gepubliceerd op 05 september 2002
Wet tot aanvulling van artikel 33, § 1, eerste lid van de wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis
2 AUGUSTUS 2002. - Wet tot aanvulling van artikel 33, § 1, eerste lid van de wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtingen hetgeen vogt :
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
Art. 2.Artikel 33, § 1, eerste lid, van de wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis, gewijzigd bij de wet van 28 maart 2000, wordt aangevuld met de volgende volzin : « De onmiddellijke invrijheidstelling van de beklaagde of de beschuldigde brengt met zich dat jegens hem geen dwangmiddelen mogen worden gebruikt. » Kondigen deze wet af, beleven dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Punat, 2 augustus 2002.
ALBERT Van Koningswege : De Ministere van Justitie, M. VERWILGHEN Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN
_____ Nota (1) Parlementaire bescheiden : Kamer van volksvertegenwoordigers. Parlementaire bescheiden.
Doc 50 641/ (1999/2000) : Nr. 1 : Wetsvoorstel van de heer Giet en Mevr. Lalieux.
Nr. 2 : Verslag.
Nr. 3 : Tekst aangenomen in plenaire vergadering overgezonden aan de Senaat.
Zie ook : Integraal verslag : 27 juni 2002.
Senaat.
Parlementaire bescheiden. 2-1221-2001-2002 : Nr. 1 : Ontwerp overgezonden door de Kamer van volksvertegenwoordigers, niet geëvoceerd.