Etaamb.openjustice.be
Wet van 14 januari 2003
gepubliceerd op 05 februari 2003

Wet betreffende de meerwaarden bij vervreemding van bedrijfsvoertuigen

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2003003034
pub.
05/02/2003
prom.
14/01/2003
ELI
eli/wet/2003/01/14/2003003034/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

14 JANUARI 2003. - Wet betreffende de meerwaarden bij vervreemding van bedrijfsvoertuigen (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2.In het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 wordt een artikel 44bis ingevoegd luidende : «

Art. 44bis.§ 1. De meerwaarden die in de in het tweede lid bedoelde omstandigheden op bedrijfsvoertuigen zijn verwezenlijkt, worden volledig vrijgesteld wanneer een bedrag gelijk aan de verkregen schadevergoeding of de verkoopwaarde wordt herbelegd op de wijze en binnen de termijn als hierna gesteld.

De meerwaarden moeten zijn verwezenlijkt : 1° naar aanleiding van een schadegeval, een opeising in eigendom of een andere gelijkaardige gebeurtenis, of 2° bij een niet in het 1° vermelde vervreemding van bedrijfsvoertuigen, voor zover de vervreemde bedrijfsvoertuigen sedert meer dan 3 jaar vóór hun vervreemding de aard van vaste activa hadden. Onder bedrijfsvoertuigen moet worden verstaan : a) voertuigen aangewend voor bezoldigd personenvervoer, met name autobussen, autocars en de autovoertuigen die uitsluitend worden aangewend hetzij tot een taxidienst, hetzij tot verhuring met bestuurder;b) voertuigen aangewend voor goederenvervoer, met name trekkers en vrachtwagens, en aanhangwagens en opleggers met een maximum toegelaten massa van minstens 4 ton. § 2. De herbelegging moet gebeuren in bedrijfsvoertuigen die zijn bedoeld in § 1, derde lid, die beantwoorden aan de ecologische normen bepaald door de Koning, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad en die in België voor het uitoefenen van de beroepswerkzaamheid worden gebruikt. § 3. De herbelegging moet uiterlijk bij de stopzetting van de beroepswerkzaamheid gebeuren en binnen een termijn : 1° van 1 jaar na het verstrijken van het belastbare tijdperk waarin de schadeloosstelling is ontvangen, voor meerwaarden vermeld in § 1, tweede lid, 1°.2° van 2 jaar vanaf de eerste dag van het kalenderjaar waarin de meerwaarden vermeld in § 1, tweede lid, 2°, zijn verwezenlijkt. § 4. Om de in § 1, eerste lid, vermelde vrijstelling te kunnen genieten, moet de belastingplichtige bij zijn aangifte in de inkomstenbelastingen vanaf het aanslagjaar dat is verbonden aan het belastbare tijdperk van de verwezenlijking van de meerwaarde en tot het aanslagjaar dat is verbonden aan het belastbare tijdperk waarin de herbeleggingstermijn is verstreken, een opgave voegen waarvan het model door de minister van Financiën of zijn afgevaardigde wordt vastgesteld. § 5. Indien niet wordt herbelegd op de wijze en binnen de termijnen gesteld in §§ 2 en 3 wordt de verwezenlijkte meerwaarde aangemerkt als een inkomen van het belastbare tijdperk waarin de herbeleggingstermijn verstreken is. In dat geval is artikel 47 niet van toepassing. ».

Art. 3.In artikel 46, van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wetten van 28 juli 1992, 21 december 1994, 30 januari 1996, 16 april 1997 en 22 december 1998, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 2, tweede lid, worden de woorden « in de artikelen 44, 45, 47, 48 en 361 tot 363 » vervangen door de woorden « in de artikelen 44, 44bis, 45, 47, 48 en 361 tot 363 »;2° in § 2, derde lid, worden de woorden « vermeld in artikel 47 » vervangen door de woorden « vermeld in de artikelen 44bis en 47 ».

Art. 4.In artikel 47 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 december 1996 en bij de wet van 22 december 1998, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, eerste lid, worden de woorden « ingevolge artikel 44, § 1, 2°, en § 2, » vervangen door de woorden « ingevolge de artikelen 44, § 1, 2°, en § 2, en 44bis.»; 2° de Nederlandstalige tekst van § 3, 1° wordt vervangen als volgt : « 1° die verstrijkt na 3 jaar volgend op het einde van het belastbare tijdperk waarin de schadeloosstelling is ontvangen, voor meerwaarden vermeld in § 1, 1°;».

Art. 5.In artikel 190 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 22 december 1998, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden « in de artikelen 44, §§ 1 en 3, 45, 46, § 1, eerste lid, 2°, en 47 » vervangen door de woorden « in de artikelen 44, §§ 1 en 3, 44bis, 45, 46, § 1, eerste lid, 2°, en 47 »;2° in het tweede lid worden de woorden « in de artikelen 44, §§ 1 en 3 en 47 » vervangen door de woorden « in de artikelen 44, §§ 1 en 3, 44bis en 47 ».

Art. 6.In artikel 231 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wetten van 28 juli 1992, 21 december 1994, 30 januari 1996, 16 april 1997 en 22 december 1998, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 2, vijfde lid, worden de woorden « vermeld in artikel 47 » vervangen door de woorden « vermeld in de artikelen 44bis en 47 »;2° in § 3, vierde lid, worden de woorden « in de artikelen 44, 45, 47, 48 en 361 tot 363 » vervangen door de woorden « in de artikelen 44, 44bis, 45, 47, 48 en 361 tot 363 »;3° in § 3, vijfde lid, worden de woorden « vermeld in artikel 47 » respectievelijk vervangen door de woorden « vermeld in de artikelen 44bis en 47 ».

Art. 7.In artikel 416, eerste lid van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 2 augustus 2002, worden de woorden « met de krachtens artikel 47, § 6, belastbaar geworden meerwaarden » vervangen door de woorden « met de krachtens artikel 44bis, § 5, of 47, § 6, belastbaar geworden meerwaarden ».

Art. 8.De Koning bepaalt, bij een na overleg in de Ministerraad vastgesteld besluit, de datum van inwerkingtreding van deze wet.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 14 januari 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Financiën, D. REYNDERS Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN _______ Nota (1) Parlementaire verwijzingen : Stukken van de Kamer van volksvertegenwoordigers : 50-1973 - 2001/2002 : Nr.1 : Wetsontwerp. 50-1973 - 2002/2003 : Nr. 2 : Verslag.

Nr. 3 : Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat.

Integraal Verslag : 6 en 7 november 2002.

Stukken van de Senaat : 2-1340 - 2002/2003 : Nr. 1 : Ontwerp geëvoceerd door de Senaat.

Nr. 2 : Amendementen.

Nr. 3 : Verslag.

Nr. 4 : Amendementen.

Nr. 5 : Beslissing om niet te amenderen.

Handelingen van de Senaat : 19 december 2002.

^