gepubliceerd op 23 februari 2004
Koninklijk besluit tot coördinatie van het koninklijk besluit nr. 62 van 10 november 1967 ter bevordering van de omloop van financiële instrumenten
27 JANUARI 2004. - Koninklijk besluit tot coördinatie van het koninklijk besluit nr. 62 van 10 november 1967 ter bevordering van de omloop van financiële instrumenten
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, inzonderheid op artikel 133, § 9;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 7 maart 2003;
Gelet op het advies van de Commissie voor het Bank- en Financiewezen, gegeven op 17 maart 2003, met toepassing van artikel 133, § 9, van de voornoemde wet van 2 augustus 2002, Gelet op het advies 35.355/2 van de Raad van State, gegeven op 2 juli 2003, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Financiën en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Wordt gecoördineerd, volgens de bij dit besluit gevoegde tekst, het koninklijk besluit nr. 62 van 10 november 1967 ter bevordering van de omloop van financiële instrumenten, zoals gewijzigd door : 1° de wet van 6 augustus 1993 betreffende de transacties met bepaalde effecten;2° de wet van 7 april 1995 tot wijziging van de wetten op de handelsvennootschappen, gecoördineerd op 30 november 1935 en tot wijziging van het koninklijk besluit nr.62 van 10 november 1967 ter bevordering van de omloop van de effecten; 3° de wet van 15 juli 1998 tot wijziging van sommige wettelijke bepalingen inzake financiële instrumenten en effectenclearingstelsels;4° de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten.
Art. 2.De coördinatie krijgt het volgende opschrift : "Gecoördineerd koninklijk besluit nr. 62 betreffende de bewaargeving van vervangbare financiële instrumenten en de vereffening van transacties op deze instrumenten".
Art. 3.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 4.Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 27 januari 2004.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Financiën, D. REYNDERS
Gecoördineerd koninklijk besluit nr. 62 betreffende de bewaargeving van vervangbare financiële instrumenten en de vereffening van transacties op deze instrumenten
Artikel 1.(1) - Voor de toepassing van dit besluit, en onverminderd artikel 23 van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, wordt verstaan onder : 1° "vereffeningsinstelling" : de instelling of instellingen die door de Koning erkend zijn als centrale depositaris voor financiële instrumenten, zoals gedefinieerd in artikel 2, en de Nationale Bank van België;2° "aangesloten leden" : de instellingen die krachtens de regels die van toepassing zijn op het vereffeningssysteem van de vereffeningsinstelling, gemachtigd zijn effectenrekeningen bij deze laatste aan te houden.
Art. 2.(2) - De Nationale Bank van België, de centrale depositaris en zijn aangesloten leden mogen onder het voordeel van de bepalingen van huidig besluit alle financiële instrumenten bedoeld in artikel 2, 1°, van voornoemde wet van 2 augustus 2002 in deposito ontvangen, ongeacht of het gaat over gematerialiseerde of gedematerialiseerde effecten, effecten aan toonder, aan order of op naam, welke ook de vorm weze waaronder deze effecten volgens de op hen toepasbare wet worden uitgegeven.
De bepalingen van dit besluit, uitgezonderd artikel 12, tweede tot vierde lid, zijn echter niet van toepassing op : 1° de gedematerialiseerde effecten bedoeld in de wet van 2 januari 1991 betreffende de markt van de effecten van de overheidsschuld en het monetair beleidsinstrumentarium;2° de thesauriebewijzen en de depositobewijzen uitgegeven in de vorm van gedematerialisserde effecten bedoeld in de wet van 22 juli 1991 betreffende de thesauriebewijzen en de depositobewijzen;3° de gedematerialiseerde effecten bedoeld in het Wetboek van vennootschappen. In de volgende bepalingen van dit besluit, moet men onder de term "financiële instrumenten" de effecten begrijpen, zoals bepaald in het eerste en tweede lid, die op een vervangbare basis overeenkomstig dit besluit bij de vereffeningsinstelling of de aangesloten leden ervan worden gedeponeerd, met inbegrip van het recht van medeeigendom, van onlichamelijke aard, dat door zulk deposito in vervangbaarheid in hoofde van de gezamenlijke deponenten wordt gevestigd op de universaliteit van effecten van dezelfde aard die bij de vereffeningsinstelling of de aangesloten leden ervan zijn gedeponeerd.
Art. 3.(3) - De vereffeningsinstelling is depositaris, uitsluitend voor rekening van de aangesloten leden, van financiële instrumenten die bij haar door deze laatsten in het stelsel der rekeningen-courant werden gestort.
Art. 4.(4) - De vereffeningsinstelling en haar aangesloten leden kunnen, onder de voorwaarden die in hun transactiereglementen zijn gesteld, de financiële instrumenten, die bij hen gestort werden in het stelsel van de rekeningen-courant, in bewaring geven bij andere depositarissen in België of in het buitenland door middel van storting op rekening of op een andere wijze. Deze bewaargeving doet niets af aan de toepassing van dit besluit.
Art. 5.(5) - Onder voorbehoud van de hiernavolgende bepalingen hebben de aangesloten leden en hun deponenten dezelfde rechten als wanneer de financiële instrumenten neergelegd in het stelsel der rekeningen-courant bij de vereffeningsinstelling in de kassen van de aangesloten leden gebleven waren.
Art. 6.(6) - De bij de vereffeningsinstelling in het stelsel der rekeningen-courant gestorte financiële instrumenten zijn vervangbaar.
De vereffeningsinstelling heeft het recht aan haar aangesloten leden gelijke maar anders genummerde financiële instrumenten aan toonder terug te geven. Dit geldt eveneens voor de aangesloten leden ten opzichte van hun deponenten van vervangbare financiële instrumenten.
De overschrijving van rekening naar rekening van vervangbare financiële instrumenten geeft geen aanleiding tot opgave van de nummers noch door de vereffeningsinstelling noch door de aangesloten leden.
De financiële tussenpersonen zijn ervan ontslagen de nummers van de vervangbare financiële instrumenten, met de verhandeling waarvan ze belast zijn, in te schrijven in hun boeken.
Art. 7.(7) - § 1. Voor het vestigen van een burgerlijk of handelspand op vervangbare financiële instrumenten, geschiedt de inbezitstelling op geldige wijze door de inboeking van deze financiële instrumenten op een speciale rekening geopend bij de vereffeningsinstelling of bij een aangesloten lid op naam van een overeengekomen persoon. De in pand gegeven financiële instrumenten worden geïdentificeerd volgens hun aard zonder opgave van nummer. Het aldus gevestigde pand is rechtsgeldig en kan aan derden worden tegengeworpen zonder andere formaliteit.
De pandgever wordt geacht eigenaar te zijn van de in pand gegeven financiële instrumenten. De geldigheid van het pand wordt door de afwezigheid van eigendomsrecht van de pandgever op de in pand gegeven financiële instrumenten niet aangetast, onverminderd de aansprakelijkheid van de pandgever ten overstaan van de werkelijke eigenaar van de in pand gegeven financiële instrumenten. Indien de pandgever de pandnemer voorafgaandelijk en schriftelijk heeft verwittigd dat hij niet de eigenaar is van de in pand gegeven financiële instrumenten, dan is de geldigheid van het pand onderworpen aan de machtiging van de eigenaar voor de in pandgeving van deze financiële instrumenten. § 2. Onverminderd andere door de wet bepaalde middelen van tegeldemaking en behoudens andersluidend beding tussen de partijen, is de pandhoudende schuldeiser bij gebreke van betaling gerechtigd om, niettegenstaande faillissement, gerechtelijk akkoord of andere samenloop tussen schuldeisers van de schuldenaar, het pand op de aan huidig besluit onderworpen financiële instrumenten te verzilveren door deze financiële instrumenten binnen de kortst mogelijke termijnen te gelde te maken. De opbrengst van de tegeldemaking van deze financiële instrumenten wordt verrekend met de schuldvordering van de pandhoudende schuldeiser in hoofdsom, interesten en kosten. Het eventuele saldo komt de pandgevende schuldenaar toe.
Art. 8.(8) - Voor de uitoefening van hun rechten op de vervangbare financiële instrumenten die werden gedeponeerd of in pand gegeven bij een aangesloten lid of bij de vereffeningsinstelling, zijn de deponenten en hun rechthebbenden ten overstaan van de aangesloten leden en deze laatsten ten overstaan van de vereffeningsinstelling er van ontslagen de identiteit van de financiële instrumenten te bewijzen door de vermelding van hun nummers. Het volstaat dat zij het bewijs leveren dat eenzelfde aantal gelijke maar anders genummerde financiële instrumenten werden gedeponeerd bij een aangesloten lid of bij de vereffeningsinstelling.
Art. 9.(9) - Bij de afgifte van een financieel instrument aan een aangesloten lid, blijft dit laatste ertoe gehouden na te gaan of dit financieel instrument niet het voorwerp uitmaakt van een verzet dat nog geldig is op de datum van de afgifte. Indien het een met verzet aangetekend financieel instrument heeft aanvaard, is het aansprakelijk op de voorwaarden van het gemeen recht.
De storting van financiële instrumenten bij de vereffeningsinstelling of bij een aangesloten lid heeft dezelfde gevolgen als een daad van beschikking; elke publicatie van een verzet dat na deze storting gebeurt is zonder gevolg.
Met het oog op de schrapping van het verzet waarvan sprake in het tweede lid, levert de vereffeningsinstelling of het aangesloten lid aan het Nationale Kantoor voor Roerende Waarden een attest af dat behalve de datum van afgifte van deze instrumenten, tevens de naam vermeldt van het aangesloten lid aan wie deze afgifte gedaan werd.
Tegen voorlegging van dit stuk schrapt het Nationaal Kantoor voor Roerende Waarden ambtshalve het verzet en licht degene die verzet doet hierover in. Een afschrift van dit attest wordt door de vereffeningsinstelling of het aangesloten lid overgemaakt aan de schuldplichtige instelling.
Hij die verzet doet, kan van het aangesloten lid waarvan de naam op het attest voorkomt, de mededeling eisen van de identiteit van de persoon die de financiële instrumenten heeft afgegeven welke hij met verzet heeft aangetekend.
Art. 10.(10) - De vereffeningsinstelling, de aangesloten leden en al wie ter goeder trouw een financieel instrument bezit dat onderworpen is of geweest is aan het stelsel van de vervangbaarheid, zijn niet verplicht het terug te geven aan de persoon, die beweert er onvrijwillig van buiten bezit gesteld te zijn alvorens dat financieel instrument bij de vereffeningsinstelling werd gestort, en die, voor dit tijdstip, geen verzet heeft doen bekend maken.
Art. 11.(11) - Derden-beslag op de rekeningen-courant van financiële instrumenten geopend in de boeken van de vereffeningsinstelling is niet toegestaan. Derden-beslag op de financiële instrumenten die in bewaring worden gegeven door de vereffeningsinstelling is evenmin toegestaan.
Onverminderd de toepassing van de artikelen 12 en 13 kunnen, bij faillissement of iedere andere samenloop, de schuldeisers van de eigenaar van de financiële instrumenten hun rechten laten gelden op het beschikbaar saldo van de op naam en voor rekening van hun schuldenaar op rekening gestorte financiële instrumenten, na aftrekking of toevoeging van de financiële instrumenten die, ingevolge voorwaardelijke of naar omvang onbepaalde verbintenissen of verbintenissen op termijn tot levering van financiële instrumenten, op de dag van het faillissement of van de samenloop, in voorkomend geval zijn opgenomen in een afzonderlijk deel van die effectenrekening, en waarvan de opname in het beschikbaar saldo wordt uitgesteld tot de voorwaarde verwezenlijkt, het bedrag bepaald of de termijn verstreken is.
De in het tweede lid bedoelde voorwaardelijke of naar omvang onbepaalde verbintenissen of verbintenissen op termijn zijn beperkt tot de verbintenissen die voortvloeien uit een rechtsverhouding tussen de houder van de betrokken effectenrekening en de instelling die deze rekening inhoudt.
Art. 12.(12) - De aangesloten leden die voor eigen rekening vervangbare financiële instrumenten rechtstreeks aanhouden bij de vereffeningsinstelling kunnen hun rechten van mede-eigendom bedoeld in artikel 2 alleen laten gelden jegens die instelling. Bij wijze van uitzondering kunnen zij : 1° een terugvorderingsrecht uitoefenen overeenkomstig de bepalingen in dit artikel;2° rechtstreeks hun associatieve rechten uitoefenen bij de emittent;3° in geval van faillissement of in alle andere gevallen van samenloop in hoofde van de emittent, hun recht van verhaal rechtstreeks tegen deze laatste uitoefenen. In geval van faillissement van de vereffeningsinstelling of in alle andere gevallen van samenloop, geschiedt de terugvordering van het aantal financiële instrumenten dat door de instelling verschuldigd is, op collectieve wijze op de algemeenheid van de financiële instrumenten van dezelfde categorie die de instelling in bewaring heeft, in bewaring geeft of heeft ingeschreven op haar naam, in welke vorm dan ook.
Indien, in het geval bedoeld in het tweede lid, deze algemeenheid onvoldoende is om de volledige terugbetaling toe te laten van de op rekening geboekte verschuldigde financiële instrumenten, wordt zij verdeeld onder de eigenaars in verhouding tot hun rechten.
Indien de vereffeningsinstelling zelf eigenaar is van een aantal financiële instrumenten van dezelfde categorie, wordt haar, bij de toepassing van het derde lid, slechts het aantal financiële instrumenten toegekend dat overblijft nadat het volledig aantal financiële instrumenten van de door haar voor rekening van derden aangehouden financiële instrumenten van dezelfde categorie is teruggegeven.
Art. 13.(13) - De eigenaars van vervangbare financiële instrumenten kunnen hun rechten van medeeigendom bedoeld in artikel 2 alleen laten gelden jegens het aangesloten lid bij wie deze financiële instrumenten op rekening zijn geboekt. Bij wijze van uitzondering kunnen zij : 1° een terugvorderingsrecht uitoefenen overeenkomstig de bepalingen van dit artikel en het artikel 12, tweede tot vierde lid;2° rechtstreeks hun associatieve rechten uitoefenen bij de emittent;3° in geval van faillissement of in alle andere gevallen van samenloop in hoofde van de emittent hun recht van verhaal rechtstreeks tegen deze laatste uitoefenen. In geval van faillissement van het aangesloten lid of in alle andere gevallen van samenloop, geschiedt de terugvordering van het aantal vervangbare financiële instrumenten dat door een aangesloten lid verschuldigd is, op collectieve wijze op de algemeenheid van de vervangbare financiële instrumenten van dezelfde categorie, die op naam van het aangesloten lid zijn ingeschreven bij andere aangesloten leden of bij de vereffeningsinstelling.
Indien in het geval bedoeld in het tweede lid deze algemeenheid onvoldoende is om de volledige terugbetaling te verzekeren van de op rekening geboekte verschuldigde financiële instrumenten wordt zij verdeeld onder de eigenaars in verhouding tot hun rechten.
Indien het aangesloten lid zelf eigenaar is van een aantal op rekening geboekte financiële instrumenten van dezelfde categorie, wordt hem, bij de toepassing van het derde lid, slechts het aantal financiële instrumenten toegekend dat overblijft nadat het volledige aantal van de door hem voor rekening van derden gehouden financiële instrumenten van dezelfde categorie, is terugbetaald.
Wanneer een tussenpersoon voor andermans rekening financiële instrumenten heeft laten inschrijven op zijn naam of op naam van een derde persoon, mag de eigenaar voor wiens rekening deze inschrijving is genomen, een vordering tot teruggave slechts instellen tegen de tussenpersoon of de derde in wiens naam de vervangbare financiële instrumenten zijn ingeschreven, behalve in geval van faillissement, gerechtelijk akkoord of elke andere situatie van samenloop tussen de schuldeisers van deze tussenpersoon of derde. In dit geval kan de vordering tot teruggave rechtstreeks door de eigenaar worden uitgeoefend tegen het aangesloten lid of de vereffeningsinstelling op het tegoed dat op naam van de tussenpersoon of de derde aangewezen als titularis van de rekening is ingeschreven. Deze vordering tot teruggave wordt uitgeoefend volgens de in de tweede tot vierde leden bepaalde regels.
Art. 14.(14) - De betaling van vervallen dividenden, interesten en kapitalen van vervangbare financiële instrumenten aan de vereffeningsinstelling is bevrijdend voor de emittent. De aldus betaalde sommen zijn niet vatbaar voor beslag door de schuldeisers van de vereffeningsinstelling.
De vereffeningsinstelling stort deze dividenden, interesten en kapitalen door aan de aangesloten leden overeenkomstig de bedragen van de financiële instrumenten die op de vervaldag geboekt staan op hun naam. Deze betalingen zijn bevrijdend voor de vereffeningsinstelling.
Art. 15.(15) - De vennootschappen kunnen, met het oog op de deelname aan hun algemene vergaderingen, de vermelding van de nummers der financiële instrumenten, welke gestort zijn bij de vereffeningsinstelling of bij een aangesloten lid, niet eisen. In dat geval wordt de numerieke lijst geldig vervangen door een attest, door het aangesloten lid of de vereffeningsinstelling afgegeven aan de deponent, dat de onbeschikbaarheid, tot aan de datum van de algemene vergadering, van de aandelen ingeschreven op naam van de eigenaar of zijn tussenpersoon, vaststeld. Alle andere associatieve rechten van de eigenaar van de financiële instrumenten en, in geval van faillissement of in alle andere gevallen van samenloop in hoofde van hun emittent, alle rechten van verhaal tegen deze laatste worden uitgeoefend na de voorlegging van een attest opgesteld door het aangesloten lid of de vereffeningsinstelling, dat het aantal ingeschreven financiële instrumenten bevestigt dat op naam van de eigenaar of zijn tussenpersoon is ingeschreven op de datum vereist voor de uitoefening van deze rechten.
Art. 16.(16) - De bepalingen van dit besluit zijn toepasselijk op de buitenlandse financiële instrumenten voor zover deze bepalingen stroken met de aard van die financiële instrumenten.
Art. 17.(17) - Voor de financiële instrumenten die aan een aangesloten lid zijn afgegeven, gelden de artikelen 6 tot 10, artikel 11, tweede en derde lid, de artikelen 13 tot 16 en artikel 18 van dit besluit, zodra de deponent heeft ingestemd met de toepassing van de vervangbaarheidsregeling en zonder dat het aangesloten lid deze instrumenten moet storten bij de vereffeningsinstelling. Dit akkoord heeft dezelfde gevolgen als de storting bij de vereffeningsinstelling, zelfs voor instrumenten die niet door deze laatste in overschrijving worden aanvaard.
Art. 18.(18) - De Koning kan de uitvoeringsmaatregelen vaststellen die nodig zijn voor dit besluit. Hij kan onder meer de voorwaarden vaststellen voor het houden van de rekeningen door de aangesloten leden, de werkwijze van de rekeningen, de aard van de bewijsstukken welke aan de houders van de rekeningen moeten worden afgegeven en de wijze van betaling van de vervallen dividenden, interesten en kapitalen door de aangesloten leden en de vereffeningsinstelling.
Nota's (1) Koninklijk besluit nr.62 van 10 november 1967, artikel 1, vervangen bij de wet van 2 augustus 2002, artikel 133, § 1.
Wijzigingen aangebracht ter gelegenheid van de coördinatie : in 1°, - vervanging van de verwijzing naar artikel 1bis door een verwijzing naar artikel 2 en - vervanging van de afkorting "BNB" door de woorden "Nationale Bank van België". (2) Koninklijk besluit nr.62 van 10 november 1967, artikel 1ter, vervangen bij de wet van 2 augustus 2002, artikel 133, § 2.
Wijzigingen aangebracht ter gelegenheid van de coördinatie : - in het eerste lid, vervanging van de afkorting "BNB" door de woorden "Nationale Bank van België" en - in het tweede lid, vervanging van de verwijzing naar artikel 9bis door een verwijzing naar artikel 12. (3) Koninklijk besluit nr.62 van 10 november 1967, artikel 2, gewijzigd bij de wet van 15 juli 1998, artikelen 4 en 8, alsmede bij de wet van 2 augustus 2002, artikel 133, § 3.
Wijziging aangebracht ter gelegenheid van de coördinatie : vervanging van het woord "hem" door het woord "haar" ter verbetering van een grammaticale fout. (4) Koninklijk besluit nr.62 van 10 november 1967, artikel 2bis, ingevoegd bij de wet van 15 juli 1998, artikel 10. (5) Koninklijk besluit nr.62 van 10 november 1967, artikel 3, gewijzigd bij de wet van 15 juli 1998, artikelen 4 en 8 (6) Koninklijk besluit nr.62 van 10 november 1967, artikel 4, gewijzigd bij de wet van 15 juli 1998, artikelen 4 en 8.
Wijzigingen aangebracht ter gelegenheid van de coördinatie : - in het tweede lid, vervanging van het woord "zijn" door het woord "haar" ter verbetering van een grammaticale fout, - in het tweede lid, tweede zin, toevoeging van de woorden "de aangesloten" voor het woord "leden" met het oog op eenheid van terminologie, - in het derde lid, toevoeging van het woord "aangesloten" voor het woord "leden" met het oog op eenheid van terminologie, - in het vierde lid, vervanging van de woorden "wisselagenten en bankiers" door de woorden "financiële tussenpersonen" om rekening te houden met de ontwikkeling van de terminologie in het financiële recht en - in het vierde lid, in de Franse versie, vervanging van de woorden "inscription sur leurs livres" door de woorden "d'inscrire dans leurs livres". (7) Koninklijk besluit nr.62 van 10 november 1967, artikel 5, vervangen bij de wet van 7 april 1995, artikel 13 en gewijzigd bij de wet van 15 juli 1998, artikelen 4 en 11, alsmede bij de wet van 2 augustus 2002, artikel 133, § 4.
Wijzigingen aangebracht ter gelegenheid van de coördinatie : in § 1, eerste lid, - vervanging van het woord "van" tussen "handelspand" en "vervangbare financiële instrumenten" door het woord "op" ter verbetering van een grammaticale fout, - in de Franse versie, vervanging van het woord "chez" door de woorden "auprès de" (twee keren) en - in de Franse versie, invoeging van het woord "leur" tussen de worden "identifiés par" en "nature". (8) Koninklijk besluit nr.62 van 10 november 1967, artikel 6, gewijzigd bij de wet van 15 juli 1998, artikelen 4 en 8.
Wijzigingen aangebracht ter gelegenheid van de coördinatie : - in de eerste zin,in de Franse versie, vervanging van het woord "chez" door de woorden "auprès de" (tweemaal), - in de eerste zin, toevoeging van het woord "de" tussen "voor" en "uitoefening" ter verbetering van een grammaticale fout, - in de tweede zin, toevoeging van het woord "aangesloten" tussen "de" en "lid" met het oog op eenheid van terminologie. (9) Koninklijk besluit nr.62 van 10 november 1967, artikel 7, gewijzigd bij de wet van 15 juli 1998, artikelen 4 en 8, alsmede bij de wet van 2 augustus 2002, artikel 133, § 5.
Wijzigingen aangebracht ter gelegenheid van de coördinatie : - in het eerste lid, vervanging van de woorden "in de voorwaarden" door de woorden"op de voorwaarden" ter verbetering van een grammaticale fout, - in het eerste lid, in de Franse versie, vervanging van het woord "chez" door de woorden "auprès de" en - in het derde lid, vervanging van de verwijzing naar "de vorige alinea" door een verwijzing naar "het tweede lid". (10) Koninklijk besluit nr.62 van 10 november 1967, artikel 8, gewijzigd bij de wet van 15 juli 1998, artikelen 4 en 8. (11) Koninklijk besluit nr.62 van 10 november 1967, artikel 9, gewijzigd bij de wet van 6 augustus 1993, artikel 34, alsmede bij de wet van 15 juli 1998, artikelen 4, 8 en 12.
Wijzigingen aangebracht ter gelegenheid van de coordinatie : - in het eerste lid, vervanging van het woord "rekeningcourant" door het woord "rekeningen-courant" ter verbetering van een grammaticale fout, - in het eerste lid, vervanging van het woord "toegelaten" door het woord "toegestaan", met het oog op eenheid van terminologie, - in het eerste lid, vervanging van het woord "effecten" door de woorden "financiële instrumenten" om de gebruikte terminologie een te maken, - in het tweede lid, vervanging van de woorden "ieder ander gelijkgerechtigd opkomen" door de woorden "ieder andere samenloop" en van de woorden "het gelijkgerechtigd opkomen" door de woorden "de samenloop" met het oog op eenheid van terminologie, - in het tweede lid, vervanging van de verwijzing naar artikelen 9bis en 10 door een verwijzing naar artikelen 12 en 13, - in het tweede lid, in de Franse versie, toevoeging van de woorden "de livraison d'instruments financiers" waarvan het equivalent reeds voorkwam in de Nederlandse versie en die tot enig doel hebben het door de wetgever gebruikte begrip "verbintenissen op termijn" te preciseren, en, - in het derde lid, vervanging van de verwijzing naar "het vorige lid" door een verwijzing naar "het tweede lid". (12) Koninklijk besluit nr.62 van 10 november 1967, artikel 9bis, ingevoegd bij de wet van 15 juli 1998, artikel 13 en gewijzigd bij de wet van 2 augustus 2002, artikel 133, § 6.
Wijzigingen aangebracht ter gelegenheid van de coördinatie : - in het eerste lid, vervanging van het woord "medeeigendom" door het word "mede-eigendom" ter verbetering van een grammaticale fout, - in het eerste lid, vervanging van de verwijzing naar artikel 1bis door een verwijzing naar artikel 2, - in het derde lid, vervanging van de verwijzing naar "het vorige lid" door een verwijzing naar "het tweede lid" - in het vierde lid, vervanging van de verwijzing naar "het vorige lid" door een verwijzing naar "het derde lid" en - in het vierde lid, toevoeging van de woorden "van dezelfde categorie" tussen de woorden "aangehouden financiële instrumenten" en "is teruggegeven" met het oog op eenheid van terminologie met artikel 13, tweede lid, nieuwe nummering. (13) Koninklijk besluit nr.62 van 10 november 1967, artikel 10, vervangen bij de wet van 7 april 1995, artikel 15 en gewijzigd door de wet van 15 juli 1998, artikelen 4, 8 en 14, alsmede bij de wet van 2 augustus 2002, artikel 133, § 7.
Wijzigingen aangebracht ter gelegenheid van de coördinatie : - in het eerste lid, vervanging van de verwijzing naar artikel 1bis door een verwijzing naar artikel 2, - in het eerste lid, 1°, vervanging van de verwijzing naar artikel 9bis door een verwijzing naar artikel 12, - in het derde lid, vervanging van de verwijzing naar "het vorige lid" door een verwijzing naar "het tweede lid", - in het vierde lid, vervanging van de verwijzing naar "het vorige lid" door een verwijzing naar "het derde lid" en - in het vijfde lid, vervanging van de verwijzing naar "de vorige leden" door een verwijzing naar "de tweede tot vierde leden". (14) Koninklijk besluit nr.62 van 10 november 1967, artikel 10bis, ingevoegd bij de wet van 7 april 1995, artikel 16 en gewijzigd bij de wet van 15 juli 1998, artikelen 4 en 8, alsmede bij de wet van 2 augustus 2002, artikel 133, § 8. (15) Koninklijk besluit nr.62 van 10 november 1967, artikel 11, vervangen bij de wet van 7 april 1995, artikel 17 en gewijzigd bij de wet van 15 juli 1998, artikelen 4, 8 en 15. (16) Koninklijk besluit nr.62 van 10 november 1967, artikel 12, gewijzigd bij de wet van 15 juli 1998, artikel 4.
Wijziging aangebracht ter gelegenheid van de coördinatie : vervanging van het woord "vreemde" door de woord "buitenlandse". (17) Koninklijk besluit nr.62 van 10 november 1967, artikel 13, gewijzigd bij de wet van 15 juli 1998, artikel 16.
Wijziging aangebracht ter gelegenheid van de coördinatie : vervanging van de verwijzing naar "artikel 2, lid 3, artikelen 4 tot 8, artikel 9, lid 2 en 3, artikelen 10 tot 12 en artikel 14" door een verwijzing naar "de artikelen 6 tot 10, artikel 11, tweede en derde lid, de artikelen 13 tot 16 en artikel 18". (18) Koninklijk besluit nr.62 van 10 november 1967, artikel 14, ingevoegd bij de wet van 7 april 1995, artikel 18 en vervangen bij de wet van 15 juli 1998, artikel 17.
Bijlagen : 1. Bepaling niet in de gecoördineerde text overgenomen Artikel 14 van het koninklijk besluit nr.62 van 10 november 1967, dat als volgt luidt : "Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit" (niet te verenigen met artikel 18 van de gecoordineerde text). 2. Concordantietabellen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld