gepubliceerd op 21 februari 2019
Besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van het Energiebesluit van 19 november 2010, wat betreft een aanpassing van de call-regeling voor de ondersteuning van groene warmte, restwarmte en biomethaan
30 NOVEMBER 2018. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van het Energiebesluit van 19 november 2010, wat betreft een aanpassing van de call-regeling voor de ondersteuning van groene warmte, restwarmte en biomethaan
DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere
wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
08/08/1980
pub.
11/12/2007
numac
2007000980
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits
sluiten tot hervorming der instellingen, artikel 87, § 1, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993;
Gelet op het Energie decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 28/08/2009 numac 2009035790 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs type decreet prom. 08/05/2009 pub. 09/06/2009 numac 2009035487 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het REG-decreet van 2 april 2004, wat de uitbreiding tot luchtvaartactiviteiten betreft sluiten, artikelen 8.2.1, 8.3.1 en 8.4.1, gewijzigd bij het decreet van 20 december 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013036201 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2014 type decreet prom. 20/12/2013 pub. 31/01/2014 numac 2014035103 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het Energiedecreet van 8 mei 2009, wat betreft de aansprakelijkheid van netbeheerders type decreet prom. 20/12/2013 pub. 03/02/2014 numac 2014200334 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 22 december 2000 betreffende de amateurkunsten sluiten;
Gelet op het Energiebesluit van 19 november 2010;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 9 juli 2018;
Gelet op advies nr. 64.460/3van de Raad van State, gegeven op 16 november 2018, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Begroting, Financiën en Energie;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.In artikel 1.1.1, § 2, van het Energiebesluit van 19 november 2010, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 maart 2018, worden de volgende wijzingen aangebracht: 1° er wordt een punt 32° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "32° /1 energie-efficiënte stadsverwarming of -koeling: een netwerk voor stadsverwarming of -koeling dat gebruik maakt van een van de volgende energiebronnen of technologieën: a) ten minste 50% warmte uit hernieuwbare energiebronnen; b) ten minste 50% restwarmte, die voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 7.5.1, § 6, tweede lid, 1°, a), 2°, a) en 3° ; c) ten minste 50% uit een combinatie van de energiebronnen of technologieën, vermeld in punt a) of b);"; 2° in punt 72/1° worden de woorden "thermische energie" vervangen door de woorden "groene warmte" en wordt de zinsnede "uit organisch-biologische stof als vermeld in artikel 6.1.16, § 1, eerste lid, 6° of in de opsomming van de organisch-biologische stoffen onder artikel 6.1.16, § 1, eerste lid, 7° of die wordt gewonnen uit aardwarmte uit de diepe ondergrond," opgeheven.
Art. 2.In titel VII van hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 februari 2018Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 23/02/2018 pub. 30/03/2018 numac 2018011403 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende toekenning van een subsidie aan het ondersteuningsnetwerk kinderopvang type besluit van de vlaamse regering prom. 23/02/2018 pub. 15/03/2018 numac 2018011263 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot opheffing van het koninklijk besluit van 3 augustus 2012 betreffende het meerjarenplan voor de sterilisatie van huiskatten en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 februari 2016 betreffende de identificatie en registratie van katten, wat betreft de sterilisatie van katten type besluit van de vlaamse regering prom. 23/02/2018 pub. 29/03/2018 numac 2018011405 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het Energiebesluit van 19 november 2010, houdende een beperking van het op ondernemings- of vestigingsniveau verschuldigde bedrag van de door financieringssteun voor hernieuwbare energie ontstane kosten voor elektro-intensieve ondernemingen sluiten, worden in het opschrift van hoofdstuk IV de woorden "uit biomassa" opgeheven.
Art. 3.In artikel 7.4.1 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 13 september 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 13/09/2013 pub. 20/11/2013 numac 2013036069 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 november 2010 houdende algemene bepalingen over het energiebeleid, wat betreft de invoering van een steunregeling voor nuttige groene warmte type besluit van de vlaamse regering prom. 13/09/2013 pub. 20/11/2013 numac 2013036070 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 november 2010 houdende algemene bepalingen over het energiebeleid, wat betreft de invoering van een steunregeling voor de injectie van biomethaan type besluit van de vlaamse regering prom. 13/09/2013 pub. 20/11/2013 numac 2013036071 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 november 2010 houdende algemene bepalingen over het energiebeleid, wat betreft de invoering van een steunregeling voor restwarmte type besluit van de vlaamse regering prom. 13/09/2013 pub. 22/10/2013 numac 2013035957 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de agentschapsspecifieke regeling van de rechtspositie van het personeel van het Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie sluiten en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 17 juli 2015, 15 juli 2016 en 12 mei 2017, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 worden het eerste en tweede lid vervangen door wat volgt: "Onder de voorwaarden, vermeld in artikelen 1 tot en met 12 en artikel 41 van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening en in dit besluit wordt steun toegekend aan nuttige-groenewarmte-installaties en, als dat van toepassing is, aangesloten energie-efficiënte stadsverwarming of -koeling. Alleen investeringen in installaties die in het Vlaamse Gewest liggen, die aan een economische vraag voldoen en waarvoor geen groenestroomcertificaten of warmte-krachtcertificaten zijn toegekend of kunnen worden toegekend, komen in aanmerking voor steun."; 2° in paragraaf 1 worden tussen het tweede en het derde lid vier leden ingevoegd, die luiden als volgt: "Voor de toepassing van dit hoofdstuk komen als nuttige-groenewarmte-installaties in aanmerking: 1° installaties die nuttige groene warmte produceren uit een organisch-biologische stof als vermeld in artikel 6.1.16, § 1, eerste lid, 6°, of een van de organisch-biologische stoffen, vermeld in artikel 6.1.16, § 1, eerste lid, 7°, met een bruto thermisch vermogen van meer dan 300 kWth; 2° installaties die nuttige groene warmte winnen uit aardwarmte uit de diepe ondergrond met een bruto thermisch vermogen van meer dan 1 MWth en, als dat van toepassing is, een aangesloten Organische Rankinecyclus voor elektriciteitsproductie.De aangesloten Organische Rankinecyclus komt alleen in aanmerking als het bruto elektrisch vermogen minstens 300 kWe is, geen warmteafnamepotentieel aanwezig is en aanvullend is op de productie van nuttige groene warmte voor een economisch aantoonbare warmtevraag.
Er kan geen steun worden toegekend aan de boringen voor het winnen van aardwarmte. De minister kan op voorstel van het Vlaams Energieagentschap per call bepalen welke andere technologieën voor een nuttige-groenewarmte-installatie in aanmerking komen voor steun.
De aangesloten energie-efficiënte stadsverwarming of -koeling, vermeld in het eerste lid, of de Organische Rankinecyclus, vermeld in het derde lid, 2°, kunnen al dan niet samen met de productie-installatie ingediend worden, maar komen alleen in aanmerking voor het deel dat voldoet aan een bijkomende economisch aantoonbare vraag.
De steun bedraagt maximaal 1 miljoen euro per investeringsproject. In afwijking daarvan bedraagt voor het winnen van nuttige groene warmte uit aardwarmte uit de diepe ondergrond de steun maximaal 2 miljoen euro per investeringsproject. De Vlaamse Regering kan van het maximale steunbedrag per investeringsproject afwijken en beslissen over een steuntoekenning als het gevraagde steunbedrag hoger is."; 3° in paragraaf 4 wordt de zinsnede "van meer dan 1 MW" opgeheven; 4° in paragraaf 4 wordt tussen de woorden "als nieuwe nuttige-groenewarmte-installatie" en de woorden "De nuttige groene warmte" de zin "De minister kan per technologie een minimumvermogen voor de uitbreiding vastleggen." ingevoegd; 5° in paragraaf 5 wordt het jaartal "2015" vervangen door het jaartal "2020";6° paragraaf 7 wordt opgeheven.
Art. 4.In artikel 7.4.2 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 13 september 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 13/09/2013 pub. 20/11/2013 numac 2013036069 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 november 2010 houdende algemene bepalingen over het energiebeleid, wat betreft de invoering van een steunregeling voor nuttige groene warmte type besluit van de vlaamse regering prom. 13/09/2013 pub. 20/11/2013 numac 2013036070 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 november 2010 houdende algemene bepalingen over het energiebeleid, wat betreft de invoering van een steunregeling voor de injectie van biomethaan type besluit van de vlaamse regering prom. 13/09/2013 pub. 20/11/2013 numac 2013036071 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 november 2010 houdende algemene bepalingen over het energiebeleid, wat betreft de invoering van een steunregeling voor restwarmte type besluit van de vlaamse regering prom. 13/09/2013 pub. 22/10/2013 numac 2013035957 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de agentschapsspecifieke regeling van de rechtspositie van het personeel van het Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie sluiten en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 17 juli 2015, 27 november 2015, 15 juli 2016 en 12 mei 2017, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, zesde lid, wordt tussen de woorden "Er wordt alleen steun toegekend aan" en de woorden "stadsverwarming of -koeling" het woord "energie-efficiënte" ingevoegd; 2° in paragraaf 1, zesde lid, wordt de zinsnede "die gevoed wordt door ten minste 50 % hernieuwbare energiebronnen of 50 % restwarmte, die voldoet aan de voorwaarden van artikel 7.5.1, § 6, 1°, 2° en 3° " opgeheven; 3° in paragraaf 1 worden het zevende tot en met het tiende lid vervangen door wat volgt: "Er wordt alleen steun toegekend aan nuttige-groenewarmte-installaties die nuttige groene warmte produceren uit een organisch-biologische stof als vermeld in artikel 6.1.16, § 1, eerste lid, 6°, of een van de organisch-biologische stoffen, vermeld in artikel 6.1.16, § 1, eerste lid, 7°, met een vermogen van meer dan 300 kWth en ten hoogste 1 MWth als aan al de volgende voorwaarden is voldaan: 1° de principe-aanvraag tot steun bevat een dimensioneringsstudie voor het ontwerp van de nuttige-groenewarmte-installatie.De dimensioneringsstudie bevat minstens: a) een gedetailleerde berekening van de warmtevraag, inclusief een warmteverliesberekening;b) het aangeraden te plaatsen vermogen met het oog op de warmtevraag, vermeld in punt 1° ;c) de wijze waarop de variatie in de warmtevraag wordt opgevangen;d) een advies over warmte-opslag;e) een advies over de te plaatsen nuttige-groenewarmte-installatie;2° de beheerder van de nuttige-groenewarmte-installatie volgt bij de ingebruikname van de installatie een opleiding op maat om de installatie uit te baten.De beheerder van de installatie is de persoon die verantwoordelijk is voor minstens de aankoop en opslag van de organisch-biologische stof, de dagelijkse opvolging van de werking van de installatie en het onderhoud van de installatie. De opleiding op maat bevat minstens begeleiding voor: a) het in bedrijf nemen van de installatie;b) het dagelijkse beheer;c) de gebruikte brandstof, inclusief de vereiste kwaliteit en de condities van de opslag van de brandstof;d) de controle van de procesparameters;e) het correct handelen bij storingen en veiligheid;3° de emissies van de nuttige-groenewarmte-installatie worden bij de ingebruikname gemeten door een erkend laboratorium.Het rapport van die emissiemeting wordt uiterlijk een maand na de ingebruikname aan het Vlaams Energieagentschap bezorgd en bevat minstens de resultaten van de meting van CO, NOx, stof en SO2, uitgedrukt conform de bepalingen in het VLAREM; 4° in de principe-aanvraag wordt aangetoond dat de nuttige-groenewarmte-installatie alleen geschikt is voor het gebruik van houtpellets of dat de nuttige-groenewarmte-installatie zal worden uitgerust met minstens een doekenfilter of een elektrostatische filter.De doekenfilter of elektrostatische filter realiseert een minimaal verwijderingsrendement van 95%, of een maximale uitgangsconcentratie van 15 mg/Nm® stof bij 6% O2.
De minister kan nadere regels vastleggen om te bepalen waaraan de dimensioneringsstudie, vermeld in het zevende lid, 1°, de opleiding op maat, vermeld in het zevende lid, 2°, en de emissiemeting, vermeld in het zevende lid, 3°, moeten voldoen.
Het Vlaams energieagentschap beslist of een opleiding op maat voldoet aan de vereisten, zoals vastgesteld door de minister.
De steun wordt in geval van projecten met biomassa alleen toegekend als de biomassa die in de installatie wordt gebruikt, voldoet aan de duurzaamheidscriteria, vermeld in artikel 6.1.16, § 1/1 tot en met § 1/10.".
Art. 5.In artikel 7.4.3 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 13 september 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 13/09/2013 pub. 20/11/2013 numac 2013036069 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 november 2010 houdende algemene bepalingen over het energiebeleid, wat betreft de invoering van een steunregeling voor nuttige groene warmte type besluit van de vlaamse regering prom. 13/09/2013 pub. 20/11/2013 numac 2013036070 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 november 2010 houdende algemene bepalingen over het energiebeleid, wat betreft de invoering van een steunregeling voor de injectie van biomethaan type besluit van de vlaamse regering prom. 13/09/2013 pub. 20/11/2013 numac 2013036071 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 november 2010 houdende algemene bepalingen over het energiebeleid, wat betreft de invoering van een steunregeling voor restwarmte type besluit van de vlaamse regering prom. 13/09/2013 pub. 22/10/2013 numac 2013035957 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de agentschapsspecifieke regeling van de rechtspositie van het personeel van het Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie sluiten en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 17 juli 2015, 27 november 2015 en 15 juli 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, tweede lid, worden de woorden "De principeaanvraag zal minstens volgende gegevens bevatten" vervangen door de woorden "De principeaanvraag bevat minstens de volgende gegevens";2° in paragraaf 1, tweede lid worden de punten 8° tot en met 10° toegevoegd, die luiden als volgt: "8° de minimale hoeveelheid geproduceerde groene warmte tijdens de eerste tien jaar na de ingebruikname van de installatie;9° de te realiseren CO2-besparing op basis van de minimale hoeveelheid geproduceerde groene warmte, vermeld in punt 3° ; 10° indien de aanvraag een energie-efficiënte stadsverwarming of koeling bevat, een studie hoe de stadsverwarming of -koeling toekomstbestendig zal zijn, conform artikel 7.7.2, tweede lid."; 3° in paragraaf 1 wordt tussen het tweede en het derde lid een lid ingevoegd, dat luidt als volgt: "In het tweede lid wordt verstaan onder de te realiseren CO2-besparing: de CO2-emissie die nodig is voor de productie van de minimale hoeveelheid geproduceerde groene warmte tijdens de eerste tien jaar na de ingebruikname, vermeld in het tweede lid, 8° door de referentie-installatie, vermeld in paragraaf 3, vijfde lid.De CO2-emissie wordt berekend met een conversiefactor van 182,37 ton CO2/GWh."; 4° in paragraaf 1 wordt het bestaande vierde lid opgeheven;5° in paragraaf 3 wordt het eerste lid vervangen door wat volgt: "Het Vlaams Energieagentschap rangschikt de ingediende projecten.Elk project krijgt een score op 100 punten, waarvan 50 punten afhankelijk zijn van de kostenefficiëntie en 50 punten van de CO2-efficiëntie. De punten voor kostenefficiëntie worden berekend naargelang het gevraagde steunpercentage. Voor die berekening wordt de aangevraagde steun, vermeld in paragraaf 1, tweede lid, 5°, samen met andere financiële steun als vermeld in paragraaf 1, tweede lid, 4°, uitgedrukt in een totaal steunpercentage van de in aanmerking komende kosten. Daarbij wordt ervan uitgegaan dat andere ondersteuningsmaatregelen volledig benut worden. De punten voor kostenefficiëntie worden berekend als 50 keer het laagste berekende steunpercentage van alle projecten, gedeeld door het berekende steunpercentage voor het project. De CO2-efficiëntie wordt berekend op basis van de te realiseren CO2-besparing uit de besparing, vermeld in paragraaf 1, tweede lid, 9° gedeeld door de in aanmerking komende kosten. De punten voor CO2-efficiëntie worden berekend als 50 keer de berekende CO2-efficiëntie voor het project, gedeeld door de hoogste CO2-efficiëntie van alle projecten. Projecten met eenzelfde puntentotaal worden gerangschikt op indientijdstip, waarbij een vroeger indientijdstip beter gerangschikt wordt. De projecten met het hoogste puntentotaal worden gesteund tot het budget, vermeld in artikel 7.4.1, § 2, derde lid, opgebruikt is."; 6° in paragraaf 3, tweede lid, worden tussen het woord "steunpercentage" en de woorden "te berekenen" de woorden "en de te realiseren CO2-besparing" ingevoegd;7° in paragraaf 3 wordt het zevende lid opgeheven; 8° in paragraaf 4 wordt in het eerste lid, tussen de zin "3° uiterlijk binnen de vier jaar na de datum van de principebeslissing in gebruik genomen zijn." en de zin "De minister kan de termijn, vermeld in 1°, op gemotiveerd verzoek verlengen.", de zin "Een beroep bij een administratief rechtscollege schorst de termijnen, vermeld in het eerste lid, 1°, 2° en 3°. ", ingevoegd.
Art. 6.In artikel 7.4.4 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 13 september 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 13/09/2013 pub. 20/11/2013 numac 2013036069 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 november 2010 houdende algemene bepalingen over het energiebeleid, wat betreft de invoering van een steunregeling voor nuttige groene warmte type besluit van de vlaamse regering prom. 13/09/2013 pub. 20/11/2013 numac 2013036070 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 november 2010 houdende algemene bepalingen over het energiebeleid, wat betreft de invoering van een steunregeling voor de injectie van biomethaan type besluit van de vlaamse regering prom. 13/09/2013 pub. 20/11/2013 numac 2013036071 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 november 2010 houdende algemene bepalingen over het energiebeleid, wat betreft de invoering van een steunregeling voor restwarmte type besluit van de vlaamse regering prom. 13/09/2013 pub. 22/10/2013 numac 2013035957 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de agentschapsspecifieke regeling van de rechtspositie van het personeel van het Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie sluiten en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 17 juli 2015, 15 juli 2016, 12 mei 2017 en 26 januari 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° aan paragraaf 2 worden een tweede en een derde lid toegevoegd, die luiden als volgt: "De exploitant hanteert een massabalanssysteem dat: 1° toelaat leveringen van grondstoffen of biomassastromen met verschillende kenmerken te mengen;2° vereist dat informatie over de kenmerken en omvang van de leveringen, vermeld in punt 1°, aan het mengsel toegewezen blijven;3° ervoor zorgt dat de som van alle leveringen die uit het mengsel zijn gehaald dezelfde kenmerken heeft, in dezelfde hoeveelheden, als de som van alle leveringen die aan het mengsel zijn toegevoegd. Aan de hand van het massabalanssysteem, vermeld in het tweede lid, wordt aan het Vlaams Energieagentschap aangetoond dat de in de installatie gebruikte biomassa voldoet aan de duurzaamheidscriteria die van toepassing zijn op die biomassa als vermeld in artikel 6.1.16, § 1/1 tot en met § 1/10."; 2° in paragraaf 4, eerste lid, wordt een punt 3/1° ingevoegd, dat luidt als volgt: "3/1° een lagere productie van groene warmte tijdens de eerste tien jaar na de ingebruikname van de installatie dan opgegeven in de principeaanvraag conform artikel 7.4.3, § 1, tweede lid, 8°. De teruggevorderde subsidie is in verhouding met het tekort aan geproduceerde groene warmte."; 3° in paragraaf 4, eerste lid, worden punt 4° en 5° vervangen door wat volgt: "4° nuttige-groenewarmte-installaties die nuttige groene warmte produceren uit organisch-biologische stof en waarbij minder dan 85% van de brandstof gebruikt sinds de ingebruikname organisch-biologische stof als vermeld in artikel 6.1.16, § 1, eerste lid, 6°, of een van de organisch-biologische stoffen, vermeld in artikel 6.1.16, § 1, eerste lid, 7°, is; 5° nuttige-groenewarmte-installaties die nuttige groene warmte produceren uit organisch-biologische stof en waarbij minder dan 85% van de brandstof gebruikt sinds de ingebruikname voldoet aan de duurzaamheidscriteria, vermeld in artikel 6.1.16, § 1/1 tot en met § 1/10;".
Art. 7.In titel VII van hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 februari 2018Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 23/02/2018 pub. 30/03/2018 numac 2018011403 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende toekenning van een subsidie aan het ondersteuningsnetwerk kinderopvang type besluit van de vlaamse regering prom. 23/02/2018 pub. 15/03/2018 numac 2018011263 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot opheffing van het koninklijk besluit van 3 augustus 2012 betreffende het meerjarenplan voor de sterilisatie van huiskatten en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 februari 2016 betreffende de identificatie en registratie van katten, wat betreft de sterilisatie van katten type besluit van de vlaamse regering prom. 23/02/2018 pub. 29/03/2018 numac 2018011405 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het Energiebesluit van 19 november 2010, houdende een beperking van het op ondernemings- of vestigingsniveau verschuldigde bedrag van de door financieringssteun voor hernieuwbare energie ontstane kosten voor elektro-intensieve ondernemingen sluiten, worden in het opschrift van hoofdstuk V de woorden "en energie-efficiënte stadsverwarming of -koeling" toegevoegd.
Art. 8.In artikel 7.5.1 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 13 september 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 13/09/2013 pub. 20/11/2013 numac 2013036069 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 november 2010 houdende algemene bepalingen over het energiebeleid, wat betreft de invoering van een steunregeling voor nuttige groene warmte type besluit van de vlaamse regering prom. 13/09/2013 pub. 20/11/2013 numac 2013036070 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 november 2010 houdende algemene bepalingen over het energiebeleid, wat betreft de invoering van een steunregeling voor de injectie van biomethaan type besluit van de vlaamse regering prom. 13/09/2013 pub. 20/11/2013 numac 2013036071 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 november 2010 houdende algemene bepalingen over het energiebeleid, wat betreft de invoering van een steunregeling voor restwarmte type besluit van de vlaamse regering prom. 13/09/2013 pub. 22/10/2013 numac 2013035957 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de agentschapsspecifieke regeling van de rechtspositie van het personeel van het Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie sluiten en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 17 juli 2015, 15 juli 2016 en 12 mei 2017, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° paragraaf 1, eerste lid, wordt vervangen door wat volgt: "Onder de voorwaarden vermeld in de artikelen 1 tot en met 12 en artikel 38 en artikel 46 van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening en in dit besluit, wordt steun toegekend aan: 1° installaties voor de benutting van restwarmte die aan een economisch aantoonbare vraag voldoet en waarvoor geen steun voor de productie van nuttige groene warmte als bedoeld in artikel 7.4.1 werd toegekend of kan worden toegekend, en, voor zover dat van toepassing is, aan een aangesloten Organische Rankinecyclus voor elektriciteitsproductie; 2° aan energie-efficiënte stadsverwarming of -koeling, die aan een bijkomende economische aantoonbare warmtevraag voldoen."; 2° in paragraaf 1 wordt tussen het eerste en het tweede lid een lid ingevoegd, dat luidt als volgt: "Alleen investeringen in installaties die in het Vlaamse Gewest liggen en waarvoor geen groenestroomcertificaten of warmtekrachtcertificaten zijn toegekend of kunnen worden toegekend, komen in aanmerking voor steun.De Organische Rankinecyclus komt alleen in aanmerking als het bruto elektrisch vermogen minstens 300 kWe is, geen warmteafnamepotentieel en geen potentieel voor een kwalitatieve warmte-krachtkoppeling, conform artikel 1.1.3, 76°, van het Energie decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 28/08/2009 numac 2009035790 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs type decreet prom. 08/05/2009 pub. 09/06/2009 numac 2009035487 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het REG-decreet van 2 april 2004, wat de uitbreiding tot luchtvaartactiviteiten betreft sluiten, met een gewenst rendement op de totale investering (parameter `r') groter dan of gelijk aan de waarde zoals bepaald in punt 3 van bijlage III/2 bij het Energiebesluit, aanwezig is, enkel laagwaardige warmte gebruikt wordt en aanvullend is op een benutting van restwarmte voor een economisch aantoonbare warmtevraag.
De Organische Rankinecyclus kan al dan niet samen met de productie-installatie ingediend worden, maar komt alleen in aanmerking voor het deel dat aan een bijkomende economisch aantoonbare vraag voldoet. De minister kan nadere regels vastleggen om te bepalen of de warmte laagwaardig is."; 3° paragraaf 1, tweede lid wordt vervangen door wat volgt: "De steun bedraagt maximaal 1 miljoen EUR per investeringsproject.In afwijking hiervan bedraagt voor energie-efficiënte stadsverwarming of -koeling de steun maximaal 2 miljoen EUR per investeringsproject. De Vlaamse Regering kan van het maximale steunbedrag per investeringsproject afwijken en beslissen over een steuntoekenning als het gevraagde steunbedrag hoger is." 4° aan paragraaf 3 wordt de volgende zin toegevoegd: "De investeringen mogen niet gelijktijdig ingediend worden in een andere call uit dit besluit." 5° in paragraaf 4 wordt het jaartal "2015" vervangen door het jaartal "2020";6° in paragraaf 6, eerste zin wordt het woord "restwarmteprojecten" vervangen door "investeringsprojecten";7° in paragraaf 6, tweede lid, wordt punt 1° vervangen door wat volgt: "1° wat de oorsprong van de restwarmte betreft, moet het gaan om proceswarme die aan al de volgende voorwaarden voldoet: a) proceswarmte die vrijkomt uit een proces dat niet tot doel heeft warmte te produceren, en dat niet stuurbaar is naargelang de warmtevraag; b) proceswarmte die vrijkomt uit een proces dat niet tot doel heeft elektriciteit of mechanische energie te produceren;".
Art. 9.In artikel 7.5.2 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 13 september 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 13/09/2013 pub. 20/11/2013 numac 2013036069 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 november 2010 houdende algemene bepalingen over het energiebeleid, wat betreft de invoering van een steunregeling voor nuttige groene warmte type besluit van de vlaamse regering prom. 13/09/2013 pub. 20/11/2013 numac 2013036070 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 november 2010 houdende algemene bepalingen over het energiebeleid, wat betreft de invoering van een steunregeling voor de injectie van biomethaan type besluit van de vlaamse regering prom. 13/09/2013 pub. 20/11/2013 numac 2013036071 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 november 2010 houdende algemene bepalingen over het energiebeleid, wat betreft de invoering van een steunregeling voor restwarmte type besluit van de vlaamse regering prom. 13/09/2013 pub. 22/10/2013 numac 2013035957 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de agentschapsspecifieke regeling van de rechtspositie van het personeel van het Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie sluiten en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 juli 2015, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, eerste lid wordt het woord "installatie" telkens vervangen door "installatie of energie-efficiënte stadsverwarming of -koeling" en het woord "installaties" telkens vervangen door "installaties of energie-efficiënte stadsverwarming of -koeling";2° in paragraaf 1, tweede lid, wordt de eerste zin opgeheven;3° in paragraaf 1 worden het derde en het vierde lid opgeheven.
Art. 10.In artikel 7.5.3 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 13 september 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 13/09/2013 pub. 20/11/2013 numac 2013036069 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 november 2010 houdende algemene bepalingen over het energiebeleid, wat betreft de invoering van een steunregeling voor nuttige groene warmte type besluit van de vlaamse regering prom. 13/09/2013 pub. 20/11/2013 numac 2013036070 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 november 2010 houdende algemene bepalingen over het energiebeleid, wat betreft de invoering van een steunregeling voor de injectie van biomethaan type besluit van de vlaamse regering prom. 13/09/2013 pub. 20/11/2013 numac 2013036071 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 november 2010 houdende algemene bepalingen over het energiebeleid, wat betreft de invoering van een steunregeling voor restwarmte type besluit van de vlaamse regering prom. 13/09/2013 pub. 22/10/2013 numac 2013035957 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de agentschapsspecifieke regeling van de rechtspositie van het personeel van het Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie sluiten en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 17 juli 2015 en 27 november 2015, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, tweede lid, worden de woorden "De principeaanvraag zal minstens volgende gegevens bevatten" vervangen door de woorden "De principeaanvraag voor een installatie voor de benutting van restwarmte bevat minstens de volgende gegevens";2° aan paragraaf 1, tweede lid, worden een punt 7° en een punt 8° toegevoegd, die luiden als volgt: "7° minimale hoeveelheid te benutten restwarmte tijdens de eerste tien jaar na de ingebruikname van de installatie;8° de te realiseren CO2-besparing op basis van de minimale hoeveelheid te benutten restwarmte, vermeld in punt 7°."; 3° in paragraaf 1 worden tussen het tweede en het derde lid de volgende leden ingevoegd, die luiden als volgt: "De principeaanvraag voor energie-efficiënte stadsverwarming of -koeling zal minstens volgende gegevens bevatten : 1° investeringskost van de energie-efficiënte stadsverwarming of -koeling;2° financiële steun waarop beroep kan worden gedaan in het kader van andere ondersteuningsmaatregelen;3° aangevraagde steun, uitgedrukt in euro en als percentage van de in aanmerking komende kosten;4° berekening van de IRR van het project met en zonder de aangevraagde steun, vermeld in punt 3° ;5° thermisch rendement;6° hoeveelheid getransporteerde warmte of koude tijdens de eerste 10 jaar na indienstname van de installatie;7° bruto thermisch vermogen;8° de te realiseren CO2-besparing op basis van de hoeveelheid getransporteerde warmte of koude, vermeld in punt 6° ; 9° studie hoe de stadsverwarming of -koeling toekomstbestendig zal zijn, conform artikel 7.7.2, tweede lid.
In het tweede lid, 8° en het derde lid 8°, wordt verstaan onder de te realiseren CO2-besparing: 1° indien de aanvraag enkel een installatie voor de benutting van restwarmte betreft, is de CO2-besparing de CO2-emissie nodig voor de productie van de minimale hoeveelheid te benutten restwarmte tijdens de eerste tien jaar na indienstname, vermeld in het tweede lid, punt 7°, door de referentie-installatie, zoals vermeld in § 3, vijfde lid; 2° Indien de aanvraag een energie-efficiënte stadsverwarming of -koeling bevat, is de CO2-besparing de som van de respectievelijke CO2-besparingen van de verschillende inputstromen van de stadsverwarming of -koeling, zoals vermeld in artikel 7.5.2, § 1, tweede lid, waarbij a) voor groene warmte en restwarmte de CO2-besparing de CO2-emissie nodig voor de productie van dezelfde hoeveelheid groene warmte of restwarmte door de referentie-installatie, vermeld in § 3, vijfde lid is;b) voor een kwalitatieve warmte-krachtkoppeling de CO2-besparing de primaire energiebesparing gerealiseerd door de kwalitatieve warmte-krachtkoppeling, vermenigvuldigd met de conversiefactor uit het vijfde lid is. De CO2-emissie wordt berekend met een conversiefactor van 182,37 ton CO2/GWh.
Het maximale steunbedrag voor energie-efficiënte stadsverwarming of -koeling is niet hoger dan het verschil tussen de in aanmerking komende kosten en de exploitatiewinst. De exploitatiewinst wordt in mindering gebracht op de in aanmerking komende kosten, hetzij vooraf hetzij via een terugvorderingsmechanisme.
De minister kan op voorstel van het Vlaams Energieagentschap nadere regels vastleggen om de in aanmerking komende kosten te berekenen."; 4° in paragraaf 1 wordt het bestaande vierde lid opgeheven;5° aan paragraaf 2 wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "Voor steun aan een installatie waarbij restwarmte benut wordt bij een afvalverbrandingsinstallatie vraagt het Vlaams Energieagentschap het advies van OVAM over: 1° de technische opbouw van de installatie, zodat investeringen voor afvalverbranding of -verwerking niet in aanmerking komen voor steun;2° de gebruikte afvalstromen.OVAM onderzoekt in haar advies of de gebruikte afvalstromen in overeenstemming zijn met de principes uit het decreet 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen en in het bijzonder met de verwerkingshiërarchie, vermeld in artikel 4 van dat decreet, de in uitvoering van dat decreet genomen uitvoeringsplannen, het principe van de vervuiler betaalt, en de bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA)."; 6° in paragraaf 3 wordt het eerste lid vervangen door wat volgt: "Het Vlaams Energieagentschap rangschikt de ingediende projecten.Elk project krijgt een score op 100 punten, waarvan 50 punten afhankelijk zijn van de kostenefficiëntie en 50 punten van de CO2-efficiëntie. De punten voor kostenefficiëntie worden berekend naargelang het gevraagde steunpercentage. Voor die berekening wordt de aangevraagde steun, vermeld in paragraaf 1, tweede lid, 4° en derde lid, 3°, samen met andere financiële steun als vermeld in paragraaf 1, tweede lid, 3° en derde lid, 2°, uitgedrukt in een totaal steunpercentage van de in aanmerking komende kosten. Daarbij wordt ervan uitgegaan dat andere ondersteuningsmaatregelen volledig benut worden. De punten voor kostenefficiëntie worden berekend als 50 keer het laagste berekende steunpercentage van alle projecten, gedeeld door het berekende steunpercentage voor het project. De CO2-efficiëntie wordt berekend op basis van de te realiseren CO2-besparing, vermeld in paragraaf 1, tweede en derde lid, 8°, gedeeld door de in aanmerking komende kosten.
De punten voor CO2-efficiëntie worden berekend als 50 keer de berekende CO2-efficiëntie voor het project, gedeeld door de hoogste CO2-efficiëntie van alle projecten. Projecten met eenzelfde puntentotaal worden gerangschikt op indientijdstip, waarbij een vroeger indientijdstip beter gerangschikt wordt. De projecten met het hoogste puntentotaal worden gesteund tot het budget, vermeld in artikel 7.5.1, § 2, derde lid, opgebruikt is."; 7° in paragraaf 3, tweede lid, worden tussen het woord "steunpercentage" en de woorden "te berekenen" de woorden "en de te realiseren CO2-besparing" ingevoegd;8° in paragraaf 3, derde lid, wordt het percentage "40 %" telkens vervangen door het percentage "50%", wordt het percentage "30 %" vervangen door het percentage "40%", en wordt het percentage "20 %" vervangen door het percentage "30%";9° in paragraaf 3, vijfde lid worden de eerste 2 zinnen vervangen door wat volgt: "Voor installaties voor de benutting van restwarmte zijn de in aanmerking komende kosten de extra investeringskosten van de installatie ten opzichte van de investeringskosten van een referentieinstallatie zonder de exploitatiekosten en -baten in rekening te nemen.Voor energie-efficiënte stadsverwarming of -koeling zijn de in aanmerking komende kosten de investeringskosten. De minister kan op voorstel van het Vlaams Energieagentschap nadere regels vastleggen om de extra investeringskosten en het totale steunpercentage te berekenen en kan op voorstel van het Vlaams Energieagentschap vastleggen wat de referentieinstallatie is."; 10° in paragraaf 3 wordt het zevende lid opgeheven; 11° in paragraaf 4 wordt in het eerste lid: a) aan punt 3° de zin "In afwijking hiervan kan voor energie-efficiënte stadsverwarming of -koeling een latere uiterste datum van ingebruikname vastgelegd worden in de principebeslissing." toegevoegd; b) tussen punt 3 en de zin "De minister kan de termijn, vermeld in 1°, op gemotiveerd verzoek verlengen.", de zin "Een beroep bij een administratief rechtscollege schorst de termijnen, vermeld in het eerste lid, 1°, 2° en 3°. ", ingevoegd; 12° in paragraaf 5, eerste lid, wordt punt 3 vervangen door wat volgt: "3° een energiestroomschema van de installatie as built, met minstens: a) de aanduiding van alle meetinstrumenten;b) in het geval van een installatie waarbij restwarmte benut wordt, eventuele aanwezige warmtekracht- of groenestroominstallaties die energie uitwisselen met de installatie waarvoor steun voor de benutting van restwarmte wordt aangevraagd; c) In het geval van energie-efficiënte stadsverwarming of -koeling, alle aanwezige warmte- of koudebronnen;"; 13° in paragraaf 5, eerste lid, wordt in punt 4 "installatie" vervangen door "installatie of energie-efficiënte stadsverwarming of -koeling";14° in paragraaf 5, tweede lid, wordt "installatie" vervangen door "installatie of energie-efficiënte stadsverwarming of -koeling".
Art. 11.In artikel 7.5.4 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 13 september 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 13/09/2013 pub. 20/11/2013 numac 2013036069 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 november 2010 houdende algemene bepalingen over het energiebeleid, wat betreft de invoering van een steunregeling voor nuttige groene warmte type besluit van de vlaamse regering prom. 13/09/2013 pub. 20/11/2013 numac 2013036070 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 november 2010 houdende algemene bepalingen over het energiebeleid, wat betreft de invoering van een steunregeling voor de injectie van biomethaan type besluit van de vlaamse regering prom. 13/09/2013 pub. 20/11/2013 numac 2013036071 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 november 2010 houdende algemene bepalingen over het energiebeleid, wat betreft de invoering van een steunregeling voor restwarmte type besluit van de vlaamse regering prom. 13/09/2013 pub. 22/10/2013 numac 2013035957 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de agentschapsspecifieke regeling van de rechtspositie van het personeel van het Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie sluiten en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 26 januari 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, tweede lid wordt de eerste zin vervangen door wat volgt: "De aanvrager deelt vanaf de ingebruikname jaarlijks de benutte restwarmte of de getransporteerde warmte of koude mee aan het Vlaams Energieagentschap, opgedeeld per warmte- of koudebron."; 2° in paragraaf 2, punt 1, b), punt 2, b) en punt 3, c) wordt het woord "installatie" telkens vervangen door "installatie of de energie-effiënte stadsverwarming of -koeling";3° in paragraaf 3, eerste lid, eerste zin wordt het woord "installatie" vervangen door "installatie of de energie-effiënte stadsverwarming of -koeling";4° in paragraaf 3, punt 3 wordt tussen de woorden "benutte restwarmte" en de woorden "aan het Vlaams Energieagentschap" de woorden "of getransporteerde warmte of koude" ingevoegd; 5° in paragraaf 3 wordt een punt 3/1° ingevoegd, dat luidt als volgt: "3/1° een lagere benutting van restwarmte of een lagere hoeveelheid getransporteerde warmte of koude tijdens de eerste tien jaar na de ingebruikname van de installatie dan opgegeven in de principe-aanvraag, vermeld in artikel 7.5.3, § 1, 2e lid, 7° en 3e lid 6°. De teruggevorderde subsidie is in verhouding met het tekort aan benutte restwarmte of getransporteerde warmte of koude;"; 6° in paragraaf 4, tweede lid, wordt het woord "installatie" telkens vervangen door "installatie of de energie-efficiënte stadsverwarming of -koeling".
Art. 12.In titel VII van hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 februari 2018Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 23/02/2018 pub. 30/03/2018 numac 2018011403 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende toekenning van een subsidie aan het ondersteuningsnetwerk kinderopvang type besluit van de vlaamse regering prom. 23/02/2018 pub. 15/03/2018 numac 2018011263 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot opheffing van het koninklijk besluit van 3 augustus 2012 betreffende het meerjarenplan voor de sterilisatie van huiskatten en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 februari 2016 betreffende de identificatie en registratie van katten, wat betreft de sterilisatie van katten type besluit van de vlaamse regering prom. 23/02/2018 pub. 29/03/2018 numac 2018011405 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het Energiebesluit van 19 november 2010, houdende een beperking van het op ondernemings- of vestigingsniveau verschuldigde bedrag van de door financieringssteun voor hernieuwbare energie ontstane kosten voor elektro-intensieve ondernemingen sluiten, worden in het opschrift van hoofdstuk VI het woord "injectie" vervangen door "productie en injectie".
Art. 13.In artikel 7.6.1. van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 13 september 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 13/09/2013 pub. 20/11/2013 numac 2013036069 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 november 2010 houdende algemene bepalingen over het energiebeleid, wat betreft de invoering van een steunregeling voor nuttige groene warmte type besluit van de vlaamse regering prom. 13/09/2013 pub. 20/11/2013 numac 2013036070 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 november 2010 houdende algemene bepalingen over het energiebeleid, wat betreft de invoering van een steunregeling voor de injectie van biomethaan type besluit van de vlaamse regering prom. 13/09/2013 pub. 20/11/2013 numac 2013036071 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 november 2010 houdende algemene bepalingen over het energiebeleid, wat betreft de invoering van een steunregeling voor restwarmte type besluit van de vlaamse regering prom. 13/09/2013 pub. 22/10/2013 numac 2013035957 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de agentschapsspecifieke regeling van de rechtspositie van het personeel van het Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie sluiten en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 17 juli 2015, 15 juli 2016 en 12 mei 2017, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, eerste lid, wordt de zinsnede "Onder de voorwaarden vermeld in de Algemene Groepsvrijstellingsverordening" vervangen door "Onder de voorwaarden, vermeld in artikelen 1 tot en met 12 en artikel 41 van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening";2° in paragraaf 1, tweede lid wordt "hiervan" vervangen door "van het maximale steunbedrag";3° in paragraaf 4 wordt het jaartal "2015" vervangen door het jaartal "2020".
Art. 14.In artikel 7.6.2 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 13 september 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 13/09/2013 pub. 20/11/2013 numac 2013036069 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 november 2010 houdende algemene bepalingen over het energiebeleid, wat betreft de invoering van een steunregeling voor nuttige groene warmte type besluit van de vlaamse regering prom. 13/09/2013 pub. 20/11/2013 numac 2013036070 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 november 2010 houdende algemene bepalingen over het energiebeleid, wat betreft de invoering van een steunregeling voor de injectie van biomethaan type besluit van de vlaamse regering prom. 13/09/2013 pub. 20/11/2013 numac 2013036071 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 november 2010 houdende algemene bepalingen over het energiebeleid, wat betreft de invoering van een steunregeling voor restwarmte type besluit van de vlaamse regering prom. 13/09/2013 pub. 22/10/2013 numac 2013035957 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de agentschapsspecifieke regeling van de rechtspositie van het personeel van het Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie sluiten en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 juli 2015, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° paragraaf 1, zesde lid wordt opgeheven;2° in paragraaf 2, eerste lid wordt het woord "biomethaaninjectie" vervangen door "biomethaanproductie en -injectie".
Art. 15.In artikel 7.6.3 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 13 september 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 13/09/2013 pub. 20/11/2013 numac 2013036069 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 november 2010 houdende algemene bepalingen over het energiebeleid, wat betreft de invoering van een steunregeling voor nuttige groene warmte type besluit van de vlaamse regering prom. 13/09/2013 pub. 20/11/2013 numac 2013036070 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 november 2010 houdende algemene bepalingen over het energiebeleid, wat betreft de invoering van een steunregeling voor de injectie van biomethaan type besluit van de vlaamse regering prom. 13/09/2013 pub. 20/11/2013 numac 2013036071 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 november 2010 houdende algemene bepalingen over het energiebeleid, wat betreft de invoering van een steunregeling voor restwarmte type besluit van de vlaamse regering prom. 13/09/2013 pub. 22/10/2013 numac 2013035957 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de agentschapsspecifieke regeling van de rechtspositie van het personeel van het Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie sluiten en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 17 juli 2015 en 27 november 2015, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, tweede lid, worden de woorden "De principeaanvraag zal minstens volgende gegevens bevatten" vervangen door de woorden "De principeaanvraag bevat minstens de volgende gegevens";2° in paragraaf 1, tweede lid worden de punten 6° tot en met 9° ingevoegd, die luiden als volgt: "6° het vermogen;7° het rendement;8° de minimale hoeveelheid te produceren biomethaan tijdens de eerste tien jaar na de ingebruikname van de installatie;9° de te realiseren CO2-besparing op basis van de minimale hoeveelheid te produceren biomethaan, vermeld in punt 8°."; 3° in paragraaf 1 wordt tussen het tweede en het derde lid een lid ingevoegd dat luidt als volgt: "In het tweede lid wordt verstaan onder de te realiseren CO2-besparing: de minimale hoeveelheid te produceren biomethaan tijdens de eerste tien jaar na de ingebruikname, vermeld in het tweede lid, 8° vermenigvuldigd met de conversiefactor.De CO2-emissie wordt berekend met een conversiefactor van 182,37 ton CO2/GWh."; 4° in paragraaf 1 wordt het bestaande lid 4 opgeheven;5° in paragraaf 3 wordt het eerste lid vervangen door wat volgt: "Het Vlaams Energieagentschap rangschikt de ingediende projecten.Elk project krijgt een score op 100 punten, waarvan 50 punten afhankelijk zijn van de kostenefficiëntie en 50 punten van de CO2-efficiëntie. De punten voor kostenefficiëntie worden berekend naargelang het gevraagde steunpercentage. Voor die berekening wordt de aangevraagde steun, vermeld in paragraaf 1, tweede lid, 3°, samen met andere financiële steun als vermeld in paragraaf 1, tweede lid, 2°, uitgedrukt in een totaal steunpercentage van de in aanmerking komende kosten. Daarbij wordt ervan uitgegaan dat andere ondersteuningsmaatregelen volledig benut worden. De punten voor kostenefficiëntie worden berekend als 50 keer het laagste berekende steunpercentage van alle projecten, gedeeld door het berekende steunpercentage voor het project. De CO2-efficiëntie wordt berekend op basis van de te realiseren CO2-besparing uit de besparing, vermeld in paragraaf 1, tweede lid, 9° gedeeld door de in aanmerking komende kosten. De punten voor CO2-efficiëntie worden berekend als 50 keer de berekende CO2-efficiëntie voor het project, gedeeld door de hoogste CO2-efficiëntie van alle projecten. Projecten met eenzelfde puntentotaal worden gerangschikt op indientijdstip, waarbij een vroeger indientijdstip beter gerangschikt wordt. De projecten met het hoogste puntentotaal worden gesteund tot het budget, vermeld in artikel 7.6.1, § 2, derde lid, opgebruikt is."; 6° in paragraaf 3, tweede lid, worden tussen het woord "steunpercentage" en de woorden "te berekenen" de woorden "en de te realiseren CO2-besparing" ingevoegd;7° in paragraaf 3 wordt het zevende lid opgeheven; 8° in paragraaf 4 wordt in het eerste lid, tussen de zin "3° uiterlijk binnen de vier jaar na de datum van de principebeslissing in gebruik genomen zijn." en de zin "De minister kan de termijn, vermeld in 1°, op gemotiveerd verzoek verlengen.", de zin "Een beroep bij een administratief rechtscollege schorst de termijnen, vermeld in het eerste lid, 1°, 2° en 3°. ", ingevoegd.
Art. 16.In artikel 7.6.4 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 13 september 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 13/09/2013 pub. 20/11/2013 numac 2013036069 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 november 2010 houdende algemene bepalingen over het energiebeleid, wat betreft de invoering van een steunregeling voor nuttige groene warmte type besluit van de vlaamse regering prom. 13/09/2013 pub. 20/11/2013 numac 2013036070 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 november 2010 houdende algemene bepalingen over het energiebeleid, wat betreft de invoering van een steunregeling voor de injectie van biomethaan type besluit van de vlaamse regering prom. 13/09/2013 pub. 20/11/2013 numac 2013036071 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 november 2010 houdende algemene bepalingen over het energiebeleid, wat betreft de invoering van een steunregeling voor restwarmte type besluit van de vlaamse regering prom. 13/09/2013 pub. 22/10/2013 numac 2013035957 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de agentschapsspecifieke regeling van de rechtspositie van het personeel van het Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie sluiten en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 26 januari 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, tweede lid worden de woorden "geïnjecteerde hoeveelheid biomethaangas" vervangen door "de geproduceerde en geïnjecteerde hoeveelheid biomethaangas"; 2° in paragraaf 2, tweede lid wordt de zinsnede "van toepassing op die biomassa, zoals bedoeld in artikel 6.1.16, § 1/1" vervangen door de zinsnede `die van toepassing zijn op die biomassa als vermeld in artikel 6.1.16, § 1/1 tot en met § 1/10"; 3° in paragraaf 4, eerste lid, 3°, worden de woorden "de geïnjecteerde hoeveelheid biomethaan" vervangen door de woorden "de geproduceerde en geïnjecteerde hoeveelheid biomethaan"; 4° in paragraaf 4, eerste lid, wordt een punt 3/1° ingevoegd, dat luidt als volgt: "3/1° een lagere productie van biomethaan tijdens de eerste tien jaar na de ingebruikname van de installatie dan opgegeven in de principeaanvraag conform artikel 7.6.3, § 1, tweede lid, 8°. De teruggevorderde subsidie is in verhouding met het tekort aan geproduceerde biomethaan.".
Art. 17.In titel VII van hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij besluit van 23 februari 2018, wordt hoofdstuk VII, dat bestaat uit artikel 7.7.1 tot en met 7.7.3, vervangen door wat volgt: "HOOFDSTUK VII. Instrumenten ter ondersteuning van nuttige-groenewarmte-installaties, installaties voor de benutting van restwarmte en stadsverwarming en -koeling Afdeling I. - Algemene bepalingen
Art. 7.7.1. § 1. Onder de voorwaarden vermeld in artikelen 1 tot en met 12, en artikel 49 van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening en in dit besluit, wordt steun toegekend aan instrumenten die de investeringen in nuttige-groenewarmte-installaties, installaties voor de benutting van restwarmte en stadsverwarming en -koeling in het Vlaamse Gewest bevorderen.
De minister bepaalt jaarlijks het maximale bedrag van de totale steun op basis van de middelen die daarvoor op de algemene uitgavenbegroting van dat jaar ingeschreven zijn en van de middelen van het Energiefonds. Het maximale bedrag is ten hoogste 300.000 euro.
Het Vlaams Energieagentschap kent de steun toe tot het budget is opgebruikt. § 2. De aanvrager dient een steunaanvraag in via een elektronisch formulier op de website van het Vlaams Energieagentschap. Er kan hoogstens één steunaanvraag per instrument per keer ingediend worden.
Als een steunaanvraag door het Vlaams Energieagentschap onontvankelijk wordt verklaard, kan een nieuwe steunaanvraag ingediend worden voor het instrument uit de onontvankelijk verklaarde steunaanvraag. § 3. De steun wordt uitsluitend toegekend voor werken die zijn uitgevoerd na de goedkeuring van de steunaanvraag door het Vlaams Energieagentschap. § 4. Als de aanvrager een onderneming is, wordt de grootte van de onderneming, die bepaald is conform de definitie van kleine en middelgrote ondernemingen, vermeld in artikel 1.1.3, 75° en 86° van het Energie decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 28/08/2009 numac 2009035790 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs type decreet prom. 08/05/2009 pub. 09/06/2009 numac 2009035487 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het REG-decreet van 2 april 2004, wat de uitbreiding tot luchtvaartactiviteiten betreft sluiten, vastgesteld op basis van een verklaring op erewoord van de onderneming en op basis van de gegevens van de jaaromzet, het balanstotaal en het aantal werkzame personen.
De gegevens voor de berekening van de jaaromzet, het balanstotaal en het aantal werkzame personen worden vastgesteld op basis van de laatste jaarrekening die bij de Nationale Bank van België is neergelegd vóór de indieningsdatum van de steunaanvraag, en die beschikbaar is via een centrale databank.
Om de omzet te berekenen, wordt een boekjaar van meer of minder dan twaalf maanden herberekend tot een periode van twaalf maanden.
Voor ondernemingen die geen jaarrekening moeten opmaken, worden de gegevens voor de berekening van de jaaromzet vastgesteld op basis van de laatste aangifte bij de directe belastingen vóór de indieningsdatum van de steunaanvraag. De gegevens voor de berekening van het aantal werkzame personen worden in dat geval vastgesteld aan de hand van het aantal werknemers die in de onderneming waren tewerkgesteld gedurende de laatste vier kwartalen die de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid kan attesteren vóór de indieningsdatum van de steunaanvraag.
Bij recent opgerichte ondernemingen, waarvan de eerste jaarrekening nog niet is neergelegd en de eerste fiscale aangifte nog niet is uitgevoerd, worden de gegevens vastgesteld op basis van een financieel plan van het eerste productiejaar. § 5. De aanvrager mag op de indieningsdatum van de steunaanvraag geen achterstallige schulden hebben bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid en geen procedure op basis van Europees of nationaal recht hebben lopen waarbij een toegekende steun wordt teruggevorderd. § 6. De aanvrager is verantwoordelijk voor de naleving van de voorwaarden van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening zoals vermeld in paragraaf 1.
De aanvrager dient een principeaanvraag in aan de hand van een op de website van het Vlaams Energieagentschap ter beschikking gesteld elektronisch formulier.
De principeaanvraag zal minstens volgende gegevens bevatten : 1° financiële steun waarop beroep kan worden gedaan in het kader van andere ondersteuningsmaatregelen; 2° aangevraagde steun, uitgedrukt in euro en als percentage van de in aanmerking komende kosten, zoals vermeld in artikel 7.7.3, § 1, vijfde lid. § 7. Het Vlaams Energieagentschap beoordeelt de ontvankelijkheid van de steunaanvragen aan de hand van de volgende criteria: 1° de principeaanvraag is ingediend op de formulieren die daarvoor voorzien zijn als vermeld in paragraaf 2;2° de principeaanvraag is volledig en correct ingevuld. De aanvrager van wie de steunaanvraag niet ontvankelijk is, wordt daarvan binnen twee maanden na de ontvangst van de aanvraag schriftelijk op de hoogte gebracht.
Het Vlaams Energieagentschap onderzoekt of de steunaanvragen voldoen aan de voorwaarden, vermeld in paragraaf 4, en in artikel 7.7.2 of 7.7.3.
Het Vlaams Energieagentschap betekent aan de aanvrager zijn beslissing over het al dan niet toekennen van de steun. § 8. Het uit te betalen steunbedrag wordt bepaald door het steunpercentage dat is aangevraagd in het kader van dit besluit als vermeld in paragraaf 6, derde lid, 2°, toe te passen op de werkelijk in aanmerking komende kosten die gestaafd worden door facturen. Als de werkelijk verkregen steun uit andere ondersteuningsmaatregelen hoger ligt dan opgegeven in de aanvraag conform paragraaf 6, derde lid, 1°, wordt de uit te betalen steun in dezelfde mate verminderd, of wordt de al uitbetaalde steun in dezelfde mate teruggevorderd. De aanvrager deelt elk verschil tussen de financiële steun waarop een beroep wordt gedaan zoals opgegeven in de aanvraag conform paragraaf 6, derde lid, 1°, en de werkelijk verkregen steun onmiddellijk mee aan het Vlaams Energieagentschap.
De steungerechtigde meldt aan het Vlaams Energieagentschap onmiddellijk: 1° alle wijzigingen die ervoor kunnen zorgen dat niet langer voldaan wordt aan de voorwaarden voor de toekenning van de steun;2° alle wijzigingen die een invloed kunnen hebben op het bedrag van de toe te kennen steun;3° iedere wijziging met betrekking tot de natuurlijke persoon of rechtspersoon waaraan de steun toegekend wordt. Bij wijzigingen als vermeld in het tweede lid, kan het Vlaams Energieagentschap zijn beslissing tot toekenning van steun wijzigen. Afdeling II. Steun voor studies
Art. 7.7.2. Studies die de toekomstbestendigheid van een stadsverwarming of -koeling onderzoeken, komen in aanmerking voor steun.
De studie bevat minstens: 1° een korte- en langetermijnplanning van de uitbouw van het warmtenet;2° een beschrijving van de wijze waarop de warmte of koude in cascade gebruikt zal worden;3° een stappenplan om de stadsverwarming of -koeling tegen 2050 volledig te voeden met groene warmte of restwarmte. Art. 7.7.3. § 1. Het totaal van de uit te betalen steun voor een studie die de toekomstbestendigheid van een stadsverwarming of -koeling onderzoekt, inclusief andere financiële ondersteuningsmaatregelen, is niet hoger dan 50% van de in aanmerking komende kosten.
Projecten waarbij het aangevraagde steunpercentage hoger ligt dan 50% van de in aanmerking komende kosten, komen niet in aanmerking voor ondersteuning.
De steun bedraagt maximum 5000 euro voor een studie die de toekomstbestendigheid van een stadsverwarming of -koeling onderzoekt.
Als de studie die de toekomstbestendigheid van een stadsverwarming of -koeling onderzoekt onderdeel is van een ruimere ontwerpstudie van de stadsverwarming of -koeling, dan komt maximum 25% van de kosten van die ontwerpstudie in aanmerking voor steun.
De in aanmerking komende kosten, vermeld in het eerste lid, zijn de kosten van de studie. De minister kan op voorstel van het Vlaams Energieagentschap nadere regels vastleggen om die kosten te berekenen.
De steun wordt enkel toegekend aan publieke organisaties. § 2. De steun wordt uitbetaald na de ontvangst en goedkeuring van de uitgevoerde studie door het Vlaams Energieagentschap en op voorwaarde dat aan al de volgende voorwaarden voldaan is: 1° de aanvraag tot uitbetaling wordt op zijn vroegst na de goedkeuring van de steunaanvraag door het Vlaams Energieagentschap ingediend en uiterlijk twee jaar na de goedkeuring;2° de financiële verantwoording waaruit de correcte besteding van de steun blijkt, is ingediend bij het Vlaams Energieagentschap;3° de onderneming heeft op de indieningsdatum van de steunaanvraag geen achterstallige schulden bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid en geen procedure op basis van Europees of nationaal recht hebben lopen waarbij een toegekende steun wordt teruggevorderd.Als er achterstallige schulden zijn, wordt de uitbetaling opgeschort tot de onderneming bewijst dat die schulden zijn aangezuiverd; 4° de studie voldoet aan de voorwaarden, vermeld in het artikel 7.7.2 van dit besluit.
De financiële verantwoording van de subsidie, vermeld in het eerste lid, 2°, bestaat uit: 1° een financieel verslag: resultatenrekening waarin alle kosten en opbrengsten met betrekking tot de gesubsidieerde periode zijn opgenomen voor de gesubsidieerde activiteit.Eventuele bijkomende subsidies van de Vlaamse overheid of andere overheden voor dezelfde activiteit(en) worden ook in die resultatenrekening opgenomen; en 2° de volgende verantwoordingsstukken: a) een factuurlijst met het factuurnummer, de omschrijving, de factuurdatum, de leverancier, het bedrag inclusief btw en de betaaldatum;b) de loonkosten, in detail toegewezen aan de geleverde resultaten. De verleende steun of een gedeelte ervan wordt teruggevorderd als wordt vastgesteld dat de toekenningsvoorwaarden niet zijn nageleefd of als de toelage voor andere doeleinden is aangewend.".
Art. 18.De Vlaamse minister, bevoegd voor het energiebeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 30 november 2018.
De minister-president van de Vlaamse Regering, G. BOURGEOIS De Vlaamse minister van Begroting, Financiën en Energie, B. TOMMELEIN