Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 05 maart 2024
gepubliceerd op 08 maart 2024

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 januari 2007 betreffende het personeel van het Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse en van het koninklijk besluit van 24 augustus 2007 houdende toekenning van een functietoelage aan bepaalde personeelsleden van het Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2024002256
pub.
08/03/2024
prom.
05/03/2024
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

5 MAART 2024. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 januari 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 23/01/2007 pub. 31/01/2007 numac 2007009119 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister, federale overheidsdienst justitie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken, federale overheidsdienst financien, federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking, federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer en ministerie van landsverdediging Koninklijk besluit betreffende het personeel van het Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse sluiten betreffende het personeel van het Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse en van het koninklijk besluit van 24 augustus 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 24/08/2007 pub. 07/09/2007 numac 2007000805 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit houdende toekenning van een functietoelage aan bepaalde personeelsleden van het coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse sluiten houdende toekenning van een functietoelage aan bepaalde personeelsleden van het Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de Grondwet, de artikelen 37 en 107, tweede lid;

Gelet op de wet van 10 juli 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/07/2006 pub. 20/07/2006 numac 2006009570 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de analyse van de dreiging sluiten betreffende de analyse van de dreiging, artikel 7, gewijzigd bij de wet van 31 mei 2022;

Gelet op het koninklijk besluit van 23 januari 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 23/01/2007 pub. 31/01/2007 numac 2007009119 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister, federale overheidsdienst justitie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken, federale overheidsdienst financien, federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking, federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer en ministerie van landsverdediging Koninklijk besluit betreffende het personeel van het Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse sluiten betreffende het personeel van het Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 8 september 2015, 27 september 2015, 27 juni 2016 en 29 mei 2018;

Gelet op het koninklijk besluit van 24 augustus 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 24/08/2007 pub. 07/09/2007 numac 2007000805 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit houdende toekenning van een functietoelage aan bepaalde personeelsleden van het coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse sluiten houdende toekenning van een functietoelage aan bepaalde personeelsleden van het Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse;

Gelet op de adviezen van de Inspecteurs van Financiën, gegeven op 28 juni 2023 en 4 juli 2023;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 25 oktober 2023;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, gegeven op 26 oktober 2023;

Gelet op het protocol van onderhandelingen nr. 832 van het Comité voor de federale, de gemeenschaps- en de gewestelijke overheidsdiensten, gesloten op 22 november 2023;

Gelet op het protocol van onderhandelingen nr. 586/3 van het onderhandelingscomité voor de politiediensten, gesloten op 22 november 2023;

Gelet op het protocol van onderhandelingen nr. 36 van het onderhandelingscomité van de buitendiensten van de Veiligheid van de Staat, gesloten op 1 december 2023;

Gelet op het protocol van onderhandelingen nr. 567 van het onderhandelingscomité van het militair personeel, gesloten op 13 december 2023;

Gelet op de vrijstelling van een impactanalyse op basis van artikel 8, § 1, 4°, van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;

Gelet op het feit dat de adviesaanvraag bij de Raad van State op 22 december 2023 van de rol werd afgevoerd, overeenkomstig artikel 84, § 5, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Eerste Minister, de Minister van Mobiliteit, de Minister van Financiën, de Minister van Justitie, de Minister van Defensie, de Minister van Binnenlandse Zaken en de Minister van Buitenlandse Zaken, en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 23 januari 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 23/01/2007 pub. 31/01/2007 numac 2007009119 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister, federale overheidsdienst justitie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken, federale overheidsdienst financien, federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking, federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer en ministerie van landsverdediging Koninklijk besluit betreffende het personeel van het Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse sluiten betreffende het personeel van het Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse

Artikel 1.In hoofdstuk V van hetzelfde besluit wordt een afdeling 1bis ingevoegd die de artikelen 112/1, 112/2, 112/3, 112/4, 112/5, 112/6, 112/7 en 112/8 bevat, luidende : "Afdeling 1bis. De selectie

Art. 112/1.De kandidaten voor de functie van directeur of van adjunct-directeur moeten voldoen aan de volgende algemene toelaatbaarheidsvereisten: 1° Belg zijn en in België woonachtig zijn;2° de burgerlijke en politieke rechten genieten;3° houder zijn van een diploma van licentiaat, van master of van doctoraat en een juridische expertise hebben die relevant is voor de uitoefening van het ambt;4° een voor de opdrachten van het OCAD nuttige ervaring hebben van ten minste vijf jaar.

Art. 112/2.De kandidaten voor de functie van directeur of van adjunct-directeur moeten over de competenties en de relationele vaardigheden, alsook over de vaardigheden op het vlak van organisatie en beheer beschikken en voldoen aan de voorwaarden inzake ervaring en specifieke kennis die worden bepaald in de functiebeschrijving van de te begeven functie.

Art. 112/3.§ 1. Iedere oproep tot kandidaatstelling voor het invullen van een vacante functie van directeur of adjunct-directeur moet minstens in het Belgisch Staatsblad en op de website Werkenvoor.be worden gepubliceerd, en dit tijdig en ten laatste één maand nadat de functie vacant werd verklaard.

De oproep tot kandidaatstelling bevat minstens: 1° de algemene toelaatbaarheidsvereisten bedoeld in artikel 112/1;2° de vereiste bijzondere vaardigheden, eigenschappen en bekwaamheden;3° de functiebeschrijving vastgesteld in bijlage 4;4° de modaliteiten met betrekking tot de kandidaatstelling en de indiening ervan, waaronder minstens de inhoud van de kandidatuur, de uiterste datum van kandidaatstelling en het fysieke en/of elektronische adres waarop deze moet worden bezorgd;5° het verloop van de selectieprocedure. § 2. De kandidaturen worden ingediend bij de directeur-generaal van het Directoraat-generaal Rekrutering en Ontwikkeling van de Federale Overheidsdienst Beleid en Ondersteuning, die de toelaatbaarheid ervan onderzoekt.

Art. 112/4.Een selectiecommissie samengesteld door de ministers die Justitie en Binnenlandse Zaken onder hun bevoegdheden hebben, adviseert deze ministers over de mate waarin de kandidaten aan de functiebeschrijving vastgesteld in bijlage 4 beantwoorden en over hun geschiktheid.

Hiertoe leggen de kandidaten wiens kandidatuur toelaatbaar werd verklaard, voor de selectiecommissie een mondelinge proef af, op basis van een praktijkgeval dat verband houdt met de te begeven functie.

Deze proef heeft tot doel om zowel de specifieke competenties als de managementvaardigheden die vereist zijn voor de uitoefening van deze functie te evalueren.

Art. 112/5.§ 1. De selectiecommissie bestaat in elk geval uit: 1° een voorzitter die een personeelslid is van minstens de klasse A3 van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken, aan wie de directeur-generaal van het Directoraat-generaal Rekrutering en Ontwikkeling van de Federale Overheidsdienst Beleid en Ondersteuning de organisatie van een vergelijkende selectie kan opdragen, overeenkomstig artikel 21 van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel, en die toeziet op het verloop van de selectieprocedure;2° de voorzitter van het College van procureurs-generaal of zijn afgevaardigde;3° de administrateur-generaal van de Veiligheid van de Staat of zijn afgevaardigde;4° het hoofd van de Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid van het Ministerie van Landsverdediging of zijn afgevaardigde;5° de voorzitter van het directiecomité van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken of zijn afgevaardigde;6° de commissaris-generaal van de Federale Politie of zijn afgevaardigde. § 2. De selectiecommissie kan slechts op geldige wijze overgaan tot het horen van de kandidaten voor zover de meerderheid van de leden aanwezig is en minstens twee van de leden tot de taalrol van de kandidaat behoren.

Art. 112/6.§ 1. Na afloop van de mondelinge proef en van de vergelijking van de titels en verdiensten van de kandidaten, stelt de selectiecommissie een gemotiveerd en omstandig selectieverslag op dat toelaat de kandidaten in te delen in de categorieën "geschikt" of "niet geschikt". § 2. De kandidaten worden in kennis gesteld van hun inschrijving in één van de groepen.

Art. 112/7.Enkel de verslagen van de kandidaten die als geschikt bevonden werden, worden aan de ministers die Justitie en Binnenlandse Zaken onder hun bevoegdheden hebben meegedeeld.

Met de kandidaten van de groep "geschikt" wordt een aanvullend onderhoud georganiseerd met de bedoeling hen te vergelijken wat betreft hun specifieke competenties, hun relationele vaardigheden en hun managementvaardigheden, zoals bepaald in de functiebeschrijving van de te begeven functie. Dit onderhoud wordt geleid door de ministers die Justitie en Binnenlandse Zaken onder hun bevoegdheden hebben.

Art. 112/8.Voor zover zij voldoen aan de voorwaarden vastgesteld in artikel 7, § 3, van de wet van 10 juli 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/07/2006 pub. 20/07/2006 numac 2006009570 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de analyse van de dreiging sluiten betreffende de analyse van de dreiging, worden de kandidaten, gekozen overeenkomstig artikel 112/7, voor een periode van vijf jaar, die tweemaal kan worden verlengd, door de Koning aangesteld, op gezamenlijk voorstel van de ministers die Justitie en Binnenlandse Zaken onder hun bevoegdheden hebben."

Art. 2.In hoofdstuk V van hetzelfde besluit wordt een afdeling 1ter ingevoegd die de artikelen 126/1, 126/2, 126/3, 126/4, 126/5 en 126/6 bevat, luidende : "Afdeling 1ter. De wedden en de administratieve en geldelijke situatie

Art. 126/1.§ 1. De functies van directeur en adjunct-directeur worden gewogen overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 11 juli 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/07/2001 pub. 13/07/2001 numac 2001002073 bron ministerie van ambtenarenzaken Koninklijk besluit betreffende de weging van de management- en staffuncties in de federale overheidsdiensten en tot vaststelling van hun wedde type koninklijk besluit prom. 11/07/2001 pub. 05/09/2001 numac 2001022541 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 mei 1982 houdende reglementering van het in de handel brengen van stoffen die gevaarlijk kunnen zijn voor de mens of voor zijn leefmilieu type koninklijk besluit prom. 11/07/2001 pub. 11/12/2001 numac 2001012684 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 juni 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf, betreffende de bijkomende uitkering voor bestaanszekerheid sluiten betreffende de weging van de management- en staffuncties in de federale overheidsdiensten en tot vaststelling van hun wedde.

Bij het lezen van voornoemd koninklijk besluit van 11 juli 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/07/2001 pub. 13/07/2001 numac 2001002073 bron ministerie van ambtenarenzaken Koninklijk besluit betreffende de weging van de management- en staffuncties in de federale overheidsdiensten en tot vaststelling van hun wedde type koninklijk besluit prom. 11/07/2001 pub. 05/09/2001 numac 2001022541 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 mei 1982 houdende reglementering van het in de handel brengen van stoffen die gevaarlijk kunnen zijn voor de mens of voor zijn leefmilieu type koninklijk besluit prom. 11/07/2001 pub. 11/12/2001 numac 2001012684 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 juni 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf, betreffende de bijkomende uitkering voor bestaanszekerheid sluiten, worden de functies van directeur en adjunct-directeur gelijkgesteld met de managementfunctie -1 binnen een federale overheidsdienst, en moet worden verstaan onder: 1° "bevoegde minister", de ministers die Justitie en Binnenlandse Zaken onder hun bevoegdheden hebben;2° "federale overheidsdienst", de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken. In afwijking van artikel 6, § 1, van het voornoemde koninklijk besluit van 11 juli 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/07/2001 pub. 13/07/2001 numac 2001002073 bron ministerie van ambtenarenzaken Koninklijk besluit betreffende de weging van de management- en staffuncties in de federale overheidsdiensten en tot vaststelling van hun wedde type koninklijk besluit prom. 11/07/2001 pub. 05/09/2001 numac 2001022541 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 mei 1982 houdende reglementering van het in de handel brengen van stoffen die gevaarlijk kunnen zijn voor de mens of voor zijn leefmilieu type koninklijk besluit prom. 11/07/2001 pub. 11/12/2001 numac 2001012684 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 juni 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf, betreffende de bijkomende uitkering voor bestaanszekerheid sluiten, leggen de ministers die Justitie en Binnenlandse Zaken onder hun bevoegdheden hebben gezamenlijk de weging vast van de functies van directeur en adjunct-directeur. § 2. Het bruto jaarlijks beloningspakket van de directeur en de adjunct-directeur wordt vastgesteld op basis van het resultaat van de functieweging bedoeld in paragraaf 1.

Art. 126/2.§ 1. Het bruto jaarlijks beloningspakket van de directeur en adjunct-directeur bevat: 1° een maandelijkse brutowedde;2° de deelname aan een aanvullende pensioenregeling, gefinancierd door persoonlijke en werkgeversbijdragen. § 2. Bovenop de in paragraaf 1 bedoelde bezoldigingen, kan het beloningspakket een forfaitaire terugbetaling van kosten omvatten en omvat, naar keuze van de directeur en de adjunct-directeur, een van de volgende opties: 1° het ter beschikking stellen van een dienstvoertuig dat voor privédoeleinden mag gebruikt worden;2° een mobiliteitsbudget, overeenkomstig de artikelen 4 tot 7 van de wet van 17 maart 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/03/2019 pub. 29/03/2019 numac 2019030319 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de invoering van een mobiliteitsbudget sluiten tot invoering van een mobiliteitsbudget en het koninklijk besluit van 21 maart 2019 tot uitvoering van de wet van 17 maart 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/03/2019 pub. 29/03/2019 numac 2019030319 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de invoering van een mobiliteitsbudget sluiten tot invoering van een mobiliteitsbudget. De in het eerste lid bedoelde opties zijn niet cumuleerbaar.

Art. 126/3.De bepalingen van het koninklijk besluit van 13 juli 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 13/07/2017 pub. 19/07/2017 numac 2017040352 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Koninklijk besluit tot vaststelling van de toelagen en vergoedingen van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt sluiten tot vaststelling van de toelagen en vergoedingen van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt zijn slechts van toepassing op de directeur en de adjunct-directeur wat betreft het artikel 15 en de in titel II bedoelde eindejaarstoelage, alsook wat betreft de titel III, die bestaat uit de artikelen 63 tot 100.

In afwijking van het eerste lid, zijn hoofdstukken IV en V van titel III van het voornoemd koninklijk besluit van 13 juli 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 13/07/2017 pub. 19/07/2017 numac 2017040352 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Koninklijk besluit tot vaststelling van de toelagen en vergoedingen van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt sluiten niet van toepassing op de directeur en de adjunct-directeur als hun totale bezoldiging voorziet in de forfaitaire terugbetaling van onkosten.

Hoofdstukken I tot III van titel III zijn niet van toepassing op de directeur en de adjunct-directeur als hun een dienstvoertuig ter beschikking werd gesteld.

Art. 126/4.Tijdens de duur van hun mandaat, is, behoudens de afwijkende bepalingen in onderhavig besluit, het statuut van het Rijkspersoneel van toepassing op de directeur en adjunct-directeur.

Voor de toepassing van het statuut van het Rijkspersoneel maken de directeur en de adjunct-directeur deel uit van niveau A. Ze staan hiërarchisch boven de klasse A5.

Art. 126/5.§ 1. In afwijking van de bepalingen van het koninklijk besluit van 19 november 1998 betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de rijksbesturen, worden de directeur en de adjunct-directeur die op het ogenblik van hun aanstelling vast benoemd zijn in de overheidsdiensten bedoeld in artikel 1 van de wet van 22 juli 1993 houdende diverse maatregelen inzake ambtenarenzaken, in de ondersteunende diensten bedoeld in artikel 2, eerste lid, 2°, a), b) en g) van de wet van 10 juli 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/07/2006 pub. 20/07/2006 numac 2006009570 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de analyse van de dreiging sluiten betreffende de analyse van de dreiging of bij het OCAD, in ambtshalve verlof voor opdracht van algemeen belang geplaatst voor de duur van hun mandaat. Hun betrekking kan na twee jaar vacant verklaard worden en intussen kan er enkel in voorzien worden door middel van contractuele tewerkstelling of hogere functies. § 2. Indien de directeur of adjunct-directeur op het moment van zijn benoeming lid is van een ondersteunende dienst, wordt de begrotingslast van het betrokken personeelslid overgedragen naar een specifieke basisallocatie van het OCAD. De overgedragen begrotingslast is niet groter dan de last verbonden aan de wedde en alle voordelen verbonden aan de beklede functie. § 3. Indien de directeur of adjunct-directeur op het moment van zijn benoeming lid is van de magistratuur, behoudt hij de aan zijn ambt verbonden wedde met de daaraan verbonden verhogingen en voordelen door toepassing van artikel 323bis van het Gerechtelijk Wetboek.

Indien de bezoldiging bedoeld in het eerste lid lager is dan de wedde bedoeld in artikel 126/2, dan wordt een weddencomplement toegekend ten bedrage van het verschil.

Art. 126/6.De directeur en de adjunct-directeur oefenen hun functie voltijds uit.

Tijdens hun mandaat kunnen zij: 1° geen verlof voor loopbaanonderbreking krijgen, uitgezonderd deze die het ouderschapsverlof, de palliatieve verzorging en de zorgen in geval van ernstige ziekten betreffen;2° geen verlof krijgen om zich kandidaat te stellen voor Europese verkiezingen, voor verkiezingen van de federale wetgevende kamers, van de gewest- en gemeenschapsraden of van de provincie- of gemeenteraden of om een ambt uit te oefenen in een cel beleidsvoorbereiding, cel algemene beleidscoördinatie, cel Algemeen Beleid of het kabinet van een minister of een staatssecretaris of in het kabinet van de voorzitter of van een lid van de regering van een Gemeenschap, van een Gewest, van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, van het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie of van het College van de Franse Gemeenschapscommissie;3° geen verlof krijgen voor een stage of een proefperiode in een andere betrekking van een overheidsdienst;4° geen verlof krijgen voor onthaal en opleiding;5° geen verlof krijgen om in vredestijd prestaties te verrichten bij het Korps burgerlijke veiligheid als vrijwillige dienstnemer bij dit korps;6° geen verlof krijgen om mindervaliden en zieken te vergezellen en bij te staan;7° geen verlof voor opdracht van algemeen belang krijgen;8° geen toelating verkrijgen om zijn functies uit te oefenen met verminderde prestaties voor persoonlijke aangelegenheid, met de vierdagenweek met en zonder premie en halftijds te werken vanaf 50 of 55 jaar;9° geen afwezigheid van lange duur voor persoonlijke aangelegenheden verkrijgen;10° geen verloven krijgen zoals bedoeld in het koninklijk besluit van 12 augustus 1993 betreffende het verlof toegekend aan bepaalde, ter beschikking van de Koning of de Prinsen en Prinsessen van België gestelde personeelsleden van de Rijksdiensten en in het koninklijk besluit van 2 april 1975 betreffende het verlof dat aan sommige personeelsleden in overheidsdienst wordt verleend voor het verrichten van bepaalde prestaties ten behoeve van erkende politieke groepen, respectievelijk ten behoeve van de voorzitters van die groepen in de wetgevende vergaderingen van de Staat en van de gemeenschappen of de gewesten.

Art. 3.In hoofdstuk V van hetzelfde besluit wordt een afdeling 1quater ingevoegd die de artikelen 126/7, 126/8, 126/9, 126/10 en 126/11 bevat, luidende : "Afdeling 1quater. Het einde van het mandaat, de verlenging van het mandaat, de hernieuwing van het mandaat en de tijdelijke vervanging

Art. 126/7.Onverminderd artikel 126, eindigt het mandaat van rechtswege en zonder dat het aan de directeur of aan de adjunct-directeur moet worden betekend: 1° op het einde van de periode bedoeld in artikel 112/8;2° wanneer de directeur of de adjunct-directeur de wettelijke pensioenleeftijd bereikt;3° als de directeur of de adjunct-directeur in een andere managementfunctie wordt aangesteld, vanaf de eerste dag dat hij de nieuwe functie effectief uitoefent;4° als de directeur of de adjunct-directeur effectief één van de in artikel 126/6 bedoelde verloven geniet;5° als aan de directeur of de adjunct-directeur de vernieuwing van zijn veiligheidsmachtiging wordt geweigerd of zijn veiligheidsmachtiging wordt ingetrokken.

Art. 126/8.De ministers die Justitie en Binnenlandse Zaken onder hun bevoegdheden hebben kunnen het mandaat van de directeur of de adjunct-directeur verlengen als de procedure om hem te vervangen ingezet werd, op een regelmatige wijze vervolgd wordt maar nog niet heeft geleid tot een aanstelling.

De verlenging is beperkt tot zes maanden en is hernieuwbaar.

Art. 126/9.§ 1. Een analist die houder is van de graad van adviseur-analist en aangesteld is om de verantwoordelijkheid van een departement waar te nemen overeenkomstig artikel 52, § 1, kan door de ministers die Justitie en Binnenlandse Zaken onder hun bevoegdheden hebben, gedurende één jaar worden belast met de uitoefening van het mandaat van directeur of adjunct-directeur. § 2. De overeenkomstig paragraaf 1 tijdelijk aangestelde directeur of adjunct-directeur ontvangt een directiepremie van 735 euro, die maandelijks wordt uitbetaald in dezelfde mate en tegen dezelfde voorwaarden als het loon en gekoppeld is aan het spilindexcijfer 138,01.

Deze premie kan niet gecumuleerd worden met de functietoelagen bedoeld in het koninklijk besluit van 24 augustus 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 24/08/2007 pub. 07/09/2007 numac 2007000805 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit houdende toekenning van een functietoelage aan bepaalde personeelsleden van het coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse sluiten houdende toekenning van een functietoelage aan bepaalde personeelsleden van het Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse.

Art. 126/10.Onverminderd artikel 112/8, indien de directeur of adjunct-directeur, van wie het mandaat verstrijkt, zijn kandidatuur stelt, geven de ministers die Justitie en Binnenlandse Zaken onder hun bevoegdheden hebben hem een nieuw mandaat, voor zover hij de eindvermelding "goed" kreeg op het einde van zijn vorig mandaat.

Hij wordt in dit geval geacht voldaan te hebben aan de selectie bedoeld in sectie 1bis, zonder dat een nieuwe selectieprocedure moet worden georganiseerd.

Het eerste lid is alleen van toepassing als de functiebeschrijving noch grondig werd gewijzigd, noch in een andere klasse werd gewogen.

Art. 126/11.Indien de directeur of de adjunct-directeur vraagt om zijn mandaat te beëindigen, is een opzegging van zes maand vereist.

Indien de ministers die Justitie en Binnenlandse Zaken onder hun bevoegdheden hebben akkoord gaan, kan deze termijn worden ingekort."

Art. 4.Bijlage 4 bij hetzelfde besluit wordt vervangen door de bijlage van dit besluit. HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 24 augustus 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 24/08/2007 pub. 07/09/2007 numac 2007000805 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit houdende toekenning van een functietoelage aan bepaalde personeelsleden van het coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse sluiten houdende toekenning van een functietoelage aan bepaalde personeelsleden van het Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse

Art. 5.In artikel 1 van het koninklijk besluit van 24 augustus 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 24/08/2007 pub. 07/09/2007 numac 2007000805 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit houdende toekenning van een functietoelage aan bepaalde personeelsleden van het coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse sluiten houdende toekenning van een functietoelage aan bepaalde personeelsleden van het Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse worden de bepalingen onder a) en b) opgeheven. HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen

Art. 6.Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 7.De Eerste minister, de minister bevoegd voor Mobiliteit, de minister bevoegd voor Financiën, de minister bevoegd voor Justitie, de minister bevoegd voor Defensie, de minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken en de minister bevoegd voor Buitenlandse Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 5 maart 2024.

FILIP Van Koningswege : De Eerste Minister A. DE CROO De Minister van Mobiliteit, G. GILKINET De Minister van Financiën, V. VAN PETEGHEM De Minister van Justitie, P. VAN TIGCHELT De Minister van Defensie, L. DEDONDER De Minister van Binnenlandse Zaken, A. VERLINDEN De Minister van Buitenlandse Zaken, H. LAHBIB

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^