gepubliceerd op 29 maart 2019
Wet betreffende de invoering van een mobiliteitsbudget
17 MAART 2019. - Wet betreffende de invoering van een mobiliteitsbudget (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt : HOOFDSTUK 1 - Inleidende bepaling
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet. HOOFDSTUK 2. - Algemene bepalingen Afdeling 1. - Toepassingsgebied
Art. 2.Deze wet is van toepassing op werkgevers en werknemers.
Voor de toepassing van deze wet worden gelijkgesteld: 1° met werknemers: de personen die anders dan krachtens een arbeidsovereenkomst arbeid verrichten in de overheidssector alsook alle andere personen die, anders dan krachtens een arbeidsovereenkomst, arbeid verrichten onder het gezag van een ander persoon;2° met werkgevers: de personen die de onder 1° genoemde personen tewerkstellen. Afdeling 2. - Definities
Art. 3.§ 1. Voor de toepassing van deze wet moet worden verstaan onder: 1° bedrijfswagen: het in artikel 65 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 gedefinieerde voertuig, dat door de werkgever, rechtstreeks of onrechtstreeks, al dan niet kosteloos, aan de werknemer ter beschikking wordt gesteld voor persoonlijk gebruik. Wordt geacht ter beschikking te zijn gesteld voor persoonlijk gebruik, elk voertuig zoals gedefinieerd in artikel 65 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, dat op naam van de werkgever is ingeschreven of het voorwerp uitmaakt van een op naam van de werkgever gesloten huur- of leasingovereenkomst of van gelijk welke andere gebruiksovereenkomst, dat voor andere dan loutere beroepsdoeleinden wordt gebruikt en waarvoor in hoofde van de werknemer een voordeel van alle aard wordt bepaald overeenkomstig artikel 36 van hetzelfde Wetboek en waarvoor door de werkgever een solidariteitsbijdrage verschuldigd is overeenkomstig artikel 38, § 3quater, van de wet van 29 juni 1981Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/06/1981 pub. 02/09/2014 numac 2014000386 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 29/06/1981 pub. 31/05/2011 numac 2011000295 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid van werknemers; 2° mobiliteitsbudget: het bedrag, berekend overeenkomstig artikel 12, dat de werknemer ontvangt van zijn werkgever ter compensatie van het feit dat hij afziet van de bedrijfswagen waarover hij beschikte of waarop hij aanspraak kon maken, en waarop de fiscale, sociaalrechtelijke en arbeidsrechtelijke regels van toepassing zijn zoals door deze wet bepaald;3° milieuvriendelijke bedrijfswagen: a) een elektrische wagen;b) een wagen die beantwoordt aan de volgende cumulatieve voorwaarden: 1) de CO2-uitstoot van het betreffende voertuig moet minder dan of gelijk zijn aan 105 g per kilometer;2) de aan te merken emissienorm voor luchtverontreinigende stoffen van het betrokken voertuig, moet ten minste overeenstemmen met de geldende norm voor nieuwe voertuigen, met uitzondering van einde reeksen, op het ogenblik van het verzoek om toepassing van de onderhavige wet door de betrokken werknemer, of met een latere norm;3) in het geval van een oplaadbaar hybride voertuig mag de elektrische batterij geen energiecapaciteit hebben van minder dan 0,5 kWh per 100 kilogram van het wagengewicht;4) in voorkomend geval, is de waarde bedoeld in 1), 2) en 3) ten minste gelijk aan die van het voertuig waarover de werknemer beschikte;4° loonsysteem van de werkgever: het geheel van bezoldigingen, premies en voordelen, waaronder de bedrijfswagen, die door de werkgever als tegenprestatie voor arbeid toegekend wordt;5° bedrijfswagenbeleid: de door de werkgever vastgelegde voorschriften die de voorwaarden van toekenning en gebruik van de bedrijfswagen regelen;6° gebruik voor beroepsdoeleinden: het gebruik van de bedrijfswagen om de overeengekomen arbeid uit te voeren, met uitsluiting van de verplaatsingen tussen de woonplaats en de plaats van tewerkstelling en de zuivere privé verplaatsingen;7° verplaatsingsvergoeding: het bedrag dat de werkgever aan de werknemer betaalt of toekent om de kosten van zijn verplaatsing tussen de woonplaats en de plaats van tewerkstelling te vergoeden;8° duurzame vervoermiddelen: a) zachte mobiliteit (aankoop, huur, leasing, onderhoud en verplichte uitrusting) - rijwielen, voortbewegingstoestellen, gemotoriseerde rijwielen en bromfietsen, zoals gedefinieerd in het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer; - motorfietsen, zoals gedefinieerd in het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer, met dien verstande dat deze enkel in aanmerking komen wanneer ze elektrisch worden aangedreven; b) openbaar vervoer (abonnementen en vervoersbewijzen) - abonnementen voor openbaar vervoer voor het woon-werkverkeer op naam van de werknemer; - biljetten voor het openbaar vervoer, zowel in België als binnen de Europese Economische Ruimte; c) georganiseerd gemeenschappelijk vervoer d) deeloplossingen - carpooling en autodelen, uitgebreid tot alle voertuigen met 2, 3 of 4 wielen, al dan niet gemotoriseerd, toebehorende aan een vloot of aan particulieren; - het taxivervoer en het verhuren van auto's met chauffeur; - de huur van voertuigen zonder chauffeur, voor maximaal 30 kalenderdagen per jaar. e) mobiliteitsdiensten die een combinatie zijn van de duurzame vervoermiddelen opgesomd van a) tot en met d). § 2. Worden gelijkgesteld met duurzame vervoermiddelen: - huisvestingskosten, meer bepaald huurgelden en interesten van hypothecaire leningen, betreffende de woonplaats die binnen een straal van 5 kilometer van de normale plaats van tewerkstelling gelegen is; - de voordelen bedoeld in artikel 38, § 1, eerste lid, 14°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992. § 3. Onder einde reeksen worden nieuwe voertuigen verstaan die niet meer worden geproduceerd maar die wel nog in voorraad zijn bij de fabrikant of de verdelers. § 4. Onder oplaadbaar hybride voertuig wordt verstaan het in artikel 65 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 bedoelde voertuig dat zowel is uitgerust met een brandstofmotor als een elektrische batterij die opgeladen kan worden via een aansluiting op een externe energiebron buiten het voertuig. § 5. De Koning kan de in paragraaf 1, 8°, bedoelde lijst uitbreiden bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, na advies van de Nationale Arbeidsraad en de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven. § 6. De Koning kan, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de in paragraaf 1, 3°, b), 3) bedoelde minimale energiecapaciteit verhogen tot maximaal 2,1 kWh per 100 kilogram van het wagengewicht. § 7. Vanaf 1 januari 2020 wordt de in paragraaf 1, 3°, b), 1), bedoelde waarde verlaagd tot 100 g per kilometer.
Vanaf 1 januari 2021 wordt de in paragraaf 1, 3°, b), 1), bedoelde waarde verlaagd tot 95 g per kilometer.
Vanaf 1 januari 2022 kan de Koning, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de in paragraaf 1, 3°, b), 1), bedoelde waarde verder verlagen. Afdeling 3. - Invoering, toekenning en geldigheidsvoorwaarden van het
mobiliteitsbudget
Art. 4.§ 1. De invoering van een mobiliteitsbudget behoort tot de uitsluitende beslissingsbevoegdheid van de werkgever.
Eventuele voorwaarden die de werkgever hieraan wil verbinden, moeten bij de invoering van het mobiliteitsbudget ter kennis worden gebracht van alle werknemers. § 2. De werkgever kan dergelijk mobiliteitsbudget enkel invoeren indien hij reeds gedurende een ononderbroken periode van minstens 36 maanden, onmiddellijk voorafgaand aan de invoering van het mobiliteitsbudget, één of meerdere bedrijfswagens ter beschikking heeft gesteld van één of meerdere werknemers. § 3. Paragraaf 2 is niet van toepassing op een werkgever die minder dan 36 maanden actief is op voorwaarde dat hij op het ogenblik van het invoeren van het mobiliteitsbudget één of meerdere bedrijfswagens ter beschikking stelt van één of meerdere werknemers. De activiteit wordt geacht te zijn gestart: - als de werkgever een rechtspersoon is, op datum van de neerlegging van de oprichtingsakte ter griffie van de ondernemingsrechtbank of van een gelijkaardige registratieformaliteit in een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte; - als de werkgever een natuurlijk persoon is, op datum van de eerste inschrijving in de Kruispuntbank van Ondernemingen.
Wanneer de werkgever een vennootschap is waarvan de activiteit bestaat uit de voortzetting van een werkzaamheid die voorheen werd uitgeoefend door een natuurlijke persoon of een andere rechtspersoon, wordt de vennootschap-werkgever geacht te zijn opgericht respectievelijk op het ogenblik van de eerste inschrijving in de Kruispuntbank van Ondernemingen door die natuurlijke persoon, of op het ogenblik van de neerlegging van de oprichtingsakte van die andere rechtspersoon ter griffie van de ondernemingsrechtbank of van het vervullen van een gelijkaardige registratieformaliteit door die natuurlijke persoon of andere rechtspersoon in een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte. § 4. De werkgever kan enkel een mobiliteitsbudget toekennen aan werknemers die daadwerkelijk over een bedrijfswagen beschikken of die voor een bedrijfswagen in aanmerking komen. § 5. Komen in aanmerking voor een bedrijfswagen: werknemers die deel uitmaken van een functiecategorie waarvoor het bij de werkgever geldende bedrijfswagenbeleid in een bedrijfswagen voorziet.
Art. 5.§ 1. Binnen het kader en de voorwaarden van het mobiliteitsbudget dat de werkgever overeenkomstig artikel 4 heeft ingevoerd, kan de werknemer een aanvraag richten aan de werkgever om de bedrijfswagen waarop hij volgens het bedrijfswagenbeleid bij de werkgever aanspraak kan maken om te ruilen voor een mobiliteitsbudget. § 2. De werkgever deelt de wijze waarop het mobiliteitsbudget wordt berekend en het bedrag ervan op voorhand mee aan de werknemer. § 3. Een werknemer die beschikt over een bedrijfswagen, kan een dergelijke aanvraag enkel doen indien hij: 1° op het moment van de aanvraag minstens 3 maanden ononderbroken over een bedrijfswagen beschikt bij de huidige werkgever;en 2° in de 36 maanden voorafgaand aan de aanvraag, minstens 12 maanden over een bedrijfswagen beschikt of heeft beschikt bij de huidige werkgever. De periode van 36 maanden bedoeld in het eerste lid, 2°, is niet van toepassing wanneer de huidige werkgever een werkgever is bedoeld in artikel 4, § 3. § 4. Een werknemer die in aanmerking komt voor een bedrijfswagen, kan een dergelijke aanvraag enkel doen indien hij: 1° op het moment van de aanvraag minstens 3 maanden ononderbroken in aanmerking kwam voor een bedrijfswagen bij de huidige werkgever;en 2° in de 36 maanden voorafgaand aan de aanvraag, reeds minstens 12 maanden in aanmerking kwam voor een bedrijfswagen bij de huidige werkgever. De periode van 36 maanden bedoeld in het eerste lid, 2°, is niet van toepassing wanneer de huidige werkgever een werkgever is bedoeld in artikel 4, § 3. § 5. Ter gelegenheid van de aanwerving van een werknemer, gelden de voorwaarden van paragrafen 3 en 4 niet.
De voorwaarden van paragrafen 3 en 4 gelden evenmin in geval van een bevordering of functiewijziging die zich heeft voorgedaan voor 1 maart 2019. § 6. De aanvraag van het mobiliteitsbudget door de werknemer gebeurt schriftelijk.
Art. 6.De werkgever beslist om al dan niet in te gaan op de in artikel 5, § 6, bedoelde aanvraag. Deze beslissing wordt schriftelijk ter kennis gebracht van de aanvrager.
Art. 7.De formele aanvraag van de werknemer en de positieve beslissing van de werkgever om op deze aanvraag in te gaan, vormen een overeenkomst die als zodanig inhoudelijk deel uitmaakt van de arbeidsovereenkomst tussen beide partijen.
Deze overeenkomst wordt voorafgaandelijk aan de eerste toekenning van het mobiliteitsbudget gesloten en vermeldt onder andere het initiële bedrag van het mobiliteitsbudget. Afdeling 4. - Gebruik en functionering van het mobiliteitsbudget
Art. 8.§ 1. Met het mobiliteitsbudget mag de werknemer de terbeschikkingstelling financieren van een in artikel 3, § 1, 3°, bedoelde milieuvriendelijke bedrijfswagen. § 2. De in paragraaf 1 vermelde bedrijfswagen is het voorwerp van een solidariteitsbijdrage bedoeld in artikel 38, § 3quater, van de wet van 29 juni 1981Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/06/1981 pub. 02/09/2014 numac 2014000386 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 29/06/1981 pub. 31/05/2011 numac 2011000295 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers. Hij volgt ook de fiscale regels die van toepassing zijn op de voertuigen bedoeld in artikel 65 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 als deze niet uitsluitend voor beroepsdoeleinden worden gebruikt. § 3. Het saldo van het mobiliteitsbudget, met andere woorden het deel van het mobiliteitsbudget dat niet werd gebruikt voor de financiering van een bedrijfswagen en daarmee gerelateerde kosten in het kader van het bedrijfswagenbeleid, zoals de brandstofkosten, de verschuldigde solidariteitsbijdrage ter uitvoering van artikel 38, § 3quater, van de wet van 29 juni 1981Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/06/1981 pub. 02/09/2014 numac 2014000386 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 29/06/1981 pub. 31/05/2011 numac 2011000295 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers en in voorkomend geval de kosten voor het beheer van het mobiliteitsbudget, wordt ter beschikking gesteld van de werknemer.
Dit saldo wordt tijdens het kalenderjaar besteed aan de financiering van duurzame vervoermiddelen. Het deel dat de werknemer niet gebruikt zal hem een keer per jaar in geld worden uitbetaald, uiterlijk samen met het loon van de eerste maand van het daaropvolgende jaar.
Art. 9.Het beheer van het mobiliteitsbudget zal ten uitvoer worden gebracht volgens de nadere regels die door de Koning zijn bepaald bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad. HOOFDSTUK 3. - Juridische gevolgen, duur, omvang en statuut Afdeling 1. - Juridische gevolgen van het mobiliteitsbudget
Art. 10.§ 1. De werknemer die het voordeel van een mobiliteitsbudget verkrijgt, kan niet meer genieten van de vrijstellingen bedoeld in artikel 38, § 1, eerste lid, 9°, a) en b), en 14°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992. § 2. De bepaling van paragraaf 1 wordt vermeld in de overeenkomst bedoeld in artikel 7. § 3. De bepaling van paragraaf 1 is niet van toepassing voor de werknemer die én een mobiliteitsbudget ontvangt én een andere vergoeding of een voordeel voor verplaatsingen tussen de woonplaats en de plaats van tewerkstelling die recht geeft op één van de genoemde vrijstellingen, maar die voorheen ook het voordeel van een bedrijfswagen genoot of het recht op een bedrijfswagen had verkregen en tegelijkertijd, gedurende minstens drie maanden voorafgaand aan de aanvraag van het mobiliteitsbudget, een vergoeding of een voordeel ontving voor verplaatsingen tussen de woonplaats en de plaats van tewerkstelling die recht geeft op één van de genoemde vrijstellingen. § 4. De bestaande verplichtingen voor de werkgever om een verplaatsingsvergoeding toe te kennen houden op te bestaan vanaf de eerste dag van de maand tijdens dewelke de werknemer een mobiliteitsbudget wordt toegekend en herwinnen hun bindende kracht vanaf de eerste dag van de maand tijdens dewelke de toekenning van het mobiliteitsbudget een einde neemt. § 5. Ingeval de werknemer beschikt over meerdere bedrijfswagens bij dezelfde werkgever, kan slechts één bedrijfswagen worden ingeleverd in ruil voor een mobiliteitsbudget. De inlevering van andere bedrijfswagens kan geen recht geven op een bijkomend mobiliteitsbudget. Afdeling 2. - Duur van het mobiliteitsbudget
Art. 11.De toekenning van het mobiliteitsbudget eindigt uiterlijk de eerste dag van de maand waarin de werknemer: 1° een functie uitoefent waarvoor geen recht op een bedrijfswagen is voorzien in het loonsysteem van de werkgever;2° over een mobiliteitsvergoeding beschikt zoals bepaald bij de wet van 30 maart 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/03/2018 pub. 07/05/2018 numac 2018011632 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de invoering van een mobiliteitsvergoeding sluiten betreffende de invoering van een mobiliteitsvergoeding;3° over een bedrijfswagen beschikt, andere dan een bedrijfswagen bedoeld in artikel 3, § 1, 3°, en, in geval van het beschikken over meerdere bedrijfswagens bij dezelfde werkgever op het ogenblik van de toekenning van een mobiliteitsbudget, andere dan een bedrijfswagen die niet het voorwerp heeft uitgemaakt van de toekenning van een mobiliteitsbudget. Afdeling 3. - Omvang en evolutie van het mobiliteitsbudget
Art. 12.§ 1. Het bedrag van het mobiliteitsbudget komt overeen met de jaarlijkse bruto kosten van de bedrijfswagen voor de werkgever, met inbegrip van de fiscale en parafiscale lasten en de daarmee gerelateerde kosten in het kader van het bedrijfswagenbeleid, zoals de financieringskosten, de brandstofkosten, de verschuldigde solidariteitsbijdrage ter uitvoering van artikel 38, § 3quater, van de wet van 29 juni 1981Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/06/1981 pub. 02/09/2014 numac 2014000386 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 29/06/1981 pub. 31/05/2011 numac 2011000295 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers, waarop de werknemer recht heeft. § 2. Wanneer de bedrijfswagen eigendom is van de werkgever, worden de financieringskosten vervangen door een jaarlijkse afschrijving van 20 pct.
Art. 13.§ 1. Bij een functieverandering of een bevordering kan het mobiliteitsbudget worden verhoogd of verlaagd wanneer de werknemer door die verandering of die bevordering tot een functiecategorie behoort waarvoor het loonsysteem van de werkgever respectievelijk in een hoger of lager budget voorziet. § 2. Verplichtingen die voor de werkgever gelden om het loon te koppelen aan andere vormen en formules voor aanpassing aan de levensduurte zijn niet van toepassing op het mobiliteitsbudget. Het mobiliteitsbudget kan wel het voorwerp uitmaken van een aanpassing zonder dat deze evenwel zou leiden tot een hoger bedrag dan het bedrag dat van toepassing zou zijn indien de werkgever het systeem voor loonindexering zou toepassen dat geldt binnen de sector waartoe de onderneming behoort. § 3. Het mobiliteitsbudget wordt in aanmerking genomen in de berekening van de maximale marge voor de loonkostenontwikkeling bedoeld in de artikelen 6 en 7 van de wet van 26 juli 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/07/1996 pub. 05/10/2012 numac 2012205395 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen. - Officieuzecoördinatie in het Duits sluiten tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen. Afdeling 4. - Statuut van het mobiliteitsbudget
Art. 14.§ 1. Onder voorbehoud van de afwijkingen die bij deze wet worden bepaald, kunnen er aan het mobiliteitsbudget geen rechten worden ontleend, ten belope van het bedrag zoals bepaald in deze wet, met uitzondering van de terbeschikkingstelling ervan door de werkgever en het bepaalde onder de paragrafen 2 en 3. § 2. In afwijking van paragraaf 1 zal voor de toepassing van de wettelijke, reglementaire en conventionele bepalingen waaraan de werknemer rechten zou ontlenen met betrekking tot het voordeel en de waarde van het privégebruik van de bedrijfswagen, het mobiliteitsbudget op dezelfde manier behandeld worden als het privégebruik van de bedrijfswagen. § 3. Een collectieve arbeidsovereenkomst kan voorzien in gunstigere bepalingen voor de werknemers, met uitzondering van rechten op het gebied van sociale zekerheid of jaarlijkse vakantie en zonder dat dit mag leiden tot een wijziging van de ten aanzien van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid te vervullen administratieve formaliteiten.
Art. 15.Voor de toepassing van deze wet kan het mobiliteitsbudget niet worden toegekend ter gehele of gedeeltelijke vervanging of omzetting van loon, premies, voordelen in natura of enig ander voordeel of aanvulling hierbij die al dan niet in aanmerking worden genomen voor de sociale zekerheid.
Het mobiliteitsbudget kan evenmin worden toegekend wanneer de bedrijfswagen die aanleiding zou geven tot de toekenning van een mobiliteitsbudget, geheel of gedeeltelijk het resultaat was van een in het eerste lid bedoelde vervanging of omzetting.
Het mobiliteitsbudget kan wel worden toegekend ter vervanging of omzetting van loon of andere voordelen, indien die voordelen blijkens de individuele arbeidsovereenkomst werden toegekend aan de werknemer omdat hij recht had op een bedrijfswagen, maar er niet effectief over beschikt heeft, tenzij die voordelen op hun beurt geheel of gedeeltelijk het resultaat waren van een in het eerste lid bedoelde vervanging of omzetting.
Het mobiliteitsbudget kan ook worden toegekend ter vervanging van een mobiliteitsvergoeding bedoeld in artikel 3, 2°, van de wet van 30 maart 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/03/2018 pub. 07/05/2018 numac 2018011632 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de invoering van een mobiliteitsvergoeding sluiten betreffende de invoering van een mobiliteitsvergoeding. HOOFDSTUK 4. - Wijzigingsbepalingen Afdeling 1. - Arbeidsrechtelijke behandeling van het mobiliteitsbudget
Art. 16.In artikel 6bis van het koninklijk besluit nr. 5 van 23 oktober 1978 betreffende het bijhouden van sociale documenten, ingevoegd bij de wet van 2 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003391 bron ministerie van financien Wet tot aanvulling, inzake de verhaalmiddelen tegen de beslissingen van de minister, de CBF, de CDV en de marktondernemingen, alsook inzake de tussenkomst van de CBF en van de CDV voor de strafgerechten, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten en tot wijziging van verschillende andere wetsbepalingen type wet prom. 02/08/2002 pub. 22/08/2002 numac 2002009786 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende wijziging van het Wetboek van vennootschappen alsook van de wet van 2 maart 1989 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen in ter beurze genoteerde vennootschappen en tot reglementering van de openbare overnameaanbiedingen type wet prom. 02/08/2002 pub. 05/09/2002 numac 2002009809 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot aanvulling van artikel 33, § 1, eerste lid van de wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis type wet prom. 02/08/2002 pub. 15/08/2002 numac 2002021304 bron federale overheidsdienst kanselarij en algemene diensten Wet tot wijziging van de wet betreffende de afschaffing of herstructurering van instellingen van openbaar nut en andere overheidsdiensten, gecoördineerd op 13 maart 1991 type wet prom. 02/08/2002 pub. 07/08/2002 numac 2002009716 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties sluiten en gewijzigd bij de wet van 30 maart 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/03/2018 pub. 07/05/2018 numac 2018011632 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de invoering van een mobiliteitsvergoeding sluiten, wordt een bepaling onder e) ingevoegd, luidende: "e) de overeenkomst bedoeld in artikel 7 van de wet van 17 maart 2019 betreffende de invoering van een mobiliteitsbudget.".
Art. 17.In boek 2, hoofdstuk 6, van het Sociaal Strafwetboek wordt het opschrift van afdeling 2 vervangen als volgt: "Afdeling 2. De overeenkomst voor tewerkstelling van studenten, de overeenkomst voor tewerkstelling van huisarbeiders, de beroepsinlevingsovereenkomst, de overeenkomst voor de mobiliteitsvergoeding met toepassing van de wet van 30 maart 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/03/2018 pub. 07/05/2018 numac 2018011632 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de invoering van een mobiliteitsvergoeding sluiten betreffende de invoering van een mobiliteitsvergoeding, de overeenkomst voor het mobiliteitsbudget met toepassing van de wet van 17 maart 2019 betreffende de invoering van een mobiliteitsbudget en de arbeidsovereenkomst voor uitvoering van tijdelijke arbeid".
Art. 18.In artikel 186 van hetzelfde Wetboek worden de volgende wijzigingen aangebracht: a° het volgende opschrift wordt ingevoegd: "De overeenkomst voor tewerkstelling van studenten, de overeenkomst voor tewerkstelling van huisarbeiders, de beroepsinlevingsovereenkomst, de overeenkomst voor de mobiliteitsvergoeding met toepassing van de wet van 30 maart 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/03/2018 pub. 07/05/2018 numac 2018011632 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de invoering van een mobiliteitsvergoeding sluiten betreffende de invoering van een mobiliteitsvergoeding, de overeenkomst voor het mobiliteitsbudget met toepassing van de wet van 17 maart 2019 betreffende de invoering van een mobiliteitsbudget en de arbeidsovereenkomst voor uitvoering van tijdelijke arbeid";b° in het eerste lid, in de bepaling onder 1°, worden de woorden ", en geen schriftelijke overeenkomst voor het mobiliteitsbudget met toepassing van de wet van 17 maart 2019 betreffende de invoering van een mobiliteitsbudget" ingevoegd tussen de woorden "geen schriftelijke overeenkomst voor de mobiliteitsvergoeding met toepassing van de wet van 30 maart 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/03/2018 pub. 07/05/2018 numac 2018011632 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de invoering van een mobiliteitsvergoeding sluiten betreffende de invoering van een mobiliteitsvergoeding" en het woord "opmaakt"; c° in het eerste lid, in de bepaling onder 4°, worden de woorden ", de overeenkomst voor het mobiliteitsbudget met toepassing van de wet van 17 maart 2019 betreffende de invoering van een mobiliteitsbudget;" ingevoegd tussen de woorden "de overeenkomst voor de mobiliteitsvergoeding met toepassing van de wet van 30 maart 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/03/2018 pub. 07/05/2018 numac 2018011632 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de invoering van een mobiliteitsvergoeding sluiten betreffende de invoering van een mobiliteitsvergoeding," en de woorden "en de arbeidsovereenkomst voor uitvoering van tijdelijke arbeid"; d° in het eerste lid, in de bepaling onder 5°, worden de woorden "de overeenkomst voor de mobiliteitsvergoeding met toepassing van de wet van 30 maart 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/03/2018 pub. 07/05/2018 numac 2018011632 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de invoering van een mobiliteitsvergoeding sluiten betreffende de invoering van een mobiliteitsvergoeding, de overeenkomst voor het mobiliteitsbudget met toepassing van de wet van 17 maart 2019 betreffende de invoering van een mobiliteitsbudget" ingevoegd tussen de woorden "de beroepsinlevingsovereenkomst "en de woorden "en de arbeidsovereenkomst voor uitvoering van tijdelijke arbeid";e° in het eerste lid, in de bepaling onder 6°, worden de woorden "de overeenkomst voor de mobiliteitsvergoeding met toepassing van de wet van 30 maart 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/03/2018 pub. 07/05/2018 numac 2018011632 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de invoering van een mobiliteitsvergoeding sluiten betreffende de invoering van een mobiliteitsvergoeding, de overeenkomst voor het mobiliteitsbudget met toepassing van de wet van 17 maart 2019 betreffende de invoering van een mobiliteitsbudget" ingevoegd tussen de woorden "de beroepsinlevingsovereenkomst" en de woorden "en de arbeidsovereenkomst voor uitvoering van tijdelijke arbeid". Afdeling 2. - Sociaalrechtelijke behandeling van het mobiliteitsbudget
Art. 19.In artikel 14 van de wet van 27 juni 1969Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1969 pub. 24/01/2011 numac 2010000730 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 30 maart 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/03/2018 pub. 07/05/2018 numac 2018011632 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de invoering van een mobiliteitsvergoeding sluiten, wordt een paragraaf 3quater ingevoegd, luidende: " § 3quater. Het saldo van het mobiliteitsbudget dat overeenkomstig artikel 8, § 3, van 17 maart 2019 betreffende de invoering van een mobiliteitsbudget ter beschikking wordt gesteld van de werknemer, wordt uitgesloten uit het loonbegrip.".
Art. 20.In artikel 45 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 30 maart 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/03/2018 pub. 07/05/2018 numac 2018011632 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de invoering van een mobiliteitsvergoeding sluiten, wordt een vijfde lid ingevoegd, luidende: "Dit artikel is niet van toepassing op het mobiliteitsbudget dat wordt toegekend overeenkomstig de bepalingen van 17 maart 2019 betreffende de invoering van een mobiliteitsbudget.".
Art. 21.In artikel 23 van de wet van 29 juni 1981Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/06/1981 pub. 02/09/2014 numac 2014000386 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 29/06/1981 pub. 31/05/2011 numac 2011000295 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers, gewijzigd bij de wetten van 24 juli 2008, 23 december 2009, 25 april 2014, 16 november 2015 en 30 maart 2018, wordt tussen het vierde en vijfde lid, dat het zesde lid wordt, een lid ingevoegd, luidende: "Het saldo van het mobiliteitsbudget dat overeenkomstig artikel 8, § 3, van de wet van 17 maart 2019 betreffende de invoering van een mobiliteitsbudget ter beschikking wordt gesteld van de werknemer, wordt uitgesloten uit het loonbegrip.".
Art. 22.In artikel 38 van dezelfde wet, wordt een paragraaf 3novodecies ingevoegd, luidende: " § 3novodecies. Op het saldo van het mobiliteitsbudget dat, overeenkomstig artikel 8, § 3, van de wet van 17 maart 2019 betreffende de invoering van een mobiliteitsbudget, ter beschikking wordt gesteld van de werknemer en wordt uitbetaald in geld, is de werknemer een bijzondere bijdrage verschuldigd van 38,07 pct.
De bijdragen worden door de werkgever betaald aan de instelling belast met de inning van de socialezekerheidsbijdragen, binnen dezelfde termijnen en onder dezelfde voorwaarden als de socialezekerheidsbijdragen voor de werknemers.
De opbrengst van de bijdragen wordt overgemaakt aan de RSZ-Globaal Beheer, bedoeld in artikel 5, eerste lid, 2°, van de wet van 27 juni 1969Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1969 pub. 24/01/2011 numac 2010000730 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders.
De bepalingen van het algemene stelsel van de sociale zekerheid van werknemers, inzonderheid wat betreft de aangiften met verantwoording van de bijdragen, de termijnen inzake betaling, de toepassing van de burgerlijke sancties en van de strafbepalingen, het toezicht, de aanwijzing van de rechter bevoegd in geval van betwisting, de verjaring inzake rechtsvorderingen, het voorrecht en de mededeling van het bedrag van de schuldvordering van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, zijn van toepassing.".
Art. 23.Het gedeelte van het saldo van het mobiliteitsbudget dat, overeenkomstig artikel 8, § 3, van de wet van 17 maart 2019 betreffende de invoering van een mobiliteitsbudget, aan de werknemer in geld wordt uitbetaald, wordt geacht deel uit te maken van het loon dat als berekeningsbasis geldt voor de prestaties, verschuldigd in de takken van de sociale zekerheid bedoeld in artikel 21, § 1, 1° tot 6°, van de wet van 29 juni 1981Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/06/1981 pub. 02/09/2014 numac 2014000386 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 29/06/1981 pub. 31/05/2011 numac 2011000295 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid der werknemers.
De Koning kan, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de bestaande wettelijke bepalingen opheffen, wijzigen, aanvullen of vervangen om ze met dit artikel in overeenstemming te brengen. Afdeling 3. - Fiscale behandeling van het mobiliteitsbudget
Art. 24.In artikel 38, § 1, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 30 maart 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/03/2018 pub. 07/05/2018 numac 2018011632 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de invoering van een mobiliteitsvergoeding sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) in het eerste lid wordt een bepaling onder 33° ingevoegd, luidende: "33° het saldo van het mobiliteitsbudget dat overeenkomstig artikel 8, § 3, van de wet van 17 maart 2019 betreffende de invoering van een mobiliteitsbudget ter beschikking wordt gesteld van de werknemer."; b) het vierde lid wordt vervangen als volgt: "De vrijstellingen bedoeld in het eerste lid, 9°, a) en b), en 14°, zijn niet van toepassing: 1° wanneer de belastingplichtige tegelijkertijd een mobiliteitsvergoeding van dezelfde werkgever ontvangt met toepassing van de wet van 30 maart 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/03/2018 pub. 07/05/2018 numac 2018011632 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de invoering van een mobiliteitsvergoeding sluiten betreffende de invoering van een mobiliteitsvergoeding, tenzij in het in artikel 9, § 3, van dezelfde wet bedoelde geval; 2° wanneer de belastingplichtige tegelijkertijd een mobiliteitsbudget van dezelfde werkgever ontvangt met toepassing van de wet van 17 maart 2019 betreffende de invoering van een mobiliteitsbudget, tenzij in het in artikel 10, § 3, van dezelfde wet bedoelde geval.".
Art. 25.Artikel 52 van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 30 maart 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/03/2018 pub. 07/05/2018 numac 2018011632 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de invoering van een mobiliteitsvergoeding sluiten, wordt aangevuld met een bepaling onder 12°, luidende: "12° het saldo van het mobiliteitsbudget dat overeenkomstig artikel 8, § 3, van de wet van 17 maart 2019 betreffende de invoering van een mobiliteitsbudget ter beschikking wordt gesteld van de werknemer.". HOOFDSTUK 5. - Sancties
Art. 26.In geval van inbreuk op de artikelen 3, § 1, 3° en 8°, §§ 5 en 6, en 4, §§ 2 en 3, 5, §§ 3 tot 5, en 7 tot 15 vervalt de sociaalrechtelijke en fiscaalrechtelijke behandeling bepaald bij de artikelen 19 tot en met 25. HOOFDSTUK 6. - Uitvoering en inwerkingtreding
Art. 27.Deze wet treedt in werking op 1 maart 2019.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met `s Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 17 maart 2019.
FILIP Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, A. DE CROO Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, K. GEENS _______ Nota (1) Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be) Stukken: K54-3381 Integraal verslag: 28 februari 2019