Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 15 juli 2003
gepubliceerd op 08 augustus 2003

Koninklijk besluit tot wijziging van de koninklijke besluiten nrs. 1, 4, 24 en 42 met betrekking tot de belasting over de toegevoegde waarde

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2003003401
pub.
08/08/2003
prom.
15/07/2003
ELI
eli/besluit/2003/07/15/2003003401/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

15 JULI 2003. - Koninklijk besluit tot wijziging van de koninklijke besluiten nrs. 1, 4, 24 en 42 met betrekking tot de belasting over de toegevoegde waarde (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het Verdrag van 25 maart 1957 tot oprichting van de Europese Gemeenschap, goedgekeurd bij de wet van 2 december 1957, inzonderheid op artikel 93;

Gelet op de richtlijn 77/388/EEG van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der Lid-Staten inzake omzetbelasting - Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde : uniforme grondslag, inzonderheid op artikel 9, gewijzigd bij de richtlijn 84/386/EEG van 31 juli 1984 en bij de richtlijn 1999/59/EG van 17 juni 1999, op artikel 11, C, § 2, gewijzigd bij de richtlijn 91/680/EEG van 16 december 1991, op artikel 12, gewijzigd bij de richtlijn 92/77/EEG van 19 oktober 1992, bij de richtlijn 92/111/EEG van 14 december 1992, bij de richtlijn 94/5/EG van 14 februari 1994, bij de richtlijn 96/42/EG van 25 juni 1996, bij de richtlijn 96/95/EG van 20 december 1996 en bij de richtlijn 98/80/EG van 12 oktober 1998, op artikel 22, vervangen bij de richtlijn 91/680/EEG van 16 december 1991 en gewijzigd bij de richtlijn 92/111/EEG van 14 december 1992, bij de richtlijn 95/7/EG van 10 april 1995 en bij de richtlijn 2000/65/EG van 17 oktober 2000, op artikel 28septies ingevoegd bij de richtlijn 91/680/EEG van 16 december 1991 en gewijzigd bij de richtlijn 92/111/EEG van 14 december 1992 en bij de richtlijn 95/7/EG van 10 april 1995 en op artikel 28nonies, ingevoegd bij de richtlijn 91/680/EEG van 16 december 1991 en gewijzigd bij de richtlijn 92/111/EEG van 14 december 1992, bij de richtlijn 95/7/EG van 10 april 1995 en bij de richtlijn 2000/65/EG van 17 oktober 2000;

Gelet op de richtlijn 2002/38/EG van de Raad van 7 mei 2002;

Gelet op het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, inzonderheid op artikel 18, § 1, vervangen bij de wet van 28 december 1992 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 22 december 1995, 27 mei 1997, 28 december 1999 en de wet van 22 april 2003, op artikel 21, vervangen bij de wet van 28 december 1992 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 22 december 1995, 27 mei 1997, 28 december 1999 en de wet van 22 april 2003, op artikel 27, vervangen bij de wet van 28 december 1992 en gewijzigd bij de wet van 30 oktober 1998, op artikel 53, vervangen bij de wet van 28 december 1992, op artikel 53octies, § 2, ingevoegd bij de wet van 28 december 1992 en gewijzigd bij de wet van 22 april 2003, op artikel 55, vervangen bij de wet van 7 maart 2002 en gewijzigd bij de wetten van 20 december 2002 en 22 april 2003, en op artikel 58bis, ingevoegd bij de wet van 22 april 2003;

Gelet op het koninklijk besluit nr. 1 van 29 december 1992 met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde, inzonderheid op artikel 18, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 5 december 1994, 16 december 1998, 20 juli 2000, 21 juni 2001, 5 september 2001 en 2 april 2002;

Gelet op het koninklijk besluit nr. 4 van 29 december 1969 met betrekking tot de teruggaven inzake belasting over de toegevoegde waarde, inzonderheid op artikel 9, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 15 mei 1984, 30 december 1986, 19 april 1991, 29 december 1992, 14 april 1993 en 20 juli 2000;

Gelet op het koninklijk besluit nr. 24 van 29 december 1992 met betrekking tot de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde;

Gelet op het koninklijk besluit nr. 42 van 29 december 1992 tot vaststelling van de toe te passen wisselkoers indien gegevens voor het bepalen van de maatstaf van heffing van de belasting over de toegevoegde waarde voor handelingen andere dan de invoeren van goederen, zijn uitgedrukt in een vreemde munteenheid, inzonderheid op artikel 1, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 26 november 1998;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 4 juni 2003;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 24 juni 2003;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid : - dat de richtlijn 2002/38/EG vóór 1 juli 2003 in Belgisch recht dient te zijn omgezet; - dat elke vertraging concurrentieverstoringen tussen de dienstverrichters zou veroorzaken, wat het risico tot niet-heffing of dubbele heffing zou meebrengen;

Gelet op advies 35.658/2 van de Raad van State, gegeven op 9 juli 2003, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 18 van het koninklijk besluit nr. 1 van 29 december 1992 met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 5 december 1994, 16 december 1998, 20 juli 2000, 21 juni 2001, 5 september 2001 en 2 april 2002, wordt aangevuld met een § 4, luidende : « § 4. De personen gehouden tot het indienen van de in artikel 58bis, § 2, 4°, van het Wetboek bedoelde aangifte, gebruiken de aangifteformulieren die bestaan uit een elektronisch bericht waarvan de inhoud is bepaald in de bijlage IV van dit besluit. Zij dienen het toe te sturen naar het elektronisch adres dat te dien einde gecreëerd werd door of vanwege de Minister van Financiën. »

Art. 2.In hetzelfde besluit wordt een artikel 26bis ingevoegd, luidende : «

Art. 26bis.§ 1. De dienstverrichter bedoeld in artikel 58bis, § 2, van het Wetboek, dient een register te houden van de handelingen waarop deze bijzondere regeling van toepassing is. § 2. In het in § 1 bedoelde register, vermeldt de dienstverrichter, voor elke handeling : 1° een volgnummer;2° de datum van de handeling of de periode van de uitvoering van de handeling;3° de naam en het adres van de ontvanger van de dienst;4° de beschrijving van de langs elektronische weg verstrekte dienst;5° de vermelding van het tarief dat van toepassing is in de lidstaat waar de handeling wordt geacht plaats te vinden, van de maatstaf van heffing en van het bedrag van de verschuldigde belasting;6° in voorkomend geval, de vermelding van de wettelijke bepaling op grond waarvan de handeling van de belasting is vrijgesteld of op grond waarvan de belasting niet in rekening wordt gebracht. Bovendien wordt op het einde van elke aangifteperiode, per betrokken lidstaat, het totaalbedrag van de maatstaf van heffing, het totaalbedrag van de overeenstemmende belasting uitgedrukt in euro, alsook het totaalbedrag van de in de Gemeenschap met betrekking tot die periode verschuldigde belasting ingeschreven. »

Art. 3.In hetzelfde besluit wordt een bijlage IV ingevoegd waarvan de tekst in bijlage bij dit besluit wordt opgenomen.

Art. 4.In artikel 9 van het koninklijk besluit nr. 4 van 29 december 1969 met betrekking tot de teruggaven inzake belasting over de toegevoegde waarde, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 15 mei 1984, 30 december 1986, 19 april 1991, 29 december 1992, 14 april 1993 en 20 juli 2000, wordt in de plaats van § 3, dat § 4 wordt, een nieuwe § 3 ingevoegd, luidende : « § 3. Wanneer het gaat om een dienstverrichter die zich voor de toepassing van de in artikel 58bis van het Wetboek bedoelde bijzondere regeling in België of in een andere lidstaat heeft geïdentificeerd, moet de rechthebbende op teruggaaf een aanvraag tot teruggaaf indienen bij het hoofd van het Centraal BTW-kantoor voor buitenlandse belastingplichtigen. De aanvraag moet, in drievoud, bij deze ambtenaar toekomen vóór het verstrijken van het derde kalenderjaar volgend op dat waarin de oorzaak van de teruggaaf zich heeft voorgedaan. »

Art. 5.Het opschrift van de eerste afdeling van het koninklijk besluit nr. 24 van 29 december 1992 met betrekking tot de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde wordt vervangen als volgt : « Eerste afdeling . - Betalingen op de postrekeningen van « BTW-Ontvangsten » Brussel, Mechelen, Namen en VAT on E-Services. »

Art. 6.In de eerste afdeling van hetzelfde besluit wordt een onderafdeling 3 ingevoegd, luidende : « Onderafdeling 3. - Betaling op de postrekening van « VAT on E-Services. »

Art. 13bis.§ 1. De betaling van de belasting bedoeld in artikel 58bis, § 2, 5°, van het Wetboek waarvan de opeisbaarheid blijkt uit de aangifte bedoeld in artikel 58bis, § 2, 4°, van het Wetboek wordt gedaan op de postrekening nr. 679-2003426-85 van « VAT on E-Services ». § 2. De betaling door de belastingschuldige op de postrekening nr. 679-2003426-85 wordt gedaan door storting of overschrijving met vermelding van de gestructureerde mededeling die hem werd ter kennis gebracht door de administratie. Zij heeft uitwerking op de datum bepaald overeenkomstig artikel 4, § 1, van dit besluit. »

Art. 7.Artikel 1 van het koninklijk besluit nr. 42 van 29 december 1992 tot vaststelling van de toe te passen wisselkoers indien gegevens voor het bepalen van de maatstaf van heffing van de belasting over de toegevoegde waarde voor handelingen andere dan de invoeren van goederen, zijn uitgedrukt in een vreemde munteenheid, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 26 november 1998, waarvan de bestaande tekst § 1 zal vormen, wordt aangevuld met een § 2, luidende : « § 2. In afwijking van § 1, wanneer de gegevens voor het bepalen van de maatstaf van heffing van de belasting over de toegevoegde waarde van een in artikel 58bis van het Wetboek bedoelde dienstverrichting zijn uitgedrukt in de munteenheid van een derde land of van een lidstaat die de euro niet heeft aangenomen, is voor de omrekening tussen deze munteenheid en de euro de wisselkoers van toepassing die gold op de laatste dag van de aangifteperiode die de Europese Centrale Bank voor die dag bekend heeft gemaakt of, bij gebreke, de wisselkoers voor de eerstvolgende dag van bekendmaking. »

Art. 8.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2003.

Art. 9.Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 15 juli 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Financiën, D. REYNDERS _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 2 december 1957, Belgisch Staatsblad van 25 december 1957; Wet van 3 juli 1969, Belgisch Staatsblad van 17 juli 1969;

Wet van 28 december 1992, Belgisch Staatsblad van 31 december 1992, 1ste editie;

Wet van 30 oktober 1998, Belgisch Staatsblad van 10 november 1998;

Wet van 7 maart 2002, Belgisch Staatsblad van 13 maart 2002, 3e editie;

Wet van 20 december 2002, Belgisch Staatsblad van 31 december 2002, 3e editie;

Wet van 22 april 2003, Belgisch Staatsblad van 13 mei 2003;

Koninklijk besluit nr. 1 van 29 december 1992, Belgisch Staatsblad van 31 december 1992, 4e editie;

Koninklijk besluit nr. 4 van 29 december 1969, Belgisch Staatsblad van 31 december 1969;

Koninklijk besluit nr. 24 van 29 december 1992, Belgisch Staatsblad van 31 december 1992, 4e editie;

Koninklijk besluit nr. 42 van 29 december 1992, Belgisch Staatsblad van 31 december 1992, 4e editie;

Koninklijk besluit van 15 mei 1984, Belgisch Staatsblad van 31 mei 1984;

Koninklijk besluit van 30 december 1986, Belgisch Staatsblad van 10 januari 1987;

Koninklijk besluit van 19 april 1991, Belgisch Staatsblad van 30 april 1991;

Koninklijk besluit van 29 december 1992, Belgisch Staatsblad van 31 december 1992, 4e editie;

Koninklijk besluit van 14 april 1993, Belgisch Staatsblad van 30 april 1993;

Koninklijk besluit van 5 december 1994, Belgisch Staatsblad van 9 december 1994;

Koninklijk besluit van 22 december 1995, Belgisch Staatsblad van 30 december 1995;

Koninklijk besluit van 27 mei 1997, Belgisch Staatsblad van 31 mei 1997;

Koninklijk besluit van 26 november 1998, Belgisch Staatsblad van 1 december 1998, 2e editie;

Koninklijk besluit van 16 december 1998, Belgisch Staatsblad van 24 december 1998, 2e editie;

Koninklijk besluit van 28 december 1999, Belgisch Staatsblad van 31 december 1999, 3e editie;

Koninklijk besluit van 20 juli 2000, Belgisch Staatsblad van 30 augustus 2000;

Koninklijk besluit van 21 juni 2001, Belgisch Staatsblad van 28 juni 2001;

Koninklijk besluit van 5 september 2001, Belgisch Staatsblad van 18 september 2001;

Koninklijk besluit van 2 april 2002, Belgisch Staatsblad van 16 april 2002, 2e editie.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^