandstof)" telkens vervangen door de zinsnede "(met uitzondering van gasvormige en vloeibare brandstof die hoofdzakelijk, namelijk meer dan 50%, op basis van biomassa is geproduceerd, zoals biogas)". HOOFDSTUK 4. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/07/2012 pub. 24/07/2012 numac 2012035868 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de tweede aanpassing van de begroting 2012 sluiten0 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 25/04/2014 pub. 27/08/2014 numac 2014035559 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van artikel 200 van het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, wat betreft het aanwijzen van personen die namens het OCMW in rechte kunnen verschijnen type decreet prom. 25/04/2014 pub. 11/06/2014 numac 2014203012 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van artikel 185 van het decreet van 27 maart 2009 betreffende radio-omroep en televisie sluiten betreffende de omgevingsvergunning

Art. 67.In bijlage 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/07/2012 pub. 24/07/2012 numac 2012035868 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de tweede aanpassing van de begroting 2012 sluiten0 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 25/04/2014 pub. 27/08/2014 numac 2014035559 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van artikel 200 van het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, wat betreft het aanwijzen van personen die namens het OCMW in rechte kunnen verschijnen type decreet prom. 25/04/2014 pub. 11/06/2014 numac 2014203012 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van artikel 185 van het decreet van 27 maart 2009 betreffende radio-omroep en televisie sluiten betreffende de omgevingsvergunning, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2021, wordt addendum C6 vervangen door de bijlage 1 bij dit besluit. HOOFDSTUK 5. - Slotbepalingen

Art. 68.Artikel 6.5.19, § 2 van het Energiebesluit van 19 november 2010, zoals ingevoegd bij artikel 17, is, wat het VEKA betreft, van toepassing vanaf de datum van de bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad.

Art. 69.Artikel 6.2/1.4, artikel 6.2/1.7 en bijlage III/2 en bijlage III/3 van het Energiebesluit van 19 november 2010, zoals gewijzigd bij de artikelen 6, 7, 60 en 61, 6° tot en met 8°, 11°, zijn voor het eerst van toepassing op nieuwe projecten met startdatum vanaf 1 januari 2023.

Art. 70.Artikel 7.15.4, vierde lid van het Energiebesluit van 19 november 2010, zoals gewijzigd bij artikel 28, is voor het eerst van toepassing op de overeenkomsten van renovatiekrediet die vanaf 1 januari 2023 ondertekend worden.

Art. 71.Artikel 9.1.11, § 4, artikel 9.1.12/2, artikel 9.1.12/3, en artikel 9.1.17, § 5 van het Energiebesluit van 19 november 2010, zoals gewijzigd bij artikel 31 tot en met 34, zijn voor het eerst van toepassing op dossiers waarbij de melding of de aanvraag van een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen wordt ingediend vanaf 1 januari 2023.

Art. 72.Artikel 14, 4°, artikel 54, artikel 55, artikel 56, artikel 57, artikel 58 en artikel 65 treden in werking op 1 september 2022.

Artikel 5, 11°, artikel 14, 1°, 2° en 3°, artikel 27, artikel 28, 1° artikel 31, artikel 32, artikel 33, artikel 34, artikel 35, artikel 36, treden in werking op 1 januari 2023.

Artikel 2, artikel 3, artikel 4, artikel 5, 1°, 2°, 3°, 4°, 5°, 6°, 9°, 10°, en 15°, artikel 17 en artikel 67 treden in werking op een datum die de Vlaamse minister, bevoegd voor de energie vaststelt, en niet later dan 23 december 2022.

Artikel 68 treedt in werking op de datum van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

Art. 73.De Vlaamse minister, bevoegd voor de energie, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 8 juli 2022.

De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme, Z. DEMIR

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^