Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 24 oktober 2013
gepubliceerd op 06 november 2013

Koninklijk besluit tot uitvoering, inzake de pensioenbonus van de werknemers, van artikel 7bis van de wet betreffende het generatiepact van 23 december 2005

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2013022549
pub.
06/11/2013
prom.
24/10/2013
ELI
eli/besluit/2013/10/24/2013022549/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

24 OKTOBER 2013. - Koninklijk besluit tot uitvoering, inzake de pensioenbonus van de werknemers, van artikel 7bis van de wet betreffende het generatiepact van 23 december 2005


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Om een stimulans te bieden aan diegenen die langer actief wensen te blijven, voorzagen het artikel 7 van de wet van 23 december 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/12/2005 pub. 30/12/2005 numac 2005021170 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 23/12/2005 pub. 30/12/2005 numac 2005021175 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende het generatiepact sluiten betreffende het generatiepact en het bijhorend koninklijk besluit ter uitvoering zijnde het koninklijk besluit van 1 februari 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 01/02/2007 pub. 09/02/2007 numac 2007022158 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot instelling van een pensioenbonus sluiten tot instelling van een pensioenbonus, vanaf 2007, de toekenning van bijkomende rechten aan de werknemer die zijn beroepsactiviteit na de leeftijd van 62 jaar of een carrière van 44 jaar voortzette.

Krachtens artikel 3 van de wet van 13 november 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/11/2011 pub. 23/11/2011 numac 2011022402 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot verlenging van de pensioenbonus voor werknemers en zelfstandigen type wet prom. 13/11/2011 pub. 28/12/2011 numac 2011014313 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet houdende instemming met het Samenwerkingsakkoord van 8 oktober 2010 tussen de Federale Staat en de Gewesten met betrekking tot de uitvoering van de Verordeningen van de Europese Gemeenschappen betreffende het beleid ten aanzien van de capaciteit van de communautaire binnenvaartvloot met het oog op de bevordering van het vervoer over de binnenwateren type wet prom. 13/11/2011 pub. 24/02/2012 numac 2012011010 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de vergoeding van de lichamelijke en morele schade ingevolge een technologisch ongeval sluiten, werd dit systeem verlengd tot de pensioenen met ingang ten laatste op 1 december 2013.

Ten gevolge een beoordeling van dit systeem, gerealiseerd met name door de Studiecommissie voor de Vergrijzing, is de noodzaak gebleken om het aansporend effect tot verderzetting van de beroepsactiviteit te versterken en om het systeem dat de bonus toekent in overeenstemming te brengen met de pensioenhervorming.

Hiervoor is de voormelde wet van 23 december 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/12/2005 pub. 30/12/2005 numac 2005021170 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 23/12/2005 pub. 30/12/2005 numac 2005021175 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende het generatiepact sluiten aangevuld met een artikel 7bis.

U bent, na advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor Pensioenen, ertoe gemachtigd, voor de tijdvakken gepresteerd vanaf 1 januari 2014 het bedrag en de aard van deze nieuwe bonus, de voorwaarden en de modaliteiten waaraan de toekenning en de betaling van de bonus onderworpen zijn, de voorwaarden waaronder de bonus geproratiseerd wordt en de voorwaarden waaronder de regels van kracht voor het huidige systeem ook na 31 december 2013 nog van toepassing blijven op de toekenbare bonussen, vast te stellen.

Commentaar van de artikelen Artikel 1 definieert de begrippen « bonus », « dagen van effectieve tewerkstelling », « vervroegd rustpensioen » en « referteperiode ».

Gezien de definities die hierdoor in aanmerking genomen worden, kan geen enkele werknemer, ongeacht of hij onder de toepassing van het algemene stelsel valt of onder de toepassing van de overgangsmaatregelen eigen aan de bijzondere pensioenstelsels (mijnwerkers, zeevarenden en vliegend personeel van de burgerluchtvaart), aanspraak maken op deze bonus vóór de eerste dag van de twaalfde maand volgend op die waarin hij de leeftijd van 60 jaar bereikt.

Dit artikel legt eveneens, in het kort, het opschrift van de wetten en koninklijke besluiten vast waarnaar wordt verwezen in het ontwerp van besluit.

Artikel 2 bakent het toepassingsgebied van dit besluit af.

Het voorliggende bonussysteem is van toepassing op de pensioenen die ten vroegste en voor de eerste maal op 1 januari 2014 ingaan.

Het voorliggende besluit voorziet echter ook de nodige maatregelen opdat de werknemers, die op 31 december 2013 reeds voldeden aan de voorwaarden om de bonus te verkrijgen zoals bedoeld bij artikel 7 van de voormelde wet van 23 december 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/12/2005 pub. 30/12/2005 numac 2005021170 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 23/12/2005 pub. 30/12/2005 numac 2005021175 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende het generatiepact sluiten, bij het opnemen van hun rustpensioen de bonus verkrijgen volgens de voorwaarden en modaliteiten vastgelegd door het artikel 7 van de voormelde wet van 23 december 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/12/2005 pub. 30/12/2005 numac 2005021170 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 23/12/2005 pub. 30/12/2005 numac 2005021175 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende het generatiepact sluiten en het voormelde koninklijk besluit van 1 februari 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 01/02/2007 pub. 09/02/2007 numac 2007022158 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot instelling van een pensioenbonus sluiten, voor de prestaties verricht vóór 1 januari 2014.

Zo zal een werknemer die, in 2013, de leeftijd van 62 jaar bereikt en die op 31 december 2013 ten minste een dag van effectieve tewerkstelling heeft die recht geeft op de bonus, na het ingaan van zijn rustpensioen, kunnen genieten van de bonus, zoals bedoeld bij het voormelde koninklijk besluit van 1 februari 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 01/02/2007 pub. 09/02/2007 numac 2007022158 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot instelling van een pensioenbonus sluiten, voor de prestaties geregistreerd in 2013, indien hij zijn beroepsactiviteit voortzet in 2014 en 2015.

Artikel 3 preciseert in de eerste paragraaf dat de bonus toegekend wordt per dag van effectieve tewerkstelling gepresteerd tijdens de referteperiode en ten vroegste vanaf 1 januari 2014.

In afwijking op de algemene regel kan de bonus ten vroegste toegekend worden de eerste dag van de maand volgend op deze waarin de werknemer de leeftijd van 65 jaar bereikt wanneer hij een loopbaan van 40 kalenderjaren kan bewijzen.

Een werknemer geboren in februari die op 65-jarige leeftijd een loopbaan van 39 kalenderjaren kan bewijzen, zal zo geen recht hebben op de bonus. Wanneer hij echter doorwerkt tot zijn 67 jaar zal hij tijdens het jaar van zijn 66e verjaardag voldoen aan de vereiste loopbaanvoorwaarde (in dit voorbeeld vanaf 1 mei mits een voltijdse tewerkstelling) en zal er zich vanaf deze datum een bonus vormen.

De dagen van effectieve tewerkstelling in een kalenderjaar worden krachtens paragraaf 2 ten hoogste ten belope van 312 dagen in aanmerking genomen.

Paragraaf 3 voorziet de manier waarop het aantal dagen dat de bonus toegekend kan worden voor het laatste kalenderjaar onmiddellijk voorafgaand aan de ingangsdatum van het rustpensioen en voor het jaar waarin het rustpensioen ingaat, bepaald moet worden.

De dagen van effectieve tewerkstelling en de gelijkgestelde dagen die geregistreerd zijn voor een volledig kalenderjaar, worden verdeeld over de dagen ervan op basis van de regel voorzien in paragraaf 4, eerste lid van dit artikel, dit rekening houdend met de afwijking voorzien in het tweede lid.

Zo zal voor een werknemer voor wie de referteperiode op 1 februari 2016 start en eindigt in juli 2019 en die in de loop van 2016 240 dagen presteerde en die in de loop van 2017 216 dagen presteerde de bonus toegekend voor 2016 als volgt vastgelegd worden : 20 dagen per maand voor de maanden van februari 2016 tot en met december 2016 = 1,50 x (20 dagen x 11 maanden) = 330 euro terwijl de bonus toegekend voor 2017 18 dagen per maand is, zijnde 1,50 x (18 dagen voor januari) = 27 EUR + 1,70 x (18 dagen x 11 maanden) = 336,60 EUR. Artikel 4 geeft in paragraaf 1 aan dat het dagelijks bedrag van de bonus verhoogt naargelang de voortzetting van de beroepsactiviteit sinds het begin van de referteperiode. De pensioenbonus die per dag effectieve tewerkstelling binnen de referteperiode toegekend wordt, stijgt naargelang men zijn pensionering verder uitstelt : het bedrag wordt gedurende de eerste twaalf maanden van de referteperiode vastgelegd op 1,50 EUR; per uitstel van twaalf bijkomende maanden van het opnemen van het pensioen stijgt het met 0,20 EUR per dag van effectieve tewerkstelling om uiteindelijk, vanaf de 61e maand van de referteperiode, het maximumbedrag te bereiken, zijnde 2,50 EUR. Volgend voorbeeld dient ter illustratie van de progressiviteit van het bedrag van de bonus.

Een werknemer, geboren in april 1950, bewijst, op 60 jaar, een loopbaan van 35 jaar gewoonlijk en hoofdzakelijke tewerkstelling. Hij zet hierna zijn effectieve tewerkstelling verder tot en met 30 april 2015.

Hij kan genieten van : een bonus op basis het koninklijk besluit van 1 februari 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 01/02/2007 pub. 09/02/2007 numac 2007022158 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot instelling van een pensioenbonus sluiten en dit vanaf 1 januari 2012 (het jaar van zijn 62ste verjaardag) en dit tot en met 31 december 2013; de bonus ingesteld door het voorliggend besluit. Om de progressiviteit van het bedrag van de bonus toe te passen houdt men rekening met de duur van de beroepsactiviteit vanaf het begin van de referteperiode, te weten de eerste dag van de twaalfde maand volgend op de maand waarin hij zijn vervroegd rustpensioen had kunnen opnemen, te weten in dit geval sinds 1 mei 2011. Deze progressiviteit wordt als volgt vastgesteld : Van 1 mei 2011 tot en met 30 april 2012 : de eerste 12 maanden van de referteperiode (waarde van de bonus met betrekking tot deze periode, 1,50 EUR per dag).

Van 1 mei 2012 tot en met 30 april 2013 : van de 13e tot en met de 24e maand van de referteperiode (waarde van de bonus met betrekking tot deze periode, 1,70 EUR per dag).

Van 1 mei 2013 tot en met 31 december 2013 : van de 25e tot en met de 32e maand van de referteperiode (waarde van de bonus met betrekking tot deze periode, 1,90 EUR per dag) Van 1 januari 2014 tot en met 30 april 2014 : 1, 90 EUR verschuldigd per dag van effectief gepresteerde tewerkstelling gedurende deze periode;

Van 1 mei 2014 tot en met 30 april 2015 : 2,10 EUR verschuldigd per dag van effectief gepresteerde tewerkstelling gedurende deze periode Gezien het artikel 3, § 1, eerste lid van voorliggend besluit zal hij enkel de bonus verkrijgen voor de prestaties geleverd vanaf 1 januari 2014 op basis van de vermelde bedragen (te weten 1,90 EUR per dag gedurende 4 maanden en 2,10 EUR gedurende de maanden voorafgaand aan de datum van ingang van zijn rustpensioen).

Krachtens paragraaf 2 zijn de jaarlijkse bedragen van de bonus gekoppeld aan de spilindex 136,09 en variëren overeenkomstig de bepalingen van de wet van 2 augustus 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/1971 pub. 20/02/2009 numac 2009000070 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen. aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld.

Artikel 5 bepaalt dat de bonus pas toegekend kan worden vanaf de datum van de effectieve ingang van het persoonlijke rustpensioen.

Tevens bepaalt dit artikel dat de bonus slechts betaalbaar is in zoverre het rustpensioen verder uitbetaald wordt. De schorsing van de betaling van het rustpensioen ingevolge het overschrijden van de grensbedragen betreffende de beroepsbezigheid heeft ook de schorsing van de betaling van de bonus tot gevolg. Daarentegen blijft de vermindering van het pensioen zonder gevolg voor de betaling van de bonus.

Artikel 6 bepaalt dat de bonus een persoonlijk recht is van de gerechtigde op een rustpensioen.

Zo zal in geval van een gezinspensioen, een situatie voordeliger dan de toekenning van twee pensioenen voor alleenstaanden, enkel de bonus van de titularis van het gezinspensioen toegekend worden en zal de bonus bij een feitelijke scheiding louter aan hem toekomen.

Artikel 7 bepaalt dat de bonus een van het persoonlijk rustpensioen onderscheiden voordeel is.

Dit betekent dat er geen rekening gehouden wordt met de bonus voor de toepassing van de regels betreffende de cumul tussen het rustpensioen en het overlevingspensioen.

Daarnaast stelt dit artikel dat de bonus onderworpen is aan dezelfde sociale en fiscale inhoudingen als het pensioen.

Artikel 8 voorziet het in mindering brengen van de bonus ten belope van 90 % van het totale brutobedrag als inkomsten die gedeeltelijk vrijgesteld kunnen worden voor de IGO. Artikel 9 voorziet dat een bonus enkel kan toegekend worden aan de overlevende echtgenoot indien het rustpensioen van de overleden echtgenoot toegekend werd voor 1 januari 2014.

Artikel 10 stelt de ingangsdatum van het besluit vast.

Artikel 11 belast de Minister bevoegd voor Pensioenen met de uitvoering van dit besluit.

Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Pensioenen, A. DE CROO

Raad van State afdeling Wetgeving advies 53.652/1/V van 25 juli 2013 over een ontwerp van koninklijk besluit `tot uitvoering, inzake de pensioenbonus van de werknemers, van artikel 7bis van de wet betreffende het generatiepact van 23 december 2005' Op 2 juli 2013 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Minister van Pensioenen verzocht binnen een termijn van dertig dagen een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit `tot uitvoering, inzake de pensioenbonus van de werknemers, van artikel 7bis van de wet betreffende het generatiepact van 23 december 2005'.

Het ontwerp is door de eerste vakantiekamer onderzocht op 18 juli 2013 . De kamer was samengesteld uit Jan Clement, staatsraad, voorzitter, Jeroen Van Nieuwenhove en Pierre Barra, staatsraden, en Greet Verberckmoes, griffier.

Het verslag is uitgebracht door Brecht Steen, auditeur.

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Marnix Van Damme, kamervoorzitter.

Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 25 juli 2013. 1. Met toepassing van artikel 84, § 3, eerste lid, van de wetten van de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, heeft de afdeling wetgeving zich toegespitst op het onderzoek van de bevoegdheid van de steller van de handeling, van de rechtsgrond, alsmede van de vraag of aan de te vervullen vormvereisten is voldaan. Strekking en rechtsgrond van het ontwerp 2. Het om advies voorgelegde ontwerp strekt er hoofdzakelijk toe de voorwaarden te bepalen waaronder de "nieuwe" pensioenbonus, ingevoerd bij artikel 7bis van de wet van 23 december 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/12/2005 pub. 30/12/2005 numac 2005021170 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 23/12/2005 pub. 30/12/2005 numac 2005021175 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende het generatiepact sluiten `betreffende het generatiepact' (hierna : wet van 23 december 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/12/2005 pub. 30/12/2005 numac 2005021170 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 23/12/2005 pub. 30/12/2005 numac 2005021175 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende het generatiepact sluiten), kan worden toegekend vanaf 1 januari 2014 aan werknemers waarvan het pensioen voor de eerste maal ten vroegste ingaat op 1 januari 2014. De noodzakelijke definities en het temporele toepassingsgebied van de regeling zijn respectievelijk bepaald in de artikelen 1 (hoofdstuk 1) en 2 (hoofdstuk 2) van het ontwerp. Wat het temporele toepassingsgebied betreft, blijft voor wie recht had op de "oude" pensioenbonus en zijn arbeidsprestaties verder zet na 1 januari 2014, de "oude" pensioenbonus verworven. Voor de prestaties na 1 januari 2014 geldt de "nieuwe" pensioenbonus.

Hoofdstuk 3 van het ontwerp is gewijd aan de toekennings- en betalingsvoorwaarden, het bedrag en de aard van de bonus. De bonus wordt toegekend per dag effectieve tewerkstelling (artikel 3, § 1, eerste lid), met een beperking van het aantal arbeidsdagen (artikel 3, § 2, tweede lid) en een fictieve spreiding van die arbeidsdagen (artikel 3, § 2, tweede en derde lid). Het bedrag van de bonus, dat stijgt naarmate de referteperiode langer is en dat wordt geïndexeerd (artikel 3, § 3), wordt geregeld in artikel 3, § 2, eerste lid, van het ontwerp. De aard van de bonus wordt geregeld in de artikelen 4, eerste lid, 5 en 7 van het ontwerp; de bonus is een van het persoonlijk rustpensioen onderscheiden voordeel (artikel 5), dat onderworpen is aan dezelfde sociale en fiscale inhoudingen als het pensioen (artikel 7) en dat een persoonlijk recht is van de gerechtigde op een rustpensioen (artikel 4, tweede lid). Dat laatste kenmerk wordt nogmaals bevestigd door artikel 9 van het ontwerp, waaruit volgt dat de langstlevende echtgenoot geen aanspraak maakt op de bonus voor pensioenen die ingaan na 1 januari 2014.

Artikel 8 van het ontwerp regelt de zogenaamde proratisering van de bonus.

Artikel 6 van het ontwerp, ten slotte, bepaalt dat de pensioenbonus slechts voor 90 % wordt aangerekend op de inkomensgarantie voor ouderen. Daartoe wordt een artikel 22/1 in het koninklijk besluit van 23 mei 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 23/05/2001 pub. 31/05/2001 numac 2001022357 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit tot instelling van een algemeen reglement betreffende de inkomensgarantie voor ouderen type koninklijk besluit prom. 23/05/2001 pub. 31/05/2001 numac 2001009460 bron ministerie van justitie Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 april 1998 waarbij het Ministerie van Justitie gemachtigd wordt personen onder het stelsel van een arbeidsovereenkomst in dienst te nemen sluiten `tot instelling van een algemeen reglement betreffende de inkomensgarantie voor ouderen' ingevoegd. 3. Het ontworpen besluit vindt rechtsgrond in de bepaling die wordt vermeld in het eerste lid van de aanhef, alsook, wat artikel 6 van het ontwerp betreft, in artikel 12, laatste lid, 2°, van de wet van 22 maart 2001Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/03/2001 pub. 29/03/2001 numac 2001022201 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet tot instelling van een inkomensgarantie voor ouderen sluiten `tot instelling van een inkomensgarantie voor ouderen'.De aanhef dient in die zin te worden aangevuld.

Algemene opmerkingen 4. De structuur van het ontwerp is voor verbetering vatbaar, wat de leesbaarheid en dus de rechtszekerheid ten goede zou komen. Het verdient aanbeveling de bepalingen over de aard van de bonus, namelijk de artikelen 4, eerste lid, 5 en 7 van het ontwerp, te groeperen in een apart hoofdstuk.

In artikel 3, § 2, komen bepalingen voor die zowel betrekking hebben op het bedrag van de pensioenbonus als op het aantal dagen effectieve tewerkstelling dat voor de bonus in aanmerking komt en op de (fictieve) spreiding van deze dagen effectieve tewerkstelling.

Aangezien artikel 3, § 1, het principe van een bonus per dag effectieve tewerkstelling invoert, verdient het aanbeveling om het onderdeel van artikel 3, § 2, dat afwijkt van dat principe, namelijk de bepaling die een grens voor het aantal dagen effectieve tewerkstelling invoert, op te nemen in paragraaf 1. Die regel zou trouwens aan duidelijkheid winnen, mocht, in tegenstelling tot wat nu het geval is, die grens in een afzonderlijke normatieve bepaling worden geregeld. Ook de bepalingen over de spreiding van de arbeidsdagen vormen best het voorwerp van een aparte paragraaf. Ten slotte zouden de overige bepalingen van paragrafen 2 en 3 het best in één bepaling worden gegroepeerd die dan uitsluitend gewijd is aan het bedrag van de bonus per effectief gepresteerde dag tewerkstelling.

Artikel 4 bevat zowel een toekenningsvoorwaarde van de pensioenbonus als een bepaling over de aard ervan. Het is aangewezen om voor de beide leden in afzonderlijke artikelen te voorzien.

Artikel 6 is een wijzigingsbepaling die is opgenomen tussen de bepalingen over de aard van de bonus. Het verdient aanbeveling om deze bepaling op te nemen in het laatste hoofdstuk ("Slotbepalingen") van het ontwerp.

Bijzondere opmerkingen Aanhef 5. Het eerste lid van de aanhef redigere men als volgt : "Gelet op de wet betreffende het generatiepact van 23 december 2005, artikel 7bis, ingevoegd bij de wet van 28 juni 2013;". 6. Het tweede lid van de aanhef dient te worden weggelaten.De erin opgenomen bepalingen strekken het ontwerp niet tot rechtsgrond en worden door het ontwerp niet gewijzigd. Ze zijn evenmin nodig voor een goed begrip van de ontworpen regeling.

Artikel 3 7. Het tweede lid van paragraaf 1 bepaalt dat de bonus enkel verschuldigd is als de loopbaan 40 kalenderjaren bereikt. Deze voorwaarde is reeds opgenomen in artikel 7bis, § 1, 2°, van de wet van 23 december 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/12/2005 pub. 30/12/2005 numac 2005021170 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 23/12/2005 pub. 30/12/2005 numac 2005021175 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende het generatiepact sluiten. Aldus lijkt de bepaling te moeten worden beschouwd als een bepaling die een hogere rechtsnorm overneemt of parafraseert.

Bepalingen die enkel een hogere norm in herinnering brengen door die over te nemen of te parafraseren, horen evenwel in beginsel niet thuis in een uitvoeringsregeling, onder meer omdat daardoor onduidelijkheid dreigt te ontstaan omtrent de juridische aard van de overgenomen bepalingen en erdoor verkeerdelijk de indruk wordt gewekt dat de overgenomen regels kunnen worden gewijzigd door de overheid die de regels overneemt. Enkel wanneer het voor een goed begrip van de ontworpen regeling onontbeerlijk is dat bepalingen uit een hogere rechtsnorm worden overgenomen, kan dergelijke werkwijze worden gebillijkt, en dan enkel op voorwaarde dat de oorsprong van de betrokken regels wordt vermeld (door het aanbrengen van de vermelding "overeenkomstig artikel... van de wet van...") en dat de overname correct en letterlijk gebeurt om geen onduidelijkheid te doen ontstaan omtrent de juiste draagwijdte ervan.

De stellers van het ontwerp doen er dan ook goed aan te onderzoeken of die bepaling wel echt noodzakelijk is en zo ja, de bepaling te herformuleren conform de hierboven gemaakte opmerking.

Artikel 8 8. De vraag rijst of omwille van de rechtszekerheid niet in de tekst zelf van deze bepaling duidelijker moet worden aangegeven dat de zogenaamde proratisering afwijkt van het beginsel dat de bonus wordt toegekend voor elke dag van effectief gepresteerde tewerkstelling zoals bepaald in artikel 3, § 1, van het ontwerp. De voorzitter Jan Clement De griffier Greet Verberckmoes

24 OKTOBER 2013. - Koninklijk besluit tot uitvoering, inzake de pensioenbonus van de werknemers, van artikel 7bis van de wet betreffende het generatiepact van 23 december 2005 FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 22 maart 2001Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/03/2001 pub. 29/03/2001 numac 2001022201 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet tot instelling van een inkomensgarantie voor ouderen sluiten tot instelling van een inkomensgarantie voor ouderen, artikel 12, tweede lid, 2° ;

Gelet op de wet betreffende het generatiepact van 23 december 2005, artikel 7bis, ingevoegd bij de wet van 28 juni 2013;

Gelet op het koninklijk besluit van 23 mei 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 23/05/2001 pub. 31/05/2001 numac 2001022357 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit tot instelling van een algemeen reglement betreffende de inkomensgarantie voor ouderen type koninklijk besluit prom. 23/05/2001 pub. 31/05/2001 numac 2001009460 bron ministerie van justitie Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 april 1998 waarbij het Ministerie van Justitie gemachtigd wordt personen onder het stelsel van een arbeidsovereenkomst in dienst te nemen sluiten tot instelling van een algemeen reglement betreffende de inkomensgarantie voor ouderen;

Gelet op het koninklijk besluit van 1 februari 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 01/02/2007 pub. 09/02/2007 numac 2007022158 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot instelling van een pensioenbonus sluiten tot instelling van een pensioenbonus;

Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor Pensioenen, gegeven op 7 november en 17 december 2012;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 25 januari 2013;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 30 januari 2013;

Gelet op het advies nr. 53.652/1/V van de Raad van State, gegeven op 25 juli 2013, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Pensioenen en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK 1. - Begrippen

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° de wet : de wet betreffende het generatiepact van 23 december 2005;2° het koninklijk besluit van 23 december 1996Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 23/12/1996 pub. 04/02/2014 numac 2014000075 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 15, 16 en 17 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type koninklijk besluit prom. 23/12/1996 pub. 17/11/2015 numac 2015000648 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 15, 16 en 17 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten : het koninklijk besluit van 23 december 1996Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 23/12/1996 pub. 04/02/2014 numac 2014000075 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 15, 16 en 17 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type koninklijk besluit prom. 23/12/1996 pub. 17/11/2015 numac 2015000648 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 15, 16 en 17 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten tot uitvoering van de artikelen 15, 16, 17 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels;3° het koninklijk besluit nr.50 : het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers; 4° het koninklijk besluit van 1 februari 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 01/02/2007 pub. 09/02/2007 numac 2007022158 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot instelling van een pensioenbonus sluiten : het koninklijk besluit van 1 februari 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 01/02/2007 pub. 09/02/2007 numac 2007022158 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot instelling van een pensioenbonus sluiten tot instelling van een pensioenbonus;5° het koninklijk besluit van 23 mei 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 23/05/2001 pub. 31/05/2001 numac 2001022357 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit tot instelling van een algemeen reglement betreffende de inkomensgarantie voor ouderen type koninklijk besluit prom. 23/05/2001 pub. 31/05/2001 numac 2001009460 bron ministerie van justitie Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 april 1998 waarbij het Ministerie van Justitie gemachtigd wordt personen onder het stelsel van een arbeidsovereenkomst in dienst te nemen sluiten : het koninklijk besluit van 23 mei 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 23/05/2001 pub. 31/05/2001 numac 2001022357 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit tot instelling van een algemeen reglement betreffende de inkomensgarantie voor ouderen type koninklijk besluit prom. 23/05/2001 pub. 31/05/2001 numac 2001009460 bron ministerie van justitie Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 april 1998 waarbij het Ministerie van Justitie gemachtigd wordt personen onder het stelsel van een arbeidsovereenkomst in dienst te nemen sluiten tot instelling van een algemeen reglement betreffende de inkomensgarantie voor ouderen;6° bonus : het in artikel 7bis van de wet bedoelde voordeel dat toegekend wordt voor elke dag van effectieve tewerkstelling tijdens de referteperiode;7° dagen van effectieve tewerkstelling : de periode van effectieve tewerkstelling in de hoedanigheid van werknemer of de periode waarin de werknemer geen arbeid verrichtte maar waarvoor hij recht had op loon waarop de bijdragen, bedoeld in het koninklijk besluit nr.50, werden ingehouden, omgezet naar voltijdse dagequivalenten; 8° vervroegd rustpensioen : de mogelijkheid voor de werknemer om vervroegd zijn rustpensioen op te nemen overeenkomstig de leeftijds- en loopbaanvoorwaarden zoals voorzien in artikel 4, §§ 1 tot 3ter van het koninklijk besluit van 23 december 1996Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 23/12/1996 pub. 04/02/2014 numac 2014000075 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 15, 16 en 17 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type koninklijk besluit prom. 23/12/1996 pub. 17/11/2015 numac 2015000648 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 15, 16 en 17 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten of in het artikel 107/1 van de wet van 28 december 2011 houdende diverse bepalingen;9° referteperiode : het tijdvak dat : a) een aanvang neemt ten vroegste op de eerste dag van de twaalfde maand volgend op de maand waarin de werknemer op vervroegd rustpensioen had kunnen gaan en ten laatste op de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin hij de leeftijd bedoeld in artikel 2, § 1, van het koninklijk besluit van 23 december 1996Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 23/12/1996 pub. 04/02/2014 numac 2014000075 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 15, 16 en 17 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type koninklijk besluit prom. 23/12/1996 pub. 17/11/2015 numac 2015000648 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 15, 16 en 17 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten bereikt b) eindigt op de laatste dag voorafgaand aan de maand waarin het rustpensioen van de werknemer daadwerkelijk en voor de eerste maal ingaat. HOOFDSTUK 2. - Toepassingsgebied

Art. 2.Dit besluit is van toepassing op de pensioenen van de werknemers die daadwerkelijk en voor de eerste maal ingaan ten vroegste op 1 januari 2014.

Niettegenstaande de bepaling van het eerste lid en onder voorbehoud van artikel 9, blijven de bepalingen van het koninklijk besluit van 1 februari 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 01/02/2007 pub. 09/02/2007 numac 2007022158 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot instelling van een pensioenbonus sluiten van toepassing voor de tijdvakken gepresteerd in de hoedanigheid van werknemer voor 1 januari 2014. HOOFDSTUK 3. - Toekennings-en betalingsvoorwaarden en bedrag van de bonus

Art. 3.§ 1. De bonus wordt toegekend voor elke dag van effectief gepresteerde tewerkstelling tijdens de referteperiode en ten vroegste vanaf 1 januari 2014.

In afwijking van het eerste lid, wordt de bonus bedoeld bij artikel 7bis, § 1, 2° van de wet enkel toegekend vanaf de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin de werknemer die zijn beroepsbezigheid voortzet na de leeftijd bedoeld in artikel 2, § 1, van het koninklijk besluit van 23 december 1996Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 23/12/1996 pub. 04/02/2014 numac 2014000075 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 15, 16 en 17 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type koninklijk besluit prom. 23/12/1996 pub. 17/11/2015 numac 2015000648 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 15, 16 en 17 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten, een loopbaan van 40 kalenderjaren in de zin van artikel 4, § 2, tweede tot vierde lid van hetzelfde besluit bewijst. § 2. De dagen van effectieve tewerkstelling in een kalenderjaar worden ten hoogste ten belope van 312 dagen in aanmerking genomen. § 3. Onverminderd de toepassing van paragraaf 1 en behoudens tegenbewijs door middel van een attest van de werkgever, te leveren tijdens de drie maanden volgend op de ingangsdatum van het rustpensioen is : 1° het aantal dagen dat de bonus toegekend kan worden voor het laatste kalenderjaar dat onmiddellijk de ingangsdatum van het rustpensioen voorafgaat gelijk aan het aantal dagen van het voorgaande jaar;2° het aantal dagen dat de bonus toegekend kan worden voor het jaar waarin het rustpensioen ingaat is gelijk aan het aantal dagen vermeld in de bepaling onder 1°, vermenigvuldigd met een breuk waarvan de noemer gelijk is aan 12 en de teller gelijk aan het aantal maanden, gelegen voor de ingangsdatum van het rustpensioen tijdens het betrokken jaar. § 4. Voor de vaststelling van het bedrag van de bonus, worden de dagen van effectieve tewerkstelling in een kalenderjaar geacht op gelijke wijze over de 12 maanden van dit kalenderjaar verdeeld te zijn.

In afwijking op het vorige lid worden de dagen van effectieve tewerkstelling in het kalenderjaar waarin de referteperiode eindigt, geacht op gelijke wijze over de maanden vóór de ingangsdatum verdeeld te zijn.

Art. 4.§ 1. De bonus stijgt naargelang de duur van de voortzetting van de beroepsbezigheid vanaf het begin van de referteperiode, zelfs indien de referteperiode een aanvang neemt voor 1 januari 2014 en dit overeenkomstig de hierna volgende tabel :

Montant du bonus par jour d'occupation effective

Au cours de la période de référence

Bedrag van de bonus per dag van effectieve tewerkstelling

Binnen de referteperiode

1,50 euro

Pendant les 12 premiers mois

1,50 euro

Gedurende de eerste 12 maanden

1,70 euro

Du 13e au 24e mois compris

1,70 euro

Van de 13e tot en met de 24e maand

1,90 euros

Du 25e au 36e mois compris

1,90 euro

Van de 25e tot en met de 36e maand

2,10 euros

Du 37e au 48e mois compris

2,10 euro

Van de 37e tot en met de 48e maand

2,30 euros

Du 49e au 60e mois compris

2,30 euro

Van de 49e tot en met de 60e maand

2,50 euros

A partir du 61e mois

2,50 euro

Vanaf de 61e maand


§ 2. De jaarlijkse bedragen bedoeld in paragraaf 1 zijn gekoppeld aan spilindex 136,09 en variëren overeenkomstig de bepalingen van de wet van 2 augustus 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/1971 pub. 20/02/2009 numac 2009000070 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld.

Art. 5.De bonus kan pas worden toegekend vanaf de datum van de effectieve ingang van het persoonlijk rustpensioen en is slechts betaalbaar in zoverre dit pensioen verder wordt uitbetaald. HOOFDSTUK 4. - Aard van de bonus

Art. 6.De bonus is een persoonlijk recht van de gerechtigde op een rustpensioen.

Art. 7.De bonus is een van het persoonlijk rustpensioen onderscheiden voordeel, onderworpen aan dezelfde sociale en fiscale inhoudingen als het pensioen. HOOFDSTUK 5. - Slotbepalingen

Art. 8.In het koninklijk besluit van 23 mei 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 23/05/2001 pub. 31/05/2001 numac 2001022357 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit tot instelling van een algemeen reglement betreffende de inkomensgarantie voor ouderen type koninklijk besluit prom. 23/05/2001 pub. 31/05/2001 numac 2001009460 bron ministerie van justitie Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 april 1998 waarbij het Ministerie van Justitie gemachtigd wordt personen onder het stelsel van een arbeidsovereenkomst in dienst te nemen sluiten wordt een artikel 22/1 ingevoegd, luidende : «

Art. 22/1.Bij het in mindering brengen van de bonus bedoeld bij artikel 7bis van de wet betreffende het generatiepact van 23 december 2005 op het bedrag van de inkomensgarantie, wordt rekening gehouden met 90 % van het brutobedrag waarop de aanvrager en/of de personen waarmee hij dezelfde hoofdverblijfplaats deelt, gerechtigd zijn. ».

Art. 9.De bepalingen van artikel 6 van het koninklijk besluit van 1 februari 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 01/02/2007 pub. 09/02/2007 numac 2007022158 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot instelling van een pensioenbonus sluiten zijn enkel van toepassing in geval van een rustpensioen toegekend voor 1 januari 2014.

Art. 10.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2014.

Art. 11.De minister bevoegd voor Pensioenen is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 24 oktober 2013.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Pensioenen A. DE CROO

^