gepubliceerd op 21 december 2022
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 november 2018 houdende de uitvoering van het decreet van 18 mei 2018 houdende de Vlaamse sociale bescherming en het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2018 tot financiering van sommige sociale akkoorden in bepaalde gezondheidsinrichtingen en -diensten, wat betreft bijkomende flexibiliteit in de personeelsinzet in woonzorgcentra en centra voor kortverblijf
14 OKTOBER 2022. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 november 2018Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 30/11/2018 pub. 18/01/2019 numac 2019010100 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 juni 2013 betreffende het algemeen welzijnswerk type besluit van de vlaamse regering prom. 30/11/2018 pub. 07/12/2018 numac 2018032370 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen betreffende het woonbeleid type besluit van de vlaamse regering prom. 30/11/2018 pub. 28/12/2018 numac 2018032546 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de uitvoering van het decreet van 18 mei 2018 houdende de Vlaamse sociale bescherming type besluit van de vlaamse regering prom. 30/11/2018 pub. 21/02/2019 numac 2019010902 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van het Energiebesluit van 19 november 2010, wat betreft een aanpassing van de call-regeling voor de ondersteuning van groene warmte, restwarmte en biomethaan type besluit van de vlaamse regering prom. 30/11/2018 pub. 26/02/2019 numac 2019010976 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de organisatie van een provinciale volksraadpleging sluiten houdende de uitvoering van het decreet van 18 mei 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/05/2018 pub. 11/06/2018 numac 2018012402 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van artikel 41 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, wat de verfijning van de belastingbevoegdheid van de gemeenteraad betreft sluiten houdende de Vlaamse sociale bescherming en het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2018Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 07/12/2018 pub. 28/01/2019 numac 2019030047 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 november 2018 houdende de uitvoering van het decreet van 18 mei 2018 houdende de Vlaamse sociale bescherming, wat betreft de gespreide uitrol voor woonzorgcentra, centra voor kortverblijf en dagverzorgingscentra sluiten tot financiering van sommige sociale akkoorden in bepaalde gezondheidsinrichtingen en -diensten, wat betreft bijkomende flexibiliteit in de personeelsinzet in woonzorgcentra en centra voor kortverblijf
Rechtsgronden Dit besluit is gebaseerd op: - het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging, artikel 52; - het
decreet van 18 mei 2018Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
18/05/2018
pub.
11/06/2018
numac
2018012402
bron
vlaamse overheid
Decreet houdende wijziging van artikel 41 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, wat de verfijning van de belastingbevoegdheid van de gemeenteraad betreft
sluiten houdende de Vlaamse sociale bescherming, artikel 49, § 3/2, ingevoegd bij het decreet van 18 juni 2021, artikel 139/1, ingevoegd en gewijzigd bij het decreet van 18 juni 2021, artikel 145, § 1, eerste lid, en § 2, eerste lid, artikel 148, § 1, eerste lid, en § 2, eerste lid, artikel 150, § 2, eerste lid, en artikel 152, § 1, eerste lid, gewijzigd bij het decreet van 15 februari 2019, en § 2, eerste lid.
Vormvereisten De volgende vormvereisten zijn vervuld: - De Inspectie van Financiën heeft advies gegeven op 14 juni 2022. - De Vlaamse toezichtscommissie voor de verwerking van persoonsgegevens heeft advies 2022/073 gegeven op 19 juli 2022. - De Raad van State heeft advies 72.115/1 gegeven op 27 september 2022, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.
Motivering Dit besluit is gebaseerd op de volgende motieven: - Woonzorgcentra en centra voor kortverblijf worden geconfronteerd met ernstige personele noden. Zo is er enerzijds de krapte op de arbeidsmarkt inzake zorgpersoneel, wat het zeer moeilijk maakt om de nodige verpleegkundigen en/of zorgkundigen te werven. Daarnaast heeft ook de COVID-19-crisis een zware impact op het personeel, waardoor veel voorzieningen met ernstige personeelsuitval werden of worden geconfronteerd. - Met dit besluit wordt voorzien in enkele flexibiliseringen in de gefinancierde personeelsnormen om toch de personeelsomkadering op peil te kunnen houden (inzet van zelfstandig verpleegkundigen, verpleegkundigen tewerkgesteld bij een andere zorgvoorziening, zorgkundige uitzendkrachten en zelfstandig zorgkundigen) en het zorgpersoneel te ondersteunen (inzet van logistiek medewerkers in de zorg). Ook wordt de afwijking verlengd waarbij enkele zware sancties bij personeelstekorten niet worden toegepast.
Initiatiefnemer Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin.
Na beraadslaging, DE VLAAMSE REGERING BESLUIT: HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen aan het besluit van de Vlaamse Regering van 30 november 2018Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 30/11/2018 pub. 18/01/2019 numac 2019010100 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 juni 2013 betreffende het algemeen welzijnswerk type besluit van de vlaamse regering prom. 30/11/2018 pub. 07/12/2018 numac 2018032370 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen betreffende het woonbeleid type besluit van de vlaamse regering prom. 30/11/2018 pub. 28/12/2018 numac 2018032546 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de uitvoering van het decreet van 18 mei 2018 houdende de Vlaamse sociale bescherming type besluit van de vlaamse regering prom. 30/11/2018 pub. 21/02/2019 numac 2019010902 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van het Energiebesluit van 19 november 2010, wat betreft een aanpassing van de call-regeling voor de ondersteuning van groene warmte, restwarmte en biomethaan type besluit van de vlaamse regering prom. 30/11/2018 pub. 26/02/2019 numac 2019010976 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de organisatie van een provinciale volksraadpleging sluiten houdende de uitvoering van het decreet van 18 mei 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/05/2018 pub. 11/06/2018 numac 2018012402 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van artikel 41 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, wat de verfijning van de belastingbevoegdheid van de gemeenteraad betreft sluiten houdende de Vlaamse sociale bescherming
Artikel 1.In artikel 431 van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 november 2018Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 30/11/2018 pub. 18/01/2019 numac 2019010100 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 juni 2013 betreffende het algemeen welzijnswerk type besluit van de vlaamse regering prom. 30/11/2018 pub. 07/12/2018 numac 2018032370 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen betreffende het woonbeleid type besluit van de vlaamse regering prom. 30/11/2018 pub. 28/12/2018 numac 2018032546 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de uitvoering van het decreet van 18 mei 2018 houdende de Vlaamse sociale bescherming type besluit van de vlaamse regering prom. 30/11/2018 pub. 21/02/2019 numac 2019010902 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van het Energiebesluit van 19 november 2010, wat betreft een aanpassing van de call-regeling voor de ondersteuning van groene warmte, restwarmte en biomethaan type besluit van de vlaamse regering prom. 30/11/2018 pub. 26/02/2019 numac 2019010976 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de organisatie van een provinciale volksraadpleging sluiten houdende de uitvoering van het decreet van 18 mei 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/05/2018 pub. 11/06/2018 numac 2018012402 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van artikel 41 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, wat de verfijning van de belastingbevoegdheid van de gemeenteraad betreft sluiten houdende de Vlaamse sociale bescherming, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 7 mei 2021 en 16 juli 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het tweede lid wordt vervangen door wat volgt: "De personeelsleden voor reactivering beschikken over ten minste een van de volgende kwalificaties of over een kwalificatie die daarmee gelijkgesteld is door de bevoegde overheid: 1° master of science in de revalidatiewetenschappen en kinesitherapie;2° gegradueerde in de kinesitherapie, op voorwaarde dat dit diploma is behaald vóór 1 november 2002 en de erkenning als kinesitherapeut is aangevraagd vóór 1 september 2019;3° bachelor in de logopedie en de audiologie;4° master of science in de logopedische en de audiologische wetenschappen;5° bachelor in de ergotherapie;6° master of science in de ergotherapeutische wetenschap;7° bachelor in de sociale readaptatiewetenschappen;8° bachelor in de voedings- en dieetkunde;9° gegradueerde in de orthopedagogie;10° gegradueerde in de orthopedagogische begeleiding;11° bachelor in de orthopedagogie;12° bachelor in de orthopedie;13° bachelor in de pedagogie van het jonge kind;14° master of science in de pedagogische wetenschappen;15° master of science in de psychologie;16° bachelor in de toegepaste psychologie;17° gegradueerde in het maatschappelijk werk;18° gegradueerde in het sociaal-cultureel werk;19° bachelor in het sociaal werk;20° master of science in het sociaal werk;21° master of science in het sociaal werk en het sociaal beleid;22° bachelor in de gezinswetenschappen;23° master of science in het management, zorg en beleid in de gerontologie;24° bachelor in de psychosociale gerontologie na het volgen van een bachelor-na-bacheloropleiding;25° bachelor in de mondzorg;26° master of arts in de muziek, afstudeerrichting muziektherapie;27° master of arts in de dans;28° master of arts in het drama;29° bachelor in de creatieve therapie na het volgen van een bachelor-na-bacheloropleiding;30° master of arts in de theologie en de religiewetenschappen;31° master of arts in de protestantse theologie en religiestudies;32° master of arts in de wereldreligies;33° master of arts in samenleving, recht en religie;34° master of arts in de moraalwetenschappen;35° master of arts in de wijsbegeerte en de moraalwetenschappen;36° master of arts in de wijsbegeerte;37° bachelor in de zorgtechnologie;38° bachelor in wellbeing- en vitaliteitsmanagement;39° bachelor in de toegepaste gezondheidswetenschappen;40° bachelor in sport en bewegen;41° master of science in de lichamelijke opvoeding en de bewegingswetenschappen; 42° bachelor in de podologie."; 2° er wordt een derde lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "In het tweede lid wordt verstaan onder bachelor: een bachelor na een professioneel gerichte bacheloropleiding.Een academische bacheloropleiding komt niet in aanmerking.".
Art. 2.In artikel 432, vierde lid, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de zin "Het verplegend uitzendpersoneel, vermeld in artikel 475, § 3, wordt ook in aanmerking genomen." wordt vervangen door de zin "De verpleegkundige uitzendkrachten, vermeld in artikel 475, § 3, eerste lid, worden ook in aanmerking genomen."; 2° de volgende zin wordt toegevoegd: "Voor de factureringsperiode van 1 januari 2023 tot en met 31 december 2024 worden ook het zelfstandig verpleegkundig personeel, vermeld in artikel 475, § 3, tweede lid, 1°, het verpleegkundig personeel, vermeld in artikel 475, § 3, tweede lid, 2°, de zorgkundige uitzendkrachten, vermeld in artikel 475, § 3, derde lid, 1° en het zelfstandig zorgkundig personeel, vermeld in artikel 475, § 3, derde lid, 2° in aanmerking genomen.".
Art. 3.In artikel 432, vierde lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij dit besluit, wordt de zin "Voor de factureringsperiode van 1 januari 2023 tot en met 31 december 2024 worden ook het zelfstandig verpleegkundig personeel, vermeld in artikel 475, § 3, tweede lid, 1°, het verpleegkundig personeel, vermeld in artikel 475, § 3, tweede lid, 2°, de zorgkundige uitzendkrachten, vermeld in artikel 475, § 3, derde lid, 1° en het zelfstandig zorgkundig personeel, vermeld in artikel 475, § 3, derde lid, 2° in aanmerking genomen." opgeheven.
Art. 4.Aan artikel 433, § 6, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 juni 2019Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 28/06/2019 pub. 16/09/2019 numac 2019014447 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot goedkeuring van de wijzigingen van de statuten van de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening aangebracht door de Algemene Vergadering van de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening op 7 juni 2019 type besluit van de vlaamse regering prom. 28/06/2019 pub. 20/08/2019 numac 2019041758 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 november 2018 houdende de uitvoering van het decreet van 18 mei 2018 houdende de Vlaamse sociale bescherming, wat betreft de aanpassing van de instapmomenten van de gespreide uitrol voor woonzorgcentra, centra voor kortverblijf en dagverzorgingscentra sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° In het tweede lid worden de woorden "erkende interimonderneming" vervangen door de woorden "erkend uitzendbureau";2° In het tweede lid worden de woorden "de interimonderneming" telkens vervangen door de woorden "het uitzendbureau";3° In het tweede lid worden de woorden "het interim personeel" vervangen door de woorden "de uitzendkrachten";4° Er wordt tussen het tweede en derde lid een lid ingevoegd, dat luidt als volgt: "De uitzendkracht die via het voormelde uitzendbureau wordt tewerkgesteld bij het centrum voor dagverzorging, werkt onder het gezag van het centrum voor dagverzorging.Een tewerkstelling in het kader van projectsourcing of projectstaffing als verpleegkundige valt niet onder het toepassingsgebied van dit artikel.".
Art. 5.In artikel 452, eerste lid, van hetzelfde besluit worden een punt 2° /1 en een punt 2° /2 ingevoegd, die luiden als volgt: "2° /1 een kopie van de contracten die gesloten zijn met de uitzendbureaus, vermeld in artikel 475, § 3, eerste lid en derde lid, 1°, een kopie van de facturen waarop het aantal uren vermeld staat dat de personeelsleden, vermeld in artikel 475, § 3, eerste lid en derde lid, 1°, in de zorgvoorziening gepresteerd hebben en ook de betalingsbewijzen. Het agentschap kan ook de nodige documenten vragen waaruit blijkt dat het om gekwalificeerd zorgpersoneel gaat; 2° /2 een kopie van de ondernemingscontracten die gesloten zijn met het zelfstandig personeel, vermeld in artikel 475, § 3, tweede lid, 1° en derde lid, 2°, of de uitleningsovereenkomst voor verpleegkundig personeel in loondienst bij een andere zorgvoorziening, vermeld in artikel 475, § 3, tweede lid, 2°, een kopie van de facturen waarop het aantal uren vermeld staat dat de personeelsleden, vermeld in artikel 475, § 3, tweede lid, 1° en 2° en derde lid, 2°, in de zorgvoorziening gepresteerd hebben en ook de betalingsbewijzen.Het agentschap kan ook de nodige documenten vragen waaruit blijkt dat het om gekwalificeerd zorgpersoneel gaat;".
Art. 6.In artikel 452, eerste lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij dit besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in punt 2° /1 wordt de zinsnede "de uitzendbureaus, vermeld in artikel 475, § 3, eerste lid en derde lid, 1°, een kopie van de facturen waarop het aantal uren vermeld staat dat de personeelsleden, vermeld in artikel 475, § 3, eerste lid en derde lid, 1°, in de zorgvoorziening" vervangen door de zinsnede "de uitzendbureaus, vermeld in artikel 475, § 3, eerste lid, een kopie van de facturen waarop het aantal uren vermeld staat dat de personeelsleden, vermeld in artikel 475, § 3, eerste lid, in de zorgvoorziening";2° punt 2° /2 wordt opgeheven.
Art. 7.In artikel 453, § 1, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in punt 2°, f), wordt tussen de zinsnede "artikel 475, § 3," en de zinsnede " § 4" de zinsnede "elfde en twaalfde lid," ingevoegd;2° in punt 2°, h) wordt het woord "interim" vervangen door het woord "uitzendkracht";3° er worden een punt 2° /1 en 2° /2 ingevoegd, die luiden als volgt: "2° /1 de volgende gegevens voor alle begeleiders wonen en leven per persoon: a) de naam en voornaam;b) het INSZ-nummer;c) het aantal gepresteerde en/of gelijkgestelde dagen, vermeld in artikel 473, § 4, tweede lid, van dit besluit;d) het aantal niet-gelijkgestelde dagen, vermeld in artikel 473, § 4, tweede lid, van dit besluit;e) het aantal gepresteerde en/of geassimileerde uren, vermeld in artikel 473, § 4, tweede lid, van dit besluit;f) de beroepskwalificatie;g) het statuut: loontrekkende of statutair;h) als het gaat om een nieuw personeelslid of als een einde is gesteld aan de tewerkstelling: de begindatum en, in voorkomend geval, de einddatum;2° /2 de volgende gegevens voor alle logistiek medewerkers in de zorg per persoon: a) de naam en voornaam;b) het INSZ-nummer;c) het aantal gepresteerde en/of gelijkgestelde dagen, vermeld in artikel 487, § 1, derde lid, van dit besluit;d) het aantal niet-gelijkgestelde dagen, vermeld in artikel 487, § 1, derde lid, van dit besluit;e) het aantal gepresteerde en/of geassimileerde uren, vermeld in artikel 487, § 1, derde lid, van dit besluit;f) de beroepskwalificatie;g) het statuut: loontrekkende of statutair; h) als het gaat om een nieuw personeelslid of als een einde is gesteld aan de tewerkstelling: de begindatum en, in voorkomend geval, de einddatum;".
Art. 8.In artikel 453, § 1, eerste lid, 2°, f), van hetzelfde besluit, gewijzigd bij dit besluit, worden de woorden "elfde en twaalfde lid" vervangen door de woorden "achtste en negende lid".
Art. 9.Aan artikel 473, § 4, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 juni 2019Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 28/06/2019 pub. 16/09/2019 numac 2019014447 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot goedkeuring van de wijzigingen van de statuten van de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening aangebracht door de Algemene Vergadering van de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening op 7 juni 2019 type besluit van de vlaamse regering prom. 28/06/2019 pub. 20/08/2019 numac 2019041758 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 november 2018 houdende de uitvoering van het decreet van 18 mei 2018 houdende de Vlaamse sociale bescherming, wat betreft de aanpassing van de instapmomenten van de gespreide uitrol voor woonzorgcentra, centra voor kortverblijf en dagverzorgingscentra sluiten en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2021Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 16/07/2021 pub. 27/08/2021 numac 2021042799 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 november 2018 houdende de uitvoering van het decreet van 18 mei 2018 houdende de Vlaamse sociale bescherming, ingevolge het Vlaams intersectoraal akkoord van 30 maart 2021 type besluit van de vlaamse regering prom. 16/07/2021 pub. 10/08/2021 numac 2021032158 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van artikel 193/1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2018 houdende de uitvoering van het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging, wat betreft compenserende maatregelen voor de revalidatievoorzieningen sluiten, wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "Het aantal voltijdsequivalenten begeleiders wonen en leven, vermeld in het eerste lid, wordt op de volgende wijze bepaald: 1° voor de periode van voltijdse tewerkstelling: het voltijdsequivalent per trimester tx = ((P/(P+NP)) x (d1/d2)), waarbij: a) P: het aantal gepresteerde en het aantal gelijkgestelde dagen in trimester tx;b) NP: het aantal niet-gelijkgestelde dagen in trimester tx;c) d1: het aantal dagen van voltijdse tewerkstelling;d) d2: het aantal dagen in het trimester;2° het voltijdsequivalent voor deeltijds werkende personeelsleden: het voltijdsequivalent per trimester tx = (P/H), waarbij: a) P: het aantal gepresteerde en/of geassimileerde uren tijdens het trimester, met uitsluiting van het aantal uren van voltijdse tewerkstelling;b) H: het aantal dagen van maandag tot vrijdag, gedurende het trimester, vermenigvuldigd met 7,6 uur per dag; 3° het voltijdsequivalent tijdens de referentieperiode wordt bepaald aan de hand van de resultaten van de berekening, vermeld in punt 1° en 2°, en is gelijk aan de som van de voltijdsequivalenten per trimester tx in de referentieperiode gedeeld door het aantal trimesters in de referentieperiode.".
Art. 10.In artikel 475 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 7 december 2018 en 28 juni 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, eerste lid, 1° worden de woorden "een uitzendverpleegkundige" vervangen door de woorden "verpleegkundige of zorgkundige uitzendkracht";2° paragraaf 3 wordt vervangen door wat volgt: " § 3.De woonzorgcentra, in voorkomend geval met de bijbehorende centra voor kortverblijf die te kampen hebben met een tekort aan verpleegkundig personeel en die onmogelijk onmiddellijk loontrekkend of statutair verpleegkundig personeel kunnen aanwerven, kunnen tijdelijk een beroep doen op de diensten van verpleegkundige uitzendkrachten die ter beschikking worden gesteld door een uitzendbureau dat de bevoegde overheid heeft erkend.
Voor de factureringsperiode van 1 januari 2023 tot en met 31 december 2024 kunnen de woonzorgcentra, in voorkomend geval met de bijbehorende centra voor kortverblijf die te kampen hebben met een tekort aan verpleegkundig personeel en die onmogelijk onmiddellijk loontrekkend of statutair verpleegkundig personeel kunnen aanwerven, tijdelijk een beroep doen op het volgende personeel: 1° zelfstandig verpleegkundig personeel dat door een ondernemingscontract aan de zorgvoorziening verbonden is;2° verpleegkundig personeel dat in loondienst is bij een andere zorgvoorziening op basis van een uitleningsovereenkomst tussen het woonzorgcentrum en de zorgvoorziening waar de verpleegkundige in loondienst is. Voor de factureringsperiode van 1 januari 2023 tot en met 31 december 2024 kunnen de woonzorgcentra, in voorkomend geval met de bijbehorende centra voor kortverblijf die te kampen hebben met een tekort aan zorgkundigen en die onmogelijk onmiddellijk loontrekkend of statutair zorgkundig personeel kunnen aanwerven, tijdelijk een beroep doen op: 1° de diensten van zorgkundige uitzendkrachten die ter beschikking worden gesteld door een uitzendbureau dat de bevoegde overheid heeft erkend;2° zelfstandig zorgkundig personeel dat door een ondernemingscontract aan de zorgvoorziening verbonden is. Een tijdelijke maatregel als vermeld in het eerste tot en met derde lid, ontslaat de zorgvoorziening niet van haar verplichting om binnen de kortst mogelijke termijn eigen loontrekkend en statutair personeel te voorzien.
Het aanwerven van zorgpersoneel via een uitzendbureau dat de bevoegde overheid heeft erkend gebeurt binnen het wettelijk kader met betrekking op het sociaal overleg.
De uitzendkracht die met toepassing van het derde lid, 1°, via een uitzendbureau, dat de bevoegde overheid heeft erkend, ter beschikking wordt gesteld van het woonzorgcentrum, in voorkomend geval met het bijbehorende centrum voor kortverblijf, werkt onder het gezag van het woonzorgcentrum, in voorkomend geval met het bijbehorende centrum voor kortverblijf. Een tewerkstelling in het kader van projectsourcing of projectstaffing valt niet onder het toepassingsgebied van dit artikel.
Het inzetten van verpleegkundigen verbonden door een ondernemingscontract of via een uitleningsovereenkomst met een andere zorgvoorziening gebeurt binnen het wettelijk kader van de afspraken tussen de sociale partners.
De voorziening bewijst op eerste verzoek van het agentschap dat het voor haar onmogelijk was om onmiddellijk loontrekkend of statutair personeel aan te werven en dat ze de zoektocht naar eigen loontrekkend en statutair personeel actief voortzet.
Het agentschap kan de nodige documenten vragen waaruit blijkt dat het om gekwalificeerd zorgpersoneel gaat.
Een verpleegkundige of zorgkundige als vermeld in het eerste tot en met derde lid, kan voor een gemiddelde van maximaal 38 uur per week in aanmerking worden genomen.
Het voltijdsequivalent per trimester tx is in de gevallen, vermeld in het eerste tot en met derde lid, gelijk aan U/D, waarbij: 1° U: het aantal gepresteerde uren tijdens het trimester;2° D: het aantal dagen van maandag tot vrijdag, gedurende het trimester, vermenigvuldigd met 7,6 uur per dag. Het voltijdsequivalent tijdens de referentieperiode wordt bepaald aan de hand van de resultaten van de formule, vermeld in het elfde lid, en is gelijk aan de som van de voltijdsequivalenten per trimester tx in de referentieperiode, gedeeld door het aantal trimesters in de referentieperiode.".
Art. 11.In artikel 475, § 3, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij dit besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het zesde lid wordt tussen de woorden "met toepassing van het" en de zinsnede "derde lid, 1° " de woorden "eerste lid en" ingevoegd;2° er worden een dertiende en veertiende lid ingevoegd, die luiden als volgt: "Onder uitzendkracht, vermeld in het eerste, derde en zesde lid moet een uitzendkracht worden begrepen zoals bedoeld in hoofdstuk II van de wet van 27 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers.Het werkgeversgezag over de uitzendkracht wordt overgedragen van het uitzendbureau aan het woonzorgcentrum, in voorkomend geval met het bijbehorende centrum voor kortverblijf.
Onder projectsourcing of projectstaffing, vermeld in het zesde lid, moet een tewerkstelling worden begrepen waarbij een werknemer van een projectsourcingbureau of uitzendbureau dat de projectsourcing organiseert tijdelijk van korte of lange duur ter beschikking wordt gesteld aan een woonzorgcentrum, in voorkomend geval met bijbehorende centrum voor kortverblijf, en waarbij het gezag dat normaal aan de werkgever toekomt, zoals bedoeld in artikel 31 van de wet van 27 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers, niet aan het woonzorgcentrum, in voorkomend geval met het bijbehorende centrum voor kortverblijf, wordt overgedragen maar verder wordt uitgeoefend door het projectsourcingbureau of uitzendbureau dat de projectsourcing organiseert.".
Art. 12.In artikel 475 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij dit besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, eerste lid, 1°, worden de woorden "of zorgkundige" opgeheven;2° in paragraaf 3 worden het tweede, derde en zevende lid opgeheven;3° in paragraaf 3 worden in het bestaande vierde, tiende en elfde lid, die het tweede, zevende en achtste lid worden, de woorden "tot en met derde" opgeheven;4° in paragraaf 3 worden in het bestaande zesde lid, dat het vierde lid wordt, de woorden "en derde lid, 1° " opgeheven;5° in paragraaf 3 worden in het bestaande tiende lid, dat het zevende lid wordt, de woorden "of zorgkundige" opgeheven;6° in paragraaf 3 wordt in het bestaande twaalfde lid, dat het negende lid wordt, het woord "elfde" vervangen door het woord "achtste";7° in paragraaf 3 wordt in het bestaande dertiende lid, dat het tiende lid wordt, de zinsnede "vermeld in het eerste, derde en zesde lid" vervangen door de woorden "vermeld in het eerste en vierde lid";8° in paragraaf 3 worden in het bestaande veertiende lid, dat het elfde lid wordt, de worden "het zesde lid" vervangen door de woorden "het vierde lid".
Art. 13.Aan artikel 479 van hetzelfde besluit wordt een derde lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "Dit artikel is niet van toepassing op tegemoetkomingen die betrekking hebben op de factureringsperiode van 1 januari 2023 tot en met 31 december 2023.".
Art. 14.In artikel 479 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij dit besluit, wordt het derde lid opgeheven.
Art. 15.In artikel 480, § 1, vierde lid, van hetzelfde besluit worden tussen het woord "uitzendcontract" en de zinsnede ", of die werkzaam zijn" de woorden "vanuit een uitzendbureau dat de bevoegde overheid heeft erkend" ingevoegd.
Art. 16.In artikel 482 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2021Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 16/07/2021 pub. 27/08/2021 numac 2021042799 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 november 2018 houdende de uitvoering van het decreet van 18 mei 2018 houdende de Vlaamse sociale bescherming, ingevolge het Vlaams intersectoraal akkoord van 30 maart 2021 type besluit van de vlaamse regering prom. 16/07/2021 pub. 10/08/2021 numac 2021032158 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van artikel 193/1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2018 houdende de uitvoering van het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging, wat betreft compenserende maatregelen voor de revalidatievoorzieningen sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de woorden "een aantal van bachelors" worden vervangen door de woorden "een aantal bachelors";2° er wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "In afwijking van het eerste lid wordt voor de factureringsperiode van 1 januari 2023 tot en met 31 december 2023, een aantal bachelors in de verpleegkunde die de norm voor verpleegkundigen, vermeld in artikel 429 en 430, opvullen, gefinancierd volgens de loonkosten van een bachelor in de verpleegkunde, in de factureringsperiode van 1 januari 2023 tot en met 31 december 2023, ongeacht of er een personeelstekort is als vermeld in artikel 479 of artikel 483, § 2.Het aantal bachelors in de verpleegkunde dat op die wijze wordt gefinancierd, bedraagt maximaal 30% van de theoretische norm voor verpleegkundigen, vermeld in artikel 476, § 1.".
Art. 17.In artikel 482 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij dit besluit, wordt het tweede lid opgeheven.
Art. 18.In artikel 487 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° aan paragraaf 1, wordt een tweede lid toegevoegd dat luidt als volgt: "In afwijking van het eerste lid wordt voor de factureringsperiode van 1 januari 2023 tot en met 31 december 2023 de bijkomende tegemoetkoming als aanmoediging voor bijkomende zorginspanningen bepaald, ongeacht of er een personeelstekort is als vermeld in artikel 479 of 483, § 2.Alle andere bepalingen van het eerste lid blijven van toepassing."; 2° in paragraaf 2, eerste lid, wordt de zinsnede "de kostprijs van aanwezig personeel," vervangen door de zinsnede "de kostprijs van aanwezig personeel + (de loonkosten voor een voltijdsequivalent logistieke medewerker in de zorg, vermenigvuldigd met het aantal voltijdsequivalenten logistiek medewerker in de zorg)"; 3° aan paragraaf 2 worden een vierde tot en met zevende lid toegevoegd, die luiden als volgt: "De loonkosten voor een voltijdsequivalent logistiek medewerker in de zorg, vermeld in het eerste lid, bedragen 44.638,94 euro.
Het aantal voltijdsequivalenten logistieke medewerkers in de zorg, vermeld in het eerste lid, wordt op de volgende wijze bepaald: 1° voor de periode van voltijdse tewerkstelling: het voltijdsequivalent per trimester tx = ((P/(P+NP)) x (d1/d2)), waarbij: a) P: het aantal gepresteerde en het aantal gelijkgestelde dagen in trimester tx;b) NP: het aantal niet-gelijkgestelde dagen in trimester tx;c) d1: het aantal dagen van voltijdse tewerkstelling;d) d2: het aantal dagen in het trimester;2° het voltijdsequivalent voor deeltijds werkende personeelsleden: het voltijdsequivalent per trimester tx = (P/H), waarbij: a) P: het aantal gepresteerde en/of geassimileerde uren tijdens het trimester, met uitsluiting van het aantal uren van voltijdse tewerkstelling;b) H: het aantal dagen van maandag tot vrijdag, gedurende het trimester, vermenigvuldigd met 7,6 uur per dag;3° het voltijdsequivalent tijdens de referentieperiode wordt bepaald aan de hand van de resultaten van de berekening, vermeld in punt 1° en 2°, en is gelijk aan de som van de voltijdsequivalenten per trimester tx in de referentieperiode gedeeld door het aantal trimesters in de referentieperiode. De logistieke medewerkers in de zorg komen in aanmerking voor de tegemoetkoming, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, als ze voldoen aan al de volgende voorwaarden: 1° de logistiek medewerker in de zorg is op zijn vroegst vanaf 1 juli 2021 bijkomend tewerkgesteld als nieuwe tewerkstelling of met een contractuitbreiding.De logistiek medewerker in de zorg wordt niet tewerkgesteld als vervanger eindeloopbaan; 2° de logistiek medewerker in de zorg is tewerkgesteld met een contract van onbepaalde duur volgens de loonkostenvergoeding die past bij de functie-inhoud zoals overeengekomen in de collectieve arbeidsovereenkomsten en de protocollen tussen vakbonden en werkgevers in de private en publieke sector, vermeld in artikel 428;3° de logistiek medewerker voldoet aan één van volgende opleidingsvoorwaarden: a) de opleidingen die in aanmerking komen en die door de minister worden bepaald met toepassing van volgende criteria: de logistiek medewerker voltooide de opleiding en verwierf een diploma, getuigschrift, certificaat of bewijs van beroepskwalificatie in de door de minister te bepalen opleidingen in het domein of studiegebied personenzorg, gezondheidszorg of welzijn bij een door de Vlaamse overheid erkende onderwijsinstelling of opleidingsinstelling;b) de opleidingen die in aanmerking komen en die door de minister worden bepaald met toepassing van volgende criteria: de logistiek medewerker is actief ingeschreven voor een van de door de minister te bepalen opleidingen in het domein of studiegebied personenzorg, gezondheidszorg of welzijn bij een door de Vlaamse overheid erkende onderwijsinstelling of opleidingsinstelling;c) de logistiek medewerker in de zorg heeft minstens 60 studiepunten behaald op niveau van een professioneel gerichte bacheloropleiding in de studiegebieden gezondheidszorg of sociaal-agogisch werk of minstens 60 studiepunten behaald op het niveau van een graduaatsopleiding in het sociaal-agogisch werk of 2 modules van de opleiding verpleegkunde van het hoger beroepsonderwijs;d) de logistiek medewerker is actief ingeschreven in een opleiding tot verpleegkundige of zorgkundige;e) de logistiek medewerker heeft met succes een EVC-traject doorlopen dat competenties bevat van logistiek assistent in de zorg of ermee verwant is in een door de Vlaamse overheid erkend EVC-testcentrum, zoals bepaald in artikel 6 van het decreet van 26 april 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 26/04/2019 pub. 03/06/2019 numac 2019012586 bron vlaamse overheid Decreet betreffende een geïntegreerd beleid voor de erkenning van verworven competenties sluiten betreffende een geïntegreerd beleid voor de erkenning van verworven competenties en verwierf een bewijs van beroepskwalificatie.De minister bepaalt de bewijzen van beroepskwalificatie die recht geven op een tewerkstelling als logistiek medewerker in de zorg.
De voorziening bewijst op eerste verzoek van het agentschap dat aan de voorwaarden, vermeld in het vierde lid, is voldaan en levert de nodige bewijsstukken om dat te staven.".
Art. 19.In artikel 487, § 1, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij dit besluit, wordt het tweede lid opgeheven.
Art. 20.In artikel 497, § 3, tweede lid, van hetzelfde besluit wordt tussen de zinsnede "en § 3," en de zinsnede "die in het woonzorgcentrum," de zinsnede "eerste lid en derde lid, 1° " ingevoegd.
Art. 21.In artikel 497, § 3, tweede lid, van hetzelfde besluit wordt de zinsnede "en derde lid, 1° " opgeheven.
Art. 22.Aan Deel 2, boek 5, van hetzelfde besluit, worden een artikel 667/2 en een artikel 667/3 toegevoegd, die luiden als volgt: "
Art. 667/2.In afwijking van artikel 454, eerste lid, gaat het agentschap voor de facturatieperiode 2023 op 17 oktober 2022 na of voor alle trimesters de elektronische vragenlijst, vermeld in artikel 453, werd overgemaakt.
In afwijking van artikel 454, tweede lid, wordt het bedrag van de volledige tegemoetkoming met betrekking tot de facturatieperiode 2023 verminderd met 25% als het agentschap de elektronische vragenlijst, vermeld in artikel 453, niet heeft ontvangen op 31 oktober 2022.
In afwijking van artikel 454, derde lid, bezorgt het agentschap het bedrag en de berekening van de tegemoetkoming voor zorg in een woonzorgcentrum of een centrum voor kortverblijf met betrekking tot de facturatieperiode 2023 aan de zorgvoorziening tussen 31 oktober en 14 november.
Art. 667/3.In afwijking van artikel 456, § 2, eerste lid, gaat het agentschap voor de facturatieperiode 2023 op 17 oktober 2022 na of voor alle trimesters de elektronische vragenlijst, vermeld in artikel 453, werd overgemaakt.
In afwijking van artikel 456, § 2, tweede lid, wordt het bedrag van de volledige tegemoetkoming met betrekking tot de facturatieperiode 2023 verminderd met 25% als het agentschap de elektronische vragenlijst, vermeld in artikel 453, niet heeft ontvangen op 31 oktober 2022.
In afwijking van artikel 456, § 2, derde lid, bezorgt het agentschap het bedrag en de berekening van de tegemoetkoming voor zorg in het centrum voor dagverzorging met betrekking tot de facturatieperiode 2023 aan de zorgvoorziening tussen 31 oktober en 14 november.". HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen aan het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2018Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 07/12/2018 pub. 28/01/2019 numac 2019030047 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 november 2018 houdende de uitvoering van het decreet van 18 mei 2018 houdende de Vlaamse sociale bescherming, wat betreft de gespreide uitrol voor woonzorgcentra, centra voor kortverblijf en dagverzorgingscentra sluiten tot financiering van sommige sociale akkoorden in bepaalde gezondheidsinrichtingen en -diensten
Art. 23.In hoofdstuk 6 van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2018Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 07/12/2018 pub. 28/01/2019 numac 2019030047 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 november 2018 houdende de uitvoering van het decreet van 18 mei 2018 houdende de Vlaamse sociale bescherming, wat betreft de gespreide uitrol voor woonzorgcentra, centra voor kortverblijf en dagverzorgingscentra sluiten tot financiering van sommige sociale akkoorden in bepaalde gezondheidsinrichtingen en -diensten worden voor artikel 19, dat artikel 19/2 wordt, een nieuw artikel 19 en een artikel 19/1 ingevoegd, die luiden als volgt: "
Artikel 19.In afwijking van artikel 5, § 2, derde lid, gaat het agentschap, nadat de referentieperiode van 1 juli 2021 tot en met 30 juni 2022 is afgelopen, op 17 oktober 2022 na of voor alle trimesters de elektronische vragenlijst is bezorgd. Als de gegevens, vermeld in paragraaf 1, op uiterlijk 30 oktober 2022 nog altijd niet zijn bezorgd, kan het agentschap de terugbetaling eisen van de voorlopige tegemoetkomingen, vermeld in artikel 8.
Artikel 19/1.In afwijking van artikel 8, § 3, eerste lid, geldt voor het meedelen van de gegevens voor de referentieperiode van 1 juli 2021 tot en met 30 juni 2022 dat als de voorziening de gegevens, vermeld in artikel 5, § 1, heeft meegedeeld, de voorziening die gegevens nog kan wijzigen tot dertig dagen na de dag waarop de voorziening van het agentschap de berekening heeft ontvangen. Het agentschap bezorgt de berekening aan de voorziening tussen 31 oktober 2022 en 14 november 2022.". HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen
Art. 24.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2021, met uitzondering van: 1° artikel 4, 4° en artikel 11, die in werking treden op 1 januari 2023;2° artikel 14, 17 en 19, die in werking treden op 1 januari 2024;3° artikel 3, 6, 8, 12 en 21, die in werking treden op 1 januari 2025.
Art. 25.De Vlaamse minister, bevoegd voor de sociale bescherming, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 14 oktober 2022.
De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON Voor de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, afwezig. De Vlaamse minister van Brussel, Jeugd, Media en Armoedebestrijding, B. DALLE