gepubliceerd op 14 december 2018
Decreet houdende diverse bepalingen inzake energie
16 NOVEMBER 2018. - Decreet houdende diverse bepalingen inzake energie (1)
Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt: DECREET houdende diverse bepalingen inzake energie HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Artikel 1.Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid. HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen aan titel I van het Energiedecreet van 8 mei 2009
Art. 2.In artikel 1.1.3 van het Energiedecreet van 8 mei 2009, het laatst gewijzigd bij het decreet van 22 december 2017, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° punt 22/1° wordt vervangen door wat volgt: "22/1° Btot: de totale bandingcoëfficiënt, dat is de verhouding tussen het aantal toegekende, voor de certificatenverplichting aanvaardbare groenestroomcertificaten in kalenderjaar n-2 en de totale brutoproductie van groene stroom in het Vlaamse Gewest in datzelfde kalenderjaar zoals te rapporteren in het kader van de richtlijn 2009/28/EG en volgens de daarin vastgelegde berekeningsmethode;"; 2° aan punt 25° /1 worden de volgende zinnen toegevoegd: "Voor groenestroominstallaties is dit de datum waarop de productie-installatie voor het eerst elektriciteit uit een hernieuwbare energiebron produceerde.Voor warmte-krachtinstallaties is dat de datum waarop de eerste gelijktijdige productie van elektriciteit of mechanische energie, en nuttige warmte plaatsvond, of de datum waarop de laatste ingrijpende wijziging voor het eerst gelijktijdig elektriciteit of mechanische energie, en nuttige warmte produceerde;"; 3° in punt 30° /1 wordt tussen het woord "eigenaar" en de zinsnede ", opstalhouder", de zinsnede ", erfpachter," ingevoegd; 4° er wordt een punt 40° /2 ingevoegd, dat luidt als volgt: "40° /2 energiehuis: de instantie die op het niveau van één of meer gemeenten energiediensten aanbiedt aan de klant;"; 5° in punt 49° worden de woorden "houdende de regeling tot erkenning van de instellingen voor schuldbemiddeling in de Vlaamse Gemeenschap" vervangen door de woorden "houdende regeling tot erkenning en subsidiëring van de instellingen voor schuldbemiddeling"; 6° in punt 67° wordt de zinsnede ", zoals bedoeld in artikel 2, 3°, van de wet van 16 januari 2003 tot oprichting van een kruispuntbank voor ondernemingen, tot modernisering van het handelsregister, tot oprichting van erkende ondernemingsloketten en houdende diverse bepalingen" vervangen door de zinsnede "als vermeld in artikel I.4, 1°, van het Wetboek van Economisch Recht"; 7° punt 68° /2 wordt vervangen door wat volgt: "68° /2 ingrijpende wijziging: wijziging van een warmte-krachtinstallatie, waarvan de motor ouder is dan tien jaar en/of waarvan de turbine ouder is dan vijftien jaar, en waarbij minstens de motor of de turbine vervangen wordt door een nog niet gebruikte motor of turbine.Indien een warmte-krachtinstallatie uit meerdere motoren of turbines bestaat, dan moeten alle motoren en turbines ouder zijn dan respectievelijk tien of vijftien jaar en moeten alle motoren en turbines vervangen worden door een nog niet gebruikte motor of turbine;"; 8° in punt 74° /1 wordt na de zinsnede "het jaarverbruik" en voor de woorden "of door het feit" de woorden "het type meetinstallatie, het toegangsvermogen, het piekvermogen" ingevoegd; 9° aan punt 78° wordt de zinsnede "behoudens indien de verkoop plaatsvindt via een directe lijn, een directe leiding of privédistributienet." toegevoegd; 10° in punt 79/1° wordt punt b) opgeheven;11° in punt 92° wordt tussen het woord "gemeenschapsdiensten" en de woorden "verenigingen zonder winstoogmerk" de zinsnede ", verenigingen van mede-eigenaars, kerkfabrieken," ingevoegd;12° er worden een punt 92° /1/1 en 92° /1/2 ingevoegd, die luiden als volgt: "92° /1/1 nieuwe groenestroominstallatie: een nieuw opgerichte installatie die volledig zelfstandig en onafhankelijk elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen opwekt, en waarbij de noodzakelijke onderdelen van de installatie nog niet eerder gebruikt zijn in een groenestroominstallatie; 92° /1/2 nieuwe productie-installatie: een nieuwe groenestroominstallatie of een nieuwe warmte-krachtinstallatie;"; 13° punt 92° /1 wordt hernummerd als punt 92° /4;14° in punt 92° /2 wordt punt b) opgeheven; 15° er wordt een punt 92° /2/1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "92° /2/1 nieuwe warmtekracht-installatie: een nieuw opgerichte installatie die volledig zelfstandig en onafhankelijk in één proces thermische warmte en elektrische of mechanische energie opwekt, en waarbij de noodzakelijke onderdelen van de installatie nog niet eerder gebruikt zijn in een warmtekracht-installatie;"; 16° er wordt een punt 93° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "93° /1 onderneming in moeilijkheden: een onderneming die zich in één van de volgende situaties bevindt: a) in het geval van een vennootschap met beperkte aansprakelijkheid: meer dan de helft van haar geplaatste aandelenkapitaal is verdwenen door de opgebouwde verliezen.Dit is het geval wanneer het in mindering brengen van de opgebouwde verliezen op de reserves en alle andere elementen die doorgaans worden beschouwd als een onderdeel van het eigen vermogen van de onderneming, een negatief cumulatief bedrag oplevert dat hoger is dan de helft van het geplaatste aandelenkapitaal; b) in het geval van een onderneming waarin ten minste een aantal van de vennoten onbeperkt aansprakelijk zijn voor de schulden van de onderneming: meer dan de helft van het kapitaal van de onderneming zoals dat in de boeken van de onderneming is vermeld, is door de gecumuleerde verliezen verdwenen;c) tegen de onderneming loopt een collectieve insolventieprocedure of de onderneming voldoet volgens het nationale recht aan de criteria om, op verzoek van haar schuldeisers, aan een collectieve insolventieprocedure te worden onderworpen;d) wanneer de onderneming reddingssteun heeft ontvangen en de lening nog niet heeft terugbetaald of de garantie nog niet heeft beëindigd, dan wel herstructureringssteun heeft ontvangen en nog steeds in een herstructureringsplan zit;e) in het geval van een onderneming die geen kmo is: wanneer de afgelopen twee jaar: 1) de verhouding tussen de schulden en het eigen vermogen van de onderneming meer dan 7,5 bedroeg;en 2) de op basis van de EBITDA bepaalde rentedekkingsgraad van de onderneming lager lag dan 1,0;"; 17° punt 113° wordt opnieuw opgenomen in de hiernavolgende lezing: "113° richtlijn 2009/28/EG: de richtlijn 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen en houdende wijziging en intrekking van richtlijn 2001/77/EG en richtlijn 2003/30/EG;"; 18° in punt 113° /2 wordt de zin "Deze startdatum blijft voor installaties op basis van zonne-energie geldig gedurende twaalf maanden en voor andere installaties gedurende 36 maanden na de aanvraag." vervangen door de zin "Deze startdatum blijft voor installaties op basis van zonne-energie met een maximaal AC-vermogen van de omvormer(s) kleiner of gelijk aan 10 MW geldig gedurende twaalf maanden, voor installaties op basis van zonne-energie met een maximaal AC-vermogen van de omvormer(s) groter dan 10 MW gedurende vijftien maanden, voor warmte-krachtinstallaties met een elektrisch vermogen groter dan 25 MW gedurende 48 maanden en voor andere installaties gedurende 36 maanden na de aanvraag."; 19° in punt 113° /2 wordt de zin "Voor biomassaprojecten of warmte-krachtprojecten uit de door de Vlaamse Regering conform artikel 7.1.4/1, § 1, tweede lid, vastgelegde projectcategorieën waarvoor per project een specifieke bandingfactor wordt vastgelegd, kan deze termijn maximaal drie maal voor één jaar verlengd worden op basis van een grondig onderbouwde motivatie waarin de aanvrager aan het Vlaamse Energieagentschap aantoont dat de geldigheidsduur van de startdatum onvoldoende is om het project in gebruik te nemen." opgeheven; 20° aan punt 113° /2, a), worden de woorden "gedurende de geldigheidsduur van de startdatum en op voorwaarde dat de nieuwe aanvraag gebeurt in hetzelfde kalenderjaar als het jaar van de indienstname" toegevoegd;21° in punt 113° /2, b), worden de woorden "de stedenbouwkundige vergunning en de milieuvergunning" vervangen door de woorden "de vereiste stedenbouwkundige vergunning en de milieuvergunning of omgevingsvergunning"; 22° er wordt een punt 126° /3 ingevoegd, dat luidt als volgt: "126° /3 verordening 2016/631/EU: verordening 2016/631/EU van de Commissie van 14 april 2016 tot vaststelling van een netcode betreffende eisen voor de aansluiting van elektriciteitsproducenten op het net;"; 23° er wordt een punt 126° /4 ingevoegd, dat luidt als volgt: "126° /4 verordening 2016/1388/EU: verordening 2016/1388/EU van de Commissie van 17 augustus 2016 tot vaststelling van een netcode voor aansluiting van verbruikers;". HOOFDSTUK 3. - Wijziging aan titel II van het Energiedecreet van 8 mei 2009
Art. 3.Aan artikel 2.1.1 van het Energiedecreet van 8 mei 2009, gewijzigd bij het decreet van 10 maart 2017, worden twee leden toegevoegd, die luiden als volgt: "Onverminderd het eerste lid bewaakt het Vlaamse Gewest dat in de uitvoering van haar energiebeleid: 1° de impact van de verschillende gewestelijke componenten in de energiekost in Vlaanderen geen significant negatief effect heeft op de koopkracht van huishoudelijke afnemers;2° de competitiviteit van ondernemingen beschermd wordt door de energiekost te vergelijken met de buurlanden, en in het bijzonder voor energie-intensieve bedrijven ervoor te zorgen dat de som van de verschillende gewestelijke componenten van de energiekost niet significant hoger is dan de som van de vergelijkbare kosten in de buurlanden. De Vlaamse Regering rapporteert jaarlijks over de maatregelen die in het kader van het tweede lid werden uitgewerkt.". HOOFDSTUK 4. - Wijzigingen aan titel III van het Energiedecreet van 8 mei 2009
Art. 4.Aan artikel 3.1.3 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 6 mei 2011, 8 juli 2011, 13 juli 2012, 14 maart 2014, 27 november 2015, 25 november 2016 en 10 maart 2017, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de datum "30 juni" wordt telkens vervangen door de datum "15 mei";2° in punt 3° worden de woorden "tegen een netbeheerder of beheerder van een gesloten distributienet met betrekking tot zijn verplichtingen" telkens vervangen door de woorden "met betrekking tot de verplichtingen van een netbeheerder of beheerder van een gesloten distributienet"; 3° aan punt 4° wordt een punt j) toegevoegd, dat luidt als volgt: "j) het jaarlijks voor 15 mei publiceren van een in samenwerking met de federale energieregulator, en eventueel de andere gewestelijke energieregulatoren, opgestelde studie rond de verschillende componenten van de energiekost die minstens een benchmark met de buurlanden bevat.".
Art. 5.In artikel 3.1.4/2 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 8 juli 2011 en gewijzigd bij het decreet van 10 maart 2017, worden de woorden "tegen een netbeheerder of beheerder van een gesloten distributienet met betrekking tot zijn verplichtingen" vervangen door de woorden "met betrekking tot de verplichtingen van een netbeheerder of beheerder van een gesloten distributienet".
Art. 6.In artikel 3.1.4/3 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 8 juli 2011 en gewijzigd bij het decreet van 10 maart 2017, worden de woorden "tegen een netbeheerder of beheerder van een gesloten distributienet met betrekking tot zijn verplichtingen" vervangen door de woorden "met betrekking tot de verplichtingen van een netbeheerder of beheerder van een gesloten distributienet". HOOFDSTUK 5. - Wijzigingen aan titel IV van het Energiedecreet van 8 mei 2009
Art. 7.In artikel 4.1.1 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid wordt tussen de woorden "voor een" en het woord "geografisch" het woord "aaneensluitend" ingevoegd;2° in het eerste lid worden de woorden "het elektriciteits- of aardgasdistributienet" vervangen door de woorden "het elektriciteits- en het aardgasdistributienet";3° tussen het eerste lid en het tweede lid worden twee leden ingevoegd, die luiden als volgt: "In afwijking van het eerste lid wordt voor de beoordeling of een netbeheerder over een geografisch aaneensluitend afgebakend gebied beschikt echter geen rekening gehouden met het grondgebied van de gemeente Voeren en het grondgebied van de gemeente Baarle-Hertog dat volledig omgeven is door Nederlands grondgebied. In afwijking van het eerste lid kan de VREG, voor het grondgebied van de gemeente Baarle-Hertog dat volledig omgeven is door Nederlands grondgebied en als daarvoor een technische of financiële noodzaak bestaat, een verschillende elektriciteitsdistributienetbeheerder en aardgasdistributienetbeheerder aanstellen.".
Art. 8.Aan artikel 4.1.4, § 2, 1°, van hetzelfde decreet wordt de zinsnede "inclusief het beschikken over een door de VREG gecontroleerd ondernemingsplan" toegevoegd.
Art. 9.In artikel 4.1.5 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het tweede lid wordt vervangen door wat volgt: "De distributienetbeheerders kunnen op elk moment maar op één gezamenlijke werkmaatschappij een beroep doen gedurende een door de VREG aanvaarde periode.Die periode is voor iedere afzonderlijke distributienetbeheerder niet langer dan de duur van de aanwijzing van die distributienetbeheerder, maar is hernieuwbaar na afloop van die termijn."; 2° in het vierde lid wordt de zinsnede "en 4.1.8" vervangen door de zinsnede "tot en met artikel 4.1.8/1"; 3° er wordt een zesde lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "De VREG kan haar toestemming, vermeld in het eerste lid, intrekken wanneer zij van oordeel is dat niet langer voldaan is aan de voorwaarden ter uitvoering van het derde lid of aan de voorwaarden, vermeld in artikel 4.1.7 tot en met 4.1.8/1.".
Art. 10.Aan titel IV, hoofdstuk I, afdeling II, van hetzelfde decreet wordt een artikel 4.1.5/1 toegevoegd, dat luidt als volgt: "Art. 4.1.5/1. De raad van bestuur van de werkmaatschappij telt maximaal twintig leden, waarbij elke deelnemende distributienetbeheerder ten minste één vertegenwoordiger heeft.
Het mandaat van lid van de raad van bestuur, vermeld in het eerste lid, is onverenigbaar met: 1° het lidmaatschap van de wetgevende kamers, het Europees Parlement, de gemeenschaps- en gewestparlementen, de Vergadering van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad, de Vlaamse Gemeenschapscommissie of de Franse Gemeenschapscommissie;2° de functie of het ambt van minister, staatssecretaris, of het lidmaatschap van een gewest- of gemeenschapsregering. Om een meer evenwichtige participatie van mannen en vrouwen te bevorderen mag ten hoogste twee derde van de leden van de raad van bestuur, vermeld in het eerste lid, van hetzelfde geslacht zijn.
Telkens als er door een voordrachtprocedure één of meer mandaten vacant zijn in de raad van bestuur, vermeld in het eerste lid, en de voorgedragen kandidaturen het niet mogelijk maken om te voldoen aan de verplichting, vermeld in het derde lid, wordt de voordrachtprocedure hernomen.".
Art. 11.Aan titel IV, hoofdstuk I, afdeling II, van hetzelfde decreet wordt een artikel 4.1.5/2 toegevoegd, dat luidt als volgt: "Art. 4.1.5/2. De jaarlijkse bezoldiging van de gedelegeerd bestuurder, de CEO en de leden van het managementcomité van de werkmaatschappij mag niet meer bedragen dan de jaarlijkse bezoldiging van de minister-president van de Vlaamse Regering. Hoofdstuk 5 van het decreet van 22 november 2013 betreffende deugdelijk bestuur in de Vlaamse publieke sector is op die functies van overeenkomstige toepassing.".
Art. 12.In artikel 4.1.14 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 8 juli 2011 en 25 april 2014, worden de volgende wijzingen aangebracht: 1° het woord "iedere" wordt telkens opgeheven;2° de woorden "of aardgas" worden telkens opgeheven.
Art. 13.In artikel 4.1.18, § 2, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 8 juli 2011 en 14 maart 2014, worden de volgende aanpassingen aangebracht: 1° in paragraaf 2, tweede lid, wordt punt 3° opgeheven; 2° aan paragraaf 2 wordt een derde lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "Een netbeheerder kan de toegang tot zijn net voor een toegangshouder bovendien weigeren of beëindigen indien de aanvrager van de toegang tot het net niet voldoet of de toegangshouder niet meer voldoet aan de voorwaarden voor de toegang tot zijn net, vastgelegd in of krachtens de technische reglementen, vermeld in artikel 4.2.1."; 3° er wordt een paragraaf 3/1 ingevoegd, die luidt als volgt: " § 3/1.De netbeheerder is verplicht om een bemiddeling op te starten bij de VREG indien hij in het geval, vermeld in paragraaf 2, derde lid, de toegang tot het net wil weigeren of beëindigen, behoudens in de gevallen waar geen voorafgaande toestemming door de VREG is vereist.".
Art. 14.Aan artikel 4.1.32, § 1, 6°, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 27 november 2015, wordt de zin "Dit wordt door de VREG onder andere gecontroleerd door middel van een vergelijking met distributienetactiviteiten in de andere gewesten en de buurlanden." toegevoegd.
Art. 15.In artikel 4.1.34 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 27 november 2015 en gewijzigd bij het decreet van 24 februari 2017, worden de woorden "de gedelegeerd bestuurder van" opgeheven.
Art. 16.In artikel 4.2.1, § 2, van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in punt 2° worden de woorden "aanvragers van toegang tot het net en aanvragers van een aansluiting op het net" opgeheven;2° in punt 4° wordt de zinsnede "verhuizing, bewoning naar een nieuwe of verzegelde woning, verzegeling, afsluiting, de beëindiging van een leveringscontract" vervangen door de woorden "contractuele wijzigingen op het toegangspunt";3° in punt 6° worden na het woord "goedkeuring" en voor het woord "door" de woorden "of vaststelling" ingevoegd; 4° er wordt een punt 9° toegevoegd, dat luidt als volgt: "9° de vaststelling of goedkeuring van niet-tarifaire toegangs- en aansluitingsvoorwaarden.".
Art. 17.Aan titel IV, hoofdstuk III, van hetzelfde decreet wordt een afdeling III toegevoegd, die luidt als volgt: "Afdeling III. Noodleverancier".
Art. 18.Aan afdeling III, toegevoegd bij artikel 17, wordt een artikel 4.3.3 toegevoegd, dat luidt als volgt: "Art. 4.3.3. In het geval de VREG de leveringsvergunning van een leverancier, vermeld in artikel 4.3.1, intrekt, of indien een leverancier de toegang tot het net wordt ontzegd, of in geval van het faillissement van een leverancier, treedt de netbeheerder, wat betreft de afnemers van die leverancier die op zijn net zijn aangesloten, op als noodleverancier. De Vlaamse Regering bepaalt de maximale periode, die niet langer kan zijn dan zestig dagen, gedurende dewelke de netbeheerder voor die afnemers als noodleverancier kan optreden en de Vlaamse Regering kan ook nadere voorwaarden bepalen waaronder zij deze taak uitvoeren.".
Art. 19.In artikel 4.6.1 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 8 juli 2011, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° aan paragraaf 2, eerste lid, worden de volgende zinnen toegevoegd: "De adviestermijn voor de betrokken netbeheerder bedraagt vijftien dagen.De VREG beslist over de toelating binnen een termijn van zestig dagen na ontvangst van de aanvraag. Als de VREG oordeelt dat de toetsing van de aanvraag aan de voorwaarden uit dit hoofdstuk moeilijk tijdig uit te voeren is, dan deelt de VREG aan de aanvrager mee dat de termijn van zestig dagen verlengd wordt tot een termijn van negentig dagen. De verlengingsbeslissing vermeldt de reden of de redenen voor het uitstel. Bij gebrek aan beslissing binnen de voormelde termijn, wordt de toelating geacht stilzwijgend te zijn verleend."; 2° aan paragraaf 3 wordt de zinsnede ", onverminderd wat bepaald is in paragraaf 2, eerste lid" toegevoegd.
Art. 20.Aan artikel 4.7.1, § 2, tweede lid, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 8 juli 2011, worden de volgende zinnen toegevoegd: "De netbeheerder beslist over de toestemming binnen een termijn van zestig dagen na ontvangst van de aanvraag. Als de netbeheerder oordeelt dat de toetsing van de aanvraag aan de voorwaarden uit dit hoofdstuk moeilijk tijdig uit te voeren is, dan deelt de netbeheerder aan de aanvrager mee dat de termijn van zestig kalenderdagen verlengd wordt tot een termijn van negentig kalenderdagen. De verlengingsbeslissing vermeldt de reden of de redenen voor het uitstel.". HOOFDSTUK 6. - Wijzigingen aan titel V van het Energiedecreet van 8 mei 2009
Art. 21.In artikel 5.1.1 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 24 februari 2017, wordt het woord "werkmaatschappijen" vervangen door het woord "werkmaatschappij".
Art. 22.In artikel 5.1.3 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 24 februari 2017 en gewijzigd bij het decreet van 10 maart 2017, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het eerste lid, dat via artikel 16 van het decreet van 10 maart 2017 deel van paragraaf 1 zal worden, wordt vervangen door wat volgt: "Onverminderd de wet van 7 juni 1994 tot wijziging van het koninklijk besluit van 31 mei 1933 betreffende de verklaring te doen in verband met subsidies, vergoedingen en toelagen van elke aard, die geheel of gedeeltelijk ten laste van de Staat zijn, onderneemt de netbeheerder of beheerder van het transmissienet met toepassing van dit hoofdstuk voor de uitbetaling van groenestroomcertificaten, warmtekrachtkoppelingscertificaten, vergoedingen en premies die zijn ingesteld ter uitvoering van titel VII en VIII van dit decreet de volgende handelingen: 1° als een vermoeden bestaat dat er energiefraude als vermeld in artikel 1.1.3, 40° /1, e) of f), van dit decreet wordt gepleegd, wordt de uitbetaling tijdelijk opgeschort totdat vastgesteld is of er al dan niet energiefraude is gepleegd; 2° als vaststaat dat er energiefraude als vermeld in artikel 1.1.3, 40° /1, e) of f), van dit decreet, wordt gepleegd of is gepleegd, wordt de uitbetaling definitief stopgezet en wordt de steun teruggevorderd die onterecht is uitgekeerd."; 2° in paragraaf 2, toegevoegd bij het decreet van 10 maart 2017, wordt het eerste lid vervangen door wat volgt: "Onverminderd de wet van 7 juni 1994 tot wijziging van het koninklijk besluit van 31 mei 1933 betreffende de verklaring te doen in verband met subsidies, vergoedingen en toelagen van elke aard, die geheel of gedeeltelijk ten laste van de Staat zijn, onderneemt de warmte- of koudenetbeheerder met toepassing van dit hoofdstuk met betrekking tot de uitbetaling van vergoedingen en premies die zijn ingesteld ter uitvoering van titel VII en VIII van dit decreet de volgende handelingen: 1° als een vermoeden bestaat dat er energiefraude als vermeld in artikel 1.1.3, 40° /1, e) of f), van dit decreet wordt gepleegd, wordt de uitbetaling tijdelijk opgeschort totdat vastgesteld is of er al dan niet energiefraude is gepleegd; 2° als vaststaat dat er energiefraude als vermeld in artikel 1.1.3, 40° /1, e) of f), van dit decreet wordt gepleegd of is gepleegd, wordt de uitbetaling definitief stopgezet en wordt de steun teruggevorderd die onterecht is uitgekeerd.". HOOFDSTUK 7. - Wijzigingen aan titel VII van het Energiedecreet van 8 mei 2009
Art. 23.In artikel 7.1.1 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 13 juli 2012, 28 juni 2013, 20 december 2014 en 27 november 2015, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 2 wordt het tweede lid vervangen door wat volgt: "In afwijking van het eerste lid worden, als het fotovoltaïsch zonne-energiesysteem in aanmerking komt om te voldoen aan de verplichting, vermeld in artikel 11.1.3, geen groenestroomcertificaten toegekend voor de opwekking van de hoeveelheid elektriciteit uit zonne-energie die nodig is om aan die voorwaarde te voldoen. Voor de hoeveelheid elektriciteit die door het fotovoltaïsche zonne-energiesysteem wordt geproduceerd bovenop de hoeveelheid die nodig is om aan die verplichting, vermeld in artikel 11.1.3, te voldoen, worden wel groenestroomcertificaten toegekend."; 2° aan paragraaf 3, eerste lid, wordt de zin "Installaties die als brandstof gebruikmaken van biomassa komen echter niet in aanmerking voor een dergelijke verlenging." toegevoegd.
Art. 24.Aan artikel 7.1.3, tweede lid, van hetzelfde decreet worden de volgende zinnen toegevoegd: "De Vlaamse Regering zorgt er hierbij voor dat een onderneming in moeilijkheden geen aanvraagdossiers voor het verkrijgen van groenestroomcertificaten of warmtekracht certificaten kan indienen.".
Art. 25.In artikel 7.1.4/1 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 13 juli 2012 en gewijzigd bij de decreten van 28 juni 2013, 27 november 2015 en 17 februari 2017, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, eerste lid, wordt tussen het woord "actualiseert" en het woord "jaarlijks" het woord "minstens" ingevoegd;2° in paragraaf 1, tweede lid, wordt tussen het woord "ook" en het woord "projectcategorieën" het woord "niet-representatieve" ingevoegd;3° in paragraaf 1, zevende lid, wordt na de woorden "lopende projecten" en voor het woord "zijn" de zinsnede "en voor nieuwe projecten met een startdatum vanaf 1 augustus tot en met 31 december van het lopende kalenderjaar" ingevoegd;4° in paragraaf 1, achtste lid, wordt het woord "jaarlijks" vervangen door de woorden "minstens een keer per jaar en dit in elk geval";5° in paragraaf 4, eerste lid, 1°, wordt na de woorden "lopende projecten" en voor het woord "tijdens" de zinsnede "en nieuwe projecten met een startdatum vanaf 1 augustus tot en met 31 december van het lopende kalenderjaar" ingevoegd;6° in paragraaf 4, derde lid, wordt tussen het woord "toepassing" en het woord "zijn" het woord "kunnen" ingevoegd; 7° in paragraaf 4, derde lid, wordt tussen het woord "zijn" en het woord "Voor" de zin "De onrendabele top voor de productie van groene stroom in een installatie met een startdatum voor 1 januari 2013, vermeld in artikel 7.1.1, § 1, wordt niet geactualiseerd." ingevoegd; 8° in paragraaf 4, derde lid, wordt telkens na de woorden "lopende projecten" en voor de woorden "voor de productie" de zinsnede "en nieuwe projecten met een startdatum vanaf 1 augustus tot en met 31 december van het lopende kalenderjaar" ingevoegd; 9° in paragraaf 4 wordt tussen het derde en het vierde lid, een lid ingevoegd, dat luidt als volgt: "In afwijking van het derde lid wordt voor alle lopende projecten en nieuwe projecten met een startdatum vanaf 1 augustus tot en met 31 december van het lopende kalenderjaar voor de productie van groene stroom of voor warmtekracht koppeling de onrendabele top tijdens de afschrijvingsperiode, vermeld in artikel 7.1.1, § 2 of § 3, of in artikel 7.1.2, § 2 of § 3, wel geactualiseerd op basis van de tarieven van de vennootschapsbelasting.".
Art. 26.In artikel 7.1.6, § 2, eerste lid, van hetzelfde decreet worden de woorden "op regelmatige tijdstippen de" vervangen door de woorden "minstens één keer per jaar".
Art. 27.In artikel 7.1.7, § 2, eerste lid, van hetzelfde decreet worden de woorden "op regelmatige tijdstippen de" vervangen door de woorden "minstens één keer per jaar".
Art. 28.Aan artikel 7.1.10, § 3/1, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 27 november 2015 en gewijzigd bij het decreet van 22 december 2017, wordt een derde lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "De Vlaamse Regering zorgt met toepassing van het eerste en het tweede lid en alleen als er op het federale niveau een gelijkaardige regeling bestaat, in jaar N voor een verrekening of terugbetaling van een bedrag ter grootte van het door de federale overheid vastgestelde op ondernemingsniveau of vestigingsniveau in het jaar N-1 door die onderneming of vestiging verschuldigde en betaalde bedrag van de door financieringssteun voor hernieuwbare energie op federaal niveau ontstane kosten. De Vlaamse Regering stelt in het kader van die verrekening of terugbetaling echter een plafond vast van een percentage van het in het jaar N-1 in totaal verschuldigde bedrag, vermeld in het eerste lid, dat die verrekening of terugbetaling niet mag overschrijden.".
Art. 29.In titel VII van hetzelfde decreet wordt een hoofdstuk I/2 ingevoegd dat luidt als volgt: "Hoofdstuk I/2. Werkzaamheden van maatschappelijk belang".
Art. 30.Aan hoofdstuk I/2, ingevoegd bij artikel 29, wordt een artikel 7.1/2.1 toegevoegd, dat luidt als volgt: "Art. 7.1/2.1. Onverminderd enige andersluidende bepaling worden de bouw en de aanleg, met inbegrip van de bijbehorende infrastructuur, van productie installaties voor warmtekrachtkoppeling en hernieuwbare energie, in ieder geval windturbines, beschouwd als zijnde van maatschappelijk belang. De Vlaamse Regering kan nadere voorwaarden vastleggen waaraan het vermogen van een dergelijke productie-installatie moet voldoen om als van maatschappelijk belang zijnde te worden beschouwd.". HOOFDSTUK 8. - Wijzigingen aan titel VIII van het Energiedecreet van 8 mei 2009
Art. 31.In artikel 8.2.2 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 19 december 2014 en gewijzigd bij het decreet van 3 juli 2015, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, eerste lid, 1°, worden de woorden "lokale entiteiten" vervangen door het woord "energiehuizen";2° in paragraaf 1, tweede lid, wordt de zin "De volgende koninklijke besluiten worden gehandhaafd tot de datum van opheffing door de Vlaamse Regering: 1° koninklijk besluit van 2 juni 2006 houdende de definitie van de doelgroep van de meest behoeftigen van het Fonds ter reductie van de globale energiekost; 2° koninklijk besluit van 1 juli 2006 tot vaststelling van het beheerscontract van het Fonds ter reductie van de globale energiekost." opgeheven; 3° in paragraaf 2 worden de woorden "lokale entiteiten" telkens vervangen door het woord "energiehuizen";4° in paragraaf 2 worden de woorden "lokale entiteit" vervangen door het woord "energiehuis";5° in paragraaf 3 worden de woorden "lokale entiteit" vervangen door het woord "energiehuis".
Art. 32.In artikel 8.3.1/1 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 17 februari 2017, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, eerste lid, 1°, worden de woorden "lokale entiteiten" vervangen door het woord "energiehuizen";2° in paragraaf 2 worden de woorden "lokale entiteiten" telkens vervangen door het woord "energiehuizen";3° in paragraaf 2 worden de woorden "lokale entiteit" vervangen door het woord "energiehuis";4° in paragraaf 3 worden de woorden "lokale entiteit" vervangen door het woord "energiehuis".
Art. 33.In artikel 8.4.2 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 17 februari 2017, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, eerste lid, 1°, worden de woorden "lokale entiteiten" vervangen door het woord "energiehuizen";2° in paragraaf 2 worden de woorden "lokale entiteiten" telkens vervangen door het woord "energiehuizen";3° in paragraaf 2 worden de woorden "lokale entiteit" vervangen door het woord "energiehuis";4° in paragraaf 3 worden de woorden "lokale entiteit" vervangen door het woord "energiehuis". HOOFDSTUK 9. - Invoegen van een titel IX in het Energiedecreet van 8 mei 2009
Art. 34.Titel IX van hetzelfde decreet, opgeheven door het decreet van 14 februari 2014, wordt opnieuw opgenomen in de volgende lezing: "Titel IX. Energiehuizen".
Art. 35.Artikel 9.1.1 van hetzelfde decreet, opgeheven door het decreet van 14 februari 2014, wordt opnieuw opgenomen in de volgende lezing: "Art. 9.1.1. De Vlaamse Regering kan aan de energiehuizen de volgende taken opdragen: 1° het als kredietbemiddelaar of kredietgever verstrekken van de leningen, vermeld in de artikelen 8.2.2, 8.3.1/1 en 8.4.2; 2° het verlenen van advies over en het voeren van sensibiliserings- en communicatieacties over rationeel energiegebruik, rationeel energiebeheer of hernieuwbare energietechnologieën;3° het bevorderen van het gebruik van energiezuinige producten, technieken, systemen of hernieuwbare energietechnologieën, inclusief de begeleiding bij de uitvoering van werken en diensten bij huishoudelijke afnemers daaromtrent;4° het verlenen van informatie aan huishoudelijke afnemers over de werking van de energiemarkt; 5° het optreden als uniek loket voor door de Vlaamse Regering door of krachtens dit decreet vastgestelde taken en opdrachten.".
Art. 36.Artikel 9.1.2 van hetzelfde decreet, opgeheven door het decreet van 14 februari 2014, wordt opnieuw opgenomen in de volgende lezing: "Art. 9.1.2. De Vlaamse Regering bepaalt de voorwaarden waaraan de energiehuizen moeten voldoen om in het kader van de taken, vermeld in artikel 9.1.1, door het Vlaamse Gewest te worden aanvaard.
Onverminderd het eerste lid voldoet elk energiehuis om als kredietbemiddelaar of kredietgever als vermeld in artikel 9.1.1, 1°, op te treden minstens aan de volgende voorwaarden: 1° het beschikt over rechtspersoonlijkheid;2° het beschikt over de nodige expertise en kritische capaciteit op technisch, juridisch, financieel en boekhoudkundig vlak;3° het kan werken volgens het derde-investeerderprincipe en fungeren als lokale ESCO in het kader van de financiering van tussenkomsten voor de door de Vlaamse Regering vastgestelde doelgroep; 4° het kan de sociale begeleiding van de door de Vlaamse Regering vastgestelde doelgroep garanderen.".
Art. 37.Artikel 9.1.3 van hetzelfde decreet, opgeheven door het decreet van 14 februari 2014, wordt opnieuw opgenomen in de volgende lezing: "Art. 9.1.3. De Vlaamse Regering kan de medewerking van de gemeenten en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn opleggen voor taken die door of krachtens dit decreet aan de energiehuizen zijn opgedragen. De Vlaamse Regering bepaalt de vorm waarin die medewerking bestaat.". HOOFDSTUK 1 0. - Wijzigingen aan titel X van het Energiedecreet van 8 mei 2009
Art. 38.In artikel 10.1.3, § 1, van hetzelfde decreet, laatst gewijzigd bij het decreet van 17 februari 2017, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° tussen het tweede en het derde lid wordt een lid ingevoegd, dat luidt als volgt: "Onverminderd het tweede lid kan de Vlaamse Regering beslissen om de lijst, vermeld in het tweede lid, uit te breiden met conform het decreet van 30 april 2009 betreffende de kwalificatiestructuur erkende beroepskwalificaties."; 2° in het bestaande derde lid, dat het vierde lid wordt, worden tussen het woord "tweede" en het woord "lid" de woorden "en derde" ingevoegd.
Art. 39.Aan titel X van hetzelfde decreet, laatst gewijzigd bij het decreet van 17 februari 2017, wordt een artikel 10.1.6 toegevoegd, dat luidt als volgt: "Art. 10.1.6. De Vlaamse Regering kan in het kader van de uitvoering van de verplichtingen die worden opgelegd door of krachtens dit decreet, kwaliteitseisen en kwaliteitscontroles opleggen aan aannemers van werken en diensten. De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen voor de manier waarop die eisen en controles worden uitgevoerd. De Vlaamse Regering kan eisen bepalen waaraan de personen of organisaties die de controles uitvoeren moeten voldoen.". HOOFDSTUK 1 1. - Wijzigingen aan titel XI van het Energiedecreet van 8 mei 2009
Art. 40.In artikel 11.1.8 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 14 maart 2014, 18 december 2015 en 17 februari 2017, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, eerste lid, wordt tussen het woord "Voor" en het woord "gebouwen" het woord "nieuwbouw" ingevoegd;2° in paragraaf 1, eerste lid, wordt het woord "zes" vervangen door het woord "twaalf";3° er wordt een paragraaf 1/1 ingevoegd, die luidt als volgt: " § 1/1.Voor andere gebouwen dan de gebouwen, vermeld in paragraaf 1, waarvoor EPB-eisen gelden als vermeld in artikel 11.1.1, § 1, dient de verslaggever namens de aangifteplichtige een EPB-aangifte in bij het Vlaams Energieagentschap binnen een termijn van vijf jaar na het verlenen van de stedenbouwkundige vergunning of de omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen of na het indienen van de melding.".
Art. 41.In artikel 11.2.1, § 3, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 18 november 2011 en gewijzigd bij het decreet van 14 maart 2014, worden tussen het woord "kengetal" en het woord "alsmede" de woorden "of label" ingevoegd.
Art. 42.Aan artikel 11.2.2, § 3, van hetzelfde decreet wordt de zinsnede "en in artikel 11.2.1" toegevoegd.
Art. 43.In artikel 11.2.3, § 3, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 18 november 2011 en gewijzigd bij de decreten van 28 juni 2013 en 27 november 2015, wordt tussen het eerste lid en het tweede lid een lid ingevoegd dat luidt als volgt: "In afwijking van het eerste lid kan de Vlaamse Regering beslissen om energiedeskundigen toegang te verlenen tot de gegevens van de gemeenschappelijke delen van residentiële gebouwen die bestemd zijn voor collectieve bewoning. De Vlaamse Regering bepaalt de voorwaarden waaronder en de wijze waarop de energiedeskundige toegang verkrijgt tot die gegevens.".
Art. 44.In titel XI van hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 17 februari 2017, wordt een hoofdstuk II/1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "Hoofdstuk II/1. Renovatieadvies".
Art. 45.In titel XI van hetzelfde decreet wordt aan hoofdstuk II/1, ingevoegd bij artikel 44, een artikel 11.2/1.1 toegevoegd, dat luidt als volgt: "Art. 11.2/1.1. Het renovatieadvies is een document waarmee de eigenaar van het gebouw wordt geïnformeerd en gesensibiliseerd over de energetische toestand en de renovatiewaardigheid van het gebouw. Het renovatieadvies bevat een evaluatie van de energieprestatie van het gebouw in de huidige toestand en bevat adviezen om bij een renovatie de juiste toekomstgerichte keuzes te maken.
De Vlaamse Regering bepaalt de verdere inhoud, de berekeningsmethode, de wijze van opmaak, en de vorm van het renovatieadvies. De Vlaamse Regering kan daarbij een onderscheid maken naar type van gebouw. De Vlaamse Regering kan in het kader van de opmaak van het renovatieadvies aan de eigenaar en aan derden verplichtingen opleggen.". HOOFDSTUK 1 2. - Wijzigingen aan titel XIII van het Energiedecreet van 8 mei 2009
Art. 46.In artikel 13.1.2 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 8 juli 2011, 14 maart 2014, 27 november 2015 en 10 maart 2017, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 wordt tussen de woorden "marktpartij of" en de woorden "de aangestelden" de zinsnede "of de ondernemingen waarin de netbeheerders of de werkmaatschappij rechtstreeks of onrechtstreeks participeren," ingevoegd;2° in paragraaf 2, eerste lid, worden de woorden "De Vlaamse Regering wijst de personeelsleden van de VREG aan die bevoegd zijn" vervangen door de woorden "de personeelsleden van de VREG zijn bevoegd";3° in paragraaf 2, tweede lid, wordt tussen de woorden "iedere marktpartij" en de woorden "ter plaatse" de zinsnede "of de ondernemingen waarin de netbeheerders of rechtstreeks of onrechtstreeks participeren, de aangestelden, bestuurders, managers en personeelsleden van die marktpartij," ingevoegd;4° in paragraaf 2, tweede lid, 1°, wordt tussen de woorden "de bewoner" en het woord "gekregen" de woorden "of een daartoe gemachtigd persoon" ingevoegd;5° in paragraaf 3, eerste lid, wordt tussen de woorden "De marktpartij" en de woorden "aan wie" de zinsnede "of de ondernemingen waarin de netbeheerders of rechtstreeks of onrechtstreeks participeren, de aangestelden, bestuurders, managers en personeelsleden van die marktpartij," ingevoegd.
Art. 47.In artikel 13.1.4, § 1, tweede lid, 1°, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 8 juli 2011, 27 november 2015 en 24 februari 2017, wordt tussen de woorden "de bewoner" en het woord "gekregen" de woorden "of een daartoe gemachtigd persoon" ingevoegd.
Art. 48.In artikel 13.1.5, § 1, tweede lid, 1°, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 8 juli 2011, 27 november 2015 en 24 februari 2017, wordt tussen de woorden "de bewoner" en het woord "gekregen" de woorden "of een daartoe gemachtigd persoon" ingevoegd.
Art. 49.In titel XIII, hoofdstuk I, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 24 februari 2017, wordt in het opschrift van afdeling V het woord "werkmaatschappijen" vervangen door het woord "werkmaatschappij".
Art. 50.In artikel 13.1.7 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 24 februari 2017, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid wordt het woord "werkmaatschappijen" vervangen door het woord "werkmaatschappij";2° in het vierde lid, 1°, wordt tussen de woorden "de bewoner" en het woord "gekregen" de woorden "of een daartoe gemachtigd persoon" ingevoegd.
Art. 51.In artikel 13.3.1 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 10 maart 2017, wordt paragraaf 4 vervangen door wat volgt: " § 4. Binnen een vervaltermijn van zestig dagen vanaf de kennisgeving van de beslissing, kan de beslissing van de VREG tot oplegging van een administratieve geldboete worden aangevochten bij de Raad van State.".
Art. 52.In artikel 13.3.2 van hetzelfde decreet wordt het bedrag "2.000.000 euro" vervangen door het bedrag "5.000.000 euro".
Art. 53.In artikel 13.4.7, § 1, van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 18 november 2011, en gewijzigd bij de decreten van 21 december 2012, 14 maart 2014 en 17 februari 2017, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid, 8°, wordt de zinsnede "punt 2.6.1" vervangen door de zinsnede "punt 2.7.1"; 2° in het eerste lid, 9°, wordt de zinsnede "punt 2.6.2" vervangen door de zinsnede "punt 2.7.2"; 3° in het eerste lid, 10°, wordt de zinsnede "punt 2.6.3" vervangen door de zinsnede "punt 2.7.3"; 4° in het eerste lid, 10°, worden de woorden "maximaal toegestaan" opgeheven; 5° in het eerste lid, 11°, wordt de zinsnede "punt 2.6.4" vervangen door de zinsnede "punt 2.7.4"; 6° in het eerste lid, 11°, worden de woorden "maximaal toegelaten" opgeheven; 7° in het eerste lid, 12°, wordt de zinsnede "punt 2.6.5" vervangen door de zinsnede "punt 2.7.5"; 8° in het eerste lid, 13°, wordt de zinsnede "punt 2.6.6" vervangen door de zinsnede "punt 2.7.6"; 9° in het eerste lid, 14°, wordt de zinsnede "punt 2.6.7" vervangen door de zinsnede "punt 2.7.7"; 10° in het eerste lid, 15°, wordt het woord "maximaal" opgegeven; 11° in het eerste lid, 15°, wordt de zinsnede "punt 2.6.8" vervangen door de zinsnede "punt 2.7.8"; 12° in het eerste lid, 16°, wordt de zinsnede "punt 2.6.9" vervangen door de zinsnede "punt 2.7.9"; 13° in het eerste lid, 17°, wordt de zinsnede "punt 2.7" vervangen door de zinsnede "punt 2.8"; 14° in het eerste lid, 18°, wordt de zinsnede "punt 2.8" vervangen door de zinsnede "punt 2.9"; 15° in het eerste lid, 19°, wordt de zinsnede "punt 2.9" vervangen door de zinsnede "punt 2.10"; 16° in het eerste lid, 20°, wordt de zinsnede "punt 2.10" vervangen door de zinsnede "punt 2.11"; 17° het vierde lid wordt vervangen door wat volgt: "Een in de EPB-aangifte foutief opgegeven waarde met betrekking tot de ventilatievoorzieningen kan geen aanleiding geven tot verdere beboeting krachtens het eerste lid, 1°, 2°, 3° en 5°.". HOOFDSTUK 1 3. - Invoegen van een titel XIV/1 in het Energiedecreet van 8 mei 2009
Art. 54.In hetzelfde decreet, laatst gewijzigd bij het decreet van 16 november 2018, wordt een titel XIV/1 ingevoegd, die luidt als volgt: "Titel XIV/1. Experimentregelgeving en regelluwe zones voor energie".
Art. 55.In hetzelfde decreet wordt aan titel XIV/1, ingevoegd bij artikel 54, een artikel 14/1.1.1 toegevoegd, dat luidt als volgt: "Art. 14/1.1.1. § 1. De Vlaamse Regering kan regelluwe zones vaststellen waarbinnen in afwijking van de door of krachtens titel IV, IV/1, VII, IX, XI, vastgestelde bepalingen binnen een bepaald kader en binnen een beperkt geografisch afgebakend gebied tijdelijk kan worden geëxperimenteerd met een andere toepassing dan de door of krachtens die bepalingen vastgelegde regels. Indien het een afwijking betreft van de door of krachtens titel IV vastgestelde bepalingen, dan wint de Vlaamse Regering hierbij het advies in van de VREG. De Vlaamse Regering kan categorieën van regelluwe zones bepalen. De Vlaamse Regering stelt de voorwaarden vast waaronder dan binnen een dergelijke regelluwe zone voor een bepaald doel wordt opgetreden en bepaalt van welke bepalingen mag worden afgeweken. De Vlaamse Regering kan voor de toepassing in die zones echter geen bepalingen aannemen of afwijkingen toestaan die strijdig zijn met artikel 4.1.7 tot en met artikel 4.1.8/1, of met de verplichtingen van Europese richtlijnen, verordeningen en besluiten. § 2. De Vlaamse Regering legt de voorwaarden vast waaraan een project moet voldoen om in aanmerking te komen voor de erkenning als regelluwe zone. De Vlaamse Regering legt de procedure en de voorwaarden voor de aanvraag en voor de erkenning als regelluwe zone vast.
De Vlaamse Regering legt de voorwaarden voor de schorsing of intrekking van de erkenning als regelluwe zone vast. § 3. Voor zover er door dit decreet niet van wordt afgeweken zijn de bepalingen van artikel III.119 tot en met III.122 van het Bestuursdecreet van overeenkomstige toepassing.".
Art. 56.Aan hetzelfde decreet wordt aan titel XIV/1, ingevoegd bij artikel 54, een artikel 14/1.1.2 toegevoegd, dat luidt als volgt: "Art. 14/1.1.2. De houder van de erkenning als regelluwe zone rapporteert op regelmatige basis aan de Vlaamse overheid over de voortgang en de resultaten van zijn project. De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen voor de vorm, de inhoud en de regelmaat van die rapportering, en kan bepalen bij wie die rapportering wordt ingediend.". HOOFDSTUK 1 4. - Wijzigingen aan titel XV van het Energiedecreet van 8 mei 2009
Art. 57.In titel XV, hoofdstuk III, van hetzelfde decreet, laatst gewijzigd bij het decreet van 16 november 2018, wordt een artikel 15.3.5/17 ingevoegd, dat luidt als volgt: "Art. 15.3.5/17. De werkmaatschappij past tegen uiterlijk 1 april 2019 de statuten en de samenstelling van haar raad van bestuur aan de voorwaarden, vermeld in artikel 4.1.5/1, aan. Als de werkmaatschappij de statuten of de samenstelling van de raad van bestuur niet aanpast, dan kan de VREG de toestemming, vermeld in artikel 4.1.5, eerste lid, intrekken.".
Art. 58.In titel XV, hoofdstuk III, van hetzelfde decreet, laatst gewijzigd bij het decreet van 16 november 2018, wordt een artikel 15.3.5/18 ingevoegd, dat luidt als volgt: "Art. 15.3.5/18. De distributienetbeheerders hebben tot en met 1 januari 2021 de tijd om te voldoen aan de voorwaarden, vermeld in artikel 4.1.1, eerste lid, waarbij eventueel onderling gebieden kunnen worden uitgewisseld. De VREG doet, conform de door de Vlaamse Regering volgens artikel 4.1.4 vastgestelde procedure, waar nodig een nieuwe aanwijzing als distributienetbeheerder, of wijzigt de bestaande aanwijzing als distributienetbeheerder.".
Art. 59.In titel XV, hoofdstuk III, van hetzelfde decreet, laatst gewijzigd bij het decreet van 16 november 2018, wordt een artikel 15.3.5/19 ingevoegd, dat luidt als volgt: "Art. 15.3.5/19. Ten aanzien van de beperkingen, vermeld in artikel 4.1.5/2, genieten de gedelegeerd bestuurder, de CEO en de leden van het managementcomité van de werkmaatschappij, die in dienst of aangesteld zijn op 1 januari 2019, tot het einde van hun lopende functie of mandaat van de geldelijke arbeidsvoorwaarden die zij genoten op 1 januari 2019.".
Art. 60.In titel XV, hoofdstuk III, van hetzelfde decreet, laatst gewijzigd bij het decreet van 16 november 2018, wordt een artikel 15.3.5/20 ingevoegd, dat luidt als volgt: "Art. 15.3.5/20. In afwijking van artikel 3.1.3, eerste lid, 4°, g), publiceert de VREG de daarin vermelde studie voor het eerst tegen uiterlijk 1 september 2019.".
Art. 61.In titel XV, hoofdstuk III, van hetzelfde decreet, laatst gewijzigd bij het decreet van 16 november 2018, wordt een artikel 15.3.5/21 ingevoegd, dat luidt als volgt: "Art. 15.3.5/21. De VREG kan bepalen dat een elektriciteitsproductie-eenheid in gespecifieerde omstandigheden als een bestaande productie-eenheid, dan wel als een nieuwe productie-installatie wordt beschouwd in het kader van de Netcode betreffende eisen voor de aansluiting van elektriciteitsproducenten op het net, als bedoeld in verordening 2016/631/EU. De VREG kan bepalen dat een distributiesysteem of een verbruikseenheid in gespecifieerde omstandigheden als bestaand, dan wel als nieuw wordt beschouwd in het kader van de Netcode voor aansluiting van verbruikers, als bedoeld in verordening 2016/1388/EU.". HOOFDSTUK 1 5. - Wijzigingen aan de bijlage bij het Energiedecreet van 8 mei 2009
Art. 62.In de bijlage van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 18 november 2011, 21 december 2012, 14 maart 2014 en 17 februari 2017, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in punt 1.7.3 wordt het woord "elektrische" telkens opgeheven; 2° in punt 1.7.3 wordt het woord "direct" vervangen door het woord "directe"; 3° in punt 2.7.3 wordt het woord "elektrische" telkens opgeheven; 4° in punt 2.7.3 wordt het woord "direct" vervangen door het woord "directe"; 5° in punt 3 wordt het laatste streepje vervangen door wat volgt: "- Het S-peil (kWh/m2) is een geheel getal". HOOFDSTUK 1 6. - Wijzigingen aan het Gerechtelijk Wetboek
Art. 63.In artikel 569 van het Gerechtelijk Wetboek wordt punt 33° opgeheven. HOOFDSTUK 1 7. - Slotbepalingen
Art. 64.Artikel 22, 2°, 25, 3°, 5°, 8° en 9°, 41, 42, 43, 44 en 45 treden in werking op een door de Vlaamse Regering vast te stellen datum.
Artikel 2, 12° en 15°, 7, 8, 9, 10, 11, 19, 20, 58 en 62 treden in werking op 1 januari 2019.
Artikel 51 en 63 zijn voor het eerst van toepassing op beslissingen van de VREG die worden genomen vanaf de datum van inwerkingtreding van die artikelen.
In afwijking van het eerste lid blijft artikel 7.1.1, § 2, tweede lid, van het Energiedecreet van 8 mei 2009, in de lezing voorafgaand aan de inwerkingtreding van artikel 23, 1°, van toepassing op de fotovoltaïsch zonne-energiesystemen uit dossiers waar de EPB-aangifte was ingediend voorafgaand aan de inwerkingtreding van artikel 23, 1°, van dit decreet.
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 16 november 2018.
De minister-president van de Vlaamse Regering, G. BOURGEOIS De Vlaamse minister van Begroting, Financiën en Energie, B. TOMMELEIN _______ Nota (1) Zitting 2017-2018 Stukken: - Ontwerp van decreet : 1678 - Nr.1.
Zitting 2018-2019 Verslag : 1678 - Nr. 2.
Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 1678 - Nr. 3.
Handelingen - Bespreking en aanneming: Vergadering van 7 november 2018.