Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 21 maart 2019
gepubliceerd op 29 maart 2019

Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet van 17 maart 2019 betreffende de invoering van een mobiliteitsbudget

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2019011207
pub.
29/03/2019
prom.
21/03/2019
ELI
eli/besluit/2019/03/21/2019011207/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

21 MAART 2019. - Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet van 17 maart 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/03/2019 pub. 29/03/2019 numac 2019030319 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de invoering van een mobiliteitsbudget type wet prom. 17/03/2019 pub. 29/03/2019 numac 2019011429 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van sommige bepalingen betreffende de mobiliteitsvergoeding sluiten betreffende de invoering van een mobiliteitsbudget


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de Grondwet, artikel 108;

Gelet op de wet van 17 maart 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/03/2019 pub. 29/03/2019 numac 2019030319 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de invoering van een mobiliteitsbudget type wet prom. 17/03/2019 pub. 29/03/2019 numac 2019011429 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van sommige bepalingen betreffende de mobiliteitsvergoeding sluiten betreffende de invoering van een mobiliteitsbudget, artikelen 4, 5, 9 en 23, tweede lid;

Gelet op de adviezen van de Inspecteurs van Financiën, gegeven op 31 oktober 2018, 5 november 2018 en 13 november 2018;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 21 december 2018;

Gelet op het advies nr. 162/2018 van de Gegevensbeschermingsautoriteit, gegeven op 19 december 2018;

Gelet op de impactanalyse van de regelgeving, uitgevoerd overeenkomstig de artikelen 6 en 7 van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;

Gelet op het advies 65.400/1 van de Raad van State, gegeven op 12 maart 2019, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Werk, de Minister van Sociale Zaken en de Minister van Pensioenen en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK 1. - Het mobiliteitsbudget

Artikel 1.Het mobiliteitsbudget, na aftrek, in voorkomend geval, van het deel gebruikt voor de financiering van een milieuvriendelijke bedrijfswagen en van de bijhorende kosten, wordt in zijn geheel in een virtuele vorm ter beschikking gesteld van de begunstigde werknemer.

Art. 2.De werkgever informeert de werknemers over de duurzame vervoermiddelen die hij aanvaardt om te financieren door middel van het mobiliteitsbudget.

Art. 3.De werknemer heeft op ieder ogenblik toegang tot de inlichtingen betreffende de stand van zijn mobiliteitsbudget, in het bijzonder: - zijn identificatiegegevens in de vorm van zijn identificatienummer bedoeld in artikel 8, § 1, van de wet van 15 januari 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/01/1990 pub. 08/07/2010 numac 2010000396 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid; - de functiecategorie waartoe hij behoort; - de datum vanaf dewelke hij tot de voornoemde functiecategorie behoort; - het bedrag van het mobiliteitsbudget dat hem werd toegekend, na aftrek, in voorkomend geval, van het deel gebruikt voor de financiering van een milieuvriendelijke bedrijfswagen en van de bijhorende kosten; - de inventaris van de duurzame vervoermiddelen die reeds gefinancierd werden; - details over de toewijzing van de uitgaven in functie van de keuzes gemaakt door de werknemer; - de datum waarop de duurzame vervoermiddelen gefinancierd werden; - de kosten voor het beheer van het mobiliteitsbudget; - de geldigheidsdatum van het mobiliteitsbudget; - het beschikbaar saldo; - de aanpassingen van het bedrag van het budget bij een functieverandering of een bevordering.

Art. 4.De werkgever bepaalt de rechtvaardigingsstukken die aan hem moeten worden voorgelegd door de werknemer om de financiering van de duurzame vervoermiddelen te bewijzen.

Art. 5.Indien gebruik wordt gemaakt van een betaalkaart of van een applicatie, neemt de werkgever de nodige maatregelen opdat deze instrumenten enkel kunnen worden gebruikt voor de financiering van de duurzame vervoermiddelen die hij heeft goedgekeurd.

Art. 6.In de hypothese van een overconsumptie van het mobiliteitsbudget door de werknemer, vastgesteld bij het einde van de arbeidsrelatie dat plaatsvindt vóór het einde van de geldigheidsduur van het mobiliteitsbudget of binnen de maand waarin de werknemer een nieuwe functie uitoefent waarvoor hij recht heeft op een bedrijfswagen van een lagere categorie of hij geen recht meer heeft op een bedrijfswagen binnen het loonsysteem van de werkgever, moet de werknemer de onrechtmatig gebruikte sommen terugbetalen binnen de 30 dagen die volgen op de datum waarop hij ertoe wordt verzocht door de werkgever.

In de hypothese van een onrechtmatig gebruik van het mobiliteitsbudget door de werknemer, in de zin van een financiering van niet door de werkgever goedgekeurde duurzame vervoermiddelen, moet de werknemer de onrechtmatig gebruikte sommen terugbetalen binnen de 30 dagen die volgen op de datum waarop hij ertoe wordt verzocht door de werkgever.

Het in het eerste en het tweede lid bedoelde verzoek van de werkgever gaat vergezeld van een gedetailleerde berekening van de terug te betalen sommen.

Art. 7.In geval van een ontoereikend mobiliteitsbudget voor de financiering van de totaliteit van een duurzaam vervoermiddel, zal de werkgever de werknemer enkel vergoeden tot een bedrag van het nog beschikbaar budget. HOOFDSTUK 2. - De mobiliteitsrekening

Art. 8.Een mobiliteitsrekening wordt gecreëerd op naam van de begunstigde werknemer.

De mobiliteitsrekening is een gegevensbank waarin het mobiliteitsbudget geregistreerd en beheerd wordt door de werkgever.

Hiervoor kan de werkgever een beroep doen op de diensten van een derde partij om in zijn naam de creatie en het beheer van de mobiliteitsrekening gedeeltelijk of volledig te waarborgen.

De werkgever is de verwerkingsverantwoordelijke, onafhankelijk van het feit dat hij de creatie en het beheer van de mobiliteitsrekening heeft toevertrouwd aan een derde partij.

Hiertoe sluit hij een overeenkomst die de verwerker ten aanzien van de verwerkingsverantwoordelijke bindt en die het voorwerp en de duur van de verwerking, de aard en de doeleinden van de verwerking, de categorieën van persoonsgegevens en de categorieën van betrokkenen alsook de verplichtingen en de rechten van de verwerkingsverantwoordelijke bepaalt overeenkomstig de voorschriften van artikel 28 van Verordening (EU) 2016/679 van 27 april 2016 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG en van de wet van 30 juli 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/07/2018 pub. 05/09/2018 numac 2018040581 bron federale overheidsdienst justitie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken en ministerie van landsverdediging 30 JULI 2018 - Wet betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens sluiten betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens.

In zijn hoedanigheid van verwerkingsverantwoordelijke, neemt de werkgever de nodige maatregelen om de rechten van de betrokken werknemers te waarborgen overeenkomstig de voorschriften van de wet van 30 juli 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/07/2018 pub. 05/09/2018 numac 2018040581 bron federale overheidsdienst justitie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken en ministerie van landsverdediging 30 JULI 2018 - Wet betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens sluiten betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens.

Art. 9.De mobiliteitsrekening moet de werkgever toelaten om: - per begunstigde werknemer het mobiliteitsbudget waarop laatstgenoemde recht heeft, toe te kennen en op te volgen en alle door het mobiliteitsbudget gefinancierde kosten te registreren; - het mobiliteitsbudget te verhogen of te verlagen in geval van een functiewijziging of van een bevordering van de begunstigde werknemer; - de toegang tot het saldo van het mobiliteitsbudget te blokkeren op de dag van de beëindiging van de toekenning van het mobiliteitsbudget; - over te gaan tot een nieuwe berekening van het mobiliteitsbudget om de werkgever toe te laten om de terugbetaling te eisen van onrechtmatig gebruikte sommen met toepassing van artikel 6; - het berekenen van het gedeelte van het saldo van het mobiliteitsbudget dat niet door de werknemer gebruikt werd tijdens het kalenderjaar aan de financiering van duurzame vervoermiddelen en dat hem zal uitbetaald worden, één keer per jaar, in speciën, ten laatste met het loon van de eerste maand van het volgend jaar. HOOFDSTUK 3. - Bewaring van de gegevens

Art. 10.De gegevens inzake het mobiliteitsbudget worden bewaard in de mobiliteitsrekening gedurende zeven jaren.

De werkgever mag de rechtvaardigingsstukken in elke reproductievorm bewaren, op voorwaarde dat ze goed leesbaar zijn en de gebruikte reproductievorm een doelmatig toezicht toelaat.

De rechtvaardigingsstukken worden gedurende dezelfde termijn als deze bedoeld in het eerste lid, bewaard. HOOFDSTUK 4. - Wijziging van verschillende bepalingen aangaande de berekening van sociale prestaties

Art. 11.Artikel 7 van het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers wordt aangevuld met een veertiende lid, luidende: "Het saldo van het mobiliteitsbudget dat één keer per jaar in geld wordt uitbetaald, bedoeld in artikel 8, § 3, tweede lid, van de wet van 17 maart 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/03/2019 pub. 29/03/2019 numac 2019030319 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de invoering van een mobiliteitsbudget type wet prom. 17/03/2019 pub. 29/03/2019 numac 2019011429 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van sommige bepalingen betreffende de mobiliteitsvergoeding sluiten betreffende de invoering van een mobiliteitsbudget, wordt wat het eerste lid betreft eveneens beschouwd als een brutoloon in functie waarvan het rustpensioen wordt berekend.".

Art. 12.In artikel 2 van het koninklijk besluit van 10 juni 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/06/2001 pub. 31/07/2001 numac 2001022466 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit waarin, met toepassing van artikel 39 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, het uniform begrip « gemiddeld dagloon » wordt vastgesteld en sommige wettelijke bepalingen in overeenstemming worden gebracht type koninklijk besluit prom. 10/06/2001 pub. 15/09/2017 numac 2017031139 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit waarin, met toepassing van artikel 39 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, het uniform begrip "gemiddeld dagloon" wordt vastgesteld en sommige wettelijke bepalingen in overeenstemming worden gebracht. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten waarin, met toepassing van artikel 39 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, het uniform begrip "gemiddeld dagloon" wordt vastgesteld en sommige wettelijke bepalingen in overeenstemming worden gebracht, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 30 september 2017, wordt tussen het vierde en het vijfde lid een lid ingevoegd, luidende: "Wat de sector werkloosheid betreft, wordt het saldo van het mobiliteitsbudget dat één keer per jaar in geld wordt uitbetaald, bedoeld in artikel 8, § 3, tweede lid, van de wet van 17 maart 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/03/2019 pub. 29/03/2019 numac 2019030319 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de invoering van een mobiliteitsbudget type wet prom. 17/03/2019 pub. 29/03/2019 numac 2019011429 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van sommige bepalingen betreffende de mobiliteitsvergoeding sluiten betreffende invoering van een mobiliteitsbudget, geacht deel uit te maken van de in het derde lid bedoelde bedragen en voordelen.". HOOFDSTUK 5. - Mededeling van gegevens aan derden

Art. 13.De mededeling van het saldo bedoeld in de artikelen 11 en 12 aan de betrokken openbare instellingen van sociale zekerheid gebeurt door middel van de multifunctionele aangifte bedoeld in artikel 21, tweede lid, van de wet van 27 juni 1969Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1969 pub. 24/01/2011 numac 2010000730 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders.

De sociaal inspecteurs bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Sociaal Strafwetboek hebben toegang tot de voormelde gegevens voor de uitoefening van hun taken. HOOFDSTUK 6. - Slotbepalingen

Art. 14.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 15.De minister bevoegd voor Werk, de minister bevoegd voor Sociale Zaken en de minister bevoegd voor Pensioenen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 21 maart 2019.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS De Minister van Sociale Zaken, M. DE BLOCK De Minister van Pensioenen, D. BACQUELAINE _______ Nota Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad: Wet van 17 maart 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/03/2019 pub. 29/03/2019 numac 2019030319 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de invoering van een mobiliteitsbudget type wet prom. 17/03/2019 pub. 29/03/2019 numac 2019011429 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van sommige bepalingen betreffende de mobiliteitsvergoeding sluiten, Belgisch Staatsblad van 29 maart 2019.

^