Etaamb.openjustice.be
Decreet van 14 februari 2014
gepubliceerd op 05 mei 2014

Decreet tot wijziging van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid en het Energiedecreet van 8 mei 2009

bron
vlaamse overheid
numac
2014035294
pub.
05/05/2014
prom.
14/02/2014
ELI
eli/decreet/2014/02/14/2014035294/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

14 FEBRUARI 2014. - Decreet tot wijziging van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid en het Energie decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten (1)


Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt: Decreet tot wijziging van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid en het Energie decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten

Artikel 1.Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid.

Art. 2.In het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, het laatst gewijzigd bij het decreet van 1 maart 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 01/03/2013 pub. 15/04/2013 numac 2013035339 bron vlaamse overheid Decreet houdende diverse bepalingen inzake landbouw, leefmilieu en natuur en ruimtelijke ordening sluiten, wordt een titel VIII ingevoegd, die luidt als volgt: "Titel VIII. Klimaat".

Art. 3.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 1 maart 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 01/03/2013 pub. 15/04/2013 numac 2013035339 bron vlaamse overheid Decreet houdende diverse bepalingen inzake landbouw, leefmilieu en natuur en ruimtelijke ordening sluiten, wordt in titel VIII, ingevoegd bij artikel 2, een hoofdstuk I ingevoegd, dat luidt als volgt: "Hoofdstuk I. Algemene bepalingen".

Art. 4.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 1 maart 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 01/03/2013 pub. 15/04/2013 numac 2013035339 bron vlaamse overheid Decreet houdende diverse bepalingen inzake landbouw, leefmilieu en natuur en ruimtelijke ordening sluiten, wordt in hoofdstuk I, ingevoegd bij artikel 3, een artikel 8.1.1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "Art. 8.1.1. Dit decreet voorziet, voor wat de bevoegdheden van het Vlaamse Gewest betreft, in de omzetting van de Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap en tot wijziging van Richtlijn 96/61/EG van de Raad, zoals tot op heden gewijzigd.".

Art. 5.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 1 maart 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 01/03/2013 pub. 15/04/2013 numac 2013035339 bron vlaamse overheid Decreet houdende diverse bepalingen inzake landbouw, leefmilieu en natuur en ruimtelijke ordening sluiten, wordt in hoofdstuk I, ingevoegd bij artikel 3, een artikel 8.1.2 ingevoegd, dat luidt als volgt: "Art. 8.1.2. In deze titel wordt verstaan onder: 1° bevoegde autoriteit: de instantie, aangewezen conform artikel 18 van Richtlijn 2003/87/ EG, zijnde de afdeling van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie, bevoegd voor luchtverontreiniging;2° BKG-installatie: een vaste technische eenheid waarin een of meer van de activiteiten en processen, zoals omschreven in de indelingslijst in bijlage I, van titel I, van het VLAREM en aangeduid met de letter Y in de vierde kolom van de indelingslijst in bijlage I, van titel I, van het VLAREM, alsmede andere op dezelfde locatie ten uitvoer gebrachte en daarmee rechtstreeks samenhangende activiteiten plaatsvinden die technisch in verband staan met voormelde activiteiten en die gevolgen kunnen hebben voor de emissies en de verontreiniging;3° broeikasgassen: koolstofdioxide (CO2), methaan (CH4), distikstofoxide (N2O), onvolledig gefluoreerde koolwaterstoffen (HFK's), perfluorkoolwaterstoffen (PFK's) en zwavelhexafluoride (SF6);4° eerste verbintenisperiode: de periode van 1 januari 2008 tot en met 31 december 2012;5° emissie: de emissie van broeikasgassen in de atmosfeer door bronnen die aanwezig zijn in een BKG-installatie, of de emissie door een vliegtuig van CO2 ten gevolge van een luchtvaartactiviteit;6° emissierecht: een overdraagbaar recht om gedurende een bepaalde periode of handels- periode één ton CO2-equivalent aan broeikasgassen uit te stoten;7° handelsperiode: de eerste verbintenisperiode of de tweede verbintenisperiode;8° klimaatfonds: het Vlaamse Klimaatfonds, opgericht bij artikel 14 van het decreet van 13 juli 2012Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/07/2012 pub. 24/07/2012 numac 2012035868 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de tweede aanpassing van de begroting 2012 sluiten houdende bepalingen tot begeleiding van de tweede aanpassing van de begroting 2012;9° luchthavenbeheerder: de publiekrechtelijke of privaatrechtelijke persoon die verantwoordelijk is voor de luchthaven waaraan de meeste luchtvaartactiviteiten van de vlieg- tuigexploitant worden toegeschreven in het referentiejaar;10° luchtvaartactiviteit: een activiteit als vermeld in bijlage VI bij dit decreet;11° Nationale Klimaatcommissie: de commissie, vermeld in artikel 3 van het samenwerkingsakkoord van 14 november 2002 tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest betreffende het opstellen, het uitvoeren en het opvolgen van een Nationaal Klimaatplan, alsook het rapporteren, in het kader van het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake Klimaatverandering en het Protocol van Kyoto;12° periode: de duur waarvoor er een vast volume emissierechten wordt toegewezen dat bestemd is om de emissies van een luchtvaartactiviteit te dekken, in casu van 1 januari tot en met 31 december 2012 (eerste periode), van 1 januari 2013 tot en met 31 december 2020 (tweede periode) enzovoort;13° Protocol van Kyoto: het Protocol van Kyoto bij het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering, gesloten in Kyoto op 11 december 1997 en goedgekeurd bij het decreet van 22 februari 2002Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/02/2002 pub. 23/03/2002 numac 2002035306 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende instemming met het Protocol van Kyoto bij het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering, en met de Bijlagen A en B, opgemaakt te Kyoto op 11 december 1997 sluiten;14° referentiejaar: met betrekking tot een vliegtuigexploitant die na 1 januari 2006 zijn exploitatie in de Europese Economische Ruimte is begonnen, het eerste kalenderjaar van die exploitatie;in alle andere gevallen, het kalenderjaar dat is ingegaan op 1 januari 2006; 15° Richtlijn 2003/87/EG: Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissie- rechten binnen de Gemeenschap en tot wijziging van Richtlijn 96/61/EG van de Raad;16° samenwerkingsakkoord van 2 september 2013: het samenwerkingsakkoord van 2 september 2013 tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest betreffende het opnemen van luchtvaartactiviteiten in de regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap overeenkomstig Richtlijn 2008/101/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG teneinde ook luchtvaartactiviteiten op te nemen in de regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap;17° ton CO2-equivalent: een metrische ton koolstofdioxide (CO2) of een hoeveelheid van een ander broeikasgas met een gelijkwaardig aardopwarmingspotentieel;18° tweede verbintenisperiode: de periode van 1 januari 2013 tot en met 31 december 2020;19° Verordening nr.600/2012: Verordening (EU) nr. 600/2012 van de Commissie van 21 juni 2012 inzake de verificatie van broeikasgasemissie- en tonkilometerverslagen en de accreditatie van verificateurs krachtens Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad; 20° vliegtuigexploitant: de persoon die een luchtvaartuig exploiteert op het moment dat die een luchtvaartactiviteit uitoefent, of, als die persoon niet bekend is of niet is geïdentificeerd door de eigenaar van het vliegtuig, de eigenaar van het vliegtuig.".

Art. 6.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 1 maart 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 01/03/2013 pub. 15/04/2013 numac 2013035339 bron vlaamse overheid Decreet houdende diverse bepalingen inzake landbouw, leefmilieu en natuur en ruimtelijke ordening sluiten, wordt in titel VIII, ingevoegd bij artikel 2, een hoofdstuk II ingevoegd, dat luidt als volgt: "Hoofdstuk II. Bepalingen over BKG-installaties".

Art. 7.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 1 maart 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 01/03/2013 pub. 15/04/2013 numac 2013035339 bron vlaamse overheid Decreet houdende diverse bepalingen inzake landbouw, leefmilieu en natuur en ruimtelijke ordening sluiten, wordt in hoofdstuk II, ingevoegd bij artikel 6, een artikel 8.2.1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "Art. 8.2.1. § 1. De Vlaamse Regering legt aan de BKG-installaties die broeikasgassen uit- stoten en die onder het toepassingsgebied van de Richtlijn 2003/87/EG vallen, als exploitatievoorwaarde op dat die BKG-installaties over een broeikasgasvergunning moeten beschikken. Op basis van de voorwaarden die van toepassing zijn op de BKG-installatie, opgenomen in die broeikasgasvergunning, wordt jaarlijks een bepaald aantal emissie- rechten, met uitzondering van de emissierechten die aan de vliegtuigexploitanten worden toegewezen, bij het nationaal register ingeleverd in overeenstemming met de hoeveelheid broeikasgassen die in het voorgaande jaar is uitgestoten.

In het eerste lid wordt verstaan onder nationaal register: het register, vermeld in het samenwerkingsakkoord van 18 juni 2008Relevante gevonden documenten type samenwerkingsakkoord prom. 18/06/2008 pub. 18/07/2008 numac 2008202564 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de organisatie en het administratief beheer van het gestandaardiseerd en genormaliseerd registersysteem van België overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad en Beschikking 280/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad sluiten tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest betreffende de organisatie en het administratief beheer van het gestandaardiseerd en genormaliseerd registersysteem van België overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad en Beschikking 280/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad. § 2. De Vlaamse Regering bepaalt de voorwaarden voor de broeikasgasvergunning en de regels voor de bewaking en de rapportering van de emissies, voor de verificatie van die rapporten en voor de inlevering van emissierechten.".

Art. 8.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 1 maart 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 01/03/2013 pub. 15/04/2013 numac 2013035339 bron vlaamse overheid Decreet houdende diverse bepalingen inzake landbouw, leefmilieu en natuur en ruimtelijke ordening sluiten, wordt in hoofdstuk II, ingevoegd bij artikel 6, een artikel 8.2.2 ingevoegd, dat luidt als volgt: "Art. 8.2.2. In overeenstemming met Richtlijn 2003/87/EG bepaalt de Vlaamse Regering: 1° de totale hoeveelheid emissierechten die per handelsperiode aan BKG-installaties in het Vlaamse Gewest worden toegekend;2° de wijze waarop die emissierechten aan de BKG-installaties in kwestie worden toegewezen;3° de nadere regels voor de toewijzing, de aanvraag van een toewijzing, de verlening, de stopzetting van de verlening, de opschorting van de verlening, de geldigheid en de annulering van de emissierechten;4° de regels voor het opstellen en het controleren van een register in de vorm van een elektronische databank waarmee de emissierechten worden uitgegeven, gehouden, overgedragen en geannuleerd;5° de nadere regels voor het vaststellen van de grenzen van een BKG-installatie; 6° de nadere regels voor het gebruik van flexibele mechanismen door BKG-installaties.".

Art. 9.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 1 maart 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 01/03/2013 pub. 15/04/2013 numac 2013035339 bron vlaamse overheid Decreet houdende diverse bepalingen inzake landbouw, leefmilieu en natuur en ruimtelijke ordening sluiten, wordt in titel VIII, ingevoegd bij artikel 2, een hoofdstuk III ingevoegd, dat luidt als volgt: "Hoofdstuk III. Bepalingen over vliegtuigexploitanten".

Art. 10.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 1 maart 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 01/03/2013 pub. 15/04/2013 numac 2013035339 bron vlaamse overheid Decreet houdende diverse bepalingen inzake landbouw, leefmilieu en natuur en ruimtelijke ordening sluiten, wordt in hoofdstuk III, ingevoegd bij artikel 9, een afdeling 1 ingevoegd, die luidt als volgt: "Afdeling 1. Algemene bepalingen".

Art. 11.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 1 maart 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 01/03/2013 pub. 15/04/2013 numac 2013035339 bron vlaamse overheid Decreet houdende diverse bepalingen inzake landbouw, leefmilieu en natuur en ruimtelijke ordening sluiten, wordt in afdeling 1, ingevoegd bij artikel 10, een artikel 8.3.1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "Art. 8.3.1. Een luchthaven krijgt een luchtvaartactiviteit toegeschreven als deze vertrekt van deze luchthaven of als deze landt op deze luchthaven, op voorwaarde dat de vlucht niet vertrekt vanuit een lidstaat waarop het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap van toepassing is.".

Art. 12.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 1 maart 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 01/03/2013 pub. 15/04/2013 numac 2013035339 bron vlaamse overheid Decreet houdende diverse bepalingen inzake landbouw, leefmilieu en natuur en ruimtelijke ordening sluiten, wordt in afdeling 1, ingevoegd bij artikel 10, een artikel 8.3.2 ingevoegd, dat luidt als volgt: "Art. 8.3.2. De bevoegde autoriteit van elke vliegtuigexploitant, die onder de administratieve bevoegdheid van België valt, wordt vermeld op de lijst die overeenkomstig artikel 4 van het samenwerkingsakkoord van 2 september 2013 gepubliceerd wordt door de register-administrateur.

In het eerste lid wordt verstaan onder registeradministrateur: de persoon of personen die het nationaal register beheert of beheren en bijhoudt of bijhouden overeenkomstig het samenwerkingsakkoord van 18 juni 2008Relevante gevonden documenten type samenwerkingsakkoord prom. 18/06/2008 pub. 18/07/2008 numac 2008202564 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de organisatie en het administratief beheer van het gestandaardiseerd en genormaliseerd registersysteem van België overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad en Beschikking 280/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad sluiten tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest betreffende de organisatie en het administratief beheer van het gestandaardiseerd en genormaliseerd registersysteem van België overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad en Beschikking 280/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad.

Het Vlaamse Gewest is de bevoegde autoriteit voor elke vliegtuigexploitant die onder de administratieve bevoegdheid van België valt en waarvoor geldt dat de luchthaven die beheerd wordt door de luchthavenbeheerder van de betreffende vliegtuigexploitant, op het grondgebied van het Vlaamse Gewest ligt.".

Art. 13.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 1 maart 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 01/03/2013 pub. 15/04/2013 numac 2013035339 bron vlaamse overheid Decreet houdende diverse bepalingen inzake landbouw, leefmilieu en natuur en ruimtelijke ordening sluiten, wordt in afdeling 1, ingevoegd bij artikel 10, een artikel 8.3.3 ingevoegd, dat luidt als volgt: "Art. 8.3.3. Ter uitvoering van artikel 22 van het samenwerkingsakkoord van 2 september 2013 kan de Vlaamse Regering bepalen om de taken van de luchthavenbeheerders van de luchthavens op het grondgebied van het Vlaamse Gewest, met uitzondering van de luchthaven Brussel-Nationaal, die verband houden met de uitvoering van het samenwerkingsakkoord van 2 september 2003, te delegeren aan de bevoegde autoriteit.".

Art. 14.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 1 maart 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 01/03/2013 pub. 15/04/2013 numac 2013035339 bron vlaamse overheid Decreet houdende diverse bepalingen inzake landbouw, leefmilieu en natuur en ruimtelijke ordening sluiten, wordt in hoofdstuk III, ingevoegd bij artikel 9, een afdeling 2 ingevoegd, die luidt als volgt: "Afdeling 2. Kosteloze toewijzing van emissierechten".

Art. 15.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 1 maart 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 01/03/2013 pub. 15/04/2013 numac 2013035339 bron vlaamse overheid Decreet houdende diverse bepalingen inzake landbouw, leefmilieu en natuur en ruimtelijke ordening sluiten, wordt in afdeling 2, ingevoegd bij artikel 14, een artikel 8.3.4 ingevoegd, dat luidt als volgt: "Art. 8.3.4. § 1. Een vliegtuigexploitant beschikt over een goedgekeurd monitoringplan tonkilometergegevens voor het toezichtsjaar. Het door de vliegtuigexploitant ingediende monitoringplan tonkilometergegevens wordt binnen vier maanden na de indiening ervan geverifieerd en, in voorkomend geval, goedgekeurd door de bevoegde autoriteit en bekrachtigd door de Nationale Klimaatcommissie.

In het eerste lid wordt verstaan onder toezichtsjaar: voor de perioden van 1 januari tot en met 31 december 2012 en van 1 januari 2013 tot en met 31 december 2020, het jaar 2010; voor de latere perioden, het burgerlijk jaar dat eindigt vierentwintig maanden voor de aanvang van elke periode. § 2. Om in aanmerking te komen voor een kosteloze toewijzing van emissierechten voor de periode, dient een vliegtuigexploitant uiterlijk eenentwintig maanden voor de aanvang van de periode een geverifieerd rapport tonkilometergegevens in. § 3. Het rapport tonkilometergegevens, vermeld in paragraaf 2, kan alleen betrekking hebben op tonkilometergegevens voor de periode waarvoor de vliegtuigexploitant beschikt over een goedgekeurd monitoringplan tonkilometergegevens.

De bevoegde autoriteit controleert of het rapport tonkilometergegevens is geverifieerd conform de criteria vermeld in bijlage V van Richtlijn 2003/87/EG en Verordening nr. 600/2012. § 4. De Vlaamse Regering kan nadere regels en procedures bepalen voor de inhoud, de indiening, de verificatie en de goedkeuring van een monitoringplan tonkilometergegevens, vermeld in paragraaf 1 en 3.

De Vlaamse Regering kan nadere regels en procedures bepalen voor de inhoud, de indiening, de verificatie en de controle van het rapport tonkilometergegevens, vermeld in paragraaf 2 en 3. § 5. De bevoegde autoriteit bezorgt de conform paragraaf 2 ontvangen geverifieerde rapporten tonkilometergegevens aan de Nationale Klimaatcommissie ten minste negentien maanden voor de aanvang van de periode waarop de rapporten betrekking hebben. De Nationale Klimaatcommissie bezorgt die op haar beurt aan de Europese Commissie. § 6. De bevoegde autoriteit berekent en maakt de volgende hoeveelheden bekend in het Belgisch Staatsblad binnen drie maanden na de datum waarop de Europese Commissie haar Emissierechtenbesluit neemt: 1° de totale hoeveelheid emissierechten die voor de betreffende periode wordt toegewezen aan elke vliegtuigexploitant waarvan het rapport tonkilometergegevens bij de Europese Commissie is ingediend conform paragraaf 5;2° de hoeveelheid emissierechten die voor elk jaar van de betreffende periode aan elke vliegtuigexploitant wordt toegewezen. In het eerste lid wordt verstaan onder Emissierechtenbesluit: het besluit van de Europese Commissie, vermeld in artikel 3sexies, derde lid, van Richtlijn 2003/87/EG.".

Art. 16.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 1 maart 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 01/03/2013 pub. 15/04/2013 numac 2013035339 bron vlaamse overheid Decreet houdende diverse bepalingen inzake landbouw, leefmilieu en natuur en ruimtelijke ordening sluiten, wordt in hoofdstuk III, ingevoegd bij artikel 9, een afdeling 3 ingevoegd, die luidt als volgt: "Afdeling 3. Kosteloze toewijzing van emissierechten uit de bijzondere reserve".

Art. 17.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 1 maart 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 01/03/2013 pub. 15/04/2013 numac 2013035339 bron vlaamse overheid Decreet houdende diverse bepalingen inzake landbouw, leefmilieu en natuur en ruimtelijke ordening sluiten, wordt in afdeling 3, ingevoegd bij artikel 16, een artikel 8.3.5 ingevoegd, dat luidt als volgt: "Art. 8.3.5. § 1. In dit artikel wordt verstaan onder bijzondere reserve: 3% van de totale hoeveelheid toe te wijzen emissierechten voor de periode 2013-2020. § 2. Een vliegtuigexploitant komt in aanmerking voor een kosteloze toewijzing van emissierechten uit de bijzondere reserve voor de periode als hij vóór 30 juni in het derde jaar van de periode een aanvraag indient en als het een vliegtuigexploitant betreft die aan een van de volgende voorwaarden voldoet: 1° het is een vliegtuigexploitant die een luchtvaartactiviteit aanvangt na het jaar waarvoor tonkilometergegevens zijn ingediend conform artikel 8.3.4, § 2; of 2° het is een vliegtuigexploitant waarvan het aantal tonkilometers gemiddeld met meer dan 18% per jaar is gestegen tussen het referentiejaar 2010, waarvoor geverifieerde tonkilometergegevens zijn ingediend conform artikel 8.3.4, § 2, en het tweede jaar van de periode, en van wie de extra activiteit, vermeld in punt 1°, of de extra activiteit, ver- meld in dit punt, niet geheel of gedeeltelijk een voortzetting is van een eerder door een andere vliegtuigexploitant uitgevoerde luchtvaartactiviteit.

De aanvraag bestaat uit een geverifieerd rapport tonkilometergegevens voor het tweede jaar van de periode en bewijzen waaruit blijkt dat de vliegtuigexploitant voldoet aan de criteria, vermeld in punt 1° of 2°. § 3. Het rapport tonkilometergegevens, vermeld in paragraaf 2, kan alleen betrekking hebben op tonkilometergegevens voor de periode waarvoor de vliegtuigexploitant beschikt over een goedgekeurd monitoringplan tonkilometergegevens.

De bevoegde autoriteit controleert of het rapport tonkilometergegevens is geverifieerd conform de criteria, vermeld in bijlage V van Richtlijn 2003/87/EG en de Verordening nr. 600/2012. § 4. De Vlaamse Regering kan nadere regels en procedures bepalen voor de inhoud, de indiening, de verificatie en de controle van het rapport tonkilometergegevens, vermeld in paragraaf 2 en 3.

De Vlaamse Regering kan nadere regels en procedures bepalen voor de inhoud, de indiening en de goedkeuring van de aanvraag om in aanmerking te komen voor een kosteloze toewijzing van emissierechten uit de bijzondere reserve voor de periode en kan nadere regels bepalen voor de kosteloze toewijzing van emissierechten uit de bijzondere reserve voor de periode. § 5. De bevoegde autoriteit bezorgt de aanvragen die zijn ontvangen conform paragraaf 2, aan de Nationale Klimaatcommissie uiterlijk op 30 september van het derde jaar van de periode waarop ze betrekking hebben. De Nationale Klimaatcommissie bezorgt de aanvragen op haar beurt aan de Europese Commissie. § 6. De bevoegde autoriteit berekent de volgende hoeveelheden en maakt ze bekend in het Belgisch Staatsblad binnen drie maanden na de datum waarop de Europese Commissie haar Bijzondere Reserve-emissierechtenbesluit neemt: 1° de totale hoeveelheid emissierechten die uit de bijzondere reserve voor de periode wordt toegewezen aan elke vliegtuigexploitant waarvan de aanvraag bij de Europese Commissie is ingediend conform paragraaf 5;2° de hoeveelheid emissierechten die is toegewezen aan elke vliegtuigexploitant voor elk volledig kalenderjaar dat overblijft in de periode. In het eerste lid wordt verstaan onder Bijzondere Reserve-emissierechtenbesluit: het besluit van de Europese Commissie, vermeld in artikel 3septies, vijfde lid, van Richtlijn 2003/87/EG."

Art. 18.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 1 maart 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 01/03/2013 pub. 15/04/2013 numac 2013035339 bron vlaamse overheid Decreet houdende diverse bepalingen inzake landbouw, leefmilieu en natuur en ruimtelijke ordening sluiten, wordt in hoofdstuk III, ingevoegd bij artikel 9, een afdeling 4 ingevoegd, die luidt als volgt: "Afdeling 4. Emissiemonitoringplan en emissieverslag".

Art. 19.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 1 maart 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 01/03/2013 pub. 15/04/2013 numac 2013035339 bron vlaamse overheid Decreet houdende diverse bepalingen inzake landbouw, leefmilieu en natuur en ruimtelijke ordening sluiten, wordt in afdeling 4, ingevoegd bij artikel 18, een artikel 8.3.6 ingevoegd, dat luidt als volgt: "Art. 8.3.6. § 1. Een vliegtuigexploitant beschikt jaarlijks uiterlijk op 1 januari over een goedgekeurd emissiemonitoringplan. Het emissiemonitoringplan wordt binnen vier maanden na de indiening door de vliegtuigexploitant geverifieerd en, in voorkomend geval, goedgekeurd door de bevoegde autoriteit. Goedgekeurde emissiemonitoringplannen worden door de bevoegde autoriteit ter bekrachtiging voorgelegd aan de Nationale Klimaatcommissie.

In afwijking van het eerste lid bepaalt de Vlaamse Regering vanaf wanneer een vliegtuigexploitant die een luchtvaartactiviteit aanvangt na 31 december 2012, moet beschikken over een goedgekeurd emissiemonitoringplan. De vliegtuigexploitant past zijn goedgekeurde emissiemonitoringplan aan en legt het opnieuw ter goedkeuring voor aan de bevoegde autoriteit als er zich tijdens het lopende kalenderjaar nader door de Vlaamse Regering te bepalen wijzigingen voordoen die een impact hebben op de monitoringmethodologie. Het emissie-monitoringplan wordt binnen vier maanden na de indiening door de vliegtuigexploitant geverifieerd en, in voorkomend geval, goedgekeurd door de bevoegde autoriteit.

De Vlaamse Regering kan nadere regels en procedures bepalen voor de inhoud, de indiening, de verificatie en de goedkeuring van een emissiemonitoringplan en voor de wijziging of de verbetering ervan. § 2. Een vliegtuigexploitant dient elk jaar uiterlijk op de tweede donderdag van de maand maart een als bevredigend geverifieerd emissieverslag in samen met het verificatierapport. De bevoegde autoriteit controleert of het emissieverslag is geverifieerd conform de criteria, vermeld in bijlage V van Richtlijn 2003/87/EG en de verordening nr. 600/2012, en keurt het emissieverslag in voorkomend geval goed.

Een vliegtuigexploitant waarvan het emissieverslag van het voorgaande kalenderjaar uiterlijk op 31 maart van het lopende jaar niet is geverifieerd als bevredigend, mag geen emissierechten meer overdragen tot het rapport als bevredigend is geverifieerd. § 3. De Vlaamse Regering kan nadere regels en procedures bepalen voor de inhoud, de indiening, de verificatie, de controle en de goedkeuring van een emissieverslag. § 4. Een vliegtuigexploitant levert elk jaar uiterlijk tegen 30 april emissierechten in ter dekking van de CO2-emissies van het voorgaande jaar.

De Vlaamse Regering kan voor het inleveren van emissierechten nadere regels en procedures bepalen."

Art. 20.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 1 maart 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 01/03/2013 pub. 15/04/2013 numac 2013035339 bron vlaamse overheid Decreet houdende diverse bepalingen inzake landbouw, leefmilieu en natuur en ruimtelijke ordening sluiten, wordt in titel VIII, ingevoegd bij artikel 2, een hoofdstuk IV ingevoegd, dat luidt als volgt: "Hoofdstuk IV. Steunprogramma's voor de toepassing van flexibiliteitsmechanismen".

Art. 21.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 1 maart 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 01/03/2013 pub. 15/04/2013 numac 2013035339 bron vlaamse overheid Decreet houdende diverse bepalingen inzake landbouw, leefmilieu en natuur en ruimtelijke ordening sluiten, wordt in hoofdstuk IV, ingevoegd bij artikel 20, een afdeling 1 ingevoegd, die luidt als volgt: "Afdeling 1. Algemene bepaling".

Art. 22.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 1 maart 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 01/03/2013 pub. 15/04/2013 numac 2013035339 bron vlaamse overheid Decreet houdende diverse bepalingen inzake landbouw, leefmilieu en natuur en ruimtelijke ordening sluiten, wordt in afdeling 1, ingevoegd bij artikel 21, een artikel 8.4.1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "Art. 8.4.1. De Vlaamse Regering kan tegemoetkomingen verstrekken in de administratieve kosten die gepaard gaan met de voorbereiding van en de deelname aan projecten in het kader van de flexibiliteitsmechanismen Gezamenlijke Uitvoering en het Mechanisme voor Schone Ontwikkeling, vermeld in het Protocol van Kyoto.

De Vlaamse Regering kan ook tegemoetkomingen verstrekken in de uitvoering van projecten in het kader van de flexibiliteitsmechanismen, vermeld in het eerste lid, met het oog op de verwerving van emissierechten door de Vlaamse overheid.".

Art. 23.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 1 maart 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 01/03/2013 pub. 15/04/2013 numac 2013035339 bron vlaamse overheid Decreet houdende diverse bepalingen inzake landbouw, leefmilieu en natuur en ruimtelijke ordening sluiten, wordt in hoofdstuk IV, ingevoegd bij artikel 20, een afdeling 2 ingevoegd, die luidt als volgt: "Afdeling 2. Hoogte van de tegemoetkoming".

Art. 24.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 1 maart 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 01/03/2013 pub. 15/04/2013 numac 2013035339 bron vlaamse overheid Decreet houdende diverse bepalingen inzake landbouw, leefmilieu en natuur en ruimtelijke ordening sluiten, wordt in afdeling 2, ingevoegd bij artikel 23, een artikel 8.4.2 ingevoegd, dat luidt als volgt: "Art. 8.4.2. De Vlaamse Regering bepaalt de hoogte van de tegemoetkomingen en de kosten die in aanmerking komen, vermeld in deze afdeling, en de nadere regels voor de aanvraag, de beoordeling van de aanvragen en de toekenning van de tegemoetkomingen.

De tegemoetkomingen, vermeld in het eerste lid, kunnen de vorm aannemen van een subsidie, een lening tegen een verlaagde rentevoet, een voorschot of een ander geldelijk voordeel.".

Art. 25.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 1 maart 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 01/03/2013 pub. 15/04/2013 numac 2013035339 bron vlaamse overheid Decreet houdende diverse bepalingen inzake landbouw, leefmilieu en natuur en ruimtelijke ordening sluiten, wordt in afdeling 2, ingevoegd bij artikel 23, een artikel 8.4.3 ingevoegd, dat luidt als volgt: "Art. 8.4.3. § 1. De Vlaamse Regering bepaalt de nadere uitvoeringsvoorwaarden en regels voor het inzetten van de flexibiliteitsmechanismen, vermeld in het Protocol van Kyoto of zoals uitgewerkt in Europese of internationale wetgeving of akkoorden.

Wat betreft de aankoop, de inzet en de verkoop van emissierechten, voortvloeiend uit de flexibiliteitsmechanismen, vermeld in het Protocol van Kyoto of zoals uitgewerkt in Europese of internationale wetgeving of akkoorden, bepaalt de Vlaamse Regering: 1° de kwantitatieve doelstellingen;2° de strategie;3° de aard van de emissierechten;4° de in te zetten kanalen;5° de financieringswijze. De Vlaamse Regering kan ook kwalitatieve randvoorwaarden vaststellen voor de aankoop en inzet van emissierechten, voortvloeiend uit de flexibiliteitsmechanismen, vermeld in het Protocol van Kyoto of zoals uitgewerkt in Europese of internationale wetgeving of akkoorden. § 2. De Vlaamse Regering legt de nadere regels vast voor de goedkeuring van projecten in het kader van de flexibiliteitsmechanismen Gezamenlijke Uitvoering en het Mechanisme voor Schone Ontwikkeling, vermeld in het Protocol van Kyoto, en de voorwaarden voor deelname van een particuliere of openbare organisatie aan deze projecten. De Vlaamse Regering kan besluiten om voor de administratieve behandeling van die projectaanvragen de vaste kosten en de dossierkosten te laten aanrekenen aan de indiener van het verzoek tot goedkeuring van het project. De Vlaamse Regering bepaalt ook de hoogte en de betalingswijze van die kosten. De inkomsten die voortvloeien uit die kosten, worden toegewezen aan het klimaatfonds.".

Art. 26.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 1 maart 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 01/03/2013 pub. 15/04/2013 numac 2013035339 bron vlaamse overheid Decreet houdende diverse bepalingen inzake landbouw, leefmilieu en natuur en ruimtelijke ordening sluiten, wordt in titel VIII, ingevoegd bij artikel 2, een hoofdstuk V ingevoegd, dat luidt als volgt: "Hoofdstuk V. Sancties".

Art. 27.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 1 maart 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 01/03/2013 pub. 15/04/2013 numac 2013035339 bron vlaamse overheid Decreet houdende diverse bepalingen inzake landbouw, leefmilieu en natuur en ruimtelijke ordening sluiten, wordt in hoofdstuk V, ingevoegd bij artikel 26, een artikel 8.5.1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "Art. 8.5.1. De afdeling van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie, bevoegd voor luchtverontreiniging, legt aan de exploitant van een BKG-installatie of de vliegtuigexploitant een administratieve geldboete op voor elke ton CO2-equivalent die uitgestoten wordt en waarvoor met toepassing van artikel 8.2.1, § 1, of artikel 8.3.6, § 4, geen emissierechten zijn ingeleverd. Per ton uitgestoten CO2-equivalent bedraagt de administratieve geldboete 100 euro. De betaling van de boete wegens emissieoverschrijding ontslaat de exploitant van een BKG-installatie of de vliegtuigexploitant niet van de verplichting, bij de inlevering van emissierechten in verband met het volgende kalenderjaar, een hoeveelheid emissierechten in te leveren die gelijk is aan de emissieoverschrijding.

In het eerste lid wordt verstaan onder exploitant van een BKG-installatie: de houder(s) van de milieuvergunning(en) van de BKG-installatie.

De administratieve geldboete, vermeld in het eerste lid, wordt vanaf 1 januari 2014 overeenkomstig het Europese indexcijfer van de consumptieprijzen verhoogd.

De Vlaamse Regering neemt maatregelen om de publicatie te verzekeren van de namen van de exploitanten of de vliegtuigexploitanten die onvoldoende emissierechten inleveren om te voldoen aan de verplichtingen die opgelegd zijn met toepassing van artikel 8.2.1, § 1, of artikel 8.3.6, § 4."

Art. 28.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 1 maart 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 01/03/2013 pub. 15/04/2013 numac 2013035339 bron vlaamse overheid Decreet houdende diverse bepalingen inzake landbouw, leefmilieu en natuur en ruimtelijke ordening sluiten, wordt in hoofdstuk V, ingevoegd bij artikel 26, een artikel 8.5.2 ingevoegd, dat luidt als volgt: "Art. 8.5.2. § 1. Aan een vliegtuigexploitant die op 1 januari van elk jaar niet beschikt over een goedgekeurd emissiemonitoringplan als vermeld in artikel 8.3.6, § 1, eerste lid, kan een administratieve geldboete worden opgelegd die minimaal 5000 euro en maximaal 450.000 euro bedraagt.

In afwijking van het eerste lid kan vanaf het moment dat de vliegtuigexploitant moet beschikken over een goedgekeurd emissiemonitoringplan vastgesteld door de Vlaamse Regering, en daarna jaarlijks op 1 januari, aan een vliegtuigexploitant, als vermeld in artikel 8.3.6, § 1, tweede lid, een administratieve geldboete worden opgelegd die minimaal 5000 euro en maximaal 450.000 euro bedraagt.

De Vlaamse Regering bepaalt nadere regels voor de berekening van de administratieve geldboete. § 2. Aan een vliegtuigexploitant die uiterlijk op 31 maart van elk jaar geen emissieverslag dat geverifieerd is conform verordening nr. 600/2012, heeft ingediend conform artikel 8.3.6, § 2, van dit decreet, kan een administratieve geldboete worden opgelegd die minimaal 5000 euro en maximaal 450.000 euro bedraagt.

De Vlaamse Regering bepaalt nadere regels voor de berekening van de administratieve geldboete.".

Art. 29.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 1 maart 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 01/03/2013 pub. 15/04/2013 numac 2013035339 bron vlaamse overheid Decreet houdende diverse bepalingen inzake landbouw, leefmilieu en natuur en ruimtelijke ordening sluiten, wordt in hoofdstuk V, ingevoegd bij artikel 26, een artikel 8.5.3 ingevoegd, dat luidt als volgt: "Art. 8.5.3. De bevoegde autoriteit kan de federale overheid adviseren om de Nationale Klimaatcommissie te gelasten de Europese Commissie te verzoeken een exploitatieverbod op te leggen aan een vliegtuigexploitant die niet voldoet aan de bepalingen, vermeld in hoofdstuk III, als de naleving van hetgeen bij of krachtens hoofdstuk III bepaald is, niet met andere handhavingsmaatregelen kan worden gegarandeerd.".

Art. 30.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 1 maart 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 01/03/2013 pub. 15/04/2013 numac 2013035339 bron vlaamse overheid Decreet houdende diverse bepalingen inzake landbouw, leefmilieu en natuur en ruimtelijke ordening sluiten, wordt in hoofdstuk V, ingevoegd bij artikel 26, een artikel 8.5.4 ingevoegd, dat luidt als volgt: "Art. 8.5.4. § 1. De betrokkene wordt van de beslissing tot het opleggen van de administratieve geldboete op de hoogte gebracht met een aangetekende brief. De met redenen omklede kennisgeving vermeldt het bedrag van de administratieve geldboete. § 2. Als de betrokkene het oneens is met de administratieve geldboete, opgelegd conform artikel 8.5.1 of 8.5.2, kan hij, binnen tien kalenderdagen na de kennisgeving, vermeld in paragraaf 1, de ambtenaren die daarvoor aangewezen zijn door de Vlaamse Regering, daarvan op de hoogte brengen met een aangetekende brief. Na het verstrijken van die termijn is de beslissing definitief.

De betrokkene kan op zijn verzoek de documenten op basis waarvan de beslissing tot het opleggen van een administratieve geldboete conform artikel 8.5.1 of 8.5.2 is genomen, inzien en er een kopie van ontvangen.

De betrokkene kan op zijn verzoek zijn verweer met betrekking tot de beslissing tot het opleggen van een administratieve geldboete conform artikel 8.5.1 of 8.5.2 mondeling toelichten.

De bevoegde ambtenaren kunnen hun beslissing herroepen of het bedrag van de administratieve geldboete aanpassen als de tegenargumenten gegrond blijken te zijn. In dat geval vindt een nieuwe kennisgeving plaats. § 3. De administratieve geldboete wordt betaald binnen zestig kalenderdagen na de kennisgeving van de definitieve beslissing. De ambtenaren die daarvoor aangewezen zijn door de Vlaamse Regering, kunnen uitstel van betaling verlenen voor een door hen bepaalde termijn. § 4. Als de betrokkene in gebreke blijft bij het betalen van de administratieve geldboete, wordt de geldboete bij dwangbevel ingevorderd. Het dwangbevel wordt geviseerd en uitvoerbaar verklaard door een ambtenaar die daarvoor door de Vlaamse Regering is aangewezen. Het dwangbevel wordt betekend bij gerechtsdeurwaardersexploot of per aangetekende brief. Op het dwangbevel zijn de bepalingen, vermeld in deel V van het Gerechtelijk Wetboek, van toepassing. § 5. De vordering tot betaling van de administratieve geldboete verjaart na verloop van vijf jaar vanaf de dag waarop ze is ontstaan.

De verjaring wordt gestuit op de wijze en onder de voorwaarden, vermeld in artikel 2244 en volgende van het Burgerlijk Wetboek.".

Art. 31.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 1 maart 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 01/03/2013 pub. 15/04/2013 numac 2013035339 bron vlaamse overheid Decreet houdende diverse bepalingen inzake landbouw, leefmilieu en natuur en ruimtelijke ordening sluiten, wordt in hoofdstuk V, ingevoegd bij artikel 26, een artikel 8.5.5 ingevoegd, dat luidt als volgt: "Art. 8.5.5. De inkomsten die voortvloeien uit de opbrengst van de administratieve geldboetes, vermeld in dit hoofdstuk, worden rechtstreeks toegewezen aan het klimaatfonds.".

Art. 32.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 1 maart 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 01/03/2013 pub. 15/04/2013 numac 2013035339 bron vlaamse overheid Decreet houdende diverse bepalingen inzake landbouw, leefmilieu en natuur en ruimtelijke ordening sluiten, wordt in artikel 16.1.1, eerste lid, punt 1° vervangen door wat volgt: "1° alle andere titels van dit decreet, met uitzondering van titel I - Algemene bepalingen, titel II - Besluitvorming en inspraak, titel X - Agentschappen, titel XI - Strategische Adviesraden en titel VIII - Klimaat;".

Art. 33.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 1 maart 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 01/03/2013 pub. 15/04/2013 numac 2013035339 bron vlaamse overheid Decreet houdende diverse bepalingen inzake landbouw, leefmilieu en natuur en ruimtelijke ordening sluiten, wordt een bijlage VI ingevoegd die als bijlage bij dit decreet is gevoegd.

Art. 34.In artikel 1.1.2 van het Energie decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten, gewijzigd bij de decreten van 8 juli 2011 en 18 november 2011, wordt punt 5° opgeheven.

Art. 35.In artikel 1.1.3 van hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 28 juni 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 28/06/2013 pub. 28/06/2013 numac 2013035608 bron vlaamse overheid Decreet houdende diverse bepalingen inzake energie sluiten, worden punt 15°, 17°, 18°, 19°, 21°, 34°, 35°, 36°, 51°, 88°, 104°, 108°, 113°, 124° en 131° opgeheven.

Art. 36.In het opschrift van titel VIII van hetzelfde decreet worden de woorden "en de toepassing van flexibiliteitsmechanismen" opgeheven.

Art. 37.In artikel 8.1.1 van hetzelfde decreet worden de woorden "en de toepassing van flexibiliteitsmechanismen" opgeheven.

Art. 38.In titel VIII van hetzelfde decreet wordt hoofdstuk VI, dat bestaat uit artikel 8.6.1, opgeheven.

Art. 39.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 1 maart 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 01/03/2013 pub. 15/04/2013 numac 2013035339 bron vlaamse overheid Decreet houdende diverse bepalingen inzake landbouw, leefmilieu en natuur en ruimtelijke ordening sluiten, wordt titel IX, die bestaat uit artikel 9.1.1 tot en met 9.1.4, opgeheven.

Art. 40.In artikel 10.1.1 van hetzelfde decreet worden de woorden "en flexibiliteitsmechanismen" opgeheven.

Art. 41.In titel XIII van hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 1 maart 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 01/03/2013 pub. 15/04/2013 numac 2013035339 bron vlaamse overheid Decreet houdende diverse bepalingen inzake landbouw, leefmilieu en natuur en ruimtelijke ordening sluiten, wordt hoofdstuk V, dat bestaat uit artikel 13.5.1 tot en met 13.5.4, opgeheven.

Art. 42.In artikel 13.7.1, eerste lid, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 18 november 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/11/2011 pub. 15/12/2011 numac 2011035991 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet van 8 mei 2009 houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten en gewijzigd bij het decreet van 13 juli 2012Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/07/2012 pub. 24/07/2012 numac 2012035868 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de tweede aanpassing van de begroting 2012 sluiten, wordt de zinsnede "met uitzondering van de administratieve geldboete vermeld in artikel 13.5.1" opgeheven.

Art. 43.Dit decreet treedt in werking op de dag die volgt op de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 14 februari 2014.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, J SCHAUVLIEGE _______ Nota Zitting 2013-2014 Stukken. - Ontwerp van decreet: 2319 - Nr. 1. - Verslag: 2319 - Nr. 2. - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering: 2319 - Nr. 3 Handelingen. - Bespreking en aanneming: Vergadering van 5 februari 2014.

BIJLAGE: Lijst van luchtvaartactiviteiten Bijlage VI. Lijst van luchtvaartactiviteiten Alle vluchten die vertrekken van of aankomen op een luchtvaartterrein dat gelegen is op het grondgebied van een lidstaat van de Europese Unie vallen onder de "luchtvaartactiviteit".

Het begrip "vlucht" is een vluchtsector, wat een vlucht of een reeks van vluchten is, die begint op de parkeerplaats van het luchtvaartuig en eindigt op de parkeerplaats van het luchtvaartuig.

Het begrip "luchtvaartterrein" betekent een welomschreven gebied op het land of op het water, met inbegrip van de gebouwen, de installaties en de uitrusting, bedoeld om volledig of gedeeltelijk te gebruiken voor de aankomst, het vertrek en de grondbeweging van luchtvaartuigen.

Als de vliegtuigexploitant een luchtvaartactiviteit uitvoert, als vermeld in deze bijlage, valt de vliegtuigexploitant onder het toepassingsgebied van het Europese emissiehandelssysteem, ongeacht het feit of de vliegtuigexploitant gepubliceerd is op de lijst van vliegtuigexploitanten door de Europese Commissie overeenkomstig artikel 18bis, derde lid van richtlijn 2003/87/EG. Buiten deze activiteit vallen: 1° vluchten die uitsluitend worden uitgevoerd voor het vervoer op een officiële dienstreis van een regerende vorst en zijn directe familie, staatshoofden, regeringsleiders en ministers van de regering van een ander land dan een lidstaat, als dat wordt bevestigd door een overeenkomstige statusindicator in het vluchtplan. Deze uitzondering zal worden geïnterpreteerd aan de hand van het uitsluitende doel van de vlucht. "Directe familie" omvat alleen de echtgenoot of echtgenote, elke partner, gelijkgesteld aan de echtgenoot of echtgenote, de kinderen en de ouders. "Ministers van de regering" zijn de leden van de regering, zoals ze zijn opgelijst in het officiële publicatieblad van het land in kwestie. Leden van regionale of lokale regeringen van een land komen niet in aanmerking voor de uitzondering van dit punt .

Een "officiële dienstreis" betekent een reis waarbij de betrokken persoon zich gedraagt in een officiële hoedanigheid.

Positioneringvluchten of veerdienstvluchten van het luchtvaartuig vallen niet onder deze uitzondering.

Vluchten die door de Centrale Routeheffingen Dienst van Eurocontrol (Central Route Charges Office, CRCO) worden geïdentificeerd als uitzonderingen op de routeheffingen, aangeduid met "S" (hierna "CRCO-uitzonderingscode" genoemd) worden verondersteld vluchten te zijn die uitsluitend worden uitgevoerd voor het vervoer op een officiële dienstreis van een regerende vorst en zijn directe familie, staatshoofden, regeringsleiders en ministers van de regering van een ander land dan een lidstaat, waar dat wordt bevestigd door een overeenkomstige statusindicator in het vluchtplan; 2° militaire vluchten die worden uitgevoerd door militaire luchtvaartuigen en douane- en politievluchten. "Militaire vluchten" zijn vluchten die rechtstreeks verband houden met de uitoefening van militaire activiteiten.

Militaire vluchten, uitgevoerd door burgerlijk geregistreerde luchtvaartuigen, vallen niet onder deze uitzondering. Omgekeerd vallen burgerlijke vluchten, uitgevoerd door militaire luchtvaartuigen, niet onder punt 2°.

Vluchten met de CRCO-uitzonderingscode "M" of "X" worden geacht vrijgestelde militaire vluchten te zijn.

Douane- en politievluchten, uitgevoerd door zowel burgerlijk geregistreerde als militaire luchtvaartuigen, vormen een uitzondering.

Vluchten met een CRCO-uitzonderingscode "P" worden geacht vrijgestelde douane- en politievluchten te zijn; 3° vluchten in verband met opsporing en redding, vluchten in het kader van brandbestrijding, humanitaire vluchten en medische noodvluchten waarvoor de bevoegde autoriteit toestemming heeft verleend. In relatie tot de onderstaande categorieën van vluchten, vallen de positioneringvluchten of veerdienstvluchten van luchtvaartuigen en de vluchten die uitsluitend uitrusting en personeel dragen en rechtstreeks betrokken zijn in het verlenen van de gerelateerde diensten, onder deze uitzondering. Die uitzonderingen maken geen onderscheid tussen vluchten, uitgevoerd door middel van publieke of private middelen. "Vluchten in verband met opsporing en redding" zijn vluchten die opsporings- en reddingsdiensten aanbieden. "Opsporings- en reddingsdienst" is de uitvoering van noodbewaking, communicatie, coördinatie en opsporing en reddingfuncties, eerste medische hulp of medische evacuatie door middel van het gebruik van publieke en private middelen, met inbegrip van samenwerkende luchtvaartuigen, vaartuigen en andere toestellen en installaties.

Vluchten met een CRCO-uitzonderingscode "R" en vluchten, geïdentificeerd met STS/SAR in veld 18 van het vluchtplan, worden geacht vrijgestelde opsporings- en reddingsvluchten te zijn. "Vluchten in het kader van brandbestrijding" zijn vluchten, uitgevoerd uitsluitend voor het verlenen van brandbestrijdingsdiensten vanuit de lucht, die het gebruik van luchtvaartuigen en andere middelen vanuit de lucht voor het bestrijden van branden inhoudt.

Vluchten, geïdentificeerd met STS/FFR in veld 18 van het vluchtplan, worden verondersteld vrijgesteld te zijn van vluchten in het kader van brandbestrijding. "Humanitaire vluchten" zijn vluchten, uitgevoerd uitsluitend voor humanitaire doeleinden, die hulppersoneel en hulpmiddelen, zoals voeding, kleding, beschutting, medische en andere middelen tijdens of na een noodgeval of ramp of die gebruikt worden om personen te evacueren van een plaats waar leven of gezondheid wordt bedreigd door een noodgeval of ramp naar een veilig toevluchtsoord in hetzelfde land of een ander land dat bereid is om die personen op te vangen.

Vluchten met een CRCO-uitzonderingscode "H" en vluchten, geïdentificeerd met STS/HUM in veld 18 van het vluchtplan, worden geacht vrijgestelde humanitaire vluchten te zijn. "Medische noodvluchten" zijn vluchten met het uitsluitende doel het vergemakkelijken van medische noodhulp, als onmiddellijk en snel transport essentieel is, door het vervoeren van medisch personeel, medische hulpmiddelen, met inbegrip van uitrusting, bloed, organen, medicatie, of zieke of gewonde personen en andere direct betrokken personen.

Vluchten, geïdentificeerd met STS/MEDEVAC of STS/HOSP in veld 18 van het vluchtplan, worden geacht vrijgestelde medische noodvluchten te zijn. 3° vluchten die uitsluitend worden uitgevoerd volgens zichtvliegvoorschriften als vermeld in bijlage 2 bij het verdrag van Chicago.4° vluchten die eindigen op het luchtvaartterrein vanwaar het luchtvaartuig is opgestegen en tijdens welke geen tussenlanding is gemaakt;5° lesvluchten die uitsluitend worden uitgevoerd met als doel het behalen van een vliegbrevet of van een bevoegdverklaring in het geval van cockpitpersoneel, als dat wordt bevestigd door een overeenkomstige opmerking in het vluchtplan, met uitzondering van vluchten die dienen voor het vervoer van passagiers of lading en van veerdienstluchten en positioneringvluchten. Vluchten met de CRCO-uitzonderingscode "T" en vluchten, geïdentificeerd met RMK/lesvlucht" in veld 18 van het vluchtplan worden geacht vrijgesteld te zijn overeenkomstig punt 5°. 6° vluchten die uitsluitend worden uitgevoerd met als doel wetenschappelijk onderzoek of het controleren, testen of certificeren van luchtvaartuigen of van grond- of boordapparatuur. In verband met onderstaande categorieën van vluchten, vallen positioneringvluchten of veerdienstvluchten van luchtvaartuigen niet onder deze uitzondering.

Deze categorie sluit vluchten uit met als enig doel het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek. Deze uitzondering is alleen van toepassing als het wetenschappelijk onderzoek geheel of gedeeltelijk uitgevoerd wordt tijdens de vlucht. Het vervoer van wetenschappers of onderzoeksmateriaal is op zichzelf niet voldoende om als uitzondering beschouwd te worden.

Vluchten met een CRCO-uitzonderingscode "N" en vluchten, geïdentificeerd met STS/FLTCK in veld 18 van het vluchtplan, worden geacht vrijgesteld te zijn overeenkomstig punt 6°. 7° vluchten die worden uitgevoerd door luchtvaartuigen met een gecertificeerde maximale startmassa van minder dan 5.700 kg; 8° vluchten, uitgevoerd in het kader van de openbare dienstverplichtingen die overeenkomstig Verordening (EEG) nr.2408/92 worden opgelegd op routes in de ultra perifere gebieden, zoals vermeld in artikel 299, tweede lid, van het verdrag, of op routes waar de aangeboden capaciteit niet meer dan 30.000 zitplaatsen per jaar bedraagt.

Dat zal geïnterpreteerd worden als toepasbaar op de gebieden, opgelijst in artikel 299(2) van het EG-verdrag. Het gaat uitsluitend om vluchten voor openbare dienstverplichtingen binnen één ultraperifeer gebied en vluchten tussen twee ultraperifere gebieden; 9° vluchten die zonder dit punt onder deze activiteit zouden vallen, uitgevoerd door commerciële luchtvervoersondernemingen die: - ofwel gedurende drie opeenvolgende periodes van vier maanden minder dan 243 vluchten per periode uitvoeren; - ofwel vluchten met een totale emissie van minder dan 10.000 ton per jaar uitvoeren.

Vluchten die uitsluitend worden uitgevoerd voor het vervoer op een officiële dienstreis van een regerende vorst en zijn directe familie, staatshoofden, regeringsleiders en ministers van een regering van lidstaat, mogen krachtens dit punt niet worden uitgesloten.

Alle commerciële luchtvervoersondernemingen moeten een bewijs luchtvaartexploitant (Air Operator's Certificate of AOC) in hun bezit hebben overeenkomstig deel I van bijlage 6 bij de Conventie van Chicago. Een vliegtuigexploitant zonder bewijs luchtvaartexploitant is geen commerciële luchtvervoersonderneming.

Voor de toepassing van de de-minimis-regel, is de voorwaarde commercieel te zijn, gekoppeld aan de vliegtuigexploitant en niet aan de vluchten in kwestie. Dat betekent in het bijzonder dat rekening wordt gehouden met de vluchten, uitgevoerd door een commerciële luchtvervoersonderneming om te beslissen of de vliegtuigexploitant boven of onder de uitzonderingsdrempels valt, zelfs als die vluchten niet tegen een vergoeding worden uitgevoerd.

Alleen vluchten die vertrekken van of aankomen in een luchtvaartterrein op het grondgebied van een lidstaat van de Europese Unie, komen in aanmerking om te beslissen of de vliegtuigexploitant boven of onder de uitzonderingsdrempels van de de-minimis-regel valt.

Vluchten, die worden uitgesloten op basis van punt 1° tot en met punt 10°, zullen niet in beschouwing genomen worden voor dezelfde doeleinden.

Vluchten, uitgevoerd door een commerciële vliegtuigexploitant die minder dan 243 vluchten gedurende drie opeenvolgende periodes van vier maanden uitvoert, zijn uitgesloten. De perioden van vier maanden zijn: januari tot en met april, mei tot en met augustus, september tot en met december. De lokale tijd van vertrek van de vlucht bepaalt in welke periode van vier maanden de vlucht in rekening wordt genomen om te beslissen of de vliegtuigexploitant boven of onder de uitzonderingsdrempels van de de-minimis-regel valt.

Een commerciële vliegtuigexploitant die 243 vluchten per periode of meer uitvoert, valt onder het toepassingsgebied van het Europese emissiehandelssysteem voor het volledige kalenderjaar waarin de drempel van 243 vluchten bereikt of overschreden wordt.

Een commerciële vliegtuigexploitant die vluchten uitvoert met jaarlijkse emissies gelijk aan of hoger dan 10.000 ton per jaar, valt onder het toepassingsgebied van het Europese emissiehandelssysteem voor het kalenderjaar waarin de drempel van 10.000 ton bereikt of overschreden wordt.

Gezien om gevoegd te worden bij het decreet van 14 februari 2014 tot wijziging van het decreet van 5 juli 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid en het Energie decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten.

^